Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label carnavalisten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label carnavalisten. Alle posts tonen

maandag 17 februari 2020

Ajuinboer 4 : Julien De Cock

Julien De Cock uit café 't Korfken in Herdersem beleeft de tijd van zijn leven als Ajuinboer van Aalst, maar ook als mascotte Zwawi van voetbalclub Eendracht Aalst. De voetbalfans zijn er regelmatig getuige van de capriolen van de mascotte. Maar natuurlijk weet niet iedereen wie Zwawi eigenlijk is.
Foto van Julien als ZwaWi - de mascotte van Eendracht Aalst

Julien is al 40 jaar supporter van Eendracht Aalst

Julien : 'Weinig clubs hebben een mascotte die de eigenheid van de club, stad en supporters in een symbolische figuur uitstraalt.' 'Elke zondag als ik in de kleren van Zwawi kruip, voel ik me een ander mens', vertelt hij. 'Ik voel me niet alleen supporter van de Eendracht maar compagnon van de spelers.'

Toen het stadsbestuur op zoek was naar een eventuele opvolger van de Ajuinboer, stelde Julien zich kandidaat als ‘interim-ajuinboer’ mocht dat nodig zijn.

In Het Nieuwsblad van 14 december 2011 staat het volgende interview met beide betrokkenen :

AALST - Julien De Cock van Café 't Korfken meldt zich bij het Feestcomité en stadsbestuur als vertegenwoordiger van de ajuinboer voor de komende carnavalsstoet.

Julien De Cock wil geenszins de ajuinboer vervangen, maar hem wel representeren in de stoet. Julien is het trouwens volledig eens met de feestcomitévoorzitter dat een volkse figuur als de ajuinboer moet blijven bestaan.

Julien krijgt met dit opzet volop de steun van de ajuinboer Fons De Smet. Fons verblijft in het rusthuis Denderoord in Geraardsbergen en kan om gezondheidsredenen niet meer mee opstappen. Hij was verontwaardigd toen hij via de media vernam dat er een opvolger werd voorgedragen.

'Niemand heeft me gecontacteerd', aldus Fons. 'Ik blijf Oilsjterse Ajoinboer. Dat kunnen ze me niet afnemen. Ik ben in de voetsporen getreden van Albert Verbestel met de toelating van zijn dochter. Je kunt moeilijk iemand opvolgen zonder hem of de familie te kennen.

Julien heeft me gecontacteerd en gevraagd of hij volgend jaar als ajuinboer mag opstappen in de stoet. Ik vind hem een waardige representant. Ik ben tevens verheugd dat hij me later wil opvolgen.' Fons gaf alvast zijn kiel en typische Belforthoed mee. Ik zou hem wel gaarne terug hebben voor het carnavalsmoment in het rusthuis, want dan vertegenwoordig ik Aalst met fierheid als ajuinbroer bij mijn medebewoners in Geraardsbergen.'


Fons en Julien waren meermaals op voetbalwedstrijden samen. Julien was er als mascotte Zwawi van de Eendracht en Fons als ajuinboer. 'Ik zei hem dat ik zijn opvolger als ajuinboer wel zag zitten', houdt Julien voor. 'Fons lachte en antwoordde: 'Het is een inderdaad een opdracht.' In de carnavalsstoet zie je Julien elk jaar. Vroeger was dat als deelnemer van een vaste of losse groep. Sinds enkele jaren als soloman met een gevatte speling op een recente gebeurtenis. 

Julien ziet helemaal geen probleem om de functie van ajuinboer te combineren met zijn mascottepresentatie Zwawi. 'Zwawi is er voor de voetbal Eendracht Zwart en Wit. De ajuinboer voor het carnavalsgebeuren en andere representaties van de stad.'

Op zondag 19 oktober 2014 verschijnt Julien aka Zwawi, met een nieuwe ajuinhoed in het stadion. De hoed is een schenking van de carnavalsgroep De Zwiejtzoel‘n. ‘De oude hoed was versleten en bovendien antiek’, zegt voorzitter Johan Van Der Veken. De schenking was mogelijk mede dankzij de steun van Marion Hoop. De Zwiejtzoel'n zijn bevriend met Julien sinds zijn deelname als ajuinboer bij de uitbeelding ‘ajoin alier, ajoin aldoor’ in de stoet van twee jaar geleden.

Het cafe van Julien bevindt zich op Grote Baan 50, 9310 Aalst.

Na het overlijden van Jean-Marie Heyman op 16/06/2015 staat hij er als ajuinboer alleen voor. 
In Aalst zijn nu reeds verontruste stemmen te horen die zich afvragen wat er met de ajuinboer moet gebeuren als Julien er ook moet mee stoppen ...  Gaan we naar een verkiezing zoals bij de prins ? Of wordt er iemand aangeduid ? In elk geval lijkt het geen gemakkelijke opdracht te worden om een capabel iemand te vinden om deze functie waar te nemen.


Bronnen

foto ajuinboer : CarnavalAalstKoentje

Ajuinboer 3 : Jean Marie Heyman

Artikel uit Het Nieuwslad van donderdag 24 november 2011

AALST - Jean-Marie Heyman wordt de nieuwe ajuinboer van Aalst. Hij zal de stad vertegenwoordigen in de carnavalsstoet én bij sportwedstrijden.



‘De ajuinboer is een typische Aalsterse volksfiguur', zegt Nicole Ringoir, voorzitter van het feestcomité. ‘Het zou spijtig zijn dat hij uit het Aalsterse carnaval zou verdwijnen. We hebben Jean-Marie gecontacteerd omdat we ervan overtuigd zijn dat hij de functie met waarde en vol enthousiasme zal waarmaken. De ajuinboer krijgt een plaats in het officiële gedeelte van de carnavalsstoet, waar hij als symbool van de stad mee kan opstappen.'

Jean-Marie Heyman is een Aalstenaar in hart en nieren en is in de carnavalswereld geen onbekende. 

In 2003 werd hij in Gabrovo, Bulgarije, prins van de Balkan. Hij is ondervoorzitter van de Europese Narren België en promoot in binnen- en buitenland het Aalsterse carnaval. Elk jaar stapt hij alleen mee in de stoet, telkens als een opvallende figuur. Vanaf volgend jaar zal dat als ajuinboer zijn.

‘Ik ben tevreden een uitstraling te kunnen geven aan onze Ajuinenstad. Onze typische humor en mentaliteit is uniek. Ik wil als ajuinboer mijn stad vertegenwoordigden.'

Jean-Marie Heyman volgt Fons De Smet ‘Foing van de Koizer' op, die de functie zestien jaar geleden overnam van de eerste ajuinboer Albert Verbestel. De stoet van 2010 was de eerste sinds jaren zonder ajuinboer, en dat kàn eigenlijk niet.

De ajuinboer is er overigens niet alleen met carnaval. In zijn blauwe kiel en met een belforttoren als hoed is hij ook een promotiefiguur op de voetbalwedstrijden van Eendracht Aalst en de basketmatchen van Okapi Aalstar. Ook op de Faluintjespikkeling vertegenwoordigt hij Aalst.


Artikel uit Het Nieuwsblad van vrijdag 3 februari 2012

Feestcomité koos Jean-Marie Heyman
'Terug naar traditie van eerste Ajuinboer' 

Jean-Marie Heyman (54) is carnavalist in hart en nieren. Toen het Feestcomité hem vroeg om Fons te vervangen, was hij meteen enthousiast.

Met zijn kostuum keert hij terug naar de oorspronkelijke kledij van de eerste Ajuinboer Albert Verbestel. 'Ik draag een met houten ajuintjes versierde jas met twee slippen en een gekleurde broek', vertelt Jean-Marie. 'De jas is gemaakt door Godelieve Uyttersprot en mijn nieuwe belforthoed is ontworpen door Piet De Koninck van studio 100. Met mijn titel als Ajuinboer ga ik Aalst vertegenwoordigen op carnavalsfeesten en folkloremanifestaties in Vlaanderen, België en Europa.'


Jean-Marie besefte wel dat zijn functie nog moest groeien. 'Ons eigen carnaval is ook niet in één jaar Unesco-Werelderfgoed geworden. Dat heeft tijd nodig.'

Jean-Marie beloofde er in Brussel op aan te dringen dat Manneken Pis élk jaar tijdens carnaval Aalst het Ajuinboerpak zou dragen. 'Dat kostuumpje heeft hij al sinds 1978 maar hij heeft het sindsdien nooit meer gedragen. Op die wijze wil ik carnaval in de hoofdstad extra promotie bezorgen.'

Jean-Marie wilde ook de traditie verderzetten en houten ajuintjes verkopen voor het goede doel. 'De ajuintjes worden gemaakt door houtdraaier Roger Roelandt. Hij maakt er 250. De opbrengst van mijn verkoop gaat naar Levensvreugde en de Horizon.'

Op 16/6/2015 kwam het jammere nieuws dat Ajuinboer Jean-Marie Heyman op 57-jarige leeftijd overleden is. Hij had al een tijdje gezondheidsproblemen. 

De laatste jaren was 'ajuinboer' een gedeelde functie, en was hij samen met Julien De Cock Ajuinboer in de stoet van Aalst.   Ook in 2015 liep Heyman nog een eindje mee in de stoet.

Heyman was ook de bedenker van de 'bronzen ajuin', een prijs die hij jaarlijks uitreikte aan een verdienstelijke Aalstenaar.


Bronnen

foto Jean Marie : Patrick De Boeck

Ajuinboer 2 : Fons De Smet

Fons De Smet nam de taak van ajuinboer, na de dood van Albert Verbestel, gedurende enkele jaren over, maar toen hij naar een rusthuis verhuisde, is de strijd rond zijn opvolging losgebarsten.


Fons, carnavalist in hart en nieren, had het vooral in de carnavalsperiode nogal moeilijk in het rusthuis. De verzorgers bevestigen dat er in die periode 'geen houden aan was' …

Uit Het Nieuwsblad van 16 februari 2011 :

AALST - De Aalsterse ajuinboer zal dit jaar niet vooraan lopen in de carnavalsstoet. Vorig jaar kwam Fons De Smet zwaar ten val op de besneeuwde kasseien van de Molenstraat. Sindsdien verblijft hij in een rusthuis in Geraardsbergen.

De ajuinboer loopt vooraan in de carnavalsstoet en kondigt het grote straatspektakel aan. Dit jaar zal dat niet het geval zijn.

Fons De Smet (77), bekend als 'Foing van de Koizer' of 'Fong van 't containerpark', viel in 2010 met zijn rug op de houten rand van zijn belforthoed.

Hij werd naar het ziekenhuis gebracht. Tijdens onderzoeken daar werd vastgesteld dat zijn longen zwaar aangetast zijn. Hij heeft stoflongen, een gevolg van het werken in de Waalse koolmijnen.

Uiteindelijk werd Fons in juli voor opname doorverwezen naar woonzorgcentrum Denderoord in Geraardsbergen. 'Verder van mijn geliefde Aalst konden ze mij niet steken', betreurt Fons.

'Ik zit hier met mijn herinneringen. Vanuit de Aalsterse carnavalswereld en de stad heb ik nog niemand gezien of gehoord. Alleen Freddy De Gendt bezoekt me af en toe. Toch iemand die mij niet vergeten is. Als Freddy komt, brengt hij mijn vrouw mee. Zij is met het openbaar vervoer anders heen en weer vijf uur onderweg.'  

Jeanine De Schrijver (74) bezoekt haar echtgenoot om de twee dagen. In de winter is dat gedeeltelijk met de trein, in de zomer met de bus.

Fons was gedurende vijftien jaar ajuinboer van de stad. Het moest een jubileumeditie worden. In al die jaren was hij een uithangbord van de stad. Je zag hem overal in zijn kiel en met de belforttoren als hoed.

Soms had hij ook een draaiorgeltje bij.

Fons bezocht de rusthuizen van Aalst en omgeving, was in kinderziekenhuizen, op de Pikkeling, het criterium en ging mee op zomerse uitstap naar Blankenberge.

Fons volgde Albert Verbestel op als ajuinboer. 'De dochter van Albert kwam zelf met het voorstel', aldus Fons.

'Ik heb niet lang getwijfeld. Het was voor mij een eer om een groot carnavalist te mogen opvolgen en een stukje Aalsterse folklore levendig te houden.'

Zelfs in Nederland en Frankrijk promootte Fons De Smet 'zijn' Aalst tijdens carnavalsfeesten. Op alle thuiswedstrijden van de Eendracht stond hij gegarandeerd in het stadion alsook op verschillende basketwedstrijden in het Forum. Vaak ging hij mee naar een uitmatch. En altijd was dat als ajuinboer.

Fons liet de moed echter niet zakken. Hij heeft zijn outfit van ajuinboer meegenomen naar Denderoord en paradeerde er geregeld mee door de gangen om er zijn medebewoners op te beuren.

Met het kerstfeest zorgde hij voor een gewaardeerde Aalsterse inbreng.

Met carnaval in het vooruitzicht hield hij ook een heuse promotiecampagne. Op elk verdieping hing er gegarandeerd minstens één carnavalposter van Aalst. 

De rusthuisbewoners waren uiteraard trots dat ze de Aalsterse ajuinboer in hun midden hadden.

Thuis heeft Fons duizenden kleine houten ajuintjes uit beuk gemaakt, verguld en voorzien van een rood-wit-gele lint.

Ze dienden als relatiegeschenk, maar werden ook als souvenir verkocht ten voordele van goede doelen, net zoals ook zijn voorganger, Albert Verbestel, al deed.

Zijn grootste droom was dat de ajuinboer voor altijd zou blijven bestaan. 'Ik zou graag de hand willen drukken van de persoon die me opvolgt. Het is een veeleisende opdracht. Je moet je er dan ook met hart en ziel voor inzetten. De ajuinboer is een onafscheidelijk deel van de stad, net zoals in sommige steden de Bellenman dat is.

Op 24/12/2014 kwam echter het jammere bericht dat Fons overleden was op 90 jarige leeftijd; en dat in het rusthuis te Overboelare.

Ajuinboer 1 : Albert Verbestel


Het fenomeen Ajuinboer ontstond in Aalst na de Tweede Wereldoorlog.
De allereerste ajuinboer van Aalst, Albert Verbestel, is geboren in 1916 en overleden op 20 januari 1987.


Albert Verbestel, ook gekend als 'Kaoutchouken', begon zijn 'carnavalscarriere' net na de oorlogsjaren met het verkopen van programmaboekjes voor de stoet. Hij deed dit verkleed met een strohoedje op het hoofd. In 1947 deed hij dit opnieuw maar nu kwamen de ajuintjes als attribuut naar boven en versierden zijn kostuum.
Naast programmaboekjes begon hij dan ook ajuintjes te verkopen tijdens de stoet. De opbrengst verdeelde hij onder de vier verenigingen die in zijn café op de Hoge Vesten hun lokaal hadden (zijnde de belottersclub, de reisclub, de spaarmaatschappij en de kermisclub van de Hoge Vesten).

De bijnaam ‘Caoutchouken’ heeft hij te danken aan dit ‘cafe Caoutchouken’.

Een andere grote zorg van hem waren de oorlogsweeskindjes en enkele instellinglen voor gehandicaptenzorg, dewelke dan later ook begunstigde werden van zijn verkoop. 

De ajuintjes die hij verkocht waren houten exemplaren, die hij zelf maakte. 

In 1954 deed Albert een gooi naar de titel van 'prinsj carnaval'. Onder de naam 'ajuinboer' (tja ...) werd hij tweede na Fransky De Boitselier (Mister Dancy).
Hier een beeldje uit 1954 waar we 'Fransky' en de ajuinboer samen op het podium zien.
Albert vond zijn tweede plaats onterrecht (volgens hem kon het niet dat een inwoner van Denderleeuw de titel van prins van Aalst mocht dragen) en hij besloot om in de toekomst niet meer deel te nemen aan de verkiezingen. 'Er is elk jaar een andere prins, maar de ajuinboer blijft altijd dezelfde' was een gekende uitspraak van hem.

Tot 1956 (zoals trouwens ook te zien op bovenstaande foto) liep de Ajuinboer gewoon met ajuintjes op zijn jas gespeld, maar dat jaar werd ook een hoed in de vorm van de belforttoren in het leven geroepen. 

In 1975 toonde Albert zich ook als zanger. Het melodietje 'me stadje van Oilsjt' klinkt bij velen ongetwijfeld heel gekend in de oren. Dit lied verscheen op de langspeelplaat 'Hier sprekt men Oilsjters 2'

Het duurde dan nog tot in 1977 vooralleer de Ajuinboer officieel door de stad en het Feestcomité aangesteld werd. 

Een jaar later – in 1978 - overhandigde hij koning Boudewijn namens de stad en alle carnavalisten een Gouden medaille naar aanleiding van de 50ste Aalsterse carnavalsoptocht …

en kreeg Manneken Pis in Brussel een passend ‘ajuinboerkostuumpje’.
Dat kostuumpje droeg manneken pis trouwens opnieuw in 1986, en dat ter gelegenheid van de 40 ste verjaardag van Albert als ajuinboer.

Vanaf 1980 kreeg Albert een soort 'lijfwacht' aan zijn zijde. Dit werd Marc Vertongen. Hij werd ceremoniemeester en moest in die functie dus de ajuinboer bijstaan in zijn taken (vergelijk een beetje met de 'sleppendragers' van de prinsen).
In 1987 overleed de eerste Ajuinboer. Albert Verbestel werd in zijn Ajuinboerkostuum begraven.

Hierbij het doodsprentje van de betreurde carnavalist. 


Fons De Smedt nam zijn taak enkele jaren over, maar sedert hij naar een rusthuis verhuisde, waren het Jean-Marie Heyman en Julien De Cock die de functie van ‘ajuinboer’ invulden.  Op 24/12/2014 is ook Fons overleden in het rusthuis te Overboelare.

Hieronder nog enkele fotootjes van Albert 'in functie'




Bronnen

foto koning Boudewijn : De Voorpost 24/1/1986
De Voorpost 28/9/1973
De Aankondiger 
Het Aalsterse volksleven - Jos Ghysens

maandag 10 februari 2020

Jacquy De Pauw (+ 2020)


Heel wat bedroefde Aalstenaars zijn zaterdag 8/2/2020 afgezakt naar het crematorium te Aalst om er een laatste groet te komen brengen aan de betreurde Jacquy De Pauw.

Het onverwachte heengaan van Jacquy zorgde voor heel wat ongeloof, temeer omdat hij nog steeds heel aktief was in het verenigingsleven. Ook was hij lesgever in het CVO, waar hij samen met Jan Louies de Oilsjterse taal trachtte bij te brengen aan zijn leerlingen. 
Het werd een heel mooi afscheid, letterlijk met 'ne lach en een troon'.

Samen met zijn spitsbroeder zette Jacquy zich volledig in voor de authenticiteit van onze Carnaval en de kennis van ons Oilsjters, en dat maakte hem natuurlijk heel geliefd bij heel wat mensen. Ook zijn steeds vriendelijke 'babbel' werd erg gewaardeerd. Overal waar je hem tegenkwam (vooral de Delhaize was blijkbaar een favoriet 'babbelpunt'), maakte hij graag tijd voor een praatje, een bemoedigend woord of soms ook wel eens een vlijmscherpe sneer naar iets wat hem op de maag lag.

Dat Jacquy (17/1/1955-30/1/2020) een carnavalshart had, was al duidelijk van in 1968. Toen ging hij voor het eerst mee in de carnavalsstoet met de groep 'De Vernepelingskes'. Uit deze groep ontstond de 'werkgroep Noig', later de groep 'Noig'.

Deze groep die werd opgericht door Jacquy, Jan en Piet Louies en Luc Van Schuylenbergh ging in 1975 voor het eerst mee als officiële carnavalsgroep. Alle leden van de groep kwamen eigenlijk uit andere groepen. Zij aanzagen zichzelf niet als een échte carnavalsgroep, maar wel als een groep jongeren die zouden trachten om allerlei manifestaties rondom carnaval in te richten zich tijdens de driedaagse vooral te laten uitblinken in lol en creatief en actief zijn. Zij speelden steeds heel kort op de bal en maakten geen praalwagens.

In 1978 kregen ze de raad om een beetje meer aan zelfcensuur te doen in de toekomst. Hun onderwerp 'de onkoise koisers van den tettentoeren' werd immers als 'aanstootgevend' beschouwd.
Hier een fotootje van hun toenmalige 'creatie' die heden ten dage zeker niet meer zou doen opkijken maar toen blijkbaar wel als 'vulgair' werd bestempeld.
Maar ... nen echten Oilsteneer veegt door natierlek zen kas oon, en ze deden dus rustig verder. 
In 1984 werden ze op bevel van burgemeester Raymond Uyttersprot zelfs uit de maandagstoet gehaald.

Dit maal was het onderwerp 'het land van Coitha' de doorn in het oog, en naast inbeslagname van hun kostuums kregen ze ook nog een pv wegens openbare zedenschennis aangesmeerd.

Het bewuste boek waarop hun onderwerp gebaseerd was, was een voorlichtingsboek dat adolescenten op een speelse manier de beginselen van de ... euh ... liefdesbeleving wou laten kennen. Het boek werd uit de bibliotheken verbannen door schepen van cultuur Chris Lievens-Borms en dat vormde de aanleiding voor 'Noig' om zich als geslachtsdelen verkleed in de stoet te begeven.
Willy Van Mossevelde (V.U.) verklaarde een maand later dat het hier ging om een uitbeelding van een 'onhebbelijk spektakel die een groepje zogenaamde progressieven opvoerden'. Hij was er verder van overtuigd dat de psychiater een vette kluif zou hebben aan deze paranoïde onvolwassenen.
Schepen van feestelijkheden Julien Vinck beklemtoonde dat de uitsluiting gebeurde op unaniem advies van het feestcommité. 
Gracienne Van Nieuwenborgh (SP) kreeg het aan de stok met de burgemeester omdat zij stelde dat de beslissing van hem persoonlijk uitging, en dat 'Noig' zelfs niet van de beslissing van het feestcommité op de hoogte gebracht was. Ook vond ze het optreden van de politie een overdreven publicitair karakter hebben.

Het jaar daarop zou Noig verder gaan als losse groep.

In 1996 werd 'De vereniging van de Losse groepen' een feit toen een aantal groepen zich verenigden. Noig, Eftepie, Erremet en de Moikes gingen op kop.

Het is vanuit deze pioniers dat later het team is gevormd dat op de vooravond van carnaval steeds de carnavalsraadszitting opluistert met sketches, liedjes en moppen. 

De carnavalsraadszitting vindt steeds plaats aan de start van de carnavalsdriedaagse, op zaterdagavond. Het is tijdens die raadszitting dat de nieuwe prins carnaval de sleutels van de stad officieel overhandigd krijgt en waar de plaatselijke politici, meer bepaald het stadsbestuur, op het podium voor hete vuren komen te staan. De zitting verloopt volledig in het dialect en zonder inspraak van de burgemeester en de schepenen - de grote 'slachtoffers' ...
Hier een beeldje van in 2016 toen burgemeester D'Haese op doktersbezoek moest gaan bij 'doktoer' Jacquy.
In 2009 werd door bovengenoemde losse groepen een 'Charterelle' opgericht, dat zou lijden tot een officieel reglement. Door op de banner hieronder te klikken wordt je omgeleid naar de website van het Charterelle.

 

In 2011 vroeg Jacquy schriftelijk eerherstel voor 'Noig' via een open brief naar burgemeester Uyttersprot die zich toen zelf van een iets minder zedelijke kant had laten zien op een toren ...
Er kwam echter geen enkele reactie op deze vraag.

In 2014 voerde de stad dan eenzijdig een waarborg in. Losse groepen zouden moeten betalen om mee te mogen lopen in de stoet. Uiteraard was dit volledig tegen de zin van 'de losse' en zo kwam het dat in 2015 een twintigtal legendarische losse groepen (waaronder Noig, Erremet en De Moikes) zich officieel inschreven als AKV om op die manier de betaling te kunnen vermijden. Ze dreigden ermee om het jaar daarop met nog meer losse groepen in te schrijven als de stad niet zou inbinden. Dat zou immers leiden tot enorme vertragingen bij de stoet en heel wat ongenoegen bij heel veel mensen.

Nog in datzelfde jaar start Jacquy met een blog, 'Pauwenogen', waarin hij de Aalsterse actualiteiten stevig becommentarieerde en voorzag van zijn eigen ongezouten mening... 'door het oog van de pauw' dus. Zijn eerste gevleugelde woorden waren 'Zagen en klagen, het zit in het bloed van elke Aalstenaar'.
Door op de banner te klikken wordt je omgeleid naar deze blog ...

Het laatste bericht werd geplaatst op 24/12/2019 met als titel 'het Aalsters realiteitenkabinet'. Hij had het daarin ondermeer over de zware tijden voor 'zijn' stad, de UNESCO-saga, de perikelen rond Ilse Uyttersprot enzomeer.   

We schrijven 2016, en na 20 jaar komt er toch een doorbraak voor de losse groepen. Op aansturen van de UNESCO-commissie (!!jaja!!) bleek dat de meerwaarde van de losse groepen beschouwd wordt als 'onlosmakelijk deel van Aalst carnaval'.

Twee bronzen plakkaten (eentje in de Peperstraat en eentje in de Zoutstraat) werden onthuld en dat betekende meteen dus een soort van erkenning en eerherstel na het jarenlang opboksen tegen reglementen en waarborgen om 'de losse' uit de stoet te proberen houden.

'De Losse' ziin nu officieel geen 'krapul' meer maar wettelijk erkende kinderen (trouwens een onderwerp dat tijdens carnaval 2020 dank zijn koning Albert wel meer dan eens aan bod zal komen). Het zijn de groepen die zorgen voor het 'peper en het zout in de stoet', heel kort op de actualiteit spelend, en minder concentrerend op grote wagens.

2018 werd dan het jaar van de 'numerus clausus' (beperking van het aantal deelnemende groepen) voor zowel de vaste (AKV's) als de losse groepen. Deze nieuwe regeling werd door 'de losse' éénmalig goedgekeurd maar toen bleek dat men ook in 2019 deze regel zou aanhouden, kwam er reactie. Er werd gedreigd om de stoet op de houden door alle losse groepen ook een dansje te laten doen op de Grote Markt. 
Na overleg met Karnavalist tot in de Kist (overkoepeling van de AKV's) werd toch maar afgezien van dit initiatief. De numerus clausus werd wel behouden, maar er werden toch een paar dingetjes opnieuw op de agenda's geplaatst.

In februari 2018 stapt Noig (toen al herleid tot enkel nog Jan en Jacquy) zijn vijftigste stoet. Aan de pers wordt bevestigd dat ze 'sinds 1968 onafgebroken aanwezig waren in de stoet'. Jacquy en Jan voegen er nog aan toe 'we hopen dat bij leven en welzijn we dit nog een tijdje volhouden' ... 
Wisten ze toen dat dit de voorlaatste stoet voor Jacquy zou worden. 
Hieronder een foto uit 2019, de laatste stoet die Jacquy zou meelopen … en waarschijnlijk ook het jammere einde van 'Noig'

Nog in 2018 overhandigen Jan en Jacquy een exemplaar van het 'verboden boek' 'Het land van Coitha' aan de nieuwe bibliotheek te Aalst.
Het boek is niet uitleenbaar en zelfs niet raadpleegbaar. Er werd een slotje aan gehangen en het boek kreeg een plaats in 'de grootste bibiliotheek', een initiatief waar Aalstenaars een boek konden schenken om in een enorm boekenrek terecht te komen .

Tot zover de carnaval ... 
Maar Jacquy was van veel meer markten thuis ...

Wat misschien wat vergeten is, is het feit dat Jacquy ook een rol speelde in de 'Oilsjterse muziekscene'.

In 1977 richtte hij in 't Fabrieksken mee de legendarische Belpopgroep Lavvi Ebbel op.
Een rare naam misschien, maar spreek het eens uit op zijn Frans, en je zal begrijpen waar de inspiratie vandaan kwam.

Hij deelde in die beginperiode met Luckas Vander Taelen het podium als zanger. Hun bekendste hits zijn 'give me a gun', 'no place to go'' en 'Victoria'. 
Hieronder het clipje van 'Give me a gun'
Na enkele jaren viel deze band in 1983 echter uit elkaar, Jacquy was toen reeds geen lid meer en ook Luckas Vander Taelen ging elders carrière maken.
Jacquy is echter niet vergeten … De twee bleven de beste vrienden en spraken regelmatig af om samen 'polink te gon eten' …  Samen in de cabrio van Jacquy … er het beste van maken ...
Luckas sprak heel lovende woorden over Jacquy tijdens het afscheid. Er werd een traantje weggepinkt, maar er werd ook gelachen om de fratsen van de twee.
Hetzelfde gebeurde trouwens ook met de afscheidsrede van Jan Louies.

In 1981 gaf Jacquy ook de aanzet om in de Gele Limonade een eigen radiostation op te starten.

Radio Katanga zou zich, net als het grote voorbeeld FM Brussel, profileren als onafhankelijke en niet-partijgebonden zender, om een alternatief te kunnen bieden aan de bestaande vrije-radio situatie, waar de programmatie te zeer gedomineerd wordt door al te commercieel gerichte muziekjes, sluikreclame en pseudo-informatie.

De eerste uitzending van de radio vond plaats op 1 september 1982 vanuit de Ridderstraat.



Katanga wou steeds de voorrang geven aan de “betere muziek”, echte stadsinformatie met duiding en hoopte, net als FM-Bruxel, een progressief, intellektueler publiek te kunnen bespelen.

Geen afgezaagde deuntjes dus, maar muziek die naarmate de avond vordert steeds moeilijker toegankelijk wordt. Van funk evolueert men gedeeltelijk aan naar soul, rhythm en blues, Nederlandstalige muziek, filmmuziek en kabaret om dan bijvoorbeeld af te sluiten met een streepje jazz.
Een hele trits presentatoren passeerden de revue ... vaak zelfs zonder echt zendschema, en vaak met hun eigen plaatjes in hun koffer.
Heel wat toekomstige BV's stonden er trouwens aan de micro, zoals bijvoorbeeld Wigbert van Lierde (Wigbert), Marcel Vanthilt, Ella Michiels (tegenwoordig presentator bij 'Klara'), Aster Nzeyimana (Sporza), ...

Met zijn 'partner in crime' Jan Louies presenteerde Jacquy het programma 'Men ieneg Oilsjt', een ludiek programma waar de Aalsterse politiek en de beslommeringen van de Aalsterse bevolking onder de loep werden genomen.

Wie de muziekkeuze van de radio maar matig kon waarderen, was de Aalstere brandweer dat zich net om de hoek bevond. Katanga’s alternatieve deuntjes daverden door tot in de radiokamer van de pompiers en de radio werd meteen als stoorzender gecatalogeerd.
Om verdere problemen met de brandweer (en dus ook de veiligheid) te vermijden, verhuisde het zendstation naar café Cactus (tegenwoordig 't Craeyken) op de Grote Markt.

Katanga organiseerde ook optredens, voornamelijk in De Gele Limonade met onder andere één van de allereerste optredens van Marcel Vanthilts 'Arbeid Adelt', waarbij de publieke belangstelling zo “groot” was dat de de groep optrad in de kelder terwijl het publiek in het café stond. Maar ook 'Twee Belgen' en de experimentele muziek van 'Wim Mertens' passeerden de revue.

Na het sluiten van de Cactus in september 1986 werd de antenne terug naar de Gele Limonade verkast. Later verhuisde men naar de Nieuwbeekstraat. 

Katanga zou het ondanks het grote engagement, nooit echt makkelijk hebben. 

Stichter Jacquy De Pauw in HLN: “Groot probleem met Katanga was dat in tegenstelling met andere “gelijkwaardige” zenders zoals Scorpio in Leuven, Centraal in Antwerpen en FM Brussel, Aalst geen universiteitsstad was waardoor noch de noodzakelijke publieke achterban noch de nodige getalenteerde dj’s voorradig waren. 
Vooral dat laatste was een permanent probleem in een systeem dat er van uitging dat zoveel mogelijk live moest worden gepresenteerd omdat zeker in de beginfase de nodige apparatuur ontbrak om programma’s automatisch te sturen.” 

Ook het feit dat men reclamespots zo lang mogelijk geband heeft, is één van de redenen dat men het financieel maar net kon redden. 

In 2002 werd Jacquy gehuldigd door de zender ter gelegenheid van hun 20 jarig bestaan. Hij werd meteen benoemd tot ere-voorzitter van de radio.
Muziek kon hem de laatste jaren echter nog maar matig bekoren en zijn muziekcollectie lag 'op 't opperste' zoals hij zelf zei.

2016 betekende een unieke samenwerking in het Aalsterse radiolandschap. De Aalsterse stadsradio Goeiedag Aalst, Radio Katanga en Oilsjt Mjoezit sloten een unieke samenwerking. Speciaal voor de carnavalsperiode zouden ze gaan samenwerken. De oudste lokale radio van Aalst dacht op dat ogenblik zeker niet aan stoppen, maar ...
op 31 december 2017 trok Vlaams mediaminister Sven Gatz, na 35 jaar, toch de stekker uit Radio Katanga.

En dan de cursus Oilsjters ... Op 25 februari 2016 was het zover ... de eerste échte cursus Oilsjters ...

26 Gemotiveerde Oilsjteneers en Oilsjteneskes (en tja ... ook twee 'eiremonneneers') meldden zich aan voor deze nieuwe cursus die werd gegeven in het CVO-Keizersplein.
Jan Louies en Jacquy De Pauw als lesgevers beweren al sinds hun kinderjaren dat ons Oilsjters een volwaardige taal is, naast het Frans, Engels, Spaans en andere wereldtalen. Ze werden daarin gretig gevolgd door Stany Meskens, directeur van het CVO en dus werd deze cursus met heel veel enthousiasme in het talenpakket van de school opgenomen.

Wie denkt er lessen 'carnaval' te krijgen, slaat de bal helemaal mis. Het gaat over de vervoegingen, de geschiedenis van de stad, en natuurlijk wordt alles aangevuld door een streepje muziek.
Jacquy bleek de specialist te zijn van de 'schiljeroin', want vaak moesten we een schilderij analyseren, ... in het Oilsjters natuurlijk, waarbij de aangeleerde woordenschat heel goed van pas kwam. 
Hier een foto van Jacquy met onze burgemeester, die een gastles kwam geven ...

Het leuke en interessante aan deze twee leraars was dat we steeds twee kanten van het 'Oilsjters' konden ontdekken. Daar waar Jan ''van 't stad' is (Nieuwstraat), was Jacquy 'van oever 't wooter' (Bergemeersen), wat soms tot heel grappige situaties kon leiden. Want is't nu 'nen iemer' of 'nen auker' ? … 'ik oi' of 'ik had' ? … Allemaal dilemma's die het de cursisten zeker niet gemakkelijk maken.

Op het examen (ja, er is ook een heus examen, en neen, het is niet gemakkelijk en vanzelfsprekend) is er zowel een schriftelijk als een mondeling gedeelte.
Op het mondeling wordt onder andere het verschil gevraagd over wat men bij de beenhouwer zoal kan terugvinden. Na het examen wordt dan rustig nagepraat en worden de examenvragen (roein endj, cervela, hoslek, loeiktrippen, enz) ook opgegeten ...
Dat het mondeling examen echter een heel serieuze zaak is, bewijst onderstaande foto van 1 leerling tegenover de 6 (!!) koppige jury.
Jacquy heeft steeds de pers een beetje geweerd. Ze mochten wel eventjes komen filmen tijdens de eerste les, maar een opname tijdens het examen vond hij er wat over. 'Gaan jullie ook komen filmen tijdens het examen wiskunde?' was zijn vraag aan de cameraman, en natuurlijk moest die hier negatief op antwoorden wegens 'te weinig spectaculair'.

Een interviewtje met Jacquy en mezelf over de cursus Oilsjters is terug te vinden bij Carnavalaalstkoentje op DEZE link.

En wat je zoal kan terugvinden op het mondeling examen (en in de beitere Oilsjterse bienaveroi) is HIER te lezen.

Jacquy was ondertussen ook erelid van 'Voil Janet es gien travestie', en hij was één van de stemmen van 'De bende van Richard', het poppenspel omtrent Hamlet dat zich net aan het voorbereiden was voor een nieuwe editie. En hij was lid van het 'Louis Paul Boon genootschap', en … en … en ...

Om een lang verhaal kort te maken : Al het voorgaande bewijst wat voor een drukbezet en geëngageerd man Jacquy eigenlijk was.
Altijd bezig met 'zijn Oilsjt' met de gebreken, de voor- en achteruitgang, de taal, de beslommeringen en de feestjes ...
Tot op het moment dat zijn hart er anders over besliste. Na een cardiologisch onderzoek werd hij op de parking van het ziekenhuis plots onwel en sloot hij zijn pauwenogen voorgoed.
 
Het ga je wel beste Jacquy … en mokt er hierboeven e graalek plezant fistjen van ...


Bronnen :

Onion Rock, Flying Pencil, Jan Van Liedekerke  p. 102-103
HLN 17/9/2014 - 3/2/2015 - 6/5/2015 - 10/10/2016
Clip 'Give me a gun' - Radio 2 hitarchief ... Uit 'Hitring van 15/3/1983
De Voorpost 10/1/1975 - 25/12/1992
TV Oost 31/1/2020
persregiodender.be 30/8/2013
Vlaams radio archief (Rudy Gybels) : logo Katanga
foto's : FaceBookpagina Jacquy de Pauw (7/2/2020)
Caricatuur Dennis (van FB Jacquy)
Afscheidsceremonie in het crematorium Aalst op 8/2/2020
cursus Oilsjters aan het CVO - eigen info + eigen foto's 2015

woensdag 22 mei 2019

De Aalsterse reuzen : De Stopnoilekes / Paul Backaert

Deze vereniging begeleid al jaren de reuzen van Aalst. zijnde Iwein van Aelst en Lauretta, Ons Paula, Floreken en Florisken, en Kamiel. Zij doen dit op de maten van trommelmuziek, die de reuzen doorheen de stoet begeleidt.

Half jaren 80 zorgden de heren Paul Backaert en Maurice Coppens ervoor dat de, toen verwaarloosde, stadsreuzen Iwein en Lauretta gered en opgeknapt konden worden.


De 2 enthousiase carnavalisten hadden beiden hun roots bij 'AKV De Berkes van Sint-Anna', en in 1985 stichtten ze hun eigen groep, De Stopnoillekes.


In eerste instantie was dit een losse groep maar het jaar erna schreven ze zich ook in als AKV.
Ze vielen meteen op en haalden een mooie negende plaats, alsook de toen befaamde ''Amylumprijs"
Tijdens deze stoet deelden ze pamfletten uit om de stiefmoederlijke behandeling van de reuzen aan de kaak te stellen. Dit had jammer genoeg niet het gewenste effect, en als ludieke protestaktie steelden ze toen de reuzen te koop tijdens een tentoonstellling in het belfort.
Het duurde echter nog een jaar toen ze met hun onderwerp 'vogelverschrikkers' in de prijzen vielen (prijs Willy Van Mossevelde) dat ze de nodige aandacht kregen voor de verloedering van de stadsreuzen.

Maurice haakte enkele jaren geleden al af als het op gebied van 'stoeten' aankomt. Hij zei de groep vaarwel na het afwerken van de reus van de fietsende Kamiel. Een slepende, fatale, ziekte van zijn vrouw was de aanleiding tot het soppen Zijn vrouw ontwierp trouwens ook de overbekende rood-geel gestreepte plunjes, naar het voorbeel van de reuzenbegeleiders zoals ze afgebeeld stonden op oude carnavalsaffiches.  

Paul was een bekend beeldhouwer in de streek en maakte reeds enkele carnavalskoppen. Van hem was bekend dat hij de hectische stad liefst ontvluchtte (vandaar ook dat hij de rust opzocht van het landelijke Wieze), maar dat hij toch de carnavalsmicrobe niet kon onderdrukken, en zich jaarlijks dan toch eens onderdompelde in het feestgewoel. 'Een carnavalshart tem je immers niet zomaar'.


Paul (°26/06/'46) is onverwacht overleden op 25 april 2018, en dit ten gevolge van een hartaderbreuk.

De man was hét uitgangbord van De Stopnoillekes, en liep steeds heel fier mee in de stoet, voor, naast of achter zijn reuzen. Bij het bouwen van nieuwe reuzen wordt trouwens altijd met oog voor detail en ook voor Aalsterse geschiedenis gewerkt. In 2015 verscheen op de cover van het eerste 'Chipka' magazine trouwens de foto van Paul.

Tijdens de stoet van 2019 waren de Stopnoilekes trouwens twee maal te zien. Eén maal in de échte versie, en één maal in de versie van de groep Beschomt, die enkele Aalsterse hoogtepunten, waaronder de Stopnoilekes, in de verf zetten.


Hieronder de lijst van de officiële reuzen, die heden ten dage nog steeds meestappen in de stoet.
Er zijn er natuurlijk ook al heel wat verdwenen doorheen de jaren.
Een lijst en link met beschrijvingen naar deze verdwenen figuren, of reuzen 'buiten categorie', is HIER te vinden.



De reuzen : Iwein van Aelst en Lauretta

Iwein van Aalst was net als zijn broer Boudewijn III van Gent, Peer van Vlaanderen en advocaat van de Sint-Pietersabdij van Gent. Beiden waren ze de zonen van Boudewijn II van Gent. In 1127 ontnam hij de bezittingen van zijn nichtje Beatrice en werd heer van Aalst. Hij noemde zich later zelfs “comes Alostanus” of graaf van Aalst. Hij werd vermoord op 8 augustus 1145. Zijn weduwe Lauretta van de Elzas, dochter van de graaf van Vlaanderen, overleed als non te Vorst rond 1175. Warlop somde een lijst op van de bezittingen van Iwein van Aalst. Naast Aalst had hij ook Waas, Drongen, Deinze en Ruiselede en was hij ook leenman van Liedekerke. Verder bezat hij gronden en rechten te Ronse, Deelstreep Brugge, Westvleteren, Ieper, Bikschote, Langemark, Komen, Veurne, Pollinkhove, Horebeke en Tourcoing.

Ons Paula en haar kinderen Floreken en Florisken :

Ons Paula beeldt de traditionele Aalsterse Voil Jeannet uit met haar korset en vogelkooi met haring (corsé en voegelmoit mé nen hérink). 
In 1992 is Ons Paula, de Voil Jeanet, bevallen van Floreken en Florisken.

Keizer Kamiel

Kamiel Sergant is als carnavalkeizer en zanger van carnavalsliedjes de bezieler van Carnaval Aalst. Sergant werd drie maal, in 1963, 1966 en 1968 verkozen tot Prins Carnaval. In 1969 kreeg hij daarom de eretitel “keizer”.

 Op vraag van de Stad Aalst werd door De Tettemoesjen en De Stopnoillekes een reus gemaakt naar aanleiding van zijn 30 jaar keizerschap.

donderdag 16 mei 2019

Chris Vinck

Aan het lijstje van ‘onsterfelijke Aalstenaars’ is sedert enkele jaren ook Chris Vinck toegevoegd. Velen zullen de wenkbrauwen fronsen bij het horen van deze naam, maar de duizenden automobilisten die dagelijks op de E40 Aalst passeren, kunnen daar sedert begin 2014 deze carnavalist van carnavalsgroep de ‘Bjein Treizen’ bewonderen. Zijn foto prijkt namelijk op het nieuwe infobord van Toerisme Vlaanderen.
  

Met veel bravoure stelden Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois (N-VA) en Toerisme Vlaanderen in 2013 de 39 nieuwe ontwerpen van de toeristische infoborden voor.
Die vervangen de bekende bruine toeristische borden langs de Vlaamse autosnelwegen.

In Aalst maakte het versleten bord met de drukpers van Dirk Martens in juli 2014 plaats voor een exemplaar met daarop het Belfort en een impressie van Aalst carnaval.

Het Aalsterse stadsbestuur gaf zelf de thema's aan, maar Toerisme Vlaanderen had de eindbeslissing over de foto's (deze werd gemaakt door fotograaf Carl De Keyzer). Er werd - voor alle steden trouwens - steeds een collage gemaakt met 2 of 3 foto's die de bewuste stad kenmerken. Voor Aalst werden dat het belforcomplex en Aalst carnaval. 


Het beeld van Aalst Carnaval werd er uiteindelijk een van de losse carnavalsgroep ‘de Bjein Treizen’, dat in 2014 voor het eerst deelnam aan de stoet. De foto is genomen bij de start van de stoet op zondag.

Carnavalist Chris Vinck – de man die frontaal in beeld staat en de komende dertig jaar naast de E40 zal pronken – wist in eerste instantie van niks.

‘Plots kreeg ik langs alle kanten telefoon en mail’, vertelt Vinck aan Het Nieuwsblad, nog steeds onder de indruk.

‘Ik dacht eerst dat ze mij op een of andere carnavalsaffiche hadden gezet. Toen mijn vrienden mij vertelden dat ik waarschijnlijk dertig jaar naast de autosnelweg ging staan, drong het pas door: dat is waarschijnlijk langer dan ik zal leven (lacht).’

‘Ik ben eigenlijk wel trots, en vooral dat onze carnavalswagen van de Bjein Treizen er ook op staat. Met enkele leden van de vroegere carnavalsgroep Lotjonslos richtten we dit jaar de Bjein Treizen op, van een mooie start gesproken! (lacht). Ons thema was de zaligverklaring van Odilon Mortier en bekende overleden Aalstenaars.

Ik ben vooral trots omdat mijn overleden vader (oud-schepen van Feestelijkheden Julien Vinck), zelf een grote voorstander van het carnavalsgebeuren, heel trots op mij geweest zou zijn.’

Een interview met deze bekende Oilstjeneer door Carnavalaalstkoentje kan je HIER lezen. 

Ter info hier nog even het 'oude' bord,, met daarop de drukpers van Dirk Martens en een ajuintje met narrenhoed, ook al verwijzend naar carnaval natuurlijk.


Bronnen :

Toerismevlaanderen.be
Het Nieuwsblad 18/10/2013

woensdag 15 mei 2019

Juliaan Boelens - de ajuinworp

Op zondag 17/1/2016 werd Aalst overschaduwd door de dood van de "uitvinder" van de Ajoinworp en de Gouden ajoin.
Juliaan "Jul(es)" Boelens overleed op 91-jarige leeftijd. 
Alweer een carnavalist in hart en nieren die het feestje vanaf nu ‘hierboven’ zal verder vieren.

Gezien de Maandagstoet ‘in de Jaren stillekes’ te weinig volk aantrok, wilde Juliaan daar iets aan veranderen.

Hij zat toen in het Feestcomité, en de leden merkten toen op dat de mensen op maandag niet meer naar de stoet kwamen kijken. Deuren bleven gesloten, en men nam de moeite gewoon niet meer om nog buiten te komen voor de festiviteiten.

Hij bedacht in 1958 dus de Ajuinworp om terug meer volk te lokken naar de stoet op carnavalsmaandag, en zijn ideetje groeide uiteindelijk uit tot een onvervalste traditie.

Hij zorgde er namelijk voor dat er weer ‘ iets te doen was’, zodat de mensen ook nog bleven staan om te kijken naar de stoet die passeerde.

Het eerste jaar (1958), toen de worp voor de eerste keer werd georganiseerd, stonden er een 100 mensen op de Grote Markt.

Het jaar daarop waren dat er al tussen de 200 en de 300, en als je tegenwoordig naar de ajuinworp wil gaan, en je nog een plaatsje kan bemachtigen, mag je je gelukkig prijzen.

De ajuinworp, met de gouden ajuin als hoofdprijs, brengt tegenwoordig immers een heuse volkstoeloop teweeg, en zowel jong als oud doen er hun uiterste best om met de hoofdprijs te gaan lopen, hoewel natuurlijk niemand weet wie de ‘winnende ajuin’ het publiek in zal gooien, en waar deze uiteindelijk zal terecht komen. 

Juliaan volgde ‘zijn’ ajuinworp de laatste jaren in alle stilte en sereniteit vanop de achtergrond.

Hij werd nauwelijks nog opgemerkt, maar uiteraard keek hij heel trots vanuit de feestzaal van het stadhuis nog steeds toe, hoe de prins en de burgemeester de ajuintjes het publiek in gooiden, luid ‘Ajoin! Ajoin!’ brullend.

Karnaval zonder de ajuinworp is ondertussen zoals een Jeannet zonder hare haring, of zoals een kermis zonder Delforge, maar wie weet nog wie of wat er aan de oorsprong lag van dit evenement.


In 2013 bestond de ajuinworp exact 55 jaar en AKV De Zwiejtzoel'n besloot om de ‘uitvinder’ toen een onvergetelijke carnaval met een praalwagen en beeltenis van hem te bezorgen. 
Die dag zorgde de AKV ervoor dat de – toen twee - ajuinboeren en de uitvinder van de Ajuinworp in de kijker gezet werden, en ze gooiden maar liefst 15.000 ajuintjes in het publiek. 
De zussen Isabelle en Caroline Claessens van de gelijknamige juwelierszaak schonken toen een juweel ter waarde van 500 EUR aan de ‘vinder’ van de winnende ajuin.

Op de doop van de wagen was Juliaan trouwens heel emotioneel. Het deed hem natuurlijk iets. ‘Ze’ waren hem niet vergeten.

De ajuinboeren liepen toen het hele parcours mee, Juliaan kwam er echter pas bij op de Grote Markt, want hij was tamelijk slecht te been. 

Hier een filmpje van de bewuste stoet, 
gemaakt door CarnavalAalstKoentje : 

Er was afgesproken dat Juliaan net voor de Grote Markt op één van de wagens zou klimmen en dan de apotheose van de stoet vanop de wagen zou kunnen meemaken, maar hij geraakte niet op het trapje van de wagen, want dat bleek nét iets te hoog te zijn. Hij probeerde en probeerde, en werd er serieus nerveus van, want hij wou dit dolgraag meemaken, maar het lukte écht niet. 

Uiteindelijk is hij met een van de medewerkers van de Zwietzoel’n aan de arm te voet over de Grote Markt gestapt, voor de carnavalswagens uit.

Het publiek stond wat verdwaasd te kijken, ... Wie is die man die daar voor de groep loopt, maar al gauw bleek dat de man, die ondertussen ook bekend was van tal van bijeenkomsten van de Aalsterse oud-strijders, de Ajuinworp te hebben bedacht, ... iets wat velen vergeten waren of zelfs niet wisten. Uiteraard moest hij daarna nog tal van interviews geven.

Tijdens de worp van 2015 was ook premier Michel aanwezig tijdens de worp. Hij waagde zich toen zelfs aan een paar woordjes Oilsjters, en maakte naar hartelust selfies met de aanwezige carnavalisten. 

In 2016 werd het dus een hele speciale ajuinworp , ... voor de eerste maal in de geschiedenis zonder een glunderende Juliaan.

Juliaan was ook actief als lid van de sportraad en actief bestuurslid van de Aalsterse Vaderlandslievende Verenigingen.

Hij was nog goed bij de pinken voor zijn leeftijd en was ook volledig mee met de sociale media. Een groot carnavalist die regelmatig nog iets poste op zijn Facebookpagina, waardoor we allemaal weer 'bij' waren.



Bronnen

Facebook Juliaan Boelens
HLN 
De Streekkrant 
Eigen info