Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label muziekgroepen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label muziekgroepen. Alle posts tonen

vrijdag 7 april 2023

William Souffreau - Irish Coffee - The Voodoo

Irish Coffee was een Belgische (Aalsterse) rockband die werd opgericht in 1970. 
De leden kwamen oorspronkelijk van een andere band, 'The Voo Doo', maar gezien het hier ook gaat over William Souffreau, duiken we toch nog wat verder de geschiedenis in. 

William werd geboren op 14 april 1946 in Erembodegem (bij Aalst). 

Begin jaren zestig stortte hij zich in de muziekscene met de rock-'n-rollband The Blue Jets

In die tijd schreef William ook zijn eerste nummer, 'Feel so Lonely', dat later werd opgenomen op het album 'Shake It' (2002) door 'Blink It'. 

Rond 1963 speelde hij de pannen van het dak bij 'The Mings'. 

Zijn eerste eigen opnames dateren uit 1966, met 'The Four Rockets'. 
Tegen het einde van de jaren 60 werden The Four Rockets omgetoverd tot de meer psychedelische rockband 'Dementia Praecox'.


Toch was het allemaal blijkbaar niet wat hij echt zocht en de groep 'The Voodoo' werd in 1969 opgericht door Dirk Dierickx en Romain De Smet (uit Sandy & The Voodoos), Paul Lambert en Hugo Verhoye. 
Paul, Hugo en William kwamen toen uit de begeleidingsband van Rocco Granata, niet meteen het genre muziek dat we later van hen gewoon waren ...  

Ze repeteerden eerst in café Las Vegas in Aalst. 
Jef, de eigenaar van deze zaak was ook eigenaar van El Gringo, en ze konden al snel ook daar repeteren en optreden in het weekend. 
Eén week voor hun eerste optreden, hield Romain, de gitarist, het echter voor bekeken en besloot om de band te verlaten.  Lichte paniek dus, want het eerste optreden skippen, dat zou echt 'not done' zijn. 
Gelukkig was er Hugo die zich een goede gitarist herinnerde. Deze speelde bij 'Willy Palma & The Raja's'.  De 16-jarige Jean Van Der Schueren werd opgewacht aan school, en werd gevraagd of hij wou meespelen bij Voodoo. 
Enige voorwaarde was dat hij op een week tijd het repertoire van de groep zou onder de knie krijgen. 

Zo gezegd, zo gedaan ... Het repertoire bleek geen probleem en de groep gaf in de El Gringo een prachtig optreden.
Al vrij snel hadden ze een grote aanhang in de streek. 

Het repertoire was doorspekt met covers van diverse rock- en popgroepen. In het begin waren dat voornamelijk The Beatles, The Marmelade, Bee Gees, CCR, ... 
Later werd het repertoire wat zwaarder en gingen ze vooral richting The Kinks, The Who, The Free, Jimi Hendrix, Led Zeppelin, Deep Purple, .. Ook speelden ze soms vrij onbekende songs. 


We schrijven 30 augustus 1970.  In het linkse magazine 'Voor Allen' was al enkele weken een “grootse picknick, een reactie tegen luchtbevuiling” in het stadspark van Aalst aangekondigd. 
Er werd ook “een optreden van een underground groep” beloofd.  

De dag zelf werd in de pers als volgt beschreven : “Het begon op een mini-Woodstock te lijken. (…), dus dat beloofde heel wat kwestie van 'sfeer en gezelligheid'. 
Rond drie uur hadden zich reeds 500 mensen rond het podium geschaard voor het optreden van 'The Voodoo'.

Nog in datzelfde jaar traden ze in Erembodegem op samen met The Pebbles.  Die waren 'hot' omwille van de monsterhit '7 horses in the sky' en trokken ook steeds heel wat volk naar allerlei festivals en festiviteiten.  Ook toen dus.  
Het optreden van 'The Voodoo' sloeg aan en enkele Pebbles werden fan, waarna ze de groep ook eens gingen bekijken in Hekelgem. 
Wie er tijdens dat optreden ook bij was, was Louis de Vries (concertpromotor en manager van, onder andere, The Pebbles en Ferre Grignard ('Ring, ring'). Later werd deze man ook een bekend spelersmakelaar in de voetbalwereld.

Hij had meteen interesse in de groep en vroeg om een tweetal nummers te schrijven om op te nemen. 

William was naast een begenadigd muzikant in zijn jonge jaren ook al eens actief geweest als schrijver. Zo maakte hij al eens nummers voor zijn toenmalig bandje 'The Four Rockets'.
De uitdaging werd dus aanvaard en dus begon hij geen twee, geen drie, maar wel een viertal nummers te schrijven. 

Het werden prachtnummers. De keuze van de eerste single viel op 'Masterpiece'. Op de b-kant kwam 'The Show', met een tekst die geschreven werd op een riff van Jean Van der Schueren.


In die tijd luisterde William, samen met zijn broer, toen vaak naar heel andere muziek. We spreken hier over jazz en klassiek ... Misschien zal je het je niet zo snel voorstellen bij het vernoemen van William, maar heel vaak lag daar de muziek van Bach op de platenspeler, echt een meesterwerk ... en van daar naar de naam 'masterpiece' is natuurlijk maar een klein stapje. 

Het nummer ging over het verschil tussen rijkdom en armoede in deze wereld. Nu zoveel jaren later nog steeds heel actueel dus. Het zou zomaar terug in de top 3 terecht komen bij een nieuwe release, daar ben ik zeker van. 

Heel snel drong zich ook een naamsverandering op. 
Deze werd beslist tijdens een etentje van Louis de Vries met de uitgever van Parrot. 
De menukaart heeft toen de doorslag gegeven: ‘Irish Coffee – 5 dollar !’ 


'Irish Coffee
' was born!

Er werd meteen ook werk gemaakt van een elpee, en ook daarvoor bleek William de geknipte tekst- en muziekschrijver. 
De arrangementen van de nummers werden wel samen gemaakt tijdens de repetities, en dat heeft ooit wel eens gezorgd voor discussie. Zo werd geopperd om iedereen te vermelden, we praten hier immers over heel goeie muzikanten waarvan ieder zijn duit in het zakje deed, en dat was democratisch uiteraard de beste oplossing geweest, maar Sabam gooide hier roet in het eten ...

Over de naamsvermeldingen werd echter al gauw niet meer gesproken en men hield zich vooral bezig met de belangrijke dingen : de muziek.  

De single werd eerst in België uitgebracht op Triangle (wat een label was van het Franse Barclay) en in de Verenigde Staten op Parrot
In andere landen, ja er was inderdaad veel buitenlandse interesse, werd dat dan weer uitgebracht op andere labels. 
Het succes was enorm, zo enorm dat zelfs in Zuid-Amerika, op een verzamelelpee waar ook Jimi Hendrix op staat, de naam 'Irish Coffee' staat te pronken ...

Geniet mee met de mooie klanken van 'Masterpiece' : 



De elpee werd er eentje met nummers van hun eigen hand. De single was de doorbraak en men diende dus op dit elan verder te gaan om succesvol te blijven. 

Voor de elpee werd Willy De Bisschop ingelijfd als bassist. Aan de opnames met de muzikanten en de zang op een 8-track werd eigenlijk maar een paar dagen gewerkt. 
Zoals hierboven al vermeld werd, werden zowel de teksten als de muziek geschreven door William. De rest van de groep zorgde voor de schitterende arrangementen. 

Ook live was de groep echt wel fenomenaal te noemen.  Toendertijd kende men het woord 'festival' vooral in het Brusselse, en alle grote namen uit die tijd speelden er. 
Lagger Blues Machine, Daily Life, Jenghiz Kahn, Burning Plague, Carriage Company, Salix Alba en ook Irish Coffee. 
De – meestal Brusselse – bands kwamen bij velen echter nogal hautain over. 
Het werden al gauw ‘dikkenekken’ genoemd ... Toen kwam Irish Coffee, de 'Oilsjteneers', die zonder al te veel boe of ba eigenlijk iedereen met gemak naar huis speelden. 

De bekendste single "Masterpiece" was een hit in een aantal Europese landen en de groep werd officieus uitgeroepen tot de beste rockband van België. 
Leadzanger William Souffreau werd in de jaren 70 zelfs benoemd tot "beste zanger van België". 

De groep mocht op podia staan naast Golden Earring, Chicken Shack, Uriah Heep en ga zo maar verder. 

In 1973 verliet Jean de groep om zich verder te kunnen concentreren op zijn studie 'klassieke gitaar'.
 
De originele bezetting was als volgt
 
William Souffreau: zang, gitaar, bas 
Jean Van Der Schueren: leadgitaar tot 1973.
Willy De Bisschop: basgitaar 
Paul Lambert: hammondorgel (+ 1975)
Hugo Verhoye: drums 
Luc De Clus : gitaar op de 4e single
Raf Lenssens : drums op de 3e en 4e single
 
In de periode van 1973 tot 1975 runde William 'de Soef', ook het café 'Amber'. De hele Aalsterse muziekwereld kwam er. Hij keek hier zelf op terug als een 'zware periode'. Een cafébaas is immers meer dan een 'pintentapper'. 
Neen, je bent barman, buitenwipper, psycholoog, kuisvrouw, ... tegelijkertijd. En voor wat hem persoonlijk betrof, moest hij soms ook nog eens de job van 'jukebox' uitoefenen. 


Dat 'den Amber' een zware indruk heeft nagelaten bij de Aalstenaars mag duidelijk blijken uit hun eigen Facebook pagina en het feit dat er van tijd tot tijd eens een reünie gepland staat. 

Meer over 'den Amber' : HIER

Raf, Paul, Willy en Luc deden na hun 'Black Coffee'-uren nog wat backing vocals, onder andere bij zanger Wim De Craene. Toen ze in november 1974 terugkeerden van zo'n optreden werd hun camionette aangereden. Paul Lambert, die het hammondorgel bespeelde bij de groep, overleed. Raf werd zwaargewond. 

De overige leden zagen het in eerste instantie niet meer zitten om verder te gaan en gingen hun eigen weg ...  De ziel was eruit ... het was gedaan met Irish Coffee. 
William schreef nog het prachtige nummer 'I had a friend' voor Paul ... een heel mooi nummer dat het geheel zowat samenvat ... 'I had a friend, we had a band ...'


Enkele jaren later kwamen Willy, Tony, Raf en William terug samen en besloten om een nieuwe groep op te richten. Dat werd 'Joystick', die echter niet lang heeft bestaan. 


De groep bestond uit een funky gezelschap hoornblazers en topmuzikanten zoals William zelf (natuurlijk), Tony Boast (gitaar), Willy De Bisschop (bas) en Raf Lenssens (drums)
Er werd gezorgd voor een mooie prestatie door het voorprogramma van Motörhead te verzorgen in zaal Okapi. Dat gebeurde op 20 maart 1980.

Er waren grootse plannen, en er werden veel demo's gemaakt, maar 'Joystick' scoorde niet. 

De groep werd ontbonden, en William ging verder met de covergroep 'Oh Boy'. 
Zij hadden een geweldige livereputatie en trokken massa's volk naar hun optredens. 

Leden waren : 

William Souffreau (gitaar en zang), Luc De Clus (gitaar), Rene Diependaele (keys), Willy De Bisschop (bas) en Hugo Verhoye en Raf Lenssens (drums)

Groepen verdwenen maar William bleef steeds heel actief in het muziekwereldje. In 1990 ging hij solo als singer-songwriter en was vooral op pad met zijn akoestische gitaar. 

Een knap staaltje muziek bracht hij in 1991, toen hij in 'de Zevende dag' een mooie versie van 'My town' ten gehore bracht, samen met Franky Du Mongh.  Geniet even mee ... 


In 1992 verschijnt de cd 'Little Man'. Little Alison uit het mooie liedje is inmiddels uitgegroeid van 'de dochter van' naar een volwassen kunstenares én verantwoordelijk voor, onder andere, het artwork van de cd’s When The Owl Cries, Tobacco Fields en Heaven. 

Tot op de dag van vandaag bracht hij meer dan tien albums uit en hij werkte samen met vele grote muzikanten, zoals Dave Peabody, Michael Chapman, Philip Catherine, Jo Bogaert en Jan De Wilde. Hij speelde op grote podia en deed voorprogramma's van The Kinks en 10cc.

Eind jaren negentig pakte William zijn rock-'n-roll-jaren weer op en richtte hij de rockabillyband Blink It op. Zij brachten twee swingende albums uit - 'Rock Billy Boogie, 2000' en 'Shake it, 2003' - die heel lovende kritieken kregen.


De samenstelling : William (gitaar en zang), Luc De Clus (gitaar), Filip De Braekeleer (bas) en Hugo Verhoye (drums en zang). Dit kwartet werd nog aangevuld door 'The Mighty Blue Cloud Horn Section' ('Rock Billy Boogie') en Ronny Verbiest (akkordeon), Patrick Mortier (trompet), Pietro Lacirignola (sax) + Jan De Bakker (trombone) op 'Shake it'.

In 2002 kwam er opnieuw een 'Irish Coffee', ditmaal met een 'II' erbij 


Zij maakten in 2004 een nieuw album en stelden dit in 2005 onder andere voor tijdens een grote liveshow in Bonn- Duitsland. Het resultaat werd ook een live album 'Irish Coffee at Rockpalast 21.12.2005' dat werd uitgebracht in 2008.
 
Bezetting 2002-2005
 
William Souffreau: zang, gitaar
Luc De Clus: leadgitaar
Hugo Verhoye/Stef Vanstraelen: drums
Franky Cooreman: bass
Stany Van Veer/Chris Taerwe: orgel
 
Ook deze bezetting hield het echter voor bekeken. 
William had echter al gezorgd dat er geen 'zwart gat' kwam, en had in 2004 al een nieuwe rock'n roll band, The Cochrans, opgericht. 


Het waren William zelf, Rik Vermeir (Bas) en Kris van der Cammen (drums) die prachtige versies speelden van songs van vooral Eddie Cochran en andere jaren 50-helden.

In 2007 werd het originele album van Irish Coffee voor maar liefst 000 euro verkocht op eBay en in 2008 bracht de groep nog een livealbum uit, Live Rockpalast - Harmonie Bonn - 21.12.2005
Het grote succes bleef trouwens niet in onze buurlanden, neen, de groep kende ook een grote bekendheid in bijvoorbeeld Korea.

Intussen werden ook enkele samples uit nummers van Irish Coffee 'gebruikt' ('gepikt', 'geleend') door andere artiesten. 

Zo zijn de noten van 'When Winter Comes' duidelijk te horen in 'Kill You' van Pounds feat. Conway the Machine and I.am.Trustarr.
 
Een andere sample is afkomstig uit 'A day like today' (een nummer dat werd geïnspireerd op de Vietnamoorlog die toen woedde).  Dit werd gebruikt door de Italiaanse rapper Kaos One in zijn nummer 'Algoritmi'. 

In 2008 nam William een album op met The Moonlovers


De artiesten William, Jan Blieck (gitaar), Dieter De Mits (bas) en Gino Campenaerts (drums) zorgden ervoor dat ook 'William Souffreau & The moonlovers' een groot succes werd. 

Ook speelde hij vaak als duo samen met Kloot per W. in 'Old School' en ook dat klikte enorm goed.  William deed dingen die hij anders waarschijnlijk nooit zou gedaan hebben. 


Zo bijvoorbeeld speelde hij ooit op elektronische beats ... Voor William een hele prestatie, want hij beschouwde die jaren 80-toontjes als 'regelrechte brol'.

Synthesisers en Vocoders?  Niet voor William, die zweerde bij échte gitaren en échte drums. 

Ook bij zijn rock 'n roll band 'The rockabilly Rhythm Revue', maakte hij rond 2010 samen met Eric Le Clerq (bas) en Kris Van der Cammen (drums) het mooie weer op de Belgische podia. 


De 'Irish coffee'-stop duurde tot 2012, maar gezien het bij William toch bleef kriebelen, kwam er toch alweer een nieuwe bezetting. Als 3-piece band, en onder de naam 'Irish Coffee III' brachten ze in 2013 een nieuw album uit: "Revisited".


De songs werden nog steeds allemaal geschreven door William. Voor het nummer 'Got some love' worden de credits gedeeld met Tony Boast.
Peter Bauwens (orgel op 'gimme a sign') en Ronald Vanhuffel (gitaar op 'no good for nothing') komen voor als gastmuzikanten. 

Dat het bleef kriebelen, mag blijken uit het feit dat het volgende album ook al op de planken lag in 2015
Dat werd 'When the owl cries' met Jan Oelbrandt (lapsteel) en Luc Crabbe (backing vocals) als gastmuzikanten. Ook hier ... all credits naar William, behalve 'I gotta move' (Ray Davies), 'I'm alive' (William + Jean Van Der Schueren) en 'I hate war' (William met teksten van een speech van Franklin D.Roosevelt).



Bezetting 2012-2016
 
William Souffreau: Zang & Leadgitaar (+ 7/4/2023)
Franky Cooreman: Bass
Kris Van der Cammen: Drums
 
In 2016 vierde William zijn 70ste verjaardag en dat werd gevierd in De Brug op 16 april. 
Daar werd onder andere deze prachtige 'whole lotta love'-medley gebracht ... Ambiance verzekerd!



In 2017 bracht William zijn solo-album 'Tobacco Fields' uit en bracht voor de gelegenheid ook nog een nieuwe samenstelling van de groep op het podium. 

Irish Coffee IV ... naar later zou blijken zou dit echt wel de laatste versie worden van deze heel succesvolle groep. 

'Tobacco Fields' werd een autobiografische plaat en William kijkt daarop terug naar zijn jeugd en de omgeving waar hij opgegroeide.
Hij ging in Aalst naar ’t Atheneum en veel van de nummers verwijzen dan ook naar 'onze keizerlijke stee'. 
Tobacco Fields gaat over zijn eerste herinneringen aan Terjoden en aan zijn grootvader Felix, die een kleine boer was en toebak kweekte op de gronden waar nu het industriepark van Erembodegem is. Daar waren immers ook de speelterreinen: 'het bos van De Vis' en 'de Wellemeersen' bijvoorbeeld. 
Het is ook aan die kant van de autostrade dat hij met zijn eerste groepje is begonnen The Blue Jets. 

In een ander nummer heeft hij het over 'Ravachol', een Frans anarchist 1859 – 1892. De link naar Aalst is echter ook niet ver te zoeken.  Zoek het maar eens op in den Oilsjtersen diksjoneir. (‘betekenis : 1. bandiet, geweldenaar 2. deugniet, kapoen’ uitg. 1988).

En natuurlijk mag het originele repetitiekot in 'El Gringo' niet vergeten worden ... 


In 2020 maakte de vierde bezetting van Irish Coffee nog een prachtplaat, 'Heaven'

Op 8 januari  2021 was de single Masterpiece / The Show van Irish Coffee jarig.  Exact 50 jaar eerder werd het liedje voorgesteld in een pand op de Grote Markt in Brussel. Enkele maanden later werd de debuut-lp gereleaset en werd het een bescheiden hit in enkele Europese landen. 

Vandaag de dag zijn zowel de single als de elpee Belpop-klassiekers. De langspeler wordt daarenboven trouwens beschouwd als de eerste Belgische hardrockplaat.  Deze is meteen ook het duurste Belgische collectors item en kan dus een aardig centje opleveren. Volgens Discogs is de vraagprijs momenteel al opgelopen tot 1500 €.

Het blijft dan ook een meesterwerk van de Belgische rock, volgens velen klonk het zelfs 'buitenlands', maar geniet U vooral zelf mee van dit prachtige nummer. Het woord 'hardrock' werd toendertijd nog niet gebruikt. Eigenlijk was het enkel Zaki, de bekende DJ-presentator, die het fenomeen 'hardrock' kende en benoemde.  

William Souffreau was tot op het einde van zijn dagen ook nog steeds actief als soloartiest en bracht ondertussen al meer dan 10 albums uit.


Op vrijdag 7 april 2023 kwam echter het nieuws dat William niet meer onder ons was. 
Hij overleed 
 
De laatste samenstelling van 'Irish Coffee' was : 

William Souffreau (zang en gitaar)
Frank Van Laethem (gitaar en backing vocals)
Johan Ancaert (lead gitaar)
Erik Goetvinck (bas)
Bruno Beekmans (drums en zang)


Dat William een heel graag geziene figuur was in het Aalsterse mag onder andere blijken uit de vele steunbetuigingen die op social media de ronde doen na het nieuws van zijn overlijden ... 
 
Alweer een Aalsters icoon verdwenen ... Gelukkig kunnen we nog nagenieten van de mooie muziek die hij ons heeft achtergelaten ... RIP William ... 

Bronnen :

Interview William voor Belpop
De Voorpost 28/02/1975
Wikipedia
belgianmetalhistory.be/html/bands/irish/irish.html
Clip 'Masterpiece' via Camiel Delclef - Youtube
Clip 'I had a friend' via Camiel Delclef - Youtube

donderdag 24 maart 2022

Natural Born Deejays

Dirk T'Seyen (14 december 1962 – 4 mei 2015) was een Aalsters deejay en producer, die zijn succesvolle carrière startte met enkele optredens als deejay in zijn jeugd. 
In 1996 richtte hij met drie vrienden ‘Natural Born Deejays’ op. 

En met succes.
Samen met Gert Van Laethem, Dimitri Lambrecht, Tom Simoen maakte Dirk T'Seyen eind jaren '90 furore in binnen- en buitenland met enkele hits in het trance-genre.


In 1997 scoorde het deejaycollectief een gigahit met ‘A Good Day’. 

Radiomaker en huidig Q-dj Sven Ornelis geloofde in hen en zorgde er mee voor dat de single én de groep in één klap wereldberoemd werden in Vlaanderen en daarbuiren. 

Eigenlijk was het helemaal niet de bedoeling dat ze met vier op het podium zouden staan. Ze hadden net samen het nummer afgewerkt en de bedoeling was dat de song uit zou komen als solosingle van Dirk (‘TC’). Hij kon deze goed gebruiken in z’n dj-sets. 

De eigenaar van een Franse discotheek, die gek was van het nummer, drong er sterk op aan dat ze het nummer ook live zouden spelen. Ze hebben dus alle vier hun studio’s leeggehaald en snel een live act in elkaar gebokst. 
En … Het was er meteen boenk op! 
De week nadien hadden ze maar liefst vijftien optredens!

Ook de film ‘Flatliners’ kwam opnieuw in de belangstelling dankzij de samples van enkele dialogen die gebruikt worden in ‘A Good Day’.
Geniet even mee ...


De eerste en enige full cd van de Natural Born Deejays bestaat volledig uit grote hits en geweldige nummers. Naast ‘A Good Day’ werden ook ‘Sonar Contact’, ‘Deejays Mind’, ‘Oxygen’ en ‘Airplay’ immers immens grote successen. 

Het viertal stopte er even mee in 2004 om elk hun eigen weg te gaan, maar in 2008 pikten ze de draad weer op en brachten een nieuwe versie van het nummer op de markt. Deze heette ‘Another good day’. 

Het jaar daarop betekende heel veel voor de groep. Ze mochten toen een live-set spelen op Tomorrowland. Een set die heel gesmaakt werd door het publiek. 

Eventjes een korte bio van Dimitri, Tom, Gert en Dirk.

- Dimitri Lambrecht (°9 april 1967) was onder andere lid van ‘Dance Designers’, ‘Dynamite’, ‘Forward & Rewind’, ‘G.N.D’., ‘Hairspray’, ‘Illusion’, ‘K-Voice’, ‘Kickback’, ‘Lunatic Asylum’, ‘Masterbeats’, ‘Megabyte’, ‘Natural Born Deejays’, ‘PLB System’, ‘The Q-Pit’ en ‘X’. 
Hij schreef onder andere ‘For fun’, ‘Jump’, ‘Airplay’ en ‘The Deejays are here’.
 
- Tom Simoen, aka Side A was actief in onder andere ‘Beat Empire’, ‘Dance Designers’, ‘Double C’., ‘Dynamite’, ‘G.N.D.’, ‘Hairspray’, ‘Illusion’, ‘K-Voice’, ‘Lunatic Asylum’, ‘Masterbeats’, ‘Megabyte’, ‘Natural Born Deejays’, ‘The Q-Pit’ en ‘X’, heel gelijk lopend dus met Dimitri. 

- Gert Van Laethem schreef onder meer muziek en tekst van volgende nummers voor Natural Born Deejays : Airplay
Aquadance, Breathe, Deejays' Mind, King Of Atlantis, More Salad (In The Bumper Show), Oxygen, 
Push It, Sonar Contact en The Deejays Are Here
Voor F.H.G. feat. Deezee schreef hij Say my name.

- En dan Dirk T’Seyen

Tussen 1977 en 1983 was hij dj 'TC' in de lokale clubs van Aalst. Midden jaren ‘80 maakte hij naam in dancings als 'the 55', 'the Carrera' en het Dendermondse 'Ckomilfoo'. Dj George was toen zijn kompaan achter de draaitafel. Hij was ook een tijd verbonden aan dancing Cherry Moon.


En in 1996 werd hij bekend met Natural Born Deejays en bleek hij een ‘fenomeen’ te zijn.

"Hij leefde aan 280 kilometer per uur” vertelde Gert later in een interview. “Toen we met Natural Born Deejays begonnen had hij al een heel leven achter zich. 
Wanneer hij zijn verhalendoos over zijn belevenissen uit de jaren ‘80 opentrok, dan luisterden de mensen. 
En overal waar we binnenkwamen kende hij wel iemand en maakte je iets mee. 
Dirk was een vrolijke gast, een beetje een 'maft' maar in de positieve zin. 
In de kern was hij een doodbrave gast, maar hij heeft enkele foute keuzes gemaakt. Er was een donker kantje aan Dirk

En dat donker kantje zou fataal aflopen. 

De groep stond in 2009 nog op het ‘I love the 90’s’-podium van Tomorrowland maar Dirk sukkelde al een tijdje met serieuze medische problemen omwille van druggebruik en financiële zorgen. 
Enkele jaren later zag hij het zelfs niet meer zitten om nog mee te gaan naar een reünie van ‘zijn’ groep in de Ethias Arena. Zijn gezondheid liet het niet meer toe. 

We spreken nu over april 2015. Gert maakte toen een geslaagde comeback met Natural Born Deejays op de ‘I Love the 90’s party’ in de Ethias Arena in Hasselt. 

Een medley met hun grootste hits 'Deejays Mind', 'Airplay', 'Oxygen' en natuurlijk 'A Good Day' mocht de muzikale nacht afsluiten. Gert vond het een grote eer dat de groep gevraagd was. 
'I love the 90's' is immers één van de grootste evenementen voor muziek uit de jaren '90 en de line up dit jaar was zeer goed, zoals jullie kunnen zien op de affiche.


Een fantastisch succes dus (men sprak zelfs van ‘de stunt van de eeuw’), en het smaakte naar meer. 

Maar … zonder Dirk. 

Dirk leefde volgens Gert aan een ongelofelijke snelheid’ en het was mede door ‘zijn duister kantje’ dat het contact de laatste jaren wat verwaterd was. Hij was ook veel te fier en te stoer om toe te geven dat het niet goed ging met hem.

De Dirk was zeker niet meer de Dirk uit de topperiode die de studio binnenkwam en dan een stroom van goeie ideeën losliet. In zijn tijd was hij een van de absolute top-dj's van België, maar het ging bergaf …

Tot hij door een huisgenoot dood aangetroffen werd in hun woning. 
Hij stapte uit het leven op 52 jarige leeftijd. 
Dirk had twee zonen.

De muziekwereld reageerde verslagen op zijn dood, hoewel deze niet helemaal als een verrassing gekomen was voor hen die hem door en door kenden. 
 
De uitvaart vond plaats op woensdag 13 mei 2015 om 10.30 uur in de Capucijnenkerk (Capucienenlaan) in Aalst. Nadien werd Dirk volgens zijn eigen wens uitgestrooid op het stedelijk kerkhof van Aalst.

2021 : Het kwartet werd intussen teruggebracht naar een duo. Tom zocht andere oorden op en TC is overleden. 
Afgeslankt dus, maar met zeker evenveel goesting staan Dimitri en Gert nog steeds achter de draaitafels. 


Tijdens de ‘I Love the 90s – The party’-livestream brachten ze er tijdens hun live set een mash-up van eigen nummers en favoriete nineties songs. 
Ze willen echter niet blijven teruggrijpen naar het verleden, maar iets nieuws brengen. 

Het duo denkt dus ook na over het uitbrengen van nieuwe muziek. Mede dankzij ‘I Love the 90s’ want daar hebben ze ontdekt hoe fijn de samenwerking nog steeds verloopt. 

Dat de groep het zelfs nu nog meer dan goed doet, bewijst ook de uitslag van de ‘Top 053’.
Dat is een top, met enkel Aalsterse artiesten, die wordt samengesteld door de stemmende luisteraars.

Deze Top 053 werd voor het eerst gemaakt in 2021 en toen was het ‘Pump up the jam’, dat andere dancenummer met Aalsterse roots, dat met de pluimen mocht gaan lopen. 

Dit jaar beslisten meer dan 2000 stemmers dat ‘A good day’ de eer verdiende om deze lijst aan te voeren. 

De top 10 van 2022

1. Natural Born Deejays - A Good Day
2. Technotronic - Pump Up The Jam
3. Jan De Wilde - Eerste Sneeuw
4. Irish Coffee - Masterpiece
5. VVYNN - Home
6. Intergalactic Lovers - Delay
7. Jan De Wilde - De Fanfare van Honger en Dorst
8. Garçons Débilles - Waddes Succes
9. John Woolley - Ruby Baby
10. Motek - Tryer

Naast deze prachtschijf mogen we zeker ook 'DJ's mind' en 'Oxygen' niet vergeten, twee fantastische nummers in hun genre. 

Deejay's Mind


Oxygen


Het zal dus waarschijnlijk (en hopelijk) niet het laatste zijn wat we van deze groep gehoord hebben. 


Bronnen

HLN 14/04/2015 - 05/05/2015 
Het Nieuwsblad 05/05/2015
Goeiedag.be 05/05/2015
Muziekarchief.be
belg.be/43029
ccdewerf.be
Youtube voor de clips
Frontview-magazine.be
Last.fm 

donderdag 14 oktober 2021

ZEH Kanunnik Michaël Ghijs - Schola Cantorum Cantate Domino

Z.E.H.  Kanunnik Michaël Ghijs werd geboren te Gent op 8 oktober 1933 en overleed in Aalst op 21 februari 2008. 


Hij werd bekend doordat hij maar liefst 45 jaar lang koorleider was van de ‘Schola Cantorum Cantate Domino’ van het Sint-Maartensinstituut in Aalst.

Een ‘schola cantorum’ was in de middeleeuwen het pauselijke zangkoor in de Rooms-Katholieke Kerk.
Het eerste koor met deze naam werd vermoedelijk opgericht in het jaar 334 door Paus Silvester I. 
Na negen jaar kwam er een einde aan dit koor en werden de taken overgenomen door de cantor. Pas in 590 werd de Schola heropgericht. 
Paus Gregorius I koos jongens en mannen met de beste stemmen uit voor zijn koor. Ook dit koor bestond negen jaar.

De zangcultuur in Rome sprak al gauw ook elders tot de verbeelding. Zo haalde keizer Karel de Grote wel eens een zanger uit Rome en door heel Europa werden sedertdien koren opgericht die vooral gregoriaanse muziek ten gehore brachten.

Van Rome naar Aalst nu.

Kort na zijn priesterwijding, op 23 mei 1959, werd Ghijs leerkracht godsdienst aan het Sint-Maarteninstituut (‘’t Klein College") te Aalst. Hij was een ietwat strenge maar toch heel graag geziene leraar en bleef dit doen tot aan zijn pensionering.


In 1960 stichtte hij een schoolkoor met leerlingen van het college, dat zou uitgroeien tot het ondertussen wereldberoemde knapenkoor ‘Schola Cantorum Cantate Domino’. 

Onder zijn leiding groeide het koor uit tot één van de betere koren in Europa en draagt het bovendien bij aan een positief imago van Aalst.
Het koor gaf ondertussen al voorstellingen in vele Europese steden maar ook in de Verenigde Staten, Egypte, India en Rusland kent men onze Aalsterse zangtalenten.

Er werden doorheen de jaren verschillende producties gemaakt onder dirigenten zoals Claudio Abbado, Pierre Bartholomée en Philippe Herreweghe. 

Ghijs was met de Schola Cantorum Cantate Domino ook verscheidene malen te gast in het Vaticaan, waar ze steeds in audiëntie werden ontvangen door paus Johannes Paulus II.

Vanaf 23 oktober 1993 was Ghijs zondagsmedepastoor van de Heilig Hartparochie in Aalst en van 1993 tot 1999 was hij ook dirigent van de Schola Cantorum van de Sint-Baafskathedraal in Gent (een schola cantorum die werd opgericht in 1928). Tegenwoordig treden zij op als gemengd volwassenenkoor en staan ze onder leiding van Filip Martens.

Tijdens de periode 1994 tot en met 1997 mochten Z.E.H. Ghijs en het koor de titel ’Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen’ dragen, een titel die werd toegekend door de Vlaamse Regering.
Bovendien werd het koor ook nog gelauwerd als cultureel ambassadeur van Europa wegens zijn dagelijkse culturele missie.

Dé grote verdienste van Ghijs was immers dat hij gedurende 48 jaar onophoudelijk jongeren van uiteenlopende afkomst in contact heeft gebracht met klassieke muziek. 
Laten we trouwens ook niet vergeten dat hij hiervoor geen enkele financiële vergoeding ontving.

Vele van zijn zangers bouwden na hun tienerjaren ook een professionele carrière uit in de wereld van de muziek.
Om er eentje te noemen : toen Jan De Wilde daar school liep, maakte ook hij deel uit van het koor (dat toen wel nog niet Cantate Domino heette).

Voor zijn verdiensten ontving Ghijs in 2002 van de bisschop van Gent de eretitel ‘Kanunnik van de Sint-Baafskathedraal’. 

Op 26 januari 2004 besliste de gemeenteraad hem ook het ereburgerschap van Aalst toe te kennen wegens zijn talrijke verdiensten. Dat dit wel degelijk een grote eer is, mag duidelijk blijken uit zijn mede-ereburgers Dirk Martens, Adolf Daens, Valerius De Saedeleer, Louis Paul Boon, en ga zo maar door …

In 2005 ontving hij de onderscheiding van Commandeur in de Leopoldsorde. 


Michaël Ghijs was tevens erelid van Rotary Club Aalst NO.

Op de avond van 21 februari 2008 verliest hij op 74-jarige leeftijd het oneerlijke gevecht tegen kanker. 
Hij overlijdt nog vrij plots in het O.L.Vrouwziekenhuis te Aalst en de verslagenheid in en rond onze streek is enorm. Eén van onze geliefde stadsgenoten was niet meer …

Op 1 maart 2008 vond in een bomvolle Sint-Martinuskerk zijn begrafenis plaats, omkaderd door het ingetogen koorgezang… voor de laatste keer … van “zijn jongens”. 

De eredienst werd voorgegaan door de bisschop van Gent Luc Van Looy. Onder de priesters die de viering mee celebreerden was ook de broer van de overledene, Jozef Ghijs. Onder de prominente aanwezigen bevond zich onder andere de pauselijke nuntius in België.
Ook het koninklijk huis was vertegenwoordigd en dit door de kabinetschef van de koning, Jacques Van Ypersele de Strihou. 

Begraafplaats : Aalst-Centrum
Rij 19 rechts - grafnummer 47

De dood van Michaël wou niet zeggen dat het koor er ook mee ophield. 


Neen, enkele maanden na zijn dood wordt de leiding van het koor toevertrouwd aan de jonge David De Geest.

David mocht het koor dirigeren in Nederland, Frankrijk, Duitsland, Bulgarije, Portugal, Mexico, Italië, het Vaticaan (audiëntie paus emeritus Benedictus XVI), Japan en Zuid-Korea. 

In België dirigeerde hij in BOZAR in het kader van europalia.china, en ook hij mocht meermaals voor de Koninklijke Familie optreden. 
Dat gebeurde onder andere in de Brusselse Kathedraal naar aanleiding van het 20-jarig overlijden van koning Boudewijn, en in het Koninklijk Kasteel van Ciergnon ter gelegenheid van de doopplechtigheid van prinses Eléonore. Ook de Eerste Communieviering van prinses Laetitia werd opgeluisterd door onze Aalsterse zangers.

Op 23 februari 2015 diende De Geest zijn ontslag. Hij stond gedurende 7 jaar aan de leiding van het koor.

David werd opgevolgd door Andries De Winter (°Dendermonde, 1978).

Andries werd op 10-jarige leeftijd lid van Cantate Domino waar hij de liefde voor koorzang, net zoals zo vele anderen, meekreeg van toenmalig dirigent en inspirator Kanunnik Michaël Ghijs. 
Hij leerde het religieuze en profane repertoire kennen van componisten uit alle tijdperken van de klassieke muziek en aan de academies van Denderhoutem, Meerbeke en Ninove volgde hij onder meer notenleer, trompet, piano, muziekgeschiedenis en algemene muziektheorie.

In 2000 behaalde hij het diploma van licentiaat in de Godsdienstwetenschappen aan de KULeuven. Tijdens zijn studies legde hij zich bij het vocaal ensemble Thamyris, o.l.v. Stratton Bull, toe op de studie van renaissance koormuziek waardoor zijn interesse voor oude muziek nog groter werd.

In september 2000 ging hij op zijn oude school aan de slag als godsdienstleraar, eerst in het TSO en nadien ook in het ASO.

Als oud-zanger van Cantate Domino en leraar aan het college bleef hij lange tijd actief bij het begeleiden van repetities en het ondersteunen van het koor waar nodig.
In januari 2011 werd hij dirigent van het Ninoofse amateurgezelschap Fenikskoor en samen met deze enthousiaste groep werden tal van concerten en projecten op poten gezet, met meer dan bevredigend resultaat.

Sinds het voorjaar van 2015 dirigeert hij Cantate Domino.

Gesteund door de zangers, oud-zangers en de hele structuur rond het koor, gaat hij terug naar de kern van het samen zingen, volledig in de geest van de stichter-bezieler Kanunnik Michaël Ghijs. De interesse voor koorzang, religieuze muziek en het plezier dat er aan te beleven valt doorgeven aan nieuwe generaties jongeren, blijft immers de hoofdbekommernis van Cantate Domino.

In 2020, ter gelegenheid van het 60 jarig bestaan van ‘Cantate Domino’ werd tijdens de carnavalsstoet hulde gebracht door de groep ‘Eirg’, iets wat ze trouwens met verve en overtuiging deden. 


800 knapen, 1.800 concerten, 45 landen … ode aan hen die onze stad zeker op de wereldkaart hebben gezet!


De voorbije zestig jaar brachten ze inderdaad meer dan 1.800 concerten in minstens 45 landen. De verjaardag van het koor werd gevierd met een groots jubelconcert op 3 mei. Het koor telt momenteel een 40-tal leden.

Naar jaarlijkse gewoonte luistert Cantate Domino nog steeds een mis op ter nagedachtenis van stichter Kanunnik Z.E.H. Michaël Ghijs 

Hier nog een afbeelding van de betreurde dirigent, zoals hij te zien was tijdens de stoet van 2020. 





Bronnen

cantadedomino.com
De Standaard 03/03/2008
persregiodender.be 14/05/2018
eigen info (SMI-TIS)

vrijdag 11 september 2020

Het Stemmingstrio


Het stemmingstrio bestond uit Johnny Marcoen, Johny De Mol en Jacky D'Herde.



Johnny Marcoen (26/10/1940) zal jammer genoeg de geschiedenis ingaan als de man voor wie het vier keer niet lukte om prins van Aalst te worden.
Hiermee mag hij zich gerust de ‘Keizer van de verliezers’ noemen.
Wel altijd verloren op gebied van het prinsschap, maar Johnny is natuurlijk wel een monument in de carnavalswereld.
Zijn grootste hits, die iedereen nog wel kan meebrullen, waren / zijn ‘E plosjken van ’t alverdroi donker’ en ‘Johnny zoi ze’. In 2010 hebben vader en zoon (Bart) Marcoen een nieuwe carnavalssingle. Clark van Mere schreef voor hen 'vraken, a maneken es hier'

Jacky D’Herde (°1945 - 25/3/1983) was in 1972 lang de enige kandidaat Prins Carnaval. Ook Johnny Marcoen stelde zich uiteindelijk nog kandidaat. 
Jackie won maar drong erop aan dat Johnny hem tijdens zijn prinsenjaar overal zou vergezellen. De twee doorkruisten het ganse land en Jackie beloofde reeds om Johnny ten volle steunen mocht hij zich nog eens kandidaat stellen. Lang moest hij daar niet op wachten want dat gebeurde al het jaar daarop, in 1973.
Jacky ging met 'den ajuinendans' naar de verkiezing van de 'carnavalsplaat', een coproductie van VARA en BRT. Jacky eindigde op de zevende plaats, maar wat belangrijker is, rechtstreeks hieruit vloeide het idee voort tot oprichting van het Stemmingstrio.
Jacky was naast 'voorzitter van de marktcommissie', 'lid van het stedelijk Feestcomité', uitbater van café ''t Pompierke en zaal Madelon.

Johny de Mol (27/9/1942-30/8/2006) was twee maal kandidaat prins carnaval, in 1960 en in 1971, maar jammer genoeg haalde hij nooit deze titel.
Hij werd, als Kamiel Plezant, vooral bekend door het liedje ‘Iendracht veroit’, dat uitgroeide tot hét gekendste clublied van ‘onzen Iendracht’. Dat stond op zijn eerste plaat die uitkwam in 1972.
Op dezelfde plaat stond onder andere ook nog ‘Oilsjt, g’etj men hert gestoelen’, een lied dat tegelijkertijd ook door Kamiel Sergant op plaat werd gezet.
Zijn tweede plaat bracht hij uit in 1973 en daarop stonden drie liedjes : ‘Ajuinenkwartier’, ‘Karnaval’ en ‘Wa zegge ze van Oilsjt’. De twee laatste liedjes werden ook door Kamiel Sergant uitgebracht.
Dat zowel Kamiel Sergant als Kamiel Plezant dezelfde liedjes uitbrachten, lag eigenlijk in het feit dat de platenwinkels Kieckens (Zoutstraat) nogal zwaar aan het concurreren was met Van Nuffel (Moorselbaan).

Op de terugweg van een zangwedstrijd in Nederland  smeedden Jackie en Johnny plannen om een muzikaal duo te vormen. In hun zoektocht naar muzikale omkadering ontmoetten ze Johny De Mol, die in Aalst reeds bekend was als Kamiel Plezant en ... ‘Het Stemmingstrio’ was een feit.

Aan tekstschrijvers was er in die tijd trouwens geen gebrek. Zo was er bijvoorbeeld Clark van Mere, maar ook Jean-Paul (De Boitselier) die zijn kunnen reeds lang bewezen had, en die naast enkele teksten trouwens ook voor de doopnaam van het trio zorgde

Op 31/5/1973 gaven ze hun eerste ‘concert’ in het Volkshuis, toen nog op de 'Veirkemert'.
Het honorarium bedroeg 'as men ons mor een pintj kennen koeipen' en het werd een geweldig succes.
In het casino van  Middelkerke, waar ze later ook op de planken stonden, werden ze zelfs tot vijf keer teruggeroepen. 

Optreden was trouwens niet het enige belangrijke. Achter de schermen bleef Antoine Baetens druk doende. Hij wou absoluut platen verkopen met dit trio, en dat zou ook gebeuren.
Op een nacht werd Johny uit zijn bed gebeld met de heuglijke melding dat ze de volgende dag een opname zouden gaan doen in de studio van Johny Hoes in Nederland.
Daar aangekomen bleek dat men eigenlijk verwacht had dat de artiesten in het bezit zouden zijn van muzikanten, muziekinstrumenten, partituren, teksten, …  maar neen, … ze hadden enkel hun stemgeluid meegebracht.
Er was zelfs nog niet nagedacht over welk lied ze zouden laten persen …

Na veel wikken en wegen en heel veel onderhandelingen in verband met het materiaal was het dan eindelijk zo ver. Ze verbonden zich voor een opname van 'Snoepie Snoepie' voor tenminste 500 platen en ze kregen een bandje mee naar huis met de muziek.
Ze konden dus beginnen oefenen … dringend … heel dringend … want reeds twee dagen later zouden de opnames plaatsvinden. 

Na een 'Allez jonges, we zullen het eens proberen hé' werd hen een micro onder de neus geduwd. Na de eerste poging krijgen ze een 'ok' van de opnameleider ... 'van den ieste kier' direkt op plaat? 
Ja hoor, het was zo. Ze konden het bijna niet geloven, zeker als je weet dat Johny bijvoorbeeld voor de opname van zijn eerste plaatje maar liefst 5 uur nodig had. 


Ze kregen zelfs een televisieoptreden in het tv-programma “binnen en buiten” op de toenmalige BRT. Voor dat optreden in 1974 werd trouwens een hele supportersbus ingezet. Hoe Antoine het geregeld had wisten ze niet, maar het was wel waarheid. 
Antoine wou trouwens nog meer nieuwe liedjes en kreeg het schitterende idee om 'liekes oit d'aa doeis' te gaan brengen. 
Alle oude straatliedjes die konden gevonden worden, werden bij mekaar gelegd en de mannen van 't orkest maakten hiervan een soort potpourri : 'd'hoeige vesten'. 

In dit lied gaat het, naast vele andere Aalsterse onderwerpen, onder andere ook over Domien en zijn vrouw, beter gekend als ‘den Oeleschoiter en Angelique’.

Over dit duo (ook al muzikanten) is HIER meer te lezen.

Met de tekst en muziek in handen trok men naar de studio's van Sylvain Tack in Buizingen. De opnames daar duurden maar liefst 7 uur, maar ze waren niet heel tevreden met het resultaat, hoewel het wel een groot succes werd.

Het stemmingstrio stond altijd garant voor leuke ambiance muziek voor jong en oud. Ze traden vooral op in tehuizen, voor bejaarden en gehandicapten, de Aalsterse avond, de prinsenverkiezingen en allerhande andere carnavalsfeesten.
Op een bepaald ogenblik hadden ze zelfs bijna elk weekend een optreden.
Hier zijn ze te zien op een foto uit 1974 in gezelschap van accordeoniste Godelieve.


Op vrijdag 4 oktober 1974 ging in de Zaal Madelon op de Grote Markt hun eerste fanbal door. 
Naast het Stemmingstrio zelf, traden nog meer op : John Horton, Marc Dorian, Francy Vany, Rudy Clarck, Tim Davis, Clark van Mere, Marie-Claire, Vanita en Daniëlla.

Hun bekendheid in Aalst bleef natuurlijk ook niet onopgemerkt bij andere zangers, en zo kwam het dat ze vaak gevraagd werden om het voorprogramma van ‘BV’’s’ te verzorgen. Niet enkel van BV's trouwens, maar ook van heuse wereldsterren. 

Zo stonden ze op maandag 21 oktober 1974, een week na hun fanbal dus, in het voorprogramma van niemand minder dan ... Bill Haley!
Inderdaad, dé 'Bill Haley and his Comets' kwamen naar 'de Klaroen' in Aalst. 
De man van onder andere 'Rock around the clock' trad dus niet enkel op in 'het grote' Antwerpen (de Roma), maar ook in ons eigen Aalst. 
'Let the good times roll' dus, en dat in gezelschap van onze drie carnavalisten die niet wisten waar ze het hadden.

In 1975 deden ze met 'schatje, wanneer mag ik nou' mee aan het programma ‘beste carnavalschlager ‘75’ waar ze een welverdiende zesde plaats behaalden. Deze wedstrijd ging door in Maasmechelen en zelfs in het ‘verre Limburg’ ontmoetten ze er nog een bekende Aalstenaar. 
In de jury van het BRT-programma zetelde immers onze prins ’74, prins Antoine.

Ze traden natuurlijk ook niet enkel op in voorprogramma's . Zo stonden ze in 1976 bijvoorbeeld ook naast Urbanus Van Anus in de Tuf Tuf (Zonnestraat)

Het succes bleef duren en op de BRT bereikten ze zelfs de achtste plaats in de Vlaamse top 10 met het lied ‘Den Dopper’.

Ze begonnen echter de pedalen wat te verliezen en toen een groots opgezet plan om ook het voorprogramma van Dalida te verzorgen, slecht afliep, ging het allemaal wat minder. 
Hun optredens waren niet zo verzorgd meer, en de voorbereidingen lieten meer dan te wensen over. 

Ze probeerden in 1976 het succes van 'd'hoeige vesten' te evenaren met 'Marieken', maar dat liedje bleek wel leuk te zijn, maar het werd toch niet echt wat men er van gehoopt had. 
Johny, die nog een eigen zaak had, bleef niet bij de pakken zitten en bleef promotie voeren.

Uiteindelijk werd het allemaal toch wat te veel en in 1978 stapte Johny De Mol uit het trio.

Jacky en Johnny traden nog op tijdens het Driekoningenfeest en de prinsenverkiezing van dat jaar, en ze maakten ook nog één plaat, ‘Het bier, de schepper van ’t plezier’.


Daarna stopten ze in schoonheid met heel wat herinneringen aan een zeer succesvolle periode.

The end?  Bwa, net zoals bijna alle 'gestopte' artiesten, bleven ze wel nog een paar keer te zien tijdens carnavalsvieringen, ook zelfs met Johny De Mol. De grote optredens en successen waren echter definitief ten einde.


In september 2008 kwamen alle singles van het stemmingstrio uit op een verzamel-cd met de klinkende naam Muzikoilsjt Volume 1 : Het Stemmingstrio.

Hieronder een overzicht van de liedjes die op deze cd staan :

1.       Snoepie, Snoepie
2.       Het weer is goed
3.       D’Hoeige Vesten
4.       OILJST 1900
5.       Den Dopper
6.       Geef ons een pint
7.       Schatje, wanneer mag ik nou
8.       Je mag het niet weten
9.       Dokter Stijn
10.     Roepen
11.     Marieken
12.     Verboden te roken
13.     Den T.V.
14.     De Schepper van ’t plezier
15.     Bonustrack : Kannibaal (De Marcoentjes)


Met het project ‘Muzikoilsjt’, een initiatief van Bart Marcoen en Patrick Van de Meersche, wil men oude of verloren gewaande singels, lp’s en ook nooit uitgebrachte nummers weer naar boven halen. 
Ze worden gedigitaliseerd maar de stemmen van de originele opnames worden wel behouden.
Unieke muziekstukken dus, die zeker niet meer verloren mogen gaan.


Hier een clipje van Birdierik op de tonen van 'het weer is goed


 Hier nog enkele hoesjes :



Bronnen :

De Standaard 26/11/2008
discogs.com
De Voorpost 20/9/1974 - 4/10/1974 - 18/10/1974
postbuzz.com
FaceBook Johnny Marcoen
Lied ‘het weer is goed’ Birdierik via YouTube