Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

dinsdag 22 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1960 : Louis Van Pottelbergh 'Sir Orlandy' (+1993)

Dat heel veel Aalstenaars een hart hebben voor het carnavalsgebeuren, kwam sprekend tot uiting door de massale opkomst voor de verkiezingen van prins Carnaval 1960. Deze editie zou trouwens de laatste worden onder organisatie van de 'Bond der politieke gevangenen'. 
Het feestje ging opnieuw door in zaal 'De Rink', en dit keer werden ook enkele radio- en televisievedetten aangesproken om de zaal te komen entertainen. 

In een uitbundige stemming werd de gala-avond ingezet, die vrijwel onmiddellijk naar een hoogtepunt ging toen de radio- en tv vedetten op het podium verschenen. Charles Janssen, Co Flower, Willy Lustenhouwer, de fantast Krak, en anderen zorgden er voor heel wat leute.

Ook ‘De Ware Gilles van Aalst’ en ‘De Sloebers’ deden hun duit in het zakje met een demonstratie die een gesmaakte ‘preview’ gaf op de nakende carnavalsgekte.

Vooral ‘De Sloebers’ kregen met hun uitbeelding van ‘De Onware Gilles’ een enorm succes, en iedereen was in de reeds in de gepaste stemming, toen men in aanwezigheid van burgemeester Blanckaert, schepenen Ringoir, Claus, Van Hoorick en de raadsleden Henri Van Der Vecken, De Stobbeleir, Waegeman, Van Hover en bestuurder Marcel De Bisschop, de voorstelling deed van de drie kandidaten. 

Wat begonnen was met vier, dunde namelijk uit tot drie, wegens ziekte van kandidaat Carlos Cavalero. 
De drie kandidaten die het tegen mekaar zouden opnemen werden dus : 

- Sir Orlandy (Louis Van Pottelbergh)
- Mario Piaclasso (Johny De Mol)
- Don Mascarade (Roger Van Mulders)

De kandidaten stelden hun kostuum voor op het podium en de - opnieuw massaal opgekomen - Aalstenaars mochten stemmen op hun favoriet. 


Het was President Oscar Moortgat die de proclamatie van de verkiezing deed.

Het donderende applaus voor Sir Orlandy liet niet de minste twijfel bestaan over de aanduiding van de nieuwe prins. Hij kreeg met 355 punten dan ook het leeuwenaandeel van de stemmen, terwijl zijn naaste rival Don Mascarade (Roger Van Mulders) ‘slechts’ 190 punten haalde, en de derde kandidaat Mario Paiclasso (Johny De Mol) zich moest tevreden stellen met 58 punten. 

De drie kandidaten, die hun beste beentje hadden voorgezet om er zo schitterend mogelijk voor te komen, werden vanwege het inrichtend comité en het stadsmagistraat in de bloemetjes gezet, wat zeker een ruimschootse beloning was voor de geleverde inspanningen.

In een van de gehouden toespraken was volgende te horen :

‘De keuze viel op kandidaat de heer Louis Van Pottelbergh die sinds vier jaar mededeed aan de verkiezing. We wensen hem van harte proficiat en hopen dat hij zijn titel waardig zal dragen, we twijfelen er ten andere geen ogenblik aan’.

‘In deze gelukwensen sluit ik de andere twee kandidaten in, die het wel mogelijk maakten dat er ene verkiezing kon doorgaan. Verders breng ik een eresaluut aan de heer Waterschoot, die door zijn niet meer deelnemen, de kans liet aan een der drie kandidaten’.

‘Moge zondag aanstaande onze prins, de Prins der Prinsen blijmoedig stemmen en moge hij de groeten overbrengen van zijne voorgangers-carnavalsprinsen

Louis Van Pottelbergh is geboren in Erembodegem op 20/03/1920. 
Door zijn huwelijk kwam hij in de Maanstraat in Aalst wonen. 
Zij echtgenote, Emilienne Brulin zou trouwens een belangrijke rol spelen in de kostumering van haar prins. Zij was hoedenontwerpster en patronenmaakster en maakte voor haar man een bijzonder mooie verzameling klederen, die in die tijd heel belangrijk waren voor de prins.
Zoontje Freddy en dochtertje Marie-Rose werden op het jaarlijks kinderbal trouwens meerdere keren verkozen tot koning en koningin, en dat ook mede dank zij de kleermakerskunsten van moeder.
Emilienne werd in 1957 trouwens al 'Koningin van het bal van de Oude garde' en in 1959 werd ze Cantinière van de Oude Garde. 

De kostuums waren echt vakwerk, tot in het kleinste naadje verzorgd.

Het lag dan ook voor de hand, dat Louis ook wel eens prins zou worden.  Op aandringen van de heer en mevrouw Raymond Steleman, stelde Louis zich in 1957 voor de eerste keer kandidaat.  Het zou zijn vierde deelname zijn, die uiteindelijk wel een succes zou worden. 

Louis was achtereenvolgens Casanova, Duc Delcarno, Carnavalito, en de laatste keer dus Sir Orlandy. Hij kwam steeds opdraven in prachtig kostuums, en verklaarde maar al te graag dat hij eigenlijk ‘slachtoffer was van de hobby van zijn echtgenote’, maar toch moest hij twee maal de duimen leggen tegen Robert Waterschoot en éénmaal tegen Marcel Henninck.


De bijnaam ‘Sir Orlandy’ dan ... 

De heer en mevrouw Van Pottelbergh hadden in Londen het museum van Madame Tussaud bezocht en hebben daar een beeld van Sir Orlandy gezien. Sir Orlandy moest voor de Engelse koningin juwelen ophalen, maar hield er af en toe wat achter. Als straf moest hij op het appel verschijnen in een kostuum waarop die achtergehouden juwelen waren vastgenaaid.  De bijnaam was meteen gekozen.

Reeds van voor de oorlog al was Louis een geducht carnavalsvierder. Carnaval verliep toen uiteraard in een heel andere sfeer.

In die tijd kon men mekaar nog naar hartelust verwijten, de volkssport van de Aalstenaar. Louis hield er echter aan dat dit op een menselijke en niet kwetsende manier gebeurde.  Hij kwetste zijn ‘slachtoffers’ dus nooit.

Hij en zijn echtgenote waren bij de carnavaleske bezigheden vergezeld door Edgard Van Den Abbeele en Maria Sonck. Vlak na de oorlog mocht men geen maskers meer dragen, maar dat belette hen uiteraard niet om op die manier ook heel veel plezier te beleven.

Toen hij in 1960 prins was, moest het toch allemaal een beetje ‘serieuzer’. Alles moest op uur en tijd gebeuren. Er waren toen nog de ‘verplichte’ bals zoals ‘Volharden’, ‘Club 13’, ‘Oude Garde’, ‘Taal en vrijheid’, ‘Catharinisten’, ‘Generale Bank’, ... waarvan de meesten ondertussen al een tijdje verdwenen zijn.

Soms was het onderling afspreken wanneer men hier of daar een defilé zou houden, want de prins was natuurlijk wel een ‘verplicht nummertje’ op veel van die bals.

Wat de kiezing zelf betreft, was de aanstelling van Louis meteen de laatste als ‘verklede’ prins. Na deze kiezing was het gedaan met de zelf gekozen en gemaakte kostuums. Dit vonden Louis en (vooral) Emilienne natuurlijk een uitermate jammere zaak, gezien net dat een deel van het succes was.
Een verkiezing verliep toen nog niet met supporters, zoals tegenwoordig wel het geval is. De prins was toen veel minder een showman. Het beeld van de prins is sedert die periode grondig gewijzigd.
In die tijd kreeg de prins nog geen financiële steun van de stad. Enkel na carnaval kreeg Louis een premie van 1500 Frank, een bedrag waarmee hij uiteraard niet uit de kosten kwam.

Prins zijn was toen nog meer een zaak van prestige. Louis vond het dan ook jammer dat er in de latere jaren zulke hoge bedragen werden toegekend aan de carnavalsvertegenwoordigers.  Hij zag liever een prins die ‘geeft’... en hij voegde meteen de daad bij het woord en deelde tijdens de stoet snoep uit.
Het werd een enorm succes, dat tot nu toe nog steeds gevolgd wordt.

Als prins zijnde mocht hij tijdens carnaval op de Grote Markt ook Prins Alexander ontmoeten. Hij overhandigde bij die gelegenheid een gouden masker aan de prins. 
Naast de prins leerde hij ook veel mensen waarderen .
Zeker ook de mensen die hard werkten achter de schermen, maar dus eigenlijk nooit eens rechtstreeks konden meegenieten van het applaus.

Raymond Steleman (Oude Garde), Panné Albert Waegeman (Taal en Vrijgheid), Van Cleemput (Club 13), Hemmeryckx (Generale Bank) enzeker ook Staaf Stobbeleir kwamen zo op zijn bedanklijstje terecht.

Ook buiten de stad was Sir Orlandy een bezig bijtje. Zo kon hij bijvoorbeeld bewonderd worden in onder andere Aarschot, Zaventem, Bredene, Moorsel en Wetteren.

In Aalst zelf ging hij de zieken in het hospitaal bezoeken. Dit was een traditie die gelanceerd was door Keizer Fransky. Ook bij mensen thuis ging hij bezoekjes afleggen. Hij was dus werkelijk een prins voor alle mensen.  Emiel Bogaert (van de Catharinisten) hielp hem om goedkoop aan snoep en speelgoed te geraken.

Toen de Prinsencaemere in 1972 van start ging, werd ook Louis lid van de vereniging, waar hij heel actief zou blijken. Hij trad er op tijdens verschillende shows en kroop daar in de huid van bijvoorbeeld Nana Mouskouri.
Na zijn pensioen werd Louis secretaris van de Prinsencaemere.
Hij werd er echter na een paar jaar afgelost door Johny Cooman. Louis was wat teleurgesteld in de vereniging en vond dat het plezier verdween.  Bovendien zouden enkele ex-prinsen naast hun schoenen beginnen lopen, waardoor men niet veel sympathie meer kreeg van de carnavalsgroepen. 
Ondanks deze opmerkingen bleef hij wel altijd trouw meewerken aan de activiteiten. 

In 1985 werd hij gehuldigd omwille van zijn 25 jarig jubileum als prins. 

Hij bleef een 'neutrale' prins en ook na de oprichting van de Prinsengarde in 1989 trok hij zich weinig aan van de hele heisa over 'concurrentie'. Voor het bleef het plezier maken primeren, of dat nu via één, twee of nog meerdere verenigingen zou verlopen. 
In 1989 werd hij lid van het Stedelijk Feestcomité en werd er onder andere promotor voor de 42ste Aalsterse jaarbeurs. 

In 1990 werd hij gehuldigd voor zijn 30 jarig jubileum als prins. 
Het zou jammer genoeg het laatste jubileum zijn ... 
Louis overleed op 18/06/1993.

In 2018 werd er wel nog eens naar het kostuum van de prins verwezen. 
De nieuwe prins, Alex, liet zijn kostuum immers inspireren door dat van Louis ...

--- Een overzicht van alle prinsen die onze stad kende tot hiertoe is HIER te vinden ---

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.