Hij is geboren op 24-02-1823 in Aalst, als zoon van Ludovicus Vincentius Xaverius van Langenhove en Angelina Paulina Maria Josephina Tack.
Hij is overleden op 14-07-1871 in Aalst, 48 jaar oud
en begraven op 17-07-1871 in Aalst.
Van zijn vier broers stierven er twee als vrijgezel, een andere had geen kinderen. De oudste kreeg wel een zoon, maar deze overleed reeds op heel jonge leeftijd. Een zuster trad in het Klooster van de Kanunnikessen te Berlaimont en een andere huwde met Messire Lefebvre, maar had geen zoon. De derde werd echtgenote van Alexander Hardy, kapitein bij het tweede regiment kurassiers. Ook hier geen afstammelingen.Alexander trouwde, op zijn 24 jaar, op 10-08-1847 in Aalst met Maria Francisca Clementina Jelie, 21 jaar oud. Maria is geboren op 22-09-1825 in Aalst, dochter van Jan Baptist Jelie en Maria Anna Josepha Peeters. Zij overleed op 15-08-1877 in Blankenberge, op 51 jarige leeftijd en werd begraven op 18-08-1877 in Aalst, St. Martinus.
Het is de oudste zoon van Alexander die het ouderlijk huis erfde.
Hij was bankier van de door zijn vader
opgerichte “Banque C. et Al. van Langenhove”.
Ook was hij lid van de in 1846 door zijn voorganger
opgerichte Liberale Associatie, was hij raadslid en was hij tevens ook voorzitter van de Kamer van
Koophandel.
Hij werd gemeenteraadslid in 1856 en ijverde sterk voor de
oprichting van een stadsbibliotheek.
In juli 1866 werd hij aangesteld tot Schepen, en na de
gemeenteraadsverkiezingen van 1866 kreeg hij in december 1866 zijn benoeming
tot burgemeester, alhoewel hij een gematigd liberaal was, en de meerderheid van de raad katholiek.
Hij was in deze functie door de Aalstenaars dan ook nooit
graag gezien. Volgens een artikel in “De Denderbode” werd hij door de Aalsterse
bevolking 'met tegenzin en onverschilligheid' onthaald.
De reden hiervoor was dus dat de katholieken over de
meerderheid beschikten in de gemeenteraad terwijl
Alexander als liberaal toch burgemeester kon blijven. De achtergrond hiervan was dat de toenmalige liberale nationale regering niet snel geneigd was een katholiek als burgemeester te benoemen.
Daarenboven ondervond hij ook nog eens grote tegenstand door
de wet op het nieuwe kerkhof, dat ingedeeld werd in twee delen: één deel voor
katholieken en een ander voor niet-katholieken. Dat dit op tegenstand van de bevolking stootte hoeft geen betoog natuurlijk.
Alexander zou ondanks de tegenstand, toch burgemeester blijven tot aan zijn dood.
Alexander zou ondanks de tegenstand, toch burgemeester blijven tot aan zijn dood.
In augustus 1902 werd de straat vanaf de Houtmarkt tot aan het Burgemeestersplein naar hem vernoemd, de “van Langenhovestraat”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten