Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

dinsdag 22 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1973 : Michel Cleemput

In 1973 behaalde Michel Cleemput voor de tweede keer de titel van Prins carnaval. 
Twee jaar eerder werd hij op 21-jarige leeftijd ook al prins en ook in 1978 zou hij opnieuw een geslaagde gooi doen naar de prinsentitel. 

Het regelement besliste in die jaren dat een verkozen prins zich het daaropvolgende jaar niet meer mocht kandidaat stellen, vandaar het sabatjaar in 1972.

In 1973 was Michel dus wel weer paraat. Hij was intussen verhuisd naar de Koolstraat, en hij had ondertussen ook een geduchte reputatie op het vlak van gevatte opmerkingen en originele podiumvondsten opgebouwd. Hij hekelde vooral de lokale toestanden en spotte met de verloedering van het milieu, die hij op schitterende wijze kon overbrengen naar zijn publiek. Vooral het gebruik van woordspelingen leek hem wel te liggen.

Ook was hij in 1972 verkozen tot Miss Voil Janet van de Koolstraat, een title die hij later trouwens nog enkele keren op zijn naam zou schrijven. 
Die verkiezing ging door naar aanleiding van het zomercarnaval in de Koolstraat. 

Tijdens de zitting van 14 December 1972 besliste het schepencollege, dat de stadsfeesthal op het Keizerlijk Plein zou voorziene worden van verwarming. Door deze beslissing werd het mogelijk om alle in 1973 geplande feesten daar door te laten gaan, inclusief dus ook de verkiezing van prins carnaval. De verkiezing in de Florahallen van vorig jaar zou dus maar éénmalig zijn … Wisten we toen beter …

De verkiezing ging door op vrijdag 16 februari, en dit keer dus op het Keizersplein, en in een nieuwe hal. 

Voor dit jaar werden drie kandidaten gevonden. 

- Willy Rydant, 
- Johnny Marcoen 
- Michel Cleemput (die al eens prins geweest was in 1971) 

Dat jaar liepen ook (en vooral) de hernieuwde ‘Aalsterse Gilissen’ in de kijker, met als dynamisch promotor Gustaaf De Stobbeleir. 

Het Aalsterse schepencollege bleek tijdens de show, traditiegetrouw, een enorme bron van inspiratie te zijn voor de kandidaten. Vooral Michel kwam heel scherp en gevat uit de hoek met enkele markante uitspraken waarbij hij de spot met het gemeentebestuur zeker niet schuwde. 

Tijdens zijn show zong hij voor het eerst zijn carnavalshit 'Oilsjt ajoin en bier met schoim' en trakteerde daarbij prompt iedereen die bij de eerste prinsenverkiezing in de Keizershallen aanwezig was. 
Het lied zou meteen de eeuwigheid ingekatapulteerd worden, en iedere ajoin kan het dus zelfs vandaag de dag nog woord voor woord meezingen. 

De twee andere kandidaten, Willy Rydant en Johny Marcoen zochten hun inspiratie daarentegen voornamelijk in meer neutrale ‘Oilsjterse liekes’, en bravere opmerkingen.
 
In dit ‘Dirk Martensjaar’ was het natuurlijk niet te vermijden dat er ook een show kwam van Keizer Kamiel Sergant die de beroemde drukker eerde. 
Tussendoor kwamen ook leden van het stadsbestuur een showtje ten beste geven. 

Daarna volgde de uitreiking van de titel onder de aandachtig toeziende ogen van voorzitter Singelijn en sekretaris Van De Perre, de juryleden en de bloemenfee.

Het was eigenlijk al duidelijk, maar het werd toch nog even officieel bevestigd : Michel haalde het en mocht ook dat jaar nog eens met de scepter zwaaien. 

Dat de carnavalsdagen heel zwaar kunnen zijn voor een prins bewijst het feit dat Michel dat jaar de popverbranding gemist heeft. 
Hij was in slaap gevallen, en toen hij wakker werd, was er geen pop meer te zien en was carnaval gedaan.

Terwijl hij zich in zijn eerste prinsenjaar, 1971, overal liet zien, stapte hij vanaf nu over op een andere taktiek. Hij zou enkel nog feesten bezoeken die verbonden waren aan carnavalsmiddens. Politieke feestjes of privéfuiven liet hij dus aan zich voorbijgaan, wat wel eens liet opmerken dat hij tijdens het jaar ‘onzichtbaar’ was. 
Het was immers nog niet de periode van de massale eetfestijnen, drinkavonden, quizavonden en kroegentochten zoals nu het geval is, dus zo vaak kwam hij inderdaad niet buiten. 

Hij bracht dit jaar ook zijn ‘Oilsjt ajoin’ op plaat uit, zij het dan als B-kantje van ‘Gaan wij het eens proberen’. 
Het success van de B-kant oversteeg (uiteraard) de A-kant en wordt nu nog steeds meegebruld van zodra het door de boxen klinkt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.