Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

woensdag 9 december 2020

De Gilles .... De Ware Gilles en de Ajuingilles

In DIT ARTIKEL ging het reeds over het ontstaan van de Gilles en ook over de kledij. 

Er werd daar ook al vermeld dat de geschiedenis van de Gilles in Aalst begon met twee verenigingen. Zowel 'De Ware Gilles' als 'De Ajuingilles' waren gedurende meerdere jaren te zien in onze stad en daarbuiten. 
Sedert 1971 kennen we 'De Aalsterse Gilles' die vandaag de dag nog steeds aanwezig zijn in binnen- en buitenland. 
 


De Ware Gilles

In 1923 werd in Aalst voor het eerst een echt georganiseerde carnavalstoet ingericht, en het was ook in dat jaar dat ene Gust De Man in het toenmalig genaamde “Houten Dorp”, samen met familieleden en vrienden een carnavalsvereniging stichtte onder de naam “Door eendracht Veel Vermaak”. 

Er was toen nog helemaal geen sprake van ‘Gilles’, hoewel deze groep er enkele jaren later zou voor zorgen dat er ook in onze stad een groep van deze 'rare figuren' te zien zou zijn.
 
In 1923 was hun onderwerp in de stoet ‘Aalsterse boeren en boerinnen’, in 1924 ‘Pachters en pachteressen’ en in 1925 ‘Oude vrolijke dorpelingen’. 
Verkleed als oude mannen en vrouwen, en begeleid door accordeonmuziek, dansten zij toen doorheen de stad. 
Sedert het begin van hun bestaan oogstten zij een overweldigend succes. In 1925 behaalden zij op 26 uitstappen maar liefst 25 keer de eerste prijs.
In 1926 gingen ze op stap als ‘Pachters en pachteressen op hun zondags’

In december 1926 richtte het feestcomité zich tot de Aalsterse groepen met de vraag een nieuwe Aalsterse carnavalsfiguur te creëren. 
Het moest in elk geval "een kostuumtype" worden naar het voorbeeld van de Gilles de Binche, en die vraag werd enthousiast beantwoord door ‘Door Eendracht veel Vermaak’ en ‘de Slecht Gekleeden’

Met het intussen vergaarde prijzengeld en de toen reeds bestaande interesse voor het uitbeelden van de gille, werd in 1927 besloten om de “Gilles van Binche” uit te beelden.. 
Ze waren gekleed naar het evenbeeld van hun Waalse collega’s, al droegen ze in de beginjaren papieren hoeden. 
Het resultaat mocht zeker gezien worden tijdens de optochten van 1927 en 1929, en in 1930, toen de vereniging reeds meer dan 50 leden telde, werd uiteindelijk besloten om de vereniging “De Ware Gilles” op te richten.

In Binche werden in 1932 tien pluimenhoeden aangekocht. De overige werden uit papier gemaakt. Maurice Meersman, toenmalige secretaris en kleermaker binnen de vereniging zorgde voor het vervaardigen van de kostuums. 
Ook werd een fanfare samengesteld en onder leiding van muzikant Frans De Bruyn kon, de uit Binche meegenomen, gillesmuziek aangeleerd worden.

Het jaar 1936 was voor Aalst een jaar zonder de Gilles in de stoet. De leden protesteerden immers omwille van het feit dat een hen beloofde premie van 100 frank niet werd toegekend door het Feeestcomité. Ze stapten dus niet mee in de officiële stoet, maar deden op carnavalsmaandag wel een toertje doorheen de stad, op eigen initiatief weliswaar. 
Alles werd bijgelegd en de Gilles konden opnieuw jaarlijks hun opwachting maken in de stoet.

Gust De Man werd in 1948 voor zijn inspanningen beloond en werd verkozen tot lid van het stedelijk feestcomité.

Tot ongeveer 1953 waren de “Ware Gilles” één van de weinige Aalsterse carnavalsverenigingen die op  jaarlijkse basis de stoet vervoegden. 
Naast de Aalsterse carnavalsstoet dook de vereniging ook op buiten Aalst. Het behaalde prijzengeld werd gebruikt om op regelmatige basis nieuwe hoeden aan te kopen en de oude te kuisen.


1953 betekende trouwens meteen de 30ste verjaardag van de groep, en dat moest gevierd worden uiteraard. Burgemeester De Bunne en het schepencollege stonden in voor een feestelijke ontvangst in de feestzaal van het stadhuis. August De Man mocht als voorzitter van de groep ook een ‘plaket van de stad’ ontvangen.
  
Dank zij de financiering van de optredens buiten de stad, konden de gilles hun papieren hoeden verder vervangen door de hoofddeksels met struisvogelveren, die tegenwoordig nog steeds worden gedragen. 

Bij gebrek aan jonge krachten werd in 1971 besloten de werkzaamheden stop te zetten en de hoeden en kostuums te verkopen. 

Het was onder impuls van Volksvertegenwoordiger en schepen van cultuur, Bert Van Hoorick dat er werd overgegaan tot de oprichting van een nieuwe groepering van gilles.
Zo werden 'de Ware Gilles' de voorlopers van 'de Aalsterse Gilles' die nu nog steeds door onze straten paradeert.


De Ajuingilles van 1927 tot 1933

Onder voorzitterschap van René Boelens werd in 1924 de vereniging “De Slecht Gekleeden” opgericht. In 1925 beelden zij ‘Clowns’ uit en tijdens de optocht van 1926 voerde de 35 man sterke vereniging ‘De Lustige Schaarslijpers’ op.
Het was meteen een succes. In hun eerste stoet (clowns) haalden ze de tweede plaats en een jaartje later werden ze derde.

In december 1926 richtte het feestcomité zich tot de Aalsterse groepen met de vraag een nieuwe Aalsterse carnavalsfiguur te creëren. Die vraag werd enthousiast beantwoord door ‘Door Eendracht veel Vermaak’ en ‘de Slecht Gekleeden’.  ‘Door Eendracht veel Vermaak’ ontpopte zich tot de ‘Ware Gilles’ (zie hierboven) en ‘de Slecht Gekleeden’ gingen vanaf 1927 verder als ‘De Ajuingilles’.

Gekleed in een lijnwaden kostuum, bekleed met rode en zwarte leeuwen en sterren alsook het wapenschild van Aalst op de linkerborst, wierpen zij ajuinen uit. 
Deze ajuinen werden in ronde, bolvormige rieten manden meegedragen. De kraag uit rode stof was afgewerkt met een witte band en aan de mouwen en broekspijpen werden eveneens de Aalsterse witte en rode kleuren gebruikt.
Ook de schoenen waren rood.


Daar waar het in bijvoorbeeld Binche ten strengste verboden is aan vrouwen om lid te worden, was dat in Aalst niet het geval.
In tegenstelling met de huidige gilles, waar iedereen een broek draagt, droegen de vrouwelijke leden toen wel een lange rok. 

Ook door de ajuingilles werden in dit jaar geen pluimen gedragen. Ze droegen toen een ajuinvormige muts die uitliep op een punt.

Het volgende jaar (1928) werd de vereniging herdoopt naar “Vermaak na arbeid”, maar het onderwerp bleef wel ‘de ajuingilles’.  De muts werd toen getooid met een witte en rode pluim en de kraag was afwisselend vervaardigd uit rode en witte banden en gevlochten strengen werden er aan vastgemaakt. Het schoeisel werd in beide kleuren gelakt.

Ook zij liepen mee in verschillende andere steden. 

De vereniging prijkte meermaals op carnavalsaffiches en de populaire ‘Ajuingilles’ stapten voor het laatst op tijdens de cavalcade van 1933


Meer over de geschiedenis van de Gilles en een beschrijving van het kostuum : HIER
Meer over 'de Aalsterse Gilles' : HIER


Bronnen :

aalstersegilles.be (oude en nieuwe website)
foto Ajuingilles collectie A.Van Schuylenbergh
foto Ware Gilles collectie Van Goethem
Facebook De Aalsterse Gilles
Facebook De Glazen Toren
De Voorpost speciale carnavalsuitgave van 1980
Brochure van de Gilles uit 1985
De Voorpost 4/1/1974 – 11/2/1983 – 27/1/1978
Het Nieuwsblad 30/8/2001 – 10/02/2012

De Gilles ... De Aalsterse Gilles

In DIT artikel konden jullie al de geschiedenis lezen van de Gilles in het algemeen, alsook een uitleg vinden over het kostuum en de attributen. 

In DIT artikel werden de twee eerste Aalsterse Gillesgroepen, 'De Ware Gilles' en 'De Ajuingilles' besproken. 

Deze twee groepen stopten hun activiteiten en in 1971 werd 'de Aalsterse Gilles' gevormd zoals we deze tegenwoordig nog steeds kennen.
In 2021 werd de groep officieel 'Koninklijke Maatschappij'.


Toen in 1971 werd beslist om de Ware Gilles te ontbinden, was het onder leiding van toenmalig Volksvertegenwoordiger en schepen van cultuur Bert Van Hoorick dat er op 17 juni 1971 een nieuwe vereniging werd opgericht onder de naam ‘De Aalsterse Gilles’. Hij vond – terecht  dat deze mooie traditie niet mocht verloren gaan en stampte samen met oud-schepen Gustaaf De Stobbeleir een nieuwe ‘Gilles’-ploeg uit de grond.

De paperassen waren dus in orde op 17 juni 1971 en het eerste bestuur kon worden samengesteld. Dit bestond uit voorzitter Gustaaf De Stobbeleir, secretaris Joseph De Man, penningmeester Sylveer Aerssens, materiaalmeester Omer Sunaert en als gewone bestuursleden Els Ponnet, Rosa Van Gyseghem en Eric Roelandt.

Het lokaal werd ‘café ‘Bristol’ op de Grote Markt en het bestuur wendde zich onmiddellijk tot de bevolking van Aalst om financiële steun te verkrijgen.
De nieuwe vereniging wierp zich op als een culturele en folkloristische vereniging die oude tradities in ere wenste te houden, maar voor het onderhoud van en de aanschaf van nieuwe hoeden en kostuums waren natuurlijk ook ‘centjes’ nodig.

Op 9 september kregen de ‘nieuwe’ Gilles de dans aangeleerd terwijl voor het carnaval van 1972 te Binche een contract werd afgesloten voor de huur van hoeden en kostuums.
Tevens werden een postkaart met het Belfort en een gillespopje in volledige outfit te koop aangeboden.

In keurig uitgedoste kostuums en met weelderige pluimen hoeden op, waarvan 1/3 met witte pluimen, werd met 19 Gilles en 13 muzikanten deelgenomen aan de 44ste cavalcade. Onder het enthousiaste applaus van de menigte vergaten onze Gilles al gauw de enorme inspanningen die zij op korte tijd hadden geleverd en genoten van het wederoptreden van deze speciale groep. 

Hier een foto uit de stoet van 1972 met links Gustaaf De Stobbeleir, in het midden 'Gille' Sylveer Aerssens en rechts Joseph De Man.
 

Na dit eerste succesrijk optreden werd de werking van de vereniging veilig gesteld door de statuten welke voor zowel Gilles als muzikanten van kracht waren. Bert Van Hoorick en Gust De Man werden vereerd met het ere-voorzitterschap.

In het jaar 1973 groeide de vereniging uit tot 28 Gilles, 18 muzikanten, 6 appelsiendragers en 1 ceremoniemeester. Van dan af aan droegen de muzikanten ook een klein hoedje, getooid met struisveren en voerden de dansers voor de eerste maal de bezemdans op met hun rijsbos ofte heksenbezem. 
Hier een foto uit 2016 op dewelke de hoedjes van de muzikanten duidelijk te zien zijn.
  

1973 betekende ook de uitgifte van een 'linjeken', naar analogie van de andere carnavalsgroepen. 


Ook werd het Aalsters Gilleslied aan de wereld voorgesteld. Dit lied werd geschreven door Odilon Mortier die met zijn orkest al heel wat grote namen mocht begeleiden, en er vanaf dit jaar ook de Gilles van Aalst mocht aan toevoegen. 
Over Odilon is HIER meer te lezen.
Geniet nog even mee van het lied ...


Naar aanleiding van de Dirk Martensfeesten (500 jaar ‘Zwette Maan’), waarbij ook in september werd opgetreden, werd een postkaart aangeboden waarop de ‘Zwette Maan’ met enkele Gilles staat afgebeeld.

Tijdens de voorbereidende carnavalsactiviteiten van 1974 werd op het ‘Driekoningenfeest’ en de ‘Prinsenverkiezing’ voor het eerst de bezemdans gebracht. 
Dit gebeurde in een uitgangskledij bestaande uit een mantel in de Aalsterse driekleur. Daarbij werd een rode strik gedragen op een wit hemd en zwarte broek. Een rood-witte prinsenmuts getooid met fazantenpluimen maakte de outfit volledig. 
Ter gelegenheid van de 46ste carnavalsoptocht droegen de Gilles hoeden getooid met struisveren in de Aalsterse kleuren
Op caranavalsmaandag hielden ze hun bezemdans opnieuw, maar dan wel in Gilleskostuum. Ruim 400 kleine bezempjes werden het publiek in gemikt, en op het ogenblik dat alles verdeeld is, stopten de muziek en de dans.
Eind augustus werd er ook voor de eerste maal deelgenomen aan de ‘Aalsterse Avond’ onder leiding van Keizer Kamiel.

In het vooruitzicht van carnaval 1975 werd er voor de laatste maal een prentkaart uitgegeven. Op deze kaart werd de voltallige groep afgebeeld. Ook een zelfklever en medaille werden verkocht.
Dat jaar stapten 35 Gilles mee op.   
Nieuw waren de veelkleurige linten die de mandjes sierden en de samenwerking met de Prinsencaemere van Aalst waarmee ze de week na carnaval een bezoek brachten aan de rustoorden in het Aalsterse.

Onder het voorzitterschap van Gustaaf De Stobbeleir werd er een nieuw bestuur opgericht met Rony De Bruyn als secretaris/groepsleider en Yvette De Prez als penningmeester.

In het kader van het 5-jarig bestaan in 1976 organiseerden de Gilles hun eerste ‘Gillesnacht’ in café ‘Bistro’ op de Grote Markt. De eerste brochure welke rond de jaarwisseling werd verspreid gaf een overzicht van de gillesvereniging te Aalst en ze vroegen ook meteen om meer financiële steun. Een nieuwe medaille werd daarom aan de man gebracht. 


Tevens gingen dat jaar de eerste publieke repetities of ‘vooroptochten’ door. Deze vooroptochten gaan tegenwoordig ook nog steeds door, en mogen ook wel rekenen op enige interesse van de Aalsterse bevolking.  De Gilles doen deze tocht in gewone kledij, en in plaats van een verenhoed dragen ze een eigen, carnavalesk exemplaar.

In 1977 drong de vernieuwing van de uitgangskledij zich op. Om dit te realiseren was er uiteraard geld nodig en opnieuw werd er van deur tot deur verkocht. Zelfklevers en medailles werden aangeboden, maar de blikvanger was de nieuwe fonoplaat met tekst en muziek van Harry Pinky met als titel ‘De Gilles, de Gilles van Aalst brengen vreugd en plezier’.


Op het B-kantje stond 'Aalsterse Gilles nr 1-2-3-4-5, een potpourri (medley)

In 1978 ging de 50ste stoet door onder het goedkeurende oog van het vorstenpaar. 

Drie weken voordien, tijdens de prinsenverkiezing, bracht de vereniging in de Keizershallen een spetterende show over de historiek van de Gilles in Aalst. 
Voor deze show werden niet minder dan 70 kostuums, maskers, hoeden en instrumenten vervaardigd en zowel de toeschouwers, pers, het stedelijk feestcomité en het stadsbestuur loofden deze unieke opvoering. 
Gezien heel de geschiedenis belicht werd kwamen natuurlijk de primitieven, de inca’s, Azteken, Keizer Karel en de heksen aan bod. 
Deze laatsten moesten op bevel van een ceremoniemeester immers de grond vegen om als het ware de boze machten tot stof weg te vegen. 


De week voor carnaval werd voorzitter Gustaaf gehuldigd als medestichter van de eerste georganiseerde carnavalstoet in 1923.  
Een medaille met de beeltenis van de voorzitter werd uitgegeven en het stedelijk feestcomité stelde die avond Gustaaf aan als ‘strafhouder’ van de Aalsterse stoet. 
Bovenop dat alles werd er dat jaar ook een heuse reus gebouwd, een ‘reuze’ Gustaaf, die vanaf dan de Gilles zal vergezellen in de stoet. 'Reus Gustaaf' zou tussen 1978 en 2006 meelopen in de stoet.

 

Het reuzenlichaam was daarna echter volledig versleten en de vereniging gaf er de voorkeur aan om hun kostuums 'op en top' te houden. 
In 2011 werd het hoofd van De Stobbeleir wel hersteld, dus misschien zal hij ooit toch opnieuw zijn plaats vinden tusen de dansende Gilles? 

Het was echter niet enkel Gustaaf die werd geëerd, neen ook muzikantenchef Georges Schollaert werd voor zijn 50ste deelname aan de Aalsterse stoet in de huldiging betrokken.

Tijdens de stoet liepen de Gilles voor één keertje niet helemaal vooraan maar kregen ze het nummer 22 toebedeeld. Dit nummer was voorbehouden voor de groep die de rechtstreekse TV uitzending moest openen. 
Tijdens de receptie één week na de 50ste stoet werd een grote gillespop aan het vorstenpaar overhandigd.

In 1979 kreeg De Aalsterse Gilles een extra subsidie van de stad Aalst. Het departement ‘cultuur’ voorzag in een bedrag van 50.000 Belgische franken en het stedelijk feestcomité gaf de Gilles de kans om nieuwe inkomsten aan te boren met de introductie van het ‘Lentecontact’ en later ook op de ‘Jaarbeurs’ waar de vereniging een verbruikersstand uitbaatte.
In de gillesbrochure verscheen een artikel van Keizer Kamiel onder de titel: ‘Weir doen voesj’ en in dezelfde uitgave dankte voorzitter Gustaaf De Stobbeleir voor het groot geschenk, namelijk ‘zijn’ Reus Gustaaf.

Voorts werden er plannen gesmeed om een eigen outfit te ontwerpen. Maar liefst 101 kostuums en 32 gilles en muzikantenhoedjes werden er dat jaar vervaardigd. 

In 1980 werd ook een nieuwe versie van de bezemdans gebracht, en in die periode deden ze ook nog een rondedans op zondag- en op maandagavond.
Vanaf toen droegen ze trouwens een zonderling goudkleurig masker dat eerst uit kunststof werd vervaardigd.

Eén jaar later zou dit masker wegens de hoge slijtagegevoeligheid vervangen worden door een lederen variant.  
Een fonoplaat, met tekst en zang door Odilon Mortier, met als titel ‘Dansende Gilles op de markt, trots van alle ajuinen’ werd uitgebracht en verkocht.

In 1981 vierden De Aalsterse Gilles hun 10-jarig bestaan
Een 4-kleurenfolder werd uitgegeven in de ons omringende landen en een jubileummedaille diende dit heuglijke jaar te herdenken. Aangezien de uitvoering van deze medaille niet conform het ontwerp was, werd deze uiteindelijk niet uitgegeven. 

Er werd dat jaar aan de bezemdans ook opnieuw een bezemworp toegevoegd, wat het spektakel voor het massaal opgekomen publiek nog aantrekkelijker maakte. Zoals de naam al laat vermoeden worden er tijdens deze worp kleine bezempjes uitgeworpen. Deze kleine gelukbrengende bezempjes, die door de vereniging zélf worden vervaardigd, zijn sedertdien fel begeerde souvenirs. Zij worden enkel op maandagnamiddag tijdens Aalst carnaval te grabbel gegooid.

In 1982 werden er te Binche nogmaals 7 gilleshoeden aangekocht. Dit bracht het aantal hoeden van de vereniging op 39! 
Enkele trommelaars kwamen na een oproep via de media de vereniging versterken. maar het echte nieuws dat jaar was dat voorzitter Gustaaf De Stobbeleir zich terugtrok en later dat jaar opgevolgd werd door Urbain Dhaese.

Voor het eerst werd er ook buiten Aalst opgetreden. 
Het ‘testoptreden’ vond plaats te Beernem ter gelegenheid van de ‘Berenfeesten’. Dit optreden op zondag 13 juni bestond uit een optocht met medewerking van een 15-tal folkloregroepen, waaronder natuurlijk onze Aalsterse Gilles, maar ook Alkuone, de Steltenlopers van Namen en nog enkele andere volksdansgroepen.

De 55ste stoet in 1983 werd een ‘rotoptocht’! 
Het stedelijk feestcomité plaatste de Aalsterse Gilles toen helemaal achteraan in de stoet en ze kwamen ruim 20 minuten later dan de net voor hen gestarte groep op de Grote Markt aan.
Natuurlijk was er geen kat meer die nog naar hen omkeek, en ze kregen daarenboven ook nog een boete van 10.000 Belgische franken ... Allien in Oilsjt, inderdaad. 
De Gilles vroegen zich dan ook publiekelijk af ‘Wat hebben wij misdaan om zo behandeld te worden?’
Enkele maanden later zou Minister Marc Galle en de CSC De Rank het vermelde bedrag bijpassen.

De weken die daarop volgden, voerden de Gilles besprekingen met het College van Burgemeester en Schepenen en met het stedelijk feestcomité om betere voorwaarden te bekomen. Deze gesprekken resulteerden in een apart contract voor hun deelname aan Aalst Carnaval ... Ze zouden terug vooraan lopen en het tempo van de stoet aangeven ...


Op initiatief van het Belgisch Consulaat te Kaapstad, Zuid-Afrika, werden er in 1982 één en in 1983 twee Aalsterse Gilles uitgenodigd om hun medewerking te verlenen aan de activiteiten georganiseerd door de ‘Community Chest’. In 1982 werden ze vertegenwoordigd door Guy Van Malderen die in 1983 nogmaals de reis zou overdoen, samen met zijn broer Eric.
De opbrengst van deze evenementen ging naar de minder bedeelden van de Kaapse regio. 

1983 werd het jaar van de definitieve doorbraak van de optredens buiten Aalst. Zo werd er opgetreden te Clermont-Ferrand (F), Bagneux (F) en Sint-Niklaas. Een kleine delegatie nam zelfs deel aan het carnaval van Gabrovo te Bulgarije.

De eerste belangrijke uitstap van De Aalsterse Gilles vond plaats in mei 1983. Met een 90-tal leden werd toen naar Clermont Ferrand gereisd om er deel te nemen aan ‘Clermont-Ferrand en Fête’ met maar liefst 120 groepen!
De Aalsterse Gilles ontvingen er als enige deelnemende groep aan de cavalcade de ere-medaille van de stad.

Daags na hun terugkomst uit Frankrijk reisde een delegatie van vier Gilles naar Gabrovo te Bulgarije, ondertussen ook gekend als onze ‘zusterstad’. 
Op initiatief van wijlen burgemeester en schepen Marcel De Bisschop werden ze daar uitgenodigd om aanwezig te zijn op de ‘Septième Biénnale Internationale de l’Humour et de la Satire dans les Arts’. 

Buiten de afvaardiging van De Aalsterse Gilles was er ook een delegatie van het Aalsters stadsbestuur bestaande uit Marcel De Bisschop, Remi Van Vaerenbergh, Anny De Maght en haar echtgenoot Fons. Deze uitstap werd voor de gillesdelegatie een avontuurlijke maar vermoeiende onderneming. 

In 1984 traden ze op in Middelburg (NL) en ook tijdens de Gentse Feesten in eigen land waren ze paraat.
Het toenmalige Amylum steunde De Aalsterse Gilles en schonk 50.000 Belgische frank. 

De ‘Gentse Fiesten’ waren begin de jaren tachtig aan een heropleving toe. De Aalsterse Gilles werd uitgenodigd om zowel aan de openingsstoet als een de taptoe daags nadien deel te nemen, maar ze hadden blijkbaar echt geen geluk met hun optredens in België, want opnieuw zorgde het weer voor heel wat miserie. Tijdens de stoet dienden de Gilles herhaaldelijk hun hoed af te nemen en ’s anderendaags, tijdens de taptoe, waren zowel wind als regen opnieuw spelbreker.
Ondanks de ongunstige weersomstandigheden werd het optreden opnieuw een groot succes. De pers vermeldde o.a. ‘De Aalsterse Gilles stalen de show.’ 

Net voor de stoet van 1985 werden er opnieuw 6 hoeden aangekocht, ze telden er op dat ogenblik 45 en waren toen, na ‘Les Récaslcitrans’ te Binche, de grootste gillesgroep van ons land. Althans wat het aantal betrof.
Enkele dagen voor het Aalsterse carnaval overleed oud- en ere-voorzitter Gustaaf De Stobbeleir. Met toestemming van zijn familie stapte ‘Reus Gustaaf’ toch mee op in de stoet.

De uitstappen gingen door en door ... De Gilles werden overal bekend en gewaardeerd. 
Een belangrijke uitstap in de geschiedenis van de vereniging zou plaatshebben in augustus 1985. Toen trokken De Aalsterse Gilles naar Debrecen in Hongarije, om er deel te nemen aan de 16de ‘Viragkarneval’ of bloemencorso. 

Eerst werd er opgetreden in het cultureel centrum van Debrecen. Daags nadien namen de Gilles deel aan de ‘Viragkarneval’. Meer dan 250.000 belangstellenden langsheen het parcours vergaapten zich aan het spektakel en grabbelden gretig naar de voor hen zo zeldzame sinaasappels. Het werd een overdonderend succes.

Het daaropvolgende jaar werd er met man en macht gewerkt aan de vernieuwing van een twaalftal gilleshoeden. Maar liefst 250 tot 300 werkuren zijn er nodig om één hoed van een volwassen Gille te kunnen vervaardigen. 

Voor het eerst werd er ook opgetreden in Duitsland. Het was de stad Essen die werd bezocht tijdens de ‘Sport- und Musik Schau’. Tevens waren onze Gilles ook te gast in het Franse Amiens voor de jaarlijkse cavalcade.

Op 14 februari 1988 trokken De Aalsterse Gilles met 28 nieuwe, eigengemaakte gilleshoeden door de Aalsterse straten. 

De Duitse stad Düsseldorf vierde overigens dat jaar het 700-jarig bestaan van de stad en De Aalstenaars mochten er onze eer gaan verdedigen tijdens de befaamde ‘Rosenmontagszug’. 
Zij moesten hun optreden op maandag in onze eigen Ajuinenstad dus eens een jaartje laten voorbijgaan. 

Na het harde labeur om de hoeden te vernieuwen, was het in 1989 dan de beurt aan de kostuums zelf. 

Voor alle motieven werden matrijzen ontworpen. 
Lijnwaad, nylon, vilt, goudgallon en kant werden aangekocht en bij ambachtelijk schoenmaker Prosper Baele werden de tienduizenden vilten motieven uitgestansd. 
Vrouwelijke medewerksters en sympathisanten sloegen de handen in mekaar en begonnen te stikken en naaien alsof hun leven er van af hing. 
Honderden meters lijnwaad en vilt werden versneden tot maar liefst 110 kostuums
Duizenden meters nylonplissé werden omgetoverd tot 110 kragen en nog veel meer manchetten werden verwerkt. 
Eén kostuum vergde ongeveer 40 intensieve werkuren. 
Het werd een race tegen de klok maar reeds enkele weken voor carnaval 1990 waren alle kostuums afgewerkt en konden ze aan de pers worden voorgesteld.

In het jaar 1990 verlieten De Aalsterse Gilles vijf keer de stad om deel te nemen aan optochten, stoeten en parades. Zo bezochten ze Wandsworth (Verenigd Koninkrijk) tijdens de ‘Easter Parade’, Deurne (Nederland) met de ‘Bevrijdingsfeesten’, Saint Quentin (Frankrijk) met ‘Les Fêtes des Bouffon, nogmaals Hongarije met het ‘Viragkarneval’ te Debrecen en tenslotte Bagneux (Frankrijk) met ‘Les Fêtes des Vendanges’.

In 1991 mocht de vereniging 20 kaarsjes uitblazen
Een medaille werd uitgegeven en op vrijdag 25 januari namen de Gilles deel aan het ‘Europees carnavalweekend’. 
Dat jaar waren er ook opnieuw enkel optredens in Nederland. Te Dordrecht met een straatparade in het centrum van de stad, te Meppel naar aanleiding van ‘Donderdag Meppeldag’ en in Zutphen voor de ‘September Feestweek’.

1992 werd een minder prettig jaar. 
De vilt, die in de nieuwe kostumering zat verwerkt, bleek jammer genoeg van zeer slechte kwaliteit te zijn en diende te worden vervangen, wat naast een financiële opdoffer ook nog eens voor extra véél werk zorgde.
Het jaar daarop ging er daarenboven slechts één optreden door, namelijk te Nederland tijdens ‘Jeugd Olympiade Valkenswaard’, waardoor het budget natuurlijk wat in de knoop geraakte. 
Gelukkig waren er in de loop van 1994 opnieuw 3 uitstappen vermeld in de agenda. Het ging deze keer om de ‘Folklorefeesten’ te Middelburg, de ‘Internationale Zomerfeesten’ te Nijmegen en de ‘Uitmarkt’ te Amsterdam.

In 1996 mocht de vereniging alweer vieren! 
De Aalsterse Gilles bestond toen al 25 jaar en in de feestzaal van het stadhuis ging een feestzitting door. De aanwezigen ontvingen een herinneringsmedaille overhandigd en enkele verdienstelijke sponsors en medewerkers kregen het ‘gillesbeeldje’ toegekend. 
Paul Van Der Cruycen en Rony De Bruyn werden in de bloemetjes gezet voor 25 jaar onvermoeibare inzet voor de vereniging. Beiden kregen een groot tinnen bord met hun silhouet in verwerkt en ook Frans Wauters en Urbain D’Haese kregen het door Stefan Roels ontworpen beeldje .
Op carnavalmaandag werden zo’n 350 bezempjes te grabbel gegooid en er waren ook 25 gillespoppen te winnen.

Ruim 2 maandan later traden de Gilles op tijdens de Aalsterse ‘Topdag’. De groep hield de hele dag een actie onder het motto ‘Solidair Oilsjt’. De opbrengst van de verkoop van gillespoppetjes, zijne 100.000 Belgische frank werd een week later overgemaakt aan de vzw ’t Nest, een vereniging die instaat voor de opvang van kinderen.

In het jaar van de 70ste carnavalstoet van Aalst trokken De Aalsterse Gilles nogmaals naar Debrecen voor het traditionele ‘Viragkarneval’ en de ‘Bierfeesten’. Net voor de rondreis naar Hongarije vond er nog een optreden plaats te Aalten, Nederland, tijdens de ‘25ste Volksfeesten’ te Haaksbergen naar aanleiding van de ‘Meimarkt’ en te Velp ter gelegenheid van de ‘Velleper donderdag’.
Ondervoorzitter Marleen Meert ontving het tinnen bord voor 25 jaar medewerking

De Aalsterse Gilles vierden in 2001 hun 30-jarig bestaan. Een pin, medaille en een jubileumbeeldje werden te koop aangeboden
Op zaterdag 16 juni ging daarenboven ook nog de ‘Dag van De Aalsterse Gilles’ door, met verschillende optredens in de namiddag.

In augustus 2001 hoorde men het in Keulen donderen. 
Allez, niet in Keulen, maar eigenlijk in het naburige … derp d, inderdaad. 
Het waren immers De Aalsterse Gilles die op donderdag 30 augustus 2001 een deeltje zouden zijn van de 35ste ‘Reuzenommegang’ 

Op die dag ging immers de middeleeuwse Katuit door de kermisvierende straten van het stadscentrum. De Gruete Mannen 'Indiaan', 'Mars' en 'Goliath' nodigden uit op hun feest. In Dendermonde genieten deze reuzen een bijna evenwaardig statuut als het Ros Beiaard zelf. Voor hen wordt de stoet gebouwd en komen de duizenden op straat.
Met de aanwezigheid van de jarige Aalsterse Gilles herinnede Katuit dat jaar aan de folkloristische strijd tussen de twee Dendersteden.

Terwijl de ‘Draeckenieren’ bij aankomst van De Aalsterse Gilles op de Markt van Dendermonde hun tranen al welig lieten vloeien (misschien zelfs een tikkeltje overdreven), verdachten de Dendermondenaren de Ajuinen er ondertussen van hun ‘Katuit’ toch wat te hebben gesaboteerd aangezien de stoet wat vertraging had opgelopen. 
Tja, wat wil je, een Aalsterse groep uitnodigen om een evenement te openen in Dendermonde … Da’s vragen om miserie natuurlijk.

De miserie werd wel wat verlicht door het feit dat de Oilsjteneers maar liefst 25 000 appelsienen meegebracht hadden voor de ongeveer 20 000 toeschouwers, en neen, daar scheelde niets mee. 
Bezie het als een geschenkje van de sympathieke geburen.


In 2004 vond te Veghel, nabij Eindhoven, voor de eerste maal het ‘Slokdarmfestival’ plaats. De meeste activiteiten stonden er in het teken van eten en drinken, vandaar de naam van dit festival. Het prachtige weer en de nieuwsgierigheid naar dit nieuw cultureel evenement bracht heel wat volk op de been. Onze Gilles dienden zelfs één per één tussen de toeschouwers te dansen!

In 2005 kreeg Rony De Bruyn af te rekenen met een flinke dosis pech. Vlak voor het Aalsterse carnaval werd hij gegrepen door een wagen aan de drukke rotonde ‘Den Haring’. Hij hield er een stevig gekneusd en pijnlijk been aan over, op zich niet zo heel erg, maar het werd wel de eerste keer in 34 jaar tijd dat hij niet deelnam aan de carnavalstoet.

Gelukkig vielen er in 2005 ook positieve punten te onthouden. Zo vond er een prachtig optreden plaats in het heuvelachtige Wiltz in het Groot-Hertogdom Luxemburg naar aanleiding van het ‘Génzefest’. De zomerse temperaturen in combinatie met een aantal pittige hellingen vormden een euh ... 'ideale mix' voor de 'luchtige' kostuums. Het publiek genoot echter met volle teugen van het optreden en die voldoening maakt het telkens weer waard om die zware pakken en hoeden opnieuw uit de kast te halen.

Enkele maanden later mocht De Aalsterse Gilles alweer uitrukken. Deze keer werden ze ontvangen in het Nederlandse Middelburg die hun jaarlijkse ‘Braderie’ vierden met deze keer als thema ‘Platteland in de stad’. 
Bij het aankleden bleek echter dat door een logistiek foutje de kragen niet meegenomen waren.
Die waren onmisbaar en dienden dus met spoed uit Aalst te worden overgebracht. Daar de vereniging niet over een helikopter, vliegtuig of telegeleide projectielen beschikt, bood Pascal Buyens zich aan om met de wagen naar Aalst te rijden en deze zo snel als mogelijk te bezorgen. 
Met enige vertraging kon het optreden alsnog doorgaan … maar … achteraf bleek ook dat de bezempjes, die tijdens de bezemworp te grabbel worden gegooid, eveneens in Aalst waren achtergebleven! 
De inwoners van Middelburg hebben dan ook een unieke bezemdans met sinaasappelworp te zien gekregen. Iets wat later nooit meer is voorgevallen.

Na het Aalsterse carnaval in 2006 begon De Aalsterse Gilles aan haar 35ste jubileumjaar. 
Toch zal dat jaar de geschiedenis in gaan als het laatste jaar waarin ‘Reus Gustaaf’ in de stoet te bewonderen was. Omwille van de hoge restauratiekosten aan de rieten mand en de toentertijd bestaande logistieke problemen om de ‘Reus’ te stockeren, werd er besloten om ‘Reus Gustaaf’ definitief te ontmantelen.
Aan het eind van het 35-jarig jubileumjaar trok voorzitter Urbain D’Haese zich terug als voorzitter met  bestuursleden Martine Renard, Paul Van Der Cruycen en René De Nys in zijn zog.

Een nieuwe bestuursploeg werd aangesteld waarbij ook resoluut voor de ‘verjonging’ gekozen werd
Het nieuwe bestuur bestond uit Oscar Abbeloos, Marleen Meert, Rony De Bruyn (voorzitter), Nicole De Cuyper, Pascal Buyens en Bruno Temmerman (secretaris), Chris Lanckman, Kathleen Van Nuffel, Eric Van Malderen, Jean-Pierre De Wolf en Vincent Laurent.

Het jaar 2007 kondigde zich onheilspellend aan. De Aalsterse Gilles diende voor het eerst in vele jaren immers een nieuw onderkomen te zoeken. Ze werden genoodzaakt om kostumering, hoeden, trommels… onder te brengen in enkele garageboxen ter hoogte van de Parklaan in afwachting van ‘iets beters’. Daar de struisveren hoeden echter heel gevoelig zijn aan stockage in een te koele ruimte, mocht deze situatie niet te lang aanhouden. 
Er werden dat jaar geen uitstappen gepland en ook enkele bestuursleden hielden het voor bekeken. 

Hoe somber de toekomst er voor de vereniging ook mocht uitgezien hebben, hoe beloftevol 2008 begon. Er werd een nieuwe, verwarmde, locatie aangetroffen in de buurt waar ooit De Ware Gilles opereerde. Een meer symbolische plaats kon De Aalsterse Gilles zich niet indenken. 
Er kwam ook een kleurige optocht op 31 augustus te Blankenberge waar ze er als ambassadeur van de stad Aalst mochten deelnemen aan de ‘Bloemencorso’ onder het thema ‘Corso à la carte’.
Aalst werd daar al enkele jaren vertegenwoordigd door AKV De Lodderoeigen. 

Midden november 2008 werd afscheid genomen van Rony De Bruyn. Hij was niet alleen de leider van een traditierijke vereniging, maar ook een geliefd persoon bij heel wat Aalstenaars.
Hij was secretaris sinds 1975 en had de algemene leiding in handen. De stoet in 2009 stond dan ook in het teken van dit overlijden. 
De hoed en het portret van Rony werden meegedragen door enkele leden van de groep.


Na de 'speciale stoet' ontvingen De Aalsterse Gilles later dat jaar ook een opmerkelijke uitnodiging. Eyeworks Film & TV Drama was voor Eén druk bezig met de verfilming van ‘Het goddelijke monster’, gebaseerd op het werk van Tom Lanoye.

Ze werden in eerste instantie door het productiehuis gecontacteerd omdat ze een gilleskostuum wilden gebruiken, maar uiteindelijk beleefden vier leden een uniek avontuur, waarbij ze hun uiterste best deden om acteur Johan Van Assche op een zo comfortabel mogelijke manier zijn rol te helpen spelen. Hij vond het onbegrijpelijk hoe de Gilles er in slagen om te bewegen, laat staan te dansen tijdens de stoet. Het gilleskostuum en de hoed waren naar zijn zeggen de meest intensieve en intense kledij die hij in z’n carrière al gedragen heeft.

Na een ijskoude carnaval van 2010 die zal onthouden worden als één van de gladste ooit,  kreeg de stad Aalst midden november fantastisch nieuws (hoewel men daar later nog wel over zou discutteren) ! 

In het Keniaanse Naïrobi besliste de UNESCO om het Aalsterse carnaval toe te voegen aan de lijst van Cultureel Immaterieel Werelderfgoed.  

Naar aanleiding van deze heuglijke gebeurtenis werd er in allerijl werk gemaakt van een heus volksfeest, hetwelk doorging op 26 november 2010 op de Grote Markt te Aalst en waar natuurlijk ook De Aalsterse Gilles van de partij waren. 
De barre weersomstandigheden maakten het jammer genoeg onmogelijk om de typische hoeden te dragen en voorts was er bij groep maar weinig begrip voor de syndicalisten van de Aalsterse brandweer die het optreden kwamen verstoren.
Ondertussen weet natuurlijk iedereen al dat de UNESCO-‘eer’ in 2020 mooi teruggestuurd werd naar de UNESCO authoriteiten, na een discussie over racisme en zelfs nazisme.
(over deze 'toestanden' is HIER meer te lezen)

2011 was in vele opzichten opnieuw een feestelijk jaar. Men vierde het 40-jarig bestaan op zondag onder begeleiding van een delegatie van het vendelkorps van Vredon.  

Maar het bleef niet bij de groep zelf. 
Onder andere bij AKV SchiefRechtOever wisten ze dat er een feestelijk jaar aangebroken was voor de Aalsterse Gilles en zo kwam het dat op maandag de beide verenigingen samen de stoet liepen.
Maar liefst 130 'Schiève' en ‘echte’ Gilles werden toen gevolgd door prachtige praalwagens met gillesfiguren. 
Het werd een uniek moment in de geschiedenis van de vereniging, … een eerbetoon dat daarenboven ook in muziek omgezet werd in het lied ‘Marie-Gilles’  
Geniet nog even mee : 


Amper twee weken later namen de Gilles deel aan het carnval in Menen.  Een hele logistieke uitdaging, welke succesvol afgerond werd. 
Tijdens de academische zitting ter gelegenheid van de viering van het 40-jarig bestaan van de vereniging ontvingen de leden een herdenkingsmedaille. 

In 2012 brachten ze een pin uit met het Belfort, een dansende gilles en een lachend wapenschild van de stad.

Het ontwerp was van Dennis De wolf, die al meerdere tekeningen gemaakt heeft voor het Aalsterse carnaval en in 20116 ook de prinsentitel in de wacht sleepte. De pins waren te verkrijgen met een zwarte en witte achtergrond.

In 2013 beslisten de Aalsterse Gilles, naar aanleiding van de zaak Geloeif Mè Goed, om over te schakelen naar een vzw.  
Zij mochten dat jaar ook de vastenavondpop maken. Het ontwerp werd getekend door André Van Schuylenbergh.
Er werd ook beslist om alle kostuums geleidelijk te vernieuwen.  

In 2014 kwam er al een nieuwe broek, en dat jaar maakte een Gilles ook deel uit van het nieuwe carnavalsdecor aan het stadhuis. Drie figuren, Kamiel Sergant, een Gilles en een Voil Jeanet, verschijnen elk uur op de gevel van het stadhuis in dit nieuwe decor. 
Ook in Brussel werden de toeristen verast op een portie ‘Gilles’ want Manneken Pis werd gehuld in de typische kledij. 


In 2017 werd een natte carnaval.  De bezemdans ging wel door maar de Gilles hadden niet de kans de pracht van hun kostuums en hoeden te tonen onder 'het regenfrakske'.
Later dat jaar traden ze, toen wel droog, op tijdens het Oilsjters Zangpalois van de Prinsencaemere.
Ook dat werd een memorabele avond. Hier enkele sfeerbeelden : 


In 2018 bracht men opnieuw enkele pins uit. 


2020 betekende een samenwerking met ‘Ravazjol’, die voor hen een Cocktail en een mocktail ontwikkelden.

Hier een filmpje gemaakt door CarnavalAalstKoentje tijdens de bezemdans van 2020. 


Tijdens de stoet was ook een als Gilles vermomde 'indringer' op te merken. Het bleek prinsj Dennis te zijn, die zowel tijdens de stoet zelf als na de bezemdans het beste van zichzelf gaf.


In 2021 viert de vereniging, die mee instaat voor het behoud van erfgoed en folklore, haar 50-jarig bestaan
Het was de bedoeling om tijdens de stoet de nieuwe goudkleurige ajuintjes mee te dragen op de hoeden.  Ze wilden ook de traditie van vroeger in ere herstellen door terug 1/3 witte hoeden te laten zien tijdens de optocht. En ook de verticaal gestreepte hoeden komen terug om het erfgoed te bewaren.

Nog in 2020 diende men ook afscheid te nemen van oud-voorzitter Urbain D’Haese. Hij overleed op 17/12.

Het werd dus allemaal een beetje een domper. De stoet in Aalst mocht door de coronamaatregelen niet doorgaan tijdens hun jubileumjaar, maar ... niet getreurd.

Om dit jubileumjaar in de verf te zetten, plande de vereniging wel allerhande andere activiteiten waaronder de lancering van het "Gouden Gilleske.”
Dat is een goudkleurig bier met een toets van ... appelsien natuurlijk.
Met kennis en liefde exclusief gebrouwen voor de De Aalsterse Gilles door brouwerij De Glazen Toren.

Naast het aankopen van pins of deelnemen aan het jaarlijkse eetfestijn van de vereniging kan men natuurlijk ook steunen door het aanschaffen van de speciale carnavalswijn die elk jaar op de markt komt. De innerlijke mens moet immers ook versterkt worden. 
Hierbij de editie uit 2017 ...

Op 18 oktober 2021 werd de organisatie officieel 'Koninklijke Maatschappij', iets wat door de corona-omstandigheden een beetje in de vergeethoek raakte. 

Op 20 maart 2022 waren de Gilles (en met uitbreiding vele Aalsterse carnavalisten) in rouw. Een groep Gilles uit Strépy (Wallonië) werd immers het slachtoffer van een zware aanrijding. 6 Mensen overleefden het ongeval niet, een tiental carnavalisten raakte levensgevaarlijk gewond. 
Het ongeval gebeurde heel vroeg in de ochtend gezien de plaatselijke folklore wil dat alle leden individueel afgehaald worden door de dus steeds groter wordende groep. Op het ogenblik van de aanrijding waren reeds zo'n 150-200 mensen op de straat. 
Gezien de verbondenheid van de Gilles met hun 'companen' verschenen er dus ook in het Aalsterse zwarte lintjes ten teken van rouw.

Op 21 maart 2022, nog onder de indruk van wat de voorbije dag was gebeurd, was het eindelijk zo ver. De Gilles mochten, na het uitstel van vorig jaar, eindelijk hun oorkonde 'Koninklijke Maatschappij' afhalen. 


Momenteel wordt de groep geleid door Marieke Leyssens (voorzitter), Kathy Van Nieuwenborgh (secretaris), Sarah Leemans (Penningmeester), Jonas Abbeel (verantwoordelijke ceremonie) en Francis De Naeyer (digitaal verantwoordelijke)


Bronnen :

aalstersegilles.be (oude en nieuwe website)
foto Ajuingilles collectie A.Van Schuylenbergh
foto Ware Gilles collectie Van Goethem
Facebook De Aalsterse Gilles
Facebook De Glazen Toren
filmpje Marie Gille via Birdierik YouTube
filmpje Bezemdans via CarnavalAalstKoentje Youtube
filmpje Oilsjters Zangpalois via CarnavalAalstKoentje Youtube
foto Reus Gustaaf via Carnavalaalstkoentje.blogspot.com
eigen foto's
De Voorpost speciale carnavalsuitgave van 1980
Brochure van de Gilles uit 1985
De Voorpost 4/1/1974 – 11/2/1983 – 27/1/1978
Het Nieuwsblad 30/8/2001 – 10/02/2012

maandag 7 december 2020

Dolfken de stadstrommelaar (Adolf Eeckhaut +1977)

 Adolf Eeckhaut … het zegt U hoogstwaarschijnlijk niets. 
Toch hebben de meeste Aalstenaars zeker al horen spreken over deze stadsgenoot. 


Adolf werd geboren op 14/07/1915 als zoon van Polydoor Eeckhaut en Maria De Gendt. Zoals bijna iedereen toen hadden ook zij klinkende bijnamen. Polydoor was ‘Polle va Stientjes’, moeder was ‘Mie Toespelle’ en Adolf werd ‘Dolfken van Polle va Stientjes’.

Dolfken was reeds van kindsaf altijd in een opperbest humeur. Niets kon hem eigenlijk schelen, en hij was zich nooit van enig kwaad bewust. Hij speelde trommel en trompet, zeer tot … euh … genoegen van de buren, die vaak de radio harder moesten zetten als Dolfken aan zijn ‘ouvertures’ begon. 
‘Een beetje simpel’ zoals velen hem zagen, maar het allerlaatste wat men kon zeggen over hem was dat hij idioot of dom was. 

Een eenzaat, dat was hij ergens wel, hoewel hij er wel voor zorgde dat iedereen hem wist wonen. Daarvoor had hij immers een groot plakkaat aan zijn deur (Pontstraat 44) opgehangen met daarop zijn naam geschilderd. Je kon er niet naast kijken. 

Dolf had zoals reeds gezegd zijn passie gevonden in de muziek, meer bepaald de trommel en de klaroen. 
Hij trad op als verzoek, maar wou hiervoor geen vergoeding. Een stuk chocolade was voldoende voor hem. Daardoor bleef het idee van de ‘simpele loodgieter’ natuurlijk bestaan, en kreeg hij ook wel eens de bijnaam ‘Zotten Dolf’.

Het hoogtepunt van het jaar voor Dolf was  telkens opnieuw de carnavalsstoet. Hier mocht hij immers steeds mee lopen, trommelend voor of achter het Ros Balatum. 

Later, we schrijven 1975, zouden de Draeckenieren er voor zorgen dat hij ook beschouwd werd als half-lid van hun vereniging, en van dat ogenblik af was het hek van de dam. 
Burgemeester-Draeckenier Marcel De Bisschop benoemde hem zelfs tot de officiële stadstrommelaar.

Dolfken, de stadstrommeleer” was een feit ...

Overal, maar dan ook letterlijk overal, kreeg men Dolfken te zien.
Op de Paardenzitting van de Draeckenieren zelf, tijdens prinsenverkiezingen, op jubilees, verjaardagsfeesten, officiêle inhuldigingen … Overal waar een trommel of klaroen nodig was, was Dolfken paraat. 

Onderstaande foto toont Dolf die, samen met prins Bob en keizer Kamiel in augustus 1975, een gepaste serenade bracht aan Marieke De Vos. 
De gelegenheid ? 
Marieke vierde haar 104e verjaardag en dat werd in de buurt natuurlijk goed gevierd.
 

Het enige probleem met Dolf was dat, eens hij begon te spelen, je hem niet gemakkelijk meer gestopt kreeg. Zelfs niet toen hij mee uitgenodigd werd aan tafel of op de receptie achteraf. 
Chocolade bleek het enige middel om hem waardering te tonen (en hem dan ook stilletjes te laten stoppen). Bier of andere sterke dranken drinken deed hij niet, dus met een biermand deed men hem ook geen plezier. 

Tijdens het optreden van de Aalsterse Gilles op het driekoningenfeest in 1977 schoot hij wel de hoofdvogel af. 

Dolf had plaatsgenomen op één van de lege stoelen die voorzien was voor de leden van het stadsbestuur.  Tijdens het eerste gedeelte van de show was het de ‘Actif Club’ die de pannen van het dak speelde. Vooral de trompettist maakte de muzikant in Dolfken wakker, en hij verdween.
Even later kwam hij echter terug en hij had gezelschap mee … zijn klaroen. 
Hij speelde vanuit het publiek mee met de fanfare van de Gilles en presentator Kamiel Sergant riep hem op het podium. Hij mocht een zelf gekozen nummertje brengen en dat werd ‘Napoleon’, waarmee hij de hele zaal enthousiast liet mee applaudisseren. 


Ambiance ten top … maar hij kon natuurlijk weer van geen ophouden weten. Het applaus van de toeschouwers en – top of the bill – een kus van de bloemenfee maakten dat hij maar bleef spelen. Het was toen – net niet hardhandig – dat Kamiel hem persoonlijk van het podium moest sturen, anders was hij misschien nog bezig. 

Hij kreeg van de Prinsencaemere wel een ereteken om hem te bedanken voor zijn tomeloze inzet voor het Aalsterse carnaval. Dat dit wel degelijk om een belangrijke erkenning ging, blijkt uit de andere laureaten die dezelfde erkenning kregen : de ajuinboer, de gilles, de oude garde, … Een indrukwekkend lijstje, waar hij maar al te graag deel van uitmaakte. Want dat is waar hij het om deed, de mensen plezier bezorgen met zijn muziek.

Aan elk liedje komt natuurlijk een einde, en dat spijtige einde kwam ook voor Dolfken veel te snel. 
Bij het oversteken in de Pontstraat, waar hij woonde, werd hij op 7 maart 1977 gegrepen door een auto en hij overleed aan zijn verwondingen. 

De woning van Dolf bleef staan en verkrotte snel...
Op deze foto uit 1977 is zijn huisje nog te zien (het hoekhuis, helemaal rechts zien we de pastorij van het Begijnhof) 

Enkele jaren later werd het pand opgekocht en kwam er nieuwbouw (winkel, studio en appartementen)
 

In memoriam Dolf … 

Hij zal geen groots standbeeld krijgen, waarschijnlijk zal er ook nooit een straat naar hem genoemd worden, maar Dolf blijft verder  leven in de harten van vele Aalstenaars. 
Hij die blij werd van een handdruk, een applaus, een stukje chocola … 
Hij die vrolijk werd toen hij een krant kreeg, of een frisdrank …
Hij die tevreden was, gewoon om ‘er bij te zijn’ …

Een jaartje later kende Aalst de oprichting van ‘De Tettemoesjen’, een carnavalsgroep met zo’n 15-tal leden. 
Een grote wagen konden ze, wegens te weinig geld in kas, jammer genoeg nog niet bouwen, maar ze brachten toen wel een ode aan Dolfken. Het werd een klein met de hand getrokken wagentje waarop de stadstrommelaar ‘zijn ding’ deed’ …


In 2015 kreeg Dolfken wel nog een grote erkenning in de vorm van ‘e linjeken’ van de Moikes
Zij staken dat jaar bij hun aftelkalender deze lintjes met als onderwerp enkele Aalsterse volksfiguren, waar natuurlijk ook Vosse Kilo, Poesjkapelle en Zwet Lowieken behoorden. Het was Dennis De Wolf die de tekeningen maakte hiervoor.


Een ‘Last Post’ voor Dolf is het minste wat hij verdient …  jammer genoeg zullen deze noten nooit meer uit zijn klaroen komen …

Over Poesjkapelle is HIER meer te lezen.
Over Zwert Lowieken is HIER meer te lezen.
Over de Pontstraat is HIER meer te lezen.



Bronnen

De Voorpost 8/9/1975 – 8/8/1975 – 4/3/1977 – 21/1/1977 – 11/3/1977 – 18/3/1977 – 13/1/1978
carnavalaalstkoentje foto De Tettemoesjen     
carnavalslintje.be
foto huis via MadeInAalst      
Overleden karnavalisten via MadeInAalst

zondag 6 december 2020

Phara De Aguirre

Bij het vernoemen van Pharaïlde (ofte Phara) de Aguirre denken jullie hoogstwaarschijnlijk niet meteen aan Aalst. Toch is er wel degelijk een rechtstreekse link … Phara is immers een ‘Oilsjtenes’.


Hoewel geboren in Aalst en in haar jeugd wonende aan de H Hartlaan, doet haar naam het wel degelijk anders vermoeden.
En dat klopt inderdaad, haar roots liggen in Spaans Baskenland.
Haar vader, Josu De Aguirre, kwam tijdens de Spaanse burgeroorlog als vluchteling in 1937 op 10-jarige leeftijd naar België. 
Hij huwde Leona De Boeck, en op 26 maart 1961 werd dochter Phara geboren.
Phara had maar liefst 8 broers en zussen : Miren, Adriaan, Sabin, Paul, Aintzane, Gotzon, Monique en Zurine.
In de periode van 1970 tot 1990 was vader Josu secretaris-generaal van het ‘Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs’ (VSKO)

De familie De Aguirre woonde op de H. Hartparochie, ‘oever ’t woter’ dus.

Phara ging al vanaf haar tweede naar school. Haar vader redeneerde immers in schooljaren en zette de kinderen eigenlijk een jaar te vroeg. Daardoor was ze natuurlijk altijd de jongste van de klas.

Vanaf het derde leerjaar (1968) ging ze dan naar ‘de grote school’ in '’t stad', de Dames van Maria, waar ze zes jaar de Grieks-Latijns volgde.
Hoewel de lat heel hoog gelegd werd, zowel op school als thuis, bewaart ze heel goede herinneringen aan die tijd.

'Sfeer' in een school was echter niet echt van die tijd. Zo kan ze zich niet herinneren dat ze de directrice ooit eens heeft zien lachen. 
Na zes jaar het bekende ‘spinozjerokje’ te hebben gedragen, heeft ze trouwens jarenlang geen groene kleren meer gekocht. Geen trauma’s, dat niet, maar ‘trop is te veel’. 

In die tijd, er waren toen nog ‘cijfers' en 'klasgemiddelden’, streed ze altijd om de eerste plaats, daarbij hevig aangemoedigd door haar vader.  Een ‘streverke’ dus eigenlijk …

Een bijzonder figuur die ze zich nog goed kan herinneren uit die tijd is 'de Zjoebe', een priester die godsdienst gaf en eigenlijk E.H.Goebels heette. 
Hij stond altijd met zijn ogen dichtgeknepen voor de klas, waarschijnlijk om niet in de verleiding te komen door al dat opbloeiend vrouwelijk schoon. En ondertussen maar uitleggen wat er in de encycliek ‘Humanae Vitae’ stond en wat ‘periodieke onthouding’ betekende. 

Phara zat toen ook in de jeugdbeweging en zong in het schoolkoor ‘Halleluja’.  Niet omdat ze zoveel zangtalent had, maar omdat het koor eigenlijk meer een soort jeugdbeweging was. Zo gingen ze bijvoorbeeld op weekend, op kamp en op reis en omdat de repetities onder de middag soms wel eens uitliepen, mochten ze ook wel eens te laat in de klas komen. Niets dan voordelen dus.

Het werd haar thuis wel heel duidelijk gemaakt dat ze mocht combineren wat ze wou maar dat haar schoolwerk daar niet mocht onder lijden. Gelukkig voor haar heeft ze altijd makkelijk gestudeerd en waren haar ouders ook als de kippen bij als het op mensen helpen aankwam. Zo was de familie steeds paraat om te helpen bij bijvoorbeeld de Heilig Hartfeesten, eetfestijn, ... 

De jeugdbeweging had trouwens een speciale plaats in haar agenda. In 1977 ontstond een nieuwe Chiro (meisjes-) groep op de H. Hartparochie. Op 23 december van dat jaar werd het doopfeest gegeven in de H.Hartschool (Geldofstraat) en onder andere Phara en Miren de Aguirre stonden in voor de begeleiding van de 8-14 jarigen. 

Toen ze op haar zeventiende naar de universiteit trok, twijfelde Phara tussen pedagogie en politieke en sociale wetenschappen. Ze wou ‘iets met mensen’ doen en nu beseft ze dat haar échte roeping eigenlijk in geen van beide lag. 
De keuze viel uiteindelijk op ‘pedagogie’ in Leuven

Na een korte tijd in een jeugdhuis in Kessel-Lo bleef ze nog 6 jaar aan de universiteit als assistent waar ze werkte aan een doctoraat over leer- en vormingsprocessen in nieuwe sociale bewegingen. 
Ze werkte dus eerst aan de universiteit, maar in 1989 gebeurde plots heel veel in de wereld. 

De Berlijnse muur viel, de situatie in Oost-Europa veranderde… en Phara begon stilaan te beseffen dat ze mee het nieuws wilde maken. Ze wilde zijn waar het nieuws gebeurde en niet op een stoel zitten waar niets te beleven viel. Dus schreef ze zich in voor het openbaar examen van de VRT, ook al was ze op dat ogenblik zwanger van haar derde kind.

Ze had het geluk om tussen twee ingangsproeven te bevallen, anders had ze het wellicht niet gehaald.
Ze haalde het dus wel, maar met in het achterhoofd toch wel ergens knagend dat als ze het op haar zeventiende geweten dat ze journalist zou worden, dan was ze wellicht een andere richting ingeslagen.  Geschiedenis, een vreemde taal, …   
Hoe meer inzicht je immers hebt in de oorsprong van dingen, hoe beter je nieuwe fenomenen kan begrijpen, interpreteren en uitleggen. 
En hoe meer talen je kent, hoe meer mensen je kan spreken en hoe meer meningen je kan verstaan.
 

In 1994 kon ze starten bij ‘Het journaal’, waarvoor ze in het begin buitenlandse beelden verzamelde en bewerkte.

In 1996 maakte Phara voor ‘Terzake’ een reportage over waarschuwingssymbolen in bepaalde tv-programma’s.
Ze vroeg zich af of deze programma’s wel geschikt zijn voor kinderogen en ze vond er niet beter op dan  daarvoor haar eigen kinderen en hun vriendjes te interviewen en hen ongefilterd geweld en seks te laten zien. Of ze daar wel goed over nagedacht had? Geen idee,  maar het werd wel een mooie en veelbesproken reportage.

Tijdens de dioxinecrisis moest ze als reporter wekenlang live verslag uitbrengen en reportages maken. Dat deed ze heel enthousiast, professioneel en op een journalistiek erg gewaardeerde manier.  Dat was Walter Zinzen, toen verantwoordelijk voor 'Terzake' niet ontgaan. Hij was er heilig van overtuigd dat Phara de geknipte persoon was voor de presentatie van het programma en na de zomer in 1999 was het zover ...
De VRT kondigde haar aan als de nieuwe presentatrice voor ‘Terzake’ en zo werd Phara de eerste vrouwelijke leading lady van ‘Terzake’.
Samen met enkele andere rolmodellen zoals Martine Tanghe en Frieda Van Wyck zorgde zij er mee voor dat de VRT niet langer meer een mannenbastion was.

Ze was geweldig onder de indruk van haar eerste stappen op de redactie, want al die mensen naar wie ze zo opkeek, stonden en zaten daar plots als haar collega’s. Het ging hier vooral over ervaren gerenommeerde journalisten zoals Bavo Claes, Martine Tanghe, Dirk Sterckx en de ploeg van "Panorama".
Ze was dus wel geïmponeerd, maar had ook heel veel goesting om zelf ook ‘de stiel te leren’.

Haar eerste nieuwsitem dat op antenne verscheen, was eigenlijk ‘maar’ een probeersel. Ze mocht meelopen op de redactie en een beetje oefenen met beelden. Toen ze een item gemaakt had over een experiment met mensen die in een serre gingen leven om na te gaan hoe zelfbedruipend ze konden zijn, bleek dit zo in de smaak te vallen van de eindredacteur dat het écht werd uitgezonden. 

De wet van Leo Stoops’ (eindredacteur) hielp haar om tussen het bos van informatie de bomen nog te zien. Hij raadde immers altijd aan om in een interview maar op 3 vragen te focussen :

        - "Wat is het probleem?” 
        - “Waar komt het vandaan?” 
        - “Wat gaat u eraan doen?"
 
Met die 3 vragen zou je eigenlijk elk onderwerp moeten kunnen behandelen. 

"Phara kreeg haar eigen stijl, ze ging ook naar buiten om andere mensen te interviewen en kreeg in 2001 ook de bekroning ‘HA!’ van Humo.

Haar eigen, gedreven, manier van interviewen en reportages maken, bezorgden haar wel eens de naam van ‘die vieze van "Terzake"’.

Op 19 maart 2003 was het Hugo Coveliers (toen VLD) die die mening zeker kon beamen. 
Een dag eerder had Phara hem via een straalverbinding de ‘would-be burgemeester van Antwerpen’ genoemd en dat zinde hem helemaal niet, wat hij die avond in de studio dan ook zonder omwegen en met heel wat verwijten heel duidelijk maakte.  

Phara bleef wat onzeker en van Dirk Sterckx kreeg ze te horen  ‘Je ogen beginnen pas te blinken als je je helemaal op je gemak voelt’. Bij haar duurde het een jaar of 2 vooraleer ze dacht: "Nu mag een lamp naar beneden vallen, ik red het wel"."

In 2006 werd bij haar een ernstige vorm van borstkanker vastgesteld, waardoor ze tijdelijk van het scherm verdween. 
Maar Phara kwam snel terug ... Ze maakte haar wederoptreden gedurende de campagne voor de federale verkiezingen van 2007 in het programma ‘Het Groot Debat’ op 3 juni 2007 op Eén, en die terugkeer betekende meteen ook een professioneel keerpunt. 
Na een jaar thuis voelde ze dat het tijd was om iets anders te gaan doen. De ‘Terzake’-ploeg draaide ook perfect zonder haar en ze was dus heel blij toen ze het voorstel kreeg om een laatavondprogramma te maken. Dat zou trouwens haar eigen naam ‘Phara’ meekrijgen.


Vanaf 7 januari 2008 presenteerde ze op Canvas dus met heel veel succes haar eigen praatprogramma samen met sportverslaggever Lieven Van Gils. 

Op 22 juni 2008 had ik zelf het genoegen om een dagje in het gezelschap van Phara te vertoeven. 
Maar liefst 7.500 mensen fietsen en wandelen toen in 7 Belgische steden ten voordele van projecten voor de bestrijding van kanker. 
Het evenement "Cycle for Life”, werd al voor de 5e keer georganiseerd, en dat in samenwerking met de pharmareus 'Roche'.
Deelnemende fietsers en wandelaars konden starten aan de universitaire ziekenhuizen in Leuven, Gent, Jette, Anderlecht, Luik, Yvoir en Antwerpen. Per locatie waren er wandel- en fietstochten van verschillende afstanden en ook randanimatie was voorzien.

Ikzelf was verantwoordelijke voor de wandelparcours en de opvang in Leuven en het was de sympathieke journaliste, die zoals al vermeld in het vorige jaar zelf met kanker moest afrekenen, die de vijfde editie, samen met Jan Hautekiet, op gang schoot. 


In 2009 was ze lid van de Raad van de Gouden Plaat in het Eén-televisieprogramma ‘Hartelijke groeten aan iedereen’ en op 27 maart 2009 en op 6 maart 2010 kreeg ze 'de Vlaamse Televisie Ster voor Beste Presentatrice' op het gala van de Vlaamse Televisie Academie.

Sinds 6 oktober 2011 werd Phara de Aguirre de presentatrice van “Panorama”, waarvoor ze ook reportages maakte.
Ze volgde William van Laeken op als anker van dit legendarische duidingsprogramma en 'Panorama' bleef ook in het nieuwe seizoen eigen onderzoeksjournalistiek combineren met de allerbeste internationale current affairs-reportages. Phara zelf maakte ook reportages.


Begin 2012 nam ze tijdens de afwezigheid van Martine Tanghe ook presentatiewerk bij 'Het Journaal' over, iets dat ze ook eenmalig al eens deed in 2003.

In 2013 pakte ze uit met ‘liefde in tijden van kanker’, een reportage die handelde over het taboe van seks na kanker, waar ze zelf dus ook een belangrijke getuigenis kon over afleggen.en werkte ze ook mee aan het jaaroverzicht op VIER. 
In twee van de twaalf afleveringen van 'Het Jaaroverzicht Live' op VIER, bracht  Phara samen met Gilles De Coster opmerkelijk gebeurtenissen van het jaar 2013 in herinnering.

In de zomer van 2014 volgde een nieuwe vervangopdracht als presentatrice van ‘het journaal’, ditmaal voor journaalanker Hanne Decoutere die begin juli haar eerste kind verwachtte.

Vanaf september 2015 was ze de presentatrice van ‘Koppen’, waarvoor ze eerder al reportages maakte en ook dan bleef maken. Ze verving daarmee Tim Verheyden die aan de slag ging bij ‘Het Journaal’, en daardoor stopte zij ook als presentatrice van Panorama.
In 2016 werd’ Koppen’ opgedoekt. 

Haar kankerervaring bleef aanwezig in haar leven. Op donderdag 5 mei 2016 (Hemelvaartsdag) organiseerde Spiridon, de Aalsterse loopvereniging, een solidariteitsloop van 100 kilometer ten voordele van Think Pink. Spilfiguur in dit evenement was Jan De Veylder, lid van Spiridon maar ook gekend als ‘Oizeren Zjang’. Hij probeerde om deze 100 kilometer volledig uit te lopen. Een indrukwekkend voornemen, dat vond ook Phara, en zij stemde dan ook maar al te graag in om meter te worden van deze actie.

Na de stop van ‘Koppen’ begon ze voor Canvas een programma te maken over vluchtelingen

Phara volgde hiervoor twintig mensen toen die in ons land aankwamen en bleef  hen de volgende jaren ook volgen om te zien hoe ze zich in een andere wereld redden en welke evolutie ze meemaakten. 
Het project duurde vijf jaar en is vanaf 24 november 2020 op tv te zien (Canvas)

De journaliste heeft een persoonlijke band met dit project. Haar vader werd in 1937, het jaar van het uitbreken van de Spaanse burgeroorlog, naar het buitenland geëvacueerd.

Asiel en migratie zijn thema’s die me al lang interesseren door de familiegeschiedenis van mijn vader. Hij is als tienjarig jongetje met twee broers in 1937 geëvacueerd uit de Spaanse burgeroorlog. Ik heb in het verleden voor Canvas de reeks ‘Weg van België’ gemaakt, over mensen die teruggestuurd zijn naar hun land van herkomst, en een Panorama-reportage over mensen zonder papieren. De asielcrisis in 2015 was een trigger om een nieuw project op te zetten. Het was een collega, Greet Nagels, die me het idee gaf om mensen vijf jaar lang te volgen.’ vertelde ze in een interview.

Vanaf midden 2017 was ze samen met Xavier Taveirne ook presentatrice van ‘De zevende dag’.

Na één jaar werd het duo echter reeds vervangen om Phara te kunnen inzetten bij de verslaggeving van de lokale verkiezingen in 2018.

Met haar wou men een verkiezingsprogramma op de buis brengen met een betrouwbare, ervaren en gedegen gastvrouw die zich in eerste instantie de vraag stelt : ‘Wat willen de kijkers en ik weten?’ en niet 'Wat willen de politiekers vertellen?' 

Vanaf januari 2019 is ze presentatrice van De Afspraak, dat ze afwisselend met Bart Schols zal presenteren.

Op 6 december 2019 overleed haar vader Josu de Aguirre y Otegui . 

Hij was Ere-secretaris-generaal van het Nationaal Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (1962-1992), Oud-medewerker van het Internationaal Bureau van het Katholiek Onderwijs, Oud-lid van de Vlaamse Onderwijsraad, Oud-lid van de schoolbesturen van het Lemmensinstituut in Leuven,
van het Sint-Vincentiusinstituut in Dendermonde, van de Humaniora Dames van Maria in Aalst en van de vzw Katholiek Onderwijs Land van Aalst, Oud-penningmeester van de Kerkfabriek van het Heilig Hart en, van de vzw Parochiale Werken Heilig Hart in Aalst. 

Op 04 december 2020 werd bekend dat presentator Xavier Taveirne van VRT NWS tot Kerstmis niet op tv noch radio te zien of te horen zijn of op de radio. Dat heeft hij zelf doorgegeven op Twitter. De reden is een infectie aan het strottenhoofd. 
Hij zal worden vervangen door … Phara …

Phara en haar man Luce Van Poeck zijn trotse ouders van vier kinderen. 
Sander, Eva, Jana en Robbe
Dochter Eva is ooit verschenen op de cover van het mannenblad Che … maar werd aangekondigd als Eva De Aguirre ipv Van Poeck. In 2017 vertrok ze voor een jaar naar Australië om rond te trekken. 

Het avontuurlijke van de moeder heeft ze dus toch ook meegekregen.

En de moeder ... hopelijk mag ze nog lang de politiekers op het rooster leggen, en mensen uitvragen over van alles en nog wat ... Ze doet zij dat heel goed !!!


Bronnen :

deredactie.Be
De Standaard 11/12/2013
Showbizzsite 23/2/2017
De Gazet van Aalst 1/4/1961 (geboortebericht)
De Voorpost 9/12/1977 – 15/9/1986
eigen foto 'Cycle for life' Leuven
charliemag.be 5/2/2019
nieuws.kuleuven.be
arijsbegrafenissen.be
persregiodender.be 27/4/2016
klasse.be
Twitterpagina Xavier Taveirne
Het Nieuwsblad 30/10/2020 – 15/10/2010
vrtfansite.be
vrt.be
vrt.be ‘dank u dat u bij ons was’
TV Visie 23/8//2011