Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

maandag 16 juni 2025

Wie werret 2026

Op woensdag 21 mei was het zover. 

De kandidaten prins carnaval 2026, Joshy, Timmy en Dave, kregen hun kandidatenlint officieel overhandigd in het stadsmuseum. 
Ook de volgorde van optreden tijdens 'le moment suprême', op 18 oktober 2025, werd bepaald.

De drie kandidaten kunnen zich dus nu ten volle smijten op hun campagne... 

Hier een korte voorstelling van de drie kandidaten, in de volgorde waarop ze zullen optreden op 'hun' dag ...

JOSHY

Naam : Joshy De Troch

Leeftijd : 29

Gezinssituatie : partner van Marleentje - vader van een zoontje van 4 - wonend in Hofstade

Werk : het Belgische leger - luchtmacht

Carnavalsachtergrond : carnaval was altijd al heel aanwezig in de familie. Van zijn toenmalige kleuterleraar in De Duizendpootjes, prinsj Tony Swings, mocht hij op carnavalsmaandag 1999 meerijden in de prinselijke auto. 
Zo werd hij natuurlijk nog harder gebeten door het fenomeen 'carnaval'
Daarna ook aktief bij andere prinsenverkiezingen, zowel voor als achter de schermen.

Groep : AKV Krejeis

Fanshop : sweaters, polos, t-shirts, pet, oorbellen

Kleur : zwart

Activiteiten : Pizzafestijn 30/5, 31/5 en 1/6


TIMMY

Naam : Timmy Van Delsen

Leeftijd : 38, binnenkort 39

Gezinssituatie : partner van Eline, de mama en plusmama van hun 4 kinderen (18, 16, 9 en 7 jaar).

Werk : schilder

Carnavalsachtergrond : opgegroeid in een Aalsterse familie. Zijn 'petjen' was Johny De Mol aka Kamiel Plezant, gekend door zijn tweevoudige deelname aan de prinsenkiezing én van de hit 'Iendracht veroit'. Ook was hij lid van het stemmingstrio. 
Ook Timmy werd dus opgevoed met 'carnaval'. In 2004 schopte hij het tot 'Mister Ajoin' en daar is zijn kriebel... euh, beginnen kriebelen. 

Groep : 20 jaar bij De Zieke Zjieratten-Twiekierenniet, waarvan 5 jaar als voorzitter.
Na de overwinning in 2017 besloot hij om naar Possensje te gaan, waar ook zijn vrouw al eerder lid van was.
Ondertussen is dit zijn 7de  jaar bij deze groep.

Fanshop : pull, polos, pet , sticker, pakket

Kleur : groen

Activiteiten : Eetfestijn 16/5 - 17/5


DAVE

Naam : Dave De Meyer 

Leeftijd : 41  (°02/07/1983)

Gezinssituatie :  wonende in Erembodegem, samen met zijn vrouw Elke en de drie kinderen (15. 12 en 4)

Werk : brandweerman

Carnavalsachtergrond : eerst carnaval vierennmet een los groepje en na samensmelting van het los groepje van zijn schoonbroer en het zijne, de AKV Om En Vedrom gestart.
Schrijft graag liedjes en heeft 2 jaar radio gedaan. Ook zingen doet hij graag.
Maakte al reclame tijdens de vorige carnavalsdagen door middel van zijn affiches 'Sssst, hier rijpt...' en de letter 'D' (in het schrift van Duvel, wat hij al eens graag drinkt)

Fanshop : pull, T-shirt, pet, pakket

Kleur : 'appelblaat-zjiegroen' gelek as dammen zeggen

Activiteiten : eetfestijn 07/07

Uiteraard heel veel succes geweest aan de drie kandidaten ... en moge de beste winnen...


Bronnen :

Lokale pers 
Verslagen voorstellingen via CarnavalAalstKoentje, DRA

donderdag 24 april 2025

KERK EN GELOOF

Over kerken en 'het geloof' zijn reeds duizenden boeken geschreven en is al oneindig veel gediscuteerd. 
Hier de links naar alle 'gelovige' thema's in Aalst.  Uiteraard worden deze constant aangevuld met nieuwe artikels en update informatie. 

GEBOUWEN












PERSONEN - ORDES











ANDERE














Zjennemiekeskeirkhof (Jennemiekeskerkhof) - Dendermondse steenweg (ca huisnummer 75)

Voor het volgende onderwerp, dienen we enkele eeuwen terug te keren in de tijd.

Terwijl in de Romeinse tijd de doden niet in de stad mochten begraven worden, werd dit vanaf de 5e eeuw steeds meer gedoogd. Dit kwam door het gevoel van onveiligheid dat veroorzaakt werd door invallen, en de gedachte dat het dicht liggen onder of bij de martelaren goed was voor de eigen zielezaligheid. 

Keizer Justinianus, het tweede Concilie van Braga (563) en ook latere concilies in de 7e en 8e eeuw handhaafden wel het verbod om te begraven in de kerken, maar er werden wel officiële toelatingen gegeven om te begraven tegen de buitenmuren, in de bijgebouwen, in het voorportaal of in het atrium (voorhof). 

In de 9e eeuw werden niet langer enkel bisschoppen in de kerk begraven, maar ook de abten en priesters, alsook vooraanstaande leken. De gewone gelovigen / leken dienden nog steeds buiten de kerk te worden begraven. 

In de 13e eeuw beschouwde men het begraven in en rond de kerken of kloosters als een 'oud' gebruik, maar er kwam wel een verbod om bovenop elkaar begraven te worden. 

Amper een eeuw later kwam een andere paus echter op de beslissing terug omwille van de traditie en tevens omwille van enkele nieuwe meningen in de Oosterse kerk. 
Zou men immers niet meer denken aan de doden en meer voor hen bidden op deze manier? En was een kerkgebouw niet dé aangewezen plaats om dichter bij God te zijn? 

Zonder hierover formele wetgeving uit te vaardigen liet de overheid / wetgevende macht haar afkeuring blijken over deze overwaardering van de kerk als begraafplaats en men spoorde de bevolking aan om toch de laatste rustplaatsen niet langer in de kerk te hebben. 

In Aalst echter, een heel katholieke regio, bleef de kerk 'the place to be'. 

In 'De Werkman' van 19 november 1875 lezen we over de vergroting, dan over een verkleining van het kerkhof : 
"Tot 1784 was het Kerkhof rond de kerk en door eenen muur afgesloten, aan welken de stad in 1432 eenen kostelijken waterput maakte, mits dat omtrent nieuwers water en was, daartoe alle de gheburen gaven, ele na zinen staat. 
De stad gaf 30 pond 6 schellingen parisis. Op het laatste der 15e eeuw, in 1496 kocht de kerk eene erve aan de Stoofstraat, om er 't Kerkhof langs die zijde mede te vergrooten. De begraafplaats werd in 1765, toen men den muur vernieuwde, een weinig verkleind, ten einde den steeneg, die aldaar te smal was, te verbreeden"
Deze situatie bleef zo tot in het midden van de 18e eeuw

De periode van de Franse revolutie was nogal sterk uit op het verbieden van het begraven van de doden in kerken, maar ditmaal werden hygiënische redenen aangehaald. 

In onze contreien had de Geheime Raad reeds in 1771, op verzoek van keizerin Maria-Theresia, een dossier samengesteld en na overleg en samenwerking met de verschillende gewestelijke gerechtshoven kwam er in 1776 een nieuwe wettekst. Het was echter pas onder keizer-koster Jozef II van Oostenrijk dat deze als edict verscheen op 26 juni 1784 (Edict angaende de begraffenissen).

Toendertijd begroeven de Aalstenaars hun doden nog steeds op het kerkhof rond kerken en kloosters, onder andere ook aan de Sint-Martinuskerk  in het centrum van de stad. 

Na het verschijnen van dit edict stopte dit. Het was nu immers ook formeel verboden om te begraven in kerken en binnen de stadsmuren, omwille van hygiëne en plaatsgebrek, en men kreeg een verplaatsing van een 'kerkhof' naar een 'begraafplaats'.

Kerken kregen een uitsluitend ceremoniële rol, en begraafplaatsen dienden dus vanaf nu buiten de stadsmuren te liggen. 
Dit leidde uiteraard tot protesten, want vele mensen wilden hun dierbaren in gewijde grond, dus dicht bij een kerk, begraven. 

Er werd echter toch ingegaan op de eisen van keizer-koster Jozef II, en daarom kocht de kerkfabriek dat jaar nog een terrein langs de Dendermondse Steenweg.
Wel buiten de stadsmuren dus, maar zeker geen onoverkomelijke afstand.

Op 2 november 1784 wordt de begraafplaats ingewijd. 

Het kreeg in de volksmond de naam Zjennemiekeskerkhof (Jennemiekeskerkhof), naar de bijnaam van Maria-Johanna Meert, die er als eerste begraven werd.

Tussen de 30 en 40000 Aalstenaars zouden haar volgen en werden hier begraven. 


Na de onafhankelijkheid van België in 1830 bleef de invloed van de Kerk groot, maar gemeenten kregen meer bevoegdheden. 
De gemeentelijke begraafplaatsen werden normaal en vanaf deze periode werd alles ook veel beter georganiseerd.

Een nieuwe wet van 1866 verplichtte dat alle begrafenissen eerst burgerlijk moesten worden aangegeven. Het kerkelijke deel verdween dus geleidelijk aan.

In 1867 werd dan ook de mogelijkheid van niet-religieuze (burgerlijke) begrafenissen wettelijk erkend, hoewel dit in Aalst (als katholieke stad) nog vrij zeldzaam gebeurde.

In 1867 houdt het Zjennemiekeskerkhof officieel op te bestaan. Dan wordt namelijk een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen, langsheen de Leo de Béthunelaan, de huidige stedelijke begraafplaats. 

Opvallend is dat de oprichting van het nieuwe kerkhof door de stad gebeurde.
Een wet uitgevaardigd door Napoleon in 1804 liet namelijk toe dat ook gemeentelijke administraties begraafplaatsen oprichtten, en eerder in 1867 werd ook de mogelijkheid tot burgerlijke begrafenissen ingevoerd.

De kerkfabriek verpachtte het oude kerkhof, maar verbood de pachters om er putten te graven. 

In 1869 vinden we in de Denderbode een advertentie terug, waaruit mag blijken dat 'het oud kerkhof' voor de Aalstenaar een herkenningspunt werd. 
Zo een beetje als ''t aad poliesjebureau' waar men nu - zoveel jaar na de sluiting - nog altijd over spreekt. 


Eind 19e eeuw
, in de schaduw van de spoorlijn en het station, begint de opkomst van industrie en vestigen verschillende bedrijven zich langs deze weg, en dus ook boven het 'oude kerkhof'.

2024 : De Stad Aalst wenst op de terreinen van Dendermondsesteenweg 75 de bestaande bebouwing te slopen. Dit past in een omvangrijk en ingrijpend stadsvernieuwingsproject met ruimte voor stedelijk wonen, handel, bedrijvigheid, diensten, evenementen, e.d., ter hoogte van een verouderd industriegebied. Ook op de terreinen achter het station worden in de nabije toekomst stedelijke functies voorzien en wordt een transferium uitgebouwd. Om deze toekomstige ontwikkelingen te ontsluiten, wordt een nieuwe weg, een stadsboulevard, de zgn. ‘Nieuwe Tragelweg’ aangelegd tussen de Denderstraat en de rotonde die de N41 verbindt met de R41. Deze nieuwe weg zorgt eveneens voor de ontsluiting van de toekomstige Pendelparking achter het station. De sloopwerken hebben als doel het toekomstig tracé voor de Nieuwe Tragelweg voor te bereiden in functie van de uitvoering van de wegenwerken.

Zo klonk de aankondiging die de sloop van de leegstaande winkelpanden (vroeger Smatch - Buurtslagers / Blokker - MegaWorld / Leenbakker) inluidde eind 2024.

Sinds begin april 2025 is hier een uit de kluiten gewassen tent te bewonderen.


De Tragelsite, gelegen tussen de Denderstraat, Dendermondsesteenweg, Tragel en de R41-Heilig Hartlaan, is immers het gebied van ongeveer 14 hectare dat reeds sinds 2015 wordt ontwikkeld voor een gemengd stadsproject. 
De site omvatte vroeger onder andere de Intergemsite, waarvoor saneringswerken zijn uitgevoerd. Daarna werd het gebied gebruikt als handelszone, met verschillende winkels.

SOLVA Dienst Archeologie start er in april 2025 een onderzoek op de plaats waar zich vroeger dus Leenbakker, Smatch - Buurtslagers en Blokker  - MegaWorld bevonden.

De proefputten die werden geboord, bleken alvast een positief resultaat op te leveren, en men is dus zeker dat men de post middeleeuwse begraafplaats in goede staat zal kunnen terugvinden. 

Reeds vanop een diepte van 'amper' 75 centimeter vindt men een knekelput en verschillende grafkuilen. Men kan duidelijk drie fases van herinrichting van de begraafplaats herkennen, iets wat binnen de verwachtingen lag na het bestuderen van kaartmateriaal en andere historische bronnen. 

Een ploeg van 12 arbeiders en archeologen zijn dagelijks in de weer om de restanten van dit kerkhof bloot te leggen. 
Het gaat hier om een oppervlakte van ongeveer 4532 m2.
Men hoopt nog ongeveer 2000 skeletten te kunnen recupereren. 


In de omgeving, ter hoogte van locaties met gelijkaardige landschappelijke kenmerken, zijn archeologische resten bekend die teruggaan tot in de metaaltijden. Op basis van het proefputtenonderzoek kan men echter besluiten dat de kans op bewaring van dergelijke oudere sporen zeer gering is, en dit ten gevolge van de hoge intensiteit van begraving in de 18de en 19de eeuw. 

Na het afronden van de werken door SOLVA (vermoedelijk zomer '26), zouden de werken starten voor de aanleg van de nieuwe Tragelweg. 

Bij de opgravingen vonden archeologen van SOLVA mudden mei trouwens een houten doodskist met daarin een skelet waarvan alle lange botten zijn doorgezaagd. 

De rechterbovenarm, beide onderarmen en beide bovenbenen werden in het midden doorgezaagd. Bij de onderbenen gebeurde dat net onder de knieën. Mogelijk is ook de schedel doorgezaagd, maar die was te slecht bewaard om dit met zekerheid te kunnen zeggen.


De zaagsporen zijn gemaakt door ervaren chirurgen of dokters. Dit leidt fysisch antropoloog Liesbeth Massagé af uit de studie van de zaagsnedes. “Er zijn geen ‘hesitation marks’ (sporen van aarzeling die kunnen wijzen op een minder ervaren dokter of student) gevonden, wat wel het geval zou zijn als studenten hadden geoefend op het lijk. Wellicht gaat het hier om het maken van meerdere preparaten bestemd voor medisch onderwijs”, zegt ze. 

Dissectie was toendertijd heel belangrijk voor het medisch onderwijs. 

Ook de in Aalst geboren chirurg Jozef Kluyskens meldde in 1817 al het belang van dissectie als een goede methode om de menselijke anatomie aan te leren.

Na de dissectie is de overledene begraven in een houten kist waarbij is geprobeerd om de verschillende fragmenten weer op de juiste plaats te leggen. 
Hierbij werd echter een fout gemaakt. “De onderkant van het bovenbeen werd verwisseld met de bovenkant. Toch wijst dit erop dat er geprobeerd is om de persoon respectvol te begraven”, aldus Liesbeth Massagé. In de 18de en 19de eeuw werden dissecties meestal uitgevoerd op lichamen van veroordeelde criminelen en mensen die kort na hun dood niet door familie werden opgeëist of van wie de familie de begrafeniskosten niet kon betalen.

Het vinden van sporen van dissecties op menselijk botmateriaal is zeldzaam in onze regio. “De vondst in Aalst is des te opmerkelijker omdat Aalst in die tijd geen bekende medische opleidingsinstelling had. Dit roept vragen op over wie de dissectie uitvoerde en waar dit gebeurde. 
Mogelijk is er een link met het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal, het huidige stedelijke museum. Deze vondst toont aan dat medische geschiedenis niet alleen in archieven, maar ook in de grond te vinden is. 

Verdere analyse en samenwerking met historici, archeologen en medische specialisten zal hopelijk nog meer onthullen over deze bijzondere vondst”, zegt de stad.


Of er in Aalst iets kan gebeuren zonder dat daar eerst een eindeloze discussie aan vooraf gaat? Het lijkt erop dat dit echt niet kan. 

Het stadsbestuur koos er in 2018 voor om de nieuwe straten op de Tragelsite Kunstzijdestraat, Arenalaan, Ketsersweg, Nieuwe Tragelweg en Jennemieke te noemen. 
Een beslissing die meteen op onbegrip kon rekenen van oppositiepartijen sp.a en Open Vld. 

"Eerst keurt het schepencollege de Viscosestraat, de FFR-laan en de Georgiesstraat goed, maar dan komen ze met andere namen naar de gemeenteraad", vertelde Vera Van Der Borght (Open Vld). 
"De namen verwezen nochtans naar de arbeidersstrijd ten tijde van priester Daens. Een gemiste kans om ons historisch industrieel erfgoed in de verf te zetten", zei ze. 

La Géorgie was een katoenspinnerij op de Tragel, FFR verwijst naar de Filteries Réunies en Viscose naar 'Société Générale de Soie Artificielle par le procédé de Viscose'.

Ook Sp.a-er Patrick De Smedt vond het onvoorstelbaar. "Uitgerekend op deze historische industriële site, waar een zware sociale arbeidersstrijd plaatsvond, worden de drie daarnaar verwijzende voorstellen geschrapt", zei hij. 

De bevoegde schepen Mia De Brouwer (N-VA) ontkende stellig dat de keuze werd beïnvloed door vastgoedontwikkelaars of dat Franstalige namen op een veto stootten van de N-VA. 

Ze vond het "Platte oppositiepraat", gezien "de nieuwe namen wel degelijk ook verwijzen naar ons erfgoed en bovendien makkelijker uit te spreken zijn".

Nu, what's in a name natuurlijk, en er zullen nog kansen genoeg komen om de aangehaalde namen ook ergens een plaats te kunnen geven.
Feit is dat men dus nog een tijdje naar een tent kan kijken, en het daarna alle hens aan dek wordt voor de aanleg van een nieuwe 'Tragelweg' met bijhorende faciliteiten ... 

Het prestigieuze project lokt heel wat reacties uit, zowel negatief als positief. 

Meer over 'kerk en geloof' in Aalst kan U HIER terugvinden.

De archeologen geven zaterdag en zondag 24 en 25 mei rondleidingen van 10 tot 12 uur en van 13 tot 16 uur. 
De toegang is gratis. 
Reservatie is niet nodig. 
Hou er wel rekening mee dat de archeologische site slechts beperkt toegankelijk is voor rolstoelgebruikers.


Bronnen:

loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/30950
aalst.n-va.be 02/02/2018
loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/30950
histories.be : dood en begrafenis
HLN 21/05/2025
'Ons heem' , 12/1999
aalst.be
foto : Oilsjt een weireldstad@facebook

vrijdag 10 januari 2025

Karraukes in Oilsjt

2022-2023 ... Het Battenburgpatroon komt stilaan in het Aalsterse straatbeeld terecht. Het wordt gebruikt door onze spuitgasten en ambulanciers.

10 Januari 2025 ... ook politie Aalst zal de eerste voertuigen met Battenburgpatroon in gebruik nemen.

Het Aalsterse korps introduceerde met trots haar nieuwe voertuigen: een troepentransport voor openbare ordehandhaving en 3 motorfietsen. 
Deze voertuigen zijn niet alleen symbool voor een bredere vernieuwing binnen de zone, maar ook een primeur vanwege het opvallende full Battenburgpatroon.

Op 5 mei 2025 werden de voertuigen ook daadwerkelijk in gebruik genomen.

Maar wat is dat nu juist, ... dat Battenburgpatroon ?

Wel, een battenburgpatroon of battenburgmarkering is een patroon van gekleurde blokken ('karraukes') met hoge zichtbaarheid dat voornamelijk gebruikt wordt om voertuigen van hulpverleningsdiensten mee aan te duiden.


De naam van dit patroon verwijst naar battenberg- of battenburgcake, een type gebak dat bestaat uit cake van verschillende kleuren, zodanig gestapeld dat men een schaakbordpatroon krijgt wanneer men de cake dwars doorsnijdt. 


Deze taart werd speciaal gemaakt als huwelijksgeschenk voor Prins Louis van Battenberg en Prinses Victoria van Hessen (kleindochter van Koningin Victoria) op  16 mei 1884, en was een eerbetoon aan het nieuwste lid van de Engelse koninklijke familie door zijn achternaam te gebruiken als titel van het gebak.

Het gebruik van een dergelijk patroon op de zijkanten van hulpverleningsvoertuigen is ontstaan in het midden van de jaren 1990 bij politiediensten in het Verenigd Koninkrijk. 

Men zocht er naar een markering voor politiewagens die voor maximale zichtbaarheid zou zorgen bij zowel dag- als nachtlicht, en die politievoertuigen duidelijk van andere voertuigen zou onderscheiden. 
Het gebruik van een dergelijk patroon is intussen ook door andere hulpdiensten overgenomen.

Battenburgpatronen maken steeds gebruik van een contrast tussen een lichte en een donkere kleur. De lichte kleur is fluorescent (meestal fluogeel) voor optimale zichtbaarheid overdag en bij zonsopgang en -ondergang. 
Voor optimale zichtbaarheid in het donker is het volledige patroon meestal retroreflectief. 

Er wordt meestal gebruik gemaakt van een of twee rijen van afwisselend lichte en donkere blokken zodanig dat een schaakbordpatroon ontstaat. 
Voertuigen die op de zijkanten uitgerust zijn met een battenburgpatroon hebben op de achterkant vaak ook rood-gele of oranje-gele schuin rechtopstaande strepen in een visgraatpatroon (de zogenaamde 'chevrons'). 

In goede omstandigheden kan een voertuig met een battenburgpatroon tot op minstens 500 meter ver waargenomen worden.

De meest voorkomende kleuren die gebruikt worden in een battenburgpatroon zijn groen-geel voor ambulancediensten, 


rood-geel voor brandweerdiensten 


en blauw-geel patroon voor politiediensten.


Naar aanleiding van de terreuraanslagen op 13 november 2015 in Parijs en op 22 maart 2016 in Zaventem voerde de Belgische federale overheid een analyse uit van het functioneren van de hulpdiensten tijdens aanslagen. 

Een belangrijk aandachtspunt dat naar voren kwam was de herkenbaarheid van de medische hulpverleners en hun voertuigen.
Men zou makkelijker moeten kunnen herkennen welke hulpverleners bevoegd zijn om dringende hulp te verlenen en welke diensten toegang hebben tot een bepaalde zone. 

Er werd een protocolakkoord afgesloten tussen de federale overheid en de deelstaten op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid om dezelfde uiterlijke kenmerken voor voertuigen en dezelfde uniforms voor medische hulpverleners toe te passen. 

Concreet krijgen ambulances voor niet-dringend vervoer een witte basiskleur, terwijl voertuigen binnen de Dringende Geneeskundige Hulpverlening hun gele basiskleur behouden. 
Beide types voertuigen worden voorzien van retroreflecterende signalisatie, waaronder contourmarkeringen, een groen-geel battenburgpatroon op de zijkanten en oranje-gele chevrons op de achterkant (gelijkaardig dus aan Engelse ambulances). 
Daarmee zou de traditionele rode streep op de zijkanten en achterkant van deze voertuigen verdwijnen, na tientallen jaren in voege te zijn geweest. 

Het koninklijk besluit met de nieuwe uiterlijke kenmerken voor voertuigen binnen de Dringende Geneeskundige Hulpverlening werd op 12 november 2017 gepubliceerd.

Naast de medische urgentiediensten maken ondertussen ook de nieuwere voertuigen van de brandweer en de Civiele Bescherming gebruik van een battenburgpatroon, net als de FAST-pechdiensten actief op Vlaamse autosnelwegen. 


Enkele van deze voertuigen werden voor het eerst reeds voorgesteld op het koninklijk defilé op de nationale feestdag van 21 juli 2017. 

Ook Brusselse taxi's hebben op de zijkanten een dambordpatroon dat gelijkaardig is aan dat van FAST-pechdiensten: twee rijen van kleine goudgele en zwarte vierkanten. 


Dé primeur voor België was trouwens het wit-gele battenburgpatroon dat sinds 2008 is aangebracht op het coördinatievoertuig van CEMAC, een Belgisch expertisecentrum op het gebied van crisisbeheer.


In januari 2021 nam de politiezone Antwerpen als eerste politiezone in België het battenburgpatroon in gebruik op veertig nieuwe interventievoertuigen en geleidelijk aan volgden meer politiezones.

De keuze voor het Battenburgpatroon wordt dus  doorgetrokken naar alle nieuwe en bestaande voertuigen binnen de politiezones. 

Recente voertuigen die nog niet aan vervanging toe zijn, zullen aangepast worden, en ook motorfietsen zullen in de toekomst worden uitgerust met het nieuwe patroon. 

Terug naar Aalst nu.

De welgekende blauwe en oranje markeringen op interventievoertuigen van Politie Aalst (en dus ook van de andere zones) zullen de komende jaren verdwijnen. 
Elk nieuw voertuig van de politiezone zal worden uitgerust met het Battenburgpatroon.

Zo werden, naast het nieuwe troepentransport, al 3 nieuwe motorfietsen in Battenburgpatroon geleverd. 


Van zodra de motorrijders ook over de correcte kledij beschikken, zullen ook deze motorfietsen in het straatbeeld te zien zijn. 

Het nieuwe voertuig voor openbare ordehandhaving dan.

Dat is speciaal ontworpen voor troepentransport en is uitgerust om zowel lokale als interzonale opdrachten in het kader van openbare orde uit te voeren. 
Dat voertuig zal ingezet worden voor ordediensten op Aalsters grondgebied, maar ook voor trainingen, voetbalmatchen, betogingen, … 

Het biedt plaats aan negen personen: een chauffeur, een sectiechef en zeven sectieleden. 

Naast een ruime capaciteit voor het vervoer van schilden, slagvesten, wapenstokken en andere essentiële uitrusting, biedt het voertuig maximale bescherming voor de inzittenden.

Korpschef Jürgen Dhaene benadrukt het belang van deze innovatie: “Dit voertuig is een belangrijke stap in het verhogen van de operationele slagkracht en de veiligheid van ons team. Het combineert robuustheid met zichtbaarheid en helpt ons om nog beter voorbereid te zijn op uiteenlopende uitdagingen.”

“De investering in dit performante materiaal toont aan dat we niet alleen oog hebben voor de operationele noden van onze politie, maar ook voor het veiligheidsgevoel van onze inwoners. Een goed uitgerust en goed beschermd team straalt vertrouwen uit en verhoogt de efficiëntie van onze ordediensten.”, aldus Burgemeester Christoph D’Haese

Vanaf heden dus bijna alle Oilsjterse hulpverleners in 'karraukes'




Bronnen :

FB pagina Christoph D'Haese
Azorg.be
Politie.be
Delish.com
Oilsjt een weireldstad

zaterdag 28 december 2024

Clown Jaspie (+ 2024)

Jasper D'Haese (° 23 maart 1991 - † 24 december 2024) was een geliefde naam in Aalst en ruime omgeving.

Hij verwierf vooral bekendheid als 'Clown Jaspie', de speelse figuur waarmee hij vele (kinder-) feestjes animeerde. Of het nu ging om een verjaardag, een Sint-Maartenfeest, een halloweenparty, of nog iets anders ...  Jaspie was just one call away ...


Hij was alleen of samen met zijn companen van bookingskantoor/theatergroep 'Amuzanto' te boeken voor privé- of bedrijfsevenementen, en verwierf op vrij korte tijd enige bekendheid ...

Toch blijft de wijsheid dat clowns vaak een moeilijk en eenzaam leven leiden, ook hier rechtop staan.
Neen, het is niet altijd rozengeur en maneschijn geweest ...

Jasper had het vaak moeilijk in zijn jonge leven, dat mag onder andere blijken uit de berichten op Facebook die hem als een een gevoelsmens lieten zien. 
In 2023 postte hij aan de vooravond van kerstmis nog de boodschap 'Fuck Christmas' en af en toe verscheen er wel eens een zwarte foto,  zonder verdere commentaar.  

Natuurlijk was het ook niet allemáál kommer en kwel. Er waren natuurlijk ook leuke en opgewekte posts te leren. 
Die gingen dan over vrolijke kinderen en hun ouders na een geslaagde voorstelling, het enthousiaste publiek bij een optreden of presentatie of 'gewoon Jaspie' (die een lach trachten te toveren op ieders gezicht).

Jasper was al een tijdje ziek (hij kreeg oa palliatieve verzorging), maar toch kwam zijn overlijden vrij onverwacht.
Getuige hiervan zijn de vaak heel verbaasde reacties op sociale media van velen die hun medeleven uiten ...

In maart 2017 kon kijkend Vlaanderen kennismaken met Jasper/Jaspie.

Voor het programma 'Komen Eten' (VIER/Play 4) toverde hij zijn kunstjes en tegelijkertijd lekker eten op tafel.


Naast het goochelen en entertainen, had hij ook nog een andere job: zijn frituur - frituur 'De Bargie' aan de Bargiebrug in Gent - uitbaten. Voor het programma echter werden geen frituursnacks voorzien.

Zijn menukaart zag er - letterlijk - uit als een toverstaf, en ook tijdens het etentje haalde hij geregeld zijn goocheltrucs boven. 
De gasten kregen die avond trouwens enkel bier te drinken, bij élk gerecht.

Tijdens het programma 'Iedereen Beroemd' (VRT) ging hij regelmatig met diverse (Vlaamse) artiesten op stap om tijdens hun shows letterlijk 'de clown uit te hangen'.
Jasper omschrijf je, op zijn minst gezegd, als een persoonlijkheid waar je niet naast kon kijken.

In maart 2018 konden we Jasper ook bewonderen in 'De Buurtpolitie', de série waar ook die andere Aalstenaar, Andy Peleman, een niet onbrlangrijke rol vervulde.

Eén van zijn beste maatjes, Eddy Temmerman, is een manusje-van-alles die een hele tijd lang fungeerde als technieker en fotograaf van onze artiest.

Eddy en Jasper luisterden vaak kermissen en Natourcriteriums op als de 'Antieke Velokes'.


Sinds 2013 was de taak van technieker weggelegd voor Noredin.

Tijdens de coronaperiode was Jasper trouwens ook één van de 'gendarmes' die de orde kwamen handhaven in de stad.  


Op ludieke wijze werden de reglementen van afstand houden en in de elleboog niezen, herhaald naar iedereen die het horen wou.

Jasper liet ook zijn eigen Nominetten maken, omdat ook de carnavalswereld hem steunde en zodat hij ook verder ontdekt kon worden uiteraard.
Ook was hij een tijdlang actief als lid van de stedelijke Adviesraad Feestcomité.
In 2023 werd hij er vervangen.

Verder bracht hij ook wel eens een liedje uit, zoals bijvoorbeeld 'Weir Gon Nog Ni Nor Hois' (terug te vinden op de 4e cd van  Zjiever).
Daarnaast werd hij zelf ook bezongen in 'Eila Jaspie' van De Foef.

Hij was lid van 'De Vrienden van de Blaa biskoppen' en was ex voorzitter van 'Het Reuzencomité' in Hofstade.

Een bezig bij dus, en dat is wat veel mensen ook apprecieerden in hem... zijn enthousiasme, zijn gedrevenheid, zijn loyaliteit, ...

Het was op kerstavond 2024 dat het nieuws van zijn overlijden bekend raakte.
Velen postten nog een mooie herinnering, een mooi eerbetoon of een oprechte blijk van medeleven in de diverse Aalsterse groepen waar het bericht geplaatst werd.

Jasper D'Haese werd slechts 33 jaar, maar toch liet en laat hij in en rond Aalst, maar ook vér daarbuiten, een pak mooie herinneringen na.

Zo ook de spreuk 'Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd', die zijn facebookpagina sierde. 

Tears of a Clown ...

Vaarwel Jasper/Jaspie!



Bronnen :

Grote dank aan Carnavalaalstkoentje Episodecalendar.com
FB Amuzanto
FB Jasper D'Haese
FB Jasper DH
Kevin Soulliart (foto 'Velokes')
In memoriam foto François Vermeiren
'X' Amuzanto

zaterdag 21 december 2024

Tupperware

De producten van het merk Tupperware maakten hun debuut in 1946, aan het begin van een revolutionaire periode in de naoorlogse geschiedenis. 
Ook België, en meer bepaald ons eigen 'Oilsjt' werd een belangrijke schakel in dit bedrijf. 
Jarenlang produceerde men hier immers de gekende 'potjes' ... 
In 2024 kwam er slecht nieuws voor de firma, en ook de Belgische tak van de firma.


Het was scheikundige
Earl Tupper die een vonk van inspiratie kreeg toen hij gietvormen aan het maken was in een kunststoffenfabriek. 


Hij ging aan de slag met het idee dat, indien hij een hermetische afsluiting kon ontwerpen voor plastic opslagverpakkingen, zoals die in van een verfpot, hij de door de oorlog getroffen gezinnen misschien wel eens zou kunnen helpen om geld te besparen op kostbare voedselverspilling. 

Het idee, dat uiteindelijk leidde tot de huidige karakteristieke verpakking, heeft doorheen de jaren inderdaad bijgedragen tot het ontstaan van de huidige, kwaliteitsvolle, bewaardozen en heeft een revolutie teweeggebracht in de manier waarop voedsel wordt bewaard, geserveerd en bereid.

De afgelopen 60 jaar hebben de producten van het merk Tupperware de veranderende trends op de voet steeds gevolgd. 
Van de voorstadsbeweging tot de feministische revolutie van de jaren 1960 tot de “cocooning” van de jaren 1990, Tupperware voegde voortdurend een unieke organisatorische touch toe aan het leven en de keuken van iedereen.

Of het nu de revolutie van het koken in de microgolfoven is, die gezinnen met tijdgebrek helpt om gezonde maaltijden sneller en gemakkelijker te bereiden, of het telen van groenten in de ruimte met NASA, alles wat we doen wordt gedreven door de wens om tijd, geld, ruimte, voedsel en energie te helpen besparen. Tot op de dag van vandaag blijft Tupperware dan ook innoveren voor het welzijn van mensen en onze planeet.

Tupperware Brands Corporation is nog steeds één van de grootste distributeurs wereldwijd van innovatieve producten onder meerdere merken. De producten omvatten designgerichte bereidings-, opslag- en dienstenoplossingen voor de keuken en thuis.

Naast het merk Tupperware, en dit is in onze contreien misschien minder bekend, biedt Tupperware Brands Corporation ook schoonheids- en verzorgingsproducten aan met de merken Avroy Shlain, Fuller Cosmetics, NaturCare, Nutrimetics en Nuvo.

De scheikundige Earl Tupper was dé pionier in het gebruik van polyethyleen voor huishoudelijke toepassingen, en amper vier jaar na de oprichting (1944) van zijn Tupperwarebedrijf werd de eerste – voor iedereen wel bekende - home party gelanceerd. 

Het eigenlijke huis-aan-huis verkoopsysteem werd in 1951 ontwikkeld door Brownie Wise, een voormalige verkoopsagente van Tupperware. Zij werd in 1958 ontslagen vanwege een meningsverschil met Earl Tupper over de bedrijfsactiviteiten. 

Misschien heb je wel al eens een workshop of demonstratie van Tupperware bijgewoond of zelf georganiseerd. Vergeet de statische vergaderingen in de saaie vergaderzalen, en verhuis de hele boel naar de huiselijke sfeer!

Dat concept werd zo'n groot succes dat de producten op den duur eigenlijk enkel nog verkocht werden op deze thuis-demonstraties.

Niet enkel het bedrijf zelf, maar ook het bedrijfslogo heeft in de loop der jaren een evolutie meegemaakt. Van bij de oprichting in 1944 tot in 1951 werd een eerste simpele versie losgelaten op de mensen.

Deze eerste variant bevatte enkel de naam van het merk, gemaakt in zwarte handgeschreven letters op een witte achtergrond. Van de letters besteedde de auteur speciale aandacht aan de “T” en “W.” 


Hoewel alle letters in de naam met een hoofdletter waren geschreven, is het enkel de “T” groter geschreven werd. Tegelijkertijd werd de horizontale lijn in beide richtingen aanzienlijk vergroot. De “W” ziet eruit alsof het geen op zichzelf staande letter is, maar wel bestaat uit twee “V’s” die over elkaar heen zijn geplaatst.

Van 1951 tot 1958 veranderde het logo. 

Deze variant was vrijwel volledig identiek aan de originele versie, maar men gebruikte 'dubbele' letters.
Naast de hoofdinscriptie heeft de auteur ook de slogan van de organisatie toegevoegd, "Een luchtdichte zaak voor versheid.


Bovendien werd toen ook het copyrightmerk ® aan het logo toegevoegd, wat duidt op handelsmerkregistratie.

Tussen 1958 en 1974 keerde men eigenlijk terug naar het basisontwerp. 

Het bedrijfslogo werd teruggezet naar de originele versie, op enkele uitzonderingen na. Alle lijnen en contouren in de symbolen bleven wel behouden, maar de auteur probeerde ze helderder en krachtiger te maken, zodat de afbeelding een gevoel van macht en vertrouwen bij de klanten zou overbrengen. Alle aanvullende elementen werden verwijderd. Het gaat hierbij niet alleen om het ®-teken, maar ook om de slogan.

Het was ook in die periode, meer bepaald op 31 mei 1961, dat Rexall Manufacturing of Belgium zich in de voormalige katoenspinnerij en -weverij, waarvan hierboven sprake was, vestigde. 

Waarom het bedrijf voor Aalst koos? 

Wel, Aalst beschikt over snelle en regelmatige treinverbindingen met de hoofdstad, wordt doorkruist door een belangrijke autoweg en bevindt zich niet zo ver van de luchthaven van Zaventem. Interessant dus voor het vervoer van passagiers en goederen. 
Daarenboven beschikte onze streek over een belangrijke reserve aan arbeidskrachten. 

Bij de inhuldiging van het nieuwe industriepark (te Erembodegem) werden volgende gevleugelde woorden uitgesproken door de heer L. Moyersoen (voorzitter van het aktiecomité). 
"...    Hier te Erembodegem werden twee belangrijke fabrieken, waarvan de activiteit praktisch stilgevallen was, in bedrijf genomen door nieuwe ondernemingen. Op enkele honderden meter van hier rijst de hoge schouw van de voormalige 'Eolienne', waarop de woorden 'Tupperware' verkondigen dat voortaan aldaar op Europese schaal plastieke huishoudartiekelen worden vervaardigd, op inititatief van de machtige Amerikaanse Rexall Manufacturing of Belgium';
Op dit ogenblik zijn aldaar reeds 255 werknemers te werk gesteld, waarvan 103 in Erembodegem wonen ..."
Tupperware Aalst was geboren, en het werd daarmee ook de eerste fabriek buiten de Verenigde Staten. 
Deze vestiging in Aalst speelde sindsdien trouwens een heel prominente rol binnen de groep. Zo werden naast Orlando (Florida) enkel in ons eigen 'Oilsjt' nog nieuwe producten ontwikkeld.

Hier een fotootje van de allereerste, goed bewaarde, Tupperware-machine in Erembodegem. 


In 1963 veranderde de naam naar 'Tupperware Europe NV', maar amper een jaartje later werd dat 'Rexall Belgium NV"

Bij Tupperware Aalst werkten in die periode ruim 500 werknemers, meer bepaald om en bij de 350 arbeiders en 170 bedienden. 
De site in Aalst was onder meer verantwoordelijk voor het onderhoud van alle Europese matrijzen en zou dat ook na de verhuis in 2007 blijven doen. Ook de R&D activiteit blijft. 

Er werd niet alleen geproduceerd,  er was eveneens een cel "development and testing" om de goede kwaliteit te blijven garanderen waaraan Tupperware zijn naam te danken heeft.
Wie spreekt van een fabriek denkt natuurlijk ook aan de onlosmakelijk verbonden 'logistiek' die daar mee gepaard gaat. Van hieruit vertrokken immers materialen naar de Belgische Verdelers, maar ook naar de overige Europese landen.
Op de site Aalst waren er eveneens verscheidene administratieve diensten ondergebracht.

In 1965 was er echter ook sprake van 'nervositeit' binnen het bedrijf. 
In 'Voor allen' van 10 juli dat jaar lezen we : 
"In de (Amerikaanse) scheikundige bedrijven Tupperware en Gates Europe te Erembodegem broeit er wat. 
Het eerste wat opvalt wanneer men een arbeider van deze bedrijven spreekt, is zijn nervositeit om niet te spreken van gejaagdheid. 
... Dit verwondert ons geenszins als men weet aan welk tempo in deze fabrieken moet gewerkt worden. 
Het is wel waar dat in om het even welk bedrijf tegenwoordig aan tempo gewerkt wordt, maar de fabrieken van Erembodegem spannen hierin zeker de kroon. Daarbij komt dan nog de voortdurende opjaging waaraan de werkers blootgesteld worden. Voegt men hierbij het uiterst lage minimumloon van 36,15 frank per uur, dan baart het zeker geen verwondering te vernemen dat reeds tal van arbeiders er de brui aan gaven en naar andere werkgelegenheden vertrokken. 
Zoals te verwachten was, zijn de werknemers tegen dergelijke toestanden in verzet gekomen. Van zodra hiervan iets merkbaar werd, heeft de directie onmiddellijk ingegrepen met het organiseren van verschillende personeelsvergaderingen"
.   
Uit die eerste vergaderingen werd bekomen : een verhoging van de lonen met 4%, een aanpassing van de ploegenpremie, verlenging tot 28 gewaarborgd weekloon bij een werkongeval, en een verhoging van 1% op de eindejaarspremie.

't Is iets natuurlijk, maar als je weet dat het bedrijf haar winst van 42 miljoen meer dan verdriedubbeld heeft, is dit uiteraard maar een kleine toegeving. 

Men bleef echter wantoestanden aanklagen vanuit de vakbonden. Gezien men maar niet tot akkoorden kon komen werd het conflict in Juni 1967 voor het verzoeningsbureau van het Nationaal Paritair Comité gebracht. 
Geruchten als zou het bedrijf verhuizen naar Nederland werden tegengesproken en er werd zelfs ter overweging gebracht om de verspreide Tupperwarediensten te centraliseren in Aalst. 

De gebouwen werden gemoderniseerd en de productie kon worden gestart in maart 1966
We spreken hier nu over 'Dart Industries Belgium'

Bij de inhuldiging werd een gedenkplaat opgehangen met de tekst : "Samenhorigheid, geestdrift en bezieling hebben op dit oude gebouw onze vernieuwende stempel gedrukt; In vreugde en voorspoed, door arbeid, bouwen wij verder aan ons bestaan". 

Op 11 juni 1968 werd het eisenprogramma besproken met de directie en bekwam men enkele opmerkelijke resultaten : 
de basislonen werden verhoogd met 3%, de ploegpremie van de nacht wordt verhoogd met 0,25 frank, de arbeidsduur gaat van 44 naar 43 uur per week (voor de dagdienst), en van 45 naar 44 uur (voor de verpakkingsdienst). Er kwam ook een regeling in verband met het betaald verlof en met het pensioen. Een afscheidspremie van 500 frank per dienstjaar werd voorzien vanaf 1969. 

Het bleef trouwens goed gaan met de cijfers, en een uitbreiding drong zich op. 
Gezien hiervoor in Erembodegem niet meteen middelen en gronden ter beschikking stonden, besloot men om uit te wijken naar Aalst. 
We spreken over een dubbel zo grote fabrieksoppervlakte, en dat kon men verkrijgen in de oude gebouwen van Roos-Geerinckx-De Nayer aan de Dender . Met een totale oppervlakte van 35000m2 bood zij 25000 m2 aan gebouwen, ruimschoots voldoende dus om aan de vraag te voldoen.

Het was anno 1895 toen Emmanuel De Coen-Moyersoen zijn ijzerhandel aan de stoom-katoenspinnerij en weverij Geerinckx-De Naeyer verkocht. 

De nieuwe fabrieksgebouwen werden in 1909 opnieuw in gebruik genomen maar de bombardementen bij de aanvang van de oorlog in mei 1940 verwoestten het hele complex. 
Men bleef echter niet bij de pakken zitten en eind 1949 draaiden er opnieuw de getouwen... tot de volgende tegenslag, de textielcrisis, hard toesloeg. Alle activiteiten dienden te worden stopgezet in 1962.

Enkele multinationals (waaronder ook bijvoorbeeld Honda, dat zich vestigde op het nieuwe industrieterrein Wijngaardveld in september 1968) ontdekten de gunstige ligging van Aalst en besloten er te komen investeren in hun toekomst.

En zo dus ook de Tupperware Plastics Company. 

In 1970 wordt staatshulp verleend aan een investeringsprogramma van de firma. Zij willen hun activiteiten in Erembodegem en Aalst opnieuw uitbreiden, ditmaal met een nieuwe afdeling voor kosmetische artikelen. Hierdoor werden 80 nieuwe arbeidsplaatsen geschapen. De nieuwe afdeling kreeg de naam 'Vanda Beauty Conselors'

Dart Industries Belgium werd de verzamelnaam voor 

- Tupperware : fabricatie en verkoop van huishoudartikelen en speelgoed in plastic in Aalst. 

- Action Plastic & Rubber company : fabricatie en verkoop van buisjes in plastic en dichtingen in rubber, speciaal voor de pen- en aerololindustrie . 
Deze tak werd opgericht in 1968 en vestigde zich in Erembodegem.

- Vanda Beauty Counselors : fabricatie en verkoop van kosmetische producten en parfumerie in Erembodegem. 

In totaal werkten er meer dan 500 personen en ook in Brussel op het hoofdkwartier kon men nog eens rekenen op een 80-tal personen. De productie voerde meer dan 95% van de productie uit.

Tupperware had op dat ogenblik 4 fabrieken in Europa : België, Engeland, Griekenland, Spanje. Verder was er ook nog één in Zuid-Afrika, en ook in Australië, Canada, Japan en Maxico waren er vestigingen van dit bedrijf. In Amerika zelf waren er drie. 

In het Belgische bedrijfsleven nam het bedrijf een belangrijke positie in. 
We spreken hier over de 102e plaats naar verkoop, de 45ste plaats naar export, de 17e plaats naar winst, en de tweede plaats naar export en winst op provinciaal vlak.

Om een kwaliteitsvol product af te kunnen leveren moet uiteraard hard gewerkt worden. 
Vooraleer een product de werkhal verlaat is er in de eerste plaats uiteraard een grondige kwaliteitscontrole. 


De kuisploegen draaien overuren want de plastic trekt natuurlijk ook veel stof aan. En men heeft natuurlijk ook te maken met strenge regels in verband met verpakkingsmaterialen voor voedingsstoffen.
Alles wordt nauwkeurig gecontroleerd alvorens het 'buiten mag', en ook bij de export moet men ten allen tijde voorzichtig omspringen met de 'fragiele' producten. 


Tupperware, gevestigd tussen de Pierre Corneliskaai, de Verbrandhofstraat en de Nieuwbrugstraat zorgde dus voor een belangrijke tewerkstelling, maar de aan- en afvoer van grondstoffen en afgewerkte producten had ook een negatieve invloed op de wijk. 
Vooral op gebied van geluidsoverlast was het er dagelijks 'prijs’, en de ontevredenheid van de bewoners steeg.

In het logo dat gehanteerd werd tussen 1974 en 2007 werden er belangrijke wijzigingen aangebracht in de vorige versie. 
De contouren in de letters waren niet effen meer, maar de auteur gebruikte witte contouren met afgeronde lijnen en vloeiende vormen. 



Bij het bekijken van het logo creëerden de zwarte contouren en de witte vulling een labyrintisch gevoel.
Net zoals je de weekendpuzzel uit sommige dagbladen zou moeten invullen. 
Deze versie ging wel ruim 30 jaar mee en werd pas aan het begin van de 21e eeuw vervangen. Ook het ®-teken keerde terug, waarmee het auteursrecht van het bedrijf werd bevestigd om dit logo te gebruiken.

In juni 1976 bereikte de burenontevredenheid een hoogtepunt.

In een brief van 28 juni formuleerden 17 omwonenden hun klachten aan de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. 
Zij bevestigden dat bij besluit van deze Bestendige Deputatie op 20 augustus 1965 de toelating gegeven werd om een werkplaats op te richten voor de productie van voorwerpen in plastiek en een werkplaats metaal en hout aan de P. Corneliskaai. 

Maar ... ze wezen erop dat de firma intussen ook een productiehal bouwde in de onmiddellijke omgeving van de huizen van de Verbrandhofstraat ... vlak in een woonzone. 
Bovendien werden koeltorens geplaatst op het dak op ongeveer 5 meter van de persceelsgrenzen. 
Naast het lawaai dat werd voortgebracht door de productie, is het nu ook zo dat deze koeltorens ook heel veel lawaai maken. 
Er was een 'klein bedrijf' voorzien, maar tegenwoordig stelt men er 550 mensen te werk, het machinepark is gegroeid en er is een continu lawaai van 120 uur per week. 

Op de foto hieronder is de omvang van het bedrijf na de uitbreidingen in 1973 goed te zien. 


Ze vroegen het bedrijf om de klacht niet naast zich neer te leggen, en dit alles grondig te willen bekijken, evalueren en aanpassen waar nodig. 

Hier nog een fotootje van Tupperware in 1977. 


Men onderzocht en ...  De NV Tupperware, gelegen P. Corneliskaai 35 kreeg bij besluit van de Provinciale overheid van 16 juni 1978 de toelating tot ... uitbreiding van haar fabriek in kunststoffen. 

Niet meteen het beoogde resultaat van de klacht uiteraard, maar uitbreiding staat vaak ook garant voor 'betere' (lees : geluidsarmere) machines en duidelijkere reglementeringen.

Nog maar pas was dit probleem 'van de baan' of er drong zich een nieuw issue op. 

In 1986 waren er klachten over zware vrachtwagens die parkeren in de Verbrandhof- en Nieuwbrugstraat, waardoor automobilisten verplicht waren om over de volle witte lijn te rijden. 
Er werd gevraagd om een meer geschikte laad- en loskade aan te leggen. 
Er was immers wel al een grote opslagruimte gehuurd op de Tragel, waar 80 % van de laad- en losactiviteiten plaatsvonden, de chauffeurs moesten zich echter wel nog steeds aanmelden in de gebouwen langs de Nieuwbrugstraat en zorgden daar voor wel wat verkeersproblemen. 

Ook hier volgde een evaluatie en - naast specifieke politiecontroles - beloofde het bedrijf zo veel mogelijk mee te werken en allerhande informatie over laad- en lostijden over te maken aan hun leveranciers en klanten. 
Ook werd naar een passende wachtplaats gezocht, zodat de vrachtwagens niet meer 'in dubbele file' zouden staan of files voor het overige verkeer zouden veroorzaken.

Nog in datzelfde jaar werd ook de 25ste verjaardag van de firma in Aalst gevierd. 

Dart Industries Inc werd omstreeks 1900 opgericht. In september 1980 besloten deze groep en de groep Kraft Inc te fusioneren en onder de naam Dart & Kraft Inc een nieuwe maatschappij te vormen.  
In Aalst waren 2 fabrieken gehuisvest onder de naam, namelijk Tupperware en Action Technology (tegenwoordig Tekni-Plex Europe). 
Aan deze 6 jaar durende fusie kwam in november 1986 een eind. 

De groep splitste op en ging verder als enerzijds Kraft Inc, en anderzijds Premark International Inc, samengesteld uit Tupperware, Hobart, Wilsonart en West Bend. 

De cijfers van Tupperware logen er niet om. Met meer dan 47 injectiemachines en meer dan 1000 matrijzen produceerde de fabriek in Aalst meer dan 1 miljoen kartons huishoudartikelen en speelgoed in kunststof. 

De jaarlijkse omzet bedroeg zowat 2,4 miljard frank voor zowat 90% door uitvoer naar hoofdzakelijk de Noord en Centraal gelegen Europese landen. 

De fabriek bevoorraadde de Belgische, Nederlandse, Zwitserse, Oostenrijkse, Scandinavische, Duitse en Britse markten. 

In België zelf werd de economische activiteit van 16 zelfstandige verdelers met samen meerdere honderden zelfstandige presentatrices heel belangrijk. 
Over de hele wereld werden elke minuut (!) maar liefst 24 Tupperware-Party-clans georganiseerd.

In september 2007 kondigde het bedrijf aan de site aan de Pierre Corneliskaai te verlaten voor het Wijngaardveld, nadat eerder al in 1996 het Europese distributiecentrum op dit industrieterrein opgetrokken werd.

Wereldwijd werd in datzelfde jaar ook het logo nog maar eens veranderd. 

Deze huidige - en voorlopig ook laatste - versie van het Tupperware-logo is een interessante omdat hier ineens twee kleurenpaletten actueel zijn. 
De merknaam, die vroeger enkel in het zwart afgebeeld werd, kan tegenwoordig worden weergegeven in zwart of roze (de tint is fuchsia). 
In beide varianten wordt de naam afgebeeld op een witte achtergrond. Soms wordt links ervan een embleem toegevoegd. Afhankelijk van het geval kan ook dat roze of zwart zijn. 


Het is een abstract beeld met lijnen die uit het midden komen. Op elke lijn staan ​​cirkels. Visueel lijkt het embleem een beetje op een paardenbloem. 
Op het eerste zicht moet het logo een gevoel van kracht en vertrouwen oproepen. Het handelsmerkregistratiemerk bleef op het logo behouden.

Terug nu naar Aalst.

De verhuizing naar het Wijngaardveld datzelfde jaar was een zegen voor de meeste wijkbewoners, behalve misschien voor de frituur 'Topperfriet' aan de Nieuwbrugstraat. Het etablissement dat zich omwille van het succes van de 'Tupperware'-buren in een euforisch moment tooide met het uithangbord 'Tupperfriet' zag een aantal klanten (en ook personeelsleden) verdwijnen. 

Tegenwoordig heeft de verkoop zich natuurlijk opnieuw gestabiliseerd, maar het 'Tupperware'-volk is natuurlijk uitgevlogen naar andere oorden (en andere frituren).

,,Het feit dat men investeert in een nieuwe fabriek, vlak naast het Europese distributiecentrum, is positief'', reageerde secretaris Theo De Rijck van de christelijke vakbond ACV in 'De Standaard’ van 22/08/2005. 
,,De laatste tijd deden immers geruchten de ronde dat de bestaande fabriek aan de Corneliskaai zou sluiten en de productie naar het buitenland zou verhuizen.'' 

Het nieuwe gebouw verving op termijn wel degelijk de oude productieafdeling, maar de firma bleef in de stad en er verdwenen geen of weinig banen bij die overschakeling. Van een vlotte verhuis gesproken!  

Volgens Gino De Brouwer, Plant Manager in Aalst, heeft het topmanagement in de VS toen ook de nieuwe investering goedgekeurd. De nieuwe fabriek kostte 16 miljoen euro en verving de bestaande, die eigenlijk een omgebouwde textielfabriek was en niet meer voldeed aan de moderne noden. De investering was dus zeker terecht. De textielfabriek renoveren zou heel wat meer centjes gekost hebben, en de werkloosheid (al was het dan misschien maar tijdelijk geweest) zou toch nefaste gevolgen gehad hebben voor sommige gezinnen.  

Hoewel het zeker niet de bedoeling was om extra jobs te creëren, werden er ook geen afdelingen gesloten. Het vaste personeel kreeg tijdens een bijzondere ondernemingsraad ook de waterdichte garantie dat ze opnieuw aan de slag konden gaan na de geplande opening van de nieuwe fabriek.

De verlaten ‘oude’ Tupperwarefabriek aan de Pierre Corneliskaai ging uiteindelijk fasegewijs tegen de vlakte. Hier enkele fotootjes van tijdens de afbraak (2014-2016)



De site die reeds een hele geschiedenis torste, bleef een tijdje onaangeroerd, maar verrees na amper een tiental jaar als een nieuwe Aalsterse wijk met zowel rijwoningen als veel appartementen, alles omgeven door groen en pleinen.  Dat allemaal dank zij de firma's 'Re-Vive' en 'Wilma'.

We schrijven 2011. 'De oude gebouwen van Tupperware stonden al geruime tijd leeg. 
Er was een historische verontreiniging, veroorzaakt door de voormalige textielactiviteit, en de gronden moesten worden gesaneerd', zei Mieke Vanhuyse van Re-Vive in Het Nieuwsblad van 27 augustus 2011. 
'Uiteraard zijn die extra kosten een doorn in het oog van eventuele kopers, want zij zien zich direct genoodzaakt tot grote kosten, enkel en alleen al om de boel er wat 'op te kuisen'. 

Re-Vive en Wilma bereikten een akkoord met Tupperware over de overname van de gebouwen, inclusief de saneringsverplichtingen en er werd een ontwerpstudiewedstrijd georganiseerd.

Ze gingen over tot de aankoop in samenwerking met Wilma. Na de sanering werd op het terrein van 37.000m² langs de Dender een gemengde ontwikkeling gepland, met appartementen, woningen en ondersteunende functies.'

De bouwheren van het nieuwe grootschalige wooncomplex riepen eenieders hulp in om de toekomstige woonwijk van een mooie naam te voorzien. Het werd uiteindelijk ‘Pier Kornel – durf anders wonen’. 


Urban villa's : Een eerste fase omvatte 49 appartementen (1, 2 of 3 slaapkamers) rond een groene binnentuin en met ruime terrassen. Door de open indeling van het gebied heb je een groot ruimtegevoel. Alle urban villa's zijn bijzonder energiezuinig en sommige zijn zelfs bijna volledig energieneutraal (BEN) uitgevoerd.

Woningen : De eerste fase omvatte met 27 woningen met tuin en private parking. Alle woningen zijn bijzonder energiezuinig door een goede isolatie, de juiste oriëntatie en een doordacht ruimtegebruik.  

Naast Pier Cornel vond tijdelijk ook ‘Fabriek Plastiek- 'Café Plastiek' een plaatsje op de oude Tupperware-site. 

Op 13 april 2013 werden de poorten opengegooid voor een officiële opening. 

Een aantal Aalsterse organisaties bundelden de krachten om het buurtleven van Rechteroever te laten opleven, en zo ontstond Fabriek Plastiek. Een naam die uiteraard geen verdere uitleg hoeft, gezien we ondertussen allemaal de geschiedenis van de gebouwen een beetje kennen.

Met Fabriek Plastiek ontstond er een nieuwe 'polyvalente' ruimte die extra aandacht bood aan jongeren uit de buurt, met allerlei sport- en cultuuractiviteiten. 
Zo kon je in Fabriek Plastiek al terecht voor een Bar Lola-feestje of een kunstexpo. Maar er stond  natuurlijk nog veel meer te gebeuren. 
Lokaal (en ondertussen ook internationaal) talent Intergalactic Lovers vond trouwens ook al de weg naar de voormalige 'plastiekfabriek'. 
Hoewel het niet echt duidelijk in beeld gebracht is, werd de site gebruikt voor de opname van een videoclip voor de single 'Delay'. 
Intergalactic Lovers tourt de hele wereld rond, zo stonden ze al op de planken in New York, Berlijn, en tal van andere grote steden, maar vergeet duidelijk de 'Oilsjterse roots' niet. 
Voor de muziekliefhebbers, hier het clipje.



Zo, de oude 'Tupperware'-site kon dus herleven, en ook het geheel aan het Wijngaardveld leek goed te draaien ...

... 'Leek' ... want ... 

Begin september 2024 kwam er slecht nieuws over de firma overgewaaid uit Amerika.

Bij het bedrijf Tupperware in Aalst kwam er tijdelijke economische werkloosheid voor arbeiders en bedienden. Er was trouwens al een tijdje grote bezorgdheid over het voortbestaan van de firma. 

Het financiële persbureau Bloomberg liet weten dat de multinational in Amerika bij de rechtbank bescherming heeft gevraagd tegen schuldeisers.

Het bedrijf en de vakbonden beslisten daarop samen om tijdelijke werkloosheid in te voeren. Het bedrijf bekeek wekelijks hoeveel werknemers het nodig heeft om de voorraden verder af te werken, tot er meer duidelijkheid was. 

Ook in Aalst was de ongerustheid groot. Hier werkten volgens de socialistische vakbond ABVV een 260-tal personeelsleden.

"Er doen inderdaad geruchten de ronde over een faillissement", bevestigt Jan Holtyzer van ABVV, iets wat even later ook bevestigd werd door de top in Amerika.  "Tupperware zit al langer in slechte papieren, er is een schuldenberg van 700 miljoen dollar."

Volgens de vakbondsman had het verlies te maken met een veranderde consumentenmarkt: "Mensen kopen liever om de 5 jaar een nieuw plastic potje uit een goedkope winkel, dan iets dat levenslang meegaat."  

Het personeel bij Tupperware in Aalst reageerde gelaten op de geruchten in de internationale pers over een faillissementsaanvraag van de multinational. "Mensen voelen het al heel lang aankomen. Zeker zij die hier al gans hun leven werken. Ze zien dat de volumes die ze produceren nog maar een fractie zijn van hetgeen ze tien of twintig jaar geleden draaiden."

Bij een werkbezoek in de maand september 2024 zou trouwens duidelijk geworden zijn dat niet enkel de Aalsterse fabriek op een laag pitje draaide.

"Zo hebben alle vestigingen wereldwijd hun productie nagenoeg volledig stilgelegd", vertelde Holtyzer. "Enkel producten die niet op stock waren voor grote retailklanten worden gemaaktDe vakbond is pessimistisch over de toekomst van het bedrijf".

18 september 2024In de fabriek in Aalst staat een deel van de 240 werknemers sinds vorige week op tijdelijke werkloosheid. Vanmiddag hebben de vakbonden en directie er samengezeten, en kreeg het personeel meer uitleg.

De fabriek in Aalst blijft draaien, klinkt het bij de vakbonden. Er zijn momenteel nog ongeveer 40 werknemers aan de slag. De rest zit thuis door de tijdelijke werkloosheid. Het is nu vooral de bedoeling om de voorraad in het magazijn te verkopen. Voorlopig is er geen sprake om de productie weer op te starten. 

De lonen zullen ook nog altijd betaald worden. Er is een overbruggingskrediet toegekend, zodat er een zekere garantie is voor de uitbetaling van de lonen. Het bedrijf is in Amerika ook de komende 120 dagen beschermd tegen schuldeisers.

Op 23 oktober 2024 volgde licht positief nieuws voor de werknemers in Aalst. 

De wereldberoemde producent van plastic potjes, werd immers verkocht aan een groep kredietverstrekkers met het oog op een doorstart. Dat wordt gemeld door persagentschap Reuters. 

Geïnteresseerde schuldeisers kregen de mogelijkheid om een deel van de schulden kwijt te schelden, in ruil voor de intellectuele eigendomsrechten die nodig zijn om het merk te herlanceren. 
Concreet gaat het over een verkoopsprijs van 23,5 miljoen dollar cash en 63 miljoen dollar aan schuldverlichting. 

Bij Tupperware in Aalst werken zo'n 240 mensen. 
Bij Tupperware General Services, waar aan onderzoek en ontwikkeling wordt gedaan, gaat het om nog eens 44 medewerkers. 

Voorlopig blijven ze nog aan de slag, zij het dan ook met behulp van deeltijdse werkloosheid, maar tot zolang de productievraag niet ineens de hoogte zou ingaan, is er natuurlijk niet echt veel hoop ...

Wat de precieze gevolgen voor deze mensen zullen zijn, is op dit ogenblik nog niet geweten.

De verkoop in België gaat in elk geval gewoon door. Er werd ook voorzien in enkele nieuwe concepten.
Dit in tegenstelling tot Tupperware Nederland bijvoorbeeld, die in 2021 een kruis maakte over zijn consulentes en verder probeert via webshop. 

Er zijn de Tupperware verkooppunten, die verkoop gemakkelijk moeten maken.
 
De huisverkoop werd interessanter gemaakt door het inrichten van 'Tupperware Party's'

Een Tupperware Party is een soort kookles – fysiek of digitaal – waarbij een Tupperware Consulent met de hulp van gasten, snelle en eenvoudige recepten maakt met Tupperware producten. De Consulent deelt dan verschillende receptideeën en tips om tijd te besparen en toch te genieten. 
Iedereen doet mee, een ontspannen en leuke sfeer gegarandeerd! De Tupperware Party is een gezellig moment om samen te komen waarbij je de nieuwste Tupperware innovaties ontdekt, en waarbij de gastvrouw- of heer uiteraard door de firma zelf ook nog eens in de bloemetjes gezet wordt. 

Hoe het dus zal aflopen met de firma is koffiedik kijken ... maar hopelijk vindt men toch een oplossing voor de werknemers die hun job jarenlang met hart en ziel hebben uitgeoefend. 

19 december 2024 : het is nu definitief... De licenties om te mogen produceren lopen af op 8 januari 2025 en worden niet verlengd.
De internationale hoofdzetel van Tupperware is niet van plan om na 8 januari nog de nodige licenties te voorzien, waardoor het werk niet verder gezet kan worden. Dat heeft het personeel vandaag te horen gekregen op een bijzondere ondernemingsraad. 

8 Januari 2025 wordt dus de laatste werkdag voor de werknemers.  Er wordt definitief een kruis gemaakt over Tupperware Europa. Alle vestigingen (dus ook in Aalst) sluiten dan de deuren. 

"De verslagenheid onder het personeel van de Tupperware-fabriek in Aalst is heel groot", zegt Jan Holtyzer van ABVV. 
"Iedereen voelde het aankomen. Mensen weten nu waar ze aan toe zijn. Het is al jaren dat men deze donderslag verwacht." 

Na de aankondiging mocht het personeel naar huis. Het is niet duidelijk of het werk de komende dagen nog hervat zal worden. 

De internationale potjesfabrikant zat al jaren in moeilijke papieren. Eerder dit jaar werd het moederbedrijf al overgenomen door enkele kredietverstrekkers. Die wil echter maar met 8 van de 67 markten wereldwijd verder gaan. Wat er met de andere moet gebeuren, bleef onduidelijk.

Volgens de vakbonden moest een faillissement echter nog door de Amerikaanse hoofdzetel worden aangevraagd. Dat is lange tijd niet gebeurd. De lokale directie heeft daarvoor een advocatenkantoor ingeschakeld. Het niet-uitspreken van een faillissement is immers geen detail voor het personeel, want dat feit heeft belangrijke gevolgen voor de afwikkeling en de uitbetaling van hun loon of eventuele uittredingsvergoedingen.

Bovendien konden kandidaat-overnemers of geïnteresseerden in de inboedel niet komen aankloppen zolang er geen curator was aangesteld. 
De socialistische vakbond liet eerder wel weten dat het personeel wel loongaranties heeft gekregen van de lokale directie, wat midden januari 2025 ook bevestigd werd.

4 maart 2025 : De curatoren van Tupperware zijn gestopt met hun pogingen om een overname te realiseren. Twee weken geleden waren er nog drie geïnteresseerden, maar dat plan gaat dus niet meer door.

Het personeel krijgt later deze week de officiële ontslagdocumenten die ze nodig hebben om de arbeidsmarkt opnieuw te betreden. Ook vijftig werknemers van Tupperware General Services - waar ondermeer productontwikkeling gebeurde - zijn werkloos. Ze krijgen een eerste vergoeding via het Fonds Sluitingen Ondernemingen (FSO), maar de gemiddelde anciënniteit bedraagt 22 jaar. 
De uiteindelijke ontslagvergoeding zal moeten komen uit de verkoop van de inboedel.

De curatoren zeggen dat er - zeker wat betreft de arbeiders en bedienden van de fabriek - voldoende activa aanwezig zijn om de werknemers te vergoeden, aangezien er geen openstaande bankschulden zijn. 
Ze lijken ook optimistisch dat het pand ten noorden van Aalst vlot verkoopbaar is. “Er hebben zich al redelijk wat gegadigden gemeld. Maar we gaan die pas in een volgende fase van de liquidatie aanschrijven om dat concreet op te pakken.”


Bronnen :

Tupperware.be
De Gazet van Aalst 25/05/1963 - 17/06/1967 - 18 december 1971
Voor Allen 22/06/1968 - 27/06/1970
De Voorpost 14/09/1973 - 16/07/1976 - 31/10/1986 - 05/12/1986
Foto 1977 via Mediabank MadeinAalst
Foto afbraak 2014 : HLN - Rutger Lievens 18/02/2016
TV Oost 23/10/24
Foto Pier Cornel : immoweb.be
Common-ground.eu
HLN 19/12/2024
Belga 04/03/2025
foto Aalst : made-in.be/
VRT nws 17/09/24