Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label volksfiguren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label volksfiguren. Alle posts tonen

maandag 25 januari 2021

Patrick De Boeck

Patrick De Boeck (° 1964) is bij de echte Aalstenaars zeer goed gekend en ook bemind als sympathiek stadsgenoot met een goed hart en vooral ook als gepassioneerd fotograaf. 


Reeds als kind fotografeerde hij al vaak zijn gezin en enkele jaren geleden werd het een hobby van serieus formaat, die steeds maar blijft groeien . 

Schlagerfestivals, missverkiezingen, stadsfeesten, ‘de Okapi’, en natuurlijk ook karnaval … Patrick legt elk evenement perfect vast op de gevoelige plaat.   
Ook huwelijken, communies en ‘kleinschaligere’ fotoreportages, daar draait hij zijn hand niet voor om.

Via zijn Facebookpagina houdt hij iedereen ook op de hoogte van zijn fotoreportages, en wat sommigen ook intrigeert ... vaak ook van wat hij die avond gaat klaarmaken om te eten. 


Patrick is sociaal heel bewogen, en werkt ook actief mee in meerdere welzijns- en buurtorganisaties. Dat zie je trouwens ook aan de stijl van zijn foto’s. Hij is een echte portretfotograaf die warme afbeeldingen maakt van echte Aalstenaars, vaak op hun vrolijkste momenten, maar die ook de pijnlijke realiteit soms voor de lens kan halen.
Hij is onder andere actief als vrijwilliger bij vzw Parol en is ook lid van VIVAS, een Vlaams netwerk van/voor sociale huurders. 

Zijn droom is ooit een bewonersgroep in Aalst op te starten met huurders van sociale woningen. 
Patrick zet zich ook al enkele jaren in voor Kom Op Tegen Kanker. 

In zijn resterende vrije tijd is Patrick hevige supporter van Okapi Aalstar. Wel, ... vrije tijd ... Ook tijdens de Okapi matchen is hij vaak fotograaf van dienst, en zijn fotoreportages worden gesmaakt tot ver buiten de Aalsterse grenzen.

Sommige mensen beginnen ondertussen al te verwachten dat Patrick 's avonds al de foto's on line zet, maar het blijft natuurlijk een hobby (totaal geen verplichting), en we zouden het uiteraard beter wat meer leren appreciëren DAT hij de foto's online WIL zetten voor ons ...

Zijn bij momenten heel actieve leven doet weinig vermoeden dat hij ook heel wat slechte periodes heeft gekend. 
Na de overlijdens van zijn vader en tweede oudste broer op 7 maanden tijd in 2009, is hij zorg beginnen dragen voor zijn moeder. In die periode is hij ook begonnen met vrijwilligerswerk, en sedert ongeveer 2010 ook als hobbyfotograaf.

Dat samen met ook telkens rekening moeten houden met de mantelzorg voor zijn moeder, mag hij ook zijn eigen lijden aan CVS/fibromyalgie (Chronisch vermoeidheidssyndroom) niet wegdrummen natuurlijk. De zorg voor moeder viel weg bij haar overlijden maar zijn eigen ziekte zorgt er natuurlijk vaak voor dat hij nog steeds vaak ‘in zijn kot’ moet blijven.

De man is ondertussen al een echte bekende Aalstenaar geworden, een écht fenomeen en een volksfiguur in wording. 

2015 begon slecht. Na een kwalijke val tijdens de opening van de winterfoor moest Patrick het fotootjes nemen overlaten aan de dienst radiologie. Het verdict was een complexe breuk aan de rechterelleboog, en hij moest dus de carnavalsperiode aan zich laten voorbijgaan. 

In November van datzelfde jaar echter volgde plezanter nieuws en werd hij uitgeroepen tot ‘bewoner van de maand’, een initiatief van Netwerk dat elke maand op het plein aan het Escargotkraam (aan de Dender) buurtbewoners portretteert en hen eens in de bloemetjes zet.

Patrick is echt overal terug te vinden, en ondertussen is hij ook als het ware volledig versmolten met het Aalsterse straatbeeld. 

Met een kale kruin, fijn brilletje, een blauw of beige overhemd in een zwarte pantalon kan je er moeilijk omheen als je in het Aalsterse land rondwandelt. Met zijn fototoestel rond de schouder is hij altijd en overal welkom en wordt hij regelmatig aangesproken.
Patrick laat zich zelf ook wel eens graag voor de lens zetten, zo ook met mooie vrouwen die hij dan steevast dicht tegen ‘zijne gilet’ aandrukt. Kan iemand hem hierin echter ongelijk geven ? 

Ook ter gelegenheid van de ‘bewoner van de maand’, met een foto van Vincent Beeckman, werden de rollen eens omgedraaid, en stond Patrick zelf aan de andere kant van de lens ... hoewel hij natuurlijk werd afgebeeld met zijn favoriete instrument in de handen : zijn fototoestel. 
Het werd dus een levensgrootte afbeelding van de fotograaf in actie.


Begin 2016 kwam dan een grote verrassing. Op zaterdag 16/1, tijdens de verkiezingsshows voor prins Karnaval, heeft Christophe - Cali - Corthals een deel van zijn show gewijd aan ‘onze’ Patrick.
Cali zong over Patrick en hoe hij overal opduikt met zijn fototoestel, en natuurlijk ook over hoe hij elke dag op Facebook met zijn 4.900 vrienden deelt wat hij aan het koken is. 

Christophe had voor de gelegenheid de ondertussen klassieke Patrick De Boeck-outfit aan : een beige jas, wit ‘marcelleken’ en zwarte broek met een kaal hoofd erop. 
Het werd een hilarische voorstelling, al waren de ogen in de zaal natuurlijk evengoed op Patrick zelf gericht. Die stond voor het podium tussen de pers, en natuurlijk met het fototoestel in de aanslag. 
Kandidaat Dennis had hem ook al eens geïmiteerd tijdens zijn show op zijn campagnebal, en nu deed Cali hetzelfde tijdens de prinsenverkiezing. Uiteraard een hele eer voor Patrick zelf, die dit hele gebeuren kan beschouwen als één van de appreciaties voor zijn werk.
"Ik wist dat hij het zou doen en dus ben ik niet naar de generale repetitie geweest. Ik wou het houden voor de prinsenverkiezing. Al zo'n vier jaar ga ik regelmatig foto's nemen bij de carnavalisten en op andere evenementen. Het is een appreciatie voor mijn werk", zei hij.

Hier de tekst van het bewuste lied : 

Bewoeiner van de mondj wie kan de Patrick ni, 
te braaf om doeid te doeng mor mé iejn groeite fobie. 
De peremeilens zén nor 't schantj ni echt zén ding, 
e viel op zoinen boik veirig joor mé 'd oepening. 
't kodaksken nor de vondjes en de Pat in alle stoten, 
mor toch volgt allemaan op 't internét zén doeng en loten. 
Zé weirk as fotograaf mor oeik as meiga kok, 
vanavond maak ik frit, en morgen is het wok. 

Lacht, lacht, lacht, mé of teigen a gedacht. Lacht, lacht, lacht, 
want Patricksken stoot op wacht. 
Lacht, lacht, lacht, 
oi trekt foto's dag en nacht. 
Sebiet iejne van a, 
mor iejst zén oigen mei a vraa. 

Op ieder baal of foif oi es 't er geren boi, 
al vraugt em allemaan trékt isj ne foto va moi. 
Es't 'n oi ne brave kloeis of eit'n da slim bezing, 
oeveral 'g emviteird mé zé fotomasjing. 
Mor ziet'n een férme mokke ge meigt twie kiejr'n grooin, 
begintj zén flasj te brannen en zitj'n oon zén léns te drooin. 
Ten vring 't er e em tissen en zei zonder pardon, 
vandaag waren het krieken met puree en frikandon. 

Lacht, lacht, lacht, mé of teigen a gedacht, 
lacht, lacht, lacht, want Patricksken stoot op wacht. 
Lacht, lacht, lacht, oi trékt foto's dag en nacht, 
sebiet iejne van a 
mor iejst zén oigen mei a vraa. 

Met Patrick De Boeck, vanavond? Foto's op de Okapi? 'k Mag toch gratis binnen? 
Oké, geen probleem, tot vanavond! 

Lacht, lacht, lacht, mé of teigen a gedacht. 
Lacht, lacht, lacht, want Patricksken stoot op wacht. 
Lacht, lacht, lacht, oi trékt foto's dag en nacht. 
Sebiet iejne van a, 
mor iejst zén oigen mei a vraa. 

Nog in de carnavalsperiode werd hij door Radio Goeiedag uitgeroepen tot ‘populairste Aalstenaar’.

En nog was het niet gedaan. 2016 werd ook het jaar dat Patrick zijn eerste ‘linjeken’ uitbracht.


Dit werd verkocht voor het goede doel. In een korte tijdspanne verkocht hij zo 93 lintjes, en hij kon dan ook met enige fierheid een cheque van 2400 Euro overhandigen aan VZW Goedewil.

Ook in 2017 waren zijn linjekes ook te bekomen, en er werden dit keer maar liefst 3 goede doelen mee gesteund: VZW Goede Wil (die hij ook in 2016 reeds steunde), VZW Parol (waar Patrick toen al zo'n 5 jaar vrijwilliger was) en kapster Katthy De Reuse (de kapster die in 2016 haar zaak in Hofstade zag opgaan in de vlammen). Op vrijdag 5 mei kon de sympathieke Aalstenaar zo maar liefst 3315 Euro verdelen over zijn drie goede doelen. 


VZW Parol moest het in 2019 jammer genoeg voor bekeken houden. Het buurtwerk op rechteroever kreeg daardoor natuurlijk een harde klap.
 
Deze goede doelen waren of zijn trouwens niet het enige waar Patrick zich voor inzet. 
Zo was hij medeoprichter van buurtcomité ‘Heilig Hart’, is hij lid van Vivias (sociale huisvesting), is hij drie jaar vrijwillig medewerker geweest van SC Eendracht Aalst, is hij al verschillende jaren supporter van Crelan Okapi Aalstar en meewerkend lid van de supportersclub The Crazy Onions. 
Hij zorgde ervoor dat er speeltuigen en basketbalborden kwamen in Park De Blieck.

2017 was trouwens hét jaar van Patrick. Zo werd op de fotowedstrijd van DAK (Documentatiecentrum Aalst Karnaval) zijn foto als winnaar uitverkozen. De jury vond dat zijn foto - getiteld 'rare spuiters' de mooiste was, en dus werd Patricks vijfde deelname meteen de meest succesvolle. Hij drukte tijdens de voil jeannettenstoet op het juiste ogenblik op het knopje, en de rest is geschiedenis. 


Nog voor de geschiedenisboekjes is het feit dat hij - samen met die andere gekende, Carnavalaalstkoentje - hét onderwerp was van AKV 'Wazakkemedoeng'. Zij hadden in 2017 als onderwerp gekozen voor de twee sympathieke fotografen : 'de 2 fotografen van ons Oilsjterse stee, Patrick en Koentje, nemen ons in hun avontuur mee.   De wagen bestond uit een gigantisch groot fototoestel, gevolgd door de twee fotografen ... een prachtig eerbetoon aan de tijd die beide heren steeds in Aalst en zijn carnaval steken.


In 2018 moest Aalst Patrick tijdens de carnavalsperiode missen. De moeder van Patrick overleed, na een slepende ziekte, de week voor carnaval, waardoor het logisch is dat zijn 'kop er niet naar stond', en hij het verlies in alle stilte wou verwerken. 
Zijn kop verscheen wel letterlijk opnieuw in de stoet, op de wagen van .. Wazakkemendoeng.

Mei 2018 betekende dan weer een periode van nieuwe uitdagingen. Politieke uitdagingen dit keer want in de aanloop naar de verkiezingen kwam het nieuws dat ook sp.a kon beschikken over ‘een wit konijn’, inderdaad Patrick zou ook een plaatsje op de lijst invullen. 
Hij maakte zijn kandidatuur op 2/5/2018 bekend op Facebook. "Misschien hebben jullie de laatste tijd gemerkt, dat ik veel post van sp.a? Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen werd al eens gevraagd of ik op de lijst wou staan, maar toen waren ze de tweede vragende partij. Omdat ik me niet zo goed meer voelde bij PVDA en door een meningsverschil, heb ik een tijdje geleden besloten om bij sp.a te gaan", zegt Patrick. "Ik had maanden geleden opgevangen dat ze mijn naam al hadden laten vallen om op hun lijst te staan. Ik heb geen moment getwijfeld toen ze het mij vroegen”.

13/03/2020, een zwarte dag voor de horeca. Omwille van de coronacrisis die het land (en de wereld) beheerst, dreigen de cafés en restaurants te moeten sluiten. 
Toen Patrick dit vernam, liet zijn goed hart hem niet in de steek, en organiseerde hij een privékroegentocht om zijn vrienden-uitbaters een hart onder de riem te steken. 

Via social media kregen deze mensen immers veel steun, maar dat voelen ze natuurlijk niet echt. Daarom trok onze bekende Aalstenaar de stad in. 
Hij ging er eten in Eethuis Malvina. Vandaar ging het verder nog naar café Vredeplein, Bowling the New Cat, de Club, café Tiki, Brasserie Markt 12, café Canterbury, Het Volkshuis en de Kleine Beurs. 
Veel deed het allemaal niet uit natuurlijk, de horeca moest dicht, maar de steun werd in alle dank aanvaard.

En we weten ondertussen allemaal al dat we - samen met hem - allemaal de carnavalstoet aan onze neus zien voorbijgaan ... allez, niet letterlijk (want dan zou het okay zijn) ... 
 

Bronnen

Archief.netwerkaalst.be
Facebookpagina Patrick De Boeck
HLN 03/05/2018
Goeiedag.be
Radiogoeiedag.be
Carnavalaalstkoentje.blogspot.com
Lokale berichtgeving
Filmpje Cali : Carnavalaalstkoentje via Youtube   https://www.youtube.com/watch?v=E_4dWKlJ3hQ
Foto Wazakkemendoeng : eigen foto

woensdag 12 juni 2019

Den eirtenkasser

Eén van de meest gekende Eirtenkassers was Camiel De Kerpel (Erpe 1904 - Aalst 1971).

Hij was altijd op post tijdens de thuismatchen van "Den Eendracht" en na afloop van de wedstrijden ging hij thuis ook nog langs bij zijn vaste klanten.

Hij verkocht niet alleen gekaste erwten maar ook nog droge saucissen.
Op zijn fiets stond vooraan een grote rieten mand met een groot zwart bord met zijn naam en adres op.
Volgens dit bord verkocht hij dus "erwten en saucissen".
Hij woonde destijds op de Schietbaan nr. 83.

Ook de 'Ottoeys'waren gekende ‘Eirtenkassers’, evenals 'Lucienneken'en 'Dominique' (van mekontjen)

De laatste echte erwtenman is overleden in 2006. 
Dat was 'De Freddy', zoon van bovengenoemde Dominique. 
Ze woonden toen in een klein huisje boven aan de Zavelstraat te Erembodegem, nu Pereboomstraat. 

Toen Freddy de ronde overnam van Dominque ging de kwaliteit van de gekaste erwten jammer genoeg wel wat achteruit

Hij was tot begin jaren 90 actief als erwtenkasser. Door problemen met de RVA, die op dagen dat hij erwten wou verkopen zijn stempelgeld wou inhouden, is hij er noodgedwongen mee gestopt.  Het was een bijverdienste die amper iets opbracht, maar hij wou de traditie voortzetten die hij erfde van zijn vader en diens vader. Het recept voor de erwten hield hij angstvallig verborgen. Het moest een Aalsterse traditie blijven, en hij wou dan ook zijn geheimen niet prijs geven.

Freddy was vooral actief tijdens carnaval, voetbal- en kaatswedstrijden, het criterium en nog tal van andere grote evenementen.

Artikel over de Eirtenkasser Ottoey :


Over de oude generatie 'Ottoey' is trouwens een schilderijtje gemaakt. Het is een werkje uit olieverf, gemaakt in 1969 door Emiel s.j. Van der linden. Het werk heeft volgende afmetingen 16.5 x 11.6 cm en heeft als titel "Bert met ‘gekaste’ erwtjes en paardesaucis".
Het schilderij stelt voor : Ottoy uit de Doolhofstraat (periode 1895), die leurde met een karretje fruit, maar eigenlijk meer gekend was als verkoper van gekaste erwten, boestring en paardenkallekes. Hij verkocht ze op de kaatsspelen op de Houtmarkt en de voetbalmatchen. Zijn gekaste erwten werden met een decilitermaatje gewoon in de vestzakken van de kopers gegoten.

Freddy Ottoey met zijn gekende mand …

HIER vinden jullie trouwens het recept terug om erwten te 'kassen'

Boma Boma

Boma Boma was een Afrikaanse man die in Aalst rondliep op bijna elke kermis (tot en met de jaren '60).  
Hij had een draagbak rond zijn nek, en hij  verkocht lekkere dikke zwarte bollen met anijssmaak.

Al die jaren was hij trouwens de enige zwarte persoon die we in een gans jaar zagen in Aalst. 
Af en toe bracht hij ook een zwart missiezusterken mee op bezoek in België.

Boma-Boma had vaak een witte kiel aan, een witte koksmuts op en had steeds een warme sjaal.
Of een dikke wollen pull, zelfs midden in de zomer.

Hij was ook wel gekend als "Jefken van 't Logement". 

't Logement was een etablissement in het begin van de Geraardsbergsestraat (ongeveer aan de vroegere Witte Leeu).

Hij was vooral actief op kermissen, braderijen en elke thuismatch van Eendracht Aalst, waar hij met een grote kartonnen "Don Camillovalies" en een dikke overjas zijn zwarte bollen verkocht, in een tipzakje gepresenteerd op een grote inox schaal die hij het meest van de tijd op zijn hoofd meedroeg. 

Zijn reclamespreuk was 'Boma, Boma, goed voor de zweetvoet en de dikke tet'. Met de 'dikke tet' bedoelde hij 'de borst', maar ergens is er in de vertaling wat misgelopen blijkbaar.

Ook 'bolleke, bolleke' en 'pieke pieke pa' en 'bollen ver den hoest, ver de vallink en ver de kaa' waren gekende uitspraken waarmee hij zijn waren aanprees. 

En hij bevestigde, zoals elke goede verkoper, elke keer opnieuw dat het ‘de leste’ waren ...,
... en iedereen weet natuurlijk dat 'de leste altijd de beste zèn' ...

vrijdag 31 mei 2019

Pierre Monsaert - Pie Moustache - Den Appel

Ge zetj van Oilsjt as ge 'Piè Moustache van den Appel' nog gekost etj …


Met zijn eerste vrouw, Jeannine, had hij een dochter, Sonja.

Pierre (eigenlijk 'Petrus') werkte in de vakschool HRITO in de Welvaartstraat. Daar was hij hulpkok, klusjesman en reed hij ook met 'het busken' rond.
Hij hield echter ook café 'Den Appel' open, samen met zijn vrouw Elise.

Voor de deur stond steevast 'zijnen Amerikoon', een pronkstuk waar hij al even fier over was, als over zijn snor. 
Café Den Appel was gelegen op de Gentsesteenweg 60 in Aalst.

In de bijna 150 jaar oude afspanning zouden vroeger nog Jan De Lichte en Baekelandt onder de bezoekers geweest zijn. 

Pierre was heel gekend in de buurt, niet het minste om zijn ietwat 'vreemde' uitzicht met die lange snor, die hij altijd 'tot in de puntjes' verzorgde. Dat hij trouwens heel fier was op zijn snor, liet hij duidelijk blijken, want als hij iemand ontmoette, stelde hij zich vaak voor als 'de champion of the moustache' ...
Hij mocht dan ook rekenen op een grote belangstelling van 'toeristen' die naar zijn snor kwamen kijken. Talrijke weddenschappen en traktaties waren het rechtstreekse gevolg van zijn 'sierraad', en hij diende zelfs een vraag in voor de verzekering van zijn pronkstuk. 
Het ging over een bedrag van 50 000 Frank bij eventuele beschadiging.  Dat bedrag kwam overeen met een Frank per centimeter snor ... die horizontaal uitgerokken tussen de 50 en 55 centimeter mat. 

De weddenschappen gingen vooral over het feit of er al dan niet een ijzerdraadje verborgen zat in de snor ... uiteraard won hij deze allemaal.


In 1976 heeft hij ooit gewed dat hij zijn snor zou afscheren als Lucien Van Impe dat jaar de Tour de France niet zou winnen. Hij werd hiertoe uitgedaagd door Bert Van Hoorick. 
Lucien won ... de snor bleef dus ...

Voor wat betreft de oorsprong van zijn snor, moeten we terug keren naar zijn grootvader. Als kind al had Pierre enorm veel belangstelling voor deze snor en in 1973 is hij dan zelf beginnen sparen voor zijn eigen exemplaar. 

Het zou perfect gekund hebben, maar Pierre wou niet meedoen aan de rage van 'records'. Hij wou een eigen attractie creëren, wat natuurlijk wel enige zorg vergde. 

De verzorging dan ...

Elke dag wassen en kammen uiteraard, en ook de flesjes 'fixatief' met haarspray dienden om het geheel bij mekaar te houden. 
In geval er geen haarspray meer was, was bier trouwens ook goed ... U leest het goed : 'bier'. 

Dagelijks moest hij zeker een half uur uittrekken aan de vormgeving van zijn moustache, en ook zijn vrouw diende bij te springen om alles 'recht' te krijgen. Hij verklaarde zelfs ooit dat indien zijn snor wat naar beneden zou hangen, dat zou wijzen op een familiaal 'akkefietje' waardoor hij geen hulp gekregen had. 
 
Zijn werkplaats als hulpkok baarde hem natuurlijk ook zorgen. Het was immers niet evident om met zo'n 'aanhangsel' in een keuken te staan. Hij moest zijn snor dan ook op een speciale manier samenhouden, zodat deze aan de gevaren en ook aan het zicht onttrokken was. 
Af en toe diende hij ook op, ook al voor prominenten, en het onderwerp van gesprek ging al snel naar 'diene garçon met die grote moustache'. 
Het zou zelfs regelmatig eens gebeurd zijn dat auto's tegen mekaar knalden omdat ze naar hem keken en de baan uit het oog verloren waren. 

'In die tijd' was het de gewoonte dat cafés een eigen sticker hadden. Hierbij enkele exemplaren van 'Den Appel'


Wie zeker zo'n sticker had waren 'de vrienden van den Appel'.

Deze verenigden zich trouwens ook in een apart clubje van visliefhebbers.
Wie op een zaterdagavond in de buurt was, kon merken dat er aan Den Appel iets gebeurde. De aanwezige menigte wees - gelukkig - niet op een ongeval, maar wel op een bijeenkomst waarbij vis, krab en garnalen verdeeld werden.

Inderdaad, Pierre was ook de spilfiguur achter een initiatief om een 20-tal keer per jaar met al wie aan sportvisserij wou doen, het ruime sop te kiezen. 
Vanuit het Nederlandse Breskens vertrok men met de geïnteresseerden, meestal een 15-tal mensen, om te gaan vissen, 's middags was er tijd voor middagmaal en en 's avonds werd de buit dan in en rond het café verdeeld onder de amateur-matrozen.

Maar er werd niet enkel gedronken en gevist. 
Uiteraard was er in 'Den Appel' ook plaats voor 'kaartings', 'belottingen' en ... politiek gepraat. In 1982 stond Pierre op plaats 25 van de SP-ploeg die aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnam. Hij haalde meteeen 488 stemmen achter zijn naam en dat konden er veel meer geweest zijn, want later bleek dat sommige kiezers tevergeefs 'meneer Den Appel' gezocht hadden op de lijsten ...
Pierre was ondertussen ook afgevaardigde van de vakbond in het HRITO en werd bovendien ook verkozen als ondervoorzitter voor de sektor in Aalst.

In 2008 sloot café 'Den Appel' en werd met nieuwe eigenaar heropend in 2012. 

Uit 'Het Nieuws van Aalst' van zaterdag 17 november 2012 :

AALST - Het bekende café Den Appel aan de Gentsesteenweg in Aalst is na 3,5 jaar opnieuw open. De vzw Sporting Club Aalst Lions maakte er haar clublokaal van. De vereniging helpt bij het zoeken van sponsoring voor de jeugd- en damesafdeling van voetbalclub SK Lebeke-Aalst. Uitbater van het café is Patrick Goisse. Hij is trainer van de jeugdafdeling en houdt elke donderdag gratis training voor kansarme kinderen, op de terreinen van het Beukenhof in de Langestraat. ‘Wij helpen hen ook bij hun schooltaken', aldus Patrick, die geboren is in Brussel. ‘Ik ben een echte Belg. Mijn moeder Christina is Aalsterse, zij is de dochter van de eigenaars van de vroegere textielfabriek Stroobants. Mijn vader is afkomstig uit Charleroi.' Alhoewel het café nu een clublokaal is, blijft het toegankelijk voor iedereen. ‘Ik zal dan ook de naam niet wijzigen. Den Appel is te bekend.' 


Wat wel veranderde was de groene kleur van de gevel.
Eind 2014 stond 'den Appel' echter opnieuw te huur.

Sedert 2018 is er opnieuw een nieuwe uitbater. 

Het gaat deze keer om de horecazaak - 'frituur den Appel', waar je onder andere heerlijke kippenproducten (fried chicken) kan verkrijgen, naast een aanbod van snacks, frietjes en burgers.
Zo kan men er naast 'een groot', 'een klein' en 'een middel' ook een 'zeemeerminnetje', 'friet tsunami' of een 'boerenfriet' bestellen. En bestel je 'een hot twister', een 'dubbel dekker' of een 'meatlover' in plaats van een gewone hamburger.

Ook deze nieuwe uitbater had een nieuw kleurtje in petto : de gevel werd nu grijs.
De typische 'appel' bleef wel aanwezig, dit maal in de vorm van een blinkend spiegelexemplaar. 
 


Bronnen

Stickers den Appel : Lieven Van Der Haegen via Facebook
foto's : eigen foto's
Voor Allen 16/7/1976
De Voorpost 22/10/1976
De Gazet van Aalst 1/7/1983
Foto Pierre : De Voorpost 19/3/1976
foto interieur : frituur-den-appel.be/index.html

woensdag 22 mei 2019

De Aalsterse reuzen : 1967 : Vosse Kilo

"Ge zetj van Oilsjt as ge den Oilsjtersen 'super bloedgeiver' nog etj weiten meigoon in de stoet".  

Vosse Kilo werd inderdaad als reus meegedragen in de stoet. Het beeld was opgedragen aan Frans Breckpot.

Maar wie was Frans Breckpot?


Frans werd op 6 maart 1893 geboren in Aalst onder de naam Franciscus Bombeeck, genoemd naar zijn ongehuwde moeder Maria Bombeeck. 
Pas toen Maria in 1894 trouwde met Henricus Breckpot, werd de familienaam van Frans aangepast naar Breckpot. 

Een eerste anekdote komt uit zijn militaire dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog. Frans verkocht toen ooit zijn 'dienstpaard' voor 150 Frank, terwijl hij aan zijn majoor vertelde dat het dier jammerlijk gestorven was. 

Bij zijn terugkomst na W.O. I liet Frans voor de eerste keer bloed aftappen. Dat deed hij daarna 2 tot 3-maal per maand, zonder dat dit zijn gezondheid aantastte. 
Hij bleef dit doen en tijdens de Duitse bezetting ten tijden van W.O. II vestigde hij zelfs een record van 800 tot 900 gram bloed per dag. 

Frans groeide uit tot een echte volksfiguur in Aalst en hij werd echt beroemd als bloedgever.
In totaal gaf hij maar liefst 1 058 keer (ofte 522,5 liter!) bloed en mocht zich de wereldkampioen bloedgeven noemen. 

Daardoor werd hij ook wel eens de "bloedkoe voor dringende gevallen" genoemd.

In de volksmond werd vaak beweerd dat Frans dikwijls dronken was en dat hij de vele liters bier kon omzetten in bloed van eerste kwaliteit. 
Men beweerde dus eigenlijk dat hij bier in bloed kon omzetten, wat in feite nog straffer was dan een ander bekend persoon die water in wijn zou kunnen veranderen …  

Ook ging al snel het verhaal rond dat iedereen die in het Hospitaal bloed kreeg van hem zat werd maar uiteraard was dit maar een fabeltje. 
De enige zekere was dat hij wel ‘kampioen bloedgeven’ was, en ... dat hij vaak wel eens een pintje te veel op had. 

Dat laatste kwam natuurlijk door de beloning die hij kreeg voor zijn bloedgeven.

Van brouwerij 'De Gheest' kreeg hij immers vaten bier, een aantal dat overeenkwam met het totaal aantal liter bloed dat hij gegeven had. 

Vosse Kilo was ook een trouwe supporter van voetbalclub Eendracht Aalst en hij zorgde ook voor het rondbrengen van de affiches voor het criterium in de cafés, waar hij natuurlijk ook wel eens ééntje mee dronk. 

Onze beroemde bloedgever was ook actief binnen het carnavalsmilieu. Zo maakte hij deel uit van de groep 'Aalst-attracties', een groep die meeliep in de eerste stoet van 1923.

Een bekend figuur dus in het Aalsterse en dus meteen ook een goede reden om hem uit te gaan beelden.
Een eerste versie van deze reus ging in 1965, met de groep De Lachers, mee in de stoet.

Naar aanleiding van het toenmalige BRT-televisieprogramma 'Op De Man Af', dat in 1966 hulde bracht aan Frans, besloten De Lachers hierop een nieuwe en grotere reus van Vosse Kilo te maken.

De nieuwe reus, nu ook in het bezit van een grote bierton, werd voor het eerst voorgesteld in datzelfde televisieprogramma en werd officieel in het bevolkingsregister van Aalst ingeschreven tijdens het Driekoningenfeest op 7 januari 1967. Zo werd de reus dan ook meteen officieel een stadsreus


De kop werd ontworpen en geboetseerd door beeldhouwer Jef Van den Steen en het lichaam werd dus gemaakt door de carnavalsgroep De Lachers. 

Tijdens de stoeten van 1967 en 1968 werd hij gevolgd door de échte Vosse Kilo, Frans Breckpot, gezeten in een open wagen.

In 1967 behaalde de groep de 1ste prijs bij de Aalsterse wagengroepen. In 1968 deden ze mee buiten competitie.
Het laatste optreden van reus Vosse Kilo was een reuzenstoet in 1968 waarin heel wat Belgische reuzen meeliepen. 
Na deze stoet boden De Lachers hun reus aan bij de stad voor de prijs van 35 000 frank (ongeveer 867 euro). De stad had echter geen interesse in de reus, waardoor deze meteen ook uit de stoet verdween. 

Het werd dus een kortstondige maar memorabele 'reuzencarrière' voor de man.

De reus werd gebouwd op een gewone personenwagen en woog maar liefst 350 kilogram. 
De pop was uitschuifbaar en kon variëren van 4,5 tot 6,5 meter in de hoogte, afhankelijk van de omstandigheden. 
Het hoofd was 90 centimeter hoog en zijn overjas bestond uit maar liefst 25 meter stof.
De sjaal, in schots geruite stof, was 6 meter lang en de wandelstok 4 meter.

De reus ging doorheen de jaren jammer genoeg kapot en enkel de kop kon worden bewaard. Deze bevindt zich momenteel nog steeds in het Stedelijk Museum van Aalst.


Frans was een vaartkapoen (iemand die de schepen hielp lossen). 
Hij had dus wel een inkomen wanneer er schepen toekwamen, maar in de slechtere periodes had hij vaak geen geld. Gelukkig was hij erg geliefd in de stad, waardoor hij dan gratis voedsel en kledij kreeg. 
Frans, die 115 kilo woog, droeg steeds een alpinomuts, een lange sjaal en pantoffels. Hij zag er misschien wel een gemoedelijk man uit, maar toch had hij wel eens een aanvaring met de Zusters in het ziekenhuis.

Tijdens zijn laatste levensjaren was Frans trouwens een beetje de schrik geworden van vele kinderen. Zwaaiend met zijn wandelstok, slingerde hij hen vaak verwijten naar het hoofd. Dagelijks wandelde hij van rusthuis Sint-Lieven in de Dr. De Moorstraat, waar hij verbleef, naar de winkel van De Lil in de Nieuwstraat. Daar zette hij zich voor de winkel, om de voorbijgangers te bekijken.

De man werd verschillende keren gehuldigd door de stad voor het redden van ontelbare levens.

- In 1934 kreeg hij het ereteken van 2e klas van het Rode Kruis, omdat hij reeds 70 maal bloed had laten afnemen. 

- In 1936 ontving Frans opnieuw een medaille van het Rode Kruis, deze keer omdat hij al meer dan 150 keer bloed gegeven had
Dat feit werd op 25 oktober van datzelfde jaar ook nog gevierd door de Bond der Vuurkruisers en de inwoners van de Geraardsbergsestraat en Sint-Jobstraat. Het feest ging door in het lokaal Leon Bombeeck in de Geraardsbergsestraat. 

- In 1945 werd opnieuw hulde gebracht aan Frans, omdat hij reeds 600 maal bloed gegeven had in een tijdsspanne van 23 jaar. 

- In juli 1955 werd aan de Watertoren een heuse optocht georganiseerd. Het Aalsters stadsbestuur, het Ministerie van Volksgezondheid en het Rode Kruis stonden in voor de organisatie van de huldiging. 
Breckpot werd er ontvangen bij burgemeester De Bunne, en kreeg er het plaket van de stad overhandigd. 

Een hele resem huldigingen dus … Hij zou in totaal meer dan 15 keer gehuldigd worden voor zijn prestaties als bloedgever en oud-strijder. 

Op 1 oktober 1956 werd hij nogmaals ontvangen op het Aalsterse stadhuis. In de Gazet van Aalst riep men daarop op om de man niet steeds éénmalig te huldigen, maar om hem te benoemen tot ereburger van Aalst. Zover kwam het uiteindelijk niet.

In 1964 besliste Frans dat het genoeg was en dat het hoog tijd was om te te stoppen met bloed geven. Hij werd geen ereburger van de stad Aalst maar werd wel benoemd tot 'ereburger van het Bloedtransfusiecentrum Louis Steens' in Brussel.

Er werd voor Frans een lied gemaakt op de muziek van 'Venez Saint Nicholas', van de hand van Theo Van Gijseghem en Jan Beeckman. 

Ter'n es gien Oilsjteneer die Kilo ni 'n kaan.
A es zu populair as onze zwerte man.
Van Moilebeik tot Sint Job kenne ze zenne kop.
Kilo de Vos es door, ge zieget on zen oor.

refrein:
En hee van toid tot toid insj bloed vandoen,
ge moetj doveir gien moeitje doen,
vroaget on Frans onze kampioen, kampioen.

Ne gielen dag arrond is Kilo op de boon.
Va weirken werd'n te moei, heiget noeit ni gedoon.
Mo ne goeie pot bier, drinkten hei me plezier.
Op tien kommet ni oon, Kilo lotj ze ni stoon.

Me karnaval dreig Frans de reizen in de stoet.
We moeten 't ierlijk zeggen, Kilo dei da goed.
A danst'nder me alhier, a spronk er me langstoor.
'"t Es Kilo"; riep ied'rien, "ge zieget on zen oor".

De Vos heit bloet gegeiven na al joore lank.
En vè dad eidel weirk verdintjen onzen dank.
Het was hem al geloijk,
ver eirem of ver roik.
In da mensjelievend sport heit'n 't wereldrecord.

Merci, merci Kilo de Vos,
Giel Oilsjt bedankt Kilo de Vos, onze Vos.

... en ook in de 'wereldberoemde' hit 'Weir zen jonges van de Veirkemert' wordt er een strofe geweid aan hem : 

In 't bloed geiven is Vosse Kilo kampioen 
E aagt er na mè op want hès na toch in zèn pesjoeng 
En omdat 'n in zèn leven zuveil mensjen hei geredtj 
Heit den teivei zèn liters bloed in bier na omgezetj

Ook werd een sigarenbandje uitgebracht met een afbeelding van Frans in de stoet.

Het was echter nog niet definitief gedaan met het uitbeelden van Frans. 

In 2006 stond Vosse Kilo op de wagen van Steirk. Zij beeldden toen het thema '1000 jaar Aalst' uit.

In 2008 beeldde de Brosselkeire een Aalsters zandsculpturenfestival uit. Eén van de zandsculpturen was de zwarte man en op zijn sokkel plaatse de Brosselkeire de namen van enkele overleden Aalstenaars, waaronder ook 'Vosse Kilo'.

In 2015 werd hij door 'De Moikes' geëerd en mocht hij samen in het gezelschap van Dolfken den trommeleer, Poesjkapelle en Zwet Lowieken verschijnen op de befaamde aftelkalender. 
Er werden bij die gelegenheid ook 'linjekes' uitgebracht met deze vier 'figuren'.


In de stoet van 2019 werd hij trouwens nog eens ten tonele gedragen, en was hij te zien bij de groep 'Lekken en Plekken'.


Ook 'Beschomt' had toen een eigen versie van de bloedgever in petto. 



Over de andere reuzen die Aalst rijk is/was, is HIER meer te vinden
Over Poesjkapelle is HIER meer te vinden
Over Zwet Lowieken is HIER meer te vinden
Over Dolfken den trommeleir is HIER meer te vinden


Bronnen

Catawiki 
archief 'De Lachers' 
De Gazette van Aalst, 08/11/1958 - 4/03/1965 – 5/01/1967 – 2/02/1967 - 08/11/1958 (foto)
MadeInDenderland 
HLN 
De Moikes
Foto's : MadeInAalst en eigen foto

donderdag 16 mei 2019

Domien Camiel De Rop - Pee Klak

Domien Camiel De Rop (Moorsel (Aalst, 7 april 1860 - Aalst, 30 april 1929) kreeg de bijnaam "Pee Klak" vanwege zijn onafscheidelijke pet die altijd schuin op zijn hoofd stond. Hij was een mager persoon, bezat niet veel geld en kreeg daardoor kledij geschonken van andere mensen. Hij had ook een vinnig kijkend rechteroog en een bijna dichtgeknepen linkeroog. De stevige snor op zijn gelaat leek de richting van zijn scheve pet te volgen. Rond zijn hals droeg Pee meestal een stevige sjaal.


Domien Camiel De Rop werd geboren in de Moorselse wijk 'Steven'. Tot aan de dood van zijn moeder in 1914 zou Pee Klak er blijven wonen. 
Het gezin leefde er in een klein lemen huisje, dat door een gracht van de straat werd gescheiden. Voor de deur lag een bruggetje, en dat werd door de vaak dronken Pee af en toe wel eens  vergeten. 

De vader van Pee, Soo De Rop, overleed snel en liet een groot gezin na. In het boek Pee Klak van Ben Putteman is te lezen dat Pee Klak tot aan zijn eerste communie naar de gemeenteschool ging. Pee bleek heel regelmatig aanwezig te zijn op de lering, deze bereidde de kinderen in die jaren voor op hun enige communie op de leeftijd van 11 jaar.

Na zijn schooltijd ging Pee aan de slag als leurder. Op die manier probeerde hij als jonge knaap in zijn onderhoud te voorzien. 
Zijn kleine hondenkar werd getrokken door een paar magere en onverzorgde honden. 
Pee Klak dreef handel in worsten, haring, zalven en ook geneeskrachtige kruiden. De fabrikanten van die zalven waren Pee en zijn moeder. 

Pee ziet zich op bepaalde ogenblikken zelfs als genezer, en dit werd meer dan eens aanleiding tot het oplichten en foppen van goedgelovige mensen. 

In het boek is te lezen dat Pee vooral in het Brusselse en in Opwijk zijn geld verdiende. Hij was een echte volksmens en beschikte over een heel gevarieerde woordenschat. Het blijkt echter dat heel wat Moorselaars het toch liever niet willen hebben over de eigenaardige "klap" van hun dorpsgenoot.

Na de dood van moeder verhuisde Pee naar de Kattestraat. Deze straat ligt in de nabijheid van het waterkasteel (Moorsel). Hij leefde er in een kleine woning en had zijn leurhandel nagenoeg opgegeven. Het spreekt vanzelf dat hij hierdoor nog meer in de penarie geraakte en zijn buren hem meer dan ooit moesten helpen, anders zou hij zeker van honger en ontbering gestorven zijn.

Op een bepaald moment veroorzaakte het dan ook heel wat sensatie in Moorsel als Pee meetrok naar Frankrijk om er de zware seizoensarbeid te gaan doen.

Op 8 juli 1921 huwde Pee Klak met Clementina Colpaert. Zij was afkomstig van Outer bij Ninove en bovendien een ongehuwde moeder van een jongetje. Zij woonde eigenlijk in Namen. Hoe Pee Klak haar aan de haak geslagen heeft, is in Moorsel altijd al een groot raadsel gebleven. Via ’t internet zal het in die tijd zeker al niet geweest zijn, dat is zeker ... 

Er zijn inwoners van Moorsel die zelfs beweren dat Pee Klak een huwelijksaankondiging in de krant zou hebben geplaatst, want dat bestond wel al. 

Wel is zeker dat Clementina en haar zoon Franske niet echt veel geluk en liefde gevonden hebben bij Pee Klak. De mensen zagen de drie heel weinig samen. Later bleek dat Franske en zijn moeder al vrij snel uit Moorsel verdwenen waren, en teruggekeerd zijn naar Ophin.

Pee Klak woonde ondertussen alleen in zijn arme zielige huisje aan de Kattestraat. In die tijd zocht hij meer dan eens zijn geluk in het bier en raakte hij constant beschonken. Het verwonderde dan ook niemand dat Pee op een morgen dood werd aangetroffen in de omgeving van zijn woning op 30 april 1929.

Pee Klak is niet alleen bekend als volksfiguur maar ook als bier. 

Pee Klakbier is een bier dat gemaakt wordt door Brouwerij Strubbe uit Ichtegem een dorpje in West-Vlaanderen. 

Er zijn twee mogelijke Pee Klakbieren: een donker (amberkleurig) en een licht bier. 
Beide zijn goed drinkbare bieren met een alcoholgehalte van 5,4%.

Ook is er 'natuurlijk' nog steeds een 'Pee Klak'-straat in Moorsel.







woensdag 15 mei 2019

Roland Van Den Bremt - de Oilsjterse moustache

Weinige Aalstenaars zullen Roland Van den Bremt (°1944 – 25/2/2015) niet herkennen.
Roland was gerenommeerd haarkapper in de Koolstraat (nummer 69)

Waar je Roland zag, zag je voornamelijk ook zijn snor.
Zijn gezichtsbegroeiing maakte hem in 2009 zelfs vice-kampioen in het WK voor snorrendragers, categorie ‘Vrije Stijl”.  

Samen met zijn vrienden van de Antwerpse Snorrenclub amuseerde Roland zich enorm tijdens hun bijeenkomsten, wedstrijden of andere toonmomenten. In feite staat zijn hele leven in het teken van haar. Als jongeman kreeg hij de microbe via zijn vader te pakken en opende een populair kapsalon in de Koolstraat in Aalst.


In 2013 vond vlakbij Stuttgart het wereldkampioenschap 'Mooiste snor' plaats. België vaardigde toen vijf deelnemers af, allen leden van de  befaamde 'Antwerpse Snorrenclub'. Onder hen was toen ook Roland. Hij werd eervol tweede.


Het verzamelen van moppen werd Rolands tweede passie. Hij kreeg ze cadeau van zijn klanten in het kapsalon of schreef ze neer op bierviltjes op café.

In 2011 al bundelde hij zijn eerste moppen in een boek ‘Lachen met Maria en Prosper uit Oilsjt’.

Het eerste boek was onmiddellijk een enorm succes, waardoor Roland zich dan ook meteen aan het schrijven zette voor een vervolg. Zijn inspiratie kwam tevoorschijn uit een enorme lade vol papiertjes, beschreven bierkaartjes en memootjes, die hij allemaal begon te sorteren om wat variatie te kunnen brengen in het aanbod.

Een moppenboek is immers niet meteen een roman die je in één keer uitleest, neen, je neemt een voorraad in gedachte om ze nadien verder te kunnen vertellen, en gaat dan pas over naar het volgende deel.

In 2013 was het vervolg klaar. Dat was ‘Moppen van nen getappeseirden toeighanger’

De titel van het boek laat heel weinig te raden over. De meeste aantekeningen komen van aan de toog in het café. Roland was immers vooral een nachtmens. Soms ging hij drie keer per week op stap. En altijd moest hij als laatste de deur dichtdoen. Anders hadden ‘ze’ de kans om nog iets achter zijn rug te zeggen.

In het tweede boek staan vele anekdotes van uit de tijd dat hij nog de schaar en kam hanteerde in zijn kapsalon. Als kapper moet je namelijk goed kunnen luisteren, maar uiteraard ook veel kunnen vertellen. En je kunt toch niet altijd over het weer of over ‘den Iendracht’ of 'den Okapi' blijven babbelen, …

Zijn vaste openingszin werd dus : ‘Kent ge de laatste nieuwe al’.

In 2014 werkte hij aan zijn ondertussen reeds vijfde moppenboek, met opnieuw een hoofdrol voor Maria en Prosper.

In april 2014 werd hij trouwens ook verkozen tot ‘bewoner van de maand April, het buurtproject van ‘oever ‘t wooter’.  Zijn snor sierde dus met glans de affiches die de verkozen bewoners gedurende 1 maand in de bloemetjes zet.


Samen met zijn vrouw Viviane bezocht hij regelmatig het rustige café 'De Scheepvaart', altijd op jacht naar die ongekende mop, die hij nog zou kunnen gebruiken.


Zo mocht hij ook enkele keren aantreden in het moppenprogramma 'HT&D' (met Walter Capiau), waar hij zijn beste kant kon tonen aan de hele Vlaamse bevolking.

Roland woonde op de Oscar Debunnestraat 80 B7

Op 25/2/2015 kwam het droevige nieuws dat Roland overleden was na een smartelijk verkeersongeval. Hij kwam juist buiten van een bezoekje aan zijn vriend Luc De Mot. Het ongelukk gebeurde op de Brusselbaan ter hoogte van zijn café 'Het Antikje' …

Uit ‘Het Nieuwsblad van 25/02/2015 : Zeventiger sterft na aanrijding door andere zeventiger : 

Aalst - Bij een ongeval op de Brusselbaan in Aalst is woensdagmiddag een voetganger van 70 jaar uit Aalst om het leven gekomen.
De man werd aangereden door een personenwagen, waarna hij aan zijn verwondingen overleed. Het rijbewijs van de bestuurder van de wagen, een man van 72 uit Aalst, werd ingetrokken.


Bronnen

Interview 'Het Nieuwsblad' 3/5/2011
Interview 'De Standaard' 12/6/2009