Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

woensdag 15 mei 2019

De stedelijke vismijn(en) van Aalst

Een eerste vermelding van de stedelijke vismijn in Aalst vinden we terug op 25 mei 1465, en dat via een reglementering voor de verkoop van vis.

Vis mocht toen  enkel en alleen in de vismijn verkocht worden. Er waren heel wat reglementen aan verbonden, … zo mocht men bijvoorbeeld niet teveel vis aankopen, met name niet meer dan één korf.
Er bestond wel één uitzondering er op deze regel : de monniken van Affligem waren de enigen die zoveel vis mochten kopen als ze nodig hadden.

De oudste vismijn situeerde zich waar nu het standbeeld van Valerius De Saedeleer staat. De huidige plaatsnaam “Oude Vismarkt” verwijst er trouwens nog steeds naar.

De nieuwe overdekte vismijn, gebouwd in 1770, werd opgericht op de plaats van de vorige dus eveneens op de Oude Vismarkt.


In januari 1892 werd de oude vismijn op de Oude Vismarkt afgebroken en werd de nieuwe gebouwd achter de Werfkapel ... de 'nieuwe nieuwe' vismijn dus ... ofte De vismijn op "De Zaat" op "'t Eiland Chipka"  


Voor de bouw van de vismijn op de Zaat werden reeds in 1885 plannen gemaakt.
Het betrof een exacte copie van de originele vismijn, achthoekig maar dan wel overdekt.

Er moet echter in de daaropvolgende jaren een ander inzicht gekomen zijn en de uiteindelijke vismarkt is deze achthoek geworden met een aanbouw zodat er uiteindelijk een zaal met een half achthoekig uiteinde gebouwd werd.


Het dicht gearceerde gebouwtje rechtsonder de vismijn is de "achterste molen", op dat ogenblik reeds omgevormd tot woning, die voor de bouw der vismijn moest gesloopt worden.

Hierbij een tekening van de oude vismijn door Van der Poorten uit 1928


Hierbij het 'Vismijn politiereglement voor de stedelijke vismijn in 1893', dat te raadplegen is in het S.A.A. (Stadsarchief Aalst)


In 1933 werd als gevolg van herstellingswerken uitgeweken naar de overdekte Botermarkt. 
In 1937 werd zelfs besloten om de bouwvallige vismijn te slopen, maar zover kwam het niet, of toch niet via een geplande afbraak. Het waren immers de Duitse bommen die de klus klaarden in mei 1940. Dit gebeurde samen met bombardementen op het station en de St Annabrug.

De visverkoop ging na de oorlog verder door in de overdekte Botermarkt

Toen men in 1953 de metalen constructie afbrak verhuisde de vismijn naar de stadsmagazijnen in de Vrijheidstraat (waar nu de brandweer is). 

Op 20 juni 1956 werd de nieuwe vismijn aan de Houtkaai ingewijd en kon voor het eerst vis verkocht worden in de spiksplinternieuwe gebouw.

Hier kon men er elke week, van dinsdag tot en met vrijdag, vis kopen aan de laagst mogelijke prijs. 
Vooral gepensioneerden, kroostrijke gezinnen, werklozen en anderen die het financieel niet te breed hadden waren er vaste klant en de vismijn vervulde dan ook een niet te onderschatten sociale rol in Aalst.
Ook de oudjes van het 'oud mannekeshuis' in de Kattestraat verdienden er wat centjes bij. Zij presenteerden de aangeboden vis in houten bakjes, de koper kreeg aan de kassa een betalingsbewijs en ging ermee naar deze 'helpers' om de aangekochte vis in ontvangst te nemen. Hiervoor kregen 'de oudjes' dan van de koper vaak wat drinkgeld toegestopt .  

Het waren vooral de goedkopere vissoorten die er aan de man werden gebracht. Vis was indertijd immers 'het armemensen' eten bij uitstek.

Een groothandelaar kocht de vis aan in de vismijn van Oostende, Nieuwpoort of Zeebrugge. Per vrachtwagen of trein belandde de vis dan reeds voor 5u30 in de Aalsterse vismijn. De vismijn was geopend van 9 uur ’s ochtends.

Winst maken was nooit de hoofdbekommernis, in principe kon iedereen zelfs maar één aankoop doen. De vis werd er verkocht in hoeveelheden van 2,5 kg., maar de gepensioneerden konden een kleinere hoeveelheid van 1 kg. aankopen.

Panklare filets kon men er toen nog niet kopen. Hij was wel al “gegut” (dit wil zeggen : hij was reeds op zee ontdaan van zijn ingewanden) maar de graten kreeg je er dus wel nog - 'gratis en ver niet' - bij ...

In 1988 werden er nog grote verfraaiingwerken uitgevoerd.

Bij de werken ter voorbereiding van het herkasseien van de Oude Vismarkt werden de fundamenten van de overdekte (doch open) vismarkt gevonden. De contouren van de toonbanken en die van het afdak werden weergegeven in de kasseimotieven,  en zijn dus duidelijk zichtbaar.

Op het plannetje hieronder, dat verscheen in "Aalst Waar Is De Tijd", is duidelijk deze vismijn te zien:


De Vismijn was toen een heel stuk kleiner als nu. Duidelijk te zien was de vismijn tegen de waterpomp aangebouwd, onderstaande postkaart geeft een beter zicht op de toenmalige inplanting:


Visleveranciers aan de stedelijke vismijn aan de Houtkaai waren


in 1961:

- Van Ooteghem R., Oostende
- Van Torre V., Heist
- Boi G., Denderhoutem

in 1965 en 1966:

- Van Torre
- Albatros
- Boi

De geleverde vissoorten tijdens deze periode:

- bot - doraden - garnalen - griet - gullen - haaien - haring - kabeljauw - kongeraal - koolvis         
- krabben - leng - lommen - makreel - mieten - mooie meiden - pladijs - posten - roodbaars      
- rog - scharren - schelvis - staart - steentongen - sprot  - tarbot - tongen - vlaswijting
- vloot - wijting - wulken - zeebaars - zeewolf - zonnevis

Wat in dit lijstje waarschijnlijk onmiddellijk opvalt : geen mosselen
Het is eigenlijk niet zo raar dat er (toen) geen mosselen werden aangeboden, gezien deze niet kwamen van onze kust maar van de Westerschelde (Nederland), en het transport in die tijd nog niet was wat het nu was ... 

Over de Mosselkaai schreef Petrus Van Nuffel het volgende:

Ik ben zeker dat alle kinderen van Aalst aan de Mosselkaai gespeeld hebben.
Vele vielen er in het water, maar nooit is er iemand verdronken.
Nauwelijks riep men: er ligt een kind in ’t water, of Polydoor de Paepe sprong van boven door zijn dakvenster in de Dender en als hij niet rap genoeg was, had Jef van Belle de drenkeling reeds vast.

Over de mosselkaai en de vismijn schreef Ph. De Paepe het volgende:

Aan de Mosselkaai, tussen het café van Kamiel Verleysen en de molen van Gheeraerdts kwam alle weken een mosselschuit liggen.
Voor 12,5 cent had men een volle emmer, door de schipper in de emmer geschept, er waren soms krabben bij die door een “schajongen” van een schipper in het gezicht der kinderen gesmeten werden.
Veel mannen kochten er zich om 5 cent. De meesten zetten zich doodeenvoudig gehurkt op de deksteen. Ze staken de mosselen handig open met een pennemesje of liereman en slokten die zo naar binnen.
Andere hadden een handdoek om de mosselen in te doen, nog andere namen hun neusdoek, ze gingen dan met hun geknoopte handdoek of neusdoek mosselen naar huis.
Soms kwam er ook wel een hondenkar om 2 of 3 zakken, die werden niet gewogen want een baskuul had men op de schuit niet.

De viswijven etaleerden hun vis op grote schuine stenen, banken genaamd en in de halve ronde was er dan “de mijn”.

Dit werd reeds ’s morgens vroeg door belleman Buys aangekondigd op alle hoeken der straten.

Linge-linge-ling, vis in de mijn, linge-linge-ling, vis in de mijn, om negen uur zal hij geloofd worden!

Jan Tack, schoenmaker van stiel, was de roeper in de mijn: 50-49-48-47 enz. tot één van de omstaanders zijn vinger omhoog stak en “mijn” riep.

Die mocht dan ook onmiddellijk zijn vis betalen en meenemen.
Van hier trouwens ook de naam vismijn. Jullie moeten dus niet denken dat dit woord komt van een 'mijn' zoals een steenkoolmijn of zo.

De vis die men afriep werd van de grote hoop in een mand geschept die op een tree stond.

'Mong de Kalkbezze' was de schepper van dienst en wist heel handig steeds een paar vissen onder de tree te schuiven, die hij dan later zogezegd terugvond. 
Maar de omstaanders, meestal habitués, wisten dat en het was niet raar dat er één met fijne stem riep “visken onder ’t berreken”, wat Mong dan ook zijn tweede bijnaam 'Berreken' opleverde.

Dit plannetje geeft aan waar de oude vismijn stond op de oude vismarkt, in de kasseien is een patroon aangebracht om aan te tonen waar deze stond. Dit patroon is hier overgenomen in rode stippellijn.


Hieronder de afbeelding van een postkaart van de vismijn : het is een zicht op de vismijn en de overzijde van de Dender, en geeft een zeer goed zicht op de eerste bouwfase van het magazijn van De Wolf Cosijns.


En hier een foto uit 1977 van de Stedelijke vismijn aan de Houtkaai. 


De naam ‘Houtkaai’ herinnert eraan dat deze plaats op de vertakking van de Dender ooit een binnenhaventje van de Dender was waar hout geladen en gelost werd. 

Het haventje was ook verbonden met de vroegere moutmolen op de plaats waar nu de firma Seps is gevestigd even verderop. Zoals in andere steden was een dergelijk haventje steeds omzoomd door bomen.
De geruchten als zou de oude Vismijn zou worden afgebroken voor de bouw van een nieuwe voetgangers-en fietsbrug over de Dender werden door de stad Aalst formeel ontkent. 

De bomen rond dit gebouwtje, meer dan 50 jaar oude lindenbomen, worden wel gerooid en worden op termijn vervangen door nieuwe exemplaren en zitbanken (blokken zoals in de Kattestraat). Hierdoor zou het speelpleintje dat er nu aanwezig is, verdwijnen.
Volgens schepen De Gucht zou de fietsersbrug (die er toch zal komen) een brug worden op palen. Er zal worden gewerkt met schermen zodat de buurt kan gerust zijn over 'inkijk' in hun woningen en tuintjes. 

In het midden zou het pleintje opgewaardeerd worden tot een gezellige plek met veel speelmogelijkheden voor de kinderen. 
De bomen zouden een verbinding gaan vormen met het station, waar eveneens een groen park wordt aangelegd. Samen met de renovatieplannen van 'Netwerk' zou dit een nieuwe boost moeten geven aan de Houtkaai. 
Er rijzen ook ideetjes om van de oude vismijn een visrestaurant te maken (ofwel door concessie ofwel door het aan de privé over te laten). We zijn nog (bijlange) zo ver niet, maar het zou toch schitterend zijn om op die manier de geschiedenis van dit gebouw toch nog wat in ere te kunnen laten ? 

We schrijven ondertussen 20 juni 2023 ...  Van afbreken is nog steeds geen sprake, maar het lijkt er sterk op dat de meer dan vijf eeuwen oude 'Stedelijke Vismijn' aan de Houtkaai binnenkort wel eens op Immoweb zou kunnen verschijnen. 
Het stadsbestuur denkt er immers sterk aan om dit stukje Aalsterse geschiedenis te koop te zetten. 

Alweer een verhaal om te blijven volgen ... 

Bronnen

S.S.A.
vvakaalst 9/5/2020 - Luc Van Der Helst en André Schollaert
Gidsbeurten Jan Louis / Lutgarde De Ridder - stadsgidsen Aalst
foto 1977 : MadeinAalst (foto stadsarchief)
HLN 4/8/2019
Boek : Aalst in oude prentkaarten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten