Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1983 : André Marcoen 'Balou' (+2014)

Balou was een populaire Prins die met veel humor vaak het publiek kon 'meenemen'.
Jarenlang bleef André zich, zowel voor als achter de schermen, inzetten bij De Prinsencaemere.

Op het podium voelde hij zich opperbest, dat bewees hij keer op keer met zijn 'typetjes', en ook zijn zangtalenten zullen voor altijd in onze herinneringen blijven bestaan door de vele carnavalshits die hij ons achterliet.

Balou was van de Koolstraat, een buurt met nogal wat carnavalisten. Zijn echte naam was André, maar iedereen noemde hem Balou.

Deze bijnaam komt uit de tekenfilm van Disney, Jungle Book. André was als kind een nogal mollig ventje en toen hij jong was, bracht Disney die film in de cinemazalen. Het duurde dan ook niet lang of iedereen noemde hem ‘Balou’. Een echt scheldwoord was het niet, eerder een 'koosnaampje', en zelf gebruikte hij trouwens ook graag die bijnaam. In zijn show op de prinsenverkiezing van 1983 vroeg hij zelfs in een liedje om te stemmen voor ‘Balou, de chouchou oit de Koeilestraut”.

Als 16-jarige startte Balou met de 'Ware Berkens', erna kwamen 'De Krakken', die het jammer genoeg maar twee jaar volhielden, en sindsdien was hij lid van De Destereers.

Balou verklaarde ooit volgende "Een Prins moet de geest en de spirit van de Aalstenaars hebben en begrijpen..."

Iets wat hij jarenlang trouwens zelf met glans bewezen heeft.

Ook bij Balou was het idee om eens mee te doen aan de prinsenverkiezing geen ééndagsbeslissing. Reeds jaren liep hij met het idee rond om eens mee te dingen naar de meest begeerlijke titel van Aalst.

André Marcoen zocht geen heil bij mensen uit de showwereld. Voor de verkiezingsshow heeft hij zijn eigen nummer volledig zelf opgebouwd. Weliswaar kon hij rekenen op de medewerking van Michel en Antoine, twee alom bekende carnavalsratten, die van wanten weten.

Natuurlijk brachten ook zij de politieke situatie op de korrel.

Balou betreurde het vandalisme tijdens de carnavalsdagen. Hij was met name de mening toegedaan dat dit alles toe te schrijven is aan mensen die niets met carnaval te maken hebben. “Een echte carnavalist doet zo iets niet” verklaarde hij in de pers voor de verkiezingen.

“Het spijtige van de zaak is dat Aalst als carnavalsstad zijn reputatie aan het verliezen is door dergelijke feiten. Wanneer je buiten de stad komt, wordt je verweten dat het Aalsters carnaval agressief is. Men is daar de mening toegedaan dat men tijdens de zotte driedaagse in Aalst alles, maar dan ook alles, toelaat. Het carnaval in Aalst zou moeten kunnen verlopen in een sfeer van vriendschap en kameraadschap. 

Hij heeft ook zijn eigen opvatting over het wijkcarnaval. “Ik weet niet waar het heengaat als iedereen met pluimen gaat oplopen. De eigenheid van de Aalsterse carnaval is alleen maar hier te vinden “.

Het is volgens Balou niet omdat men een hoed met pluimen draagt dat men mag gaan spreken van een carnavalist. Volgens hem hebben een aantal prinsen in het verleden dit reeds bewezen.
De bierprins zou men bijvoorbeeld een levende reclamespot kunnen noemen voor een brouwerij. Dat geldt ook voor de Ajuinprins die wordt gekozen door enkele wijkcafés. Carnaval in Aalst moet volgens André weer een écht straatfeest worden, van aan de Poitepit tot aan het Berrepitjes. Iedereen moet er opnieuw aan deelnemen, zowel jong als oud. Niet de kostuums of de mooie wagens moeten er primeren, maar wel de volkse spot, eigen aan de Oilsjteneers.

Nu, enkele decennia later, is dit nog steeds een probleem. Carnaval lijkt niets meer op carnaval van vroeger. De cafeetjes, waar tot in de vroege uurtjes werd gedanst, zijn nu vervangen door 'de pompiers', die luide 'boemboem' muziek vooral nog de jongeren aanspreken.  

In de Gazette van Aelst van 10/12/1982 verklaart hij dat het deelnemen aan de prinsenverkiezing zeker een veeleisende bezigheid is. “Ik ben al enige weken bezig met alle bals en zo af te lopen. De Destereers helpen me daarbij enorm, want als je alles alleen moet doen, is het té zwaar. Tenslotte kan je pas verkozen worden als je voldoende supporters meebrengt naar de verkiezingen”.

Op dat ogenblik maakte hij zich nog helemaal geen zorgen over de financiële kant van de zaak, en had hij ook nog geen budget opgesteld.

De verkiezingen zelf dan. Het verslagje werd gemaakt door de Nieuwe Gazet Van Aalst (28/1/83) :

Een straaltje zweet parelt waarempel reeds van onder de gekende lemmekenscoiffuur. “Ze noemen mij Balou, de Chouchou” is een eerste meestamper, die hem als het ware op het, toch wel mollige, lijf is geschreven. Vanop de (s)preekstoel orakelt Balou dat de Koolstraat het wachten op een carnavalsmuseum moe is. Dan maar gauw zelf een museum op het podium geïnstalleerd.

Balou leidt ons met strenge Ernst langs de rare beestjes die de muren schuren. De krokoraymondilius met zijn grote muil en averechte poeiten en het kannygeroeken dat nog maagd is omdat het zo snel springt maar dat toch zo ne grote zak heeft. 
In den boegoard zit de Gier-egoard zijne nest te klasseren en te repareiren. Willy-aalnoam komt net terug van het hof van kastratie en Lowie Van Flosjegem die als oanhaver wintj van al de andere beestjes, heeft nog jonge pootjes.

De chouchou van de Koolstraat zorgt dan voor nog twee andere Jempiaanse chouchoukes, goed voorziene van oren en poten, die met de waggelende Balou een shownummertje ten beste geven.

Een luid applaus dat even later, als Rickie op het podium komt, aanzwelt tot een orkaan.

Het is namelijk deze Rickie die de beste kansen heeft, want hij heeft duidelijk het publiek op zijn hand.

Fraai uitgedost als toreador, en samen met twee Spoinsche Fiestamiekes begint een zoutloze liedjespotpourrie. 'Valencia en de mensen zonder centen', 'Hasta La Vista Mañana', en ja zelfs Julio Iglesias komen één voor één aan de beurt.

En wat zien onze verbaasde ogen : Rickie en zijn twee akkolieten staan een beetje onbeholpen te dansen op de scene. Dat houdt hij zo een tien minuten vol, terwijl zijn enthousiaste supporters rond de jury beginnen te huppelen, waarschijnlijk om het gedoebber op het podium te verbergen.

Het tweede deel van zijn optreden is zelfs beneden het peil van de prins van Waubrechtegem. Als boer verkleed staat hij onbeholpen in play back een liedje te zingen. Nee, Rickie, volgende jaar beter maar dan in Oudegem of zo, waar het niet zo opvalt.

Nochtans het applaus blijft stormachtig, en de stilte als Roger opkomt wordt er des te opvallender door.

Aangesloten bij de Bond van de Vooruitziende Vrouwen, heeft sluwe Roger aan alles gedacht, en kunnen we genieten van een warm play-back applaus.

Samen met vrouw en dochter komt hij op als Pierrot en dan volgt er een mooi afgewerkte dans op muziek uit de film ‘Cabaret’. Daarop volgt een mooie kersttoespraak met veel sneeuw. Sneeuw over de stoet, een poëtische evocatie van de hand van Antoine. Wel een mooie tekst, maar naar mijn smaak een beetje te ernstig voor de spotlust van de Aalstenaar.

Want dat is wel zo, hoe 'zot' Antoine het ene moment is, des te serieuzer zijn ook sommige teksten van hem.

Michel(ine) en Antoin(ette), twee pronte verpleegstertjes van het OCMW, mogen hun nieuwste plaatje voorstellen. Het wordt een show die alles behalve mijn botten is. Alloo, alloo, alloo, wie krijgt er hier weeral een veeg uit de pan kadoo ? Een zatlap aan de toog probeert mij te overtuigen dat één van dei twee sjarels zich eens zou moeten opgeven voor prins Carnaval.

Nijvere leden van carnavalsgroepen proberen hun door de crisis gehalveerde kas te spijzen met de verkoop van plaketten, steunkaarten, stikkers en andere brol. Een ambetanterik met een wit vestjen steekt een nootje in mijn mond en probeert mij vervolgens een zakje aan te smeren.

En terwijl maar aanschuiven om aan dat begeerde pintje te geraken. Juist op dat ogenblik dat ik mijn tuitende oortjes een ogenblik rust wil gunnen in de lege bodega en een koele slok mijn gemartelde keelgat streelt, zijn daar de punten van de jury.

Voor Balou regent het achten en negenen, wat zeker verdiend is. Goed voor een totaal van 1500 punten.

Voor Rickie een gulle zeven, een karige vier en een pak unanieme zessen. De supporters hebben blijkbaar hun kelen niet voor niets schor geschreeuwd, want hun poulain totaliseert toch nog 996 punten.

Over Roger blijft de jury verdeeld, met als maximum een acht, en als minimum een paar vieren en een totaal van slechts 610 punten. De karige supporters worden er zo mogelijk nog stiller van. Voor Roger is een mooie droom voorbij.

De strijd gaat vanaf dan dus nog alleen tussen Balou en Rickie. 
Zal het puntenvoordeel van de eerste opwegen tegen het stemmenaantal van een meute steeds luidruchtiger wordende supporters van de ronde toreador? 

Als Kamiel bekend maakt dat Roger 265 stemmen uit de zaal kreeg, Rickie 563 en Balou “toch nog” 530 is het verdikt gevallen.  Vreugde en tranen alom en een scepter van uittredende sympathieke Jempi voor de nieuwbakken “Prins Balou de eerste en de leste”.

Dat was het dan weer de grote prinsenverkiezingen van ons ienig Oilsjt.

Op gevaar af voor een krefter versleten te worden, wil ik toch nog enige randbemerkingen maken. De Jury heeft sterk toegegeven aan de druk van het publiek. Zo werd Rickie met zijn grote aanhang overgewaardeerd. Een reeks énen en tweeën had beter het peil van zijn “show” weerspiegeld.
Roger, zonder aanhang, verdiende daarentegen een hogere quotering, want al was het misschien geen carnavalshoogstandje, de show zat knap in elkaar en werd goed gebracht. Balou stak met kop en schouders boven de twee anderen uit, en hij is er in geslaagd zijn gebrek aan supporters goed te maken door de ongeveer twintig procent onbesliste kiezers achter zich te scharen. 

De beste heeft gewonnen, dat moet iedereen toegeven.

De geluidskwaliteit, één van de belangrijkste ingrediënten was ronduit terribel. Frans Wauters was er zelf niet over te spreken. “Wij moesten een aanbesteding uitschrijven, en dan de goedkoopste nemen van ‘t stad. Ge ziet nu wat er dan gebeurt”

Ik hoop in elk geval dat de aanwezige schepenen, net zoals ik, ‘s anderendaags schele hoofdpijn hadden. En van ‘t bier zal het niet geweest zijn, want je moest een half uur vechten om een pintje vast te krijgen. Ze hadden beter van het podium voor de Kamillekes en de lege dure bodega enkele togen gemaakt om de dorstigen te lessen.

In het lokaal van de Destereers was het na afloop minder dorstig. Balou werd er opgewacht door een grote schare supporters en gaf prompt twee vaten op de overwinning. En of dat gesmaakt heeft.

De grote overwinnaar en prins van 1983, Prins André Marcoen 'Balou', is vrijdagnacht 7 November 2014 overleden na een moedige strijd tegen longkanker. Op 15 november zou hij 59 jaar geworden zijn...

Op maandag 18 November 2014 werd in de foyer van CC De Werf een laatste eerbetoon gebracht aan de overleden Prins.Vrienden, familie en De Prinsencaemere werden even stil, en zorgden voor een waardig afscheid.

Prins Jempi, goede vriend van Balou, verwoordde het als volgt:

"Al het applaus van de shows, stop ik in een doos en die bezorg ik jou nog wel. Ik zal je wel nog vinden".

Balou en Jempi waren twee handen op één buik. Balou heeft Jempi zelfs ooit gevraagd of hij ‘broer’ tegen hem mocht zeggen. Beiden waren ze enig kind.

Jempi: “"Onze hoogdag is de dag van de Voil Jeanetten. Onze outfit trok elk jaar de aandacht van het publiek en we gaven interviews aan televisie en kranten. Er ging geen carnaval voorbij of we kwamen op tv. Balou en ik en Angelo, familie van Balou"

Jacquy De Pauw van de vereniging van De Losse Groepen vertelde 'André was de enige Prins tot op vandaag die sympathie en oog had voor de bijdrage van de losse groepen aan onze stoet en de raadszitting. Als zodanig is hij voor mij de enige Prins van alle carnavalisten.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.