Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

vrijdag 9 september 2022

Ambachten : ploters, leerlooiers, wit- en zwartledertauwers, dobberers, huidenvetters, kordewaniers, grauw-/wild-/lamwerkers

Het is algemeen geweten, dierenhuiden vormen al sedert het begin van de mensheid een heel belangrijke grondstof. Reeds in de prehistorie werden warme bontmantels gemaakt van de harige diersoorten, maar ook de huiden van de minder behaarde dieren waren zeker niet minder belangrijk.
Uit huiden van runderen of paarden bijvoorbeeld, werden grote lappen gesneden die dienden om er tenten van te maken, en met een beetje meer detailwerk kon men er trouwens ook schoeisel, beurzen, riemen of paardentuig van maken. 



... lederen schoenen ... okay, maar een lederen voetbal ... daar had men nog niet van gehoord ...


Huiden van herten, schapen en geiten waren gekend om hun soepelheid en daar maakte men dan vooral handschoenen, handtassen en lichtere pantoffels van. 
En als het schapenvel - met de wol er nog aan - binnenstebuiten gedragen werd, verkreeg men een 'mouton retourné', dé ideale bescherming tegen winterweer. 

Heel handig allemaal, maar, net zoals alle andere natuurlijke producten, waren deze huiden natuurlijk ook onderhevig aan bederf. 
Om de stevigheid en elasticiteit te kunnen garanderen, moet men ze dus gaan behandelen en waterdicht maken. 

Sommige archeologische vondsten wijzen op het feit dat huiden werden geschraapt of gesneden, of dat men ze reinigde met plantaardige producten en een flinke laag vet er bovenop. 


De houdbaarheid van deze vette huiden was natuurlijk nog steeds beperkt, maar men kon dan toch een tijdje 'droog' door het leven.

Er kwam schot in de zaak bij de komst van de Romeinen in onze streken, want zij brachten de kunst van het behandelen van dierenvellen met tannine mee. 
Deze tannine werden gewonnen uit de schors van eiken en maken een chemische verbinding waardoor de stoffen zich fixeren aan de eiwitten van de huid en op die manier weerstand gaan bieden aan bacteriën en andere stoffen die de huiden zouden vernietigen. 
De naam 'tannine' komt trouwens van het Latijnse 'tannare', wat staat voor 'looien'.

We kennen 'tannine' trouwens ook omdat deze van invloed zijn op de smaak, kleur en structuur van onder andere wijn en thee. Ook daar bindt het product zich aan eiwitten met als gevolg dat deze gefixeerd worden. Een slok sterke thee of tanninerijke wijn of een hapje galappel bijvoorbeeld, doet de mond stroever worden; het doet de mond samentrekken. 
De eiwitten van het wangslijmvlies in de mondholte worden namelijk licht gefixeerd. 

In 'De Koornbloem' van 5 juni 1927 staat trouwens ook vermeld dat tannine tevens een heel nuttig bestanddeel van de hop (en dus van het bier) is, net ook omwille van de eiwitbinding :
"Het tannine oefent geen invloed op den smaak, maar verzekert de houdbaarheid van het bier doordat de eiwitstoffen bij het koken neerslaan. Tannine werkt ook bederfwerend en werkt het klaren in de hand, doordat de vischlijm van het klaarsel gecoagieleerd wordt. Bier zonder tannine zou niet te klaren zijn". 
Het looien van leer berust dus eigenlijk op hetzelfde principe.

De Romeinen verdwenen, en met hen ook deze techniek die echter terug naar boven kwam in de jaren 900, de Vroege Middeleeuwen.
In vele Middeleeuwse steden, zoals ook in Aalst, werden verwerkende bedrijven opgericht die de buitenkant van dieren omtoverden tot allerlei gebruiksvoorwerpen. 

En zo komen we dan ook terecht bij onze ‘tauwers’ (of ‘touwers’). 

Het woord vindt haar oorsprong in het Engelse ‘tawing’, wat een term is voor het behandelen van huiden zonder tanninen. Het verwerken van de huiden gebeurde met allerlei andere plantaardige of minerale producten, en werden nadien grondig ingevet. 

In Vlaamse middeleeuwse teksten komt het ‘tauwen’ voor als onderdeel van de beschrijving van beroepsgroepen als de witledertouwers of de zwartledertouwers. 
Het ‘tauwen’ verwijst dus naar de oude vorm van bewerken waabij nog niet met de tanninen uit eikenschors, run, werd gewerkt. 

In latere teksten over zwartledertouwers, is echter duidelijk dat het daar dan wel ineens gaat over het omvormen van runder- en paardenvellen tot leer door het gebruik van eikenschors. 

Zij ‘tauwden’ dus eigenlijk niet, maar deden wel aan het Engelse ‘tanning’, wat in het Vlaams als ‘looien’ moet worden vertaald. Door de tanninen kregen de huiden daarbij een donkere kleur, ‘a tan’ in het Engels.

De bewerkers van het witte leer (van schapen, geiten, herten, reeën, honden of ander ‘haarloos’ wild) bleven in de ontwikkeling van hun ambacht varianten van het tauwen aanhouden, want 'tanning' of 'looien' zou de witte huiden enkel maar donker en stug maken, wat geen concurrentievoordeel zou opleveren ten opzichte van de runderhuiden. 

Deze opdeling in zwart en wit leer is trouwens niet het enige onderscheid binnen het vellenverwerkende ambachten.  Neen, ook de vele stappen in het bedrijf kregen in de loop der tijd aparte beroepsnamen. 

Zo waren er ploters leerlooiers, wit- en zwartledertouwers, dobberers huidenvetters, kordewaniers, en daarnaast ook nog de daarvan afhankelijke lieden zoals schoenmakers, handschoenmakers, beurzenmakers, riemmakers en nog meer makers van allerlei eindproducten. 

Ik bespreek er enkele kort ...
- Het ruwere werk was voor de ploters die de runder- en paardenhuiden ontblootten (‘ontploten’) en ontdeden van bloed, oppervlakkige huid, vet, en ander spul dat het behandelen en voortbestaan van de huiden zou kunnen belemmeren. 

- Het verwerken van de runder- en paardenvellen was dan de taak van de leerlooiers

- Een witledertauwer was een looier van witleder, waarvoor schapen en geiten de belangrijkste leveranciers waren, en waar bijvoorbeeld ook zeemvellen van werden gemaakt. 
Deze ambachtslieden werden ook wel eens 'lijnen cleyders', 'weschers' of 'bleickers' genoemd.
 
- Een zwartledertauwer was dan logischerwijs een looier van zwartleder, dat vooral in de schoenmakerij werd gebruikt. 
Zij werden ook wel ‘Swartledertauweren’ of zwartenlederdauwers (met –dauwer in plaats van –touwer) genoemd. 

- De dobberers en de huidenvetters waren de lieden die het gelooide leer insmeerden voor verder gebruik. Terwijl de huidevetters zich bezig hielden met de runderhuiden, werkten de dobberers aan de voorbereiding van de geiten- en schapenhuiden. 
Eén vertegenwoordiger van de dobberers, één van de huidevetters en drie van de kordewaniers stonden samen met een deken trouwens in voor het goedkeuren van de waren alvorens ze op de markt mochten verschijnen. 
    
- Kordewaniers / cordewaniers komt van het middelnederlandse corduanier, wat eigenlijk een afleiding is van ‘cordouanier’, ‘celui qui fabrique des chaussures’. Deze term verwijst op zijn beurt naar het Spaanse Cordoba, waar in Moorse tijden het bewerken van het witte leer tot een verfijnde activiteit was ontwikkeld. 
Een kordewanier is eigenlijk een schoenmaker die werkt met bokken- of geitenleer. Zo wordt ook gesproken over de ‘coeyinscoemakere, die met runderleer werkt’.
Naast de kordewaniers (die schoenen maakten uit nieuw leder), waren er ook nog de oude schoenmakers (die schoenen maakten uit oud leder) en de lappers (die schoenen herstelden).

- Grauwwerkers, wildwerkers en fourreurs of lamwerkers stonden daarnaast en hielden zich bezig met het verwerken van gejaagde pels of het bereiden van de huiden van jonge schapen, waarvan het buikvel in de vorm van perkament een kostbaar product was. 

De grauwwerkers bewerkten specifiek eekhoornpelzen (vair) van matige tot zeer hoge kwaliteit die werden aangevoerd vanuit Oost-Europa en de Russische gebieden. De grijsblauwe/grauwe kleur van die pelsen gaf dan ook meteen de naam aan het ambacht.
De wildwerkers bewerkten logischerwijze de huiden van wild
De lamwerkers hielden het dan bij de lamsvellen …

Het woord ‘fourreur’ komt trouwens van het franse fourreur; marchand de fourrure, wat hetzelfde is als een bontwerker of bonthandelaar.

 

Maar hoe ging dat nu allemaal in zijn werk

Het proces om van een bloederige runderhuid een stevig paar schoenen, een zadel, een messchede of een paar knielappen te maken, vergde in de middeleeuwen tijd, moeite en vooral ook kennis van zaken, en brengt ons, onder andere, naar de zwartlederbewerkers

Het begon uiteraard allemaal bij de slachter die, na het dier te hebben gedood, de huid van het kadaver stroopte.
Dat gebeurde via een grote overlangse snede door het buikvel heen, en ging vervolgens naar de hals en de poten toe. Ook het vel van de kop bleef behouden en werd via een snede vanuit de mondhoeken van het dier opengewerkt. 
De aangesneden stukken waren de dunste delen van het vel en die werden na het looien weggesneden van het rugvel. 
Dat rugvel zou het dikste en meest kwaliteitsvolle leer leveren, en mocht dus zeker niet worden beschadigd tijdens het productieproces. Er moest dus met de grootste omzichtigheid worden omgesprongen. 


Het leer van poten, kop en buik ging natuurlijk ook niet verloren. Dat werd gebruikt voor producten die minder kwaliteit vereisten.

De slachter liet een deel van de voorhoofdschedel met de hoorns aan het vel vastzitten en verhandelde dit zo aan de leerlooier. Deze kon dan zien hoe oud het geslachte dier geworden was. 
De hoorns vertonen aan de basis immers richels die een soort jaarringen vormen, een beetje vergelijkbaar met de ringen in de stam van een boom. Een oud dier kon dus gemakkelijk van een jong beest onderscheiden worden, en dat vertelde natuurlijk ook al veel over de kwaliteit van de huid, en uiteindelijk ook van het leer. 

De vellen dienden niet onmiddellijk verwerkt worden. Soms kon de looierij de aanvoer van nieuwe materialen eventjes niet aan en moest er eventjes gewacht worden om verder te kunnen werken. De huiden die reeds ‘in productie’ waren, hadden immers hun tijd nodig om echt leer te worden, en dat duurde soms meer dan een jaar.
Men kon ze gemakkelijk bewaren door ze in te strijken met zout.   

Nadat er groen licht kon gegeven worden voor de productie, was de eerste stap het verwijderen van de hoorns en de schedelfragmenten die nog vastzaten aan de huiden. 
Als dat gebeurd was, kon men beginnen aan het wassen van de huiden, waarna die ondergedompeld werden in een kuip vol in water opgeloste ongebluste kalk. 


Dit agressieve goedje tastte de buiten- en binnenlaag van het vel aan en liet tegelijk toe vlees-, haar- en andere resten makkelijk van het vel te schrapen. 
Dat wegschrapen gebeurde met lange, gebogen schraapijzers waarmee men de huiden kon bewerken nadat die over een bolle balk waren gehangen 

Het weghalen van een deel van de huid zorgde trouwens niet voor problemen want het looien richtte zich enkel en alleen op de stevige structuur binnenin het vel, en niet op het zachte weefsel van de binnen- en buitenkant. 
Voor dit ‘wassen en kalken’ bestond er een ook een minder agressief alternatief: de runderhuiden onderdompelen in een bad van hondenpoep en vogelkak (!). 

Na de voorbereiding van de vellen startte het eigenlijke looiproces. De vellen werden onder water gezet in een kuip gevuld met eikenschors. 


Men maakte daarna een soort van lasagne waarbij het ene rundervel werd gescheiden van het volgende door een laag schors. Uit die schors kwamen dan de looistoffen vrij, de zogenaamde tannine.
Die zorgden ervoor dat het rundervel bestand werd tegen bacteriële afbraak en na afloop makkelijk weer en wind kon doorstaan. 
Tijdens het looien kon het nodig zijn om de vellen van bad te wisselen. De tannine raakte na verloop van tijd immers uitgewerkt en dan dreigde verrotting. 

Na minimaal negen maanden, en vaak pas na meer dan een jaar, werden de vellen uit de kuipen gehaald en gedroogd. 


Na het looien was het leer stug en strak en daarom moeilijk verder te bewerken. De oplossing was het te ‘vetten’, waardoor het materiaal weer soepel werd en makkelijker kon worden behandeld. Hiervoor werden enkel plantaardige of dierlijke producten gebruikt. 

Na de zwartledertauwers gaan we natuurlijk ook even langs bij de witledertauwers, want deze bewerkers volgden een andere werkwijze.

De huiden van schapen, geiten en andere dieren zonder een al te dik vel, werden ingezameld, maar dat gebeurde niet via het vleeshuis (slachthuis), zoals voor de runderhuiden, omdat kleinvee vaak nog thuis werd geslacht. 


Er werd dus een stapje overgeslagen en het ging rechtstreeks naar looierij waar de vellen ontdaan werden van de hoorns (indien nog aanwezig). 
Zowel het haar als de binnen- en buitenkant van het vel werden – na een verblijf in een kalkbad - vervolgens weggehaald door het te schrapen.. 

De behandeling daarna gebeurde hier niet met eikenschors maar wel met een reeks andere producten, waarvan aluin het belangrijkste was. 
Gezien de afvalproducten van aluin archeologisch niet op te sporen zijn, in tegenstelling tot eikenschors, zijn het dus vooral de hoornpitten die de archeologen wijzen op de activiteiten van de witledertouwers op een bepaalde site.


Het witte leer werd vaak gekleurd en daarvoor dienden de kleurstoffen verwarmd worden. Dit gebeurde in oventjes.
In oorsprong werd dit witleer vaak gebruikt voor het vervaardigen van zemen. 
Het waren voornamelijk de huiden van gemzen die hiervoor dienden.  
Tegenwoordig worden deze zemen echter steeds vaker van synthetische stoffen gemaakt. 
 
Het is aannemelijk dat de zwart- en witledertouwers zich oorspronkelijk op hetzelfde terrein bevonden.
Toen de eerste groep echter overging op het gebruik van eikenschors was dat echter niet langer mogelijk. De witte vellen mochten immers in geen geval met dit sterk kleurende goedje, dat overal rondslingerde, in aanraking komen. Anders was het witte leer niet langer wit.

Leerlooien is een stilletjes aan wegkwijnend beroep aan het worden in België. 

Landen die tegenwoordig wel nog bekend zijn om hun lederlooierijen zijn onder andere: Italië, Spanje, Engeland, Frankrijk, Turkije, Marokko, India en Pakistan. 

China is een grote opkomende producent, hoewel daar (net als in India en Pakistan) wel wordt gewerkt onder zeer bedenkelijke condities, waar het milieu en de arbeidskrachten zeer onder lijden. 
In Europa worden de looierijen zeer streng gecontroleerd op, onder andere, milieueisen, wat wel een duurder product tot gevolg heeft.

In Aalst kenden we vooral de leerlooierij van de familie Schotte, nog steeds bekend van het ‘Kasteel van Regelsbrugge’. 
Meer over die looierij, het leerlooien in het algemeen en alles over de familie Schotte kan je HIER meer terugvinden. 
 

Bronnen

MNW (Middelnederlandsch Woordenboek)
Foto's brabantinbeelden.nl/verhalen/van-huid-tot-leer-leerfabriek-regouin
leerambacht.be/op-bezoek-bij-de-looierij/
Foto schoen hobourgonje.jimdofree.com
Tekening voetbal
De Krook - 'Een leerrijk boek' - via oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/ROEV/1099/ROEV1099-001.pdf

woensdag 7 september 2022

Het Kersthuisje - Horebekeveld 6

Jullie kennen het ongetwijfeld wel … ‘t is bijna kerst en je wil niet uit de toon vallen. 
Gauw hang je nog wat lichtkransjes op, al dan niet voorzien van een kerstboom.


Al snel blijk je de smaak te pakken te krijgen, en samen met de lichtkransjes zorg je het jaar daarop voor een verlichte sneeuwman. 
Je raadt het al … het jaar daarop moet het nog grootser, nog beter, nog lichter … 

En dan kom je uit in de wijk Horebekeveld, meer bepaald op huisnummer 6, waar de kerstsfeer je letterlijk om de oren vliegt. 
Jaar na jaar steekt Gunther van den Bemt heel zijn vrije tijd in het inrichten van zijn kersthuis, en de laatste jaren werd daar trouwens ook nog een kersttuin – of wintertuin – aan toegevoegd. 
Vrouwtje Peggy zorgt voor de versieringen en 'kerstbomen' werden haar specialiteit.

Het huis is trouwens niet enkel in Aalst terug te vinden. De beelden van de lichtshow gaan immers vlotjes de wereld rond, of het nu via Youtube is, via Facebook of via Tik-Tok.

Gunther en zijn vrouw Peggy begonnen er mee in 2010 … eerst nog wat kleinschaliger - 'amper' 32000 lampjes in 2012 - maar het evolueerde allemaal heel snel. 

In 2014 brandden er reeds zo ongeveer 46000 lampjes, en dat werden er al snel meer dan 70.000, allen vrolijk dansend op de muziek van ‘Can’t Stop The Feeling’ van Justin Timberlake of op ‘All I want for Christmas’ van Mariah Carey. 

Ook kan je er al onmiddellijk binnen terecht voor een drankje en een babbeltje in het kerstdorp, waar je altijd heel hartelijk verwelkomd wordt door het gezin. 

Gunther en Peggy laten de paashaas voor wat die is, en beginnen al rond mei met de voorbereidingen.
Bestellingen van nog extra lampjes worden geplaatst, er worden plannen gemaakt om het nog mooier te maken dan het vorige jaar, en dan komt hét moment dat de eerste lichtjes verschijnen aan de voorgevel … 

Het is dan … volop zomer … 

Voorgevel Kersthuisje 2012

Zot zijn doet geen zeer’ is een bekende uitspraak en leek ook hier heel toepasselijk op het eerste gezicht, maar Gunther had een wel heel aannemelijke reden om zich met kerst zo te ‘smijten’. 
Hij kende immers een heel moeilijke jeugd. De thuissituatie was niet ideaal en als kind kende hij de ‘huiselijke sfeer’ totaal niet. 
In plaats van het verkeerde pad te kiezen, zoals zo vaak gebeurt, ‘revancheerde’ hij zich op een creatieve manier, waardoor hij zijn kinderen zou kunnen geven wat hij allemaal niet gehad heeft.

Zoals alle mooie sprookjes kende ook dit een ‘simpel’ begin. 
Niets spectaculairs.  

Gunther bekeek op YouTube een filmpje over een huis in de Verenigde Staten dat versierd werd met een enorme berg aan lichtjes en dat met een indrukwekkende combinatie tussen klank en licht zorgde voor een prachtig spektakel. 
Hij bekeek het nog eens, en nog eens, en nog eens … en ook ‘zijn’ kersthuis kwam meteen in zijn planningen terecht. 

De eerste slingers werden aangekocht, er werd uitgekeken naar controllers en allerlei technische middeltjes om het allemaal heel professioneel aan te kunnen pakken. Op de website ‘Planet Christmas’ vond hij daarenboven het idee om aangepaste (kerst-) muziek uit te zenden via een radiofrequentie. 
Zo kan je de muziek beluisteren van in je wagen, want zo’n hele dag kerstliedjes zou voor de buren wel eens een brug  te ver kunnen zijn. 
Het signaal kon enkel worden ontvangen in de straat … dus ook geen kerstmuziek voor wie zich niet in de buurt bevond. 

Een goed elektricien dus?

‘Neen hoor’, vertelde Gunther me eens. ‘Ik kende eigenlijk niks van elektriciteit, en heb het allemaal zelf geleerd’ …


Ongelooflijk bijna als je al die wirwar aan kabels en stekkers ziet, maar er zit dus duidelijk wel 'een systeem' in. 

Het geheel wordt trouwens goed in het oog gehouden door de in de kamer rondwandelende kerstman, die om de zoveel tijd eens aan het raam komt zwaaien. 


2013
kende een heel snelle start toen Gunther reeds in februari al enkele lichtjes aanstak. Niet voor kerstmis, neen, dat zou zelfs voor hem extreem vroeg zijn, maar wel ter gelegenheid van Valentijn.   


‘t Is eens iets anders hé, dan een doosje pralines afgeven aan je geliefde. 

Datzelfde jaar kende wel een slechte kerststart toen half oktober het stormweer een gedeelte van de halloweenlichtshow had vernield. 

Halloweenlichtshow?
 
Ja inderdaad, want gezien het toch lang wachten was om de kerstverlichting te kunnen aansteken, had Gunther er niet beter op gevonden dan ook met Halloween een mini-lichtshow in mekaar te steken. 
Het bord met de radiofrequentie werd uit de grond gerukt en alles moest worden nagekeken om later dat jaar een mooie kersthow te kunnen garanderen ook. 

Die Halloweenlichtshow betekende een geheel van 10000 lichtjes in de vorm van pompoenen, grafzerken en lugubere figuren. De lichtjes werden aan elkaar verbonden door middel van maar liefst 200 meter verlengkabels. 

Tijdens de dag : 'not so spooky'


Tijdens de avond : 'Spooky' !

Het idee voor deze show kwam uit de Verenigde Staten, net als de Kerstshow trouwens. 
Op de tonen van Ghostbusters, Thriller, Party Rock Anthem, Gangnamstile was ook de Aalsterse carnavalshit ‘’t Spoekt op de mert’ te horen. 

Hier een foto van de openingsavond van de Kerstshow in 2013.


2014 betekende ook de start van de ‘zingende kerstboompjes’, en gezien Gunther geen tekentalent bleek te hebben, werd de vorm met hulp van een projector op een houten paneel overgetekend … 


De rest is geschiedenis. Sedertdien waren de kerstboompjes er altijd bij, en ze kenden altijd een enorm succes, hoewel er in 2015 in eerste instantie wel wat twijfel was of deze er opnieuw bij zouden zijn.


De kerstboompjes in actie


Voorgevel Kersthuisje 2014

2014 betekende trouwens ook een ietwat ludieke, maar gemeende, middenvinger naar minister Wathelet. 


Wat was er gebeurd? 

Wel, de minister had aan de gemeentebesturen en particulieren gevraagd om de kerstverlichtingen te doven om een black-out te voorkomen. 

Gunther vond dit een regelrechte aanval op de kerstmarkten, kersthuisjes en uiteindelijk tegen kerstmis zelf. Na de Zwarte Pietendiscussie was het immers blijkbaar 'mode' om alle religieuze feesten met de vinger te gaan wijzen. 
Het ging volgens Gunther, en in zijn navolging ook volgens vele andere kersthuisjes, lang niet over de verlichting. 
De kerstlichtjes verbruiken immers veel minder dan de gewone straatverlichting, en zelfs een strijkijzer (2000 Watt) kan niet op tegen het lage verbruik van de sfeerlichtjes (154 Watt per uur).

Er kwam een kleine revolte en terwijl vele kersthuisjes nog wat extra lichtjes staken en extra vroeg begonnen met het feestje, kwam er bij Gunther dus ook een letterlijke middenvinger aan de gevel te hangen ... verlicht natuurlijk!

De kerstboompjes waarvan eerder sprake waren er trouwens ook terug in 2015 ... Er werd ook serieus werk gestoken in een sfeervolle wintertuin ...  (Jammer genoeg geeft de foto niet echt de juiste sfeer weer, maar geloof me op mijn woord : het was prachtig!)


Peggy had duidelijk ook meer dan haar werk gestoken in de versieringen van de tent en kerstbomen. Een monnikenwerk als je't mij vraagt, maar steeds met evenveel klasse en overtuiging uitgevoerd. 


14 mei 2016 : “Net klaar met het ontwerpen en berekenen van de nieuwe lay-out voor de kerstdisplay van dit jaar. Goed voor een totaal van maar liefst 43.923 computergestuurde kanalen (ter vergelijking van vorig jaar waren dit er "slechts" 5600 ). De pc gaat zijn werk hebben” , verkondigde Gunther op zijn Facebookpagina.


Er werd werk gemaakt van enkele nieuwe 'projectjes' om de boel nog wat aantrekkelijker en sfeervoller te kunnen maken. Er werd getekend, gerekend en ja ... af en toe ook wel eens gevloekt zeker. 
Maar het kwam in orde, de puzzelstukjes bleken goed in mekaar te vallen en het beloofde weer een prachteditie te worden. 


De pc draaide overuren want alles moest natuurlijk in de juiste vorm gegoten worden, zodat de lichtjes zouden branden als de muziek dat vroeg ... ritmisch en netjes binnen de notenbalken blijvend ...

Al snel bleek echter dat het niet enkel de pc zou zijn die zijn werk zou hebben.

Een hevige rukwind sloopte dat jaar immers de hele achterkant van het kersthuisje.
Ondertussen spreken we reeds van een werk met 80 000 tal lichtjes en een pak mooie constructies die met één serieuze windstoot vernield werd. 
Ook Gunther zelf, die bezig was met een installatie, werd bijna de lucht ingeblazen. 


Met volle moed en heel veel werk kwam er dat jaar opnieuw een mooie editie, maar het had geen haar gescheeld of er was niks meer…

In 2018 werden maar liefst 2000 bezoekers geteld. Het huis van Peggy en Gunther haalde meermaals de nationale een zelfs de internationale pers en via YouTube konden we meegenieten van de prachtige lichtshows die ten beste werden gegeven.  Inderdaad, de man die zijn inspiratie haalde via een filmpje, was nu ook zelf de inspiratiebron van andere 'Kerstgekken'.

2019 werd opnieuw een echt pechjaar en eventjes zag het er niet naar uit dat er nog een negende editie van Het Aalsters Kersthuisje zou komen. 
Het was opnieuw een zware storm die toen zorgde voor heel wat schade aan het materiaal
Dankzij giften en de hulp van goede vriend Hayco en van de firma Glansclean uit Aalst konden de tent en de kapotte lampjes toch hersteld worden tegen de voorziene openingsdatum.

Heel wat werk dus, bovenop het werk en de tijd die er 'in normale omstandigheden' al inkruipen. 

Wanneer de gemiddelde Aalstenaar reisplannen aan het maken is, of aan het genieten is van een drankje op één of ander terras, zitten de gedachten van Gunther al lang een paar maanden verder. 
Elk jaar opnieuw probeert hij met iets nieuws uit de hoek te komen. 

In 2019 bijvoorbeeld werd er een heus kerstdorp gebouwd in de tuin maar ook in huis. 

Daar waar in 2018 één boom te bezichtigen was in de kersttent achteraan het huis, stonden er ‘ineens’ vier, aangevuld met nog snoepjesboom. 
Peggy had dat jaar de eer en het genoegen om in totaal maar liefst tien bomen te mogen versieren.

Ook binnen in huis werd de kerstsfeer vertienvoudigd met een prachtig kerstdorp.


Tien kerstbomen en tienduizenden lichtjes dus die synchroon dansen op de muziek, zowel buiten als binnen. Een exact getal is er jammer genoeg niet op te plakken, er kunnen bij de schattingen dus ergens een paar honderden (of duizenden) lampjes niet meegeteld zijn. 
Voeg bij die lichtjes nog een besneeuwd berglandschap toe, complete met kleurrijke figuurtjes, werkende (!) fonteintjes, ontelbare huisjes en aangepaste muziek, en je weet meteen waar de sfeer te rapen was.

Een vergelijking met de – ietwat mislukte – kerstmarkt in het centrum van de stad, ging helemaal niet op ….Dit was beter !

Sommige ‘kersthuiscollega’s’ maken er trouwens een heuse wedstrijd van. 
Dit jaar een kerstmannetje ? Dan volgend jaar bij ons ook. Dit jaar een bepaalde kerstsong die eruit springt ? Volgend jaar ook te horen bij ‘ons’. 

Dit is echter niet het geval in Aalst, want hier blijft de sfeer primeren.  Gunther laat zich niet leiden door anderen en doet wat hij zelf goed acht. 
Het belangrijkste is trouwens niet het aantal lichtjes, of het aantal bomen, het aantal pixels of de muziekkeuze. 

“Het gebeuren brengt mensen bij mekaar en daar gaat het om voor mij”, zei Gunther, die elk jaar opnieuw onder de indruk was van het aantal mensen dat aanwezig was en mooie commentaren achterliet op social media.

De gevelverlichting is natuurlijk het eerste wat opvalt, en wie goed kijkt ziet ook dat de kerstman (ja, de echte!) aan het slaapkamerraam komt piepen. 
Zingende sparren en kerstmannetjes die bewegen op de tonen van de muziek. 
Het is een Amerikaans systeem, dat Gunther als eerste in België heeft toegepast. 

Heel speciaal is wel dat de dansende kerstlichtjes ook werkelijk dansen op muziek die te beluisteren is via de radiofrequentie 95.9 FM. Dit kan binnen een straal van 100 meter rond het huis.
Op die manier kan je van in de auto naar de muziek luisteren en terwijl de lichtjes bewonderen. 

Verwacht geen ‘melige’ kerstliederen à la ‘stille nacht’ of ‘de herderkes lagen bij nachte’, neen … het mag gerust wat steviger zijn. Zo werd er in het verleden bijvoorbeeld al eens een ode gebracht aan Avicii, Armin Van Buuren mocht ook al aantreden en ook Justin Timberlake stond al op de playlist. 

2020    Dat Kerst er dit jaar anders uitzag, moet ik u niet vertellen … ‘Corona ruled the world’ en dus zou de tiende verjaardag van het huisje in mineur moeten gevierd worden. 
Toch hielden Gunther en Peggy er de moed in, en werd er een coronaproof versie van het kersthuis opgericht, net als in 2021 trouwens want ook dan kwam het virus roet in het eten gooien.

In oktober - nadat alle goedkeuringen aanwezig waren - werd begonnen met de opbouw van het kersthuisje voor 2020. Jammer genoeg diende men het dit jaar wel te stellen met een mini-editie. 
Van de stad Aalst werd immers enkel een vergunning gekregen om vooraan kerstversiering te plaatsen. De kersttuin werd dan maar overgeslagen, daar men niet kon voldoen aan de opgestelde – strenge - eisen voor covid-19.
Toch wou het gezin de donkere dagen die nu nog donkerder zullen lijken toch een beetje licht geven voor de mensen die al eens voorbij rijden of met hun kindjes nog even snel naar de lichtjes komen kijken en naar de kerstman aan het raam zwaaien, alvorens ze in hun warme nestje te stoppen.


Er kwam opnieuw een heus ‘openingsevenement’ en zelfs een optreden van Gunther en zijn dochter Chelsy stond regelmatig geprogrammeerd.
Ook de vorige jaren was er trouwens steeds een mooi optreden gepland om de stekker ‘officieel’ in het stopcontact te steken. 
Zo mocht men in 2015 bijvoorbeeld al een beroep doen op Peter Delclef, de bekende Aalsterse zanger, en was ook Yves Seghers al te gast in Aalst om de lichtjes officieel aan te steken. Het gratis spektakel werd steeds bijgewoond door heel wat mensen.

In December volgde er wel nog een ‘bang momentje’ … Covid was weer aan een opmars begonnen, en de dreiging bestond dat het Kersthuisje vroeger de deuren zou moeten sluiten. 
Uiteindelijk gebeurde dat niet … 

"Zolang het mag, kunnen de mensen hier ook iets kunnen drinken mits vertoon van Covid Safe Ticket. Met het Overlegcomité van vrijdag was het wel eventjes bibberen, maar we mogen openblijven”, klonk het opgelucht bij de enthousiaste organisatoren.

Nieuw dit jaar werd 'de zingende gloeilampen', die naar analogie van de 'zingende kerstbomen' ook mochten meebrullen met de kersthits.


Er is al vermeld dat Gunther er ongeveer in mei aan begint. 
Na driekoningen wordt alles meteen terug opgeruimd, maar natuurlijk gebeurt dat ook niet in één dag. 
Reken op een maand … en dan is het al februari natuurlijk …

Het is nog moeilijk los te laten. Het is gegroeid door de jaren heen. Er was al tamelijk veel tegenslag door al dat regenweer. Veel lichtjes gaan erdoor kapot, maar je probeert alles zo goed mogelijk te beschermen. Evident is het allemaal niet”, zei Gunther. 

Na de laatste avond in 2021 verscheen volgende bedanking op de facebookpagina van ‘Het Aalsters Kersthuisje’ : 
"Graag wil ik bij deze nog eens iedereen ,die gisteren aanwezig was, van harte bedanken voor de supergezellige avond.
Jammer genoeg vond echter iemand het nodig om de deur van onze garage naar de berging volledig te vernielen. Dit door deze door te duwen naar de kant van de garage waardoor deze volledig kapot is. 
Deze persoon heeft hier niets van laten weten en zelfs nog geen excuses voor aangeboden. 
Aan deze persoon wil ik nog laten weten dat ik dit zeer zielig vind en getuigt van zeer weinig respect voor andermans materiaal. 
Wij geven u de mogelijkheid om gratis te komen genieten van ons kersthuisje en een gratis optreden met sfeer en ambiance, en u vindt het nodig om vernielingen aan te brengen.
In plaats van de inkomsten in een nieuw volgende editie te steken kunnen wij nu een deel hiervan in een nieuwe deur steken terwijl dit volledig onnodig had kunnen zijn...
Mag ik u voorstellen om volgend jaar in plaats van nog bij ons te komen, u misschien naar Brussel of zo gaat kerst vieren, daar vindt u nog anderen die liever vernielen in plaats van te genieten van andermans werk " ...
Want inderdaad ... Na enkele tegenslagen met stormschade, na enkele ‘incidenten’ met kinderen die zorgden voor enkele afgerukte kabels in de tuin, dus opnieuw tegenslag voor onze sympathieke kerstminnende Aalstenaars. 
Weer extra kosten die een mens natuurlijk kan missen, zeker al als je ook nog de stijgende energieprijzen even in overweging neemt. 
Het zijn allemaal ‘maar’ ledjes, maar uiteindelijk verbruikt het geheel toch wel wat. 

"We hebben ongeveer 80.000 lichtjes, allemaal led lampjes. Het verbruik is miniem, maar als de prijs maal 5 gaat, is het niet meer te doen. Het is nooit de bedoeling geweest om er winst uit te slaan, maar het moet wel betaalbaar blijven en dat is het niet meer."

Het leek wel een boodschap van een onheilsprofeet, want amper een half jaar later, in de zomer van 2022, net toen de opbouw voor de volgende editie net begonnen was, kwam het slechte nieuws … Het Kersthuisje stopt er definitief mee. 

Er was net een nieuwe kersttent geleverd, "twice the size, double the Christmas spirit" en Gunther kon niet wachten om te beginnen met de versieringen. 


Het beloofde weer een knaleditie te worden. 

Tot er bij het gezin echter een voorstel binnenkwam om de voorschotsfactuur voor elektriciteit aan te passen ... en dat voorstel deed alle plannen meteen de das om. 
 
"Mijn voorschotfactuur is verdubbeld, mijn gezin gaat voor” … 
 
Gunther, die er jarenlang samen met zijn gezin al zijn energie en vrije tijd heeft ingestopt, heeft door de torenhoge energieprijzen beslist om de meer dan 50.000 kerstlampjes gedoofd te houden.

Hij deed dit onder andere door volgende boodschap op zijn Facebook pagina : 
Beste vrienden,

Het is met heel veel pijn in het hart dat ik jullie onderstaande moet meedelen. Zowat iedereen onder jullie is dit jaar jammer genoeg geraakt door de zwaar stijgende energieprijzen wat een aanzienlijke hap uit jullie budget betekent. 
Ook voor ons, een gewoon simpel arbeidersgezin, is dit zo. Daar energie de voornaamste bron van ons kersthuis is, is het voor ons niet meer mogelijk om hier nog mee door te gaan. 

Wat 11 jaar lang een gezellige ontmoetingsplaats was tijdens de kerstperiode voor veel mensen hier uit onze buurt, maar ook mensen van over heel het land, zal niet langer zijn.
Zelfs met de hulp van onze sponsor (waarvoor heel veel dank aan de super sympathieke mensen van De Graankorrel te Moorsel, alsook de mensen van frituur Frit-Up in Wanzele) is het voor ons jammer genoeg financieel onhaalbaar geworden.

Dylan, Chelsy, Peggy en ik willen jullie, onze trouwe fans, en de vele jaarlijkse bezoekers recht uit ons hart bedanken voor jullie steun en feedback van de afgelopen jaren in verband met ons kersthuis. Dankzij jullie was ons kersthuis gegroeid tot een icoon in onze Arendwijk. Bedankt voor de vele prachtige herinneringen die jullie ons nagelaten hebben. Ook onze dank aan iedereen die door de vele jaren meegewerkt hebben om elk jaar opnieuw voor een spetterende kerstshow te zorgden.

Wij wensen jullie ook voor dit jaar alvast een zalige kerst!!

Groetjes, Het Aalsters Kersthuisje...

In eerste instantie was het idee om alles even ‘on hold te zetten’, dat was trouwens ook te horen in een interview met Gunther dat werd uitgezonden op vrt.be. 
Al vrij snel bleek echter dat het ook écht helemaal gedaan was. Dat bleek pijnlijk duidelijk toen de volgende dagen immers ook alles te koop werd aangeboden, van leds tot transfo’s, een volledig computergestuurde kerstshow … en ga zo maar verder … 

Het definitieve einde dus van het Kersthuisje in Aalst ... 
Misschien met een kleine flash-back naar 2014 en een middenvinger naar onze beleidsmensen die er mede verantwoordelijk voor zijn dat dergelijke mooie dingen dienen te verdwijnen. 

Het enige wat zou resten waren mooie herinneringen en vele filmpjes en foto's die we later aan onze (klein-) kinderen kunnen laten zien. 
"Inderdaad, dit was in Aalst ... "


HOW WACHT!

Vooraleer we beginnen mijmeren over 'vroeger', eerst terug naar 2023
Op 9 mei immers werd het heuglijke nieuws verkondigd dat het Kersthuisje dit jaar opnieuw zijn opwachting zal maken. 
Vorig jaar ging het licht - letterlijk - uit door de te hoge energieprijzen, maar nu de crisis voorbij lijkt te zijn, keert het Aalsters Kersthuisje ook weer in al zijn glorie terug.

Gunther vertelt : 

De straat was heel donker. Soms zagen wij door het raam mensen met kindjes voorbij wandelen, met hun kleine vingertje wijzend naar ons huisje en een vragende blik naar de mama of de papa. Geen lichtjes?" 

Zulke momenten bleven de familie bij en raakten hen diep in het hart. 

Maar nu de prijzen voor energie terug min of meer normaal zijn, en het lijkt er wel op dat ze zo zullen blijven, ben ik als een kind zo blij om onze trouwe fans, alsook iedereen die van ons kersthuisje geniet, met enige trots te mogen aankondigen dat Kerst 2023 opnieuw zal verlicht worden door het Aalsters Kersthuisje”, aldus Gunther en familie.

In mei kwam er op de Facebookpagina van het Kersthuisje al de heuglijke melding dat de eerste bestellingen waren vertrokken. 
Plannen voor een nieuwe lay-out voor de computergestuurde kerstshow werden concreter. 
Op 2 juni was de eerste kerstboog klaar ... 1 done, 7 to go ... 

Nieuwe sneeuwvlokken, nieuw uitgezaagde candy canes ... 792 gaatjes boren en dan doorsturen naar de verfafdeling ...     Gunther hield ons minutieus op de hoogte van de evoluties voor de nieuwe show. 
Het beloofde in elk geval opnieuw een groots spektakel te worden. 

Midden augustus : de grote kersttent kreeg vorm ...  de verfafdeling draaide op volle toeren ...  de kersttoog werd onder handen genomen na eerdere beschadigingen ... 
De kersttent werd extra goed beveiligd tegen eventuele stormschade. Zeker geen luxe als je ziet wat er de laatste jaren allemaal al is misgegaan door het weer. 

Geen excuses dus om vanaf 1 december (tot en met 1 januari) niet eens afgezakt te komen naar dit prachtige initiatief.   

Jammer genoeg was het ook dit jaar op bepaalde momenten opnieuw  'alle hens aan dek'.
Opnieuw was het een storm die serieus wat roet in het eten kwam gooien. De buitentent werd volledig vernield en het hoofdstukje 'wintertuin' kwam dus op heel losse schroeven te staan. 

Deze tegenslag werd zo goed en zo kwaad opgevangen door het plaatsen van een nieuwe tent, die nog steviger verankerd werd .... 
Er werd dus opnieuw - met volle moed - werk gemaakt van een groots spektakel, maar de stormen bleven tegenwerken. 
Zelfs op kerstdag zelf was het onmogelijk om de tuin open te stellen wegens het grote gevaar.

Karaokeavonden brachten wat muziek maar over het algemeen was de opkomst dit jaar 'flauw' te noemen. Gunther had twijfels over de volgende jaren ("zijn de mensen het beu?"), maar volgens mij is de enige schuldige het weer. 
Zeg nu zelf, wie heeft er zin om in een snijdende, koude wind te gaan kijken naar een versierde voorgevel?

Hopelijk blijft de moed erin, en kunnen we eens rekenen op een windstil seizoen in 2024 ... 

Uiteraard gaan we ook dit jaar dan opnieuw afzakken naar Horebeekveld 6 om er te genieten van de muziek, de jenever ... en uiteraard de duizenden lichtjes die opnieuw voor heel wat spektakel zullen zorgen in de straat!


Bronnen

Het Nieuwsblad
vrt.be
Persregiodender
Eigen info
HLN 09/05/2023
Facebook 'Het Aalsters Kersthuisje'
Foto's Facebook 'Het Aalsters Kersthuisje"