Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label volksplaats. Alle posts tonen
Posts tonen met het label volksplaats. Alle posts tonen

donderdag 6 augustus 2020

De Jefkes van Sint Anna


De Jefkes van Sint Anna, nog zo'n monument in onze stad …
De vereniging is door de loop der jaren uitgegroeid tot één van de gekendste in Aalst.


In de originele bezetting waren er meerdere leden die de voornaam Jozef droegen ('Jef' voor de vrienden) en dus was de naam van de nieuwe vereniging uiteraard snel gekozen.

Jef Rimbaut, Jef Bonner, Jef Vertongen, Jef Nimmegeers, Jef Van Durme,  Jef Paepe, Jef  Meyer en Jef Borms waren, samen met de mascottes Elisabeth en Germaine,  gestart voor een lange periode. 
Hier een foto uit het stichtingsjaar.

In 1983 hielden de pioniers het echter voor bekeken en vonden al snel opvolging in enkele jongelui van het Jeugdhuis Terlinden, en leden van de carnavalsgroep 'Vanoigest'.
Zij namen het zeel in handen, en dat vervolgverhaal is er eentje dat nog tot op de dag van vandaag eens succesformule blijkt te zijn.

Etienne Viersé en Patrick Simoens zijn nog steeds twee van de drijvende krachten en zij vierden in 2019 hun 35 jarig lidmaatschap. Patrick is trouwens huidig voorzitter.

We splitsen hun activiteiten op in twee belangrijke delen :

- Kinderkarnaval

Omstreeks carnaval 1969 opperde onderpastoor Jef Limpens van de Sint-Annaparochie, een heel gedreven en sympathiek man met grootse en originele ideeën, dat het misschien wel leuk zou zijn om de kinderen uit de wijk op maandagnamiddag van de Aalsterse carnavalsfeesten een vrolijke namiddag te bezorgen.

Niet iedereen begaf zich op maandagnamiddag immers graag naar het stadscentrum met kleine kinderen en daarom organiseerden de onderpastoor en enkele buurtbewoners een kindercarnavalsfeestje in de Sint-Annaschool aan de Volksplaats (’t Ezelspleintje).
Men kende in het eerste jaar een voorzichtige maar toch veelbelovende start met een 50-tal kinderen en een chocoladebedeling.

Aangezien dit initiatief op heel wat bijval mocht rekenen, besloot men om het verkleed kindercarnaval verder te zetten, en er een jaarlijkse traditie van te maken.
De onderpastoor zocht en vond enkele helpende handen om de organisatie in goede banen te leiden, want 'alleen is maar alleen' en 'vele handen maken licht werk'.
Het waren voornamelijk de leden van de toenmalige biljartclub in de Sint-Annakring die het initiatief zagen zitten, en die er zich dus ook voor 'smeten'.

Onder leiding van Jef Borms, de eerste voorzitter, zou vanaf dat ogenblik jaarlijks een kleurwedstrijd, snoepbedeling en een ballonwedstrijd gehouden worden.

Sedert 1970 wordt ook een jaarlijkse kinderoptocht georganiseerd. Een optocht die doorheen de straten van de wijk gaat en eindigt in de St Annazaal, waar het feestje wordt verdergezet.

In deze feestzaal aan het Roklijf smulden de kinderen in de beginjaren pannenkoeken, kregen ze handenvol snoepjes, en er werden zwart wit films gespeeld van Charlie Chaplin en Laurel & Hardy. Nog niet écht 'Aalsters' dus, maar in een tijd waar nog geen sprake was van Aalsterse carnavalsmuziek was dit wel wel een heel leuk gegeven dat enorm gesmaakt werd.

De opkomst groeide al snel tot een volle zaal waar een 600-tal kinderen kon genieten van het aangeboden spektakel.

In 1988 meldt de pers dat er zeker duizend kinderen in de straten van St Anna liepen ... cowboys en -girls, pierots en harlekijns, clowns en perrewettemakers, boeren en boerinnen, …
Op een paar plaatsen was het grabbelen troef, want vanuit ramen op de eerste verdieping werd heel wat snoep te grabbel gegooid. Als buren van Antoine hadden wij trouwens ook de eer om ons raam ter beschikking te stellen van het goede doel. Kilo’s snoep werden er door gegooid, en de kinderen op straat maar grabbelen …


Dit kinderfeest gaat trouwens nog steeds door aan het Roklijf …  


Roklijf is de naam van de straat die tot 1932 ‘Lindenstraat-Blok’ heette. De straat werd genoemd naar de voormalige herberg ’t Oud Roklijf op deze locatie. Een roklijf is trouwens ook een in onbruik geraakte benaming voor een kort bovenkledingstuk of kinderkledij.

De bekendheid gaat ondertussen ver voorbij de Sint Annawijk, en de kinderen worden tegenwoordig wél begeleid door Oilsjterse muziek, enkele Aalsterse groepen, de prins en enkele notabelen …
De filmvoorstelling is in de loop der jaren veranderd naar een heuse show, met clowns, acrobaten, sketches en spelletjes.

2019 Werd het jubileumjaar,
‘De Jefkes’ mogen zich van toen af ‘Koninklijk’ noemen, en en ter gelegenheid van dit feit werd er nog eens een (éénmalige) filmvoorstelling georganiseerd in Cinema Palace. Net als ‘in the good old days’ dus …
Nog datzelfde jaar werd ook nog een kinder-avonturendag georganiseerd. 14 april betekende een nooit gezien aantal springkastelen en animatie allerhande waar de kinderen zich naar hartenlust konden uitleven.
Ook werden toen 337 speelgoedprijzen uitgedeeld.

Wereldberoemd, en dan vooral in Aalst, en dan vooral in de wijk Sint Anna, is trouwens de ballonwedstrijd, die steeds voor de nodige hilariteit zorgt.
Hilariteit maar vaak ook traantjes, want enkele hoge bomen in de buurt vangen niet enkel wind, maar soms ook wel eens de pas opgelaten ballonnen van de kindjes.
Geen nood, even terug naar de zaal om een nieuwe ... 

Aan deze ballonwedstrijd hangt trouwens steeds een leuke prijzenpot vast. Alle deelnemers mogen, later op het jaar, tijdens een groots opgezet spektakel hun prijs in ontvangst nemen. Ik kan me persoonlijk nog een jaar herinneren waarbij de hoofdprijs werd weggekaapt door iemand wiens ballon tot ver in Duitsland gewaaid was, ... raar, want letterlijk alle andere ballonnen vlogen de andere richting uit en werden dan ook 'totaal uit de richting' teruggevonden.
Het zou dus eventueel wel eens goed mogelijk kunnen geweest zijn dat die bewuste ballon dus niet 'van de camion gevallen' was, maar eerder meegereisd was met de camion van papa, nonkel of kennis, die toevallig die richting uit moest. 
Het is wat het is, het is heel zeker dat alle kinderen er een plezierige dag beleefden en nog beleven. 


- Het Jefkesbal

In 1970, een jaar na de kinderstoet dus, werd ook het verkleed Jefkesbal in het leven geroepen. 

Vroeger was dit, samen met het Katrienenbal (dat doorging in de Keizershallen) de eigenlijke start van carnaval Aalst.
Het begon allemaal in zaal ‘De Kring’, maar dit zaaltje werd al gauw te klein, dat lazen we in 1979 in de krant.

Het is voor de tiende keer dit jaar dat de Jefkes hun jaarlijks bal in richtten in de Sint-Annazaal. Dit verkleed bal kent van jaar tot jaar een groter succes. De zaal was dit jaar werkelijk te klein ... Het initiatief van de Jefkes heeft een nobel doel. De volledige opbrengst is ten bate van de kinderkavalkade die twee dagen later, op maandag, door de straten van de parochie trekt

Men verhuisde men naar de oude St Annakerk, die toen niet meer gebruikt werd.
Deze zaal biedt plaats aan 1000 personen.

Dat feestje gaat trouwens nog altijd door in de St Annazaal, en wie goed gerekend heeft, heeft inderdaad gemerkt dat ze in 2020 hun 50ste editie mochten vieren.
Ter gelegenheid van dit heugelijke feit werden linjekes uitgegeven, die natuurlijk ook erg in trek waren/ zijn bij verzamelaars.


- De Jefkes

In 1991 volgde Johan Schockaert voorzitter Marc De Muyter op en de Jefkes bleven maar groter worden. Zo groot dat ze zelfs onderdeel gingen worden van het officiële carnavalsprogramma van de stad Aalst.

In 1996 kende de vereniging een klein ‘dipje’, maar onder de vleugels van Antoine Van der Heyden kropen ze uit die put en werden ze zelfs succesvoller dan ooit.
Ter gelegenheid van hun 30ste verjaardag, in 1999, brachten de Jefkes een eerste cd uit.

In 2003 werd voorzitter Johan Schockaert opgevolgd door Edmond Robijs.

In 2015 werd de vereniging omgedoopt tot een vzw. en in 2016 kreeg de vereniging een passend eerbetoon van akv Possensje. Hun thema stond in het teken van de Jefkes en kende heel wat succes. De maandagstoet van dat jaar werd afgelast omwille van de slechte weersomstandigheden, maar de stoet van de Jefkes op St Anna ging wel door.

Enkele jaren geleden vonden de Jefkes van Sint-Anna helpende handen en bijzonder veel steun en medewerking bij de leden van JOKA (De Jong Katrienen), een afdeling van “De Koninklijke Aloude Rederijkerskamer der Catharinisten” uit Aalst.
“De Katrienen” is dus een naam die wel degelijk zal verder blijven leven in de carnavalsstad, en samen met de Jefkes van Sint-Anna steken ze maar al te graag de handen uit de mouwen om de aanwezigen een aangename avond te bezorgen.

Hoewel de vereniging natuurlijk nog steeds de Jefkes heet, is er in heel het bestuur tegenwoordig geen enkele 'Jef' of 'Jozef' meer te bekennen.

Onder voorzitterschap van Patrick Simoens, werken anno 2020 volgende mensen mee :

- Gary De Swaef (ondervoorzitter), Etienne Viersé (kasbewaarder), Antoine Van Der Heyden (secretaris), Jochen de Swaef (sociale media), Hugo Van Haudt (archief), Guy Ghesquière (public relations) en Etienne Baeyens,, Erwin De Leeuw, René Tas, Frederique Baele, Tim Backaert, Jean-Paul De Norre, Kurt Van Kerckhoven, Patrick Janssens en Pascal Solemé als leden.

De Jefkes en hun kindercarnaval, die verdienen een pluim op hun hoed. Dat is nu eens #Oilsjtpositief wat die mannen doen”, zegt feestcomitévoorzitter Dirk Verleysen in 2018. “Op carnavalsmaandag organiseren ze hun kindercarnaval in de Sint-Annawijk in Aalst. De jeugd, dàt is de toekomst van carnaval. Het zijn die carnavalistjes die bij de Jefkes aankomen met hun minipraalwagen, verkleed, die het carnaval van morgen zullen voortzetten.
Ze kunnen dat allemaal doen dankzij de Jefkes”, zegt Dirk. 

Secretaris Antoine was trouwens zinnens om er van 2019 een spetterend spektakel van te maken, want hij had tijdens het Jefkesbal van 2018 verklaart ambities te hebben voor het prinsschap van de Stad Aalst. Indien hij daarin zou lukken, zou het net 35 jaar geleden zijn dat dit ook nog eens is gebeurd, want Antoine ('Toine' voor de vrienden) werd al eens prins in 1974.
Uiteindelijk bleek de campagne niet om Antoine te draaien, maar om zijn spitsbroer Michel Cleemput. Het zou deze laatste zijn die nog eens een gooi zou doen naar het prinsschap. Toen puntje bij paaltje kwam, bleek echter dat ook Michel geen kandidaat zou zijn … ‘mor z’hemmen dor wel ne plezanten auved van gemokt, dor in de Kring’ …

In 2020 wouden de Jefkes opnieuw naar de cinemazaal trekken, maar dat ideetje ging niet door.
Het productiehuis van de film ‘Dolittle’ verbood om de film te tonen en dus moest men alles afgelasten. De film mocht niet vertoond worden omdat ze hiermee buiten de normale programmatie zouden vallen en reclame zouden maken voor hun eigen organisatie …

Film of geen film, de Jefkes blijven goed 'boeren'. Met de opbrengsten van het kindercarnaval en van hun eetfestijn slagen ze er jaarlijks in om een geweldig spektakel neer te zetten voor de enthousiaste kinderen. 
En dat moet zo blijven ...   
'de carnavalistjes van nu zijn immers de toekomst van carnaval'


Bronnen :

jefkesaalst.com
HLN 14/1/2020 – 5/2/2015
Chipka februari 2017
oilsjt.be
FaceBookpagina De Jefkes
persregiodender.be
carnavalaalstkoentje.blogspot.com
de Voorpost 2/3/1979 – 22/2/1980 – 26/2/1982 - 19/2/1988
eigen info

dinsdag 14 april 2020

Sint Annakerk

Een blokkendoos ? Een gevangenis ? Of toch een kerk ? Koud en kil ? Of toch warm ?

Over de Sint Annakerk (aan de Boudewijnlaan) doen al sedert de bouw heel wat verschillende meningen de ronde.
Na een verzoekschrift einde 1954 door mgr. Calewaert, toenmalig bisschop van Gent, neergelegd bij het ministerie van Justitie, komt er op 16 maart 1956 het Koninklijk Besluit dat er op de wijk Schaarbeek een hulpparochie mag opgericht worden onder de aanroeping van de Heilige Anna. In afwachting zou men een ‘noodkerk’ bouwen, ten einde de parochianen niet te lang te laten wachten, of te ver te laten gaan om hun geloof te kunnen betuigen. Tot de bouw van de noodkerk dienden de inwoneers van St Anna immers naar de mis te gaan in de St Jozefkerk.  

Reeds in 1955 begon aldus de bouw van een feestzaal die voorlopig als noodkerk zou worden gebruikt, op grond geschonken door de familie Geerinckx.
Deze noodkerk (Roklijf) kwam er omdat het kerkbezoek in die jaren dermate groot was, de parochies bijgevolg ook groter en groter werden en de zitplaatsen in de gebouwen uiteraard beperkt waren. Er werd dus geopteerd voor een oplossing 'dichterbij' en zo werd op 12 augustus 1956 door E.H Biesemans deze noodkerk ingewijd. Heel wat missen werden in deze noodkerk gegeven, en er werden natuurlijk ook heel wat huwelijken ingezegend. 
Ook dit gebouw bleek echter al snel te klein te worden waardoor reeds in 1967 aan het stadsbestuur toelating werd gevraagd voor de snelle oprichting van een ruimere en definitieve kerk. Gunstig advies hiervoor volgde in 1969, en de openbare aanbesteding kwam er in 1972. Eind van datzelfde jaar nog werd de bouw aangevat met de eerste steenlegging door Monseigneur Van Peteghem. Tal van vertragingen zorgden er uiteindelijk voor dat de kerk pas na twee en een half jaar af zou zijn.  De nieuwe kerk werd ontworpen door P. Felix en P. Moens en werd op zondag 3 november 1974 ingewijd.


Heel mooi dus allemaal, maar in de kerkruimte werden geen bidstoelen noch bidbanken voorzien. De kerkgangers maken gebruik van vastgehechte stoelen of staan afwisselend recht om de eredienst te kunnen volgen. Dat was de wens van de parochiegeestelijkheid en de parochiale werkgroep ‘Liturgie', wanneer de plannen gemaakt werden voor de inrichting van deze nieuwe parochiekerk.


Monseigneur Van Peteghem , bisschop van Gent, bleek daardoor dan ook de grote afwezige te worden op de inzegening van de nieuwe kerk. Het was kanunnik-deken De Vos die op bevel en in de plaats van de bisschop de inzegening leidde.


De beslissing van de bisschop, om niet aanwezig te zijn, was zeker niet zomaar een ‘ideetje van het moment’, maar dient louter en alleen te worden gezocht in het feit dat er dus enkel en alleen maar zitstoelen aanwezig waren, en geen bidstoelen.

De bisschop vreesde dat de eerbiedige houding, als uitdrukking van het geloof in de werkelijke aanwezigheid van Christus, hierdoor volledig verloren zou gaan. Eerbied en geloof zouden volgens hem volledig gelijk moeten staan met knielen, en met de mogelijkheid om dit te doen op de speciaal daarvoor ontworpen bidstoelen. 

De inrichting van de St Annakerk was dus in strijd met alle richtlijnen hieromtrent. Een bidstoel diende je te kunnen draaien, en dat ging hier niet met die aan elkaar gehangen bankenrijen.

Het was trouwens niet de eerste keer dat bij het overtreden van deze regels de bisschop weigerde om een kerk in te zegenen. 

Het was zeker niet nieuw dat de richtlijnen waar mgr. Van Peteghem zich op beroept in de provincie Oost-Vlaanderen, heel wat strikter en nauwer op de letter werden toegepast dan in andere bisdommen. Het ontbreken van de aangepaste stoelen was dus wel degelijk een groot struikelblok.

Door zijn afwezigheid keurde de bisschop het kerkgebouw op zich niet af, maar hij wou wel duidelijk laten blijjken dat hij de parochiale werking niet goedkeurt, indien er geen bidstoelen ter beschikking worden gesteld van de gelovigen.


Het kerkgebouw is vooral functioneel en enkel ‘gewone’ materialen werden gebruikt : hout, vensterglas, betonsteen, … De lange grote ramen geven de kerkbezoeker de indruk niet afgesloten te zijn van de buitenwereld.





Eén van de pronkstukken van de kerk is het mooie houten Christusbeeld.

Toen de tunnelwerken (net voor de deur van de kerk eigenlijk) begonnen, staken meteen ook vele geruchten de kop op als zou de kerk verdwijnen. Het kerkgebouw zou een andere bestemming krijgen, en de diensten zouden opnieuw naar het centrum van de stad verdwijnen. Tot nader order zijn deze geruchten echter nog nergens bevestigd, en ook op de site van de parochie wordt er met geen woord over gerept. Er is een agenda, dus een sluiting lijkt er niet meteen aan te komen.

Volgende info komt van André De Cock, organist titularis : 

"Dat de kerk zou verdwijnen is een serieuze misvatting. Hoe komt het dat dit gerucht leeft? In samenwerking met vzw parochiale werken werd aan KAHO opdracht gegeven om een project uit te werken waar men eventueel een bestemming kon geven aan de parochielokalen, St Annazaal en de huidige kerk. De studenten van KAHO ontwierpen een nieuwe woonwijk … en dat is een eigen leven gaan leiden. 
Er is nog steeds een heel mooi kerkelijk leven, er worden nog heel wat kinderen gedoopt, en wekelijks worden er nog een wat mensen begroet in de vieringen. Ook andere kerkelijke gemeenschappen en scholen komen er af en toe vieren. 
Er mag dus zeker met trots gekeken worden naar de kerkelijke kunstwerken van Valère Stuyver, de vroegere pastoor van Vlassenbroek en verschillende Aalsterse kunstenaars, alsook naar een prachtig schilderij geschonken door de familie Moyersoen. Er is natuurlijk ook nog steeds het prachtige Colonorgel waar André organist-titularis is …


Bronnen :

Digitaal krantenarchief aalst.courant.nu : De Voorpost 8/11/1974 pag 1
Interieur noodkerk : MadeInAalst
sint-anna-aalst.be
André De Cock - organist-titularis St Anna (via Facebook)

maandag 10 februari 2020

Sint Annawijk : het misterie van de hangende schoenen

Wie  de Sint Annawijk is binnengekomen langs de Naarstigheidstraat of langs de Volksverheffingstraat heeft ze waarschijnlijk wel al een tijdje zien hangen …
Boven de rijbaan hangen telkens 2 schoenen, netjes samengebonden aan de veters, over de overhangende kabels. 

Misterie … want wie of wat zit daar juist achter?

Dergelijke ‘hangende schoenen’ hebben wereldwijd blijkbaar andere betekenissen en er bestaan heel wat theorieën die het fenomeen elk op hun manier trachten te verklaren..

Uit de documentaire ‘The mystery of Flying kicks’ (te zien via DEZE LINK) zijn verschillende verklaringen af te leiden.

Jongeren in het land van de kangoeroes (Australië) gooien bijvoorbeeld hun sneakers in de lucht om een ondeugende reden. Ze vieren op die manier namelijk hun eerste vrijpartij.
In Spanje moeten we het fenomeen gaan zoeken in de criminaliteit. Daar zou de maffiawereld achter de 'vliegende schoenen' zitten. Het is hun manier om de politie en andere niet welkome gasten te waarschuwen dat ze een bepaald gebied beter niet betreden in het belang van hun eigen gezondheid …
In Los Angeles (USA) is een dergelijk paar schoenen ook al niet onschuldig. Vaak zijn ze doordrenkt met bloed. Het is op deze manier dat bendeleden hun vermoorde vrienden een eerbetoon willen nalaten.

Het ‘shoe tossing’ ofte ‘schoen gooien’ vindt een oorsprong in de folklore waar men in plaats van wapens, vaak schoenen of andere projetielen gebruikte om een bepaald doel te raken. Denk bijvoorbeeld naar een blikkentoren gooien, … veel leuker met een schoen dan met een bal, niet ?


Tegenwoordig wordt de term meer en meer gebruikt voor het gooien van een paar schoenen, samengebonden aan de veters, over telefoon- of elektriciteitsdraden. 

Schoenen die op die manier aan een draad hangen, lijken sterk op de zogenaamde ‘bolas’ (of lasso’s). De bola is een wapen met kogels aan de uiteinden dat bedoeld is om dieren te kunnen vangen aan hun poten. Het is een wapen dat werd ontworpen door de bevolking van Patagonië en de Pampa, en later werd overgenomen door de gaucho’s. Dat is de benaming van de Spaanse nakomelingen van de Spanjaarden en de indianen die zich op de pampa’s in Argentinië, Paraguay, Uruguay en in het zuidelijk deel van Brazilië bezighouden met veehoeden. De lokale ‘cowboys’ zeg dus maar.

Gaucho's gebruiken bola's om loslopend vee te vangen of als spel. De gebruiker geeft de kogels een zwaai en laat ze los. Het wapen wordt gebruikt om de poten van een dier te verstrengelen. Als er echter te krachtig wordt gegooid bestaat het risico om de botten te breken, en dat is natuurlijk ook niet de bedoeling. 

Er bestaat geen standaard model; de meeste bola's hebben twee of drie kogels, maar er zijn versies die tot wel 8 kogels tellen. Bepaalde bola's hebben kogels met gelijke gewichten, andere hebben wisselende knoop en riemlengte.
Gaucho's gebruiken bola's gemaakt van gevlochten leren riem met houten kogels of kleine leren zakken gevuld met stenen aan het uiteinden van de riemen. De vergelijking met de bola's als wapen zou kunnen opgaan als we het hebben over de criminele theorieën van het schoenhangen. Indringers in een bepaalde zone zouden er op die manier kunnen op gewezen worden dat ze beter niet verder gaan, en zich maar best wijselijk terugkeren.

Het ‘schoenslingeren’ wordt wereldwijd teruggevonden, meestal gaat het over sneakers maar ook lederen schoenen en ‘boots’ worden wel eens gebruikt.

Zoals hierboven al vermeld zijn hierover al heel wat theorieën de wereld ingestuurd. We kunnen een paar categorieën onderscheiden :

- pesterijen : een paar schoenen wordt gestolen en wordt op een plaats achtergelaten waar de eigenaar ze bijna niet kan terughalen

- practical jokes : het is heel leuk als een dronkenman wakker wordt en ontdekt dat zijn/haar schoenen verdwenen zijn.

- Erger wordt het als we het in de criminele wereld gaan zoeken. Zo bijvoorbeeld in Los Angeles waar oud burgemeester James Hahn de angst van zijn inwoners diende te temperen. Angst omdat de schoenen een teken zouden zijn dat op een bepaalde plaats drugs zouden worden gedealed, of erger, waar zich criminele feiten zouden afspelen of afgespeeld hebben. De opdracht aan het stadspersoneel werd gegeven om hangende schoenen onmiddellijk te verwijderen.

Een studie van het schoenslingeren in 2015 wees echter uit dat in een bepaald éénmalig feit in de criminele wereld zeker geen trend zou moeten gezocht worden van de hangende schoenen.

- In sommige culturen worden schoenen wel eens gelanceerd als een soort van ritueel, bijvoorbeeld om het einde van het schooljaar te vieren, of een aankomend huwelijk.

- Anderen houden het bij een militaire achtergrond, want militairen zouden, na het afronden van hun basisopleiding of bij het afzwaaien, wel eens hun schoenen over draden gooien, net zoals de geestelijken wel eens hun kap over de haag gooien.
Meestal gebeurde dit dan nadat ze de schoenen in een kleurtje hadden geverfd.

- In de film ‘Wag the dog’ (1997) is het schoenengooien te zien als een eerbetoon aan sergeant Wolliam Schumann, die neergeschoteen werd in vijandig gebied in Albanië.

- Het kan natuurlijk ook zijn dat de schoenengooier gewoon af wou van een te klein paar schoenen, of een paar schoenen dat niet meer in de mode is, en de draad dus eigenlijk gebruikte als een soort van vuilniszak.

- Ook wordt aangehaald dat het een soort van ‘domeinafbakening’ zou zijn.
Net zoals de hondjes hun ding doen tegen de bomen, of anderen tekeer gaan met spuitbussen en grafitti’tags’ zouden bepaalde groepen hetzelfde doen, maar dan via een afbakening met schoenen. 
Dit zou dan in het geval Aalst willen zeggen dat het gebied zich zou bevinden tussen de Naarstigheidstraat en de Volksverheffingstraat, wat eventueel zou kunnen leiden naar het Ezelspleintje (?)

- Er zijn ook culturen waar de schoenen die toebehoorden aan een overledene aan de boomtakken van de dichtstbijzijnde boom werden gehangen. Zo wordt het heengaan van die persoon aangeduid. Een legende vertelt trouwens dat, mocht de overledene ooit terugkeren, hij zich boven de grond zou bevinden, en dus op die manier gemakkelijker in zijn/haar schoenen zou kunnen stappen.

- Op sportief gebied is het ‘boot throwing’ of ‘wellie wanging’ een heuse competitieve sport in Nieuw Zeeland en in Brittannie. De competitie bestaat erin om de zware rubberen ‘Wellington boots’ die de meeste boeren en buitenwerkers dragen, zo ver mogelijk te sllingeren.

Ook in Noord Ierland, meer bepaald in Taihape bestaat een dergelijke competitie en zij claimen dat zijn de hoofdstad zijn van het ‘Gumboot throwing’.  Jaarlijks gaat daar een kampioenschap door en de winnaar krijgt de Golden Gumboot Trophy.
Het ‘boot throwing’ is ook een populaire sport in Finland.

Over het schoenengooien zijn ondertussen al honderden, neen duizenden, foto’s gepost. Heel leuke exemplaren zijn HIER terug te vinden.     

Eigenlijk best wel creapy niet ?


Bronnen :

Film : ‘The mystery of flying kicks’ – Australische documentaire (via 'Closer Productions')
‘Shoe tossing’ WikiPedia
‘Shoes on a wire’ – Untangling an urban myth. WBEZ
‘The straight dope’ – Adams Cecil
Foto's Volksverheffingstraat : eigen foto's

dinsdag 3 december 2019

Siesegem - -baan - -kouter - -beek

De benaming Siesegem komt van de Frankische benaming, naar de woonplaats van de familie Sigizo ('Sigizinga halm' = 'woning van de lieden van de Sigizo')

In dezelfde lijn vinden we in de buurt trouwens ook bijvoorbeeld 'Honeghem' en 'Raffelghem' die door respectievelijk de Merovingische landbouwers Huno en Ravilo werden bewerkt. Zij woonden er samen met hun gezin in schamele houten boerderijtjes, verspreid over het hele grondgebied.

Verschillende vuursteenvondsten uit het vroeg en midden mesolithicum wijzen er trouwens op dat deze oude beekvallei al in de prehistorie een verzamelpunt was van jagers. 
Zij trokken op de flanken van deze beekvallei hun tijdelijke kampen op om er onder andere vuurstenen werktuigen te vervaardigen. 
Archeologen vonden bij opgravingen trouwens nog een gebouw aan uit de late bronstijd.  
Rond deze zone werden ook verschillende kuilen ontdekt, die vermoedelijk dienden als opslagplaatsen voor voedsel. Enkele van deze kuilen leverden mooie vondsten op, zoals bijvoorbeeld grote fragmenten van handgemaakte potten.
Uit de Romeinse periode werd trouwens ook een crematiegraf opgegraven ... misschien was dit wel een voorbode van het huidige crematorium dat werd gebouwd op de Siesegem?

Hier een afbeelding met 'de Siesegem' ...


In het midden van de 13e eeuw werden onze streken geteisterd door de 'zwarte ziekte' (lepra) en er werd toen een leprozerie opgericht aan dewelke ook een begraafplaats en kapel waren verbonden. 

Een leprozerie (leprakolonie, melaatsenkolonie of leprozenhuis) is een inrichting voor lepralijders, waar zij geïsoleerd konden worden gehouden van de rest van de bevolking om te voorkomen dat anderen ook zouden worden besmet met lepra. 
Het was in de Middeleeuwen, vooral na de kruistochten, dat er overal in West Europa van deze inrichtingen werden gebouwd. Meestal 'ex muros' (buiten de stadsmuren) zoals dus ook hier in Aalst het geval was.
Deze leprozerie was gesitueerd op de plaats waar tegenwoordig het 'kasteel ter Muylem' ligt. Voordien heette dit kasteeltje trouwens 'Hof te Sieseghem'.

Meer over dit kasteeltje : HIER

De inrichting werd in 1566 gesloten omdat aan de ziekte, in onze streken althans - toen een eind was gekomen.

In 1350 heette de omgeving trouwens Zieseghem, in 1371 werd het Siegseghem en in 1379 Sieseghem.

Schaarbeke, de wijk 'ex muros', lag links van de Dender, waartegen de stadskern als het ware tegengedrukt wordt. Op haar beurt werd het gebied onderverdeeld in gehuchten of plaatsen zoals Onegem, Schoubroek, Kerrebroek, Paddenhoek en dus ook Siesegem. 

Bossen waren er op Schaarbeek maar weinig, maar dé boom  bij uitstek was de Linde. Het was trouwens onder 'de Linde', een groot examplaar, dat de voorvaderen recht spraken, trouwden en vergaderden. 
Vandaar ook de vele benamingen met de naam van die boom uiteraard : de Lindestraat, Lindeweg, kasteel Terlinden, herberg 'Het Lindeken' (1410), 't Goed 'ter Linden', de namen Van der Linden en Lindemans, jeugdhuis Ter Linden, en ga zo maar voor en ga zo maar verder;

Het is ook in deze omgeving dat er vele lugubere dingen zouden zijn gebeurd. Op de splitsing van de Oude Gentbaan en de Oudenaardse baan bevond zich immers de galg
Het was trouwens ook op de Oude Gentbaan dat Jan de Lichte werd aangehouden toen hij zich daar verschool in een holle lindeboom. 
Eind jaren '50 verdween deze boom. De galg is reeds verdwenen van in 1792, toen hij op bevel van de Fransen werd afgebroken.

In 1694 bestond er een gehucht '
de steentjes' (vandaar ook de 'Steenstraat', een deel van het vroegere 'Oonegemwegsken').
Dit leidde naar de twee Steentjes, dus gebouwen opgericht in steen, die de naam Kleine en Grote verdoemenis kregen ... maar dat is een ander verhaal natuurlijk. 

Meer over de Kleine Verdoemenis : HIER
Meer over de Grote Verdoemenis : HIER

In 1702 werd dan de Gentse Steenweg aangelegd, voordien was het op de - nu trouwens nog steeds bestaande - Oude Gentbaan dat de huifkarren over de stenen ratelden.

Voor de boeren en andere geïnteresseerden is het misschien wel interessant om te weten dat Schaarbeeke steeds als vruchtbare streek werd beschouwd. 
De praterij Schaarbeek telde in de tweede helft van de 18e eeuw maar liefst 475 bunders land, 81 bunder weide en 12 bunder bos. Een bunder is de oude benaming van een hectare en is de eenheid van oppervlakte van 100 bij 100 meter. De afkorting was 'b', tegenwoordig gebruiken we  dus 'ha'.

Vroeger werd op deze plaats ook hop geteeld maar deze verdween geleidelijk aan op het einde van de negentiende eeuw

De 'kouter' werd lang geleden trouwens geschreven als de 'cauter' .. zo vinden we in 'De Denderbode' van 25 juli 1858 : 'eenen koop tarwe, dry koopen ajuyn en eene koop Aerdappels op eene party land komende aen den Gentschen steenweg op Siesegem-cauter', en ook 'Zeven koopen aerdappels op Siesegem cauter aen de Groene wey, genaemd het Bylstuk'..

Heel aan het begin, bij de Gentse steenweg, stonden een drietal kleine villa's. Later ook nog een ander bouwwerk dat er half als een villa, maar eigenlijk nog meer als een kapel of bedehuis, uitzag. 
Er woonde een weinig spraakzaam oud dametje, Justine. Haar wens was om het bouwwerk na haar dood aan de kerk te schenken met als bedoeling er inderdaad een écht bedehuis van te maken.
Het was notaris De Vis die haar, als haar testamentuitvoerder, ten stelligste af heeft geraden om een echt bedehuis te laten bouwen, maar hij stemde uiteindelijk toch in met 'iets wat er op lijkt', terwijl het toch een bewoonbare villa zou 
blijven. Na haar dood is het gebouw echter nooit een bedehuis (bidkapel) geworden. De notaris verkocht het huis als 'villa'.  
Begin jaren '70 werden de drie villaatjes, met de 'bidkapelvilla' ('t kind moet een naam hebben, nietwaar) door het stadsbestuur aangeslagen om alles af te breken en de Sieseghemlaan te verbreden tot een betonnen weg die vanaf dan deel uitmaakt van de nieuwe ringlaan rond de stad.

Langsheen de Sieseghemlaan vinden we trouwens ook het ASZ (hospitaal) terug. De oorspronkelijke plannen voor een nieuw ziekenhuis dateerden reeds van in 1936. 

Van de ideeën over het oprichten van een intercommunaal gasthuis tot de perikelen voor de onteigening van de noodzakelijke gronden, allemaal zorgden ze ervoor dat de plannen serieus vertraagd werden. 

In 1978 werd bekend dat het nieuwe ziekenhuis er zou komen, en wel op de Siesegemkouter, aan de Siesegemlaan, achter de bestaande gebouwen van de Generale Bankmaatschappij. Het gebied van 16ha58a werd op het definitief gewestplan ingetekend als gebied voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen.

In 1981 stak men 'de mei', maar het zou nog tot 15 december 1989 duren alvorens het gebouw operationeel werd. 

De 'mei steken' is een traditie die toegepast wordt in de bouwsector. Wanneer in de bouw de nok van het dak is bereikt, wordt op dat ogenblik traditioneel op de ruwbouw een boompje geplaatst. Oorspronkelijk was dit in de zomer een berkenboompje en in de winter een dennenboompje. De soort boom heeft echter geen belang. 
Het boompje werd vroeger ook vaak versierd met (papieren) bloemen en linten. Na het planten, richten of steken van de 'mei' trakteert de bouwheer de bouwvakkers en moet er even niet gewerkt worden. De mei symboliseert een geslaagd werk voor de aannemer en een zegen over de woning voor de bewoners.

De oprichting van het complex vergde ruim 42000 vierkante meter delfwerk. Het gebouw is gefundeerd op 585 palen met een totale lengte van ongeveer 8000 meter. Naast de geprefabriceerde betonelementen voor de gevelopbouw werd nog ruim 11000 kubieke meter gewapend beton gebruikt.
In het gebouw is maar liefst 4000 kubieke meter metselwerk aanwezig. Het totale vloeroppervlak is ongeveer 26000 vierkante meter groot, en er werden ongeveer 1400 nieuwe deuren geplaatst in het complex.
Even klikken op het logo om de geschiedenis van het ASZ in detail te kunnen lezen. 

De Siesegembeek
ontspringt te Nieuwerkerken waar ze Edixveldebeek noemt.
Vervolgens volgt ze de grens van Aalst en Nieuwerkerken. Ze loopt aan 'het Sluisken' samen met de Hoezebeek en neemt vanaf daar dan ook deze naam over.

Vandaar gaat het verder langs de Posthoornstraat, Koolstraat en Dirk Martensstraat waar ze Meuleschettebeek of Kapellebeek genoemd werd. Die naam kreeg de beek daar naar de daar gevestigde kapel Meuleschette. 

Uiteindelijk mondt ze uit in de Dender in de omgeving van de Zwarte Hoekbrug. 

Later werd de ondergrondse bedding (in buizen) verlegd zodat ze langs de Dendermondsesteenweg loopt en voor de viaduct richting Dender gaat, en dus iets hogerop in de Dender uitmondt.

Er zijn in de loop der jaren heel wat problemen geweest met beken en afwateringskanalen. Heel regelmatig waren er dan ook overstromingen ...
Zo lezen we in een artikeltje uit 'Het Land van Aalst' van 1 februari 1891 : 

"op 't einde van d'ander week is eindelijk verschenen Meester den Dooi ... De Bergemeersen stonden overstroomd, d'Osbroeeken ook, op St Josefs-parochie de beek van Sieseghem liep ook over, ... 't Hofstade, te Lede, 't Erpe, te Burst overstrooming, Op Schaarbeek zijn er plaatsen waar ze moesten vluchten met de beesten ..."

Er gebeurde toen heel veel dat een belangrijke invloed had op deze beek.


Vele bouwwerken werden langs en op de beek geplaatst, zoals bijvoorbeeld de vele appartementsgebouwen die ergens in de jaren 60 gebouwd werden, de bouw van het gebouw van de afdeling Handel van het SMI in de vroege jaren 70, de toiletten van de lagere afdeling van het SMI, ... al deze constructies  hebben hun invloed gehad op de waterhuishouding van de beek.  

Zo blijkt maar al te duidelijk dat ook bouwwerken in de omgeving van een beek het grondwaterpeil grondig kunnen veranderen, waardoor er voor een bepaalde periode overstromingen schering en inslag zullen zijn, voor andere dan weer niet.

De laatste ingreep in het midden van de jaren 80 (de collectorwerken) heeft een beduidende verbetering als gevolg gehad. 

Dat de laagst gelegen punten nu nog wel eens onder water zou kunnen komen bij hevige regenval is helemaal niet abnormaal. De beek loopt tenslotte door buizen die onder druk kunnen komen te staan. 


Op de Siesegemkouter waren vroeger ook een paar windmolens gevestigd. 

Eén ervan was een houten graanwindmolen (staakmolen met open voet), die in de volksmond 'molen van Lier' werd genoemd. 
Deze korenmolen stond op het vroegere Molenhof Van Lierde, ter hoogte van de vroegere Merestraat en de Zadelbaan. 
Hij werd voor 1484 opgericht op de Ziezegemkouter en men noemde het domein dan ook 'het Meulevelt' (1670), ''t Meuleveldeken' (1691), 'het molenvelt, noordwaerts lancx den voetwegh die naer Aelst gaet' (Merestraat 1740).


Tijdens een hevige storm op zondag 9 november 1800 werd 'den snuyfmolen op den sieseghem, da's met de kap afgevlogen'.

Met de onderdelen van een eveneens gevallen staakmolen te Hekelem werd de molen opnieuw opgetrokken.

Rond 1890 had molenaar Van Lierde een vete met Heer Van Mossevelde van de naburige schorsmolen omdat er ook graan gemalen werd zonder dat deze hiervoor een vergunning had. Van Lier spande een proces in tegen Van Mossevelde maar verloor het proces.
Zijn opvolger werd zijn schoonzoon, Gustaaf Van Londerseel uit Nederhasselt. Hij verhuurde de molen echter aan Frans De Wolf (afkomstig van Molen De Wolf te Aalst) en deze maalde er nog negen jaar verder. De molen was echter niet verzorgd, en werd ook bouwvallig.

In 1911 werd de molen uiteindelijk gesloopt. De stukken werden openbaar verkocht door notaris Breckpot uit Aalst. 


De Van Mosseveldemolen (of 'molen van Van Mossevelde') was een achtzijdige stenen stellingmolen in de Merestraat 79, ongeveer recht over waar nu het ASZ zich bevindt. 
Hij werd in 1758 gebouwd als een 'Hollandse oliewindmolen' door Peter Mertens. Hij begon te bouwen in 1758 en de molen draaide voor het eerst in augustus 1759.
De molen werd verkocht en behoorde nadien toe aan de familie Daem van op de Gentse Steenweg. 

De molen veranderde nog verschillende keren van eigenaar en in 1865 volgden de generaties van de familie Van Mossevelde, van overgrootvader tot achterkleinzoon, elkaar op als eigenaar. De laatste eigenaar, Jozef, werkte er nog in de maalderij tot in 1947.


In 2004 werd de molen beschermd als monument, samen met de gekasseide oprit en ingewerkte molenstenen. 

In 2012 werd de molenromp aangekocht door gerechtsdeurwaarder Luc De Troyer, die het gebouw zou laten restaureren. Dit gebeurde in 2016-2018. De afbeelding hieronder toont hoe de molen er uitzag in 2010 (links) en hoe hij er tegenwoordig staat (rechts)


Geert Bourgois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed heeft in 2015 anderhalf miljoen vrijgemaakt voor de restauratie van een vijftal molens, waaronder ook de Mosseveldemolen, die hiervan 295 000 Euro mocht in ontvangst nemen.
De molen is tegenwoordig verbonden aan het kantoor van de gerechtsdeurwaarders Luc De Troyer, Boudewijn Roeland en Patrick Dumortier (Merestraat 131).

Nog op de kouter bevindt zich trouwens een visvijver , de zogenaamde 'Visvijver Schelfhout', naar het gelijknamige bouwbedrijf dat er gevestigd was. 
Op oudere plannen van de streek is nog geen sprake van de vijver, omdat deze pas ontstaan is als kleiwinningsput van de SBA (SteenBakkerijen Aalst) die er gevestigd was vóór het gekende bedrijf 'Schelfhout'. 


De schouw van deze steenbakkerij was trouwens een 'landmark' tot ongeveer 2015. Hierbij een foto van de SBA anno 1978.


Het bouwbedrijf Schelfout is intussen een paar honderd meter opgeschoven om de bouw van het crematorium te kunnen starten.

Het was in augustus 2015 dat deze laatste hinderpaal voor de bouw van het crematorium werd geruimd. Het bedrijf Schelfhout kreeg toen de nodige vergunningen om zich elders te vestigen. 

En dat was meteen ook de definitieve 'go' voor de intercommunale Westlede, dat al 24 jaar probeert om een crematorium te bouwen op Aalsters grondgebied. Actiegroepen kregen ongelijk van het Oost-Vlaamse provinciebestuur. 

Er waren steeds maar meer en meer graafmachines te zien, onder meer rond de vijver, waar de nieuwe toegangsweg zou komen. Reeds op 22/8/2015 was de nieuwe toegangsweg al gedeeltelijk uitgegraven.


In oktober dan was er nog meer beweging op de Sieseghemkouter. Ook de aanleg van de nieuwe Merestraat kreeg er ondertussen immers een duidelijkere structuur.


De 'nieuwe Merestraat' was een voorbode voor heel ingrijpende werken in de buurt. Men zou immers een tunnel graven onder de kruispunten van de Gentsesteenweg en de Raffelgemstraat om het doorgaand verkeer vlotter te laten verlopen op de Boudewijnlaan. Ook een fietserstunnel behoorde tot de plannen.
Ondanks opnieuw heel wat buurtprotest kwam ook dat plan er toch van. 

In het najaar van 2015 starten de werken.

Ook in november 2015 werd bekend gemaakt dat de ondertussen stilgelegde bouw van het voorziene crematorium uiteindelijk zou (her)starten in april 2016. De werken waren eigenlijk al gedeeltelijk begonnen, zoals hierboven reeds vermeld, maar er werd (opnieuw) een half jaar vertraging opgelopen door de protesten van enkele actiecomités. 

Oorspronkelijk was er als locatie voor dit crematorium gekozen voor de Hoezekouter. Dat idee werd echter afgevoerd en de Siesegemkouter kwam in 'the picture'.
 
Ook deze potentiële ligging in de kouter stootte op heel wat weerstand van de buurtbewoners, maar op een vergadering van de Commissie voor leefmilieu en natuur, landbouw, visserij en plattelandsbeleid werd de aanleg van een crematorium reeds op 5 maart 2009 verdedigd door de toenmalige viceminister-president van de Vlaamse regering, dhr Dirk Van Mechelen : 

"Op het niveau van lopende planningsinitiatieven is mij ook bekend dat voor het gebied Siesegemkouter te Aalst door de stad zelf de oprichting van een crematorium wordt beoogd. 
Dit vraagt een herziening van de gewestelijke afbakenings-RUP van het regionaalstedelijk gebied Aalst. In dat RUP kreeg dit gebied immers de bestemming 'regionaal bedrijventerrein'. 
Op Vlaams niveau werd door mezelf ingestemd met een beperkte herziening van dit gewestelijk RUP, en dit met het oog op het eventueel mogelijk maken van een crematorium"

Men begon de werken en de opening van het crematorium werd voorzien in 2018. Er werd gerekend op 350 werkdagen, die zouden beginnen te lopen vanaf de eerste steenlegging. Met de bouw van het crematorium is een budget van 14 miljoen euro gemoeid. Volgens 'Westlede' eigenlijk toch wel een interessante 'belegging' als je ziet dat er jaarlijks zo'n 1600 mensen uit het arrondissement Aalst gecremeerd worden in Lochristi en Sint Niklaas.

Ondertussen, we schrijven mei 2016, was men reeds volop bezig aan de fietstunnel.
Op de foto is te zien dat men volop bezig is aan het dak van de tunnel. 


Op 9 december fietste Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts door de nieuwe fietstunnel ter gelegenheid van de opening van deze veilige link tussen Aalst en Nieuwerkerken. De opening van de tweede fietstunnel - onder het nieuw aangelegd stuk Merestraat - werd iets later gepland.

Door deze fietstunnels kunnen fietsers die van Nieuwerkerken de tunnel onder de Siesegemlaan uitkomen links afdraaien en zo (door de tweede fietstunnel) langs de garage Renault via de Merestraat naar Aalst. 
De opening van de tunnel kwam eventjes in het gedrang toen bleek dat een aantal personen het nodig vond om in het vers aangelegde pad te stappen en te fietsen. Aangezien de werf afgesloten was door hekkens, linten en waarschuwingsborden, was het zeker dat het hier om een vandalenstreek ging. 
De opening ging gewoon door, maar het fietspad werd tijdens de herstellingswerken wel weer eventjes afgesloten. 

De aanleg van de fietstunnel was meteen de eerste verwezenlijking in het project 'Ring Aalst'. 
Ook de overige werken aan de Ring zelf gingen goed vooruit. 
Vrachtwagens, betonmolens en enorme kranen reden constant af en aan.

Ook de bouw van het crematorium ging vooruit. Onderstaande foto uit december 2016 bewijst dat.


Alle werken gingen dus vlot vooruit en er werd steeds getracht de overlast voor de buurt tot een minimum te beperken. De ene keer lukte dat, een andere fase zorgde dan wel weer voor wat extra modder en wrevel.
Op onderstaand filmpje kan het allemaal een beetje gevolgd worden.


Uiteindelijk was het zover : de tunnel was af en werd op 16 september 2018 officieel ingelopen tijdens een 'Tunnelloop'.

Het werd een gezellige dag met tal van animaties maar het hoogtepunt bleef toch dat men eens door de tunnel zou kunnen lopen. 
Vanaf 8 oktober werd de tunnel dan ook opengesteld voor het gemotoriseerd verkeer.


Er werd een poll georganiseerd om een nieuwe naam te zoeken voor de tunnel en de Aalstenaars kozen voor :

- den Onderkroiper (45%)
- Keizer Kamieltunnel of Keizerstunnel (37%)
- Boudewijntunnel (8%)

Verder waren er nog 'Ringtunnel', Ajuintunnel' of 'de Konker' te horen maar die leken al op voorhand afgeschreven. 
Nu ja, de eerste drie trouwens ook, want we zijn nu al een hele tijd later, en er is nog steeds geen officiële naam voor de tunnel. 

Het autoverkeer werd dus toegelaten vanaf oktober 2018, maar er waren wel nog wat werken aan de rotondes aan de Gentsesteenweg en de Siesegemlaan, en ook de werken aan het verderop gelegen viaduct waren nog niet ten einde. 

Alles verliep echter verder zoals gepland en vooral langs de Boudewijnlaan is het verschil duidelijk merkbaar en is het nu rustiger en groener wonen. Het grootste deel van het verkeer verdwijnt immers in de tunnel. 


Ook voor het crematorium verliep alles zoals gepland. Het crematorium van Aalst (met een limiet van 3000 crematies per jaar) werd officieel geopend op 6 november 2018
Dat het een wel heel speciaal gebouw zou worden, werd ons uitgelegd tijdens de Openwervendag eerder dat jaar. 

Daar waar normaal gezien de ovens verstopt zijn in de kelders, is er in Aalst een mooie ruimte voorzien met veel licht. 
In de crematieruimte staan momenteel drie grote ovens. Er is echter nog een plaats voorzien om er nog een vierde bij te plaatsen. De zaal waar tot 600 personen de plechtigheid kunnen bijwonen is volledig uitgerust met grote videoschermen, en de bezoekers kunnen alles volgen door grote glasramen.


Heel wat vernieuwingen en veranderingen dus in wat eens zo'n rustige buurt was. 
Het crematorium is ondertussen al een tijdje functioneel en ook in de tunnel zijn al ontelbare auto's voorbijgereden.
Maar toch is in de buurt lang niet alles vredig en rustig nu. 

Er is intussen immers al heel wat buurtprotest gerezen tegen de nog verdere heraanleg van de Siesegemkouter. 
Het bouwen van het crematorium en het uitgraven van de tunnel hadden al heel wat voeten in de aarde, maar de plannen voor een groots opgezet gezondheidscentrum lijkt al helemaal te ver te gaan. De stad droomt er immers van om zorggerelateerde bedrijven aan te trekken en te huisvesten op de Siesegemkouter. 

Terwijl Californa prat gaat op zijn 'Silicon Valey', heeft Aalst grootse plannen om een 'Health & Care Valley' op te richten. 
Reeds onder het burgemeesterschap van Ilse Uyttersprot werd met de idee gespeeld om Aalst in de toekomst te kunnen profileren als zorgstad, en dit mede dank zij de twee ziekenhuizen (ASZ & OLV) die de stad rijk is.
Schepen van ruimtelijke ordening Caroline Verdoodt verdedigde het plan om ruimte te maken voor werkgelegenheid in de buurt. 

De bedoeling is dat de Health Hub een onderzoekscentrum wordt met internationale uitstraling op het gebied van medische technologie. Voorlopig is deze Health Hub gevestigd in de Capucienenlaan, maar men zou dus in dit gebied een heuse Health & Care Valley willen bouwen omdat daar meer plaats zal zijn om nieuwe bedrijven aan te trekken.

De stad Aalst heeft in april 2018 al eens een mouw moeten passen aan haar plannen met de Siesegemkouter. 
Sinds 2013 is de kouter herbestemd tot gemengd regionaal bedrijventerrein en de stad wil op de site van 36 hectare groot in een Health & Care-Valley voorzien met bedrijven die werken rond zorg en gezondheid. 
Een privéontwikkelaar, Cordeel Group nv, was de stad echter voor met het kopen van de gronden door de grondeigenaars aantrekkelijke prijzen aan te bieden. Op dit moment heeft Cordeel zo'n 82 procent van de site in bezit. Het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling (AGSA), de vastgoeddochter van de stad Aalst, heeft slechts twaalf procent in eigendom.

Er zat voor de stad dus niets anders op dan samen te werken met Cordeel. “We hebben met de projectontwikkelaar een overeenkomst afgesloten die de krijtlijnen voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Siesegem vastlegt”, zei AGSA-baas Gwen Vreven. “Kwaliteit, groen, werkgelegenheid en zorgeconomie staan daarbij centraal. Bedrijven actief in de zorg en gezondheid zullen zich kunnen vestigen in het gebied. Onze overeenkomst bevat alle afspraken die nodig zijn om de ontwikkeling van het bedrijventerrein op te starten.

In de gemeenteraad werd een onteigeningsmachtiging goedgekeurd, die de stad een stok achter de deur bood. Het project bleef echter niet zonder kritiek. Groen is tegen de ontwikkeling van de Siesegemkouter in het algemeen. “Het extra verkeer dat de verdere ontwikkeling met zich meebrengt, zal een verkeersinfarct veroorzaken in de omgeving”, zegt Groen-lijsttrekker Lander Wantens. “Moderniseer en gebruik eerst de bestaande industriegebieden vooraleer nieuwe open, groene ruimte te betonneren.”

Ook de actiegroep Red de Erpe- en Siesegemkouter reageert misnoegd. “Voor de ontwikkeling van 36 hectare Siesegemkouter naar industriegrond kan de winst dertig à veertig euro per vierkante meter bedragen, wat neerkomt op 12,5 miljoen euro voor de stad of de ontwikkelaar. Dit gaat niet om gezondheid, maar om winst.

'Groen Aalst' haalt aan dat volgens sommige politici de Siesegemkouter zou gelegen zijn binnen de stad. 
Echter vergeten ze blijkbaar wel, dat ze zelf jaren geleden nog op hun communiezieltje hebben verklaard dat de Siesegemlaan de absolute grens van de stad zou zijn, en dat de stad zeker niet zou worden uitgebreid aan de overzijde ervan. 

Aalst zou Aalst niet zijn en er werd een creatieve oplossing gevonden om die belofte (eigenlijk een verplichting) te kunnen omzeilen : men maakt van de Siesegemkouter gewoon 'stedelijk gebied' ... en klaar is Kees. 
Het was trouwens al van 1969 geleden dat er op de gemeenteraad  beslist werd om de Siesegemkouter niet langer als industriezone te laten gelden. 

Maar ... Weg dus met deze beslissing en we draaien alles terug om ...

Op 20/2/2019 werd door de stad op een infovergadering meer uitleg gegeven. 

Daar was te horen dat de ontwikkeling in twee fases zou verlopen. 
Op dat ogenblik liep de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor fase 1a (het noordelijke gedeelte). Aan het einde van het jaar zouden de infrastructuurwerken hiervoor starten, waaronder ook de aanleg van nieuwe wegen. 
In 2020 zou dan de aanvraag voor fase 1b volgen zodat tegen 2021  ten noorden van de Siesegembeek (die wel blijft behouden) de eerste bedrijfskavels zouden kunnen worden ingevuld. En als deze fase voor 3/4 afgerond zou zijn, zou men starten men met de ontwikkeling van de zuidelijke Siesegemkouter.


Het onderstaande plan geeft het concrete ontwerp voor het gehele bedrijventerrein weer.

Tot zover de theorie en de plannen. De vergunning voor de wegen- en infrastructuurwerken stoot echter opnieuw op enkele bezwaarschriften. Het was nu aan de deputatie van Oost Vlaanderen om te beslissen of er een vergunning zou worden verleend.

In mei 2021 werd dan een uitspraak gedaan.

Na een jarenlange verbeten strijd van de leden van het Siesegemcomité, dat al 20 jaar het dossier verdedigt, kreeg het comité gelijk van de rechter. 
Die vernietigde de vergunning. 
Luc De Vriendt van het comité was tevreden: "De rechter geeft hier een signaal mee naar de overheid toe. Hij zegt in feite: stop met uw eigen wetten te creëren. We hopen dat hiermee de poort is opengezet om een onderzoek te doen naar de effecten van zo'n bedrijventerrein op het milieu."


Het gevolg van deze uitspraak was dat de bouw van een bedrijventerrein op de Siesegemkouter minstens volledig zou moeten worden herbegonnen, en dit te beginnen met een grondig en zorgvuldig milieu-effectenonderzoek. Of, 'dat de stad uiteindelijk zou afzien van een bedrijventerrein op deze locatie' was natuurlijk de hoop van het actiecomité.
Een ander belangrijk gevolg was dat de reeds aan de gang zijnde werken moesten gestaakt worden en dat er ook geen gebruik meer mocht gemaakt worden van de onwettig aangelegde toegangswegen. 
Een groot probleem dus voor het op onwettige wijze geherlocaliseerde Schelfhout dat enkel bereikbaar is via dergelijke 'onwettige wegen'.

Dus ... geen 'zorgstad' volgens de rechter. Case closed?

Neen hoor ...  het stadsbestuur van Aalst tekende beroep aan tegen de deze vernietiging. 
“Alles wordt nu ook in gereedheid gebracht om een nieuwe vergunningsaanvraag in te dienen, ditmaal bij de provincie”, zegt burgemeester Christoph D’Haese

Dus ... wel 'zorgstad' volgens de burgemeester. Case closed?

Alle discussies in de buurt waren dus verdwenen ? 

Neen hoor! En het ging zelfs al niet meer over de ontwikkeling van dit nieuwe bedrijventerrein.

In januari 2022 zette de Vlaamse regering op voorstel van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir een volgende stap richting de realisatie van een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) in Aalst. 
In de startnota voor het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP), dat nodig is om dit project mogelijk te maken, werden nog 5 mogelijke locaties weerhouden.
Het gaat om twee woonuitbreidingsgebieden (Horebekeveld en Biekorfstraat), de voormalige bedrijfssite Gates (Erembodegem) en ... de bedrijventerreinen Siesegemkouter Noord en Zuid ...

Maar ... U raadt het al ... Dit voorstel stuit op hevige tegenstand van de bewoners. 

Op deze vijf locaties ziet men het Forensisch Psychiatrisch Centrum liever niet komen en er is dus hevig protest van buurtbewoners, die zich opnieuw groeperen in protestgroepen. 

De forensische psychologie is een vorm van toegepaste psychologie die zich toespitst op het gedrag van criminelen, maar ook op de behandeling van de slachtoffers. 


Forensische psychologie speelt zich dus af in de wereld van politie en justitie, en dergelijk 'gevaar' ziet de buurt liever niet.

Het stadsbestuur van Aalst deed zelf voorlopig nog geen uitspraak over de toekomstige locatie. De publieke raadpleging door de Vlaamse overheid loopt af op 15 april 2022 en tegen dan zal de stad met een officieel standpunt komen laat burgemeester Christoph D'Haese weten. 

Hij bevestigt trouwens nogmaals dat de eerder genomen beslissingen over de Aalsterse Siesegemkouter sowieso zullen worden uitgevoerd. 
Volgens hem komt het zogenaamde 'Health & Care Valley' er dus zeker. 

Na de reeds verwezenlijkte grote werken (bouw van het ASZ, bouw van het Crematorium, tunnelwerken, ...) blijven er dus nog steeds twee belangrijke dossiers open.
Over zowel 'de zorgstad' als het 'psychiatrisch centrum' moet het verdict nog vallen. 

De actiegroepen houden hun hart vast ...

Laat ons voorlopig dus nog wat genieten van de natuur die er nog is. 
Hier een beeldje van de Siesegemkouter tijdens 'het gouden uur' (zonsondergang)



Bronnen

vlaamsbouwmeester.be (plan Crematorium)
so.lva.be/aalst-siesegemkouter-crematorium-0
Het Nieuwsblad 8/8/2015 - 26/4/2018 - 06/09/2018
Het Laatste Nieuws 07/11/2015 - 26/11/2015 - 20/02/2019 - 24/09/2019  - 22/12/2016
dbnl.org
vrt nws 12/05/2021
groenaalst.be
vrt.be/vrtnws/nl/201/09/06
docs.vlaamsparlement.be
de Gazet van Aalst 9 juli 1960 (via aalst.courant.nu)
De Voorpost 6 oktober 1978 (via aalst.courant.nu)
molenechos.org
TV Oost 15/03/2022
foto's tunnel gww-bouw.be
filmpje vooruitgang Wegen en verkeer
filmpje rit Leo Goeman
De Denderbode 16/01/1881
Windmolens van Aalst - J Van Overstraeten
Van Mosseveldemolen foto : Donald Vandenbulcke, 5/9/2010
foto SBA : Schollaert André (via madeinaalst
foto gouden uur : blog gundiscover.be
eigen foto's crematorium / tunnel
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost Vlaanderen, kultureel jaarboek voor de prov. O.VL.