Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

dinsdag 12 mei 2020

Sint Antonius van Paduakerk (St Job)

In vorige artikels had ik het al over de Kapucijnen in Aalst (meer info HIER) en over het Kapucijnenklooster en de Sint Antonius van Paduakerk aan de Capucienenlaan (meer info HIER)

In dit artikel ga ik eens meer in op wat er in en rond de kerk te vinden is.
De nummers op het plannetje komen overeen met de nummering daaronder. De vermeldingen in het vet worden daaronder verder nog beschreven.



B  u  i  t  e  n

1. H. Hartbeeld in voorgevel
2. Hof met kapel voor O.L.V Oorzaak onzer Blijdschap
3. Hof met H. Kruiskapel
4. Beeld van H. Franciscus van Assisi
5. Beeld van O.L. Vrouw uit de hof van de paters.

De kerk werd, net als het kloostercomplex trouwens, gebouwd in rode baksteen en zandstenen elementen in neogotische stijl. De voorgevel wordt gekenmerkt door een roosvenster en 5 lancetvormige vensters onder een eenvoudige rondboog. Smeedijzeren sierankers vormen een boord langs de gevelrand.

Nog een opvallend iets is het witstenen H. Hartbeeld bovenaan in de voorgevel (nummer 1 op het plannetje bovenaan). Het is het werk van Van Biesbroeck uit Gent en werd op 21 juni 1914 gewijd door de provinciaal van de orde. 

Door de inval van de troepen in België op 4 augustus van dat jaar werd in het klooster een ziekenkwartier ingericht om de gekwetsten te kunnen opvangen en verplegen.

De gevel van de vroegere toneelzaal, het huidige 'Capucientje' werd versierd met een beeld van de H. Franciscus van de hand van Leopold Lemaître.


Een kleiner portaalgebouw staat voor de hoofdgevel en vormt daardoor links en rechts van de toegang twee 'hofkens'. Deze devotieruimten kregen door latere aanpassingen (zoals het verlagen van de kloostermuren voor de kerk) een opener karakter. 
Aan de rechterzijde werd in 1945 een devotiekapel ingericht ter ere van Onze-Lieve-Vrouw Oorzaak onzer Blijdschap (nummer 2 op het plannetje)


In dezelfde rode bakstenen als de kerk, een nis met een hemelsblauwe achtergrond en daarin een wit Mariabeeld, omgord met eenzelfde lichtblauw gekleurde sjerp. 
In de rooms-katholieke kerk staat de kleur blauw voor onschuld. 
Oosters-orthodoxen zien op hun beurt het Goddelijke blauw afgetekend tegen de rode kleur van de bakstenen, rood symbool van mens-zijn. 


Wie langskomt en even halthoudt voor de kapel ziet meteen ook hoe de biddende Maria haar deemoedige blik inderdaad licht naar beneden, op wie naar haar toekomt, gericht heeft. 


Maar ook het verhaal achter de bouw van deze kapel is niet te vergeten! Deze kapel werd immers gebouwd door de mensen uit de buurt als dank voor de bevrijding na de WO II 
Het verslag van de Paters Kapucijnen beschrijft de sfeer bij de inzegening van de kapel: 


"Groot was ons vertrouwen in onze godsvrucht tot Maria gedurende de oorlog. 
Tot dit doel werd in de kerk de eredienst van de eerste zaterdag ingebracht en werd de meimaand met veel ijver bijgewoond door vele mensen. 

Kort voor de historische 6 juni 1944 werd door pater Gardiaan de belofte gedaan om, ingeval de stad gespaard bleef, met de steun van de trouwe bezoekers van de Paterskerk, een groot Mariabeeld op te richten als blijvend aandenken aan de bescherming van onze Hemelse Moeder. 
Op dinsdag 29 mei 1946 werd met een voorbereidend triduüm deze belofte plechtig volbracht. Aanvankelijk bedoeld als een viering van de Sint-Jobswijk, groeide deze uit tot een massale hulde van gans de stad Aalst. 

Zondag 27 mei had er om 10 uur een plechtige dankmis plaats waaronder een vierstemmige mis gezongen werd, begeleid door het orkest. 's Avonds werd het lof gedaan door Z.E.Heer Pastoor van Sint-Jozef. Het volk stond tot ver buiten de kerk. 
Maandagmorgen werd om 7 uur een H. Mis gezongen tot zielerust van de oorlogsslachtoffers en tot aandenken aan de afwezigen, in het bijzonder de Koning. 
Dinsdag een H. Mis om blijvend de vrede en de eendracht onder de volkeren, ook in ons land af te smeken. 's Avonds werd dan de grootse plechtigheid voltrokken onder de leiding van Z.E.Heer Deken. Tegen 7 uur was er geen plaatsje meer vrij in de hele kerk en ganse drommen mensen en kinderen met bloemen moesten buiten blijven. Na het lof kwam de menigte processiegewijze uit de kerk naar de Mariakapel onder het zingen van Vlaamse liederen. 
Na de wijding van beeld en kapel, hield de graag beluisterde volkspredikant E.P. Timotheus de slotaanspraak. Vervolgens kwamen de kinderen van de wijk bloemen neerleggen voor de voeten van het beeld en heel de schare zong het Christus vincit en het Magnificat. De eed van trouw werd door allen met opgestoken hand afgelegd. 
Pater Gardiaan dankte alle medewerkers en legde er de nadruk op dat Maria hier zou aanroepen worden onder de titel: Oorzaak onzer Blijdschap."

Als bewijs dat Aalst het gegeven woord trouw wou blijven, ging jarenlang op het einde van mei een hulde door. 
Het prachtige Mariabeeld dat eerst in de kloostertuin stond, werd 'gered' onder impuls van pastoor Paul Segers die er voor zorgde dat het beeld werd overgebracht naar de dreef naast de kerk. 
Hier een fotootje van toen het beeld nog in de tuin stond.

Links verrees een jaar later de Heilige Kruiskapel (nummer 3). Het beeld is van Bressers uit Gent.
Naast de pastorie is ook een recenter beeld van Sint Franciscus terug te vinden.

I  n  t  e  r  i  e  u  r

6. Biechtstoel
7. H. Pater Pio
8. Preekstoel 
9. Altaar voor Sint-Antonius 
10. Altaar voor Sint-Franciscus 
11. Triomfkruis
12. Hoogaltaar
13. Hoofdglasraam
14. Orgel
15. Kapel ter ere van O.L.V van Troost 
16. Glasraam in de O.L.V. kapel
17. Winterkapel

Neogotisch interieur van de Sint-Antoniuskerk

Gebouwd als Latijns kruis, wordt het schip van het koor gescheiden door een dwarsbeuk. Aan de ene kant van het schip, is er het portaal langs waar men de kerk binnenkomt. Aan het uiteinde van het koor staat het hoogaltaar.
Het schip bestaat uit een middenbeuk of meer specifiek een lichtbeuk met glasramen die uitsteken boven de twee lagere zijbeuken. Het vierkante deel van de kerk waar de dwarsbeuk kruist met het schip en het koor, wordt de viering genoemd. Eén van de dwarsbeuken omvat het doksaal waarop vroeger het orgel stond en ook het zangkoor plaatsnam.    

Het driebeukige interieur van de kerk met zijn bakstenen bogen en een dubbele rij al dan niet blinde vensters langs beide zijden van het schip, eveneens in baksteen omlijst, geeft een lichte en ruime indruk maar ademt tegelijk toch ook een heel serene rust en geborgenheid uit. 

Het is geen blinkende meridiaanlijn zoals in de Sint Martinuskerk, maar wanneer de middagzon door de zuid gerichte dwarsbeuk valt, overheerst er een warme gloed en danst het licht in de middenbeuk met de met lelies en bladeren getooide pilaren. 
Er zijn welgeteld twaalf pilaren, een verwijzing naar de twaalf apostelen. De vier zuilen op de hoekpunten van de viering daarentegen symboliseren op hun beurt dan waarschijnlijk de vier evangelisten.

Naast een aantal kleinere aanpassingen bij de ingebruikname als parochiekerk is het interieur voor het grootste gedeelte gebleven zoals het was. Het grootste gedeelte van de aankleding van de ruimte dateert uit het begin van de twintigste eeuw en is neogotisch van stijl. 
Typisch voor de neogotiek zijn de vele puntbogen, al dan niet met glasramen, maar ook de vierkante pinakels met knopversieringen of kruisbloemen die de biechtstoelen als kleine torentjes bekronen. 

De meest ingrijpende verandering tegenover het originele interieur was zonder twijfel het plaatsen van een volksaltaar in de viering. Aan dit altaar vinden de huidige eucharistievieringen plaats.
Vroeger werd de H. Mis gediend ter hoogte van het hoogaltaar, wat eigenlijk nog steeds het belangrijkste altaar is van de kerk. 
De ruimte tussen beide altaren, het priesterkoor, wordt ook nu enkel maar betreden door de priester en medewerkers van de eucharistie. Het is een veel intiemere ruimte die is ingesloten tussen de OLV kapel aan de zuidkant en de winterkapel aan de noordkant.
     
Dat deze kerk oorspronkelijk een kloosterkerk was, is nog steeds zichtbaar, al is het maar door de details. De halfopen kerk sloot naadloos aan op het voormalige klooster en vanuit de winterkapel konden de paters de Eucharistievieringen bijwonen. Heel wat interieurelementen refereren bovendien naar bijzondere kapucijnen: de preekstoel, het devotie-altaar voor Sint-Antonius en voor Sint-Franciscus, Pater Pio, net als de heiligen op het glasraam ter hoogte van het hoogaltaar.
Preekstoel

Vroeger preekte de priester tot de mensen in de kerk van op de preekstoel. Rechtstaand tussen de mensen, en met een klankbord boven zijn hoofd, kon iedereen hem beter zien én horen. Een microfoon was er immers nog niet.

De preekstoel staat symbool voor de berg van waarop Jezus predikte en is vaak heel mooi versierd, net zoals ook in deze kerk het geval is.

We vinden er 3 taferelen uit het leven van Sint-Antonius terug

- Het eerste tafereel toont hoe rond 1220 Franciscaanse missionarissen in Marokko werden gemarteld en gedood.

Sint-Antonius was enorm onder de indruk van dit nieuws. Hij had veel sympathie voor de levenswijze van de Franciscanen en trad ook toe tot deze orde. Ook hij zou missionaris worden en vertrok ook naar Marokko om er zijn geloof te verkondigen.
Door een tropische ziekte geveld, moest hij echter terugkeren en kwam uiteindelijk in Assisi terecht.
Sint-Antonius was een heel bijzondere prediker en leraar. Hij reisde naar vele streken om de mensen te vertellen van zijn geloof en riep ook op tot vrede en gerechtigheid en was de eerste theoloog van de Franciscaner Orde. 

- Op het centrale tafereel ziet u hoe de medebroeders geboeid luisteren naar zijn onderricht.
Niet iedereen bleek echter onder de indruk te zijn.

Toen enkele toehoorders hem belachelijk maakten, zou Sint-Antonius gepreekt hebben tot de vissen in het water. Hen vertellende van hun schepping, en hoe de Heer gezorgd had voor zuiver water en voedsel, kwamen alle vissen aan het wateroppervlak naar hem luisteren.


- Op het derde tafereel ziet u hoe de mensen die eerst aan hem twijfelden verbaasd toekijken
Ook op de hoeken van de preekstoel zijn enkele figuren te zien.

Wie precies de figuren zijn die de hoeken van preekstoel bekleden, kan (nog) niet met zekerheid worden gezegd. Zijn de mannen met korte en lange baarden, gekleed in pij en met een kruis of bijbel op stap misschien Kapucijnse missionarissen?

En, wordt het geheel onderaan gedragen door de 4 evangelisten Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes?

Bloemen en wijnranken - symbool van het Laatste Avondmaal en van Christus zelf - versieren het onderstel van de preekstoel.

Altaar ter ere van Sint-Antonius van Padua


Dit altaar ter ere van Sint-Antonius staat in de kerk sinds 1921. 
Het ontroerende beeld van de heilige, uitgevoerd door Jules Fonteyne van Brugge, wordt geflankeerd door schilderijen op koper, gesigneerd door de West-Vlaamse Alidor Lamote, broer van Pater Bavo. Iedereen kent Sint-Antonius vooral als patroonheilige van de verloren voorwerpen.
Antonius werd geboren in Portugal eind 12e eeuw. Op zeer jonge leeftijd werd hij priester, maar vertrok later op missie als Franciscaanse missionaris. Hij was wel geleerd en toch heel bescheiden, leefde zo eenvoudig mogelijk en trok zich vaak alleen terug in bezinning en gebed. Hij kon ook urenlang preken, maar had vooral een grote invloed omdat hij ook voorleefde wat hij verkondigde.Verzwakt door zijn sobere leven, stierf hij op 36 jarige leeftijd.


Sint-Antonius wordt meestal voorgesteld als een jonge man. Als leraar en prediker heeft hij ook de Bijbel in de hand en is gekleed in het bruin of zwart habijt van de Franciscanen.

Sint-Antonius wordt ook vaak uitgebeeld met kindje Jezus gezeten op zijn arm. Het toont zijn genegenheid voor Christus als mens en zijn grote verbondenheid met God.


Volgens de legende op het schilderij, zou dit kindje Jezus verschenen zijn aan Antonius toen deze verbleef op het landgoed van een vriend. Opgeschrikt door een fel licht in Antonius’ kamer ging de man een kijkje nemen. Hij zag hoe plots een kindje verscheen in de armen van de biddende Antonius. De heilige koesterde het kindje Jezus liefdevol en wendde geen enkel ogenblik zijn ogen af.


Volgens sommige bronnen zou Antonius ooit zijn psalmenboek verloren zijn en bad hij vurig om het terug te vinden. Zijn gebeden werden verhoord toen de dief het vol berouw kwam terugbrengen.

Dit maakte van hem de patroonheilige van de verloren voorwerpen. De schilder toont hoe Antonius hulp biedt aan de biddende mensen. Op het altaarkleed staat : Antonius bid voor ons. Net zoals de familie op het schilderij, komen hier dagelijks nog mensen langs om een gebedje te zeggen tot Sint-Antonius wanneer men iets waardevols is verloren. 

Altaar voor Franciscus van Assisi


Eén van de meest gekende en tot de verbeelding sprekende heiligen… en toch staat hier zelden een kaarsje te branden. De waarden die nauw aan Franciscus ’hart lagen, zijn nochtans bijzonder actueel.

Franciscus werd eind 12de eeuw geboren in Assisi als zoon van een rijke lakenkoopman. Hij wou ridder worden. Op zijn twintigste werd hij gevangen genomen bij een gevecht. Toen hij kort daarna zwaar ziek werd, begon hij steeds vaker na te denken over de zin van zijn leven, én over God.
Op een dag ontmoette Franciscus melaatsen. Diep getroffen door hun leed, zou hij vanaf dat moment steeds partij kiezen voor de zwakkeren en verdrukten.


Franciscus begon te leven als een kluizenaar in armoede, gebed, en dienstbaarheid aan de armen.
Tijdens één van zijn gebeden, gaf Christus hem de opdracht Zijn huis te herstellen. In de buurt staat het vervallen kerkje San Damiano, en Franciscus knapt het helemaal op.

Het is niet helemaal duidelijk of het dit visioen is dat staat uitgebeeld op het schilderij. Het zou ook kunnen dat de schilder de stichting van de Franciscaanse kloosterorde symboliseert.


Het doodshoofd dat u ziet rechts van de Bijbel, wordt vaak gebruikt bij voorstellingen van Sint-Franciscus. Het is een symbool voor zijn totale desinteresse aan luxe.

Franciscus is aanvankelijk niet echt een geestelijke, maar verschillende mensen sluiten zich toch bij zijn levensstijl aan. 
Wanneer hij zijn 3 geloften “armoede, kuisheid en gehoorzaamheid” op papier zet, ontstaat de kloosterorde van de Franciscanen.
De drie knopen in de gordel om de bruine habijt verwijzen trouwens naar deze 3 leefregels.

Naast een orde van broeders, richt Franciscus ook nog een orde van zusters op geleid door de Heilige Clara (Clarissen). En er ontstaat ook een lekenorde.
Het schilderij toont wellicht de opname van een man en vrouw tot de Franciscaanse lekenorde.

Triomfkruis


Het triomfkruis is één van de opvallendste interieurelementen in de kerk. Met kabels vanuit het gelijknamige triomfgewelf opgehangen, markeert het de scheiding tussen het hoogkoor enerzijds en de kruising/viering anderzijds.
De archieven van de Kapucijnen rapporteren de wijding van het triomfkruis in de Eucharistieviering van 25 september 1910. Het was een gift - ter waarde van 925 Belgische frank – ontworpen door stadsarchitect Jules Goethals en gerealiseerd door beeldhouwer Robert Van Caelenbergh. 


Het houten crucifix van zo’n 7 op 3,45 m heeft neogotische sierelementen. Vergulde lijnen en stippen, net als bladvormig houtsnijwerk, sieren en flankeren het ingesneden kruishout. Ook de kruisuiteinden lijken te bloeien. Ze vormen Franse lelies, oftewel gestileerde irissen (in het Frans fleur-de-lis), waarvan de drie bladen symbool kunnen staan voor de Heilige Drie-eenheid. 
De vier kruisarmen dragen elk een medaillon waarop telkens een evangelist wordt voorgesteld door z’n symbolische gevleugelde wezen: bovenaan Johannes (adelaar), onderaan Lucas (rund), links Marcus (leeuw) en rechts Mattheüs (mens). Het hart van het kruis, net achter Christus’ hoofd draagt extra cirkelvormig houtsnijwerk. Boven Z’n hoofd hangt het opschrift INRI, de beginletters van Jezus (I) van Nazareth (N), Koning (Rex) der Joden (I).  


Het levensgrote (1,70 m) corpus zelf is sober van kleur: Christus’ bleke huid bloedend aan hoofd, handen, voeten en zij, omgord met een rood omzoomde witte lendendoek, en een zwarte doornenkroon. Wit, rood, en zwart … kleuren van onschuld, bloed en dood, kleuren van de Passie. Christus zelf wordt op heel realistische wijze voorgesteld. Geen triomfantelijke, maar een lijdende, een stervende Christus, wat ook aansluit bij de Franciscaanse traditie. Z’n voeten werden met één nagel in het kruis geslagen, zonder sokkel. Op Christus’ gezicht is nog een licht pijnlijke grimas met opgetrokken wenkbrauwen zichtbaar. Maar, het lijkt alsof het zich dra zal ontspannen, het hoofd reeds naar rechtsvoor gebogen, de ogen bijna gesloten, en de lippen niet meer op elkaar. Alsof het leven, net als het bloed uit de wonden, net wegebt. 


Terwijl Zijn linkerhand nog pijnlijk verkrampt lijkt, maken de vingers van Zijn rechterhand een zegenend gebaar. De “Heer zegene U” wordt gezongen op het einde van een kapucijnse begrafenisdienst, als afscheidsgroet van de andere broeders. Hier, op het triomfkruis, laat de ontwerper Christus nog net aangeven “Deze pijn, de dood is niet het einde. Ik ben Christus, Ik breng u vrede, Ik zegen u, en Ik verlos u”. Ondanks de lijdende en stervende Christus symboliseert het triomfkruis immers de verlossing van alle mensen.

Onze-Lieve-Vrouw van Troost


Tot voor enkele jaren werd in deze kapel iedere maand een Mariaprocessie gehouden en kwamen er dagelijks mensen bidden tot het beeldje van “Onze-Lieve-Vrouw van Troost in Nood”.

Dit beeldje had een bijzondere aantrekkingskracht op allen die de historiek en waarde ervan kenden:

In de abdij van Affligem vereerde men sinds eeuwen een beeld van O.L. Vrouw dat in 1146 tot Sint Bernardus zou hebben gesproken. Nadat het tijdens de Beeldenstorm werd verbrijzeld, maakte men 2 kleinere beeldjes uit de overgebleven stukken
Eén ervan werd in 1913 onder een grote volkstoeloop in de kerk geplaatst.

In 2006 werd het spijtig genoeg gestolen. Op de foto hierboven kan u het nog eens bekijken in zijn speciaal ontworpen draagnis
Nu prijkt er een (misschien) niet zo miraculeus, maar toch ook wel bijzonder elegant Mariabeeld

Glasraam Heilige Maria Onbevlekt Ontvangen

Het glasraam stelt de Heilige Maagd voor die verheerlijkt wordt door de Franciscaanse Orde, met onder andere Sint-Franciscus en Sint Antonius.
Bronnen:

Pierre Van Der Vurst
geschiedenis der stad Aalst: Frans De Potter en Jan Broeckaert
1875-de kapucijnen te Aalst : Dany D’Herdt
2001-VVAK Mededelingen nr. 1/2008 : Graanmarkt : De pupillen of het Rijksadministratiecentrum
Aalsters erfgoed in gevaar? Pierre van Der Vurst
VVAK Mededelingen nr. 3/2009
“Twelck de heere behouden wille”
Freddy Caudron-Kerk en leven nr 23 12/8/2009
Johan De Baere-internet: - kapucijnen – vlaanderen - sintantoniusaalst.
De Nieuwe gazet van Aalst, 25 februari 1983
Facebook 't Kapucijntje
sintantoniusaalst.be>historiek
Het Laatste Nieuws 12/2/2011
Het Nieuwsblad 16/9/2017
De Standaard 15/11/2008
encyclo.nl/begrip/kapellaan
St Jobkapel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.