Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

maandag 11 mei 2020

Het kapucijnenklooster en de Sint Antonius van Paduakerk / Capucienenlaan

Over de beginperiode van de Kapucijnen in Aalst en België is HIER meer terug te vinden.
Dat artikel werd beëindigd met de terugkeer van de kapucijnen naar Aalst in 1908.

Het was in de krant van 26 mei 1907 dat de aankondiging stond.

De eerw. paters Capucienen hebben op St Job 1 hectaar, 26 aren grond openbaarlijk aangekocht jegens de Burgerlijke Godshuizen onzer stad en zijn in onderhandeling met andere eigenaar voor ’t aanwerven van nog andere aanpalende gronden. Een groot klooster met kerk zal aldaar opgericht worden, iets wat ongetwijfeld onder verschillige opzichten hoogst voordeelig zal zijn voor de bewoners dezer wijk”.

Zij zouden dus een nieuwe locatie betrekken aan de rand van de stad, in de wijk St Job.
Op initiatief van provinciaal Benvenutus van Sint-Michiels  werden de huidige kerk, het klooster en een studiehuis voor clerici-filosofen gebouwd.

Dat de Kapucijnen niet in de smaak vielen van de liberalen, dat begreep men al snel. Hun leven van gebed en versterving zou immers het tegenovergestelde zijn van wat die ‘heeren’ zouden doen.
Ook de socialisten echter deden hun duit in het zakje en noemden de E.E.P.P. Capucienen een beetje oneerbiedig ‘de nobele confrérie der blootvoeters’.

Het was stadsarchitect Julius Goethals - ook bekend van het ontwerpen van, onder andere, de borse van Amsterdam - die de plannen voor het kloostercomplex tekende.

De grondwerken en de kelders werden toevertrouwd aan de gebroeders Van Pottelberge uit Aalst en de bovenbouw werd verwezenlijkt door J. Wight uit Brugge.

In augustus 1908 kon de eerste steen gelegd worden voor de kerk. Toen noemden de nabije buren uit de Sint-Jobstraat het uitgebreide, indrukwekkende complex dat tussen de velden verrees "het kasteel van Sint-Job". De werken werden beëindigd in de lente van 1910.  

Oudere kerken, zoals de Sint-Martinuskerk, werden vaak zodanig georiënteerd dat de kerkbezoekers naar het Oosten kijken. Latere kerken daarentegen werden vaak op een praktischere, nuttigere manier ingepland in bestaande stedenbouwkundige plannen.

Dat was ook zo het geval voor de nieuwe Sint-Antoniuskerk.

De voorgevel werd parallel aan de toenmalige plannen voor de ring rond Aalst gebouwd. Men had immers de idee om de Ringlaan te doen uitkomen tot net voor het kerkhof. In 1909 was er de goedkeuring van het plan voor het trekken van een aantal lanen die de grote invalswegen verbinden, waardoor de ring rond Aalst ontstaat namelijk de verbinding Geraardsbergsestraat-Gentse Steenweg (Leo de Bethune- en Capucienenlaan), in 1911 Geraardsbergsestraat - Burgemeesterplein (Parklaan) en verbinding Gentse Steenweg-Ledebaan (Sint-Annalaan). De eerst genoemde werden gebetonneerde lanen met een rij bomen in het midden.

De originele plannen werden later wel nog wat bijgesteld, en dat is maar goed ook, want zo heeft men nog wat extra ruimte om na de mis voor de kerk nog rustig bij te babbelen, zelfs op de drukke Capucienenlaan.

Op luchtfoto's is ook duidelijk dat de half vrijstaande kerk de vorm heeft van een Latijns kruis, met naast het koor van de kerk een kleine klokkentoren.
Op 27 maart 1910, de hoogdag van Pasen, werd de kerk onder grote volkstoeloop plechtig gewijd en werd om 9 uur de eerste H. Mis opgedragen. In hun gouden jubelboek, uitgegeven in 1959 ter gelegenheid van 50 jaar kapucijnen in Aalst, schreef men daarover "Wat deed ze mooi aan, die ruime luchtige kerk met sierlijke bogen in rode baksteen, met een wondermooi altaar van zwart porfier met daarboven het in Franse steen opgetrokken retabel."

De schoonheid van de kerk wordt trouwens nog steeds geroemd, tegenwoordig natuurlijk een beetje minder via papieren recensies, maar des te meer via Google reviews ...

Misschien was de toren echter niet heel stevig, of het onweer moet ongemeen heftig geweest zijn, maar in oktober 1911 lezen we in de krant : 


Ook in het land van Aalst kregen de inwoners hun deel van het vreeselijk weder.
Zoowat overal te Aalst werden dakpannen en schouwen afgerukt. Op ’t Esplanadeplein werden verscheidene boomen omvergeworpen, ontworteld of afgebroken. De schade in de stad is zeer groot. De toren der kerk der E.E. P.P. Capucienen op Sint Job werd afgerukt.”

Op 1 mei 1913 vinden we de “plechtige inhuldiging van het eerbiedweerdig beeld van O.L. Vrouw van Troost, voortijds berustend bij de Paters Capucienen van Brugge, thans naar Aalst overgebracht om hier vereerd en aanroepen te worden”.
Op donderdag 19 februari 1914 vierden de Paters Kapucijnen de 50ste verjaardag van de intrede in de Orde van hun medebroeder Pater Bonaventura van Lier.
Hij ijverde als leraar in de zedelijke godsdienstgeleerdheid gedurende jareen mee voor de opleidingen van de volksverzendelingen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft de E.P. Provinciaal der Capucienen van België zijn kloosters, zijn paters en zijn broeders ter beschikking gesteld van het ministerie van oorlog.
Gebouwen en personeel werden ter beschikking gesteld als almoezenier- en ambulancediensten.
In die periode werd aan de Paters Capucienen onderdak verleend door de ‘Broeders van Maria’.

In 1916 verschijnt in ‘De werkman’ van 12 mei een scherp artikel over de slechte levensomstandigheden van de bevolking. Had Antonius van Padua er toen maar geweest !


Antonius van Padua was de beste redenaar van zijnen tijd : een stem als een heldere klok, een uitermate groot verstand en een vrome goedhertigheid  … Leefde hij nu, in dezen tijd van langdurigen wreeden hongersnood, en was hij predikant in de kerk der capucienen, zijn eenigste en opperste gedacht zou zijn : het lijdende volk / de voeding.

Van opzijnen predikstoel zou hij aanklagen het slechte brood, dat men in Aalst aan de werkende menigte geeft. De rijke en welstellende menschen hebben bloem of tarwe ingedaan, en uit ’t meel dat uit Amerika komt, wordt voor hun nog bloem uitgetrokken, zoodat het brood der voeding slecht is en ongezond.”

Dat de kloostergemeenschap ook niet gespaard bleef van het oorlogsgeweld vinden we bijvoorbeeld terug in een overlijdenbericht vanuit 1918:


De kloostergemeente der capucienen te Aalst laat weten dat op woensdag aanstaande, 26 juni 1918, om 7 uren, een plechtige dienst zal plaats hebben tot lafenis der ziel van haar diepbetreurden medebroeder ‘Frater Tharcisius’ in de wereld ‘Lodewijk Kijndt’. Hij werd geboren te Oostende op 8 juli 1892, trad in de orde op 12 september 1911, studeerde in de philosophie in ons klooster, op st Job, vertrok van hieruit als vrijwilliger, en viel op het veld van eer. Hij ruste in vrede !

Minder dramatisch maar toch ook frappant voor de moeilijke tijden een berichtje uit 1919 :
Bij de EE.PP. Capucienen, St Job, heeft men deze week ook uit hunnen hof al de porei gestolen”.
1918 - Capucienenlaan is nog niet aangelegd
De kerk bleef volk trekken. Zo zat ze bijvoorbeeld proppensvol gelovigen, armen en rijken, ouden en jongen tijdens de middernachtmis van 25 december 1923. Het was een heropflakkering van een oud middeleeuws gebruik, 700 jaar geleden door Sint Franciscus gestart.
Niet enkel de kapucijnen hielden er dus aan om hulde te brengen, maar ook de Aalsterse bevolking heeft massaal aangetoond dat zij vasthouden aan opbeurende gebruiken en tradities.


In 1927 werden nabij het klooster, ‘op den boulevard waar gedurende den oorlog eene Duitsche bakkerij stond’, twee grote obussen ontgraven. De werkman die ze gevonden had, heeft ze opgegraven en droeg het gevaarlijk goedje heel voorzichtig naar het politiebureel. Gelukkig kende dit een goed einde.

In 1928 werd het 400 jarig bestaan gevierd van de oprichting van de orde der kapucijnen. Paus Clemens VII verleende zijn goedkeuring voor deze orde op 3 juli 1528. Uit deze groep van hervormde minderbroeders groeide de kapucijnenorde zoals we ze nu nog kennen.
In 1928 waren er 11 104 kapucijnen verspreid over 908 kloosters, de missies niet meegerekend.
Dit waren 5480 priesters, de overige waren clerici en lekenbroeders.

Reeds tijdens de grote oorlog en het interbellum 1914-1940 ontstonden er sterke spanningen tussen de voorstanders van de nieuwe vormen van activiteiten die bestonden om het evangelie te verspreiden en de tegenstanders die het traditionele kloosterleven bleven verdedigen. Het pleit werd uiteindelijk gewonnen door de conservatieve strekking wat later dan wel weer aanleiding gaf tot een tegenbeweging.
Ook de buurt van het klooster veranderde ingrijpend, uiteraard door het aanleggen van de nieuwe straat, maar ook door enkele andere bouwsels die toen uit de grond rezen.

In 1932 ontwerpt architect Antoon Blanckaert aan de Capucienenlaan 14-16 zijn eigen woning en de aanpalende woning voor zijn zus, beide gekenmerkt door evenwichtige volumewerking.

De architectenwoning werd volledig ontworpen in de stijl van de ‘Nieuwe Zakelijkheid’ of de ‘Internationale Stijl’ onder invloed van de architecten van de Europese avant garde.

Zowel de bouwtechniek, de betonnen skeletbouw en de kubistische vormgeving van de gevel met horizontale muuropeningen liggen volledig in de lijn van de typische interbellumarchitectuur. Zonder toegevoegde versieringen wordt eigenlijk toch een heel expressief en ‘sterk’ geheel gecreëerd en dit komt door de evenwichtige samenhang van rechte vormen en volumes. Deze samenhang wordt trouwens door gebruik van contrasterende materialen in de gevelafwerking nog versterkt.

In 1932 werd de Sint-Laurentiusschool van Brugge overgebracht naar Aalst en geïntegreerd in het klooster.
Kort daarop werd door ‘De Volksstem’ een berekening gemaakt over de kost van de nieuwe gemeenteschool aan de Capucienenlaan. 500 000 frank ! Men meldt zelfs dat indien de schooloorlog zou losbreken en de katholieke scholen gesloten dienen te worden, de stad minstens 10 nieuwe scholen zou moeten bouwen … 500 000 x 10 maakt 5 miljoen !
Men vraagt zich dan ook af waar de liberalen en de socialisten dat geld zullen halen … De oplossing : nieuwe belastingen heffen en dat voor minstens 500 000 frank per jaar (ofte 150 frank per Aalstenaar).

In 1934 werd gestart met de bouw van het nieuw zwembad aan Capucienenlaan door architect W. Valcke.
Meer over ‘zwemmen in Aalst’ is HIER terug te vinden.

1935 werd dan het 25 jarig bestaan van het klooster. Om dat jubelfeest te vieren, waren verschillende activiteiten voorzien, waaronder : plechtige kerkwijding door ZH Exxc Mgr Coppieters (bisschop van Gent), Lof, Hoogmis door ZH Exc Mgr Baselis Tanghe (Apostolisch vicaris van ubanghi – Congo), toneelfeest door de jeugdafdeling van de Derde Orde, …

Ook in de daarop volgende periode vanaf 1940 veranderde er nog heel wat in de maatschappij en dat heeft natuurlijk ook de kloostergemeenschap serieus beïnvloed.

Tijdens de oorlogsjaren werd ook het zogenaamde H. Boete uur voor de vrede gehouden. Het boete uur vond plaats op elke donderdagavond tijdens de vastentijd. Men smeekte tot God dat Hij ‘den vrede zou bespoedigen’.
Ook werden H. missen gehouden voor al de ‘afgestorvene geburen der wijk’.

Het Davidsfonds verkocht dikke boeken aan kleine prijzen om zo zijn leden wat meer kunstgenot te bezorgen, zowel op literatuur-, film-, toneel-, architectuur- en beeldhouwgebied. In de feestzaal werden lezingen gehouden.

In de na-oorlogsjaren begon men ook met plechtige autowijdingen te organiseren en ook de missiekermissen volgden al snel.
Het gebruik van de ‘gregoriaanse dertigsten’ bleef verder gaan. Hiermee wordt bedoeld het opdragen van dertig missen voor de zielerust van een gestorvene.
Men had de keuze tussen één Heilige Mis, een Triduüm (3), een Noveen (9) of een Gregoriaans dertigste..


De Sint Laurentinusschool met “oude humaniora” bleef bestaan tot 1966. Eén van de gekendste leerlingen in 1962 was  Urbain Servranckx, alias Urbanus Van Anus.

Vanaf 1968 werd hier de voorbeidende afdeling van het Sint-Jozefscollege (Pontstaat) overgebracht, een school die heden nog steeds operationeel is. Op het hoogtepunt verbleven er in het klooster 30 paters die les gaven in het aanpalend college.

De Marcelino club was een jeugd- en filmclub die gevestigd was in het Sint Larentiuscollege van het Kapucijnenklooster, en was terug te vinden op de hoek van de Capucienenlaan en de St. Jobstraat met ingang langs de St. Jobstraat.

Er was een eigen filmzaal voorhanden en men organiseerde er dan ook regelmatig filmvoorstellingen voor de jeugd.
De zaal was toegankelijk voor leden en niet leden maar leden kregen (uiteraard) korting op de toegangsprijs.
Het initiatief kwam van pater Bienvenue die in 1957 een zaaltje in het klooster ter beschikking kreeg om op zondagnamiddag jeugdfilms te vertonen.
De aanschaf van de installatie gebeurde met de opbrengst van vele papieromhalingen.

De naam komt van de film 'Marcelino Pan y Vino', een toendertijd heel populaire film over een kind dat werd achtergelaten op de trappen van een Spaans klooster, en werd opgevoed door de kloosterlingen. Gezien pater Bienvenue ook de Aalsterse jeugd trachtte op te voeden, moest de naam niet ver gezocht worden. De film kreeg 2 prijzen op het filmfestival van Cannes in 1955, won datzelfde jaar de Zilveren beer op het filmfestival van Berlijn, en werd genomineerd voor de Gouden Palm in Cannes datzelfde jaar.

Eén van de liedjes die in de film voorkwamen was trouwens 'Marcelino Pan y Vino' van Gigliola Cinquetti :
Terug naar de cinema nu.

Tijdens de voorstellingen waren er meerdere pauzes om de kinderen toe te laten de getoonde beelden te verwerken, en indien nodig gaven de aanwezige paters uitleg bij de iets moeilijkere situaties. Films met ‘duiding’ dus, een voorloper van onze huidige ‘Ter Zake’ ...

De films werden op voorhand aandachtig bekeken en uiteraard uitgebreid gecensureerd. De jongeren zouden wel eens ‘te veel’ informatie kunnen krijgen, die ze niet zouden kunnen verwerkt krijgen.

De filmvoorstellingen zijn gestopt aan het eind van de jaren ’70 en het gebouw werd in februari 1983 afgebroken. Het gebouw zou plaats moeten maken voor een nieuw cultureel centrum te Aalst.

De vraag rees natuurlijk of een modern cultureel centrum, dat ontdaan werd van de traditionele kloostermuur, wel zou passen in het geheel van het eeuwenoude en rust brengend kloostercomplex, te meer omdat men toen ook zinnens was om de sobere maar imponerende kloostermuur verder te ontmantelen tot aan het kerkgebouw zelf (iets wat later trouwens ook gebeurd is, er is tegenwoordig niets meer over van de bewuste muur).

Het cultureel / parochiaal centrum waarvan sprake is het ondertussen heel gekende ''t Capucientje', een gezellig volkscafé waar men een 60-tal biersoorten kan terugvinden.
Bij mooi weer kan je genieten op het grote terras vooraan. Er is ook een feestzaal (max 130 personen zittend), en men kan er ook vergadderen in 2 kleine vergaderzaaltjes (5 tot 40 personen).
Het gebouw op de foto hierboven is dus het nieuw opgerichte gebouw en niet de Marcelino-Klub

Na deze korte uitstap naar de cinema gaan we nu terug naar de Kapucijnen zelf.

Een aantal leefregels werd geactualiseerd en na het Vaticaans Concilie begon in 1966 een tijd van grotere en ingrijpende aanpassingen aan het kapucijnenleven.
Dit Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, ook wel bekend als Vaticanum II, werd van 11 oktober 1962 tot 8 december 1965 gehouden, en is bekend geworden als de kerkvergadering van het 'aggiornamento': het ‘bij de tijd brengen’ (=moderniseren) van de Katholieke Kerk.



Zo werd de kroon op het hoofd afgeschaft, de pij werd vervangen door een burgerpak, en de baard alsook het blootsvoets of op sandalen lopen, werden niet meer verplicht. Een tijdperk was definitief afgesloten, en men stond klaar voor een nieuwe aanpak.

In 1968 werd in de kerk de Sint-Antoniusparochie opgericht. 


Elf jaar nadat men aan de bisschop van Gent de vraag richtte om rond het Kapucijnenklooster een eigen parochie te mogen stichten, was het zo ver. Op 1 augustus 1968 werd de nieuwe parochie genaamd Sint-Antonius van Padua erkend, na overleg tussen het bisdom, het dekenaat Aalst en de paters Kapucijnen. De mensen wonende in de wijk Sint-Job kregen zo hun eigen parochie.

De kloosterkerk van de paters Kapucijnen was eigenlijk opgedragen aan het Heilig Hart. Het beeld in de voorgevel getuigt hiervan. Omdat in 1968 Aalst reeds een H. Hartparochie had, werd als alternatieve patroonheilige gekozen voor Sint-Antonius van Padua, ook een minderbroeder, net als de Kapucijnen. Maar nog steeds wordt er in de volksmond eerder gesproken over “op sint-job” of gewoonweg “bij de kapucijnen”.

Vanuit het klooster werden verschillende paters gedelegeerd naar diverse functies als pastoor, biechtvader, aalmoezenier van verenigingen, mislezer bij de zusterkloosters en dienstverlening in de eigen en in de omliggende parochies.

Sinds 1980 verloor de kapucijnergemeenschap echter fel aan krachten.

De sociale waarden en de status gaven opnieuw aanleiding tot herbronning naar de diepe basisgedachte van de orde : “leven als broeders mét en vóór de mensen”.

Door het uitblijven van voldoende nieuwe roepingen verouderde de kloostergemeenschap langzaam aan. De blijvende doch afgenomen inzet van de enkele overgebleven paters, kon niet verhinderen dat – vooral de laatste 12 jaar – het klooster steeds meer een kleinere gemeenschap werd. Het veel te grote gebouwencomplex raakte stilaan in verval en de kloostertuin werd een ontoegankelijke wildernis nadat het voorstel om hem publiek toegankelijk te maken, werd afgewezen.

Daarom werd een deel van het klooster omgebouwd tot een modern complex voor zes paters. Het prachtige Mariabeeld in de tuin dreigde verloren te gaan. Onder impuls van huidig pastoor Paul Segers, zorgde de parochiegemeenschap ervoor dat het werd overgebracht naar de dreef naast de kerk, waar het werd ingezegend door de huidige Abt van de abdij van Affligem.

Deze Kapucijnen hadden zich - sinds hun vestiging - bijzonder ingezet voor het apostolaat, in dienstbaarheid, nabij de gewone mens. En zij waren bereid om ook de nieuwe parochie tot bloei te helpen brengen. De parochie werd dan ook geleid door 3 pater pastoors, tot in 2017.

Op de viering van het 100-jarig bestaan van het Kapucijnenklooster (1 september 2009) namen de 4 overblijvende confraters afscheid van pater Paul Segers (pater Pol – toen 71 jaar) en van de parochiegemeenschap. Enkel hijzelf zou – als parochiepriester – nog op ‘St Job’ blijven in de pastorie naast de kerk.
Op die dag werd tevens een unieke en druk bezochte tentoonstelling georganiseerd. De bezoekers werden, aan de hand van tentoongestelde kledij, schilderijen, kleine kunstvoorwerpen en eenvoudige huisraad door het dagdagelijkse leven van de paters gegidst. Ook postkaarten, foto’s en historische documenten uit de archieven van Antwerpen en Aalst werden voor de gelegenheid tentoongesteld.

Het klooster krijgt nu een andere functie, al hadden veel mensen het liever een sociale bestemming zien krijgen. De basisschool blijft en het beukenbos en de kloostertuin zijn opengesteld geworden voor het publiek. De pastoor blijft in de aanpalende pastorie wonen.

Op de terreinen van het klooster aan de Capucienenlaan zou in het najaar van 2011 begonnen worden met de bouw van  nieuwbouwappartementen. Door bezwaren van het stadsbestuur en de brandweer werd dat project echter wat vertraagd en de bouwaanvraag werd geannuleerd. 
In de gebouwen aan de straatkant kwamen er kantoren. De historische gevel en de tuinen bleven behouden … De beroemde ‘muur’ echter verdween wegens ‘bouwvallig’.

Op 13 mei 2011 nam Securex wel al haar intrek in het kloostergebouw en het bedrijf neemt maar liefst twee derde van de totale oppervlakte van het omgebouwde klooster voor zich. De firma biedt specifieke expertise adviezen en innovatieve oplossingen in alle domeinen van het beheer van menselijk kapitaal.
Ook voor de klanten werd het nieuwe complex een meerwaarde. Ze worden er ontvangen in een historisch pand waar duidelijk nog de sfeer van de kapucijnen aanwezig is. De rondgang rond de middentuin werd behouden en het grote Christusbeeld troont nog steeds midden in de tuin als een blijvende herinnering aan de vroegere aanwezigheid van de paters.

In april 2013 werd opnieuw een bouwaanvraag ingediend, dit keer met meer succes.

In 2014 begon de firma De Nul met het bouwen aan het grootschalige immoproject ‘Kloosterpark De Capucien’. Er zouden in totaal vijf appartementsgebouwen gezet worden.

Voor dit vastgoedproject werd een deel van de speelplaats van de aanpalende lagere school gekocht. Er werd gestart met het optrekken van een flatgebouw met 15 appartementen en een gebouw voor 38 appartementen op de terreinen van het klooster.
Voor een appartement van 95 vierkante meter met twee slaapkamers betaal je bijvoorbeeld 225.000 euro. Voor een dakappartement van 65 vierkante meter en 60 vierkante meter terras ligt de prijs op 210.000 euro.

In de grotere tuin en park achter het klooster is voorzien in een woonproject met ondergrondse parking. Dat verminderde dan toch ietwat de parkeerdruk in de omgeving.
De verbouwing van het klooster tot kantoren gebeurde wel met respect voor de historische en architectonische waarde van het gebouw. Het werd een mooie realisatie van vormgeving aan een oud gebouw voor moderne doeleinden. Om niet te veel te ‘bruskeren’ werd er zelfs voor gekozen om de liftkokers binnenin de gebouwen te plaatsen en niet buiten aan de muur. 

Sedert 2018 kreeg het ommuurde park van het Capucienenklooster in Aalst dus definitief een residentiële herbestemming met maar liefst 125 appartementen, verdeeld over vijf volumes. Het was natuurlijk een moeilijk dossier, want buurtbewoners wilden, terecht, vermijden dat er aan de uitstraling en identiteit van deze historische site werd getornd. Dankzij een uitstekende materiaalkeuze en landschappelijke integratie slaagden bouwheer en architect toch glansrijk in deze missie.
Het vinden van de juiste inplanting van de vijf bouwvolumes had nogal wat voeten in de aarde. Uiteindelijk werd er beslist om vier gebouwen aan de straatzijde van het park te positioneren. Het vijfde is neergepoot naast de inkom van het park, die eveneens een nieuw kleedje aangemeten kreeg.

De namen van de residenties?

            Blok Assisi - Gelegen aan de Capucienenlaan
            Blok Brindisi - Gelegen aan de Sint Jobstraat
            Blok Cappucio - Gelegen in het park, kant van Sint Jobstraat
            Blok Damiano - centraal gelegen in het park
            Blok Emilia - gelegen in het park, kant van de marktweg


Het nieuwbouwproject ‘De Capucien’ in Aalst is ingeplant aan twee zijden van de tuin en in de rand van de infrastructuur- en omgevingsaanleg werd ook de kloostertuin omgevormd tot een publiek park met behoud van de sterke elementen. Daarachter vinden we een nieuw half openbaar plein tussen het kloostergebouw en de nieuwbouwblokken. 
Dat plein heeft verschillende functies, zowel voor de bewoners als voor de parkbezoekers. Dit project is dus een heel mooi voorbeeld van samenwerking tussen een privaat initiatiefnemer, de stad en de ontwerper.

Alle wildgroei in het park is verwijderd, zodat waardevolle bomen en aanplantingen voluit kunnen groeien. Er werd ook een gevarieerd assortiment inheemse parkbomen aangeplant. De lindedreef is doorgetrokken over de hele lengte van het park. De wandelpadenstructuur is behouden, rekening houdend met de inplanting van de gebouwen en de brandweerontsluiting.

Uniek aan deze site is dat er echt wel maximaal is ingezet op het behoud van het karakter en de sfeer van het park. Vandaar dat de bewoners van het gelijkvloers alleen maar gebruiksrecht van de tuinen krijgen, en dus geen eigendomsrecht. Op die manier wordt vermeden dat er parkvreemde elementen worden geplaatst. De officiële (her-) opening van het park vond trouwens al plaats op 30 april 2016.

De Liberale Mutualiteiten verlieten de Korte Zoutstraat in Aalst en namen ook hun intrek in ‘De Capucien’.

In september 2017 gaat ook de laatste Aalsterse kapucijn, pater Pol, na 27 jaar dienst als pastoor van de parochie Sint-Antonius met pensioen. Er waren dus alleen nog een pastoor linkeroever, een pastoor rechteroever en een hoppastoor.

De reden waarom hij voor de orde van de kapucijnen koos, zegt veel over eerwaarde Paul Segers, beter bekend als pater Pol. “Zij staan voor eenvoud, broederschap en de inzet voor diegene die het minder heeft”, legt hij uit. Hij werd geboren op 7 september 1937 in Hamme-Zogge. Voor zijn priesterwijding moeten we terugkeren naar 1963 in Izegem, waarna hij godsdienstleraar en surveillant werd in het Sint-Laurentiusinstituut in Aalst, wat later het Sint-Jozefscollege aan de Capucienenlaan zou worden.

Op 27 jarige leeftijd mocht hij zijn ultieme droom verwezenlijken: missionaris worden. 
“Ik kon kiezen, naar Congo of naar Pakistan”, vertelt pater Pol. “Ik antwoordde: waar ik het snelst naartoe kan. Ik moest eerst een half jaar in Engeland spenderen, want in Pakistan woedde er nog oorlog.”

Hij blikt met tevredenheid terug op de tijd die hij daar had. “Waterputten bouwen, scholen oprichten, mensen de weg naar de gezondheidszorg wijzen... Vanzelf ging dat niet, want bij de mensen van het platteland zat de angst er goed in dat hun kinderen niet meer op het veld zouden willen werken. Bovendien werkten wij daar in een islamitische leefwereld. We hebben de moslims nooit proberen te bekeren, maar toch was er weerstand wegens de slechte indruk die de kolonisten er hadden achtergelaten. Er vloog ‘s nachts al eens een handgranaat binnen in de school of in de kerk, maar nooit als er mensen waren. In 1989 vond ik dat de lokale jeugd en de priesters genoeg hadden geleerd om het over te nemen, waarna ik naar België terugkeerde. De ontvangst in Pakistan toen ik acht jaar later nog eens een bezoek bracht, was bijzonder warm.”

Na een korte tussenstop in Ierland, werd pater Pol onderpastoor en iets later pastoor in Aalst. 27 jaar later heeft hij dus beslist om met pensioen te gaan. “Ik wil mens tussen de mensen blijven, met een hart en met luisterbereidheid, vriendelijkheid, en aanwezigheid tijdens de blijde en minder blijde gebeurtenissen. Zonder grenzen, want iedereen krijgt van mij een goedendag. Ik blijf ziekenzorg en huisbezoeken doen”, aldus de pater.

Tijdens zijn vieringen durfde pater Pol al eens oproepen om voor Greg Van Avermaet, van wie hij fan is, te supporteren. Zijn kwinkslagen zullen vele mensen bijblijven.

Pater Paul was voorheen 23 jaar missionaris in Pakistan. Zich nog steeds nauw verbonden voelend met Pakistan, sponsorde hij regelmatig de drie scholen die hij daar bouwde en probeert hij er regelmatig een nieuw klasgebouw bij te zetten. Dit kon gebeuren dankzij de jaarlijkse geschenkenbeurs en de gezellige, solidaire soepmaaltijden gedurende de veertigdagentijd. Maar ook in zijn parochie hier in Aalst voelde hij zich duidelijk thuis. De binnen- en buitenkant van de parochiekerk werden mooi vernieuwd en de schilderijen van Sint-Antonius en Onze-Lieve-Vrouw vakkundig gerestaureerd. 
Pastoor Segers kon rekenen op een vlotte samenwerking met een dynamische parochieploeg en heel wat medewerkers en vrijwilliggers uit het grote aantal parochiale bewegingen en werkgroepen. 
Deze samenwerking was ook onontbeerlijk voor de jaarlijkse organisatie van de parochiefeesten, de zogenaamde Sint-Jobsfeesten, die in de wijde omgeving (zelfs tot in onze buurlanden) gekend waren, mede dankzij de sfeervolle en druk bezochte rommelmarkt. Pater Paul nam ook het initiatief om in de Sint-Antoniuskerk regelmatig interessante culturele activiteiten te organiseren.

4 Augustus 2019 : Het Koninklijk Sint-Jobskoor en orkest bracht 103 jaar lang prachtig gezongen Eucharistievieringen die veel volk bijeenbrachten van eind en ver. Er zijn heel wat personaliteiten geweest die dit koor gedragen hebben, jarenlang, dank zij hun muzikaal talent, hun ijver, hun repetities, hun geloof en vriendschap.

Hoewel de omgeving dus ondertussen sterk is veranderd, en de paters zijn verdwenen, blijft de kerk wel nog de parochiekerkvan St Job. Ook het schoolgedeelte van het St jozefscollege achteraan blijft.

De kerk is meer dan een bezoekje waard. Meer over de bezienswaardigheden rond en in de kerk vind je HIER.


Bronnen :

Capucienenlaan 1928 : foto via MadeinAalst
Pierre Van Der Vurst
capucien.be
De Denderbode 26/5/1907 – 10/11/1907
De Volksstem 3/10/1911 – 29/4/1913 – 18/2/1914 – 21/10/1918 – 23/2/1919 – 27/12/1923 – 16/4/1927 - 24/4/1928 – 19/2/1942
geschiedenis der stad Aalst: Frans De Potter en Jan Broeckaert
1875-de kapucijnen te Aalst : Dany D’Herdt
nl.geneanet.org/prentbriefkaarten/view/23951#0
bouwenaanvlaanderen.be
buildings-forum.com foto nieuwe buildings @Jaspers-Eyers Architects
2001-VVAK Mededelingen nr. 1/2008 : Graanmarkt : De pupillen of het Rijksadministratiecentrum
Aalsters erfgoed in gevaar? Pierre van Der Vurst
VVAK Mededelingen nr. 3/2009
“Twelck de heere behouden wille”
Freddy Caudron-Kerk en leven nr 23 12/8/2009
Johan De Baere-internet: - kapucijnen – vlaanderen - sintantoniusaalst.
De Nieuwe gazet van Aalst, 25 februari 1983
Facebook 't Kapucijntje
sintantoniusaalst.be>historiek
Het Laatste Nieuws 12/2/2011 – 31/5/2014
Het Nieuwsblad 16/9/2017 - 20/4/2011
De Standaard 15/11/2008
encyclo.nl/begrip/kapellaan

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.