Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label frituren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label frituren. Alle posts tonen

dinsdag 6 februari 2024

Frituur ''t Stausjeploin' - Bij Freddy en Francine

Sedert 1932 kon je op het Statieplein terecht voor onder andere frietjes met stoofvlees, dé huisspecialiteit van frituur ‘Statieplein’. 
 

De uitbater van deze frituur, Philip Ruelens, trok te voet op met twee of drie grote jutte zakken geschilde aardappelen, die hij vervoerde op zijn fiets.
Twee zakken gestapeld binnen het kader en één zak steunende op de eerste twee en zijn stuur.
Bijna een circusattractie die hij blijkbaar toch steeds zonder kleerscheuren kon uitvoeren. 
Het zou nu gene waar meer zijn ... Zie je de frituristen al met fiets (of pedelec?) de stad doorkruisen om hun voorraad Bicky's, brochetten en zakken friet ter plaatse te krijgen? Neen hé?

Maar hoe is het eigenlijk allemaal begonnen? En gestopt?

Wel, het startte allemaal met de verkoop van ijskreem en kolen op ''t Stausjeploin'. Inderdaad, een heel rare combinatie.

In de winter werden vooral kolen uitgevoerd met paard en platte wagen. en in de zomer werd vanillecrème besteld met een zeer mooie kreemkar. 

In het tussenseizoen werden beide zaken uiteraard gecombineerd, en het was dus perfect mogelijk zijn dat,  wanneer hij in de namiddag in de straten rondreed met de ijskreem, zijn handen niet smetteloos wit meer waren ... 
Hij had dan dikwijls in de voormiddag al kolen geleverd ... 
Bij een ijsje moest je dan ook niet verwonderd zijn als er nog wat kolengruis aan het hoorntje hing.

De kleur van de kar was, in tegenstelling tot het roet, helder vanillegeel. Daarenboven was ze versierd met kleurrijke, in hout uitgesneden, figuren.
Echte kunstwerkjes waren die karretjes toen ... 

Boven de ijskreemhouders stonden twee glimmende geelkoperen ijsdeksels, ook al typisch voor 'die tijd'. 


In de onmiddellijke nabijheid bevond zich dan de frituur. Uit deze foto uit 1943 mag blijken dat die eigenlijk altijd al heel kleinschalig was. 


Beide, ijskar en frituur, waren uitgerust met grote houten wielen en werden toen nog getrokken door paarden. 

Het 'kotteke' was wel nog verplaatsbaar, maar er zijn op de foto's bijvoorbeeld geen sporen van gleuven meer zichtbaar, dus vaak zal dit niet meer gebeurd zijn.
De frituur bleef dus op haar vaste stek staan, maar de ijskar daartegenover werd daarentegen wel nog regelmatig verplaatst.

Ook op onderstaande foto uit midden jaren 50 is duidelijk deze mooie kreemkar te zien. Ook de taxi's hadden toen al een plaatsje op het plein.
 

Het kotje werd gemoderniseerd, maar is altijd 'een kotje' gebleven ... heel kleinschalig ... 

In 1964 kwam Freddy in de zaak, samen met zijn vrouw Francine. 

Er is eigenlijk nooit echt plaats voorzien geweest om de lekkernijen ter plaatse op te eten, of het moest tijdens de laatste jaren geweest zijn op één van de krukken die buiten gezet waren. 

Een detailfoto van hoe velen zich het frietkot zeker nog zullen herinneren, netjes gecentreerd tussen de aankomende en vertrekkende bussen. 
De dampen van de uitlaat waren toen nog geen probleem. Het feit dat we even moesten wachten op trein of bus ook niet.
En al helemaal niet omdat het wachten verlicht werd door de heerlijke frietjes met stoofvlees. 


Het frietkot moest na al die jaren in juli 2012 jammer genoeg plaats ruimen omdat het Statieplein volledig werd heraangelegd.
 
Zaterdag 28 juli 2012 stond uitbater Freddy Ruelens voor de allerlaatste keer in zijn frituur.
 
In een artikel van Het Nieuwsblad van 6/12/2008 vertelde Freddy het volgende :  
 
Mijn grootvader Philip begon hier in 1932′, vertelt Freddy Ruelens (67), die zelf sinds 1964 achter de frietketels staat. 
Ruim 75 jaar geleden was de frituur nog een eenvoudig, klein frietkot. Behalve friet met mayonaise of pickles kon je er een lookworst en een zure haring uit een bokaal krijgen. Dat was het zowat. Het uitgebreide assortiment aan vlees en kippensnacks bestond toen gewoonweg niet'.

Eigenlijk is het er altijd heel simpel geweest ... Veel last ondervonden Freddy en Francine daar echter niet van. De frituur aan het Stationsplein sprong immers niet alleen visueel in het oog.
Neen, in Test Aankoop en andere bladen kwamen de frieten van Freddy Ruelens ook altijd als één van de allerbeste uit de tests.
 

Heel lekker! Topfrietjes! Topbediening! Het stoofvlees is van het beste dat ik ooit al gegeten heb!

De recensies waren altijd heel goed, ik moet de eerste nog tegenkomen die me zegt dat het er tegengevallen was. 

Ondanks de goeie recensies moest het jammer genoeg ooit stoppen. Jammer genoeg gebeurde dit niet door pensionering of zo. Neen, het Stationsplein zou worden heraangelegd, en er bleek geen plaats meer te zijn voor een 'kotje' in het midden van het plein. 

Exit frituur dus ... 

Enkele foto's van de laatste momenten van het beroemde fritkot : 
   

Tijdens een interview met Aalst.tv maakte Freddy de laatste Bickyburger klaar. Hij was een man van weinig woorden, maar het afscheid viel hem duidelijk hard. "Erg, erg, erg", zei hij. En hij vervolgde geëmotioneerd: "Ik kan niet veel zeggen, ik ben een beetje... van mijn dingen jong."
 
Frituren bevinden zich tegenwoordig in een pand en zijn goed geïsoleerd, maar dat was niet het geval bij het 'frietkot' op het Statieplein. 
Dat was niet altijd makkelijk. Als het buiten vroor, was het ook koud in de frituur. En in de zomer was het heet, naast dat borrelende frietvet. 
En als het stormde, was het alle hens aan dek om 1. het aangeboden pak te kunnen aannemen en 2. de centjes te kunnen overhandigen zonder ongelukken.

"Maar we hebben hier altijd met veel goesting en plezier gewerkt", zei het koppel bij het afscheid. 

Na de sluiting in 2012, sloeg voor Freddy en zijn vrouw Francine, in 2013 opnieuw het noodlot toe. Nadat zoon Alain (49) eerder al besloten had om zelf uit het leven te stappen, werd het koppel dit maal getroffen door een hevige brand. 
 
Uit Het Nieuwsblad van 27 september 2013 : 
 
Een woning langs de Oude Dendermondsesteenweg in Aalst is onbewoonbaar nadat het dak gisteren in vlammen opging. Arbeiders waren er net een nieuw dak aan het leggen.
Het vuur ontstond omstreeks 13 uur op de bovenverdieping van het rijhuis van de 72-jarige Freddy Ruelens en zijn 68-jarige vrouw Francine Schoon, het echtpaar dat tot vorig jaar de populaire frituur Statieplein aan het Station van Aalst uitbaatte. 
Dakwerkers waren op dat ogenblik het dak van de woning aan het vernieuwen. 
Freddy was in de woning aanwezig op het ogenblik dat het vuur ontstond, zijn vrouw niet. Noch hij, noch de arbeiders raakten gewond. 

Dankzij de snelle interventie van de brandweer van Aalst bleef een deel van het dak en de twee benedenverdiepingen gespaard van het vuur. Het dakgebinte en het dak zelf aan de achterkant van de woning werden zo goed als helemaal vernield. 

De eerste en tweede verdieping van het huis werden gevrijwaard van de vlammen, maar er is veel rookschade en dus voorlopig onbewoonbaar’, verklaarde luitenant Carlos Schellinck van de Aalsterse brandweer. 
 
De bewoners werden opgevangen door de sociale dienst van de Aalsterse politie en moeten voor de komende dagen op zoek naar een vervangwoning. De verzekering van het koppel stelde een branddeskundige aan.
 
En het was nog niet alles. Een jaar later, begin november 2014, werd Aalst opnieuw opgeschrikt, dit maal door door het droeve bericht dat hun favoriete friturist de strijd tegen kanker had verloren. 
 
Freddy  (73) is op 3 november 2014 overleden. 
 
Hij heeft het nooit laten zien, maar reeds toen hij nog in de frituur stond, was Freddy al ernstig ziek. 

"Bloedkanker, waarvoor hij chemo kreeg. Toen hij nog werkte was hij wel nog niet zo erg ziek, het is pas beginnen te verergeren eens we gestopt zijn", vertelde Francine Schoon (69), zijn echtgenote. "Freddy was geen opgever, een echte vechter. Hij was verzwakt en maandag heeft hij tijdens een chemokuur complicaties gekregen."
 
"Het eerste grote verlies was eigenlijk al de familiezaak. De frituur stond van 1932 tot 2012 op het Statieplein in Aalst. De grootvader van Freddy was ermee gestart, later nam Freddy over, 49 jaar lang. Stoofvlees werd de specialiteit van het huis. Alain (de zoon van Freddy en Francine) was klaar om de zaak over te nemen".
 
"En toen was er geen plaats meer voor ons op het plein. Dat Freddy zou moeten stoppen was duidelijk. Hij was 71 en in behandeling. Als ze aan het plein wilden beginnen, moest de frituur weg en kon Alain ze ook niet meer verderzetten", vertelde Francine.
 
"Het ene drama volgt elkaar op sinds we weg zijn van het Statieplein", zegt Francine. "Je hebt dat niet in de hand. We hadden altijd gehoopt een beetje te profiteren van het leven nadat we waren gestopt met werken. Sinds ons pensioen is het hier het ene na het andere. Het mag echt niet zijn."
 

Bronnen

HLN / Aalst TV
erfgoedinzicht.be
Het Nieuwsblad 06/12/2008 - 27/09/2013
Foto 1943 via MadeInAalst
Foto met kreemkar en taxi's via MadeInAalst
Facebookposts
belgianfries.com

donderdag 16 april 2020

Duivekeetstraat

Op het Meuleschetteveld (meer info over de Meuleschettewijk HIER) stond vroeger de ‘Hoeve ter Meuleschetten’, ook ‘de Duyve Keete’ genoemd. In 1671 behoorde ze toen aan ‘mijnheere van Maasdam’ dus aan een du Bosch van het kasteel van Overhamme.
‘De Keete’ was het leen dat over 70 are eigen grond beschikte.

In de Middeleeuwen was het slechts uitzonderlijk toegelaten om duiven te houden. Het ‘duivenmelken’ behoorde dan ook tot de ‘heerlijke rechten’.
Duifhuizen trof men dus alleen aan op de goederen van de landheer en op de hofsteden van abdijen en kloosters.

Al vroeg werden hier dus duiven gehouden, men spreekt al over ‘het Duyfkensvelt’ in 1634, over ‘de Duyveceet’ in 1711 en over het ‘Duyfhuysvelt’ in 1751.
De Duyfkensveldwegel was in 1845 een kruiwagenweg van 1 meter breed en 325 meter lang.

De ‘duyvenkeet’ werd een ‘landmark’ en werd gebruikt om gemakkelijker aan t duiden waar iets zich bevond. Zo vinden we in april 1847 bijvoorbeeld “een land te koop, gelegen te Aelst-Schaerbeke, omtrent de Duyvenkeet …
In 1896 sprak men dan al over ‘de Duivekeetstraat’ hoewel het nog tot 1932 zou duren vooralleer de naamgeving officieel werd.
In die periode werden de duiven vaak ondergebracht in gemetselde gebouwtjes zoals bijvoorbeeld in de ‘Duivenhoeve’ te Koksijde. Zo telde de achthoekige duiventoren van Lo (1710) maar liefst 1132 hokjes.

Op andere plaatsen werd een toren van de omwalling ingericht als duiventoren : zo bijvoorbeeld 'de Vleet' in Hummelgem (Steenokkerzeel) en 'de Zeventorentjes' te Assebroek.

De romaanse duiventorentjes waren rond, de gotische vierkant en de latere exemplaren waren zes-of achthoekig. Soms waren ze gebouwd boven de monumentale inrijpoorten van de Hofstede zoals in het ‘Hof te Wakkere’ te Hofstade bij Aalst (verdwenen in 1955).


Een dergelijjke toren was meestal een symbool van supperioriteit. Er was dan ook een stoffelijk voordeel aan verbonden. Er was immers een regeling bepaald in de pachtakte waardoor de Heer en de pachter ieder de helft van de jonge duiven kreeg. Daarvoor moest de pachter ze in de winter wel blijven voeden. ‘s Zomers zochten de duiven zelf hun kost in de omliggende velden, wat natuurlijk niet echt in de smaak viel van de omringende boeren die een deel van hun zaaisel verloren zagen gaan.
De mest werd door de pachter gebruikt in de tuin en op het veld, vooral op het vlasland.

Na de troebelen van de zestiende eeuw ging het voorrecht te loor, en het houden van duiven (wat dan mogelijk was voor iedereen) werd een echte plaag. Daarom verschenen in de zeventiende en achttiende eeuw ordonnanties die “verboden dat niemant duyvencoten oft velteladden en houde” indien hij niet beschikte over minstens 9 bunder land (dit is meer dan 10 hectare).  Het houden van duiven werd dus opnieuw een monopolie voor de grootgrondbezitters.

De duiveketen waren iets minder monumentaal dan de middeleeuwse duiventorens. Een vierkant hok in timmerwerk met lemen wanden en een strodak, staande op de grond of op vier houten pijlers. 

Een dergelijk gebouwtje moet te midden van de ‘Duyvekeet van Meuleschette’ hebben gestaan, en ook het ‘Hof te Raffelghem’ bezat een duyvekeet in 1765.

In het begin van de 20ste eeuw was de huidige Duivekeetstraat een blinde steeg die eindigde bij een haag. Daarachter lag een sompige weide waar de Siesegembeek doorliep. Het voorste deel van de weg was toen net breed genoeg om een kar door te laten, het laatste deel was nog steeds een voetweg.
In dit straatje stonden enkele huisjes.
Voor de tweede wereldoorlog werd begonnen met het moderniseren van deze wijk.

De Duivekeetstraat kreeg zijn naam officieel in 1932. De 17de-eeuwse herberg 'de Duyve Keete' was de inspiratiebron voor de naamgeving, die dus eigenlijk teruggaat naar de originele 'keete'. 

In 1938 werd beslist om een Duivekeetwijk aan te leggen, ondermeer door de uitbouw van een nieuw plantsoen en nieuwe straten richting Gentsestraat en Koolstraat die werden ontworpen door architect L. Breydel. Dat was trouwens de man die gedurende de eerste wereldoorlog ook al het plan voor het grote stadspark had getekend. 
De oorlog stak hier echter een stokje voor en het was pas na de tragische meidagen van 1940 dat het puin van de zwaar geteisterde Molenstraat naar het huidige Astridpark werd overgebracht om er de moerassige bodem te verharden en dan men definitief kon aanvangen met de aanleg van 'het nieuw kwartier'.

Deze nieuwe wijk gelegen tussen de Gentsestraat, Gentse steenweg, Schoolstraat en Koolstraat bezat een uitgestrektheid van ongeveer 8,5 ha. 
Het verkeer zou vergemakkelijkt worden en het nieuwe parkje zou een open ruimte creëren, wat voor de talrijke buurtbewoners een verademing zou zijn. Meteen werd ook komaf gemaakt met een aantal krotwoningen in de buurt die bij aanhoudende regens steeds onder water liepen door de overstromende Siesegembeek.

De Duivekeetstraat is tot op vandaag nog steeds gekend omwille van de aanwezigheid van het ‘klein parksken’ dat men vroeger wel eens ‘het Klein Parkje der Duivekeetstraat’ of ‘het Duivekeetpark’ noemde.
Meer over dit parkje is HIER terug te vinden.

Het kaarthuisje in het park werd pas in mei 1948 opgericht door aannemer Keppens uit Lede voor de prijs van 89.543 franken.
Meer over de kaartershuisjes in Aalst is HIER terug te vinden.

In 2019 werd onder de noemer ‘maximale vergroening van de stad en de binnenstad’ onderzocht of er in de Vrijheidstraat en Duivekeetstraat in Aalst boomvakken kunnen worden aangelegd. Onderzoek van het terrein en de ondergrond (ligging van nutsleidingen) wees uit dat er in de Vrijheidstraat twee boomvakken en in de Duivekeetstraat vijf boomvakken kunnen worden aangebracht. Dit zou zorgen voor meer en permanente vergroening van deze straten, en dit zonder (of met minimaal) verlies van parkeermogelijkheden.

Onrechtstreeks heeft de Duivekeetstraat ook gezorgd voor de legende en ‘het lieken’ van Mie Sigaret.
Heel onrechtstreeks eigenlijk, maar wel de moeite om het eens te lezen.

Het gezin De Coster-Van Impe uit Mere kwam naar Aalst wonen in 1901.
De man kwam kort daarop in een klooster van Mere terecht.
Victorine Van Impe en haar 28-jarige dochter Delfine bleven in Aalst, gedomicilieerd in de Duivekeetstraat, maar ze belandden in een huisje van de Ingang Borreman aan het Windmolenstraatje. 

Dochter Delfine leed enerzijds aan godsdienstwaanzin, maar anderzijds ‘kon ze drinken gelijk een Polak en roken gelijk een Turk’ waar dan ook haar bijnaam ‘Mie Sigaret’ van aan de oorprong lag.
Zonder middelen van bestaan (ze was eigenlijk kantwerkster) leefde zij ‘van ontucht’.

In januari 1904 gaf ‘Mie Sigaret’ haar moeder als vermist op. De buren in de Ingang Borreman kloegen van stank en op 5 mei werd in het keldertje van het arbeidershuisje het reeds maanden in ontbinding zijnde lichaam van de moeder gevonden.
Met een bot houwmes waren beide benen - die spoorloos bleken -afgehakt. Het kapmes werd bebloed teruggevonden bij een voddenkoopman aan wie 'Mie' het verkocht had.

Zij zelf werd uiteindelijk in Oostende teruggevonden, werd aangehouden en werd met de trein naar Aalst terug gevoerd.

Meer dan duizend nieuwsgierigen stonden aan het station. Ze werd in een politievoertuig naar de plaats van de misdaad gebracht, waar alweer een massa opgezweepte nieuwsgierigen bijeengestroomd was. Een maand later werd ze ontoerekeningsvatbaar bevonden en opgenomen in het krankzinnigengesticht van Bergen. Daar overleed ze op 20 april 1920. Ze zou eerder onaangedaan in de dievenkar gezeten hebben, en ze was zelfs opgekleed met haar hoed met pluimen, zoals het liedje duidelijk maakt.

            Sigaret zat in de koesj

            Mè ploimen op heer moesj
            Ze dei heer moejer doeid
            Z’hei ze mè e mes vermoeird
            Sigaret zat in de koesj
            Mè ploimen op heer moesj
            En de koesj reid voesj.


De Duivekeetstraat werd in de volksmond ook wel eens de ‘rue de pizjoon de kabardoesj’ genoemd, onder meer door haar 'ontuchtig' leven.

Eén van Aalsters bekendste (beruchtste?) frituren bevond zich op huisnummer 11.
In de jaren 1960-1970 was hier immers 'Frituur Arthur' gevestigd.
Men betaalde er 14 frank voor friet met 6 stukjes stoverij of een grote zure cornichon.

Nadien was daar ' De Vettigen Delper' gevestigd.
En ge zetj van Oilsjt als je in De Vettigen Delper volgende conversaties hebt meegemaakt :

Vraag  van een klant: 'Wildje de mayonnaise apoort doeng?'
Antwoord.: 'Nienek, azzek doormee moen beginnen!'

Vraag : ‘Ver moi e groeit pak me stoeveroi astemblief
Antwoord : ‘’k en em gien groeite pakken, da zen hier allemool dezelste

Die ene persoon die ooit naar een ‘veggieburger’ gevraagd heeft, hebben ze naar het schijnt trouwens nooit meer teruggevonden ... :-) 

Daarna kwam er nog de cafés Den JP en d’Uitvlucht, , maar die waren jammer genoeg geen lang leven beschoren.


Bronnen

De Gazet van Aalst 30/12/1972 - 6/1/1973 – 17/7/1947
De Denderbode 8/5/1904 – 19/6/1904 - 4/4/1847 – 26/7/1896
HLN 19/11/2019

woensdag 15 april 2020

The King's - The King's Club


The Kings Club, beroemd (of eerder berucht?) in Aalst was een dansclub die sinds 1967 zijn stek had op de Hopmarkt 25. 
De Kings werd opgestart door Maurits Van Renterghem en was lange tijd een heel populaire discotheek voor de Aalsterse jeugd.
In de beginjaren werd er voornamelijk 'popcorn'-muziek gespeeld, maar doorheen de jaren evolueerde dat naar disco, funk, new beat, new wave en de meer hedendaagse clubmuziek. Doorheen de verschillende genres door was men het echter over één ding volmondig eens : de zaak had een sublieme geluidsinstallatie en een perfecte akoestiek. Heel wat stadsgenoten hebben dan ook heel goede herinneringen aan 'De Kings'


De zaak werd in 1988 overgenomen door Rudy Van den Borre, die er al sedert 1975 bekend was als portier. 
Mede-eigenaar werd Jean-Paul Moreels
Ze bouwden verder op het bestaande succes en de zaak kreeg nog meer bekendheid in en rond Aalst.  Door overlast kwamen er echter ook steeds meer en meer negatieve berichten in de pers.
Vechtpartijen en druggebruik waren er schering en inslag en de politiecombis hadden dan ook geen gps nodig om hun weg te vinden naar de zaak.

De club was ondertussen geëvalueerd naar een 'afterclub' waar de bezoekers voornamelijk na de sluiting van de andere horecazaken in de stad naartoe kwamen.
Het gebeurde dan ook meer dan één keer dat klanten (vaak steeds dezelfde :-) ) op zaterdagmorgen naar buiten werden gehaald om hun auto te gaan verplaatsen voor de aankomende marktkramers.
Als ze niet op tijd waren konden ze hun auto dan terugvinden tussen de kramen en moesten ze nog langer wachten om te kunnen vertrekken … of ze vonden 'm helemaal niet meer terug omdat hij weggesleept was.
Dat was echter niets in vergelijking met de strafbare feiten waarvoor de zaak steeds meer en meer verantwoordelijk werd gesteld.

Omwille van overlast sloot het stadsbestuur enkele keren het pand, maar The Kings krabbelde telkens weer overeind. 

Al van toen de Club bestaat, zijn er eigenlijk constant discussies geweest omtrent het openhouden ervan. De Kings heeft sedert de opening een niet al te goede naam opgebouwd, en zeker al niet in politiemiddens. De vaste bezoekers kunnen echter geen slecht woord bedenken over hún club. 
Enkele commentaren van bezoekers : 


- Het is waar wat ze zeggen: je blijft aan de dansvloer plakken  Ik vond het veel verbeterd buiten vroeger met hun nieuw deurbeleid. Spijtig dat het nu weer toe is en naar wat ik al gehoord heb zal het een tijdje duren voor ze weer kunnen opengaan. Ze hebben het op de King's gemunt. Ze willen het kost wat kost toe. Ik zou dit persoonlijk heel spijtig vinden …

- Ga daar al een paar jaar naartoe en de grove verhalen wat betreft rellen enzo heb ik persoonlijk nog niet meegemaakt.

De zaak zag zich voortdurend geconfronteerd met problemen. Zo werden de uitbaters in 1999 en 2000 veroordeeld wegens geluidsoverlast.
Vechtpartijen en drugsgebruik bleven er echter schering en inslag en i
n het jaar 2000 moest de politie opnieuw uitrukken na een bommelding. Het bleek echter vals alarm te zijn en de feestvierende carnavalisten (het voorval gebeurde namelijk op carnavalszondag) konden verder vieren.   

In 2001 werden enkele Italiaanse casanova's die de aanwezige meisjes lastigvielen buitengewipt door de portier. Zij probeerden echter wraak te nemen en wouden hem met hun camionette overrijden. De portier bleef ongedeerd, het portaal van de dancing werd echter zwaar beschadigd.
De twee italianen verschenen voor de correctionele rechtbank en werden veroordeeld tot het betalen van 20 000 frank en twee maanden voorwaardelijke opsluiting.

Hoewel de uitbaters steeds hun uiterste best deden om de overlast tot een minimum te herleiden, bleef de zaak op enorme tegenstand van de buurt geconfronteerd. Men zag liever dat de zaak zou vertrekken, zo bleek onder andere uit de verslagen van een buurtvergadering in 2003.

Nog geen jaar later, we schrijven dus 2004, viel de politie opnieuw binnen voor een controle. 9 Personen werden toen aangehouden, waarvan 6 wegens het dealen en bezit van drugs. Op de dansvloer vond de politie toen ongeveer 5 gram speed, 82 XTC pillen en nog enkele andere verdovende middelen.

Het bleef op en af gaan, steeds met dreiging tot sluiting in het achterhoofd maar wel als dreiging voor als het verkeerd zou blijven gaan.

In maart 2007 was er opnieuw een razzia, en de club werd dit keer zelfs voor enkele maanden gesloten door burgemeester Ilse Uyttersprot.  Op 10 juli 2007 meldde Het Laatste Nieuws hierover het volgende :

"De omstreden dancing The Kings op de Hopmarkt heropent op 15 juli de deuren. De dancing werd vier maanden geleden door burgemeester Ilse Uyttersprot gesloten na een politierazzia. Daarbij werden toen onder andere drugs gevonden. 

Op vraag van de uitbaters Rudy Van den Borre en Jean-Paul Moreels vond dinsdagavond een gesprek plaats met de burgemeester en afgevaardigden van de lokale politie en de preventiedienst. De uitbaters stellen voor om de zaak om 10 uur te sluiten. 'Vroeger bleven we open tot de laatste klant buiten ging', vertelt Van de Borre. 'The Kings bestaat 40 jaar. Ze stond bekend als afterclub.'
De dancing neemt ook nieuwe, gediplomeerde portiers in dienst. 'We vragen voor hen toelating tot fouilleren naar wapens', zegt Rudy. 'Fouilleren naar drugs blijft een bevoegdheid die is voorbehouden aan de lokale politie. Het is voor ons dan ook moeilijk na te gaan wanneer iemand met drugs de zaak binnenkomt. Nu, we zijn allerminst gediend met drugsgebruik.'

Alle partners beschouwden het gesprek als een correcte en constructieve gedachtewisseling. 'We gaan de voorstellen analyseren', beklemtoonde de burgemeester.
'We hebben er enkele aan toegevoegd, en volgende week houden we een tweede gespreksronde. Het is de bedoeling van bij de opening op een solide basis en met een onderlinge goede verstandhouding te beginnen”.

Op 15 juli 2007 heropende de zaak dus maar op 6 november van datzelfde jaar moest Rudy wel nog voor de correctionele rechtbank van Dendermonde verschijnen.
Na ruim dertig jaar de stadsdancing Kings aan de Hopmarkt in Aalst te hebben uitgebaat, werd hij (hij was toen 64) beticht van het ter beschikking stellen van zijn dancing als een lokaal voor dealers en drugsgebruikers. Zowel de zaak als de uitbater werden echter vrijgesproken, nadat de rechter vond dat hij niet kon besluiten dat de beklaagden zich schuldig hadden gemaakt.

Het sluitingsuur werd gewijzigd en elke verdachte stap van de bezoekers zou worden gerapporteerd aan de politie. Kleding en handbagage van de bezoekers zouden in de toekomst ook worden gecontroleerd door een bewakingsbedrijf.
Deze afspraken werden in het begin wel nageleefd, maar na een tijdje begon men toch te zien dat er opnieuw 'licht' omgesprongen werd met de gemaakte deal, dat buurtbewoners opnieuw overlast rapporteerden en dat er ook opnieuw drugs in beslag werden genomen bij controles.

In 2008 was het hek opnieuw van de dam : ‘Razzia in the Kings club, 80% positief geteste mensen op maandag. Spijtige zaak!’ : Kings terug gesloten. Op 1 december 2008 werd er door de Kings Club opnieuw beroep aangetekend tegen de beslissing.
Kings Re-open 28 maart 2009.
En zo ging het spelletje ‘open-dicht’ nog enkele keren verder.

Op zaterdag 31 mei 2014 vierden Rudy Van den Borre en Lyliane De Schryver hun gouden huwelijksverjaardag. Zij huwden op 30 mei 1964 voor schepen Lucien Van Sinay te Aalst.

Rudy en Lyliane leerden elkaar al op zeer vroege leeftijd kennen want ze zaten samen in de 1ste kleuterklas. Het was nog wel even wachten tot de vonk oversloeg in dancing Monopole.
En dan 30 mei 1964 was het zover: ze gaven elkaar het ja-woord in het stadhuis van Aalst  en beloofden elkaar trouw in aanwezigheid van schepen Lucien Van Sinay en van nonkel Marcel en nonkel Edmond die als getuigen optraden.

Rudy, die op de huwelijksakte als elektrieker staat ingeschreven, werd uitbater van dancing The Kings en Lyliane, die op het moment van het huwelijk magazijnierster was, nam de zorg voor het huishouden op zich. En natuurlijk voor de kinderen, want ze kregen 2 dochters: Iris en Cindy
Rudy en Lyliane wonen reeds hun hele leven hier in Aalst en de familie breidde ook uit met 5 kleinkinderen: Daphne en Lars van Iris, Jill, Jana en Jani van Cindy
Zorgen voor de kleinkinderen, achter de schermen helpen in de Kings met de boekhouding, beschouwt Rudy als zijn hobby.
De woning van Rudy en Lyliane moet wel “spic-en-span” zijn, want Lyliane heeft kuisen als  hobby .

Rudy overleed echter kort na 'de jubilee' in de nacht van 17 op 18 november 2014 en meteen werd de toekomst van de zaak onzeker. Het was immers duidelijk dat Rudy, die de laatste jaren bekend stond als 'chef des huizes', altijd de drijvende kracht was achter de zaak. Elke nacht nam hij plaats aan de hoek van de toog om de kassa van 'zijn' club nauwlettend in het oog te kunnen houden.

Bekende ‘resident’ DJ’s van de King’s Club waren :
CekezZ (The Kings Club)
Vince! (The Kings Club / Club Two)     http://www.djvince.org/site/
Dennis (The Kings Club)
JP (The Kings Club / Club Two)

De muziekstijl ? Afterclubmuziek / vangers muziek, geflipte, gestoorde, flash muziek. Zwevende deuntjes.

Ooit is er zelfs eens 'gestunt' door de bekende Eddy Wally er te laten optreden. De ambiance was enorm, daar kan ik persoonlijk van mee getuigen, maar dat was natuurlijk niet echt de muziekstijl die men er gewoon was.
Volgens enkele ‘vaste gasten’ was het leukste het meemaken van 's morgens tot 's namiddags, dan zag je verschillende soorten volk binnen- en buitenkomen.

Ondanks het overlijden van Rudy ging men toch verder met de zaak.
Tijdens een inval van de lokale en de gerechtelijke politie op 7 juni 2015 werd de kwalijke reputatie echter nogmaals bevestigd: twee op de drie aanwezigen waren toen onder invloed van drugs. "De cijfers waren hallucinant en een krachtig signaal is nodig", zei burgemeester Christoph D'Haese, en hij wou meteen ook een voorbeeld stellen door de club voor 5 maand te sluiten.

Tijdens deze laatste razzia waren maar liefst 40 van de 59 klanten onder invloed van drugs en nog eens tien onder hen weigerden een drugstest. Ook een personeelslid testte positief. "De hele zaak lag het vol met pillen en lege zakjes drugs", bevestigt een politiebron. "Sommigen probeerden hun drugs zelfs nog te verbergen, maar dat lukte niet." 
De burgemeester bevestigde de grote hoeveelheid drugs. "Wiet, cocaïne, xtc, hasj en nog een heleboel lege verpakkingen werden aangetroffen", verklaarde hij. "Bovendien bevestigde deze inval de signalen die de verkeersdienst van de politie al geruime tijd opving. 
Tijdens weekendacties verklaarden zij die achter het stuur onder invloed van drugs werden betrapt dat ze naar The King's gingen of van deze discotheek kwamen. De zaak heeft een grote aantrekkingskracht op drugstoeristen. 

Druggebruik en drugshandel wil ik niet tolereren. In het verleden kreeg de uitbater al meerdere kansen om de situatie te verbeteren." 
The King's kreeg de voorbije jaren - toen nog onder burgemeester Ilse Uyttersprot, al enkele keren een sluiting opgelegd, maar de discotheek overleefde verrassend elke actie.


Na deze sluiting werd het sluitingsuur opnieuw verlegd. Het werd 7u 's morgens ('s zaterdags om 6u) waardoor het niet echt meer aanschouwd werd als een 'afterclub'.

Een jaar later wou de burgemeester de zaak opnieuw laten sluiten, maar werd hiervoor teruggefloten door de Raad van State. In de ondergrondse Hopmarktparking werd een drugsdealer gesignaleerd waarvan één van de klanten betrapt werd met drugs in The Kings. De burgemeester vond dit een bewijs van drugshandel in de zaak, de Raad van State vond dit niet en zag dus geen reden voor een nieuwe sluiting.
Wie wel sloot, waren de buren van club 'The Tube'. Na 8 jaar zagen de uitbaters het niet meer zitten want ook zij moesten blijven opboksen tegen de drugsperikelen. De laatste twee jaar kon men er ook financieel niet meer aan uit en besloot men om er mee op te houden.

In de jaren 70, 80 en 90 was de Hopmarkt hét hart van het uitgaansleven van Aalst met legendarische danscafés als Backstage, Melrose en vaste waarde sinds jaar en dag: The King's Club of kortweg dus 'The King's'. Het ziet er echter naar uit dat er in de toekomst op de Hopmarkt enkel nog in zaal Cinema - een fuifzaal van de stad Aalst - gefeest zal worden.


De drie bovenstaande gebouwen - Frituur Wil Frit, club The Tube en The King's -  behoren ondertussen helemaal tot het verleden.
In januari 2019 werd immers bekend gemaakt dat een bouwaanvraag ingediend werd voor het bouwen van luxeappartementen en een handelsruimte.

Op 4 oktober 2019 komt dan de bevestiging dat ‘The Kings’ inderdaad plaats zal maken voor iets nieuws.
De vergunning werd afgeleverd door de stad en de gebouwen verdwijnen dus volledig, de naam zal echter nog een stukje verder blijven leven in ‘Le Roi’ …

Ook de frituur ‘Wilfrit’ en club 'The Tube' verdwijnen hierdoor.
Over Wil-Frit is HIER meer te lezen.

Het is Renovera Projectontwikkeling die het nieuws aankondigt op haar Facebook-pagina. “The Kings wordt Le Roi. En het is dus zeker niet enkel de naam die zal veranderen. De 4 luxeappartementen van maar liefst 170 m2 en een handelsruimte zijn een ontwerp van architect Tom Lierman.

In juni 2020 starten de afbraakwerken van enkele van de 'monumenten' van de Aalsterse horeca.
Doel is om te kunnen bouwen vanaf 1 september. De oplevering van 'Le Roi' is voorzien voor 360 werkdagen. De werken zullen dus naar schatting tot februari 2022 duren.

Wil Frit verhuist de frituur naar een gebouw naast café 'De Post' (hoek Hopmarkt - Korte Nieuwstraat) want volgens de planningen is er geen plaats voor een frituur of andere horeca in het gebouw 'Le Roi'. Dat zou niet passen voor de uitstraling van het gebouw.

'Het is overal hetzelfde liedje' is in Aalst wel eens te horen … Er is niks meer voor de jeugd om uit te gaan.  Er wordt van alles afgebroken en er komen appartementen in de plaats.

'The king is dead' …    'Aalst is dood' … ?


Bronnen

thekingsclub.be/
Aalst.TV van 18/11/2014
HLN 10/07/2007 – 11/01/2019 - 04/10/2019 - 28/4/2020
Het Nieuwsblad 30/8/2004 - 25/6/2016 - 27/6/2015
De Standaard 4/12/2008
goeiedag.be 11/2/2016
Foto nieuw project : Renovera Projectontwikkeling

dinsdag 14 april 2020

Frituur Wil-Frit : Wilfried en Anita

Wilfried Wesemael (31 januari 1950), is de overbekende frituuruitbater  van frituur ‘Wil-Friet’ op de Hopmarkt. Dat hij echter nog andere kwaliteiten heeft (had) zal blijken uit de tekst hieronder.
In Frituur Wil-Frit op de Hopmarkt 23 in Aalst kwam in de winter van 2003 een brief binnen, het schrijven dat iedere horecaondernemer vreest. 'Ze' waren langs geweest’, vermeldde de brief, maar wat ‘ze’ dan gevonden hadden, stond er niet bij vermeld. 'Ze', dat was Test Aankoop, de Vlaamse Consumentenbond.
Niet veel later zou Wil-Frit uit Aalst gelauwerd worden als een van de beste frituren van België. ‘Ze’ vonden het dus goed.
Eigenaar Wilfried Wesemael (Wil-frit, what’s in a name) was uiteraard blij en tevreden met deze erkenning.  
Twintig jaar nadat hij gestopt was met zeges na te jagen, behaalde hij toch nog eens een overwinning,

Bijna tien jaar lang maakte Wilfried Wesemael immers deel uit van het wielerpeloton. Hij reed vooral in dienst van de anderen, terwijl hij als jonge renner en vooral op de baan, zelf al blijk gegeven had van een groot talent. 


Maar Wilfried was bescheiden, Wilfried was vriendelijk.
Te veel ‘mens’ en te weinig ‘winnaar’ ... kortom geen kopman.
Hij won wel eens, maar als hij niet won, ach ja, dan was dat dan ook geen drama. 


Hij belandde bij het grote Raleigh, waar hij de vaste secondant van Jan Raas werd. Raas mocht zich gezegend prijzen met een zó betrouwbare knecht, een vriendelijke figuur bovendien. Als Raas won, zegevierde Wilfried ook een beetje.
Tot de Ronde van Zwitserland 1979. Na een paar dagen koers stonden drie Raleigh-coureurs vooraan in het klassement: Lubberding, Knetemann én Wesemael.

Na de tweede etappe besloot Post niet langer op alle drie zijn paarden te blijven wedden en koos voor Knetemann. Knetemann, de pr-magneet, moest en zou winnen, en daar zouden Lubberding en Wesemael zich in moeten schikken. 

Die avond deelde Post zijn beslissing aan Wilfried mee.

Daar, op die hotelkamer, zag Wilfried Wesemael een kans, misschien wel zijn kans om toch ooit zélf eens te stralen. Hij schikte zich dus naar de wensen  van Post. Geen keus.
Later die avond zou Jan Raas eigenhandig de zaken rechtzetten. Woedend praatte hij op Post in, herinnerde hem aan diens eigen stelregel dat iedere Raleigh-renner moest kunnen winnen en aan al die zeges die de ploeg aan de getrouwheid van zijn knecht te danken had.

Post capituleerde en Wesemael won de Ronde van Zwitserland. Vol motivatie vertrok hij  vervolgens als lid van een gouden team ook naar de Tour. Meer nog dan ooit tevoren was hij bereid zich volledig op te offeren in dienst van het grotere geheel.

In de derde etappe ging hij echter onderuit, maar leek er in eerste instantie nog goed vanaf te komen. Jammer genoeg viel deze hoop toch tegen: zijn been zwol op en die zwelling verdween maar niet.
Biddend om genezing vervolgde Wesemael zijn weg.
Maar het been bleef zwellen ... 

De blessure zal de start blijken tot de voorzichtige afbouw van Wesemaels loopbaan.
Nog twee jaar rijdt hij als domestique bij Raleigh, en daarna nog een jaartje bij een klein Vlaams ploegje, maar de spirit van weleer is verdwenen. 


Eind 1982 besluit hij dat het mooi is geweest en opent zijn eigen frituur in Gijzegem.

Later verhuist hij naar Aalst, waar hij op de Hopmarkt friterie 't Spit uitbaat. In 2001 verhuist hij nog eens, maar dit keer niet verder dan de overkant van het plein.

En het is daar dat hij nog steeds zijn dagen tussen de ballekes en de kroketten door zal brengen, in de frituur die bijna zijn naam draagt. 


De mensen zijn zijn sportcarriere zeker niet vergeten. Soms komt er nog eens een journalist langs, of een fotograaf, of zelfs een cameraploeg. Zoals die keer dat de televisie in zijn zaak stond. Hoe het allemaal zo begonnen was, vroegen ze. En Wilfried vertellen: hoe hij begon als jongetje van twaalf, hoe hij er de gereden eerste tijd overal vanaf werd en hoe hij niet opgaf. Achter hem stonden de bakken mayonaise in het gelid. En Wilfried vertelde verder, over de blessures die hem gedwongen hebben te stoppen en over het begin van zijn loopbaan in de snacks. Het adres nog eens noemen, dat kon nooit kwaad. Hopmarkt 23...  

Of er wel eens iets geks gebeurde, vroeg de interviewer. Nou ja, 's nachts kun je soms goed lachen, peinsde Wilfried. Mannen die een pintje hebben gedronken. Onlangs nog sprong er iemand over de toonbank. Stomme dingen eigenlijk, waar je achteraf dan toch om lachen kunt. En, voegde hij er in stilte aan toe, soms vraagt iemand hem naar zijn wielercarrière. En dan denkt hij aan de Ronde van Zwitserland 1979. En aan Jan Raas, en aan de mensen van Test Aankoop.

Kameraadschap, dat is het geheim. Kameraadschap en goei patatten ...

Hierbij een fotootje met de twee passies van Wilfried, de koers en de friet ...


Op 7/1/2015 kreeg men in Aalst de boodschap dat Wilfried een overnemer aan het zoeken is. Aftellende naar zijn pensioen vindt hij dat het genoeg is geweest.

Wilfried Wesemael (65) en zijn vrouw Anita Goense trekken na 35 jaar de stekker uit hun frietketel.
De vele werkuren eisen hun tol en bovendien wil het koppel meer tijd spenderen met de kleindochter.Leen De Smedt

Er wordt nu een overnemer gezocht voor de legendarische frituur op de Hopmarkt. Wil-Frit zonder Wilfried, het is haast niet voor te stellen. De alom bekende zaakvoerder stelt zijn klanten gerust: ‘We blijven open tot er een overnemer gevonden is’, zegt hij.

Al 35 jaar bakken hij en zijn vrouw samen de heerlijkste frietjes. Letterlijk: door Test Aankoop én de lezers van de krant wordt Wil-Frit bij de beste frituren van België gerekend. En er zijn nog grootse plannen voor de frituur. 


Maar : Wilfried kan niet zonder friet, 
… en Aalst kan blijkbaar niet zonder Wilfried. 

De frituur werd ondertussen bijna volledig vernieuwd, met als enige minpuntje misschien : De plaats om te wachten voor de toog is jammer genoeg nogal beperkt. …Wanneer je er op een weekendnacht aanschuift voor een pakje lekkere vettigheid, sta je al gauw op de straatstenen van de Hopmarkt. Maar, hoewel het inderdaad soms drummen is, heb je bij Wilfried toch nooit het gevoel dat je lang moet aanschuiven. Er is steeds voldoende en vriendelijk personeel en de boel gaat altijd snel vooruit. Plus natuurlijk het zicht op de aankomende balletjes in tomatensaus, een specialiteit van de zaak ... dat helpt het wachten natuurlijk verlichten.

De meester zelve, Wilfried, ontfermt zich anno 2020 (hij is ondertussen 70 jaar) dus nog steeds persoonlijk over het professionele bakken van de frieten. Wilfried had de frituur een tijdje geleden te koop gezet, maar hij is toch maar van dat idee afgestapt. Hij beseft blijkbaar dat Aalst centrum niet zonder zijn diensten kan.

De drie bovenstaande gebouwen - Frituur Wil Frit, club The Tube en The King's -  behoren ondertussen helemaal tot het verleden.
In januari 2019 werd immers bekend gemaakt dat een bouwaanvraag ingediend werd voor het bouwen van luxeappartementen en een handelsruimte.

Op 4 oktober 2019 komt dan de bevestiging dat ‘The Kings’ inderdaad plaats zal maken voor iets nieuws.
De vergunning werd afgeleverd door de stad en de gebouwen verdwijnen dus volledig, de naam zal echter nog een stukje verder blijven leven in ‘Le Roi’ …

Ook de frituur ‘Wilfrit’ en club 'The Tube' verdwijnen hierdoor.
Over The King's is HIER meer te lezen.

Het is Renovera Projectontwikkeling die het nieuws aankondigt op haar Facebook-pagina. “The Kings wordt Le Roi. En het is dus zeker niet enkel de naam die zal veranderen. De 4 luxeappartementen van maar liefst 170 m2 en een handelsruimte zijn een ontwerp van architect Tom Lierman.
In juni 2020 startten de afbraakwerken van enkele van de 'monumenten' van de Aalsterse horeca.
Doel is om te kunnen bouwen vanaf 1 september. De oplevering van 'Le Roi' is voorzien voor 360 werkdagen. De werken zullen dus naar schatting tot februari 2022 duren.

Wil Frit verhuisde de frituur naar een gebouw naast café 'De Post' (hoek Hopmarkt - Korte Nieuwstraat) want volgens de planningen was er geen plaats voor een frituur of andere horeca in het gebouw 'Le Roi'. Dat zou niet passen voor de uitstraling van het gebouw.

De opening van het nieuwe pand was op donderdag 12 november 2020, in volle coronacrisis dus, maar geen onoverkomelijke hindernis voor de Aalstenaar om er toch meteen een portie te gaan halen ...
Wel is het zo dat Wilfried zelf niet meer zelf aan het roer staat. Hij heeft beslist om toch op pensioen te gaan en laat de zaak over aan Jenny Dierick

Bronnen:

HLN 08/01/2015 – 04/10/2019 - 28/4/2020
Facebook Wil-Frit
Test Aankoop
Foto 'passies' Geert De Rycke
Wikipedia
Foto nieuw project : Renovera Projectontwikkeling