Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

vrijdag 31 mei 2019

Dirk Martens - Drukker en uitgever

Dirk Martens (°Aalst, 1446 of 1447, + Aalst, 28 mei 1534) was een Vlaamse drukker en uitgever.

Afhankelijk van de bron, treft men voor de naam de volgende schrijfwijze aan: Dierick Martens, Dirk Martens, Thierry Martens of nog Theodorico Martino (latijnse naam).
Te midden van de Grote Markt, met zijn rug naar het imposante Belfort, staat het bronzen standbeeld van Dirk Martens. 

Het beeld is in de volksmond beter bekend als 'de zwette maan' omdat het brons doorheen de jaren zwart (eigenlijk groen) is gekleurd.
Over het standbeeld is onderaan dit artikel meer te vinden, maar eerst eens de persoon achter dit beeld nader bekijken... Dirk Martens ...

Dirk was de zoon van een poortersfamilie.

Een Poorter is een historische benaming voor een burger die zich het recht verworven had om binnen de poorten van een plaats met stadsrechten te wonen. Men kreeg dit poorterrecht of burgerschap door zich laten registreren bij een magistraat van de stad.

De etymologische oorsprong van 'poorter' ligt niet bij het woord 'poort' maar bij het Latijnse woord portus, wat 'haven' betekent. In de Vroege Middeleeuwen ontstonden de eerste steden namelijk als kleine handelsposten nabij adellijke burchten en kastelen. De handelaren die in deze, later ommuurde, nederzettingen woonden waren de voorlopers van de latere burgerij.

Er diende voor het verkrijgen van burgerrechten een zekere som geld te worden betaald, men bewees daarmee dat men niet armlastig was en in eigen onderhoud kon voorzien. Er waren religieuze beperkingen en in tal van steden konden Joden tot aan de Franse Revolutie geen burger worden. Ook moest er een eed worden afgelegd. 

De stad was omringd door een stadsmuur en een gracht en bood daarmee een zekere mate van veiligheid en bescherming aan haar burgers (poorters). 's Avonds tegen donker werden de stadspoorten gesloten door de poortbewaker. De sleutels van de stad werden bij een burgemeester ingeleverd en de volgende dag weer opgehaald. De gehele burgerij van een stad wordt soms poorterij genoemd.

Een buitenpoorter of hagepoorter daarentegen was iemand die de burgerrechten van een stad genoot, maar buiten het gebied van deze stad woonde. Deze status was gekend over de hele Nederlanden, maar vooral in Vlaanderen. Wat het begrip precies inhield, kon van stad tot stad wat variëren.

Ook om het buitenpoorterschap te kunnen verkrijgen, diende men poortersgeld te betalen. Anderzijds werd men dan wel vrijgesteld van belasting aan de heer van het gebied waarin men woonde. Bijvoorbeeld het recht van de heer om bij overlijden het beste stuk grond te kiezen uit de erfenis. De buitenpoorter viel niet onder de wetgeving van de plaatselijke heer, maar onder de wettelijke regelingen van de stad waarvan hij het buitenpoorterschap had.

Het buitenpoorterschap werd niet door de kinderen overgeërfd.

In de Nederlanden verdwenen de voorrechten na de Franse invasie en afschaffing van het Ancien Régime in 1794-1795.

De jonge Dirk kreeg een basisopleiding bij de paters Wilhelmieten te Aalst en trok nadien naar Venetië. Hier vervolmaakte hij zich bij een oudere landgenoot, de leraar, musicus, humanist en drukker Gerardus de Lisa, die in het Venetiaanse huwde en er bleef werken.

In 1473 keerde hij terug naar Aalst en stichtte hij een atelier waar drie werken werden gepubliceerd, die bekend zouden worden als de oudste gedateerde Zuid-Nederlandse drukken. 
Zijn atelier zou tevens bekend worden als een belangrijke plaats voor de ontwikkeling van het humanistische culturele leven. 

Het enige volledig bewaarde exemplaar in Belgisch bezit van het oudst gedateerde boek draagt de titel 'Speculum conversionis peccatorum' (Een spiegel van de bekering van de zondaars) en is van de hand van de Limburgse kartuizer Dionysius van Rijckel (1402/3 – 1471). 

Het werd in Aalst gedrukt door Dirk Martens in samenwerking met de Duitser Jan van Westfalen. 
De boekdrukkunst was toen nog geen 20 jaar oud. 

Van dit eerste gedrukte boek uit onze gewesten is er in België zelf maar één volledig exemplaar bewaard. Het bevindt zich in de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap, een onderzoeksgroep van de Universiteit Antwerpen.


Het boekje is niet groot, er ontbreekt een titelpagina en het telt slechts 28 bladzijden. 
De gegevens over de plaats en het jaar van uitgave bevinden zich achteraan in het boek, in de zogenaamde colofon. 
Daarin komen de namen van Dirk Martens en Jan van Westfalen niet voor, maar door vergelijking met andere drukwerken konden onderzoekers in de vorige eeuw de drukkers identificeren. 
Het boekje maakt deel uit van een interessante verzamelband die vijf zeer vroege drukwerkjes bevat. Daaronder nog drie andere uitgaven die Dirk Martens in Aalst op de markt bracht in 1473–1474. Deze verzamelband is een eersterangsbron voor onze kennis van de start van de boekdrukkunst in ons land.
Omdat het boek licht gehavend was, besliste men het te restaureren. 
Door de behandeling ziet het boek er opnieuw bijzonder fris uit en dit meer dan een half millennium nadat het van de pers kwam. De universiteitsbibliotheek greep de gelegenheid aan om dit bijzondere boek integraal te digitaliseren. Vanaf nu kan iedereen het boek doorbladeren zonder het papieren exemplaar te moeten manipuleren. 



De drukkersstiel die hij in Venetië geleerd had, beoefende hij tussen 1492 en 1529 afwisselend in Aalst, Antwerpen en Leuven. In totaal zijn er maar liefst 250 drukwerken bekend. 

In Antwerpen en Leuven werd Martens’ atelier een waar centrum van cultureel leven, waar auteurs en correctoren verbleven, waar nieuws en teksten werden uitgewisseld en vooral, waar een echte vriendenkring ontstond.

In Leuven ging zijn aandacht vooral naar het talenonderricht en de student. 
Hij streefde er steeds naar om goedkope, aangenaam leesbare maar vooral ook wetenschappelijk goed verantwoorde edities op de markt te brengen. Hij maakte het boek betaalbaar, en hij ijverde meteen ook voor modernere methodes in het onderricht, waarbij een functionele typografie heel belangrijk was. 
Hij zorgde er ook voor zichzelf een studentikoos imago te geven. Enerzijds als de idealistische ploeterende Vlaming die de academiebevolking het beste van het beste aanbiedt op bescheiden wijze en hierbij enkel aanspraak maakt op een eenvoudige boterham. Anderzijds als de gulle compagnon die serieus werkt maar ook een goed glas wijn niet zal afwijzen. 

Dat hij graag een glaasje dronk mag blijken uit het feit dat hij bijvoorbeeld in een voorwoord vraagt om hem te vergeven als er ergens een drukfout in de tekst zou geslopen zijn. 
Het zou dan niet zijn fout zijn maar wel die van Gambrinus (God van de drank). Dit wijst er op dat Dirk ook wel eens een glaasje achteroversloeg voor of tijdens de arbeid.

Daarnaast was er ook de gelovige Dirk die ijverde voor een christendom dat een oog en een hart had voor al wat menselijk is

Hij vond het belangrijk dat zo veel mogelijk mensen boeken konden lezen, want tot dan toe was dit een privilege dat enkel voorbehouden was aan de rijken

Dirk profiteerde eigenlijk van de bloei van de universiteit van Leuven door gretig reclame te maken bij hen voor zijn drukkerij. Zo verklaart hij zelf in een soort reclameboodschap: "We doen ons uiterste best U kennis en beschaving bij te brengen, door er voor te zorgen dat uit deze werkplaats U boeken bereiken, die bovendien zo min mogelijk fouten bevatten..."

Na een kortstondige vennootschap met Johan van Westfalen, verdwijnt elk spoor van Martens tot 1486. Wel vinden we in Spanje een Teodorico Aleman, gespecialiseerd in boekenimport, die steeds met Martens wordt geïdentificeerd.

Van 1486 tot 1492 specialiseerde hij zich in een tweede Aalsterse atelier, in brevierdruk, een genre dat hoge technische eisen stelt.

Een brevier of breviarium (van het Latijn brevis, kort) is het boek dat de gebeden bevat die een geestelijke van de Katholieke Kerk dagelijks moet bidden. Ook de Anglicaanse Kerk en de Lutheraanse gebruiken hun eigen brevier.

Het brevier van de Katholieke Kerk werd Breviarium Romanum genoemd tot aan de hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie. Sedertdien spreekt men niet meer van brevier maar van de 'liturgie van de gebedstijden' of de Liturgia Horarum.

Hij is het die, na voorafgaande experimenten gespreid over 25 jaar, in 1516 de eerste volledig Griekse tekst drukte, die in onze streken verscheen.

Van zijn persen verscheen in hetzelfde jaar de eerste uitgave van één der belangrijkste monumenten van de wereldliteratuur, de Utopia van Thomas Moore. 
De naam 'Utopia' blijft in Aalst trouwens verder leven in de stadsbibliotheek die deze naam kreeg.
In de geest van Plato’s Politeia beschrijft de latere kanselier van Engeland hierin een denkbeeldige staat met ideale sociale toestanden. 
Martens verzorgde in 1521 een volledige Homerosuitgave, voor zijn tijd een prestatie van eerste orde. Hij zorgde voor een Hebreeuws woordenboek en herwerkte een klassiek Latijn-Nederlands woordenboek. 
Hij gaf Colombus’ verhaal uit van de ontdekking van de Nieuwe Wereld, alsook verschillende geschriften van zoveel gekende humanisten, maar bovenal maakte hij zich verdienstelijk als uitgever van de jonge Erasmus. Levenslang zouden beiden de dikste vrienden blijven en samenwerken voor de verspreiding van het humanisme.

De belangrijkheid van Dirk Martens ligt bij ons dus eigenlijk minder in het feit dat hij de eerste drukker was, maar wel in zijn belang voor de evolutie van het culturele leven.
Hij voerde, als één van de baanbrekers van het humanisme in de Nederlanden, immers niet enkel een nieuwe techniek in, maar de kennis die hij in Venetië opdeed was ook een levenskunst, en zijn betekenis voor de doorbraak daarvan is even belangrijk als die van de technicus. 

In 1529 trok Martens zich voorgoed terug uit de zaken en vond een verdiende rust in het convent der paters Wilhelmieten op de Houtmarkt op 2 mei 1534. Hij liet vier kinderen na: Petrus, Suzanna, Bernarda en Barbara.

Barbara huwde met Servaes van Sassen van Diest, die het drukkers- en uitgeversbedrijf van Martens in 1529 overnam.


Tijdens de verovering van Aalst door de Geuzen, 50 jaar na Martens' dood, ging zijn hele archief in de vlammen op. In 2004 kon de Koninklijke Bibliotheek voor iets minder dan 100.000 euro op een veiling in Londen een van Martens' eerste drukken aankopen, de Praedicamenta van Aristoteles.

Maar laten we "onzen Dirk" zelf aan het woord met een greep uit sommige voor- en nawoorden van zijn uitgaven.

"Al wat mij aan tijd rest naast mijn professionele activiteit, besteed ik het liefst aan het bevorderen van de cultuur. 
Van zodra ik zag hoe sommigen de schoonste jaren van de jeugd aan het verpesten waren in gecompliceerde en stijve grammaticaregels, heb ik me aan het uitgeven gezet van het Gespreksboekje - een geschikt werkje om zich de dagelijkse taalvaardigheid eigen te maken. Ik heb het op vele plaatsen gecorrigeerd en uitgebreid, zodat men niet moet denken dat in deze editie niets nieuws te vinden is. Door de stroeve grammaticaregels worden velen immers afgeschrikt om talen te leren en/of te gebruiken. En toch, zonder deze regels loopt alles mank. De beste manier om een taal te leren is ze spreken. ".

"De meeste drukkers dragen hun werk op, hetzij aan grote heren, hetzij aan hun beste vrienden. Voor mij die niets méér verlang dan de studies aan deze zo bloeiende universiteit, zoveel ik kan, nog te stimuleren, is het uitgemaakt dat ik al mijn publicaties opdraag aan u, de mij zo dierbare jeugd".

"Daar ik bij mezelf overlegde dat niet iedereen in staat is zich een zware boekband aan te schaffen en dat ook als men het kan, het onpraktisch is die overal mee te sleuren, heb ik getracht eveneens op dit punt de studenten tegemoet te komen.  We hebben dit boek tot een pocket gereduceerd, opdat men het gemakkelijker zou kunnen meenemen en het als een onafscheidelijke gezel de studenten zal vergezellen, thuis, in de vrije tijd of op reis, als ze luieren of als ze wandelen gaan".

"Dirk Martens van Aalst groet U, studenten, en geeft U zijn typografische zegen (salutem, et typographicam benedictionem). 
Hoewel ik geweldig opgelet heb bij de correctie, zo zelfs dat ik allebei m’n ogen gebruikt heb, en onder het werk zelfs ettelijke malen Bacchus ervoor verwaarloosd heb, was toch niet te vermijden dat enkele zetfouten mij ontgaan zijn. De verbeteringen daarvan volgen hier".

"Maar toch zullen geen moeilijkheden mij beletten te ijveren voor ’t nut van het algemeen, zolang de geest van de wijn deze mijne ledematen bestuurt. Nuchter of zat, ik zal volhouden en als het profijt van mijn arbeid mij niet gegund zal zijn, dan zal ik toch dit genoegen smaken dat ik gezorgd heb voor de studerende jeugd".

"En zie, terwijl wij naar hartelust praatten, was Dirk naar hartelust aan het drinken, en werkte intussen flink door, zonder daarbij echter zuinig te zijn met zijn verhalen. Hij sprak, of moet ik zeggen : brulde er tussen door in vrijwel alle talen : in het Duits, Frans, Italiaans en Latijn. Je zou zeggen dat een man uit het apostolisch tijdperk weer opgestaan was. Hij zou zelfs met een polyglot als Hieronymus kunnen wedijveren, zo niet in bevalligheid van spraak, dan toch in veelheid van talen" (Fragment uit een brief van Maarten van Dorp aan Erasmus, 14 juli 1518. Hierin spreekt Dorpius over "Theodorico nostro, Bacchi mystae" onze Dirk, geïnitieerde van Bacchus).

"Ook ik, al oud wordend, na heel mijn leven zo gezwoegd te hebben zo vergrijsd en gerimpeld, ik stel één ding boven alles : godsvrucht, goed wetend dat geen geleerdheid God behagen kan als die er niet bij komt. Zij tilt ons boven onze ruzies uit en stelt ons in staat met heel ons hart Christus te beminnen, de redder van de hele mensheid, en alle mensen als onze broeders".

Dirk Martens is fysiek dus niet meer aanwezig in Aalst, maar zijn naam blijft wel alom aanwezig.

We kennen de Dirk Martensstraat, er is de taverne Dirk Martens, de campus van de Katholieke Hogeschool werd vernoemd naar hem, er bestaat een koffielikeur  'Dirk Martens' en sportievelingen kunnen al geruime tijd de 'Dirk Martens Corrida' meelopen, er was een speelgoedwinkel 'Dirk Martens' in de Lange Zoutstraat en een serviceblub 'Lions Club Aalst Dirk Martens',  ...

Allemaal kleine tekenen die verwijzen naar een grote naam. 
Het gekendste is natuurlijk het standbeeld van Dirk Martens op de Grote Markt. 

Op de plaats waar Napoleon I de vrijheidsboom had geplant, werd op 6 juli 1856, in het bijzijn van de Hertogen van Brabant, het standbeeld van Dirk Martens onthuld. Dit was trouwens meteen ook het eerste 'echte standbeeld' dat Aalst had sinds de Belgische onafhankelijkheid.


Ht was tijdens de gemeenteraadszitting van 14 juni 1851 dat besloten werd om een geldsom te voorzien voor het plaatsen van een beeld. 
De inhuldiging van het nieuwe spoorwegstation en het monument zouden moeten samenvallen.

Er werd een wedstrijd uitgeschreven onder de Belgische beeldhouwers en het was het ontwerp van de hand van beeldhouwer Jean Geefs dat won. Jean Geefs was afkomstig uit een geslacht dat maar liefst 8 beeldhouwers telde. 
In 1854 was hij klaar met het boetseerwerk van Dirk Martens. Omdat er echter geen portret van de drukker beschikbaar was, creëerde hij een personnage in middeleeuwse universitaire toga, dat eigenlijk refereert naar de meermaals geportretteerde Thomas More.

Deze afbeelding zou gebruikt zijn voor het ontwerp van zijn standbeeld.
Het is een tekening van Hans Holbein de Jongere en stelt dus eigenlijk Thomas More voor.
Ik heb deze gevonden in de catalogus van een tentoonstelling met tekeningen uit de verzameling van de Britse koningin Elizabeth II die plaats had ter gelegenheid van Europalia 1973 (het ‘Dirk Martensjaar’).
De gelaatstrekken van het standbeeld van Dirk Martens zouden een interpretatie zijn van de gezichten van Thomas Morus én Desiderius Erasmus, beide bekenden en geestegenoten van ‘onzen’ Dirk. 

Het beeld werd bij Vittoz te Parijs in brons gegoten door de firma Julien., en het kreeg daar trouwens ook een 'gouden medaille' op een internationale tentoonstelling. 
In juni 1856 kwam het beeld aan te Aalst en op 2 juli werd het op zijn voetstuk gezt.

Het werd een 13 meter hoog standbeeld en het was op 6 juli 1856, inderdaad samen met de opening van de spoorlijn Brussel-Gent en de opening van ons stationsgebouw, dat de hertog en hertogin van Brabant (de latere Leopold II en zijn vrouw) het beeld kwamen inhuldigen. 
101 kanonschoten betekenden het begin van een stoet koetsen naar de Grote Markt. Aan het einde van de Molenstraat stond een triomfbood. Volgens de pers waren er 25000 à 30000 aanwezigen bij dit evenement. 

De drukkersgezellen vierden op die dag de inhuldiging van hun vlag, en het feest ging gepaard met vuurwerk en feestverlichting,  banketten en bals ... maar ook een brooduitdeling aan de kansarme Aalstenaars stond op het programma.
Op dat ogenblik was het monument trouwens nog niet omringd door een hek.

Nog even naar de beeltenis van Dirk Martens : op de originele grafsteen van Martens (die bewaard wordt in de Sint-Martinuskerk) is enkel een gestileerd gezicht te zien. 


Er kan daar enkel uit aflgeleid worden dat Dirk Martens geen baard had en ook niet graatmager was, maar voor het overige tasten we dus volledig in het duister ....

In 2005 eindigde hij op nr. 36 in de Vlaamse versie van De Grootste Belg.

In november 2015 kende de gemeenteraad officieel het ereburgerschap toe aan Dirk Martens.

Daarmee is de Aalsterse drukker en uitgever de negende ereburger van Aalst. 
De onmiddellijke aanleiding voor het ereburgerschap was de 500ste verjaardag van de uitgave door Dirk Martens van het wereldvermaarde boek Utopia van Thomas More. 
Vele Aalstenaren waren op dat moment eigenlijk verwonderd dat hij nog niet op het lijstje van de ereburgers stond. 
Volgens schepen van erfgoed Karim Van Overmeire wou men echter geen inflatie van ereburgers creëren, en kon men enkel aanspraak maken op deze titel, indien men écht iets betekend heeft voor de stad. 

Dirk Martens is niet alleen belangrijk als een van de eerste drukkers van de Nederlanden, maar ook als verspreider van humanistische ideeën. Vandaar dat hij deze titel zeker verdient. Zowel het Dirk Martenscomité als de stad Aalst organiseerden doorheen het jaar activiteiten om Dirk Martens en de druk van Utopia te herdenken en hij kreeg ook een plaatsje in de nieuwe bibliotheek 'Utopia' die in 2018 de deuren opende. 
Zo is er ondermeer deze drukpers van hem te zien … 


Ook verscheen er reeds een postzegel ter ere van Dirk Martens. Hierop is hij te zien in zijn atelier : 


Op 27 augustus 2018 werd een aanvang genomen met de restauratie van de sokkel van de 'Zwette maan'.
In de arduinen sokkel waren de tekstplaten in de loop der jaren onleesbaar geworden, en werden ze al eens vervangen door nieuwe. In de huidige nieuwe plaat werd de tekst handmatig ingekapt, wat een heus monnikenwerk was'.

De inscripties op het standbeeld luiden: 

"Theodorico Martino Alostano qui primus artem typographicam in Belgium induxit constitutis deinceps in urbe patria Antverpiae et Lovanii officinis et qui non solum excundendis Latinis graecis herbraicis allisque libris sed scribendo etiam et in academia lovaniensi docendo famae immortalitatern meritus est. SPQA Ex aere cum publico tum collato PP. MDCCCLVI"

"Theodo. Martin. excudebat sacra ancora ne tempestatum vis auferat, ancora sacra, que mentem figas, est lacienda tibi"

"Onder de regering van Leopold I, koning der Belgen, P. De Decker, minister van het inwendige, E.De Jaeger, gouverneur der provincie, G. De Gheest, burgemeester"

De tekst werd dus in ere hersteld, maar het beeld zelf zou zwart-groen blijven. Deze natuurlijke kleur komt door de natuurlijke verandering van een bronzen beeld in buitenomgeving, en is dus geen gevaar voor schade.
De steigers die bijna een heel jaar rond het standbeeld stonden, werden verwijderd op 6/8/2019

Wie tijdens de covidperiode (2020-2022) de Grote Markt te Aalst bezocht heeft, heeft het wel gemerkt ... Zelfs Dirk Martens gaf toen het goede voorbeeld in deze coronatijden, en draagt een mondmasker.




Bronnen

Wikipedia
persregiodender.be
Gidsbeurt tijdens erfgoeddag in 2016
Digitale kopie van het oudste in de Nederlanden (door Martens) gedrukte boek op Flandrica.be : Erfgoedbibliotheken online
faro.be/erfgoeddag/nieuws/bladeren-door-het-oudste-boek-eerste-druk-van-dirk-martens-geconserveerd-en-digita
dirkmartenscomité.be/biografie/
dirkmartenscomité.be

Geen opmerkingen:

Een reactie posten