Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label carnaval verenigingen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label carnaval verenigingen. Alle posts tonen

woensdag 9 december 2020

De Gilles ... De Aalsterse Gilles

In DIT artikel konden jullie al de geschiedenis lezen van de Gilles in het algemeen, alsook een uitleg vinden over het kostuum en de attributen. 

In DIT artikel werden de twee eerste Aalsterse Gillesgroepen, 'De Ware Gilles' en 'De Ajuingilles' besproken. 

Deze twee groepen stopten hun activiteiten en in 1971 werd 'de Aalsterse Gilles' gevormd zoals we deze tegenwoordig nog steeds kennen.
In 2021 werd de groep officieel 'Koninklijke Maatschappij'.


Toen in 1971 werd beslist om de Ware Gilles te ontbinden, was het onder leiding van toenmalig Volksvertegenwoordiger en schepen van cultuur Bert Van Hoorick dat er op 17 juni 1971 een nieuwe vereniging werd opgericht onder de naam ‘De Aalsterse Gilles’. Hij vond – terecht  dat deze mooie traditie niet mocht verloren gaan en stampte samen met oud-schepen Gustaaf De Stobbeleir een nieuwe ‘Gilles’-ploeg uit de grond.

De paperassen waren dus in orde op 17 juni 1971 en het eerste bestuur kon worden samengesteld. Dit bestond uit voorzitter Gustaaf De Stobbeleir, secretaris Joseph De Man, penningmeester Sylveer Aerssens, materiaalmeester Omer Sunaert en als gewone bestuursleden Els Ponnet, Rosa Van Gyseghem en Eric Roelandt.

Het lokaal werd ‘café ‘Bristol’ op de Grote Markt en het bestuur wendde zich onmiddellijk tot de bevolking van Aalst om financiële steun te verkrijgen.
De nieuwe vereniging wierp zich op als een culturele en folkloristische vereniging die oude tradities in ere wenste te houden, maar voor het onderhoud van en de aanschaf van nieuwe hoeden en kostuums waren natuurlijk ook ‘centjes’ nodig.

Op 9 september kregen de ‘nieuwe’ Gilles de dans aangeleerd terwijl voor het carnaval van 1972 te Binche een contract werd afgesloten voor de huur van hoeden en kostuums.
Tevens werden een postkaart met het Belfort en een gillespopje in volledige outfit te koop aangeboden.

In keurig uitgedoste kostuums en met weelderige pluimen hoeden op, waarvan 1/3 met witte pluimen, werd met 19 Gilles en 13 muzikanten deelgenomen aan de 44ste cavalcade. Onder het enthousiaste applaus van de menigte vergaten onze Gilles al gauw de enorme inspanningen die zij op korte tijd hadden geleverd en genoten van het wederoptreden van deze speciale groep. 

Hier een foto uit de stoet van 1972 met links Gustaaf De Stobbeleir, in het midden 'Gille' Sylveer Aerssens en rechts Joseph De Man.
 

Na dit eerste succesrijk optreden werd de werking van de vereniging veilig gesteld door de statuten welke voor zowel Gilles als muzikanten van kracht waren. Bert Van Hoorick en Gust De Man werden vereerd met het ere-voorzitterschap.

In het jaar 1973 groeide de vereniging uit tot 28 Gilles, 18 muzikanten, 6 appelsiendragers en 1 ceremoniemeester. Van dan af aan droegen de muzikanten ook een klein hoedje, getooid met struisveren en voerden de dansers voor de eerste maal de bezemdans op met hun rijsbos ofte heksenbezem. 
Hier een foto uit 2016 op dewelke de hoedjes van de muzikanten duidelijk te zien zijn.
  

1973 betekende ook de uitgifte van een 'linjeken', naar analogie van de andere carnavalsgroepen. 


Ook werd het Aalsters Gilleslied aan de wereld voorgesteld. Dit lied werd geschreven door Odilon Mortier die met zijn orkest al heel wat grote namen mocht begeleiden, en er vanaf dit jaar ook de Gilles van Aalst mocht aan toevoegen. 
Over Odilon is HIER meer te lezen.
Geniet nog even mee van het lied ...


Naar aanleiding van de Dirk Martensfeesten (500 jaar ‘Zwette Maan’), waarbij ook in september werd opgetreden, werd een postkaart aangeboden waarop de ‘Zwette Maan’ met enkele Gilles staat afgebeeld.

Tijdens de voorbereidende carnavalsactiviteiten van 1974 werd op het ‘Driekoningenfeest’ en de ‘Prinsenverkiezing’ voor het eerst de bezemdans gebracht. 
Dit gebeurde in een uitgangskledij bestaande uit een mantel in de Aalsterse driekleur. Daarbij werd een rode strik gedragen op een wit hemd en zwarte broek. Een rood-witte prinsenmuts getooid met fazantenpluimen maakte de outfit volledig. 
Ter gelegenheid van de 46ste carnavalsoptocht droegen de Gilles hoeden getooid met struisveren in de Aalsterse kleuren
Op caranavalsmaandag hielden ze hun bezemdans opnieuw, maar dan wel in Gilleskostuum. Ruim 400 kleine bezempjes werden het publiek in gemikt, en op het ogenblik dat alles verdeeld is, stopten de muziek en de dans.
Eind augustus werd er ook voor de eerste maal deelgenomen aan de ‘Aalsterse Avond’ onder leiding van Keizer Kamiel.

In het vooruitzicht van carnaval 1975 werd er voor de laatste maal een prentkaart uitgegeven. Op deze kaart werd de voltallige groep afgebeeld. Ook een zelfklever en medaille werden verkocht.
Dat jaar stapten 35 Gilles mee op.   
Nieuw waren de veelkleurige linten die de mandjes sierden en de samenwerking met de Prinsencaemere van Aalst waarmee ze de week na carnaval een bezoek brachten aan de rustoorden in het Aalsterse.

Onder het voorzitterschap van Gustaaf De Stobbeleir werd er een nieuw bestuur opgericht met Rony De Bruyn als secretaris/groepsleider en Yvette De Prez als penningmeester.

In het kader van het 5-jarig bestaan in 1976 organiseerden de Gilles hun eerste ‘Gillesnacht’ in café ‘Bistro’ op de Grote Markt. De eerste brochure welke rond de jaarwisseling werd verspreid gaf een overzicht van de gillesvereniging te Aalst en ze vroegen ook meteen om meer financiële steun. Een nieuwe medaille werd daarom aan de man gebracht. 


Tevens gingen dat jaar de eerste publieke repetities of ‘vooroptochten’ door. Deze vooroptochten gaan tegenwoordig ook nog steeds door, en mogen ook wel rekenen op enige interesse van de Aalsterse bevolking.  De Gilles doen deze tocht in gewone kledij, en in plaats van een verenhoed dragen ze een eigen, carnavalesk exemplaar.

In 1977 drong de vernieuwing van de uitgangskledij zich op. Om dit te realiseren was er uiteraard geld nodig en opnieuw werd er van deur tot deur verkocht. Zelfklevers en medailles werden aangeboden, maar de blikvanger was de nieuwe fonoplaat met tekst en muziek van Harry Pinky met als titel ‘De Gilles, de Gilles van Aalst brengen vreugd en plezier’.


Op het B-kantje stond 'Aalsterse Gilles nr 1-2-3-4-5, een potpourri (medley)

In 1978 ging de 50ste stoet door onder het goedkeurende oog van het vorstenpaar. 

Drie weken voordien, tijdens de prinsenverkiezing, bracht de vereniging in de Keizershallen een spetterende show over de historiek van de Gilles in Aalst. 
Voor deze show werden niet minder dan 70 kostuums, maskers, hoeden en instrumenten vervaardigd en zowel de toeschouwers, pers, het stedelijk feestcomité en het stadsbestuur loofden deze unieke opvoering. 
Gezien heel de geschiedenis belicht werd kwamen natuurlijk de primitieven, de inca’s, Azteken, Keizer Karel en de heksen aan bod. 
Deze laatsten moesten op bevel van een ceremoniemeester immers de grond vegen om als het ware de boze machten tot stof weg te vegen. 


De week voor carnaval werd voorzitter Gustaaf gehuldigd als medestichter van de eerste georganiseerde carnavalstoet in 1923.  
Een medaille met de beeltenis van de voorzitter werd uitgegeven en het stedelijk feestcomité stelde die avond Gustaaf aan als ‘strafhouder’ van de Aalsterse stoet. 
Bovenop dat alles werd er dat jaar ook een heuse reus gebouwd, een ‘reuze’ Gustaaf, die vanaf dan de Gilles zal vergezellen in de stoet. 'Reus Gustaaf' zou tussen 1978 en 2006 meelopen in de stoet.

 

Het reuzenlichaam was daarna echter volledig versleten en de vereniging gaf er de voorkeur aan om hun kostuums 'op en top' te houden. 
In 2011 werd het hoofd van De Stobbeleir wel hersteld, dus misschien zal hij ooit toch opnieuw zijn plaats vinden tusen de dansende Gilles? 

Het was echter niet enkel Gustaaf die werd geëerd, neen ook muzikantenchef Georges Schollaert werd voor zijn 50ste deelname aan de Aalsterse stoet in de huldiging betrokken.

Tijdens de stoet liepen de Gilles voor één keertje niet helemaal vooraan maar kregen ze het nummer 22 toebedeeld. Dit nummer was voorbehouden voor de groep die de rechtstreekse TV uitzending moest openen. 
Tijdens de receptie één week na de 50ste stoet werd een grote gillespop aan het vorstenpaar overhandigd.

In 1979 kreeg De Aalsterse Gilles een extra subsidie van de stad Aalst. Het departement ‘cultuur’ voorzag in een bedrag van 50.000 Belgische franken en het stedelijk feestcomité gaf de Gilles de kans om nieuwe inkomsten aan te boren met de introductie van het ‘Lentecontact’ en later ook op de ‘Jaarbeurs’ waar de vereniging een verbruikersstand uitbaatte.
In de gillesbrochure verscheen een artikel van Keizer Kamiel onder de titel: ‘Weir doen voesj’ en in dezelfde uitgave dankte voorzitter Gustaaf De Stobbeleir voor het groot geschenk, namelijk ‘zijn’ Reus Gustaaf.

Voorts werden er plannen gesmeed om een eigen outfit te ontwerpen. Maar liefst 101 kostuums en 32 gilles en muzikantenhoedjes werden er dat jaar vervaardigd. 

In 1980 werd ook een nieuwe versie van de bezemdans gebracht, en in die periode deden ze ook nog een rondedans op zondag- en op maandagavond.
Vanaf toen droegen ze trouwens een zonderling goudkleurig masker dat eerst uit kunststof werd vervaardigd.

Eén jaar later zou dit masker wegens de hoge slijtagegevoeligheid vervangen worden door een lederen variant.  
Een fonoplaat, met tekst en zang door Odilon Mortier, met als titel ‘Dansende Gilles op de markt, trots van alle ajuinen’ werd uitgebracht en verkocht.

In 1981 vierden De Aalsterse Gilles hun 10-jarig bestaan
Een 4-kleurenfolder werd uitgegeven in de ons omringende landen en een jubileummedaille diende dit heuglijke jaar te herdenken. Aangezien de uitvoering van deze medaille niet conform het ontwerp was, werd deze uiteindelijk niet uitgegeven. 

Er werd dat jaar aan de bezemdans ook opnieuw een bezemworp toegevoegd, wat het spektakel voor het massaal opgekomen publiek nog aantrekkelijker maakte. Zoals de naam al laat vermoeden worden er tijdens deze worp kleine bezempjes uitgeworpen. Deze kleine gelukbrengende bezempjes, die door de vereniging zélf worden vervaardigd, zijn sedertdien fel begeerde souvenirs. Zij worden enkel op maandagnamiddag tijdens Aalst carnaval te grabbel gegooid.

In 1982 werden er te Binche nogmaals 7 gilleshoeden aangekocht. Dit bracht het aantal hoeden van de vereniging op 39! 
Enkele trommelaars kwamen na een oproep via de media de vereniging versterken. maar het echte nieuws dat jaar was dat voorzitter Gustaaf De Stobbeleir zich terugtrok en later dat jaar opgevolgd werd door Urbain Dhaese.

Voor het eerst werd er ook buiten Aalst opgetreden. 
Het ‘testoptreden’ vond plaats te Beernem ter gelegenheid van de ‘Berenfeesten’. Dit optreden op zondag 13 juni bestond uit een optocht met medewerking van een 15-tal folkloregroepen, waaronder natuurlijk onze Aalsterse Gilles, maar ook Alkuone, de Steltenlopers van Namen en nog enkele andere volksdansgroepen.

De 55ste stoet in 1983 werd een ‘rotoptocht’! 
Het stedelijk feestcomité plaatste de Aalsterse Gilles toen helemaal achteraan in de stoet en ze kwamen ruim 20 minuten later dan de net voor hen gestarte groep op de Grote Markt aan.
Natuurlijk was er geen kat meer die nog naar hen omkeek, en ze kregen daarenboven ook nog een boete van 10.000 Belgische franken ... Allien in Oilsjt, inderdaad. 
De Gilles vroegen zich dan ook publiekelijk af ‘Wat hebben wij misdaan om zo behandeld te worden?’
Enkele maanden later zou Minister Marc Galle en de CSC De Rank het vermelde bedrag bijpassen.

De weken die daarop volgden, voerden de Gilles besprekingen met het College van Burgemeester en Schepenen en met het stedelijk feestcomité om betere voorwaarden te bekomen. Deze gesprekken resulteerden in een apart contract voor hun deelname aan Aalst Carnaval ... Ze zouden terug vooraan lopen en het tempo van de stoet aangeven ...


Op initiatief van het Belgisch Consulaat te Kaapstad, Zuid-Afrika, werden er in 1982 één en in 1983 twee Aalsterse Gilles uitgenodigd om hun medewerking te verlenen aan de activiteiten georganiseerd door de ‘Community Chest’. In 1982 werden ze vertegenwoordigd door Guy Van Malderen die in 1983 nogmaals de reis zou overdoen, samen met zijn broer Eric.
De opbrengst van deze evenementen ging naar de minder bedeelden van de Kaapse regio. 

1983 werd het jaar van de definitieve doorbraak van de optredens buiten Aalst. Zo werd er opgetreden te Clermont-Ferrand (F), Bagneux (F) en Sint-Niklaas. Een kleine delegatie nam zelfs deel aan het carnaval van Gabrovo te Bulgarije.

De eerste belangrijke uitstap van De Aalsterse Gilles vond plaats in mei 1983. Met een 90-tal leden werd toen naar Clermont Ferrand gereisd om er deel te nemen aan ‘Clermont-Ferrand en Fête’ met maar liefst 120 groepen!
De Aalsterse Gilles ontvingen er als enige deelnemende groep aan de cavalcade de ere-medaille van de stad.

Daags na hun terugkomst uit Frankrijk reisde een delegatie van vier Gilles naar Gabrovo te Bulgarije, ondertussen ook gekend als onze ‘zusterstad’. 
Op initiatief van wijlen burgemeester en schepen Marcel De Bisschop werden ze daar uitgenodigd om aanwezig te zijn op de ‘Septième Biénnale Internationale de l’Humour et de la Satire dans les Arts’. 

Buiten de afvaardiging van De Aalsterse Gilles was er ook een delegatie van het Aalsters stadsbestuur bestaande uit Marcel De Bisschop, Remi Van Vaerenbergh, Anny De Maght en haar echtgenoot Fons. Deze uitstap werd voor de gillesdelegatie een avontuurlijke maar vermoeiende onderneming. 

In 1984 traden ze op in Middelburg (NL) en ook tijdens de Gentse Feesten in eigen land waren ze paraat.
Het toenmalige Amylum steunde De Aalsterse Gilles en schonk 50.000 Belgische frank. 

De ‘Gentse Fiesten’ waren begin de jaren tachtig aan een heropleving toe. De Aalsterse Gilles werd uitgenodigd om zowel aan de openingsstoet als een de taptoe daags nadien deel te nemen, maar ze hadden blijkbaar echt geen geluk met hun optredens in België, want opnieuw zorgde het weer voor heel wat miserie. Tijdens de stoet dienden de Gilles herhaaldelijk hun hoed af te nemen en ’s anderendaags, tijdens de taptoe, waren zowel wind als regen opnieuw spelbreker.
Ondanks de ongunstige weersomstandigheden werd het optreden opnieuw een groot succes. De pers vermeldde o.a. ‘De Aalsterse Gilles stalen de show.’ 

Net voor de stoet van 1985 werden er opnieuw 6 hoeden aangekocht, ze telden er op dat ogenblik 45 en waren toen, na ‘Les Récaslcitrans’ te Binche, de grootste gillesgroep van ons land. Althans wat het aantal betrof.
Enkele dagen voor het Aalsterse carnaval overleed oud- en ere-voorzitter Gustaaf De Stobbeleir. Met toestemming van zijn familie stapte ‘Reus Gustaaf’ toch mee op in de stoet.

De uitstappen gingen door en door ... De Gilles werden overal bekend en gewaardeerd. 
Een belangrijke uitstap in de geschiedenis van de vereniging zou plaatshebben in augustus 1985. Toen trokken De Aalsterse Gilles naar Debrecen in Hongarije, om er deel te nemen aan de 16de ‘Viragkarneval’ of bloemencorso. 

Eerst werd er opgetreden in het cultureel centrum van Debrecen. Daags nadien namen de Gilles deel aan de ‘Viragkarneval’. Meer dan 250.000 belangstellenden langsheen het parcours vergaapten zich aan het spektakel en grabbelden gretig naar de voor hen zo zeldzame sinaasappels. Het werd een overdonderend succes.

Het daaropvolgende jaar werd er met man en macht gewerkt aan de vernieuwing van een twaalftal gilleshoeden. Maar liefst 250 tot 300 werkuren zijn er nodig om één hoed van een volwassen Gille te kunnen vervaardigen. 

Voor het eerst werd er ook opgetreden in Duitsland. Het was de stad Essen die werd bezocht tijdens de ‘Sport- und Musik Schau’. Tevens waren onze Gilles ook te gast in het Franse Amiens voor de jaarlijkse cavalcade.

Op 14 februari 1988 trokken De Aalsterse Gilles met 28 nieuwe, eigengemaakte gilleshoeden door de Aalsterse straten. 

De Duitse stad Düsseldorf vierde overigens dat jaar het 700-jarig bestaan van de stad en De Aalstenaars mochten er onze eer gaan verdedigen tijdens de befaamde ‘Rosenmontagszug’. 
Zij moesten hun optreden op maandag in onze eigen Ajuinenstad dus eens een jaartje laten voorbijgaan. 

Na het harde labeur om de hoeden te vernieuwen, was het in 1989 dan de beurt aan de kostuums zelf. 

Voor alle motieven werden matrijzen ontworpen. 
Lijnwaad, nylon, vilt, goudgallon en kant werden aangekocht en bij ambachtelijk schoenmaker Prosper Baele werden de tienduizenden vilten motieven uitgestansd. 
Vrouwelijke medewerksters en sympathisanten sloegen de handen in mekaar en begonnen te stikken en naaien alsof hun leven er van af hing. 
Honderden meters lijnwaad en vilt werden versneden tot maar liefst 110 kostuums
Duizenden meters nylonplissé werden omgetoverd tot 110 kragen en nog veel meer manchetten werden verwerkt. 
Eén kostuum vergde ongeveer 40 intensieve werkuren. 
Het werd een race tegen de klok maar reeds enkele weken voor carnaval 1990 waren alle kostuums afgewerkt en konden ze aan de pers worden voorgesteld.

In het jaar 1990 verlieten De Aalsterse Gilles vijf keer de stad om deel te nemen aan optochten, stoeten en parades. Zo bezochten ze Wandsworth (Verenigd Koninkrijk) tijdens de ‘Easter Parade’, Deurne (Nederland) met de ‘Bevrijdingsfeesten’, Saint Quentin (Frankrijk) met ‘Les Fêtes des Bouffon, nogmaals Hongarije met het ‘Viragkarneval’ te Debrecen en tenslotte Bagneux (Frankrijk) met ‘Les Fêtes des Vendanges’.

In 1991 mocht de vereniging 20 kaarsjes uitblazen
Een medaille werd uitgegeven en op vrijdag 25 januari namen de Gilles deel aan het ‘Europees carnavalweekend’. 
Dat jaar waren er ook opnieuw enkel optredens in Nederland. Te Dordrecht met een straatparade in het centrum van de stad, te Meppel naar aanleiding van ‘Donderdag Meppeldag’ en in Zutphen voor de ‘September Feestweek’.

1992 werd een minder prettig jaar. 
De vilt, die in de nieuwe kostumering zat verwerkt, bleek jammer genoeg van zeer slechte kwaliteit te zijn en diende te worden vervangen, wat naast een financiële opdoffer ook nog eens voor extra véél werk zorgde.
Het jaar daarop ging er daarenboven slechts één optreden door, namelijk te Nederland tijdens ‘Jeugd Olympiade Valkenswaard’, waardoor het budget natuurlijk wat in de knoop geraakte. 
Gelukkig waren er in de loop van 1994 opnieuw 3 uitstappen vermeld in de agenda. Het ging deze keer om de ‘Folklorefeesten’ te Middelburg, de ‘Internationale Zomerfeesten’ te Nijmegen en de ‘Uitmarkt’ te Amsterdam.

In 1996 mocht de vereniging alweer vieren! 
De Aalsterse Gilles bestond toen al 25 jaar en in de feestzaal van het stadhuis ging een feestzitting door. De aanwezigen ontvingen een herinneringsmedaille overhandigd en enkele verdienstelijke sponsors en medewerkers kregen het ‘gillesbeeldje’ toegekend. 
Paul Van Der Cruycen en Rony De Bruyn werden in de bloemetjes gezet voor 25 jaar onvermoeibare inzet voor de vereniging. Beiden kregen een groot tinnen bord met hun silhouet in verwerkt en ook Frans Wauters en Urbain D’Haese kregen het door Stefan Roels ontworpen beeldje .
Op carnavalmaandag werden zo’n 350 bezempjes te grabbel gegooid en er waren ook 25 gillespoppen te winnen.

Ruim 2 maandan later traden de Gilles op tijdens de Aalsterse ‘Topdag’. De groep hield de hele dag een actie onder het motto ‘Solidair Oilsjt’. De opbrengst van de verkoop van gillespoppetjes, zijne 100.000 Belgische frank werd een week later overgemaakt aan de vzw ’t Nest, een vereniging die instaat voor de opvang van kinderen.

In het jaar van de 70ste carnavalstoet van Aalst trokken De Aalsterse Gilles nogmaals naar Debrecen voor het traditionele ‘Viragkarneval’ en de ‘Bierfeesten’. Net voor de rondreis naar Hongarije vond er nog een optreden plaats te Aalten, Nederland, tijdens de ‘25ste Volksfeesten’ te Haaksbergen naar aanleiding van de ‘Meimarkt’ en te Velp ter gelegenheid van de ‘Velleper donderdag’.
Ondervoorzitter Marleen Meert ontving het tinnen bord voor 25 jaar medewerking

De Aalsterse Gilles vierden in 2001 hun 30-jarig bestaan. Een pin, medaille en een jubileumbeeldje werden te koop aangeboden
Op zaterdag 16 juni ging daarenboven ook nog de ‘Dag van De Aalsterse Gilles’ door, met verschillende optredens in de namiddag.

In augustus 2001 hoorde men het in Keulen donderen. 
Allez, niet in Keulen, maar eigenlijk in het naburige … derp d, inderdaad. 
Het waren immers De Aalsterse Gilles die op donderdag 30 augustus 2001 een deeltje zouden zijn van de 35ste ‘Reuzenommegang’ 

Op die dag ging immers de middeleeuwse Katuit door de kermisvierende straten van het stadscentrum. De Gruete Mannen 'Indiaan', 'Mars' en 'Goliath' nodigden uit op hun feest. In Dendermonde genieten deze reuzen een bijna evenwaardig statuut als het Ros Beiaard zelf. Voor hen wordt de stoet gebouwd en komen de duizenden op straat.
Met de aanwezigheid van de jarige Aalsterse Gilles herinnede Katuit dat jaar aan de folkloristische strijd tussen de twee Dendersteden.

Terwijl de ‘Draeckenieren’ bij aankomst van De Aalsterse Gilles op de Markt van Dendermonde hun tranen al welig lieten vloeien (misschien zelfs een tikkeltje overdreven), verdachten de Dendermondenaren de Ajuinen er ondertussen van hun ‘Katuit’ toch wat te hebben gesaboteerd aangezien de stoet wat vertraging had opgelopen. 
Tja, wat wil je, een Aalsterse groep uitnodigen om een evenement te openen in Dendermonde … Da’s vragen om miserie natuurlijk.

De miserie werd wel wat verlicht door het feit dat de Oilsjteneers maar liefst 25 000 appelsienen meegebracht hadden voor de ongeveer 20 000 toeschouwers, en neen, daar scheelde niets mee. 
Bezie het als een geschenkje van de sympathieke geburen.


In 2004 vond te Veghel, nabij Eindhoven, voor de eerste maal het ‘Slokdarmfestival’ plaats. De meeste activiteiten stonden er in het teken van eten en drinken, vandaar de naam van dit festival. Het prachtige weer en de nieuwsgierigheid naar dit nieuw cultureel evenement bracht heel wat volk op de been. Onze Gilles dienden zelfs één per één tussen de toeschouwers te dansen!

In 2005 kreeg Rony De Bruyn af te rekenen met een flinke dosis pech. Vlak voor het Aalsterse carnaval werd hij gegrepen door een wagen aan de drukke rotonde ‘Den Haring’. Hij hield er een stevig gekneusd en pijnlijk been aan over, op zich niet zo heel erg, maar het werd wel de eerste keer in 34 jaar tijd dat hij niet deelnam aan de carnavalstoet.

Gelukkig vielen er in 2005 ook positieve punten te onthouden. Zo vond er een prachtig optreden plaats in het heuvelachtige Wiltz in het Groot-Hertogdom Luxemburg naar aanleiding van het ‘Génzefest’. De zomerse temperaturen in combinatie met een aantal pittige hellingen vormden een euh ... 'ideale mix' voor de 'luchtige' kostuums. Het publiek genoot echter met volle teugen van het optreden en die voldoening maakt het telkens weer waard om die zware pakken en hoeden opnieuw uit de kast te halen.

Enkele maanden later mocht De Aalsterse Gilles alweer uitrukken. Deze keer werden ze ontvangen in het Nederlandse Middelburg die hun jaarlijkse ‘Braderie’ vierden met deze keer als thema ‘Platteland in de stad’. 
Bij het aankleden bleek echter dat door een logistiek foutje de kragen niet meegenomen waren.
Die waren onmisbaar en dienden dus met spoed uit Aalst te worden overgebracht. Daar de vereniging niet over een helikopter, vliegtuig of telegeleide projectielen beschikt, bood Pascal Buyens zich aan om met de wagen naar Aalst te rijden en deze zo snel als mogelijk te bezorgen. 
Met enige vertraging kon het optreden alsnog doorgaan … maar … achteraf bleek ook dat de bezempjes, die tijdens de bezemworp te grabbel worden gegooid, eveneens in Aalst waren achtergebleven! 
De inwoners van Middelburg hebben dan ook een unieke bezemdans met sinaasappelworp te zien gekregen. Iets wat later nooit meer is voorgevallen.

Na het Aalsterse carnaval in 2006 begon De Aalsterse Gilles aan haar 35ste jubileumjaar. 
Toch zal dat jaar de geschiedenis in gaan als het laatste jaar waarin ‘Reus Gustaaf’ in de stoet te bewonderen was. Omwille van de hoge restauratiekosten aan de rieten mand en de toentertijd bestaande logistieke problemen om de ‘Reus’ te stockeren, werd er besloten om ‘Reus Gustaaf’ definitief te ontmantelen.
Aan het eind van het 35-jarig jubileumjaar trok voorzitter Urbain D’Haese zich terug als voorzitter met  bestuursleden Martine Renard, Paul Van Der Cruycen en René De Nys in zijn zog.

Een nieuwe bestuursploeg werd aangesteld waarbij ook resoluut voor de ‘verjonging’ gekozen werd
Het nieuwe bestuur bestond uit Oscar Abbeloos, Marleen Meert, Rony De Bruyn (voorzitter), Nicole De Cuyper, Pascal Buyens en Bruno Temmerman (secretaris), Chris Lanckman, Kathleen Van Nuffel, Eric Van Malderen, Jean-Pierre De Wolf en Vincent Laurent.

Het jaar 2007 kondigde zich onheilspellend aan. De Aalsterse Gilles diende voor het eerst in vele jaren immers een nieuw onderkomen te zoeken. Ze werden genoodzaakt om kostumering, hoeden, trommels… onder te brengen in enkele garageboxen ter hoogte van de Parklaan in afwachting van ‘iets beters’. Daar de struisveren hoeden echter heel gevoelig zijn aan stockage in een te koele ruimte, mocht deze situatie niet te lang aanhouden. 
Er werden dat jaar geen uitstappen gepland en ook enkele bestuursleden hielden het voor bekeken. 

Hoe somber de toekomst er voor de vereniging ook mocht uitgezien hebben, hoe beloftevol 2008 begon. Er werd een nieuwe, verwarmde, locatie aangetroffen in de buurt waar ooit De Ware Gilles opereerde. Een meer symbolische plaats kon De Aalsterse Gilles zich niet indenken. 
Er kwam ook een kleurige optocht op 31 augustus te Blankenberge waar ze er als ambassadeur van de stad Aalst mochten deelnemen aan de ‘Bloemencorso’ onder het thema ‘Corso à la carte’.
Aalst werd daar al enkele jaren vertegenwoordigd door AKV De Lodderoeigen. 

Midden november 2008 werd afscheid genomen van Rony De Bruyn. Hij was niet alleen de leider van een traditierijke vereniging, maar ook een geliefd persoon bij heel wat Aalstenaars.
Hij was secretaris sinds 1975 en had de algemene leiding in handen. De stoet in 2009 stond dan ook in het teken van dit overlijden. 
De hoed en het portret van Rony werden meegedragen door enkele leden van de groep.


Na de 'speciale stoet' ontvingen De Aalsterse Gilles later dat jaar ook een opmerkelijke uitnodiging. Eyeworks Film & TV Drama was voor Eén druk bezig met de verfilming van ‘Het goddelijke monster’, gebaseerd op het werk van Tom Lanoye.

Ze werden in eerste instantie door het productiehuis gecontacteerd omdat ze een gilleskostuum wilden gebruiken, maar uiteindelijk beleefden vier leden een uniek avontuur, waarbij ze hun uiterste best deden om acteur Johan Van Assche op een zo comfortabel mogelijke manier zijn rol te helpen spelen. Hij vond het onbegrijpelijk hoe de Gilles er in slagen om te bewegen, laat staan te dansen tijdens de stoet. Het gilleskostuum en de hoed waren naar zijn zeggen de meest intensieve en intense kledij die hij in z’n carrière al gedragen heeft.

Na een ijskoude carnaval van 2010 die zal onthouden worden als één van de gladste ooit,  kreeg de stad Aalst midden november fantastisch nieuws (hoewel men daar later nog wel over zou discutteren) ! 

In het Keniaanse Naïrobi besliste de UNESCO om het Aalsterse carnaval toe te voegen aan de lijst van Cultureel Immaterieel Werelderfgoed.  

Naar aanleiding van deze heuglijke gebeurtenis werd er in allerijl werk gemaakt van een heus volksfeest, hetwelk doorging op 26 november 2010 op de Grote Markt te Aalst en waar natuurlijk ook De Aalsterse Gilles van de partij waren. 
De barre weersomstandigheden maakten het jammer genoeg onmogelijk om de typische hoeden te dragen en voorts was er bij groep maar weinig begrip voor de syndicalisten van de Aalsterse brandweer die het optreden kwamen verstoren.
Ondertussen weet natuurlijk iedereen al dat de UNESCO-‘eer’ in 2020 mooi teruggestuurd werd naar de UNESCO authoriteiten, na een discussie over racisme en zelfs nazisme.
(over deze 'toestanden' is HIER meer te lezen)

2011 was in vele opzichten opnieuw een feestelijk jaar. Men vierde het 40-jarig bestaan op zondag onder begeleiding van een delegatie van het vendelkorps van Vredon.  

Maar het bleef niet bij de groep zelf. 
Onder andere bij AKV SchiefRechtOever wisten ze dat er een feestelijk jaar aangebroken was voor de Aalsterse Gilles en zo kwam het dat op maandag de beide verenigingen samen de stoet liepen.
Maar liefst 130 'Schiève' en ‘echte’ Gilles werden toen gevolgd door prachtige praalwagens met gillesfiguren. 
Het werd een uniek moment in de geschiedenis van de vereniging, … een eerbetoon dat daarenboven ook in muziek omgezet werd in het lied ‘Marie-Gilles’  
Geniet nog even mee : 


Amper twee weken later namen de Gilles deel aan het carnval in Menen.  Een hele logistieke uitdaging, welke succesvol afgerond werd. 
Tijdens de academische zitting ter gelegenheid van de viering van het 40-jarig bestaan van de vereniging ontvingen de leden een herdenkingsmedaille. 

In 2012 brachten ze een pin uit met het Belfort, een dansende gilles en een lachend wapenschild van de stad.

Het ontwerp was van Dennis De wolf, die al meerdere tekeningen gemaakt heeft voor het Aalsterse carnaval en in 20116 ook de prinsentitel in de wacht sleepte. De pins waren te verkrijgen met een zwarte en witte achtergrond.

In 2013 beslisten de Aalsterse Gilles, naar aanleiding van de zaak Geloeif Mè Goed, om over te schakelen naar een vzw.  
Zij mochten dat jaar ook de vastenavondpop maken. Het ontwerp werd getekend door André Van Schuylenbergh.
Er werd ook beslist om alle kostuums geleidelijk te vernieuwen.  

In 2014 kwam er al een nieuwe broek, en dat jaar maakte een Gilles ook deel uit van het nieuwe carnavalsdecor aan het stadhuis. Drie figuren, Kamiel Sergant, een Gilles en een Voil Jeanet, verschijnen elk uur op de gevel van het stadhuis in dit nieuwe decor. 
Ook in Brussel werden de toeristen verast op een portie ‘Gilles’ want Manneken Pis werd gehuld in de typische kledij. 


In 2017 werd een natte carnaval.  De bezemdans ging wel door maar de Gilles hadden niet de kans de pracht van hun kostuums en hoeden te tonen onder 'het regenfrakske'.
Later dat jaar traden ze, toen wel droog, op tijdens het Oilsjters Zangpalois van de Prinsencaemere.
Ook dat werd een memorabele avond. Hier enkele sfeerbeelden : 


In 2018 bracht men opnieuw enkele pins uit. 


2020 betekende een samenwerking met ‘Ravazjol’, die voor hen een Cocktail en een mocktail ontwikkelden.

Hier een filmpje gemaakt door CarnavalAalstKoentje tijdens de bezemdans van 2020. 


Tijdens de stoet was ook een als Gilles vermomde 'indringer' op te merken. Het bleek prinsj Dennis te zijn, die zowel tijdens de stoet zelf als na de bezemdans het beste van zichzelf gaf.


In 2021 viert de vereniging, die mee instaat voor het behoud van erfgoed en folklore, haar 50-jarig bestaan
Het was de bedoeling om tijdens de stoet de nieuwe goudkleurige ajuintjes mee te dragen op de hoeden.  Ze wilden ook de traditie van vroeger in ere herstellen door terug 1/3 witte hoeden te laten zien tijdens de optocht. En ook de verticaal gestreepte hoeden komen terug om het erfgoed te bewaren.

Nog in 2020 diende men ook afscheid te nemen van oud-voorzitter Urbain D’Haese. Hij overleed op 17/12.

Het werd dus allemaal een beetje een domper. De stoet in Aalst mocht door de coronamaatregelen niet doorgaan tijdens hun jubileumjaar, maar ... niet getreurd.

Om dit jubileumjaar in de verf te zetten, plande de vereniging wel allerhande andere activiteiten waaronder de lancering van het "Gouden Gilleske.”
Dat is een goudkleurig bier met een toets van ... appelsien natuurlijk.
Met kennis en liefde exclusief gebrouwen voor de De Aalsterse Gilles door brouwerij De Glazen Toren.

Naast het aankopen van pins of deelnemen aan het jaarlijkse eetfestijn van de vereniging kan men natuurlijk ook steunen door het aanschaffen van de speciale carnavalswijn die elk jaar op de markt komt. De innerlijke mens moet immers ook versterkt worden. 
Hierbij de editie uit 2017 ...

Op 18 oktober 2021 werd de organisatie officieel 'Koninklijke Maatschappij', iets wat door de corona-omstandigheden een beetje in de vergeethoek raakte. 

Op 20 maart 2022 waren de Gilles (en met uitbreiding vele Aalsterse carnavalisten) in rouw. Een groep Gilles uit Strépy (Wallonië) werd immers het slachtoffer van een zware aanrijding. 6 Mensen overleefden het ongeval niet, een tiental carnavalisten raakte levensgevaarlijk gewond. 
Het ongeval gebeurde heel vroeg in de ochtend gezien de plaatselijke folklore wil dat alle leden individueel afgehaald worden door de dus steeds groter wordende groep. Op het ogenblik van de aanrijding waren reeds zo'n 150-200 mensen op de straat. 
Gezien de verbondenheid van de Gilles met hun 'companen' verschenen er dus ook in het Aalsterse zwarte lintjes ten teken van rouw.

Op 21 maart 2022, nog onder de indruk van wat de voorbije dag was gebeurd, was het eindelijk zo ver. De Gilles mochten, na het uitstel van vorig jaar, eindelijk hun oorkonde 'Koninklijke Maatschappij' afhalen. 


Momenteel wordt de groep geleid door Marieke Leyssens (voorzitter), Kathy Van Nieuwenborgh (secretaris), Sarah Leemans (Penningmeester), Jonas Abbeel (verantwoordelijke ceremonie) en Francis De Naeyer (digitaal verantwoordelijke)


Bronnen :

aalstersegilles.be (oude en nieuwe website)
foto Ajuingilles collectie A.Van Schuylenbergh
foto Ware Gilles collectie Van Goethem
Facebook De Aalsterse Gilles
Facebook De Glazen Toren
filmpje Marie Gille via Birdierik YouTube
filmpje Bezemdans via CarnavalAalstKoentje Youtube
filmpje Oilsjters Zangpalois via CarnavalAalstKoentje Youtube
foto Reus Gustaaf via Carnavalaalstkoentje.blogspot.com
eigen foto's
De Voorpost speciale carnavalsuitgave van 1980
Brochure van de Gilles uit 1985
De Voorpost 4/1/1974 – 11/2/1983 – 27/1/1978
Het Nieuwsblad 30/8/2001 – 10/02/2012

donderdag 1 oktober 2020

Feestcomité

Iedereen kent ze wel … De in blauwe jassen gehulde mensen die tijdens de carnavalsstoet alles in goede banen trachten te leiden. Soms te voet, soms met een brommertje, maar ze malen die dagen heel wat kilometers af.
 
Het Stedelijk Feestcomité (verder afgekort als F.C.) werd na WOI opgericht met de bedoeling om samen met het College van Burgemeester en Schepenen alle feestelijkheden in de stad Aalst te kunnen organiseren en coördineren. Het F.C. is een adviesraad, wat wil zeggen dat ze adviezen formuleren aan het College dat de eindbeslissingen neemt. In tegenstelling echter tot de meeste andere adviesraden, is het F.C. in het Aalsterse geval tegelijkertijd ook een organiserend comité. Ze zijn met andere woorden ook op het terrein aanwezig en nemen ook eigen beslissingen.
 
De leden van het Feestcomité worden aangeduid via de gemeenteraad … Via de politieke weg dus, en het is net dat wat sommigen al vele jaren tegen de borst stuit.
 
In 1902, toen er van het F.C. helemaal nog geen sprake was, werden de onpartijdige middenstandsorganisatie en haar afdeling Aalst-Voorwaarts opgericht.  
Zij organiseerden verschillende campagnes en evenementen om mensen naar de Aalsterse winkels te lokken en kunnen dus eigenlijk ook al wat beschouwd worden als een eerste versie van een feestcomité;
 
In navolging van Aalst-Voorwaarts werd op 19 februari 1920 de Stedelijke Commissie der Openbare Feestelijkheden opgericht, al waren de toenmalige leden officieus reeds actief geweest op de Sint-Maartensfoor van 9 november 1919.
 
Bij de oprichting bestond het Feestcomité aanvankelijk uit een kerncomité van amper drie personen: Alfred Kelders, Felix De Loose en Gustaaf De Stobbeleir.
 
In eerste instantie stonden enkel Aalst-Kermis, de 21 juli-viering en de Sint-Maartensfeesten op de agenda, maar één van de eerste officiële taken werd het organiseren van een bloemenstoet.
 
Om de Aalsterse middenstand te kunnen steunen, wou men ook al vlug overgaan tot het inrichten van een heuse carnavalstoet. Iets dergelijks zou veel volk naar de stad brengen, en waar volk is, kan worden verkocht.
Al gauw werd het drukker en drukker voor de drie ‘pioniers’ en het kerncomité werd uitgebreid met partijafgevaardigden van de verschillende politieke partijen uit de stadscoalitie van toen.
Het eerste feestcomité kwam zo onder voorzitterschap te staan van de schepen van Openbare Werken Valery De Valckeneer.
Alfred Kelders werd feestdirecteur, Felix De Loose secretaris en Gustaaf De Stobbeleir schatbewaarder.
 
Het was door wat inspiratie op te doen na een bezoek aan de carnavalsstoet in Binche dat de stad Aalst en het F.C. het ineens erg zag zitten om in 1922 ook van start te gaan met het plannen van een grote carnavalsviering in 1923.
Onder leiding van Alfred Kelders wou men absoluut het begrip ‘carnaval’ verder uitbouwen tot ‘iets groots’.
 
In januari 1923 maakten het Studiecomité van Openbare Feestelijkheden een lijst bekend met de verenigingen voor de eerste carnavalstoet van 11 februari.
Feestdirecteur Alfred Kelders, secretaris Felix De Loose, schatbewaarder Gustaaf De Stobbeleir en leden Kamiel Guns, Florent Vinck, Jozef Chevalier, Hector Cornand, Triphon De Smet, Achiel De Stobbeleir, Domien Gijsens, Mauritz Schouppe, Kamiel Van Den Bossche, Emiel Van Lierde en Gustaaf Van Nuffel kregen echter onverwachts tegenwind van burgemeester De Hert en enkele gemeenteraadsleden.
 
Wat was er gebeurd?
 
Er zou tijdens de carnavalsstoet voor 5 000 Frank prijzengeld uitgereikt worden. De burgemeester was echter niet aanwezig op de vergadering waarop dit beslist was en protesteerde hevig tegen deze beslissing.
 
Schepen De Windt, die wel aanwezig was op die bewuste vergadering,  en dus ook wist van deze beslissing, had deze persoonlijk in naam van het schepencollege goedgekeurd.
De procedures werden dus niet gevolgd, en de burgemeester verklaarde het idee van het prijzengeld voorlopig nietig.
Nadat de voorgestelde premies goedgekeurd werden door de afdeling ‘Financiën’ van de stad, werd het voorstel alsnog goedgekeurd op 23 januari 1923.
 
Het was gemeenteraadslid Lode De Smet die zijn nek uitgestoken had voor deze beslissing. Op de gemeenteraad overtuigde hij immers alle aanwezigen met zijn verklaring
 
door ieder jaar de organisatie te verbeteren en aan te passen, door telkens nieuwe en frisse ideeën naar voor te brengen, door publiciteit te maken en door het bevorderen van het gebruik van de tram en de ijzeren weg zal de cavalcade een bron van inkomsten zijn voor de Stad Aalst en voor alle Aalstenaars".
 
Financieel was dus alles in orde en organisatorisch verliep ook alles gesmeerd zodat op zondag 11 februari 1923 de eerste door de stad georganiseerde stoet door de straten van Aalst kon trekken.
 
Voor de vijfde editie kwam men met nieuwe ideeën op de proppen om meer toeschouwers te kunnen aantrekken. Vooral Alfred Kelders bleek de drijvende kracht in het Feestcomité. Hij bezocht verschillende carnavalsverenigingen in België om er contacten te leggen en afspraken te maken.
 
Vanaf 1926 werd een handelsbeurs georganiseerd die, samen met de winterfoor, de belangrijkste bron van inkomsten zou worden om carnaval te kunnen financieren en de toelage van de stad te kunnen optrekken.
 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er – logischerwijs - geen carnavalsstoeten georganiseerd.
Het feestcomité bleef echter wel bestaan. 
Hier een groepsfoto uit 1945 met de toenmalige leden :


Het grote succes van de stoet was natuurlijk jammer genoeg wat tenietgedaan door de oorlogsjaren en i
n 1950 telde men nog maar vier Aalsterse groepen (de Jacquetten, de Exentrieken, Kunst en Vermaak en de Ware Gilles).
Marcel De Bisschop schreef als stimulans een originaliteitsprijs uit voor de Aalsterse groepen en Henri Van de Perre, penningmeester van het Feestcomité, maakte reclame voor de Aalstenaars om deel te nemen aan de stoet.
 
Het feestcomité dacht er al in 1951 aan om in Aalst een prins carnaval aan te stellen.
Een soort feestleider aan wie voor de duur van de festiviteiten het symbolische burgemeesterschap zou worden verleend.

Het plan viel in goede aarde en ter gelegenheid van de vijfentwintigste officiële stoet kon het feestcomité in 1953 de eerste prins aanstellen, … Robert Renoncourt, voorzitter van de Exentrieken.

De man kreeg de titel Kakalaki I omdat hij in zijn stoffenhandel de kakistoffen steevast als kakalaki-stoffen benoemde.
Er kwam onmiddellijk kritiek omdat de titel van prins carnaval door het feestcomité werd uitgereikt zonder inspraak.

Pierre De Winter drong in naam van de Aalsterse carnavalisten aan om een verkiezing te organiseren en op voorstel van Gustaaf De Stobbeleir organiseerde het Verbond der Vaderlandslievende Verenigingen in 1954 de eerste echte prinsenverkiezing in zaal Madelon op de Grote Markt.

Frans De Boitselier werd op deze manier dus de eerste verkozen Aalsterse prins.
 
Ondertussen hadden de Aalsterse groepen zich verenigd in de Vereniging der Aalsterse Komische Groepen. Deze vereniging overhandigde een 12-puntenprogramma aan het F.C. en vroeg naar meer inspraak, een betere samenwerking en een vlottere communicatie tussen de organisatoren en carnavalsgroepen.
Er werd niet veel gehoor gegeven aan deze vragen en de vereniging verdween al heel snel uit de geschiedenisboeken.
 
In 1959 richtte voorzitter Gilbert Claus een speciale 'Werkgroep voor carnaval' op om nieuwe initiatieven en evenementen toe te kunnen voegen aan de traditie van carnaval. Uit deze denktank ontstonden het Driekoningenfeest, de Ajuinenworp en de Verbranding van Vastelauved.
Nog later werden daar de herdenking van de overleden carnavalisten, de rondgang in de rusthuizen, enz aan toegevoegd.
 
Over het tot stand komen van de Ajuinworp is HIER meer te lezen.

In 1961 werd de organisatie van de prinsenverkiezing volledig overgenomen door het F.C.. De wedstrijd veranderde hierdoor van de traditionele kostuumwedstrijd naar een wedstrijd waarbij ook de spraakvaardigheid en spitsvondigheid van de kandidaten belangrijker werd.
 
Enkele jaren later, in 1968, verenigden de Aalsterse groepen zich opnieuw in het Aalsters Karnaval Verbond.
Zij eisten een stoet die enkel uit Aalsterse groepen zou bestaan.
Het Feestcomité stond ook achter deze vraag, en zo kwam het dat de stoet van 1969 22 Aalsterse groepen en 12 fanfares telde.
De stoet zou vanaf dit ogenblik exclusief voorbehouden worden voor Aalsterse groepen.

Kamiel Sergant, voorzitter van het AKV, was daarenboven van mening dat Aalsterse groepen niks te zoeken hadden in stoeten van andere steden. Volgens Kamiel hadden de groepen meer dan genoeg met de subsidies die ze kregen van de stad Aalst, waardoor ze niet meer moesten deelnemen aan andere stoeten. Feestcomité-voorzitter Frans Wauters deelde in 1978 deze mening en er werd een verbod opgelegd aan de Aalsterse groepen om nog deel te nemen aan de zogenaamde ‘buitenstoeten’.
 
Marcel De Bisschop, toenmalig schepen van Feestelijkheden, kon zich echter helemaal niet vinden in de nieuwe regel en zette het F.C. zwaar onder druk om deze regel opnieuw te schrappen.
Het conflict escalleerde en Kamiel Sergant nam ontslag bij het AKV.
 
Marcel De Bisschop zei later dat het dankzij de PVV was dat de Aalsterse groepen hun vrijheid terug gekregen hadden. Frans Wauters voelde zich hierdoor zwaar op zijn tenen getrapt en kreeg daarbij ook openlijk steun van zijn partijgenoten Gracienne Van Nieuwenborgh en Roger D'Hondt. Hij voelde zich echter totaal niet meer gesteund door de overige leden van het schepencollege. Er was iets ‘gebroken’.
 
Tot 1971 was het zo dat het steeds een schepen was die werd voorgedragen als voorzitter. In dat jaar werd beslist om dit niet meer te doen, waardoor Fons Singelijn kon verkozen worden. 

In 1974 was er opnieuw wat 'riezje en krakiejl' in verband met het FC. 

Onder de titel 'De 11 juli-viering, het feestcomité en het schepencollege : een klucht' haalde men het feit aan dat er dat jaar, evenals het jaar ervoor trouwens, geen 11 juliviering geprogrammeerd stond. Het enige wat er te doen was in Aalst was een kaatswedstrijd op de Houtmarkt, ... tussen twee Waalse ploegen; 
Het schepencollege had de opdracht om het feest ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag te organiseren pas aan het begin van de maand doorgespeeld naar het Feestcomité. Veel te weinig tijd dus voor deze mensen om nog iets deftigs op poten te kunnen zetten. 

In 1984 werden de statuten opnieuw gewijzigd en werd het zo dat de schepen van feestelijkheden automatisch voorzitter werd van de adviesraad. De secretaris zou dan sowieso lid zijn van het administratief personeel van de stad. 

Het F.C. keerde in 1985 een beetje terug naar de oorsprong van het ‘promotie voeren’ om de bevolking naar Aalst te lokken en ook de middenstand te steunen.
In dat jaar voerden ze een heuse promotiecampagne met een autobus. De prijs die men betaalde voor een oude legerbus, kwam lager uit dan een hele trits aanplakborden zouden kosten. Vermits het comité ook zelf instond voor het vervoer, moesten ook daar geen kosten aan verspeeld worden.
Op die manier ging men de Aalsterse activiteiten ook promoten in de deel- en buurgemeenten.
Het was echter maar van korte duur want amper een paar weken later botste de bus op de gevel van een huis. Einde legerbus … einde promotiecampagne …
 
In 1989 veranderde men dit nogmaals de procedures en werd het opnieuw de gewoonte dat de voorzitter geen lid was van het schepencollege.

In 2001 werd de ‘Werkgroep Carnavalshallen’ opgedoekt en werd beslist dat het Feestcomité het beheer en de coördinatie van de carnavalswerkhallen aan de Hoge Vesten voortaan voor haar rekening zou nemen.
 
Ter gelegenheid van de 75ste stoet verscheen in 2003 volgend nominetje van het Feestcomité.
 


In 2008, ter gelegenheid van de 80ste stoet, werd Charlotje voorgesteld.
Deze levensgrote ajuin in de kleuren van de stad was een ontwerp van Gert Schatteman, die ook lid is van het feestcomité. Dat zelfde jaar werd ook de nieuwe versiering aan het Aalsterse station voorgesteld als het resultaat van een brainstormingsessie.
 
De stiksters, decorbouwers en ververs hebben weken werk gestopt in de mascotte en de stationsversiering. "Het is dus niet de bedoeling om deze mooie kunstwerken alleen dit jaar te gebruiken. De ontwerpen zijn zo goed gelukt dat de Aalstenaars nog jaren plezier zullen hebben aan Charlotje en het aangeklede station", aldus nog Nicole Ringoir, toenmalig voorzitster van het F.C..
 
Het jaar daarop, in 2009 liet het F.C. toch een klein steekje vallen toen Gert Schatteman de affichewedstrijd won. Deze winnende affiche bleek immers niet reglementair want er stond nergens vermeld dat het om de 81ste stoet ging, iets wat volgens het reglement een verplichte vermelding moest zijn. Dit werd niet opgemerkt door het Feestcomité noch het schepencollege en dus stond er dat jaar niet op de affiche vermeld over de hoeveelste stoet het ging.
 
De graag geziene en immer sympathieke voorzitster kon eigenlijk reeds in 2007 al haar afscheid aankondigen, maar de twee tegenkandidaten, Pierre van Acker en Dolf Ottoey trokken zich al voor de stemming terug, waardoor ‘ons Nicolleken’ nog wat kon/mocht/moest blijven.


Nadat zij het 18 jaar volgehouden had als voorzitter van het Feestcomité, volgde in 2013 het einde van een lange 'carrière' als voorzitster. Ze bleef wel nog 'aan de macht' tijdens dat jaar zodat 'den diensjt organizausje' nog kon blijven functioneren en carnaval van dat jaar nog werd voorbereid onder haar vleugels. Daarna volgde het begin van een woelige periode in de geschiedenis van het 'Fiejstkommetoit'.
 
In 2013 was het Christophe Troch (beter gekend als ‘de Floeren’) die werd aangesteld als voorzitter. Het zou een kort voorzitterschap worden want na 2 jaar hield hij het voor bekeken wegens ‘professionele redenen’.
 
"De stoet is altijd een beetje anarchie, maar het is goed dat we die anarchie een beetje begeleiden”, werd een belangrijke uitspraak naar aanleiding van het steeds maar later wordende aankomstuur van de stoet.
Om een vlotte doorstroming te kunnen bevorderen, schafte de stad de limiet voor het aantal ingeschreven groepen af. "
De groepen zouden zich ook compacter opstellen en kortere optredens geven om tijd te kunnen winnen. Daarom zullen ze ook niet meer aangekondigd worden op de Grote Markt, maar in voortgaande beweging en aansluitend voorbijtrekken. Op het traject zouden ook controleposten met sluizen geplaatst worden om groepen die zich niet aan de regels houden uit de stoet te weren.
 
In oktober 2015 verscheen het nieuws dat Open VLD op de eerstvolgende gemeenteraad een voorstel zou indienen om een einde te maken aan de politieke samenstelling van de adviesraad Feestcomité.
 
Het huidige Feestcomité is samengesteld op basis van de heersende politieke machtsverhoudingen en volgens Jean-Jacques De Gucht verhindert dergelijke structuur de onafhankelijke werking als adviesorgaan.

"De samenstelling van het Feestcomité maakt dat de aanbevelingen steeds op maat zijn van de meerderheid. Enkel door een politiek neutrale samenstelling in te voeren, garanderen we dat aan de huidige meerderheid kritische aanbevelingen kunnen worden gedaan. Een bijkomende bekommernis is dat de samenstelling nu maakt dat de werking van het Feestcomité te wensen overlaat", klonk het.
 
"De jeugdraad, de economische raad, ... die hebben allemaal geen politieke samenstelling meer", ging ook gemeenteraadslid Bart Van den Neste  verder. "en zo hoort het ook: een adviesraad moet in alle onafhankelijkheid dossiers onderzoeken en objectieve adviezen afleveren. De regels veranderen, kan pas vanaf volgende legislatuur, maar men kan nu al een intentieverklaring tekenen."

De opvolger van Christophe, Kenneth Van Lierde, hield het na één jaar al voor bekeken.
 
Het was een publiek geheim dat hij deze beslissing nam uit onvrede over het Stadsbestuur, dat inging tegen het Feestcomité en aan ‘vriendjespolitiek’ zou doen.
Het spreekwoordelijke ‘druppeltje’ was het feit dat in dat jaar de carnavalsgroep van de broer van onze burgemeester (’t Reigert) werd aangeduid om voor de pop te zorgen tijdens de popverbranding.
Het werd een welles-nietes spelletje maar voorzitter Kenneth besloot om een verontwaardigde brief te schrijven naar het stadsbestuur. De stad gaf toe en het ontwerpen van de pop werd toegekend aan ‘Beschomt’, maar er was iets gebroken ... exit Kenneth.
 
Binnen de politieke partijen werd het duidelijk dat de structuur van het Feestcomité veranderd moest worden, waarbij een apolitiek Feestcomité werd geopperd.
 
Dirk Verleysen, beter bekend onder zijn ‘koosnaampje’ ‘de sjampetter’ was de enige kandidaat om Kenneth op te volgen, waarna hij toch met veel enthousiasme gekozen werd tot de nieuwe voorzitter.

Hij wou in de eerste plaats zorgen voor een vlotte doorstart van het comité en dit om continuïteit binnen het comité te kunnen blijven garanderen. 

Het bleef eventjes stil omtrent het voorstel om de politiek te weren uit de feestbeslissingen, maar begin 2019 werd er in de wandelgangen toch opnieuw gefluisterd dat het stadsbestuur alsnog van plan zou zijn om het Feestcomité van 43 naar 21 leden terug te brengen én los te koppelen van de politiek. 
Men zou ook het Feestcomité willen hervormen en aanvullen met experten.

De leden van het Feestcomité dreigden hierop uit protest te staken met carnaval, maar dit kon vermeden worden.
Voormalig schepen van feestellijkheden, Ilse Uyttersprot, bedaarde de gemoederen een beetje en beweerde dat er nog niets beslist was. Ze benadrukte ook fel het enorme werk dat het comité altijd al verzet heeft en nog steeds verzet.
 
Uiteindelijk kwam in juli 2019 het nieuws dat er geen inkrimping zou komen van het Feestcomité, maar dat ze wel meer beroep zouden doen op experts bij het nemen van bepaalde beslissingen. Dat zouden mensen zijn die meer expertise hebben in bijvoorbeeld ‘affiches’.
 
Wel werd geopperd dat het wel eens mogelijk zou zijn dat de naam ‘Feestcomité’ zou verdwijnen.

Het feestcomité lag onder vuur, en dat was natuurlijk een goede reden om ook hen uit te beelden tijdens de stoet.
De groep “’t Beste Van De Stoet” speelde handig in op de situatie en trok door de Aalsterse straten met een apenkooi met apen, dierenverzorgers, apennootjes en bananen. Het feestcomité was immers een bedreigde soort geworden.
Wat in het Aalsters dan weer als “bedroigd soert” klinkt.


En aan het wzc Mijlbeek stond ineens een groep 'gele hesjes - ik protesteer tegen gehalveer'' die protesteerde tegen de halvering van het aantal leden van het F.C. De groep deelde ook affiches uit met de data van de 'afscheidstoernee' die het F.C. zou houden. Het werd uiteindelijk een leuke dag vol muziek en sketches in aanwezigheid van Prinsj Bart.
 
Van de vernoemde 'problemen' was niet echt veel te merken in het eerste kwartaal van 2020, het jaar dat het Feestcomité zijn 100ste verjaardag vierde.
In de stadsfeestzaal werd er op 15 februari een drink georganiseerd en voorzitter Dirk Verleysen verkondigde met trots dat er zonder carnavalisten en zonder groepen, simpelweg geen carnaval bestaat maar dat het Feestcomité hier toch ook zijn rol in gespeeld heeft.
 
Zonder het Feestcomité was er geen carnaval geweest hoe we het nu kennen, was er nog steeds een kostuumwedstrijd in plaats van een prinsenverkiezing, was er nog steeds een stoet met groepen van buiten Aalst en hadden we nooit een Driekoningenfeest, een ajuinenworp en een popverbranding gekend! Feestcomité, bedankt, 100 keer bedankt!”, waarop enkele ‘monumenten’ uit de geschiedenis zoals Enrico Le Clair en Nicole Ringoir in de bloemetjes werden gezet.
 
Burgemeester Christoph D’Haese bevestigde via een videoboodschap dat er het afgelopen jaar heel wat onduidelijkheid bestond over de toekomst van het Feestcomité, maar bevestigde ‘we gaan er nog wat jaren bijdoen’. Hij kon er op deze avond niet bijzijn omdat hij aanwezig was op de première van de musical ‘Daens’
 
Toch ook enige beroering over de affiche van 2020 die werd ontworpen door de 16-jarige Staf De Koninck.
 
De affiche was reeds vooraf in de media verschenen, wegens ‘niet geselecteerd’ door het Feestcomité maar wel geschikt voor het illustreren van een artikeljte ‘het sproeksken van d’affisj’ op de Facebookpagina van ‘Ajuintje’. 
Het Feestcomité had 8 affiches uit de ingestuurde ontwerpen gekozen, maar blijkbaar had het schepencollege 3 andere affiches ontvangen van de dienst communicatie. 
Hierdoor koos het college voor een affiche, die niet geadviseerd werd door het Feestcomité waardoor deze laatsten zich natuurlijk 'gepasseerd' voelden.
 
Werner Kinoo, die reeds 2 maal prins van Aalst was, maar die eerder dat jaar naast de overwinning greep, zou in de toekomst misschien wel voor wat extra vuur gaan zorgen als het nieuwe lid van het Feestcomité. Hij was reeds eerder actief in de adviesraad maar werd nu ook effectief lid en men hoopt hem als 'notoir carnavalist en carnavalkenner'  goed te kunnen gebruiken voor het aanbrengen en laten uitvoeren van nieuwe ideetjes.
 
Later in 2020, de coronacrisis was toen in volle gang, liet het Aalsterse Feestcomité weten dat men ideeën in verband met het afgelaste carnaval 2021 zeker wil mee bekijken.
Zij lieten weten dat ze zelf ook bezig zijn met het uitwerken van alternatieven, en willen ook andere meningen meenemen naar de adviesraad in verband met deze crisissituatie. Het afgelaten van de stoet was immers niet meer gebeurd sedert de oorlogsjaren. 
Speciale feiten vragen dan ook om speciale initiatieven natuurlijk.
 
Op 29/9/2020 verklaarde ex-prins Frank Van Rymenant op zijn FaceBookpagina :
 
Nor het schentj es het Fiejstcomitei ontbonnen, en bestoot dus vanaf naa nemiejr. 
Triesteg ver de enkelingen die er altoid stonden op elk evenement van Sintje Merten, resthoizen en Vastelauved. 
Met dank aan den einzelganger en mediagoile abzjaar, en via wel ingelichte bron me dienen abzjaar zou het ni voor zèn. Wordt vervolgd”.
 
Het bericht werd druk gedeeld via sociale media en werd vol ongeloof becommentarieerd.
Ongeloof ook trouwens in de eerste plaats bij verschillende leden van het Feestcomité zelf, die niets hiervan zouden vernomen hebben.
Het bericht werd beantwoord door Feestcomité-voorzitter Dirk met : “Wanneer het verspreiden van fake-news het enige is waar ze mee bezig zijn …” en nog diezelfde avond werd door de burgemeester tijdens de gemeenteraad bevestigd dat het feestcomité in elk geval blijft bestaan.
 
Een kwakkel van jewelste dus ? 
Of toch 'Waar rook is, is vuur' ?
 
Het zou jammer zijn na 100 jaar …

Wordt dus ongetwijfeld vervolgd …

Wat al sneller een vervolgverhaal kreeg, was het bericht op 20 maart 2022 dat Dirk Verleysen voortaan in de gemeenteraad zou zetelen en het Feestcomité dus moet verlaten. Men kan immers niet beide functies combineren. 
Gezien Caroline Verdoodt de politiek vaarwel zei en Maarten Blommaert schepen werd in haar plaats, was het de eerste opvolger, Dirk dus, die de functie van gemeenteraadslid zou opnemen.

Hij verklaarde : “Ik heb mij 9 jaar met hart en ziel ingezet voor het Feestcomité en carnaval, waarvan 6 als voorzitter. Het was dus geen makkelijke beslissing. Gelukkig is de opvolging in het Feestcomité verzekerd: er is meer dan genoeg talent om mijn plaats in te nemen. Ik zal de belangen van Aalst en van carnaval nu verder verdedigen met een ander petje, dat van gemeenteraadslid. Ik ben en blijf de Sjampetter
 
Exit Dirk dus ... 

Op 10/07/2022 kwam er witte rook uit de schouw. 

Voor het eerst sinds het afscheid van Nicole Ringoir komt er opnieuw een vrouw aan het roer van het Feestcomité in Aalst. Dirk Verleysen gaf de fakkel door aan Wendy Wauters (48), schooldirectrice in Haaltert en zot van carnaval.

Zij beleefde haar Vuurdoop in oktober dat jaar, toen Yordi zijn prinsentitel eindelijk mocht ontvangen. 

Hier nog even een lijstje met de voorzitters die het Feestcomité tot hiertoe kende :
 
2022- ...           Wendy Wauters

2016-2022       Dirk Verleysen
2015-2016       Kenneth Van Lierde
2014-2015       Christophe Troch
1995-2013       Nicole Ringoir
1989-1994       Odilon Mortier
1989-1989       Frans Wauters
1984-1988       Juliaan Vinck
1977-1983       Frans Wauters
1976-1976       André Dooms
1971-1975       Alfons Singelijn
1959-1970       Gilbert Claus
1954-1958       Arthur Cornelis
1948-1953       L. De Wolf
1946-1947       Alfons Berghman
1934-1934       Cesar Haelterman
1933-1933       Albert D'Haese
1928-1932       Alfons Bastiaens
1926-1927       Louis De Smedt
1925-1925       August Marcel
1923-1924       Albert De Windt
1919-1922       Valery De Valckeneer


Wie meer wil te weten komen over Alfred Kelders, kan HIER terecht. 

Voor alles omtrent carnaval klik je HIER


Bronnen :
 
Aalsters Accent 8/1/1985
De Voorpost 9/8/1985
Het Nieuwsblad 4/12/2001 – 22/10/2015
Persregiodender.be 13/1/2020
HLN 15/1/2019 - 3/6/2019 – 3/7/2919 – 16/2/2020 – 29/9/2016 - 20/03/2022
GVA 28/1/2008
Voor Allen 15/6/1974
Groepsfoto 1945 via MadeInAalst
De Morgen 9/1/2014
Radio2.be/oost-vlaanderen 16/1/2019
immatrerieelerfgoed.be
boekenventje.be
toyota-forklifts.be/over-toyota/nieuws/carnaval-aalst/
De Standaard 14/9/2007
aalstcarnaval.be