Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

maandag 22 juni 2020

't Schoolke van Sint Anna - de zusters Franciscanessen - 't huis - Minor Ndako


Het is in de Volksstem van 26 augustus 1930 dat er ‘een gebeurtenis van het hoogste sociaal belang’ beschreven staat : een nieuwe school voor de volksmeisjes werd opgericht aan het bekende ‘Ezelspleintje’.

Over het Ezelspleintje is HIER trouwens meer te lezen.

Het nieuwe gebouw werd door de pers meteen bestempeld als 'een model van een bouw', en een 'voorbeeld van schoollokalen voor de kleuters'  
Er bevonden zich 8 klassen die het toonbeeld zouden moeten worden van hoe het moet. 
In de kleuterklasjes waren trouwens ook de jongens nog toegelaten, maar eens 6 (of 5,5 jaar oud) moesten zij andere oorden gaan opzoeken.

Hier een foto van het 'nieuwe gebouw' (met toen nog een muur en inkomstpoort - die later vervangen werden door een hek).


Op dit adres hadden de zusters Franciscanessen hun thuis. Deze zusters hadden in Aalst drie kloosters.

Het eerste klooster bevond zich in de Sint-Jozefstraat
Van daaruit trokken in 1909 zuster Adelaine, Idesbald en Flaviana naar de Heilig Hartparochie. Ze waren ook de grondleggers van het Sint-Gudulahuis. In 1910 konden ze zich installeren in het nieuwe huis van de orde. 
Het klooster in de Sint-Jozefstraat werd door de uitbreiding van het Sint-Maarteninstituut afgebroken. De kleuter- en lagere school van de zusters werd in het instituut opgenomen.

Het tweede klooster bevond zich in de Sint Gudulastraat
De drie laatste nog aanwezige zusters sloten op dinsdag 18 juli 2006 definitief deze kloosterpoort. Zuster Lydia (83), geboren in Moorsel, verbleef er 56 jaar. Na de bevrijdingsfeesten van 1945 trad ze toe tot de Orde van de Franciscanessen en na de aflegging van haar geloften kwam ze meteen naar Aalst.
Het was met spijt in het hart dat zuster Lydia vertrok, maar ze begreep dat het onmogelijk was om nog een klooster open te houden voor drie zusters. Eens verbleven er vijftien zusters in het Sint-Gudulahuis.
Zuster Benedictine (79) en Juliana (78) vertrokken daarna naar het rusthuis van de orde in Vinderhoute. Beide zusters verbleven ook al enkele jaren in de Sint-Gudulastraat. Zij kwamen van andere door de orde al gesloten huizen. Ook zuster Juliana werd geboren in Moorsel en zuster Benedictine in Aalst.
Met de sluiting van het klooster in de Sint-Gudulastraat, verdween meteen de laatste vestigingsplaats van de orde op het grondgebied van Aalst.

Het derde klooster bevond zich aan de Volksplaats


Van de geschiedenis van het klooster zelf is amper iets terug te vinden maar het is zeker dat d
prachtige tuin van het klooster de ideale plaats was  voor de klasfoto’s en het gebouw nog steeds een belangrijke plaats invult aan het 'Ezelspleintje' …

De Zusters Franciscanessen zijn verschillende congregaties voor vrouwen die als Derde Orde de regel van Sint-Franciscus volgen. De franciscanessen ontplooien meestal wereldlijke activiteiten, zoals in zorg en onderwijs ("actieve" zusters). Daarin verschillen zij van de Clarissen, die als tweede orde een contemplatief leven leiden.

De school in de Sint-Gudulastraat werd vroeger al overgedragen aan het centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning De Boomgaard uit Lierde. Ook de Voedselbank, de Speel-o-theek, de scouts Sint-Goedele en de Chiro gebruiken de schoolgebouwen. 

In de school op de Volksplaats wordt nog steeds les gegeven.
Daar bevindt zich immers een afdeling van de ‘Vrije Basisschool Sint-Maarten’ met het gewoon kleuteronderwijs en het gewoon lager onderwijs.

Maar terug naar 1930 nu. 
Op woensdag 27 en donderdag 28 augustus van dat jaar werd er een opendeurdag gehouden voor de nieuwsgierige ouders, die toch wel eens wouden weten ‘wat dat nu juist was met die nieuwe school’.

Het was op 24 augustus dat de officiële opening plaats had. Een stoet, komende uit de St Jozefstraat, bracht het Sint Annabeeld dat zich daar bevond, naar de nieuwe stek.


Helemaal vooraan stapte de muziekmaatschappij ‘Willen is kunnen’ en talrijke in’t wit gekleede ‘maagdekens’ droegen het beeld dat prachtig versierd was met bloemenkransen.
Daarop volgden de E.E. Zusters Franciscanessen met hun Zeer Eerwaarde Moeder Overste, die speciaal voor deze plechtigheid naar Aalst was gekomen. 

Natuurlijk waren ook vele andere personaliteiten aanwezig, waaronder enkele geestelijken van de St Jozefsparochie, Z.E.H. Kanunnik De Keyser (algemeen bestuurder van de Orde der Franciscanessen), Z.E.H. Van Britson (diocesaan schoolhoofdopziener) en natuurlijk ook de burgemeester (dhr Moyersoen)

De vele aanwezigen uit het onderwijs en andere genodigden werden geluk gewenst en gefeliciteerd met de smaakvolle versiering van de St Annawijk die voor deze gelegenheid helemaal bevlagd en versierd was.
Een heuse welkomstboog aan het begin van de nieuwe school liet er geen twijfel over bestaan dat dat ‘the place to be’ was voor een feestje.


Na de plechtige inwijding van de gebouwen volgde er een feestzitting waarbij ook een speech werd gegeven in naam van de bewoners van de wijk. 
Die eer was weggelegd voor dhr J. Van den Eynde

Hij verwoordde het als volgt :

Zeer Eerwaarde Heeren, Eerwaarde Zusters, Waarde Heer burgemeester, Mevrouwen, Mijne heeren,

Fier en gelukkig zijn we, deze prachtige volksschool in onze gebuurte te bezitten.
Fier omdat het bouwen dezer school in onze wijk een blijk van vertrouwen is in het volk dezer gebuurte.
Het Vlaamsche spreekwoord zegt : ‘De muren hebben ooren!’. Wij zeggen : ‘Dit heerlijke gebouw heeft een ziel’, het leeft en als een heraut van den koning der koningen roept het ons toe : ‘Hier sta ik met mijn klassen en zalen, zorg er voor dat ze volloopen met lieve kleinen, de vruchten van ’t verleden, de vreugd en zorg van het heden, de hoop van de toekomst’.
Fier zijn we omdat wij onze kinderen zoo dicht bij ons zullen weten, onder de moederlijke loede der Eerwaarde Zusters.

Gelukkig zijn we, omdat onze school geplaatst is onder de bescherming van de Heilige Moeder Anna.
Is de Heilige Moeder Anna niet de Moeder van Onze Lieve Vrouw?
Is de Heilige Maagd niet de beste der dochters, de beste der moeders?
Zal de Heilige Moeder Anna, onze Lieve Moeder Maria niet smeeken, onze kinderen op een bijzondere manier te beschermen opdat zij zouden uitgroeien in wijsheid en in deugd tot eer en troost van hun ouders.

Gelukkig zijn we, omdat deze school is een kristene school, waar men zich niet bepaalt tot het aanleeren van rekenen, leeren schrijven, enz. doch waar men ook ziel en hert vormt, waar men de kinderen God en hunne ouders leert eeren en beminnen, met die liefde, welke de grondslag is van alle tijdelijke en eeuwig geluk.

Er wordt wel eens gezegd : ‘Het Vlaamsche volk is een ruw volk!’ maar ’t uiterlijke bedriegt zoo dikwijls, … ons volk is rechtzinnig, diep godsdienstig en dankbaar voor hen die het goed doen.
Dank zeggen we, eerst en vooral, aan onzen Eerwaarden Heer Pastoor die de Sint Annawijk zoo genegen is en voor zijn parochianen het hert van een vader heeft.
Dank aan al diegenen welke het houwen dezer school hebben mogelijk gemaakt, dank in ’t bijzonder aan de Eerwaarde Zusters Fransiscanessen die zoo lang reeds arbeiden aan het welzijn onzer lieve kinderen.

Als blijk onzer eerbiedige bewondering en groote dankbaarheid bidden wij Moeder Overste dezen ruiker te aanvaarden, en uit ganscher harte roepen wij : Eerwaarde Moeder, Eerwaarde Zusters, hartelijk welkom!

Daarna volgde een andere speech van dhr F. Kindermans, in naam van ’t Houten Dorp :

“Eerwaarde zusters,

Met groote vreugde vernamen wij de blijde tijding dat door U, te midden onzer werkersbevolking eene school en kindertuin gingen gebouwd worden.
Dagelijks hebben wij den vooruitgang van deess prachtig gebouw kunnen bijwonen waar onze lieve kinders met volle teugen de gezonde lucht zullen inademen, maar in ’t bijzonder waar zij zullen opgebracht worden in eer en deugd tot trots van vader en moeder.

Wij vertrouwen U onze duurbare kleinen toe, Eerwaarde Zusters, en zijn overtuigd dat ze onder Uw gezag zullen opgroeien tot deugdzame, verstandige en ontwikkelde telgen.
Laat mij toe, Eerwaarde Zusters, U een klein geschenk als bewijs onze groote vereering aan te bieden : aanvaardt dus deze beeltenis van het H. Hart, hetwelk eene eereplaats in deze school zal bekleden.
Wij wenschen U dus nogmaals van ganscher harte welkom en roepen uit : Leve de Zusters! Leve de Sint Annaschool !”

In naam van beide bewonersgroepen werden aan de zusters geschenken en bloemenkransen aangeboden, terwijl de kinderen een speciaal ‘St Annalied’ zongen.

Daarna was het de beurt aan Z.E.H. De Cock, pastoor van de St Jozefsparochie om ook zijn dankbaarheid en blijheid te laten blijken. Hij dankte ook Monseigneur Coppieters die eigenlijk aan de wieg van het idee van het oprichten van de school stond. Ook de burgemeester kreeg een dankwoord omdat hij zo voorziend was geweest, en ingezien had dat er wel degelijk een dringende nood was aan dergelijke inrichting.

De bouwmeester van het prachtwerk was Heer De Smet die er, samen met de Heeren Peynsaert, voor zorgde dat er op een heel toegewijde manier werd gewerkt aan dit initiatief.

De school boerde doorheen de jaren heel goed onder het alziend oog van de zusters. 
Menig Aalstenaar heeft toch wel goede herinneringen aan de periode, maar vooral aan de ‘latere’ tijden natuurlijk toen het allemaal toch al wat ordentelijker en gereglementeerder verliep.

Goede leerlingen werden beloond met een soort puntensysteem. Zo kregen ze bijvoorbeeld een stempeltje in hun schrift als er iets goeds werd gedaan. Een andere beloning was dat men even mocht schrijven in een andere kleur. 

… Fier dat men dan was … Een kinderhart was die tijd toch rap gevuld ... 
Dezelfde fierheid kenden we trouwens als we van de zuster of lerares de bordenwissers mochten gaan 'uitkloppen' op de speelplaats … Een eer om dat te mogen doen … 
Ook een eer trouwens om het bord af te mogen vegen na de les, zodat de volgende dag opnieuw met een propere ‘lei’ kon begonnen worden.

Babbelaars daarentegen zagen het allemaal niet zo positief in … zij werden gestraft met een lange tong of ezelsoren waarmee ze dan een paar uur op de speelplaats moesten gaan staan. De tong werd stevig vastgeplakt met een plakker en elastieken moesten de oren op de plaats houden.

Onder een trap was ook nog een ‘kot’ (waarschijnlijk een oud kolenkot) waar stoute kindjes even mochten gaan ‘afkoelen’ en ‘bezinnen’.
Bij andere ‘misdrijven’ varieerden de straffen van het op ‘de put’ gaan staan op de speelplaats tot een onzacht contact met de meetlat (toen nog een ‘regel’) op de handen.
Dat laatste uiteraard voor de linkshandigen, want schrijven met de linkerhand, dat was toen nog altijd iets wat ‘not done’ was.
Een iets zachtere methode om te leren rechts schrijven was dat men de linkerhand op de rug moest houden … als dat niet onmiddellijk lukte zonder hulp vond men altijd wel ergens een sjaal of touw om die ‘stoute’ hand aan de bank vast te binden.

Ook het vrijwilligerswerk was toen eerder naar de ‘Chinese kant’ want soms werden er 2 kinderen uit de klas gehaald om in het klooster de tapijten te gaan "stofzuigen". Ze moesten dan op hun knieën alle draadjes en kruimels oprapen.

De nonnetjes profiteerden natuurlijk want zij hadden de macht. 
Nu lijken veel van die maatregelen misschien op 'kwellingen' of zelfs 'kindermisbruik', maar uiteindelijk zijn de meesten er toch tamelijk 'ongeschonden' uitgekomen. Voor de meeste jongens werd alles jaren later trouwens nog eens grotendeels herhaald tijdens hun verplichte legerdienst.

Of die strengheid nu echt zo slecht of traumatiserend was ? 
Goh, op het moment zelf wel zeker, maar later bekeken had alles toch wel zowat zijn nut. 

Zo werd elke avond netjes opgeruimd en werd elke vrijdag een ‘grondiger’ kuismomentje ingelast.
Twee kinderen moesten dan nablijven en de klas uitvegen en dweilen.
De ‘clean desk policy’ zoals deze later in de bedrijfswereld zou worden ingevoerd 
... 
blijkt dus een uitvindsel te zijn van deze nonnetjes 😊

Alles, maar dan ook werkelijk alles, moest spik en span zijn.
Ook moest elk kind op het einde van het schooljaar een borstel en bruine zeep meebrengen. De lessenaars werden op de speelplaats gezet en de schrobbeurt kon beginnen … zonder morren natuurlijk …

Het was immers nog de tijd dat kinderen toch iets meer respect hadden (of eigenlijk ‘moesten hebben’) voor de lesgeefsters … en de ouders nog achter de lesgevende macht stonden.
Als ‘de kleine’ iets mispeuterd had, kreeg die sowieso nog eens de volle laag bij het thuiskomen ook.
Nu zou men al rap naar school stappen met zoon- of dochterlief, en de lera(a)r(es) gaan verwijten.

De meest gekende zuster was natuurlijk Elvire Vander Massen ... Zegt U niets ? 

Wel, ze was natuurlijk niet gekend onder haar 'wereldse' naam, maar wel onder de naam  'zuster Ansfrida'.
Wie als jongen de ‘kleutertijd van St Anna’ vernoemt, noemt ook heel vaak ook haar naam. De meisjes hadden het geluk niet om haar als ‘lerares’ gehad te hebben.
Ik herinner me (voor zover dat nog kan natuurlijk) als een heel gedreven en lief iemand. Als het goed was, was het goed, maar bij fouten kon ze je ook wel eens onder handen nemen.

Groot was mijn verwondering toen ik haar een 15-tal jaren na mijn schoolbezoek nog eens tegenkwam op straat en ze nog mijn naam kende … een geheugen om jaloers op te zijn ….
Na haar avontuur in Aalst is ze naar het klooster in Burst getrokken, net als trouwens ook zuster Flora en zuster Noella. In 1993 is ze overleden.


Een andere bekende was zuster Julia … 
We gaan hier nu niet over tot een roddelrubriek, maar van haar werd verteld (met tamelijk grote zekerheid) dat zij ‘aanpapte’ met onderpastoor Ghyselen

Hij was een heel gedreven godsdienstleraar die de ‘communie’ als één van de hoogtepunten uit het leven zag. Indien je tijdens zijn les dus niet in je bijbelboekje aan het lezen was, kon je dus wel een klets om je oren verwachten.
Het niet opvolgen van de bijbelse leer had trouwens een hele hoop dreigementen tot gevolg ...  Je zou je communie niet mogen doen, als je niet deed wat er werd gevraagd, en in die tijd was dat natuurlijk een dreigement dat kon tellen. 
De onderpastoor heeft later nog gediend in Onkerzele, en de laatste jaren was hij nog Pastoor in Serskamp.
Tegenwoordig (2020) heeft hij in juni nog zijn 92ste verjaardag gevierd, en hij is nog altijd bij de pinken.
Ook zuster Julia was ‘een toffe’

De zusters waren ook beleerd en welbespraakt in die tijd. Als ze iets te vertellen hadden wat de kinderoren niet mochten horen, gebeurde dat in het frans …
Welbespraakt, beleerd, gedreven, ... maar soms misschien ook een beetje naïef ? 

Enkele jaren na mijn vertrek (ik moet toen een jaar of 10 geweest zijn) kwam de brandweer ineens met groot materieel de straat ingereden.
Er was namelijk een wespennest ontdekt op de basketring van de speelplaats, en dat leidde tot groot alarm en grote belangstelling bij de inwoners van de buurt.

De brandweer begon met man en macht stoom te spuiten, en toen zuster Julia kwam vragen of ze ergens mee kon helpen, vroeg de ‘pompier’ van dienst dringend een handdoek en een groot glas jenever.
De zuster haastte zich om het gevraagde, in de stellige overtuiging dat men de wespen zou bedwelmen met de alcohol maar toen ze hijgend weer aankwam, wiste de brandweerman zijn zweet af met de handdoek, en kapte de jenever in één teug leeg ... de reactie van de omstaanders was op zijn minst hilarisch te noemen ... die van de zuster eerder 'verbouwereerd' ...
Zuster Julia is van Aalst naar het Sint Gudulaklooster getrokken en is in Vlinderhoutem overleden in 2018.

Na de kleuterschool was het voor de jongens verhuizen geblazen. Heel vroeger waren er in de Spaarzaamheidstraat nog een paar jongensklassen, maar die verhuisden uiteindelijk naar de Raffelgemstraat.
 
1980 De muur is verdwenen en maakte plaats voor een hek

De zusters maakten plaats voor leraars en leraressen ...
Tegenwoordig vinden we er nog VBS (Vrije Basisschool Sint Anna) terug, een afdeling van het Sint Maarteninstituut. In de Spaarzaamheidstraat vinden we de kleuters en de eerste graad terug, de 2e en 3e graad bevinden zich in de Raffelgemstraat.
In augustus 2017 werd de schoolomgeving veiliger gemaakt door het doorgaand verkeer niet meer langs de poort te laten gaan. 

In 1998 besliste de Vlaamse Gemeenschap om in het ondertussen verlaten klooster middelen vrij te maken voor de opvang van buitenlandse niet-begeleide minderjarigen.

Het kloostergebouw aan de Spaarzaamheidstraat 29 werd omgetoverd tot ‘’t thuis’, het eerste onthaal- en opvangcentrum voor buitenlandse niet-begeleide minderjarigen, dat in een eerste fase de gelegenheid bood om een 15-tal minderjarigen op te vangen.

''t Huis' staat open voor buitenlandse minderjarigen die niet vergezeld zijn door één van beide ouders of een wettelijke voogd en voor wie een aangepaste opvang aangewezen is. 
De opvang van niet-begeleide minderjarigen die  zich nog in de asielprocedure bevinden blijft de opdracht van de federale overheid. 
Minderjarigen die uitgeprocedeerd  zijn maar om een of andere reden niet terug kunnen gebracht worden naar hun land van herkomst kunnen ook opgevangen worden.

Het project wordt ondersteund door het departement ontwikkelingssamenwerking en geniet ook steun van het Impulsfonds voor het Migrantenbeleid.

We schrijven mei 2000 … Eén jaar ‘'t Huis’ voor kinderen zonder papieren. Een verjaardag die een beetje in stilte gevierd werd want vluchtelingen blijven voor de meesten nu eenmaal taboe in onze samenleving.
Nu zijn het kinderen, ok, maar wat als ze groot zijn?
De buurt stond - en laten we eerlijk zijn, staat - toch wat sceptisch tegenover 'die vreemdelingen'.

Enkele kinderen zijn intussen teruggekeerd ... maar de meesten willen blijven. 
Allemaal goed en wel ... maar wat als ze achttien worden en hun verblijfspapier vervalt? 

Een bezoekje aan het gebouw op een gewone zaterdagmiddag.
Het gebouw ligt er bijna verlaten bij. 
Een Ghanees meisje hangt loom op haar kamer, de muziek loeihard. 
In de living tokkelt een Russisch jongetje als een gek op de computer. 
De andere bewoners van t Huis zijn op stap in de stad of zijn gaan basketballen op het pleintje.

Als het van de bevoegde ministers afhangt, zouden ze die vrijheid niet hebben. 
De minister wil immers een gesloten centrum voor de kind-vluchtelingen waar ze verblijven tot er een oplossing is voor hun situatie. 
Alleen zo, redeneren ze, kan de overheid de jongeren beschermen tegen pooiers die aan de poorten van de centra rekruteren.
"De groep die écht moet worden beschermd, is echter zeer klein. En het grote risico zit niet bij de pooiers. Die maken voor onze deur af en toe inderdaad toertjes met de auto. Maar als de politie wat extra patrouilleert, haken ze snel af. Het risico zit bij de meisjes zelf die proberen terug te keren naar het milieu, maar daarom moet je hen geen maanden opsluiten. 
Nu gaan ze vaak in eerste instantie naar een gesloten jeugdinstelling, maar dan slechts voor een paar dagen. Daar kunnen ze sowieso geen contact zoeken met hun pooier. 
Als ze daarna naar hier komen, krijgen ze de eerste weken ook heel weinig ruimte om contact te zoeken met de buitenwereld. Als ze al naar buiten mogen, is het altijd onder begeleiding en de wandelingen blijven beperkt tot de buurt. 
Bekijk het als een test. We praten veel met hen om te weten of ze geen contact zoeken, en het werkt: sinds december (1999) hebben we geen weglopers". 

"De jongeren hebben a1 twee maanden nodig om tot rust te komen en samen met de begeleiders uit te maken wat ze willen. Dan nog twee maanden om de oplossing uit te werken. Pleeggezin, jeugdinstelling, begeleid zelfstandig wonen: het is allemaal zo eenvoudig niet".

Als ze in Aalst aankomen, willen vele jongeren ook gewoon terug naar huis. ,,Ze zijn diep ontgoocheld want ze hadden het zich hier allemaal anders voorgesteld. Die drang verdwijnt echter wel snel eens ze het hier gewoon geworden zijn. Vaak spoort hun familie hen aan om deze kans te grijpen.

In 2006 werd ''t Huis' omgedoopt tot 'Juna' (het 'Esperanto' voor 'jong'). 
Men ging uit van twee basisleefgroepen : 'primo' en 'secundo', en een werking om 16- en 17- jarigen klaar te stomen voor zelfstandig wonen.

In 2012 fusioneerden 'Juna' en 'Minor-Ndako'. Minor Ndako is erkend door de Vlaamse Gemeenschap in het kader van de Integrale jeugdhulp. Deze vereniging werd in 2000 opgericht.
'Minor' staat voor 'minderjarige', 'ndako' is dan 'onderdak' of 'gezin'. Behalve de zorg voor minderjarigen hebben zij ook ook het geharmoniseerd samenleven van verschillende culturen als doel.

In 2014 werd er gestart met 'Minor Ndako Sport', en er kwamen een loopclub, een klimclub en een zaalvoetbalploeg voor de jongeren. 
Ook 'de tuin van De Serre', een project rond dagbesteding en herstelgericht werken, werd voor de eerste keer omgespit. 
In juni 2020 kwam de leefgroep trouwens ook in het nieuws door hun hulp bij het herschilderen van de 'Donkeysquare Hypecourt' op het Ezelspleintje.


Bronnen :

Het Nieuwsblad 13/7/2006
De Standaard 8/5/2000, interview van Isa Van Dorsselaer met Paul Nijs
dms.oost-vlaanderen
vrijwilligerswerk.be/organisaties-van-a-tot-z/minor-ndako
data-onderwijs.vlaanderen.be
De Volksstem 26/8/1930
Foto klooster 1980 via MadeInAalst 
Foto inhuldiging H.Hartbeeld via MadeInAalst
Foto 2 inhuldiging H. Hartbeeld via MadeInAalst
Foto speelplaats 1980 via MadeInAalst

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.