Het fenomeen Ajuinboer ontstond in Aalst na de Tweede Wereldoorlog.
De
allereerste ajuinboer van Aalst, Albert Verbestel, is geboren in 1916 en overleden op 20 januari
1987.
Albert
Verbestel, ook gekend als 'Kaoutchouken', begon zijn 'carnavalscarriere' net na de oorlogsjaren met het verkopen van programmaboekjes voor de stoet. Hij deed dit verkleed met een strohoedje op het hoofd. In 1947 deed hij dit opnieuw maar nu kwamen de ajuintjes als attribuut naar boven en versierden zijn kostuum.
Naast programmaboekjes begon hij dan ook ajuintjes
te verkopen tijdens de stoet. De opbrengst verdeelde hij onder de vier verenigingen die in zijn
café op de Hoge Vesten hun lokaal hadden (zijnde de belottersclub, de reisclub, de spaarmaatschappij en de kermisclub van de Hoge Vesten).
De
bijnaam ‘Caoutchouken’ heeft hij te danken aan dit ‘cafe Caoutchouken’.
Een
andere grote zorg van hem waren de oorlogsweeskindjes en enkele instellinglen voor gehandicaptenzorg, dewelke dan later ook begunstigde werden van zijn verkoop.
De ajuintjes die hij verkocht waren houten exemplaren, die hij zelf maakte.
In 1954 deed Albert een gooi naar de titel van 'prinsj carnaval'. Onder de naam 'ajuinboer' (tja ...) werd hij tweede na Fransky De Boitselier (Mister Dancy).
Hier een beeldje uit 1954 waar we 'Fransky' en de ajuinboer samen op het podium zien.
Albert vond zijn tweede plaats onterrecht (volgens hem kon het niet dat een inwoner van Denderleeuw de titel van prins van Aalst mocht dragen) en hij besloot om in de toekomst niet meer deel te nemen aan de verkiezingen. 'Er is elk jaar een andere prins, maar de ajuinboer blijft altijd dezelfde' was een gekende uitspraak van hem.
Tot
1956 (zoals trouwens ook te zien op bovenstaande foto) liep de Ajuinboer gewoon met ajuintjes op zijn jas gespeld, maar dat jaar werd ook een hoed in de vorm van de belforttoren in het leven geroepen.
In 1975 toonde Albert zich ook als zanger. Het melodietje 'me stadje van Oilsjt' klinkt bij velen ongetwijfeld heel gekend in de oren. Dit lied verscheen op de langspeelplaat 'Hier sprekt men Oilsjters 2'
Het duurde dan nog tot in 1977 vooralleer de Ajuinboer officieel door de stad en het Feestcomité aangesteld werd.
Een jaar later – in 1978 - overhandigde hij koning Boudewijn namens de stad en alle carnavalisten een Gouden medaille naar aanleiding van de 50ste Aalsterse carnavalsoptocht …
… en kreeg Manneken Pis in Brussel een passend
‘ajuinboerkostuumpje’.
Dat kostuumpje droeg manneken pis trouwens opnieuw in 1986, en dat ter gelegenheid van de 40 ste verjaardag van Albert als ajuinboer.
Vanaf 1980 kreeg Albert een soort 'lijfwacht' aan zijn zijde. Dit werd Marc Vertongen. Hij werd ceremoniemeester en moest in die functie dus de ajuinboer bijstaan in zijn taken (vergelijk een beetje met de 'sleppendragers' van de prinsen).
In
1987 overleed de eerste Ajuinboer. Albert Verbestel werd in zijn
Ajuinboerkostuum begraven.
Hierbij het doodsprentje van de betreurde
carnavalist.
Fons
De Smedt nam zijn taak enkele jaren over, maar sedert hij naar een rusthuis
verhuisde, waren het Jean-Marie Heyman en Julien De Cock die de functie van
‘ajuinboer’ invulden. Op 24/12/2014 is
ook Fons overleden in het rusthuis te Overboelare.
Hieronder nog enkele fotootjes van Albert 'in functie'
Bronnen :
foto koning Boudewijn : De Voorpost 24/1/1986
De Voorpost 28/9/1973
De Aankondiger
Het Aalsterse volksleven - Jos Ghysens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten