Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label feest. Alle posts tonen
Posts tonen met het label feest. Alle posts tonen

woensdag 7 september 2022

Het Kersthuisje - Horebekeveld 6

Jullie kennen het ongetwijfeld wel … ‘t is bijna kerst en je wil niet uit de toon vallen. 
Gauw hang je nog wat lichtkransjes op, al dan niet voorzien van een kerstboom.


Al snel blijk je de smaak te pakken te krijgen, en samen met de lichtkransjes zorg je het jaar daarop voor een verlichte sneeuwman. 
Je raadt het al … het jaar daarop moet het nog grootser, nog beter, nog lichter … 

En dan kom je uit in de wijk Horebekeveld, meer bepaald op huisnummer 6, waar de kerstsfeer je letterlijk om de oren vliegt. 
Jaar na jaar steekt Gunther van den Bemt heel zijn vrije tijd in het inrichten van zijn kersthuis, en de laatste jaren werd daar trouwens ook nog een kersttuin – of wintertuin – aan toegevoegd. 
Vrouwtje Peggy zorgt voor de versieringen en 'kerstbomen' werden haar specialiteit.

Het huis is trouwens niet enkel in Aalst terug te vinden. De beelden van de lichtshow gaan immers vlotjes de wereld rond, of het nu via Youtube is, via Facebook of via Tik-Tok.

Gunther en zijn vrouw Peggy begonnen er mee in 2010 … eerst nog wat kleinschaliger - 'amper' 32000 lampjes in 2012 - maar het evolueerde allemaal heel snel. 

In 2014 brandden er reeds zo ongeveer 46000 lampjes, en dat werden er al snel meer dan 70.000, allen vrolijk dansend op de muziek van ‘Can’t Stop The Feeling’ van Justin Timberlake of op ‘All I want for Christmas’ van Mariah Carey. 

Ook kan je er al onmiddellijk binnen terecht voor een drankje en een babbeltje in het kerstdorp, waar je altijd heel hartelijk verwelkomd wordt door het gezin. 

Gunther en Peggy laten de paashaas voor wat die is, en beginnen al rond mei met de voorbereidingen.
Bestellingen van nog extra lampjes worden geplaatst, er worden plannen gemaakt om het nog mooier te maken dan het vorige jaar, en dan komt hét moment dat de eerste lichtjes verschijnen aan de voorgevel … 

Het is dan … volop zomer … 

Voorgevel Kersthuisje 2012

Zot zijn doet geen zeer’ is een bekende uitspraak en leek ook hier heel toepasselijk op het eerste gezicht, maar Gunther had een wel heel aannemelijke reden om zich met kerst zo te ‘smijten’. 
Hij kende immers een heel moeilijke jeugd. De thuissituatie was niet ideaal en als kind kende hij de ‘huiselijke sfeer’ totaal niet. 
In plaats van het verkeerde pad te kiezen, zoals zo vaak gebeurt, ‘revancheerde’ hij zich op een creatieve manier, waardoor hij zijn kinderen zou kunnen geven wat hij allemaal niet gehad heeft.

Zoals alle mooie sprookjes kende ook dit een ‘simpel’ begin. 
Niets spectaculairs.  

Gunther bekeek op YouTube een filmpje over een huis in de Verenigde Staten dat versierd werd met een enorme berg aan lichtjes en dat met een indrukwekkende combinatie tussen klank en licht zorgde voor een prachtig spektakel. 
Hij bekeek het nog eens, en nog eens, en nog eens … en ook ‘zijn’ kersthuis kwam meteen in zijn planningen terecht. 

De eerste slingers werden aangekocht, er werd uitgekeken naar controllers en allerlei technische middeltjes om het allemaal heel professioneel aan te kunnen pakken. Op de website ‘Planet Christmas’ vond hij daarenboven het idee om aangepaste (kerst-) muziek uit te zenden via een radiofrequentie. 
Zo kan je de muziek beluisteren van in je wagen, want zo’n hele dag kerstliedjes zou voor de buren wel eens een brug  te ver kunnen zijn. 
Het signaal kon enkel worden ontvangen in de straat … dus ook geen kerstmuziek voor wie zich niet in de buurt bevond. 

Een goed elektricien dus?

‘Neen hoor’, vertelde Gunther me eens. ‘Ik kende eigenlijk niks van elektriciteit, en heb het allemaal zelf geleerd’ …


Ongelooflijk bijna als je al die wirwar aan kabels en stekkers ziet, maar er zit dus duidelijk wel 'een systeem' in. 

Het geheel wordt trouwens goed in het oog gehouden door de in de kamer rondwandelende kerstman, die om de zoveel tijd eens aan het raam komt zwaaien. 


2013
kende een heel snelle start toen Gunther reeds in februari al enkele lichtjes aanstak. Niet voor kerstmis, neen, dat zou zelfs voor hem extreem vroeg zijn, maar wel ter gelegenheid van Valentijn.   


‘t Is eens iets anders hé, dan een doosje pralines afgeven aan je geliefde. 

Datzelfde jaar kende wel een slechte kerststart toen half oktober het stormweer een gedeelte van de halloweenlichtshow had vernield. 

Halloweenlichtshow?
 
Ja inderdaad, want gezien het toch lang wachten was om de kerstverlichting te kunnen aansteken, had Gunther er niet beter op gevonden dan ook met Halloween een mini-lichtshow in mekaar te steken. 
Het bord met de radiofrequentie werd uit de grond gerukt en alles moest worden nagekeken om later dat jaar een mooie kersthow te kunnen garanderen ook. 

Die Halloweenlichtshow betekende een geheel van 10000 lichtjes in de vorm van pompoenen, grafzerken en lugubere figuren. De lichtjes werden aan elkaar verbonden door middel van maar liefst 200 meter verlengkabels. 

Tijdens de dag : 'not so spooky'


Tijdens de avond : 'Spooky' !

Het idee voor deze show kwam uit de Verenigde Staten, net als de Kerstshow trouwens. 
Op de tonen van Ghostbusters, Thriller, Party Rock Anthem, Gangnamstile was ook de Aalsterse carnavalshit ‘’t Spoekt op de mert’ te horen. 

Hier een foto van de openingsavond van de Kerstshow in 2013.


2014 betekende ook de start van de ‘zingende kerstboompjes’, en gezien Gunther geen tekentalent bleek te hebben, werd de vorm met hulp van een projector op een houten paneel overgetekend … 


De rest is geschiedenis. Sedertdien waren de kerstboompjes er altijd bij, en ze kenden altijd een enorm succes, hoewel er in 2015 in eerste instantie wel wat twijfel was of deze er opnieuw bij zouden zijn.


De kerstboompjes in actie


Voorgevel Kersthuisje 2014

2014 betekende trouwens ook een ietwat ludieke, maar gemeende, middenvinger naar minister Wathelet. 


Wat was er gebeurd? 

Wel, de minister had aan de gemeentebesturen en particulieren gevraagd om de kerstverlichtingen te doven om een black-out te voorkomen. 

Gunther vond dit een regelrechte aanval op de kerstmarkten, kersthuisjes en uiteindelijk tegen kerstmis zelf. Na de Zwarte Pietendiscussie was het immers blijkbaar 'mode' om alle religieuze feesten met de vinger te gaan wijzen. 
Het ging volgens Gunther, en in zijn navolging ook volgens vele andere kersthuisjes, lang niet over de verlichting. 
De kerstlichtjes verbruiken immers veel minder dan de gewone straatverlichting, en zelfs een strijkijzer (2000 Watt) kan niet op tegen het lage verbruik van de sfeerlichtjes (154 Watt per uur).

Er kwam een kleine revolte en terwijl vele kersthuisjes nog wat extra lichtjes staken en extra vroeg begonnen met het feestje, kwam er bij Gunther dus ook een letterlijke middenvinger aan de gevel te hangen ... verlicht natuurlijk!

De kerstboompjes waarvan eerder sprake waren er trouwens ook terug in 2015 ... Er werd ook serieus werk gestoken in een sfeervolle wintertuin ...  (Jammer genoeg geeft de foto niet echt de juiste sfeer weer, maar geloof me op mijn woord : het was prachtig!)


Peggy had duidelijk ook meer dan haar werk gestoken in de versieringen van de tent en kerstbomen. Een monnikenwerk als je't mij vraagt, maar steeds met evenveel klasse en overtuiging uitgevoerd. 


14 mei 2016 : “Net klaar met het ontwerpen en berekenen van de nieuwe lay-out voor de kerstdisplay van dit jaar. Goed voor een totaal van maar liefst 43.923 computergestuurde kanalen (ter vergelijking van vorig jaar waren dit er "slechts" 5600 ). De pc gaat zijn werk hebben” , verkondigde Gunther op zijn Facebookpagina.


Er werd werk gemaakt van enkele nieuwe 'projectjes' om de boel nog wat aantrekkelijker en sfeervoller te kunnen maken. Er werd getekend, gerekend en ja ... af en toe ook wel eens gevloekt zeker. 
Maar het kwam in orde, de puzzelstukjes bleken goed in mekaar te vallen en het beloofde weer een prachteditie te worden. 


De pc draaide overuren want alles moest natuurlijk in de juiste vorm gegoten worden, zodat de lichtjes zouden branden als de muziek dat vroeg ... ritmisch en netjes binnen de notenbalken blijvend ...

Al snel bleek echter dat het niet enkel de pc zou zijn die zijn werk zou hebben.

Een hevige rukwind sloopte dat jaar immers de hele achterkant van het kersthuisje.
Ondertussen spreken we reeds van een werk met 80 000 tal lichtjes en een pak mooie constructies die met één serieuze windstoot vernield werd. 
Ook Gunther zelf, die bezig was met een installatie, werd bijna de lucht ingeblazen. 


Met volle moed en heel veel werk kwam er dat jaar opnieuw een mooie editie, maar het had geen haar gescheeld of er was niks meer…

In 2018 werden maar liefst 2000 bezoekers geteld. Het huis van Peggy en Gunther haalde meermaals de nationale een zelfs de internationale pers en via YouTube konden we meegenieten van de prachtige lichtshows die ten beste werden gegeven.  Inderdaad, de man die zijn inspiratie haalde via een filmpje, was nu ook zelf de inspiratiebron van andere 'Kerstgekken'.

2019 werd opnieuw een echt pechjaar en eventjes zag het er niet naar uit dat er nog een negende editie van Het Aalsters Kersthuisje zou komen. 
Het was opnieuw een zware storm die toen zorgde voor heel wat schade aan het materiaal
Dankzij giften en de hulp van goede vriend Hayco en van de firma Glansclean uit Aalst konden de tent en de kapotte lampjes toch hersteld worden tegen de voorziene openingsdatum.

Heel wat werk dus, bovenop het werk en de tijd die er 'in normale omstandigheden' al inkruipen. 

Wanneer de gemiddelde Aalstenaar reisplannen aan het maken is, of aan het genieten is van een drankje op één of ander terras, zitten de gedachten van Gunther al lang een paar maanden verder. 
Elk jaar opnieuw probeert hij met iets nieuws uit de hoek te komen. 

In 2019 bijvoorbeeld werd er een heus kerstdorp gebouwd in de tuin maar ook in huis. 

Daar waar in 2018 één boom te bezichtigen was in de kersttent achteraan het huis, stonden er ‘ineens’ vier, aangevuld met nog snoepjesboom. 
Peggy had dat jaar de eer en het genoegen om in totaal maar liefst tien bomen te mogen versieren.

Ook binnen in huis werd de kerstsfeer vertienvoudigd met een prachtig kerstdorp.


Tien kerstbomen en tienduizenden lichtjes dus die synchroon dansen op de muziek, zowel buiten als binnen. Een exact getal is er jammer genoeg niet op te plakken, er kunnen bij de schattingen dus ergens een paar honderden (of duizenden) lampjes niet meegeteld zijn. 
Voeg bij die lichtjes nog een besneeuwd berglandschap toe, complete met kleurrijke figuurtjes, werkende (!) fonteintjes, ontelbare huisjes en aangepaste muziek, en je weet meteen waar de sfeer te rapen was.

Een vergelijking met de – ietwat mislukte – kerstmarkt in het centrum van de stad, ging helemaal niet op ….Dit was beter !

Sommige ‘kersthuiscollega’s’ maken er trouwens een heuse wedstrijd van. 
Dit jaar een kerstmannetje ? Dan volgend jaar bij ons ook. Dit jaar een bepaalde kerstsong die eruit springt ? Volgend jaar ook te horen bij ‘ons’. 

Dit is echter niet het geval in Aalst, want hier blijft de sfeer primeren.  Gunther laat zich niet leiden door anderen en doet wat hij zelf goed acht. 
Het belangrijkste is trouwens niet het aantal lichtjes, of het aantal bomen, het aantal pixels of de muziekkeuze. 

“Het gebeuren brengt mensen bij mekaar en daar gaat het om voor mij”, zei Gunther, die elk jaar opnieuw onder de indruk was van het aantal mensen dat aanwezig was en mooie commentaren achterliet op social media.

De gevelverlichting is natuurlijk het eerste wat opvalt, en wie goed kijkt ziet ook dat de kerstman (ja, de echte!) aan het slaapkamerraam komt piepen. 
Zingende sparren en kerstmannetjes die bewegen op de tonen van de muziek. 
Het is een Amerikaans systeem, dat Gunther als eerste in België heeft toegepast. 

Heel speciaal is wel dat de dansende kerstlichtjes ook werkelijk dansen op muziek die te beluisteren is via de radiofrequentie 95.9 FM. Dit kan binnen een straal van 100 meter rond het huis.
Op die manier kan je van in de auto naar de muziek luisteren en terwijl de lichtjes bewonderen. 

Verwacht geen ‘melige’ kerstliederen à la ‘stille nacht’ of ‘de herderkes lagen bij nachte’, neen … het mag gerust wat steviger zijn. Zo werd er in het verleden bijvoorbeeld al eens een ode gebracht aan Avicii, Armin Van Buuren mocht ook al aantreden en ook Justin Timberlake stond al op de playlist. 

2020    Dat Kerst er dit jaar anders uitzag, moet ik u niet vertellen … ‘Corona ruled the world’ en dus zou de tiende verjaardag van het huisje in mineur moeten gevierd worden. 
Toch hielden Gunther en Peggy er de moed in, en werd er een coronaproof versie van het kersthuis opgericht, net als in 2021 trouwens want ook dan kwam het virus roet in het eten gooien.

In oktober - nadat alle goedkeuringen aanwezig waren - werd begonnen met de opbouw van het kersthuisje voor 2020. Jammer genoeg diende men het dit jaar wel te stellen met een mini-editie. 
Van de stad Aalst werd immers enkel een vergunning gekregen om vooraan kerstversiering te plaatsen. De kersttuin werd dan maar overgeslagen, daar men niet kon voldoen aan de opgestelde – strenge - eisen voor covid-19.
Toch wou het gezin de donkere dagen die nu nog donkerder zullen lijken toch een beetje licht geven voor de mensen die al eens voorbij rijden of met hun kindjes nog even snel naar de lichtjes komen kijken en naar de kerstman aan het raam zwaaien, alvorens ze in hun warme nestje te stoppen.


Er kwam opnieuw een heus ‘openingsevenement’ en zelfs een optreden van Gunther en zijn dochter Chelsy stond regelmatig geprogrammeerd.
Ook de vorige jaren was er trouwens steeds een mooi optreden gepland om de stekker ‘officieel’ in het stopcontact te steken. 
Zo mocht men in 2015 bijvoorbeeld al een beroep doen op Peter Delclef, de bekende Aalsterse zanger, en was ook Yves Seghers al te gast in Aalst om de lichtjes officieel aan te steken. Het gratis spektakel werd steeds bijgewoond door heel wat mensen.

In December volgde er wel nog een ‘bang momentje’ … Covid was weer aan een opmars begonnen, en de dreiging bestond dat het Kersthuisje vroeger de deuren zou moeten sluiten. 
Uiteindelijk gebeurde dat niet … 

"Zolang het mag, kunnen de mensen hier ook iets kunnen drinken mits vertoon van Covid Safe Ticket. Met het Overlegcomité van vrijdag was het wel eventjes bibberen, maar we mogen openblijven”, klonk het opgelucht bij de enthousiaste organisatoren.

Nieuw dit jaar werd 'de zingende gloeilampen', die naar analogie van de 'zingende kerstbomen' ook mochten meebrullen met de kersthits.


Er is al vermeld dat Gunther er ongeveer in mei aan begint. 
Na driekoningen wordt alles meteen terug opgeruimd, maar natuurlijk gebeurt dat ook niet in één dag. 
Reken op een maand … en dan is het al februari natuurlijk …

Het is nog moeilijk los te laten. Het is gegroeid door de jaren heen. Er was al tamelijk veel tegenslag door al dat regenweer. Veel lichtjes gaan erdoor kapot, maar je probeert alles zo goed mogelijk te beschermen. Evident is het allemaal niet”, zei Gunther. 

Na de laatste avond in 2021 verscheen volgende bedanking op de facebookpagina van ‘Het Aalsters Kersthuisje’ : 
"Graag wil ik bij deze nog eens iedereen ,die gisteren aanwezig was, van harte bedanken voor de supergezellige avond.
Jammer genoeg vond echter iemand het nodig om de deur van onze garage naar de berging volledig te vernielen. Dit door deze door te duwen naar de kant van de garage waardoor deze volledig kapot is. 
Deze persoon heeft hier niets van laten weten en zelfs nog geen excuses voor aangeboden. 
Aan deze persoon wil ik nog laten weten dat ik dit zeer zielig vind en getuigt van zeer weinig respect voor andermans materiaal. 
Wij geven u de mogelijkheid om gratis te komen genieten van ons kersthuisje en een gratis optreden met sfeer en ambiance, en u vindt het nodig om vernielingen aan te brengen.
In plaats van de inkomsten in een nieuw volgende editie te steken kunnen wij nu een deel hiervan in een nieuwe deur steken terwijl dit volledig onnodig had kunnen zijn...
Mag ik u voorstellen om volgend jaar in plaats van nog bij ons te komen, u misschien naar Brussel of zo gaat kerst vieren, daar vindt u nog anderen die liever vernielen in plaats van te genieten van andermans werk " ...
Want inderdaad ... Na enkele tegenslagen met stormschade, na enkele ‘incidenten’ met kinderen die zorgden voor enkele afgerukte kabels in de tuin, dus opnieuw tegenslag voor onze sympathieke kerstminnende Aalstenaars. 
Weer extra kosten die een mens natuurlijk kan missen, zeker al als je ook nog de stijgende energieprijzen even in overweging neemt. 
Het zijn allemaal ‘maar’ ledjes, maar uiteindelijk verbruikt het geheel toch wel wat. 

"We hebben ongeveer 80.000 lichtjes, allemaal led lampjes. Het verbruik is miniem, maar als de prijs maal 5 gaat, is het niet meer te doen. Het is nooit de bedoeling geweest om er winst uit te slaan, maar het moet wel betaalbaar blijven en dat is het niet meer."

Het leek wel een boodschap van een onheilsprofeet, want amper een half jaar later, in de zomer van 2022, net toen de opbouw voor de volgende editie net begonnen was, kwam het slechte nieuws … Het Kersthuisje stopt er definitief mee. 

Er was net een nieuwe kersttent geleverd, "twice the size, double the Christmas spirit" en Gunther kon niet wachten om te beginnen met de versieringen. 


Het beloofde weer een knaleditie te worden. 

Tot er bij het gezin echter een voorstel binnenkwam om de voorschotsfactuur voor elektriciteit aan te passen ... en dat voorstel deed alle plannen meteen de das om. 
 
"Mijn voorschotfactuur is verdubbeld, mijn gezin gaat voor” … 
 
Gunther, die er jarenlang samen met zijn gezin al zijn energie en vrije tijd heeft ingestopt, heeft door de torenhoge energieprijzen beslist om de meer dan 50.000 kerstlampjes gedoofd te houden.

Hij deed dit onder andere door volgende boodschap op zijn Facebook pagina : 
Beste vrienden,

Het is met heel veel pijn in het hart dat ik jullie onderstaande moet meedelen. Zowat iedereen onder jullie is dit jaar jammer genoeg geraakt door de zwaar stijgende energieprijzen wat een aanzienlijke hap uit jullie budget betekent. 
Ook voor ons, een gewoon simpel arbeidersgezin, is dit zo. Daar energie de voornaamste bron van ons kersthuis is, is het voor ons niet meer mogelijk om hier nog mee door te gaan. 

Wat 11 jaar lang een gezellige ontmoetingsplaats was tijdens de kerstperiode voor veel mensen hier uit onze buurt, maar ook mensen van over heel het land, zal niet langer zijn.
Zelfs met de hulp van onze sponsor (waarvoor heel veel dank aan de super sympathieke mensen van De Graankorrel te Moorsel, alsook de mensen van frituur Frit-Up in Wanzele) is het voor ons jammer genoeg financieel onhaalbaar geworden.

Dylan, Chelsy, Peggy en ik willen jullie, onze trouwe fans, en de vele jaarlijkse bezoekers recht uit ons hart bedanken voor jullie steun en feedback van de afgelopen jaren in verband met ons kersthuis. Dankzij jullie was ons kersthuis gegroeid tot een icoon in onze Arendwijk. Bedankt voor de vele prachtige herinneringen die jullie ons nagelaten hebben. Ook onze dank aan iedereen die door de vele jaren meegewerkt hebben om elk jaar opnieuw voor een spetterende kerstshow te zorgden.

Wij wensen jullie ook voor dit jaar alvast een zalige kerst!!

Groetjes, Het Aalsters Kersthuisje...

In eerste instantie was het idee om alles even ‘on hold te zetten’, dat was trouwens ook te horen in een interview met Gunther dat werd uitgezonden op vrt.be. 
Al vrij snel bleek echter dat het ook écht helemaal gedaan was. Dat bleek pijnlijk duidelijk toen de volgende dagen immers ook alles te koop werd aangeboden, van leds tot transfo’s, een volledig computergestuurde kerstshow … en ga zo maar verder … 

Het definitieve einde dus van het Kersthuisje in Aalst ... 
Misschien met een kleine flash-back naar 2014 en een middenvinger naar onze beleidsmensen die er mede verantwoordelijk voor zijn dat dergelijke mooie dingen dienen te verdwijnen. 

Het enige wat zou resten waren mooie herinneringen en vele filmpjes en foto's die we later aan onze (klein-) kinderen kunnen laten zien. 
"Inderdaad, dit was in Aalst ... "


HOW WACHT!

Vooraleer we beginnen mijmeren over 'vroeger', eerst terug naar 2023
Op 9 mei immers werd het heuglijke nieuws verkondigd dat het Kersthuisje dit jaar opnieuw zijn opwachting zal maken. 
Vorig jaar ging het licht - letterlijk - uit door de te hoge energieprijzen, maar nu de crisis voorbij lijkt te zijn, keert het Aalsters Kersthuisje ook weer in al zijn glorie terug.

Gunther vertelt : 

De straat was heel donker. Soms zagen wij door het raam mensen met kindjes voorbij wandelen, met hun kleine vingertje wijzend naar ons huisje en een vragende blik naar de mama of de papa. Geen lichtjes?" 

Zulke momenten bleven de familie bij en raakten hen diep in het hart. 

Maar nu de prijzen voor energie terug min of meer normaal zijn, en het lijkt er wel op dat ze zo zullen blijven, ben ik als een kind zo blij om onze trouwe fans, alsook iedereen die van ons kersthuisje geniet, met enige trots te mogen aankondigen dat Kerst 2023 opnieuw zal verlicht worden door het Aalsters Kersthuisje”, aldus Gunther en familie.

In mei kwam er op de Facebookpagina van het Kersthuisje al de heuglijke melding dat de eerste bestellingen waren vertrokken. 
Plannen voor een nieuwe lay-out voor de computergestuurde kerstshow werden concreter. 
Op 2 juni was de eerste kerstboog klaar ... 1 done, 7 to go ... 

Nieuwe sneeuwvlokken, nieuw uitgezaagde candy canes ... 792 gaatjes boren en dan doorsturen naar de verfafdeling ...     Gunther hield ons minutieus op de hoogte van de evoluties voor de nieuwe show. 
Het beloofde in elk geval opnieuw een groots spektakel te worden. 

Midden augustus : de grote kersttent kreeg vorm ...  de verfafdeling draaide op volle toeren ...  de kersttoog werd onder handen genomen na eerdere beschadigingen ... 
De kersttent werd extra goed beveiligd tegen eventuele stormschade. Zeker geen luxe als je ziet wat er de laatste jaren allemaal al is misgegaan door het weer. 

Geen excuses dus om vanaf 1 december (tot en met 1 januari) niet eens afgezakt te komen naar dit prachtige initiatief.   

Jammer genoeg was het ook dit jaar op bepaalde momenten opnieuw  'alle hens aan dek'.
Opnieuw was het een storm die serieus wat roet in het eten kwam gooien. De buitentent werd volledig vernield en het hoofdstukje 'wintertuin' kwam dus op heel losse schroeven te staan. 

Deze tegenslag werd zo goed en zo kwaad opgevangen door het plaatsen van een nieuwe tent, die nog steviger verankerd werd .... 
Er werd dus opnieuw - met volle moed - werk gemaakt van een groots spektakel, maar de stormen bleven tegenwerken. 
Zelfs op kerstdag zelf was het onmogelijk om de tuin open te stellen wegens het grote gevaar.

Karaokeavonden brachten wat muziek maar over het algemeen was de opkomst dit jaar 'flauw' te noemen. Gunther had twijfels over de volgende jaren ("zijn de mensen het beu?"), maar volgens mij is de enige schuldige het weer. 
Zeg nu zelf, wie heeft er zin om in een snijdende, koude wind te gaan kijken naar een versierde voorgevel?

Hopelijk blijft de moed erin, en kunnen we eens rekenen op een windstil seizoen in 2024 ... 

Uiteraard gaan we ook dit jaar dan opnieuw afzakken naar Horebeekveld 6 om er te genieten van de muziek, de jenever ... en uiteraard de duizenden lichtjes die opnieuw voor heel wat spektakel zullen zorgen in de straat!


Bronnen

Het Nieuwsblad
vrt.be
Persregiodender
Eigen info
HLN 09/05/2023
Facebook 'Het Aalsters Kersthuisje'
Foto's Facebook 'Het Aalsters Kersthuisje"

woensdag 11 november 2020

11 November : Zwarte Piet

In DIT ARTIKEL ging het voornamelijk over de Heilige Martinus, in Aalst beter gekend als ‘Sintje Metten’. 
Maar, zoals iedereen wel weet, werken Sint Maarten (en Sint Niklaas) niet alleen. 
Neen, zij worden steeds trouw vergezeld door een knecht, Zwarte Piet, die de zak met cadeautjes draagt en door de schoorstenen kan kruipen om de pakjes in de schoenen van de kinderen te stoppen. 


De laatste jaren heerst er heel wat commotie over deze laatste, vooral om zijn ‘getaande huid’.
Wat voor de ene een volkse traditie is die nooit mag verdwijnen, is volgens de ander een uiting van puur racisme. 
Er zijn al heel wat debatten gevoerd, er zijn al processen uitgeschreven, er werd al gevochten en vandalisme en verwijten zijn schering en inslag. 

Maar wie is nu eigenlijk die man waarover zo veel te doen is? Was hij echt een zwarte?
Of is de theorie van roet toch de juiste?
Is er echt sprake van racisme, of berust het allemaal op een misverstand?

Daar waar men bij de aanklacht van ‘racisme’ teruggrijpt naar de kolonisatie (en dus de uitbuiting van de zwarte bevolking) is het zo dat het verhaal van Zwarte Piet veel verder terug gaat in de tijd. 
De origine ligt immers bij het voor-Christelijk Keltisch en Germaans geloof, want de Sint startte zijn carrière namelijk als de Germaanse God Wodan.

Wodan, met lange witte baard en rode mantel reed, zwaaiend met zijn speer, door de lucht op zijn witte schimmel, Sleipnir genaamd. Hij was de aanvoerder van de Wilde Jacht en was altijd vergezeld door twee zwarte (!) raven, Huginn en Muninn. De raven luisterden, net als Zwarte Piet later, ook aan de schoorstenen om Wodan over de goede en slechte daden van de stervelingen te vertellen.

Tijdens latere midwinterrituelen speelden mensen met een zwart gemaakt gezicht, een verwijzing naar de raven, een grote rol.

Die beeltenis is overgenomen door Sint-Maarten, die ook al een krijger was, want hij verdiende de kost als Romeins legioensoldaat.
Martinus bezat vrijwel dezelfde attributen als zijn voorganger: een witte schimmel, een rode mantel en een zwaard ter vervanging van de speer. In de hoedanigheid van Sint Maarten rijdt ook hij door de lucht en over de daken. 
Later wordt hij op sommige plaatsen verdrongen door Sinterklaas, die er enkele andere Wodan-attributen bijneemt: de ring (Draupnir) en het boek waarin alles opgeschreven staat (het Runenboek van Wodan).

De verhalen van Sinterklaas en Sint Maarten vermengen zich en dus gaan beiden ook mekaars kenmerken overnemen. Sommige streken blijven Sint Niklaas vereren, anderen houden het bij Sint Maarten.
Beide heren zijn echter wel altijd vergezeld van een Zwarte Piet. 

Oorspronkelijk was dit geen knecht, zoals men tegenwoordig laat uitschijnen, maar wel een tegenhanger van de hemelgod, namelijk een onderaardse geest, een ‘nikker’ of ‘nekker’. 

Pas op! Een ‘nikker’ of ‘nekker’ is dus géén neger, zoals de tegenstanders het graag laat uitschijnen. 
Na een beetje opzoekingswerk blijkt dat het woord komt van de préindogermaanse stam *n-k-, waar ook bijvoorbeeld ons woord nacht (= donker) van is afgeleid, en de benaming was van een plaag- of sargeest, een donker figuur dat steeds via het water uit de onderwereld naar boven kwam. Denk bijvoorbeeld ook aan de plaatsnaam Nekkerspoel … een vijver waarin een nekker huist. 

Het onderaardse werd toen geregeerd door de godin Helle, naar wie ook de latere christelijke hel is genoemd.
Ook zij was zwart en werd wel eens omschreven als ‘de Zwarte Lieve-Vrouw’. 


Onderaardse geesten werden bij de Kelten trouwens altijd bruin of bruinzwart gekleurd.

Wie braaf was werd beloond door de hemelgeest, wie stout was kreeg een vermaning van de onderaardse geest, en binnen de oude mythologie wou dit zeggen : ofwel rechtstreeks naar het Walhalla in de hemel gaan, ofwel onder de aarde naar Helle vertrekken om herboren te worden en zo een tweede kans te krijgen.

Het zwart heeft dus duidelijk niets met het woord ‘nigger’ of ‘neger’ te maken, en al evenmin met roet of schoorstenen. 

We zouden misschien wel ergens een compromis kunnen sluiten. 
We kunnen misschien terug keren naar de ‘originele versie’ en van Piet opnieuw een Nekker maken. Om te vermijden dat men hem niet opnieuw kan verwarren met nigger/neger, zouden we hem bijvoorbeeld zelfs een volledig nieuwe naam kunnen geven. 
Die bijvoorbeeld van een andere Keltische watergeest die overleeft in de folklore van de dorpen langs de Schelde, de Dender en de Zenne, … ja hoor, het gaat hier over Kludde, in Aalst beter gekend als ‘Kleddemèvel’
Over Kleddemèvel is HIER trouwens meer te lezen. 

En als we dan toch bezig zijn met veranderen, zouden we dan ook niet het kaartspel ‘Zwarte Pieten’ laten verbieden?
Want dat is nu eens wél een duidelijke verwijzing naar de kolonisatie. Wie in het spel met de Zwarte Piet blijft zitten, is immers de grote verliezer … en is dat niet wat er tijdens de kolonisatie gebeurde: de blanken gingen met alle goede kaarten/grondstoffen lopen en de lokale bevolking werd letterlijk en figuurlijk de Zwarte Piet/verliezer.

Er bestaan verschillende verhalen over het ontstaan van Piet

- Gezien de Zwarte Piet zijn oorsprong dus eigenlijk zou vinden in een overwonnen duivel, en er in het toenmalige Europa weinig verschil bestond tussen de duivel en een Moor, dankt Zwarte Piet zijn donkere uiterlijk wellicht ook hieraan. 

- Sinterklaas zou op een slavenmarkt in zijn thuisland Myra ooit een Ethiopisch jongetje met de naam Piter hebben vrijgekocht. Deze jongen besloot Sinterklaas uit dankbaarheid voorgoed te dienen. 
Later in de geschiedenis werd dit aangepast naar 'een knecht' en ging hij gekleed als Moorse jongen. We waren toen één land met Spanje en kenden de Moren (Morisco’s, Moslims) voornamelijk als onderdrukte groep. Het is hier dus dat  Zwarte Piet dus een bruine Arabier wordt. 

- Tijdens de 17de en 18de eeuw vond de Europese adel het trouwens heel sjiek om een Moorse knecht of page in dienst te hebben, wat niet altijd met een negatieve bijklank hoefde te zijn. Een knecht was immers een ‘werknemer’. 

- Een vierde versie is dat Zwarte Piet oorspronkelijk een blanke helper was die zwart is geworden door het roet in de schoorstenen, waar hij doorheen kroop om cadeautjes in de schoenen van kinderen te leggen. Dit is dan ook de versie die de tegenstanders van de zwarte kleur het liefst zouden ingeburgerd zien. Niet volledig zwart maar eventueel met enkele roetvegen door het door de schouw te kruipen.

Dat idee lijkt nog zo slecht niet want kleine Italiaanse jongetjes deden lange tijd in het oude Europa dienst als schoorsteenvegers. Ze kropen voor hun werk door de rookkanalen, wat door hun gestalte geen moeilijke opdracht was. Ze hadden een roe bij zich om de schoorsteen schoon te maken en een zak om al dat roet in te verzamelen.

In Duitsland heeft Sinterklaas tegenwoordig nog steeds slechts één blanke knecht, Knecht Ruprecht genaamd. En ook Frankrijk kent één blanke helper : Le Père Fouettard
In België zijn er in 1800 ook afbeeldingen gemaakt van een blanke helper van de sint, 'Knecht Jan', dus ook hier is die niet altijd zwart geweest.

Volgens de overlevering in Oostenrijk is het de duivel zelf die de helper is van Sinterklaas. In zijn leven zou Sinterklaas namelijk de duivel hebben overwonnen en zou hem hierna tot slaaf hebben gebombardeerd. Hierdoor is het zo dat het duivelse figuur Krampus is, die daar Sinterklaas moet dienen.
Hier een foto van Sint Niklaas te Wenen, samen met zijn knecht Krampus, die er met zijn duivelshoornen en ketting indrukwekkend vervaarlijk uitzag.


Ook in Tjechië wordt de Sint nog steeds gekoppeld aan knechten die verkleed zijn als duivels of kwelgeesten.

De figuur van Zwarte Piet, zoals wij die tegenwoordig kennen, kwam voor het eerst voor in het prentenboek ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ van Jan Schenkman uit 1850.
In de eerste druk van het prentenboek draagt de donkere bediende een wit pak met rode biezen en geen hoofddeksel.

De helper van de Sint heeft toen ook nog geen naam. Hij wordt omschreven als ‘Moor’, ‘Knecht’ of ‘Pieter m’n knecht’.  Op dat ogenblik heeft hij trouwens ook nog geen zak of roe. 
Vanaf de volgende uitgave is Zwarte Piet in een felgekleurd pagepakje afgebeeld. Aan koninklijke hoven droegen de dienaren ook zulke kleding en dit werd dan ook meteen de basis om ook Zwarte Piet in zulke kleding te hullen.
Het is ook in dit boek dat voor het eerst verwezen wordt naar Spanje als herkomstland van de boot. 

Zwarte Piet is in de afgelopen jaren jammer genoeg steeds verder uitgegroeid tot één van de meest besproken figuren van de Nederlandse en de Belgische cultuur. De tegenstanders wijzen op de stereotype kenmerken van zijn personage, terwijl de voorstanders menen dat de onschuldige helper van de Goedheiligman is verankerd in onze cultuur en tradities en er niet zomaar uit verwijderd kan worden. 
Vooral voor deze laatste groep is het echt wel belangrijk om de héle geschiedenis van Sints helper in het oog te houden. Zo was de assistent van Sinterklaas in 1800 bijvoorbeeld nog een witte man met de naam "Jan de Knecht". 

De eerste decennia van de twintigste eeuw gaat het met Piet alle kanten op. Soms draagt hij een tulband of een 'fez', net als een oude krijger. 
Gezien het ook steeds drukker wordt, neemt de Sint ook andere mensen mee op de stoomboot: Romeinse soldaten, edelen en handelslieden. En er komen steeds meer Pieten en helpers bij. 

De Zwarte Pieten kregen meer en meer het stereotype uiterlijk zoals mensen toen dachten dat Afrikanen eruit zagen, en tot de tweede helft van de twintigste eeuw was de donkere helper van Sinterklaas, in overeenstemming met koloniale tradities, ook niet erg snugger.

Toen er in de tweede helft van de twintigste eeuw steeds meer bewoners uit de voormalige koloniën naar Nederland immigreerden, en de mensen een beter beeld kregen van ‘de zwarte’, kreeg Zwarte Piet een meer ontwikkeld karakter. Sinterklaas werd de verstrooide goedheiligman en Zwarte Piet werd zijn uitbundige helper. 
De zak en de roe werden definitief afgeschaft in de jaren ‘60 en de helper kreeg ook een andere functie toebedeeld. Hij was nu geen boeman meer maar een kindervriend.  De mensen gingen hun kinderen in die jaren ook anders opvoeden, minder streng, lijfstraffen waren uit den boze, en Sinterklaas en zijn knecht veranderden dus mee.

Tot in de jaren’ 90 veranderen gedrag en uiterlijk langzaam aan.
Zoals reeds eerder beschreven is de originele Zwarte Piet eigenlijk een voortzetting van een veel ouder gebruik waarbij mensen met een zwart gezicht een rol speelden in de Midwinterrituelen, en later spelen zwartgemaakte gezichten en maskers ook een rol bij de helpers van Sint Nicolaas, Nikolo in Oostenrijk, Niklaus in Duitsland en Samichlaus in Zwitserland. Ook op de avond van Sint Maarten doen mannen met zwartgemaakte gezichten de ronde in processie door Wörgl en het Lage Inn Dal in Tirol.

De dikke lippen verdwenen doorheen de jaren, het kroeshaar werd krulhaar en de grote gouden oorringen gingen uit. Het ietwat ‘domme’ gedrag van Piet verdween, en er kwamen verschillende 'manager-Pieten' bij zoals Hoofdpiet, Wegwijspiet en Muziekpiet. In de jaren die erop volgen, kwamen ook de eerste gekleurde, gestreepte en witte Pieten in the picture.

Ondanks deze verbeterde status blijft Zwarte Piet de laatste jaren steeds vaker onderwerp van protest door het vermeende racistische karakter. Er wordt door tegenstanders vaak verwezen naar ‘blackface’ die in de geschiedenisboeken op een heel donkere pagina staat.

Als we ‘blackface’ erbij halen, is het echter belangrijk om te vermelden dat de meeste Belgen en Nederlanders zelfs geen idee hebben wat deze term eigenlijk inhoudt. Daarom deze uitleg. 

Het zwart opmaken van een gezicht tijdens theatervoorstellingen ten tijde van de slavernij in de Verenigde Staten werd gebruikt om een karikatuur van een Afro-Amerikaanse plantageslaaf op te voeren, en er eens goed mee te spotten.

De als zwarten vermomde acteurs leken een beetje omgekeerde panda’s: ze hadden witte omrandingen aan de ogen, aapachtige dikke lippen, en ze zongen heel karikaturaal. Hun kledij varieerde van glinsterende showpakken tot iets wat leek op het kostuum van een Spaanse edelman uit vroegere tijden.


Rond 1848 kende men zo in de VS de zogenaamde minstrel shows waarin artiesten aantraden met blackface. Het werd een nationale kunstvorm waarin hogere kunstvormen zoals opera gepopulariseerd werden voor een algemeen publiek.
Aan het begin van de 20e eeuw werd 'blackface' een eigen vorm, los van de minstrel show, totdat men er in de jaren ‘60 volledig mee ophield door de opkomst van burgerrechten in de VS. 
Het ‘vermaak’ was immers een belangrijke bron van de verspreiding van stereotypen in de VS zoals 'het zorgeloze zwartje op de plantage' of de 'donkere dandy'.

Om hun huid zwart te maken, gebruikten de acteurs gebrande kurk en later schmink of. Rond de mond bleef het wit om de lippen te benadrukken en het geheel een clownesk karakter te geven. Vaak droegen ze wollige pruiken, handschoenen, slipjassen en gerafelde kleren om de transformatie tot een plantageslaaf compleet te maken. 
De acteurs in blackface waren blank, omdat Afro-Amerikanen aanvankelijk niet op het toneel mochten optreden. Later zijn echter ook zwarte artiesten in blackface gaan optreden, en eigenlijk speelden ze dus een karikatuur van zichzelf.

Na de invoering van gelijke rechten en het mogen optreden van Afro-Amerikanen in theaters is het optreden in blackface in de Verenigde Staten en Engeland een heel delicaat onderwerp geworden.

Er wordt vooral aanstoot genomen aan tradities elders ter wereld waar zwart geschminkte personen in voor komen, en dat vanwege een gelijkenis met blackface: 
Zo bijvoorbeeld Driekoningen in Spanje, Hajji Firuz in Iran en Zwarte Piet in Nederland en België. 
Binnen België en (vooral) in Nederland is het dan ‘not done’ om Zwarte Piet met blackface te gaan vergelijken omwille van de andere geschiedenis.

Als we nu blackface echt gaan vergelijken met Zwarte Piet zien we inderdaad wat overeenkomsten, maar het valt op dat te veel mensen te weinig kennis hebben van de eigenlijke herkomst en het uiterlijk voor 1850 of deze historie zelfs ontkennen. Hun interpretatie van de figuur wordt daardoor natuurlijk wel (en ergens ook wel begrijpelijk) beinvloed door de gelijkenis met blackfacefiguren.
Men moet Zwarte Piet met zijn herkomst duidelijk leren onderscheiden van "Blackface", en dat is waar het schoentje soms wel eens wringt.

Het is wel zo dat de tijd waarin Zwarte Piet zijn uiterlijk kreeg in boekjes bijna volledig samenloopt met het gebruik van denigrerende of spottende beeldtaal voor mensen van Afrikaanse afkomst in strips, cartoons, spotprenten en dergelijke.
Het is de combinatie van zijn zwarte kroeshaar, zijn soms overdreven groot gemaakte rode lippen en de Creolen (oorringen) die een probleem blijken te zijn.

Tussen de twee wereldoorlogen verschenen er in Europa strips die zich afspeelden in de kolonies, met een karikaturale voorstelling van de autochtone kannibalen en “kroeskoppen”, die zich vaak in bomen ophielden. Na 1945 vond die portrettering zijn weg naar “Kuifje”, “Asterix en Obelix” en “Sjors en Sjimmie”. 

Ook Oki en Doki brachten ooit een bezoek aan de ‘nikkers’.


Het was kortom een aanval op alle media-fronten. Ook hoe de televisie omging met het Sinterklaasgebeuren werd zwaar op de korrel genomen.

Zwarte Piet aan het begin van de 20e eeuw was echter een heel ‘andere’ zwarte Zwarte Piet dan diegene die werd opgevoerd in de boekjes. Het was er eentje zonder de overdreven rode lippen, meestal zonder creolen en ook het haar was wel krullerig maar niet kroes. 
Ook in de maskerades door de tijd heen zijn deze kenmerken niet terug te vinden. 

De versie van de tegenstanders : "Zwarte Piet is en blijft een figuur die gebaseerd is op de stereotyperende weergave van zwarte mensen in de 19e eeuw. Zijn verschijning verwijst rechtstreeks naar de geschiedenis van het kolonialisme en slavernij. Ondanks de vele verhalen die er bestaan over de oorsprong van Zwarte Piet is dit de enige plausibele verklaring voor zijn huidige uiterlijk."

De ‘pijnlijke’, karikaturale, voorstelling die achteraf van gemaakt werd, verklaart wel waarom deze bepaalde groep mensen Zwarte Piet aanstootgevend vindt en een andere groep er niets slechts in ziet. Deze laatste groep ziet gewoon ‘een zwarte’, maar kent de gebruikte beeldtaal niet en weet niet welke betekenis daar eigenlijk aan vasthangt.

De versie van de voorstanders : “De manier waarop Zwarte Piet in de huidige tijd wordt gespeeld is gezien de eigenlijke oorsprong zeker te aanvaarden. Het betwiste zwart hoort bij een traditie en deze mag men niet te nauw onder de loep nemen. Oog hebben voor wat wel grensoverschrijdend zou kunnen zijn, is er bij professionele vertolkers voldoende, zodat eventueel aanstootgevende opmerkingen of gedragingen uit den boze zijn".

Men gaat dus zeker niets uitlokken of uitbuiten, al kan het kwestie van merchandise op sommige vlakken natuurlijk wel wat beter. Het veroordelen van de figuur Zwarte Piet op zijn uiterlijk, wat uiteindelijk toch niets te maken heeft met blackface, als racisme is misschien toch wat overdreven. 

Maar wat zijn nu de grootste bezwaren en verweermiddelen om zwarte Piet al dan niet te laten verder bestaan ? 

Het haar, de lippen en de oorringen worden aangehaald als tekenen van racisme, maar ook het zwarte gezicht, de roe en de zak, worden als verwerpelijke symbolen aangeduid, hoewel dit historisch incorrect moet worden genoemd. 

- het zwarte gezicht, wat hierboven al besproken is, is géén verwijzing naar blackface.

- de verwijzing naar het kolonialisme via de inhoud van zak, de lekkernijen, die verwijzen naar de uitbuiting, is ook gemakkelijk te weerleggen .… De handel in specerijen dateert immers al van lang voor het koloniale tijdperk  Er is zelfs in 1360 al een ‘claescoeck’ bekend waarvan geweten is dat die met specerijen gemaakt werd. Van een rechtstreekse oorsprong in het koloniale verleden kan men dus ook hier niet uitgaan, het is veel ouder.

- een ketting, die trouwens ondertussen geen deel meer uitmaakt van de huidige ‘outfit’ zou een symbool zijn van slavernij. Dat is natuurlijk een goed te begrijpen stelling, maar … onterecht. 
Het is namelijk zo dat de ketting symbool stond voor de onderwerping van het heidense aan het Heilige zoals de kerk dat graag wilde zien en dus ook al lang bestond. 

- een roe is ook al niet te bekijken als zuiver tuchtatrribuut om mee te slaan.  Oorspronkelijk stonden de berk en dus ook de twijgen van deze boom namelijk symbool voor vruchtbaarheid en nieuw leven. Tot in de eerste helft van de 20e eeuw was het in sommige streken binnen agrarische gemeenschappen gebruikelijk om zowel vrouwen en kinderen als het vee te slaan met berkentwijgen, zodat de levenssappen van de boom werden overgedragen.
Oorspronkelijk was de roe ook binnen de Sinterklaastraditie geen strafwerktuig. Het was een teken om aan te geven dat een kind het Sinterklaasfeest ontgroeid was en dus op weg was naar de volwassenheid.
Een kind dat een bepaalde leeftijd had bereikt, kreeg geen geschenken meer maar de roe. 
Op de beeltenis staat een kind afgebeeld dat juist de bewuste roe in ontvangst heeft genomen.
 

De betekenis van de roe als instrument om te straffen kwam op aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw, toen het opvoedingselement in de Sinterklaastraditie steeds meer centraal kwam te staan. Sinds halverwege de 20e eeuw is de roe weer helemaal naar de achtergrond verdwenen.

- Het immer vrolijke en amusante gedrag van Piet zou een voortvloeisel zijn uit de theatervoorstellingen van Blackface. Ook dit is echter niet waar. 
Er zijn oudere verklaringen dat het ondeugende gedrag van Zwarte Piet van een veel oudere datum stamt en eigenlijk te maken heeft met zijn heidense wortels.  
Gekke bekken trekken en grappig doen was een reactie op de soms erg dwingende houding van kerk en overheid. 

- In Nederland werd er soms een Surinaamse dialect gebruikt door de Pieten. Dit was natuurlijk ook een niet historische toevoeging, helemaal niet racistisch bedoeld, met als enige bedoeling de stem te verdraaien om zo onherkenbaar te zijn voor de lieve kindertjes.
In Aalst was het vaak al voldoende om ‘keurig nederlands’ te praten om de jonge Oilsjteneers en Oilsjteneskes op een dwaalspoor te brengen.

- Ook zien sommige mensen in Sint Nicolaas en Zwarte Piet de slavenmeester en zijn slaaf terug en er zijn er die volhouden dat dit vanuit de historie de enige manier is om de hiërarchie van dit duo te kunnen verklaren. 

Het is echter heel belangrijk dat men op de hoogte is dat ook deze rolverdeling al veel ouder is en te maken heeft met het feit dat het licht het donker moet overwinnen (men kan overigens het belang van het donker niet ontkennen, kwestie van vruchtbaarheid en nachtrust bijvoorbeeld. 

Het feit dat de kerk een christelijke heilige de baas wilde laten zijn over de van oorsprong heidense begeleider, die zij voor het gemak maar de duivel noemden, is een bewijs dat men niet echt van racisme kan spreken.
 
- Er worden vaak voorbeelden gegeven van schilderijen van vorstelijke personen of edelen met een slavenpage aan hun zijde. Ook rijke kooplieden werden soms op die manier afgebeeld. 
Sinterklaas behoort echter niet tot de adel, noch tot de bourgoisie, maar tot de geestelijkheid. 
En gezien geestelijken geen slavenpages hadden, werden deze dan ook niet toegevoegd ter verhoging van hun status zoals bij de vorige klassen wel het geval was. De ‘voorbeelden’ zijn dus eigenlijk totaal niet correct.

- Er zijn ook geen Sinterklaasverhalen of -gebruiken die naar de slavernij verwijzen .
De rol van de kerk in de slavernij is uiteraard niet altijd onbesproken geweest, en mag zeker niet verdwijnen in één of andere doofpot. Toch mag men niet overdrijven door hier steeds naar te willen wijzen en te willen linken aan de zwarte Piet. 
Ook de rol van de geestelijkheid in de seksschandalen van de kerk is niet te linken aan Sinterklaas omdat dit geen algemeen beeld mag worden, en enkel maar gaat over individuele voorvallen.

- Voorts vallen velen nog over het woord ‘knecht’. Dit zou immers een synomiem zijn voor een ’slaaf’, maar ... ook daar is eigenlijk geen sprake van. 
Vroeger had men ‘knechten’ en 'meiden' zoals men tegenwoordig "werknemers" heeft, niet meer en niet minder. 

- De kleding (de vrolijk gekleurde outfit) vormt niet echt een probleem omdat mensen in verschillende posities dergelijke kleding droegen. 

Wat wel bestaat, zijn enkele liedjes, waarvan de meeste niet meer gekend of gezongen worden, waartegen wel enig bezwaar kan worden gemaakt. 
Niet iets specifieks dat gelinkt moet worden aan Zwarte Piet, maar waarschijnlijk gewoon uit onwetendheid van de schrijver.
Wat vandaag wel nog gezongen wordt, en waartegen wel nog bezwaar is, is het lied met de zin “Want al ben ik zwart als roet, ik meen het wel goed”. 

Je kan je natuurlijk afvragen of dit verwijst naar een argwanende houding tegenover mensen van Afrikaanse (of anderszins donkere) afkomst (vergelijk wit als sneeuw) en niet gewoon naar het roet uit de traditie. Ook bij een garagist wordt gezegd dat hij een overall heeft zo zwart als roet. 
Wanneer de tekst op deze wijze juist verstaan wordt, kan ook dat dus geen probleem vormen.
Net als de ons overbekende ‘ni bang van zwarte man’ dus eigenlijk …

Zich verkleden als ‘zwarte man’ kan dus wel degelijk op wat tegenstand botsen. In Brussel kent men bijvoorbeeld ook de traditie van de “Noirauds”. Dat zijn blanke mannen die zich vermommen als zwarten om geld in te zamelen voor arme kinderen. Toen op een dag onder een laag schmink minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders werd ontdekt, kwam die kortstondig in het oog van de storm, net als prins Laurent trouwens die zich ook al ‘bezondigde’ aan hetzelfde feit.

Na alle discussies over de exacte kleur van de brave knecht, lijkt het er in Aalst sterk op dat men zich niet gaat mengen in de hetze en men blijft vasthouden aan de traditie. 

Ook de laatste jaren is het steeds zo geweest dat wij ‘échte’ zwarte Pieten (en Mieten) hadden.
Zij entertainden het volk altijd op heel enthousiaste wijze tijdens de jaarmarkt, en de laatste jaren kwamen ze zelfs op spectaculaire wijze van de Watertoren afgedaald.

In ‘Sinterklaasje kom maar binnen zonder knecht’, een boek uit 1998, staat dat het spelen van Sinterklaas door een vrouw raar zou zijn. Er bestaan echter foto’s uit 1924 waar in  Zeeland (NL) zowel de Sint als de Pieten door vrouwen gespeeld zijn.
En ook op het schilderij van Xaver von Paumgarten uit 1820, wordt de rol van Sinterklaas door een vrouw uitgebeeld ... 
Zo vreemd is het dus allemaal niet. 
Wat misschien wel vreemd is (en misschien ook wel tot nadenken uitnodigt), is dat een donker iemand geen Sint zou kunnen spelen, maar altijd een Zwarte Piet zal moeten vertolken. 

2020 betekende een … tja … zwart jaar, zowel voor de sint als voor zijn trouwe metgezellen en de lieve kindertjes die zich verheugd hadden op een confrontatie met hun idolen. 
De blijde intrede werd door de coronacrisis niet gevierd, en ook het troonmoment tijdens de jaarmarkt ging niet door.

Jammere zaak, niks aan te doen, maar wat eigenlijk nog veel erger was …  

2020 zal naast het ‘coronajaar’ ook het jaar worden van de ‘black lives matter’ beweging, een organisatie die zich hevig afzet tegen het opvoeren van de zwarte medemens als slaaf of als ‘mindere’.
Aanleiding tot deze protesten waren enkele politieacties in Amerika waarbij (blanke) agenten (zwarte) mensen gedood hadden. 
Die Black Lives Matter (BLM) nam enorme proporties aan, zo erg zelfs dat de hemelbus, waar de kinderen van Aalst hun brieven en tekeningen konden in deponeren, beklad werd met ‘BLM’ en ‘Zwarte Piet is racistisch’ slogans. 


Of hoe de kindjes moeten boeten voor de discussies van volwassenen. 

November 2021 : Basketter Jean-Marc Mwema van de Antwerp Giants haalde via Instagram hard uit naar Okapi Aalst, dat cheerleaders liet opdraven als Zwarte Pieten. Hij noemde de blackfaces ronduit walgelijk. Okapi Aalst zei de heisa te betreuren, maar zei ook: ‘traditie is zo zwart als roet’.

“De traditie van Zwarte Piet is voor ons niet gestoeld op enige vorm van racisme”, schreef de club. “Aalst, zijn inwoners en het DNA zijn van nature misschien wat rebelser. Het is vaak wit of zwart; grijs bestaat meestal niet. Okapi Aalst wil met plezier in een persoonlijk gesprek met Jean-Marc beide standpunten verduidelijken. Wat de club betreft herhalen we een laatste maal dat racisme hier niet aan de basis ligt.”

November 2022 : Vanuit het schepencollege werden geen richtlijnen gegeven over de Zwarte Piet dit jaar. Schepen van erfgoed Karim Van Overmeire zei wel zich te zullen verzetten tegen een verbod op de Zwarte Piet, maar dat hij zich wel kan vinden in een mix van roetpieten en Zwarte Pieten. 
In Aalst blijft men dus vasthouden aan de traditie, en is men eigenlijk ook wel wat ontgoocheld omdat we één van de laatste steden zijn waar de Sint vergezeld zal worden door zijn trouwe kompa(a)n(en). 

Volgens het Aalsterse Feestcomité moeten de Pieten wel degelijk zwart zijn, maar dan wel zonder kroeselhaar, rode lippen of gouden kettingen. Feestcomité-voorzitster Wendy Wauters verklaarde dat die laatste attributen er misschien wel wat over zouden zijn in deze tijden van discussies.

Discussies trouwens, die waarschijnlijk nog lang niet verdwenen zijn, maar samengevat is de betekenis van de naam "Zwarte Piet" buitengewoon simpel: 

‘Zwart’ slaat op zijn zwarte huidskleur en ‘Piet’ is een willekeurige, veelvoorkomende naam die in algemene zin wordt gebruikt in de betekenis ‘man’. 

Denk ook aan uitdrukkingen als saaie piet, piet snot en natuurlijk zeurpiet. 

Zwarte Piet betekent dus eigenlijk niets anders dan ‘zwarte man’, en daar hebben we in Aalst natuurlijk wel wat ervaring mee ...




Bronnen

immaterieelerfgoed.be
vrt.be 22/10/2020
radio2 8/11/2019
HLN 04/11/2022
Wat de feesten ons vertellen - Anite Haverkamp | Uitgever: Uitgeverij WBOOKS
kuleuven.be/thomas/page/lichtfeesten-sint-maarten/
dewarmebakker.com
Universiteit Antwerpen / Bachelor in de conservatie-restauratie
openchurches.eu
isgeschiedenis.nl
vrtnws.be
golfbrekers.be
salonvansisphus.wordpress.com
erfgoedceldenderland.be
De Volksstem, 4/11/1928 – 10/10/1929 – 29/10/1932
Ghysens J. (1981), Aalst in Vlaanderen, Genootschap voor Aalsterse geschiedenisJ. Ter Gouw (1871) De volksvermaken

maandag 30 december 2019

Nieuwjaarsbrieven

Vorige week waren het de kerstkaartjes  (zie HIER) … 
nu gaan we onze nieuwjaarsbrief eens lezen ...

Terwijl we bij Denemarken denken aan lego, bij Griekenland aan witte huizen met blauwe daken. En bij Spanje aan Sint Maarten en appelsienen … zijn wij gekend voor onze chocolade, ons bier, manneken pis en het Atomium

Terwijl ze zich in Duitsland amuseren met hun schlagers, ze in Nederland rondlopen op klompen, in Frankrijk aan het petanquen zijn, en in Engeland tea-time houden …. hebben wij in ons kleine landje (buiten frieten eten) blijkbaar geen uniek gebruik dat het land typeert …

Neen ? …
Toch wel !   

In ons Vlaamse vlakke land bestaat namelijk wel degelijk een traditie die de eer moet redden.

Een traditie die zo uniek is dat ze enkel in Vlaanderen gekend is.

Een traditie die bovendien al eeuwenlang meedraait.

Vlaanderen heeft iets dat geen enkel land noch streek in de wereld heeft.

Vlaanderen heeft… de nieuwjaarsbrief.


In tegenstelling tot het kerstkaartje is de nieuwjaarsbrief dus wel een Vlaamse aangelegenheid.


Bij de overgang van oud naar nieuw is het traditie dat kinderen hun nieuwjaarbrief opzeggen aan ouders, meter en peter in het bijzijn van de hele familie. Ze uiten hun dankbaarheid en liefde voor de ouders en beloven om het komende jaar (uiteraard) opnieuw braaf te zijn. Uiteraard verwachten ze voor deze inspanningen ook ‘een enveloppeke’ of iets anders in de plaats.

Het opzeggen van een nieuwjaarsbrief is een Vlaamse traditie die zijn oorsprong kent in de 16e eeuw toen de Franse koning Karel IX in 1563 besliste dat 1 januari voortaan nieuwjaarsdag zou zijn.

Na de invoering van de Gregoriaanse kalender in 1582 werd 1 januari vanaf dat ogenblik aanvaard als nieuwjaarsdag in steeds meer landen in Europa en daarna ook in de wereld. De brieven van toen waren  enkel voor de elite, want enkel zij gingen naar school en konden lezen en schrijven.

Er is zelfs nog een exemplaar teruggevonden van de Antwerpse drukker Jan Moretus (1543-1610), de schoonzoon van Christoffel Plantijn (1520-1589).

Deze eerste brieven waren in het Latijn geschreven en waren daarenboven opgesteld in dichtvorm.
We moesten er vooral uit leren dat vrede het kostbaarste is op aarde en dat geschenken deze boodschap van vrede bevestigen en versterken. 
De leerlingen konden de op school geleerde kennis en vaardigheden in de huiskamer en voor de familieleden in de praktijk brengen. Het ging daarbij zowel over de manier waarop de tekst werd gebracht, als over hoe de brief geschreven was ... Even konden de leerlingen dus de rol spelen van redenaar, van spreker voor een publiek … een kort 'moment de gloire' als het ware. 
Wanneer de kinderen de brieven op school schreven, was er uiteraard uiterste concentratie vereist en moesten de handen extra proper zijn. Slordigheid en vlekken werden immers niet getolereerd!

De nieuwjaarsbrief is tijdenlang een privilege van de betere klassen gebleven. Zoals vermeld kwamen de nieuwjaarsbrieven alleen voor bij de bourgeoisie, na het Latijn voornamelijk in het Frans.

Pas na de Eerste Wereldoorlog, toen de leerplicht werd ingevoerd, vond de nieuwjaarsbrief ook zijn weg naar de gewone man. 
Voortaan voor 'iedereen' dus, maar zelfs toen het Vlaams zijn opwachting maakte in het onderwijs, was het nog steeds zo dat daar waar de kinderen van de gewone werkmens het hielden op ‘Lieve ouders,’ uit de kinderkeeltjes van betere komaf het chiquere ‘Mes chers Parents' klonk.

Op de nieuwjaarsbrieven-schrijfdag moesten de kindjes altijd met schone handjes naar school komen. Vlekken op het goudomrande en blinkende papier waren immers volledig uit den boze. Maandenlang al was men bezig met de voorbereiding in de les kalligrafie (of 'schoonschrift' zoals dat toen noemde) zodat de kinderen op het moment suprême in sierlijke krulletters hun wensen konden neerschrijven.

Die bedachten ze overigens niet zelf. Aan spontaniteit werd nog weinig belang gehecht. De tekst werd door de meester voorgeschreven op bord. Het was aan de kinderen om die foutloos te kopiëren. Nieuwe pen, inktpot en vloeipapiertje waren die dag dus zeker nooit ver buiten handbereik.

De taal was in die tijd ook nog erg vormelijk. Voor grappige rijmpjes en dito wensen was er toen helemaal geen plaats. Respect en vroomheid waren de norm. Dat getuigt deze brief die in 1929 werd geschreven :

“Best Meter, 

Wat ben ik blijde
Dat de eerste januari
weer is aangebroken.
Het is immers op dezen
dag het mij zoo aangenaam
is U mijne hartelijkste wenschen
te toesturen Op den eerste
dag van het jaar 1929 heb ik den
Goeden God den ook vurig gebeden
opdat Hij u nog menig jaar in
volle gezondheid zou laten leven
en opdat Hij alle uwe
ondernemingen met zegen zou
beloonen. Wat mij betreft ik beloof u
welgemeend braaf te zullen
zijn en goed te leeren in de school

Uw doopkind
T.
Aalst den 1sten januari 1929”

Of deze uit 1933 :

“Dierbare Ouders

Met opgeruimden geest begroet ik den
eersten dag van het jaar, dan
immers mag ik U de ware
gevoelens van mijn hart te kennen geven.
Zij bestaan in de
beste gelukwenschen zoo voor
uw geestelijk als tijdelijk
welzijn.
Gods milde (hand)
zegen kome dagelijk op U
neder. Zijn machtige hand
bescherme U voor ziekte en
tegenspoed, steune U in de
beproevingen, doe U in de
gezondheid en moedig uw
levensbaan bewandelen,
begunstige uw arbeid.
In een woord, de Heer
Schenke U het jaar 1933
zalig en gelukkig.
Met dit tijdstipt
vooral, Lieve Ouders, zal een
vurige bede, tot vervulling
dezer wenschen opstijgen, uit het hart
van

Uw toegenegen zoon
T.
Aalst den 1sten januari 1933”

Na de Tweede Wereldoorlog werden de nieuwjaarsbrieven meer afgestemd op de leefwereld van het kind. Het besef groeide dat kinderen de moeilijke woordenschat en de lange volzinnen niet altijd even goed begrepen, laat staan herhalen. De wensen werden korter en makkelijker van taal. Ook werd er meer gebruik gemaakt van rijmpjes, zeker bij de jongste kinderen

Hoewel er dus al vroeger nieuwjaarsbrieven geschreven werden, is deze traditie pas écht doorgebroken tot het grote publiek in de jaren 60.

Ook de vorm van de brieven veranderde grondig in die periode. Nieuwjaarsbrieven werden steeds vaker commercieel geproduceerd, waardoor de afbeeldingen kinderlijker werden. De katholieke symbolen zoals een afbeelding van het Heilig Hart, Jezus, Maria of de Heilige Antonius ruimden vanaf de jaren 1960 steeds vaker plaats voor wintertaferelen.
Uitgever Ben Roggeman uit Schellebelle speelde daarbij bij een belangrijke rol.
In 1960 bracht hij immers het boek ‘De honderd nieuwjaarsbrieven voor kinderen van de lagere school’ uit waarin hij meer dan één lans brak voor de vernieuwing van de nieuwjaarsbrief. De hedendaagse brieven worden voornamelijk uitgegeven bij Abimo Uitgeverij en Bvba Beuselinck.

DE BRIEF :

Een nieuwjaarsbrief is traditioneel een eenvoudig dubbel gevouwen en versierd kaftje, binnenin kan dan de tekst geschreven worden.  Er zijn tegenwoordig echter ook vaak modernere varianten met zelfgemaakte foto's of heuse kunstwerkjes. 

De tekst opent meestal wel nog traditioneel met : "Liefste ouders", "Liefste meter", "Liefste peter" of "Liefste oma en opa" (of andere benamingen voor de grootouders).
In nieuw samengestelde gezinnen en bij overlijdens wordt hier uiteraard van afgeweken. 

De nieuwjaarswensen zelf worden meestal in rijm of versvorm geschreven. 

De brief eindigt ook nog traditioneel met: "Uw kapoen" (Vroeger, in strenger katholieke tijden bij meter en peter, "Uw doopkind"), (Plaats) , 1 januari, (Jaar)".

Toen art nouveau en art deco in de jaren twintig opgang maakten, namen de nieuwjaarsbrieven die stijl over. De jaren dertig en veertig werden dan weer gekenmerkt door devote religieuze plaatjes, wat op zich niet zo verwonderlijk is gezien de nieuwjaarsbrief is gegroeid vanuit een katholieke traditie.'

Ook de oorlog drukte – uiteraard - zijn stempel. De kwaliteit van het papier ging achteruit en de teksten verwezen vaak op aangrijpende wijze naar het oorlogsleed. Kinderen wensten dat er eindelijk vrede zou komen of dat hun pappie snel van het front zou mogen terugkeren.
In die periode kon je ook merken dat de ouders in de vrije ruimte op de nieuwjaarsbrief vaak ook nog snel hun eigen wensen toevoegden. Soms zijn die boodschappen erg praktisch, in de trant van ‘We hadden kunnen komen, maar de auto stond in panne.' of emotioneel bij het verlies van een familielid bijvoorbeeld.

Gelukkig waren er ook vrolijker invloeden. Toen in de vrije en blije jaren zestig en zeventig de rokken korter werden, doken ook figuren in minirokjes op. 
Een decennium daarna waren dan weer de stripfiguren erg in trek. In die tijd kon je als peter of meter de beste wensen ontvangen met een afbeelding van Jommeke, Suske en Wiske of de Smurfen.
Nog later maakten ook Dora, Spongebob en Maya de bij hun opwachting.

Het opzeggen van nieuwjaarsbrieven begint bij de leeftijd van ongeveer 3-4 jaar, de leeftijd waarop kinderen naar de kleuterschool gaan. 
In de kleuterschool zal de tekst voorgedrukt staan op de nieuwjaarsbrief en wordt de tekst in de klas doorgenomen en geoefend samen met de leerkracht in een klassikaal verband. 'Van buiten blokken en aframmelen' dus eigenlijk ...
Vanaf het eerste jaar, wanneer de kinderen leren lezen en schrijven, tot en met het laatste jaar van de basisschool, respectievelijk van 6 tot 12 jaar, schrijven de kinderen op school de nieuwjaarsbrief eigenhandig. Het gaat dan om een tekst, al dan niet een eigen of reeds bestaande tekst, waarin de wensen voor het nieuwe jaar staan. Na het voorlezen van de nieuwjaarsbrief krijgt het kind speelgoed of een ander geschenk, maar vaak ook contant geld om op te sparen voor later.

Het krijgen van geschenken met Nieuwjaar is in België even belangrijk of zelfs belangrijker dan geschenken met Sinterklaas / Sint Maarten of Kerstmis.

De nieuwjaarsbrief is als het ware een soort van dienst die een kind moet leveren opdat het cadeautjes krijgt. Hierdoor zouden ze moeten leren beseffen dat geld en cadeaus niet altijd zomaar vanzelf komen. 
Vaak houdt deze traditie op tijdens het 12de-13de jaar, wanneer het kind de overstap maakt van de basisschool naar secundair onderwijs. Meestal krijgt de tiener met Nieuwjaar, wel nog wat geld toegestopt door de ouders, meter, peter of grootouders maar een brief voorlezen ... wordt wat belachelijk geacht op die leeftijd.

De parodie op de nieuwjaarswens van "liefste peter, hoe meer ge geeft hoe beter" klopt niet helemaal, of zou in elk geval eigenlijk helemaal niet mogen kloppen. 

Een nieuwjaarsbrief is in de eerste plaats immers namelijk bedoeld om elkaar het beste toe te wensen of om te bedanken voor goede zorgen, en niet om te bedanken voor 'luxe'. 
Dat laatste was wel het geval voor brieven die begonnen met 'geachte weldoener' en geschreven waren door weeskinderen
Over het meisjesweeshuis in Aalst is HIER meer te lezen, over het jongensweeshuis HIER ...

Natuurlijk hoort dat centje er vaak wel bij, maar dat heeft eigenlijk meer te maken met de speciale gelegenheid dan met de nieuwjaarsbrief zelf ... 

Alhoewel meter- en peterschap een christelijk-katholiek gebruik is, is deze traditie ook door vrijzinnigen in gebruik. 
Dit is minder het geval bij de andere geloofsovertuigingen, omdat het een gebruik is uit de Belgische christelijk-katholiek cultuur. Toch maken ook moslimkinderen samen met katholieke en vrijzinnige kinderen op school nieuwjaarsbrieven voor hun ouders en grootouders, niettegenstaande deze traditie bij hen eigenlijk niet wordt gebruikt. Het schrijven ervan wordt dan ook gezien als een initiatief van de school, en niet vanuit religie of traditie.

Hier een voorbeeldje 'old style' uit de jaren '50 met nog 'tierlantijntjes' en 'krulletjes'.


En een hedendaags voorbeeld waar het thema 'winter' voorop staat. Het ontwerp is van de Aalsterse auteur en illustrator Kathleen Amant.


Tot slot een nieuwjaarsbrief zoals deze heden ten dage zou kunnen klinken :


Hi ieder1

Whappe wil ik niet.
SMS is uit de tijd.
Mail, geen skype noch tweet.
Dat past niet bij deze gelegenheid.
Ook niet via fb een bericht.
Maar wel IRL dan zie je mijn gezicht. 

Dit zal je zeker plzren.
Het is feest VAN8,
we hebben iets te 4en.
Als je nog ff w8.
Het is echt, er is een jaar voorbij.
De komst van nieuwjaar maakt me :-)

Ik heb wat wensen voor jou klaar.
Ja, ik heb aan jou ged8.
Ik wens je een vetfijn jaar
met veel LUV, voorspoed en kr8.
Een goede gezondheid en veel suc6.
Een jaar zonder al te veel stress.

We zijn gekomen aan het einde van mijn pb.
Ik moet dringend stoppen want 2024 is in zicht.

2 U from me.




Bronnen :

Etienne Scheerlinck/geschiedenis.htm
Nieuwsblad 11/12/2008
afbeelding 1950 huisvanalijn.be
afbeelding hedendaags eenfijnedag.be/njb-kathleen_amant.php
hebban.nl Renate Kerkhofs
Inventief met de nieuwjaarsbrief, Renate Kerkhofs, ISBN 9789402168198
lecavzw.be/tradities