Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

maandag 17 februari 2020

DE AJUINBOER

Wat eens oorspronkelijk begon met het uitdelen van programmaboekjes door ene Albert Verbestel, werd al gauw een nieuw fenomeen in Aalst, dat tot heden ten dage blijft voortduren met Julien De Cock.

Tot 1956 was de 'ajuinboer' als dusdanig nog niet zo herkenbaar, en liep hij gewoon met ajuintjes op zijn jas gespeld.  Dat jaar echter werd ook de typische hoed in de vorm van de belforttoren in het leven geroepen. Vanaf nu zou je de ajuinboer al van ver zien afkomen.

Een jasje met 98 ajuintjes, een Belforthoed uit karton en de onvergetelijke bijnaam 'Catsjoeken', meer was er niet nodig om van Albert, eigenaar van het 'Café Caoutchouken' op de  Hoge Vesten, een echt icoonfiguur te maken. 

In de geschiedenis komt men vaak unieke personen tegen, die oneindig veel respect verdienen door hun inzet en toonaangevende sociale functie ... wel, voor wat betreft het Carnaval van Aalst mag Albert hier zeker bijgerekend worden.

Hij kreeg ook wel eens de bijnaam de 'Burgemeester van de Rechteroever' en was behoeder van de succesvolle Hoge Vesten Kermis vanaf net na de Tweede Wereldoorlog...

Hét belangrijkste doel bleef altijd: geld inzamelen voor 'liefdadigheid'.
Na Albert werden nog 3 namen bijgeschreven in het 'ajuinboerenboek' ... elk met hun eigen eigenheid, elk met hun eigen karakter ... maar allemaal mensen met het hart op de juiste plaats.

Voor meer info van de 4 heren die tot hiertoe deze titel mochten dragen, klik op hun naam.

Albert Verbestel

Julien De Cock

De door covid-19 afgelaste Aalst carnaval 2021 mocht voor het KBA (Kommetoit tot Behaad van den Aftelkalender) geen reden zijn om geen nieuwe kalender uit te brengen. 
Het onderwerp voor dat jaar lag eigenlijk wat voor handen, want 2021 betekende ook het 75-jarig bestaan van de Ajoinboer in Aalst. 
Het eerste exemplaar werd dan ook overhandigd aan Julien De Cock, de enige nog in leven zijnde ajuinboer die Aalst nog kent. 


Bronnen  :

Carnavalaalstkoentje
Lokale pers (zie artikels voor meer info en links) : aalst.courant.nu voor alle oude krantenartikels uit het Aalsterse
Facebookpagina 

Ajuinboer 4 : Julien De Cock

Julien De Cock uit café 't Korfken in Herdersem beleeft de tijd van zijn leven als Ajuinboer van Aalst, maar ook als mascotte Zwawi van voetbalclub Eendracht Aalst. De voetbalfans zijn er regelmatig getuige van de capriolen van de mascotte. Maar natuurlijk weet niet iedereen wie Zwawi eigenlijk is.
Foto van Julien als ZwaWi - de mascotte van Eendracht Aalst

Julien is al 40 jaar supporter van Eendracht Aalst

Julien : 'Weinig clubs hebben een mascotte die de eigenheid van de club, stad en supporters in een symbolische figuur uitstraalt.' 'Elke zondag als ik in de kleren van Zwawi kruip, voel ik me een ander mens', vertelt hij. 'Ik voel me niet alleen supporter van de Eendracht maar compagnon van de spelers.'

Toen het stadsbestuur op zoek was naar een eventuele opvolger van de Ajuinboer, stelde Julien zich kandidaat als ‘interim-ajuinboer’ mocht dat nodig zijn.

In Het Nieuwsblad van 14 december 2011 staat het volgende interview met beide betrokkenen :

AALST - Julien De Cock van Café 't Korfken meldt zich bij het Feestcomité en stadsbestuur als vertegenwoordiger van de ajuinboer voor de komende carnavalsstoet.

Julien De Cock wil geenszins de ajuinboer vervangen, maar hem wel representeren in de stoet. Julien is het trouwens volledig eens met de feestcomitévoorzitter dat een volkse figuur als de ajuinboer moet blijven bestaan.

Julien krijgt met dit opzet volop de steun van de ajuinboer Fons De Smet. Fons verblijft in het rusthuis Denderoord in Geraardsbergen en kan om gezondheidsredenen niet meer mee opstappen. Hij was verontwaardigd toen hij via de media vernam dat er een opvolger werd voorgedragen.

'Niemand heeft me gecontacteerd', aldus Fons. 'Ik blijf Oilsjterse Ajoinboer. Dat kunnen ze me niet afnemen. Ik ben in de voetsporen getreden van Albert Verbestel met de toelating van zijn dochter. Je kunt moeilijk iemand opvolgen zonder hem of de familie te kennen.

Julien heeft me gecontacteerd en gevraagd of hij volgend jaar als ajuinboer mag opstappen in de stoet. Ik vind hem een waardige representant. Ik ben tevens verheugd dat hij me later wil opvolgen.' Fons gaf alvast zijn kiel en typische Belforthoed mee. Ik zou hem wel gaarne terug hebben voor het carnavalsmoment in het rusthuis, want dan vertegenwoordig ik Aalst met fierheid als ajuinbroer bij mijn medebewoners in Geraardsbergen.'


Fons en Julien waren meermaals op voetbalwedstrijden samen. Julien was er als mascotte Zwawi van de Eendracht en Fons als ajuinboer. 'Ik zei hem dat ik zijn opvolger als ajuinboer wel zag zitten', houdt Julien voor. 'Fons lachte en antwoordde: 'Het is een inderdaad een opdracht.' In de carnavalsstoet zie je Julien elk jaar. Vroeger was dat als deelnemer van een vaste of losse groep. Sinds enkele jaren als soloman met een gevatte speling op een recente gebeurtenis. 

Julien ziet helemaal geen probleem om de functie van ajuinboer te combineren met zijn mascottepresentatie Zwawi. 'Zwawi is er voor de voetbal Eendracht Zwart en Wit. De ajuinboer voor het carnavalsgebeuren en andere representaties van de stad.'

Op zondag 19 oktober 2014 verschijnt Julien aka Zwawi, met een nieuwe ajuinhoed in het stadion. De hoed is een schenking van de carnavalsgroep De Zwiejtzoel‘n. ‘De oude hoed was versleten en bovendien antiek’, zegt voorzitter Johan Van Der Veken. De schenking was mogelijk mede dankzij de steun van Marion Hoop. De Zwiejtzoel'n zijn bevriend met Julien sinds zijn deelname als ajuinboer bij de uitbeelding ‘ajoin alier, ajoin aldoor’ in de stoet van twee jaar geleden.

Het cafe van Julien bevindt zich op Grote Baan 50, 9310 Aalst.

Na het overlijden van Jean-Marie Heyman op 16/06/2015 staat hij er als ajuinboer alleen voor. 
In Aalst zijn nu reeds verontruste stemmen te horen die zich afvragen wat er met de ajuinboer moet gebeuren als Julien er ook moet mee stoppen ...  Gaan we naar een verkiezing zoals bij de prins ? Of wordt er iemand aangeduid ? In elk geval lijkt het geen gemakkelijke opdracht te worden om een capabel iemand te vinden om deze functie waar te nemen.


Bronnen

foto ajuinboer : CarnavalAalstKoentje

Ajuinboer 3 : Jean Marie Heyman

Artikel uit Het Nieuwslad van donderdag 24 november 2011

AALST - Jean-Marie Heyman wordt de nieuwe ajuinboer van Aalst. Hij zal de stad vertegenwoordigen in de carnavalsstoet én bij sportwedstrijden.



‘De ajuinboer is een typische Aalsterse volksfiguur', zegt Nicole Ringoir, voorzitter van het feestcomité. ‘Het zou spijtig zijn dat hij uit het Aalsterse carnaval zou verdwijnen. We hebben Jean-Marie gecontacteerd omdat we ervan overtuigd zijn dat hij de functie met waarde en vol enthousiasme zal waarmaken. De ajuinboer krijgt een plaats in het officiële gedeelte van de carnavalsstoet, waar hij als symbool van de stad mee kan opstappen.'

Jean-Marie Heyman is een Aalstenaar in hart en nieren en is in de carnavalswereld geen onbekende. 

In 2003 werd hij in Gabrovo, Bulgarije, prins van de Balkan. Hij is ondervoorzitter van de Europese Narren België en promoot in binnen- en buitenland het Aalsterse carnaval. Elk jaar stapt hij alleen mee in de stoet, telkens als een opvallende figuur. Vanaf volgend jaar zal dat als ajuinboer zijn.

‘Ik ben tevreden een uitstraling te kunnen geven aan onze Ajuinenstad. Onze typische humor en mentaliteit is uniek. Ik wil als ajuinboer mijn stad vertegenwoordigden.'

Jean-Marie Heyman volgt Fons De Smet ‘Foing van de Koizer' op, die de functie zestien jaar geleden overnam van de eerste ajuinboer Albert Verbestel. De stoet van 2010 was de eerste sinds jaren zonder ajuinboer, en dat kàn eigenlijk niet.

De ajuinboer is er overigens niet alleen met carnaval. In zijn blauwe kiel en met een belforttoren als hoed is hij ook een promotiefiguur op de voetbalwedstrijden van Eendracht Aalst en de basketmatchen van Okapi Aalstar. Ook op de Faluintjespikkeling vertegenwoordigt hij Aalst.


Artikel uit Het Nieuwsblad van vrijdag 3 februari 2012

Feestcomité koos Jean-Marie Heyman
'Terug naar traditie van eerste Ajuinboer' 

Jean-Marie Heyman (54) is carnavalist in hart en nieren. Toen het Feestcomité hem vroeg om Fons te vervangen, was hij meteen enthousiast.

Met zijn kostuum keert hij terug naar de oorspronkelijke kledij van de eerste Ajuinboer Albert Verbestel. 'Ik draag een met houten ajuintjes versierde jas met twee slippen en een gekleurde broek', vertelt Jean-Marie. 'De jas is gemaakt door Godelieve Uyttersprot en mijn nieuwe belforthoed is ontworpen door Piet De Koninck van studio 100. Met mijn titel als Ajuinboer ga ik Aalst vertegenwoordigen op carnavalsfeesten en folkloremanifestaties in Vlaanderen, België en Europa.'


Jean-Marie besefte wel dat zijn functie nog moest groeien. 'Ons eigen carnaval is ook niet in één jaar Unesco-Werelderfgoed geworden. Dat heeft tijd nodig.'

Jean-Marie beloofde er in Brussel op aan te dringen dat Manneken Pis élk jaar tijdens carnaval Aalst het Ajuinboerpak zou dragen. 'Dat kostuumpje heeft hij al sinds 1978 maar hij heeft het sindsdien nooit meer gedragen. Op die wijze wil ik carnaval in de hoofdstad extra promotie bezorgen.'

Jean-Marie wilde ook de traditie verderzetten en houten ajuintjes verkopen voor het goede doel. 'De ajuintjes worden gemaakt door houtdraaier Roger Roelandt. Hij maakt er 250. De opbrengst van mijn verkoop gaat naar Levensvreugde en de Horizon.'

Op 16/6/2015 kwam het jammere nieuws dat Ajuinboer Jean-Marie Heyman op 57-jarige leeftijd overleden is. Hij had al een tijdje gezondheidsproblemen. 

De laatste jaren was 'ajuinboer' een gedeelde functie, en was hij samen met Julien De Cock Ajuinboer in de stoet van Aalst.   Ook in 2015 liep Heyman nog een eindje mee in de stoet.

Heyman was ook de bedenker van de 'bronzen ajuin', een prijs die hij jaarlijks uitreikte aan een verdienstelijke Aalstenaar.


Bronnen

foto Jean Marie : Patrick De Boeck

Ajuinboer 2 : Fons De Smet

Fons De Smet nam de taak van ajuinboer, na de dood van Albert Verbestel, gedurende enkele jaren over, maar toen hij naar een rusthuis verhuisde, is de strijd rond zijn opvolging losgebarsten.


Fons, carnavalist in hart en nieren, had het vooral in de carnavalsperiode nogal moeilijk in het rusthuis. De verzorgers bevestigen dat er in die periode 'geen houden aan was' …

Uit Het Nieuwsblad van 16 februari 2011 :

AALST - De Aalsterse ajuinboer zal dit jaar niet vooraan lopen in de carnavalsstoet. Vorig jaar kwam Fons De Smet zwaar ten val op de besneeuwde kasseien van de Molenstraat. Sindsdien verblijft hij in een rusthuis in Geraardsbergen.

De ajuinboer loopt vooraan in de carnavalsstoet en kondigt het grote straatspektakel aan. Dit jaar zal dat niet het geval zijn.

Fons De Smet (77), bekend als 'Foing van de Koizer' of 'Fong van 't containerpark', viel in 2010 met zijn rug op de houten rand van zijn belforthoed.

Hij werd naar het ziekenhuis gebracht. Tijdens onderzoeken daar werd vastgesteld dat zijn longen zwaar aangetast zijn. Hij heeft stoflongen, een gevolg van het werken in de Waalse koolmijnen.

Uiteindelijk werd Fons in juli voor opname doorverwezen naar woonzorgcentrum Denderoord in Geraardsbergen. 'Verder van mijn geliefde Aalst konden ze mij niet steken', betreurt Fons.

'Ik zit hier met mijn herinneringen. Vanuit de Aalsterse carnavalswereld en de stad heb ik nog niemand gezien of gehoord. Alleen Freddy De Gendt bezoekt me af en toe. Toch iemand die mij niet vergeten is. Als Freddy komt, brengt hij mijn vrouw mee. Zij is met het openbaar vervoer anders heen en weer vijf uur onderweg.'  

Jeanine De Schrijver (74) bezoekt haar echtgenoot om de twee dagen. In de winter is dat gedeeltelijk met de trein, in de zomer met de bus.

Fons was gedurende vijftien jaar ajuinboer van de stad. Het moest een jubileumeditie worden. In al die jaren was hij een uithangbord van de stad. Je zag hem overal in zijn kiel en met de belforttoren als hoed.

Soms had hij ook een draaiorgeltje bij.

Fons bezocht de rusthuizen van Aalst en omgeving, was in kinderziekenhuizen, op de Pikkeling, het criterium en ging mee op zomerse uitstap naar Blankenberge.

Fons volgde Albert Verbestel op als ajuinboer. 'De dochter van Albert kwam zelf met het voorstel', aldus Fons.

'Ik heb niet lang getwijfeld. Het was voor mij een eer om een groot carnavalist te mogen opvolgen en een stukje Aalsterse folklore levendig te houden.'

Zelfs in Nederland en Frankrijk promootte Fons De Smet 'zijn' Aalst tijdens carnavalsfeesten. Op alle thuiswedstrijden van de Eendracht stond hij gegarandeerd in het stadion alsook op verschillende basketwedstrijden in het Forum. Vaak ging hij mee naar een uitmatch. En altijd was dat als ajuinboer.

Fons liet de moed echter niet zakken. Hij heeft zijn outfit van ajuinboer meegenomen naar Denderoord en paradeerde er geregeld mee door de gangen om er zijn medebewoners op te beuren.

Met het kerstfeest zorgde hij voor een gewaardeerde Aalsterse inbreng.

Met carnaval in het vooruitzicht hield hij ook een heuse promotiecampagne. Op elk verdieping hing er gegarandeerd minstens één carnavalposter van Aalst. 

De rusthuisbewoners waren uiteraard trots dat ze de Aalsterse ajuinboer in hun midden hadden.

Thuis heeft Fons duizenden kleine houten ajuintjes uit beuk gemaakt, verguld en voorzien van een rood-wit-gele lint.

Ze dienden als relatiegeschenk, maar werden ook als souvenir verkocht ten voordele van goede doelen, net zoals ook zijn voorganger, Albert Verbestel, al deed.

Zijn grootste droom was dat de ajuinboer voor altijd zou blijven bestaan. 'Ik zou graag de hand willen drukken van de persoon die me opvolgt. Het is een veeleisende opdracht. Je moet je er dan ook met hart en ziel voor inzetten. De ajuinboer is een onafscheidelijk deel van de stad, net zoals in sommige steden de Bellenman dat is.

Op 24/12/2014 kwam echter het jammere bericht dat Fons overleden was op 90 jarige leeftijd; en dat in het rusthuis te Overboelare.

Ajuinboer 1 : Albert Verbestel


Het fenomeen Ajuinboer ontstond in Aalst na de Tweede Wereldoorlog.
De allereerste ajuinboer van Aalst, Albert Verbestel, is geboren in 1916 en overleden op 20 januari 1987.


Albert Verbestel, ook gekend als 'Kaoutchouken', begon zijn 'carnavalscarriere' net na de oorlogsjaren met het verkopen van programmaboekjes voor de stoet. Hij deed dit verkleed met een strohoedje op het hoofd. In 1947 deed hij dit opnieuw maar nu kwamen de ajuintjes als attribuut naar boven en versierden zijn kostuum.
Naast programmaboekjes begon hij dan ook ajuintjes te verkopen tijdens de stoet. De opbrengst verdeelde hij onder de vier verenigingen die in zijn café op de Hoge Vesten hun lokaal hadden (zijnde de belottersclub, de reisclub, de spaarmaatschappij en de kermisclub van de Hoge Vesten).

De bijnaam ‘Caoutchouken’ heeft hij te danken aan dit ‘cafe Caoutchouken’.

Een andere grote zorg van hem waren de oorlogsweeskindjes en enkele instellinglen voor gehandicaptenzorg, dewelke dan later ook begunstigde werden van zijn verkoop. 

De ajuintjes die hij verkocht waren houten exemplaren, die hij zelf maakte. 

In 1954 deed Albert een gooi naar de titel van 'prinsj carnaval'. Onder de naam 'ajuinboer' (tja ...) werd hij tweede na Fransky De Boitselier (Mister Dancy).
Hier een beeldje uit 1954 waar we 'Fransky' en de ajuinboer samen op het podium zien.
Albert vond zijn tweede plaats onterrecht (volgens hem kon het niet dat een inwoner van Denderleeuw de titel van prins van Aalst mocht dragen) en hij besloot om in de toekomst niet meer deel te nemen aan de verkiezingen. 'Er is elk jaar een andere prins, maar de ajuinboer blijft altijd dezelfde' was een gekende uitspraak van hem.

Tot 1956 (zoals trouwens ook te zien op bovenstaande foto) liep de Ajuinboer gewoon met ajuintjes op zijn jas gespeld, maar dat jaar werd ook een hoed in de vorm van de belforttoren in het leven geroepen. 

In 1975 toonde Albert zich ook als zanger. Het melodietje 'me stadje van Oilsjt' klinkt bij velen ongetwijfeld heel gekend in de oren. Dit lied verscheen op de langspeelplaat 'Hier sprekt men Oilsjters 2'

Het duurde dan nog tot in 1977 vooralleer de Ajuinboer officieel door de stad en het Feestcomité aangesteld werd. 

Een jaar later – in 1978 - overhandigde hij koning Boudewijn namens de stad en alle carnavalisten een Gouden medaille naar aanleiding van de 50ste Aalsterse carnavalsoptocht …

en kreeg Manneken Pis in Brussel een passend ‘ajuinboerkostuumpje’.
Dat kostuumpje droeg manneken pis trouwens opnieuw in 1986, en dat ter gelegenheid van de 40 ste verjaardag van Albert als ajuinboer.

Vanaf 1980 kreeg Albert een soort 'lijfwacht' aan zijn zijde. Dit werd Marc Vertongen. Hij werd ceremoniemeester en moest in die functie dus de ajuinboer bijstaan in zijn taken (vergelijk een beetje met de 'sleppendragers' van de prinsen).
In 1987 overleed de eerste Ajuinboer. Albert Verbestel werd in zijn Ajuinboerkostuum begraven.

Hierbij het doodsprentje van de betreurde carnavalist. 


Fons De Smedt nam zijn taak enkele jaren over, maar sedert hij naar een rusthuis verhuisde, waren het Jean-Marie Heyman en Julien De Cock die de functie van ‘ajuinboer’ invulden.  Op 24/12/2014 is ook Fons overleden in het rusthuis te Overboelare.

Hieronder nog enkele fotootjes van Albert 'in functie'




Bronnen

foto koning Boudewijn : De Voorpost 24/1/1986
De Voorpost 28/9/1973
De Aankondiger 
Het Aalsterse volksleven - Jos Ghysens

woensdag 12 februari 2020

De Troon / monument voor de onbekende vrijwilliger


Wie ooit al in de buurt van de carnavalshallen was, aan het oude 'doplokaal oever 't woter', of zijn/haar wagen parkeerde aan de Hoveniersstraat, heeft zich misschien wel al eens afgevraagd wat dat beeld van een 'gekleurde hand' daar eigenlijk staat te doen.
Wel, dit monument is er gekomen ter ere van de 'onbekende vrijwilliger' naar analogie van 'de onbekende soldaat'. Het is een eerbetoon aan de mensen die 'het verschil kunnen maken' maar niet met naam en toenaam in de pers verschijnen. De mensen die een organisatie draaiende kunnen houden door hun niet-aflatende inzet en enthousiasme om zich samen in te zetten voor een bepaald doel.

Dokter Jef De Loof was één van de drijvende krachten in het comité Werken aan Vrede, een vereniging die ieder jaar een Vredeprijs overhandigd aan een persoon of organisatie uit de streek van Aalst.

In 2001 viel de keuze op de onbekende vrijwilliger. Hiermee wou men eer betuigen aan de grote stille groep onbaatzuchtige werkers die op alle terreinen werkzaam zijn, maar hiervoor zelden of niet beloond worden.
Een nobele bedoeling dus, en het is dan ook eigenlijk heel jammer dat dit beeld niet erg gekend is in Aalst, laat staan dat men de betekenis ervan zou kennen.


Om het monument te ontwerpen werd kunstenaar Olivier Bras (artiestennaam 'Braso') aangesproken.

Het werd een beeld in de vorm van een hand die omwille van de vormgeving ook wel 'de troon' genoemd wordt. 

Het werd ook niet enkel een kijkobject, maar wel een 'tastbaar' gegeven, met ook een interactieve, lichamelijke en/of geestelijk gewaarwording. 

Wie het onderwerp even aandachtig bekijkt, kan meteen wel enkele symbolische betekenissen ontdekken. 

- De mozaieksteentjes die het kunstwerk kleuren staan voor alle verschillende vrijwilligers die zich overal ter wereld voor andere mensen inzetten

- De hand komt uit de oppervlakte, wat symbool staat van 'ontkiemen' en  'groeien'.

- Het beeld is gemaakt in de vorm van een 'zit' sculptuur en moet uitnodigen om er plaats op te nemen, met andere woorden om zich aan te sluiten bij de grote groep vrijwilligers en op die manier een deeltje te worden van deze mozaïek.

- De uitbeelding van de hand vertegenwoordigt ook het gezegde 'het op handen dragen'. 

De sculptuur werd ook een functionele troon van eer- en dankbetoon op meerdere vlakken. Wie er voorbijkomt kan zich even de bedenking maken in welke groep hij/zij hoort of zou kunnen horen.  

- de onbekende vrijwilliger: als deze persoon plaats neemt op de troon - ook al is hij onbekend en daardoor ook vaak onbemind - zal hij/zij weten dat deze troon ook voor hem/haar gemaakt is. Hij/zij kan zich daarmee voor een ogenblik de ongekroonde koning(in) kunnen voelen, zonder er veel 'tralala' rond te hangen. Hier denk ik dan vooral aan mantelzorgers ...


- de bekende vrijwilliger: de bekende vrijwilliger kan uitgenodigd worden om op de troon even plaats te nemen om hem/haar - ter zijne/hare eer en dank- symbolisch te huldigen. 
Het gebaar zou gemakkelijk een traditie kunnen worden om bijvoorbeeld iemand te huldigen die zich onderscheiden heeft met moed en zelfopoffering. Of iemand die zich dagdagelijks inzet voor armen, voor patiënten, voor de maatschappij of voor een individu. Vrijwillige brandweer bijvoorbeeld, of medewerkers van organisaties als 'parol', 'ocmw', ...

- de ongewisse vrijwilliger: de voorbijganger die zich aangetrokken voelt om even op een troon te gaan zitten zal zich misschien ter plekke, of op een later tijdstip, bewust worden dat ook in hem een vrijwilliger schuilt. De troon fungeert op dat ogenblik misschien als een soort van lokaas? Het laatste druppeltje om ook in de wereld van het vrijwilligerswerk te stappen?
Indien er interesse is om je aan te sluiten bij dergelijke organisatie in Aalst, kan je steeds HIER een kijkje gaan nemen.

- de onbekende hulpbehoevende: wie op de hand plaats neemt is misschien iemand die hulp nodig heeft? Een persoon die op dat ogenblik een 'helpend handje' nodig heeft, maar niet om hulp durft / kan vragen ?

- de bekende hulpbehoevende : iemand die zich al laat helpen door vrijwilligers en/of is aangesloten bij een organisatie. Op die manier kan deze persoon even een kleine 'dank u' zeggen aan de hulpverleners of er even stilstaan bij het feit dat hij/zij er niet alleen voorstaat.

- de ongewisse hulpbehoevende: de argeloze voorbijganger die zich aangetrokken voelt om even op een troon te gaan zitten zal, en beseft dat hij/zij misschien in een latere fase van het leven hulpbehoevend kan zijn. Door de sculptuur is er in elk geval een soort van bewustwording dat er vrijwilligers zijn die bijna op elk gebied van de hulpverlening aktief zijn, naast de professionelen natuurlijk.

Kinderen kunnen op de sculptuur klimmen, hangen, zitten, er op- en afspringen.
Het beeld staat in dat opzicht ook symbool voor het jeugdige, de hoop, de toekomst die we met z'n allen op handen zouden moeten dragen.


Op zondag 4 september 2011 vond in Aalst het wereldfeest Casa del Mundo plaats. Dat jaar met als slogan 'Vrijwilligers maken het verschil'. Om vrijwilligers de nodige erkenning te geven heeft het comité Werken aan Vrede een monument opgericht', legt Rik Van Woensel uit. Dat beeld wordt nu geschonken aan de stad. 
'Wij aanvaarden dat met plezier en zullen er ook zorg voor dragen', zegt schepen van Cultuur Dylan Casaer (SP.A).

In 2018 was het de oorspronkelijke bedoeling van het comité 'Levensloop' te Aalst (organisatie onder de vleugels van de Stichting tegen kanker) om het beeld terug wat 'in the picture' te brengen. De ontwerper, Olivier Bras, werd uitgenodigd om er een woordje uitleg te komen geven en men zou tijdens het binnenbrengen van de levensloopfakkel in onze stad op dat moment ook de vele vrijwilligers van deze (en de honderden andere) organisatie eventjes in de bloemetjes kunnen zetten. Het weer heeft er toen anders over beslist. Het parcours werd serieus ingekort waardoor niet aan dit monument werd gepasseerd ... De vrijwilligers kregen wel een ereschavotje op het podium bij de slotceremonie.  

Het beeld staat ondertussen al al bijna 20 jaar op dezelfde plaats. Er was ondertussen blijkbaar wel al wat oplapwerk nodig want het beeld wordt soms wel eens ruiger aangepakt dan eigenlijk de bedoeling is ...  Jammer genoeg kunnen we hier ook een kleine link leggen naar het vrijwilligerswerk dat op sommige ogenblikken ook harder aangepakt wordt dan het eigenlijk zou mogen. 

Deze mensen zetten zich belangeloos in voor een goed doel, of dat nu is voor kansarmen, voor zieken, voor dieren ... en verdienen één voor één een gouden medaille.
Vaak spenderen ze uren van hun eigen vrije tijd om anderen te helpen op de één of andere manier. 

Chapeau dus voor al deze mensen. Of ze nu met hun naam ergens verschijnen op een danklijst of niet, het zijn allemaal schakels in een enorme ketting en dus ook allemaal heel belangrijk !

In Aalst gaat dit over een 10 000-tal mensen die zich uit vrije wil inzetten voor het goede doel, een organisatie, akties en evenementeen in de stad. 
In de week van 29 februari tot 8 maart 2020 worden zij hiervoor bedankt tijdens de 'Week van de vrijwilliger'.
Meer daarover is HIER terug te vinden.


Bronnen

Het Nieuwsblad van 25/8/2011
Olivier Bras via mail
eigen foto 
eigen info levensloop (voorzitter 2018)
asrieme.be voor banner 'vrijwilliger bedankt'
aalst.be/vrijwilliger

dinsdag 11 februari 2020

Liebaut - carnavalsartikelen

Elke 'Oilsjteneer' kende de winkel in de Koolstraat wel. De winkel waar men alle mogelijke en onmogelijke attributen kostuums, hoeden, pruiken en de laatste jaren ook bijna alle carnavalscd's kon aanschaffen.
Als 19-jarige begon Danny Liebaut (of ‘de witten’ zoals men hem vroeger wel eens noemde) aan een nog steeds voortdurend avontuur.
Dat wil zeggen dat hij ondertussen (2020) al zo'n 47 jaar in ‘het vak’ zit.

Het begon allemaal bij zijn grootvader Prospère Backaert. Deze had een eigen zaak en verkocht textiel in z'n winkel.

In de periode tussen nieuwjaar en carnaval verkocht hij echter ook carnavalskledij, een revolutie in die tijd, en uiteraard was het aanbod toen ook nog heel beperkt.
Vooral de voor die tijd typische ‘domino's’ gingen vlot de toonbank over, ... en natuurlijk waren ook de nog immer populaire cowboy- en indiaankostuums erg in trek.
Een schatting van het aanbod toen ?  Een 7-tal soorten kostuums en een 15-tal soorten maskers, en daar moest je het mee doen ...

Voor Danny zelf begon het allemaal tijdens zijn legerperiode in Duitsland.

Hij had een verlof van 2 weken aangevraagd om de plaats op de markt van zijn grootvader die die week ziek was eventjes over te nemen....
De microbe bleef ook na die korte periode echter bestaan, en met carnaval hield Danny de winkel dan ook mee open.

Na zijn legerdienst kon hij met zijn diploma van boekhouder aan de slag bij de Generale Bank (de ‘Société Generale’, nu BNP-Paribas Fortis) waar zijn vader kantoordirecteur was. Hij twijfelde echter al heel snel aan dergelijke toekomst en na amper een tweetal maanden concludeerde hij dat dit werk toch niets voor hem was.

De 'bureau job' zag hij dus niet echt meer zitten.  Het zelfstandige worden en zijn grootvader helpen in z'n zaak des te meer.
Ook vierde hij heel graag carnaval, en hij was in die periode van het jaar dan ook steeds terug te vinden op het Katrienenbal of op de bals in de Madelon aan de Grote Markt.

Door zijn carnavalscontacten kwam hij uiteraard meer en meer in aanraking met het carnavals milieu en stilletjesaan nam hij de zaak over.

De groepen waren toen vooral op zoek naar nieuwe eigentijdse attributen om te kunnen showen tijdens de stoeten en de speelgoedgeurs in Nuerenberg (Duitsland) werd een nieuw werkdomein voor Danny. Hij deed daar immers de inkopen voor het volgende carnavalsjaar, steeds de nieuwste 'mode' en 'trends' volgend.

In 1974 is hij dan volledig zelfstandig begonnen. In de beginperiode verliep dat allemaal natuurlijk niet heel gemakkelijk.  Wat je aankoopt, moet je natuurlijk ook kwijtraken, en de afzetmarkt was in die beginjaren uiteraard beperkt. Langzaamaan groeide dit en meer en meer groepen vonden de weg naar de winkel ...

'Mond-aan-mondreclame' en 'je aan je beloftes houden tegenover je klanten', waren de magische woorden die ervoor zorgden dat de zaak stilaan een 'begrip' werd in Aalst en omstreken.


Eerst was de verkoop uiteraard kleinschalig en was enkel gericht op Aalst. In een later stadium kwamen er nog enkele gemeentes rond Aalst bij en zo verspreidde zich dat over heel het land, zelfs het boerendorpje Dendermonde ontsnapte niet ...

Naast de kleinhandel kwam ook de groothandel en het 'team Liebaut' groeide ...

Danny heeft het carnaval natuurlijk ook zien evalueren in de loop der jaren. Vooral in de tweede helft van de jaren 70, en zeker ook in de beginjaren 80 veranderde de carnavalsscene enorm.
De domino's waren ondertussen volledig uit het gamma verdwenen, en het publiek pakte liever uit met ietwat duurdere kostuums en gadgets.

Een ‘vellen frak’ komt in die periode niet meer van op grootmoeders zolder maar wel rechtstreeks uit de winkel van Liebaut (of De Winter).

Toen ging het vooral nog om Europese textiel, en het aanbod bleef ook toen nog tamelijk beperkt.

Zeker de laatste decennia is het allemaal veel uitgebreider geworden, met steeds meer en meer aandacht voor de details, voor de fantasie en ook voor de verlichting van het kostuum.
De 'gewone' kostuums (à la cowboy en indiaan) waren ineens zo gewoon niet meer …  en alles moest steeds maar fijner en sexyer.

Een andere belangrijke verandering was dat de mensen vroeger hun kostuum boven de mantel droegen (waardoor dus een maatje 38-40 een minimum was), en ze tegenwoordig als het ware ‘met hun bloot gat’ rondlopen. Een maatje 34 is heden ten dage dus vaak reeds voldoende.

Maskers werden nog uit ‘gaas’ gemaakt, daar waar het tegenwoordig allemaal in plastic of vinyl is.

Mensen zoeken tegenwoordig voor elke gelegenheid naar een gepaste outfit én de bijhorende accessoires, want die zijn soms nog belangrijker geworden dan de outfit zelf!
Het moet allemaal kloppen, maar vooral: het moet 'af' zijn!


Ook het dragen van uniformen is ‘in’. 
Verpleegsters, soldaten, agenten, … het passeert allemaal de revue.

Ook een - hernieuwde - trend is dat men opnieuw meer en meer ‘in groep’ een kostuum gaat bestellen.
Niet enkel de AKV’s, maar ook de ‘Losse’ en de kleinere vriendengroepjes lijken opnieuw het ‘uitgaan’ te ontdekken.

Uiteraard blijft men graag meegaan met de nieuwste trends. 

Zo lagen in december 2019 de bestellingen al klaar voor 250 jodenhoeden met pijpenkrullen, lange zwarte jassen, haakneuzen en valse klompen goud. 
Aanleiding hiervan was uiteraard het verdwijnen van Aalst carnaval van de UNESCO-lijst, wat uiteraard een dankbaar onderwerp zal worden tijdens de drie zotte dagen van 2020.

Danny vindt trouwens, net zoals de meeste Aalstenaars, dat men met alles zou moeten kunnen spotten. Niets wordt racistisch of persoonlijk bedoeld, en na carnaval is dat trouwens toch allemaal vergeten. Niets wordt echter gedaan met slechte bedoelingen of om mensen diep te kwetsen. ‘Nen Oilsjteneer es na ienmool auverechts

Men had van bijna elk 'model' van kostuum een voorraad van +/- 15 exemplaren.  In totaal zijn er maar liefst een 15.000 stuks in stock.
Na nieuwjaar werd de voorraad aangevuld met zo'n 2.000 stuks per week, en er werd ook doorgeleverd aan zo’n 400 andere winkels en verkooppunten.
De leveranciers van Liebaut kwamen voornamelijk uit Duitsland, Frankrijk en Italië maar ook uit China en Tunesië leverden hier aan in grote pakketten.
Hier in België moest dit uiteraard allemaal nog verpakt, geregistreerd en gesorteerd worden.

In de winkel waren naast Danny en zijn vrouw Mia nog 5 andere personeelsleden tewerkgesteld, en dit een heel jaar door.. 
Danny en Mia


Wat niet verkocht werd bij Liebaut, waren vuurwerk en wensballons … vooral uit praktische overwegingen (heel strenge veiligheidsvoorschriften voor wat betreft vervoer, stockage en verkoop)  maar ook uit eigen principe ... veiligheid moet steeds blijven primeren.

Het ging dus doorheen de jaren van ‘gewoon’ textiel naar carnaval, en ook dat gamma werd ondertussen uitgebreid.
De winkel was het hele jaar geopend en men vond er echt van alles terug : van Kerst tot driekoningen, via Pasen, Halloween, Sint-Maarten (en sinterklaas), naar familiefeesten, communies, klasfeestjes, bedrijfsfeesten, foute party's, enz enz enz ... Het hield eigenlijk nooit op en altijd was er wel iemand in de winkel te zien die een passend kostuum of attribuut zocht.

Ook de verkoop van toegangstickets (voor oa De nacht van Oilsjt Mjoezik) en carnavalscd’s waren extra publiekslokkers.

Een heel succesvolle zaak dus, maar uit persoonlijke overwegingen (de kleinkinderen vroegen aan ‘vake’ wel eens wanneer hij eens ergens met hen zou naartoe gaan, of wanneer ze samen eens iets zouden doen) werd begin 2020 toch beslist om er de stekker uit te trekken. 
Het pensioen lonkte en de tijd van te gaan was gekomen …

De zaak stond dus over te nemen. 
Hun ultieme einddatum werd in eerste instantie vastgelegd op ‘pasen 2021’. Indien er tegen dan nog geen overnemer zou gevonden zijn, gingen ze proberen om alles uit te verkopen. Er was echter wel de hoop dat het zo ver niet zou moeten komen en er wel iemand gevonden kon worden die deze familiezaak verder zou wil zetten.

Naast ‘De Winter’ zou dat immers de tweede grote carnavalswinkel zijn in Aalst die er mee stopt, en dat zou uiteraard heel jammer zijn.

De deadline tot overname werd - mede door de Coronaperikelen - uitgesteld, maar toen bleek dat begin februari 2023 nog steeds geen kandidaten werden gevonden, werd besloten om de uitverkoop te starten. 

Deze laatste vastelauvedperiode worden de klanten bediend door Mia, Danny en de personeelsleden die zich voor de gelegenheid een T-shirt hebben aangemeten met de tekst 'Oilsjt merci'

Een heel jammer einde, al niet het minste voor de vele groepen en individuele carnavalisten die er 'hun gerief ver de daugen' gingen halen. 

Liebaut bevond zich in de Koolstraat 62

'Schiefrechtoever' was er een parking waar de klanten tijdens hun aankoop hun auto konden achterlaten.


Na het verdwijnen van 'De Winter' en 'Liebaut' was er nog één carnavalswinkel in het Aalsterse, met name 'Las Fiestas' (Steenweg op Aalst). 
In 2024 kwam daar nog een tweede bij. We spreken over 'Kalleballe', geleid door Fabienne, dat zich in het stadscentrum bevindt. 

Uiteraard wensen we beide zaken 'ne goeie carnaval' toe ... en hopelijk houden ze het nog heel lang vol in de carnavalsstad.

Bronnen :

Eigen interview uit de jaren ‘80 voor opstel over carnaval
De Streekkrant, 1/2/2012
HLN 11/2/2020 – foto Danny en Mia
HLN 14/02/2023
Google Streetview (foto's winkel en parking)
overnamemarkt.be    

maandag 10 februari 2020

Sint Annawijk : het misterie van de hangende schoenen

Wie  de Sint Annawijk is binnengekomen langs de Naarstigheidstraat of langs de Volksverheffingstraat heeft ze waarschijnlijk wel al een tijdje zien hangen …
Boven de rijbaan hangen telkens 2 schoenen, netjes samengebonden aan de veters, over de overhangende kabels. 

Misterie … want wie of wat zit daar juist achter?

Dergelijke ‘hangende schoenen’ hebben wereldwijd blijkbaar andere betekenissen en er bestaan heel wat theorieën die het fenomeen elk op hun manier trachten te verklaren..

Uit de documentaire ‘The mystery of Flying kicks’ (te zien via DEZE LINK) zijn verschillende verklaringen af te leiden.

Jongeren in het land van de kangoeroes (Australië) gooien bijvoorbeeld hun sneakers in de lucht om een ondeugende reden. Ze vieren op die manier namelijk hun eerste vrijpartij.
In Spanje moeten we het fenomeen gaan zoeken in de criminaliteit. Daar zou de maffiawereld achter de 'vliegende schoenen' zitten. Het is hun manier om de politie en andere niet welkome gasten te waarschuwen dat ze een bepaald gebied beter niet betreden in het belang van hun eigen gezondheid …
In Los Angeles (USA) is een dergelijk paar schoenen ook al niet onschuldig. Vaak zijn ze doordrenkt met bloed. Het is op deze manier dat bendeleden hun vermoorde vrienden een eerbetoon willen nalaten.

Het ‘shoe tossing’ ofte ‘schoen gooien’ vindt een oorsprong in de folklore waar men in plaats van wapens, vaak schoenen of andere projetielen gebruikte om een bepaald doel te raken. Denk bijvoorbeeld naar een blikkentoren gooien, … veel leuker met een schoen dan met een bal, niet ?


Tegenwoordig wordt de term meer en meer gebruikt voor het gooien van een paar schoenen, samengebonden aan de veters, over telefoon- of elektriciteitsdraden. 

Schoenen die op die manier aan een draad hangen, lijken sterk op de zogenaamde ‘bolas’ (of lasso’s). De bola is een wapen met kogels aan de uiteinden dat bedoeld is om dieren te kunnen vangen aan hun poten. Het is een wapen dat werd ontworpen door de bevolking van Patagonië en de Pampa, en later werd overgenomen door de gaucho’s. Dat is de benaming van de Spaanse nakomelingen van de Spanjaarden en de indianen die zich op de pampa’s in Argentinië, Paraguay, Uruguay en in het zuidelijk deel van Brazilië bezighouden met veehoeden. De lokale ‘cowboys’ zeg dus maar.

Gaucho's gebruiken bola's om loslopend vee te vangen of als spel. De gebruiker geeft de kogels een zwaai en laat ze los. Het wapen wordt gebruikt om de poten van een dier te verstrengelen. Als er echter te krachtig wordt gegooid bestaat het risico om de botten te breken, en dat is natuurlijk ook niet de bedoeling. 

Er bestaat geen standaard model; de meeste bola's hebben twee of drie kogels, maar er zijn versies die tot wel 8 kogels tellen. Bepaalde bola's hebben kogels met gelijke gewichten, andere hebben wisselende knoop en riemlengte.
Gaucho's gebruiken bola's gemaakt van gevlochten leren riem met houten kogels of kleine leren zakken gevuld met stenen aan het uiteinden van de riemen. De vergelijking met de bola's als wapen zou kunnen opgaan als we het hebben over de criminele theorieën van het schoenhangen. Indringers in een bepaalde zone zouden er op die manier kunnen op gewezen worden dat ze beter niet verder gaan, en zich maar best wijselijk terugkeren.

Het ‘schoenslingeren’ wordt wereldwijd teruggevonden, meestal gaat het over sneakers maar ook lederen schoenen en ‘boots’ worden wel eens gebruikt.

Zoals hierboven al vermeld zijn hierover al heel wat theorieën de wereld ingestuurd. We kunnen een paar categorieën onderscheiden :

- pesterijen : een paar schoenen wordt gestolen en wordt op een plaats achtergelaten waar de eigenaar ze bijna niet kan terughalen

- practical jokes : het is heel leuk als een dronkenman wakker wordt en ontdekt dat zijn/haar schoenen verdwenen zijn.

- Erger wordt het als we het in de criminele wereld gaan zoeken. Zo bijvoorbeeld in Los Angeles waar oud burgemeester James Hahn de angst van zijn inwoners diende te temperen. Angst omdat de schoenen een teken zouden zijn dat op een bepaalde plaats drugs zouden worden gedealed, of erger, waar zich criminele feiten zouden afspelen of afgespeeld hebben. De opdracht aan het stadspersoneel werd gegeven om hangende schoenen onmiddellijk te verwijderen.

Een studie van het schoenslingeren in 2015 wees echter uit dat in een bepaald éénmalig feit in de criminele wereld zeker geen trend zou moeten gezocht worden van de hangende schoenen.

- In sommige culturen worden schoenen wel eens gelanceerd als een soort van ritueel, bijvoorbeeld om het einde van het schooljaar te vieren, of een aankomend huwelijk.

- Anderen houden het bij een militaire achtergrond, want militairen zouden, na het afronden van hun basisopleiding of bij het afzwaaien, wel eens hun schoenen over draden gooien, net zoals de geestelijken wel eens hun kap over de haag gooien.
Meestal gebeurde dit dan nadat ze de schoenen in een kleurtje hadden geverfd.

- In de film ‘Wag the dog’ (1997) is het schoenengooien te zien als een eerbetoon aan sergeant Wolliam Schumann, die neergeschoteen werd in vijandig gebied in Albanië.

- Het kan natuurlijk ook zijn dat de schoenengooier gewoon af wou van een te klein paar schoenen, of een paar schoenen dat niet meer in de mode is, en de draad dus eigenlijk gebruikte als een soort van vuilniszak.

- Ook wordt aangehaald dat het een soort van ‘domeinafbakening’ zou zijn.
Net zoals de hondjes hun ding doen tegen de bomen, of anderen tekeer gaan met spuitbussen en grafitti’tags’ zouden bepaalde groepen hetzelfde doen, maar dan via een afbakening met schoenen. 
Dit zou dan in het geval Aalst willen zeggen dat het gebied zich zou bevinden tussen de Naarstigheidstraat en de Volksverheffingstraat, wat eventueel zou kunnen leiden naar het Ezelspleintje (?)

- Er zijn ook culturen waar de schoenen die toebehoorden aan een overledene aan de boomtakken van de dichtstbijzijnde boom werden gehangen. Zo wordt het heengaan van die persoon aangeduid. Een legende vertelt trouwens dat, mocht de overledene ooit terugkeren, hij zich boven de grond zou bevinden, en dus op die manier gemakkelijker in zijn/haar schoenen zou kunnen stappen.

- Op sportief gebied is het ‘boot throwing’ of ‘wellie wanging’ een heuse competitieve sport in Nieuw Zeeland en in Brittannie. De competitie bestaat erin om de zware rubberen ‘Wellington boots’ die de meeste boeren en buitenwerkers dragen, zo ver mogelijk te sllingeren.

Ook in Noord Ierland, meer bepaald in Taihape bestaat een dergelijke competitie en zij claimen dat zijn de hoofdstad zijn van het ‘Gumboot throwing’.  Jaarlijks gaat daar een kampioenschap door en de winnaar krijgt de Golden Gumboot Trophy.
Het ‘boot throwing’ is ook een populaire sport in Finland.

Over het schoenengooien zijn ondertussen al honderden, neen duizenden, foto’s gepost. Heel leuke exemplaren zijn HIER terug te vinden.     

Eigenlijk best wel creapy niet ?


Bronnen :

Film : ‘The mystery of flying kicks’ – Australische documentaire (via 'Closer Productions')
‘Shoe tossing’ WikiPedia
‘Shoes on a wire’ – Untangling an urban myth. WBEZ
‘The straight dope’ – Adams Cecil
Foto's Volksverheffingstraat : eigen foto's

Jacquy De Pauw (+ 2020)


Heel wat bedroefde Aalstenaars zijn zaterdag 8/2/2020 afgezakt naar het crematorium te Aalst om er een laatste groet te komen brengen aan de betreurde Jacquy De Pauw.

Het onverwachte heengaan van Jacquy zorgde voor heel wat ongeloof, temeer omdat hij nog steeds heel aktief was in het verenigingsleven. Ook was hij lesgever in het CVO, waar hij samen met Jan Louies de Oilsjterse taal trachtte bij te brengen aan zijn leerlingen. 
Het werd een heel mooi afscheid, letterlijk met 'ne lach en een troon'.

Samen met zijn spitsbroeder zette Jacquy zich volledig in voor de authenticiteit van onze Carnaval en de kennis van ons Oilsjters, en dat maakte hem natuurlijk heel geliefd bij heel wat mensen. Ook zijn steeds vriendelijke 'babbel' werd erg gewaardeerd. Overal waar je hem tegenkwam (vooral de Delhaize was blijkbaar een favoriet 'babbelpunt'), maakte hij graag tijd voor een praatje, een bemoedigend woord of soms ook wel eens een vlijmscherpe sneer naar iets wat hem op de maag lag.

Dat Jacquy (17/1/1955-30/1/2020) een carnavalshart had, was al duidelijk van in 1968. Toen ging hij voor het eerst mee in de carnavalsstoet met de groep 'De Vernepelingskes'. Uit deze groep ontstond de 'werkgroep Noig', later de groep 'Noig'.

Deze groep die werd opgericht door Jacquy, Jan en Piet Louies en Luc Van Schuylenbergh ging in 1975 voor het eerst mee als officiële carnavalsgroep. Alle leden van de groep kwamen eigenlijk uit andere groepen. Zij aanzagen zichzelf niet als een échte carnavalsgroep, maar wel als een groep jongeren die zouden trachten om allerlei manifestaties rondom carnaval in te richten zich tijdens de driedaagse vooral te laten uitblinken in lol en creatief en actief zijn. Zij speelden steeds heel kort op de bal en maakten geen praalwagens.

In 1978 kregen ze de raad om een beetje meer aan zelfcensuur te doen in de toekomst. Hun onderwerp 'de onkoise koisers van den tettentoeren' werd immers als 'aanstootgevend' beschouwd.
Hier een fotootje van hun toenmalige 'creatie' die heden ten dage zeker niet meer zou doen opkijken maar toen blijkbaar wel als 'vulgair' werd bestempeld.
Maar ... nen echten Oilsteneer veegt door natierlek zen kas oon, en ze deden dus rustig verder. 
In 1984 werden ze op bevel van burgemeester Raymond Uyttersprot zelfs uit de maandagstoet gehaald.

Dit maal was het onderwerp 'het land van Coitha' de doorn in het oog, en naast inbeslagname van hun kostuums kregen ze ook nog een pv wegens openbare zedenschennis aangesmeerd.

Het bewuste boek waarop hun onderwerp gebaseerd was, was een voorlichtingsboek dat adolescenten op een speelse manier de beginselen van de ... euh ... liefdesbeleving wou laten kennen. Het boek werd uit de bibliotheken verbannen door schepen van cultuur Chris Lievens-Borms en dat vormde de aanleiding voor 'Noig' om zich als geslachtsdelen verkleed in de stoet te begeven.
Willy Van Mossevelde (V.U.) verklaarde een maand later dat het hier ging om een uitbeelding van een 'onhebbelijk spektakel die een groepje zogenaamde progressieven opvoerden'. Hij was er verder van overtuigd dat de psychiater een vette kluif zou hebben aan deze paranoïde onvolwassenen.
Schepen van feestelijkheden Julien Vinck beklemtoonde dat de uitsluiting gebeurde op unaniem advies van het feestcommité. 
Gracienne Van Nieuwenborgh (SP) kreeg het aan de stok met de burgemeester omdat zij stelde dat de beslissing van hem persoonlijk uitging, en dat 'Noig' zelfs niet van de beslissing van het feestcommité op de hoogte gebracht was. Ook vond ze het optreden van de politie een overdreven publicitair karakter hebben.

Het jaar daarop zou Noig verder gaan als losse groep.

In 1996 werd 'De vereniging van de Losse groepen' een feit toen een aantal groepen zich verenigden. Noig, Eftepie, Erremet en de Moikes gingen op kop.

Het is vanuit deze pioniers dat later het team is gevormd dat op de vooravond van carnaval steeds de carnavalsraadszitting opluistert met sketches, liedjes en moppen. 

De carnavalsraadszitting vindt steeds plaats aan de start van de carnavalsdriedaagse, op zaterdagavond. Het is tijdens die raadszitting dat de nieuwe prins carnaval de sleutels van de stad officieel overhandigd krijgt en waar de plaatselijke politici, meer bepaald het stadsbestuur, op het podium voor hete vuren komen te staan. De zitting verloopt volledig in het dialect en zonder inspraak van de burgemeester en de schepenen - de grote 'slachtoffers' ...
Hier een beeldje van in 2016 toen burgemeester D'Haese op doktersbezoek moest gaan bij 'doktoer' Jacquy.
In 2009 werd door bovengenoemde losse groepen een 'Charterelle' opgericht, dat zou lijden tot een officieel reglement. Door op de banner hieronder te klikken wordt je omgeleid naar de website van het Charterelle.

 

In 2011 vroeg Jacquy schriftelijk eerherstel voor 'Noig' via een open brief naar burgemeester Uyttersprot die zich toen zelf van een iets minder zedelijke kant had laten zien op een toren ...
Er kwam echter geen enkele reactie op deze vraag.

In 2014 voerde de stad dan eenzijdig een waarborg in. Losse groepen zouden moeten betalen om mee te mogen lopen in de stoet. Uiteraard was dit volledig tegen de zin van 'de losse' en zo kwam het dat in 2015 een twintigtal legendarische losse groepen (waaronder Noig, Erremet en De Moikes) zich officieel inschreven als AKV om op die manier de betaling te kunnen vermijden. Ze dreigden ermee om het jaar daarop met nog meer losse groepen in te schrijven als de stad niet zou inbinden. Dat zou immers leiden tot enorme vertragingen bij de stoet en heel wat ongenoegen bij heel veel mensen.

Nog in datzelfde jaar start Jacquy met een blog, 'Pauwenogen', waarin hij de Aalsterse actualiteiten stevig becommentarieerde en voorzag van zijn eigen ongezouten mening... 'door het oog van de pauw' dus. Zijn eerste gevleugelde woorden waren 'Zagen en klagen, het zit in het bloed van elke Aalstenaar'.
Door op de banner te klikken wordt je omgeleid naar deze blog ...

Het laatste bericht werd geplaatst op 24/12/2019 met als titel 'het Aalsters realiteitenkabinet'. Hij had het daarin ondermeer over de zware tijden voor 'zijn' stad, de UNESCO-saga, de perikelen rond Ilse Uyttersprot enzomeer.   

We schrijven 2016, en na 20 jaar komt er toch een doorbraak voor de losse groepen. Op aansturen van de UNESCO-commissie (!!jaja!!) bleek dat de meerwaarde van de losse groepen beschouwd wordt als 'onlosmakelijk deel van Aalst carnaval'.

Twee bronzen plakkaten (eentje in de Peperstraat en eentje in de Zoutstraat) werden onthuld en dat betekende meteen dus een soort van erkenning en eerherstel na het jarenlang opboksen tegen reglementen en waarborgen om 'de losse' uit de stoet te proberen houden.

'De Losse' ziin nu officieel geen 'krapul' meer maar wettelijk erkende kinderen (trouwens een onderwerp dat tijdens carnaval 2020 dank zijn koning Albert wel meer dan eens aan bod zal komen). Het zijn de groepen die zorgen voor het 'peper en het zout in de stoet', heel kort op de actualiteit spelend, en minder concentrerend op grote wagens.

2018 werd dan het jaar van de 'numerus clausus' (beperking van het aantal deelnemende groepen) voor zowel de vaste (AKV's) als de losse groepen. Deze nieuwe regeling werd door 'de losse' éénmalig goedgekeurd maar toen bleek dat men ook in 2019 deze regel zou aanhouden, kwam er reactie. Er werd gedreigd om de stoet op de houden door alle losse groepen ook een dansje te laten doen op de Grote Markt. 
Na overleg met Karnavalist tot in de Kist (overkoepeling van de AKV's) werd toch maar afgezien van dit initiatief. De numerus clausus werd wel behouden, maar er werden toch een paar dingetjes opnieuw op de agenda's geplaatst.

In februari 2018 stapt Noig (toen al herleid tot enkel nog Jan en Jacquy) zijn vijftigste stoet. Aan de pers wordt bevestigd dat ze 'sinds 1968 onafgebroken aanwezig waren in de stoet'. Jacquy en Jan voegen er nog aan toe 'we hopen dat bij leven en welzijn we dit nog een tijdje volhouden' ... 
Wisten ze toen dat dit de voorlaatste stoet voor Jacquy zou worden. 
Hieronder een foto uit 2019, de laatste stoet die Jacquy zou meelopen … en waarschijnlijk ook het jammere einde van 'Noig'

Nog in 2018 overhandigen Jan en Jacquy een exemplaar van het 'verboden boek' 'Het land van Coitha' aan de nieuwe bibliotheek te Aalst.
Het boek is niet uitleenbaar en zelfs niet raadpleegbaar. Er werd een slotje aan gehangen en het boek kreeg een plaats in 'de grootste bibiliotheek', een initiatief waar Aalstenaars een boek konden schenken om in een enorm boekenrek terecht te komen .

Tot zover de carnaval ... 
Maar Jacquy was van veel meer markten thuis ...

Wat misschien wat vergeten is, is het feit dat Jacquy ook een rol speelde in de 'Oilsjterse muziekscene'.

In 1977 richtte hij in 't Fabrieksken mee de legendarische Belpopgroep Lavvi Ebbel op.
Een rare naam misschien, maar spreek het eens uit op zijn Frans, en je zal begrijpen waar de inspiratie vandaan kwam.

Hij deelde in die beginperiode met Luckas Vander Taelen het podium als zanger. Hun bekendste hits zijn 'give me a gun', 'no place to go'' en 'Victoria'. 
Hieronder het clipje van 'Give me a gun'
Na enkele jaren viel deze band in 1983 echter uit elkaar, Jacquy was toen reeds geen lid meer en ook Luckas Vander Taelen ging elders carrière maken.
Jacquy is echter niet vergeten … De twee bleven de beste vrienden en spraken regelmatig af om samen 'polink te gon eten' …  Samen in de cabrio van Jacquy … er het beste van maken ...
Luckas sprak heel lovende woorden over Jacquy tijdens het afscheid. Er werd een traantje weggepinkt, maar er werd ook gelachen om de fratsen van de twee.
Hetzelfde gebeurde trouwens ook met de afscheidsrede van Jan Louies.

In 1981 gaf Jacquy ook de aanzet om in de Gele Limonade een eigen radiostation op te starten.

Radio Katanga zou zich, net als het grote voorbeeld FM Brussel, profileren als onafhankelijke en niet-partijgebonden zender, om een alternatief te kunnen bieden aan de bestaande vrije-radio situatie, waar de programmatie te zeer gedomineerd wordt door al te commercieel gerichte muziekjes, sluikreclame en pseudo-informatie.

De eerste uitzending van de radio vond plaats op 1 september 1982 vanuit de Ridderstraat.



Katanga wou steeds de voorrang geven aan de “betere muziek”, echte stadsinformatie met duiding en hoopte, net als FM-Bruxel, een progressief, intellektueler publiek te kunnen bespelen.

Geen afgezaagde deuntjes dus, maar muziek die naarmate de avond vordert steeds moeilijker toegankelijk wordt. Van funk evolueert men gedeeltelijk aan naar soul, rhythm en blues, Nederlandstalige muziek, filmmuziek en kabaret om dan bijvoorbeeld af te sluiten met een streepje jazz.
Een hele trits presentatoren passeerden de revue ... vaak zelfs zonder echt zendschema, en vaak met hun eigen plaatjes in hun koffer.
Heel wat toekomstige BV's stonden er trouwens aan de micro, zoals bijvoorbeeld Wigbert van Lierde (Wigbert), Marcel Vanthilt, Ella Michiels (tegenwoordig presentator bij 'Klara'), Aster Nzeyimana (Sporza), ...

Met zijn 'partner in crime' Jan Louies presenteerde Jacquy het programma 'Men ieneg Oilsjt', een ludiek programma waar de Aalsterse politiek en de beslommeringen van de Aalsterse bevolking onder de loep werden genomen.

Wie de muziekkeuze van de radio maar matig kon waarderen, was de Aalstere brandweer dat zich net om de hoek bevond. Katanga’s alternatieve deuntjes daverden door tot in de radiokamer van de pompiers en de radio werd meteen als stoorzender gecatalogeerd.
Om verdere problemen met de brandweer (en dus ook de veiligheid) te vermijden, verhuisde het zendstation naar café Cactus (tegenwoordig 't Craeyken) op de Grote Markt.

Katanga organiseerde ook optredens, voornamelijk in De Gele Limonade met onder andere één van de allereerste optredens van Marcel Vanthilts 'Arbeid Adelt', waarbij de publieke belangstelling zo “groot” was dat de de groep optrad in de kelder terwijl het publiek in het café stond. Maar ook 'Twee Belgen' en de experimentele muziek van 'Wim Mertens' passeerden de revue.

Na het sluiten van de Cactus in september 1986 werd de antenne terug naar de Gele Limonade verkast. Later verhuisde men naar de Nieuwbeekstraat. 

Katanga zou het ondanks het grote engagement, nooit echt makkelijk hebben. 

Stichter Jacquy De Pauw in HLN: “Groot probleem met Katanga was dat in tegenstelling met andere “gelijkwaardige” zenders zoals Scorpio in Leuven, Centraal in Antwerpen en FM Brussel, Aalst geen universiteitsstad was waardoor noch de noodzakelijke publieke achterban noch de nodige getalenteerde dj’s voorradig waren. 
Vooral dat laatste was een permanent probleem in een systeem dat er van uitging dat zoveel mogelijk live moest worden gepresenteerd omdat zeker in de beginfase de nodige apparatuur ontbrak om programma’s automatisch te sturen.” 

Ook het feit dat men reclamespots zo lang mogelijk geband heeft, is één van de redenen dat men het financieel maar net kon redden. 

In 2002 werd Jacquy gehuldigd door de zender ter gelegenheid van hun 20 jarig bestaan. Hij werd meteen benoemd tot ere-voorzitter van de radio.
Muziek kon hem de laatste jaren echter nog maar matig bekoren en zijn muziekcollectie lag 'op 't opperste' zoals hij zelf zei.

2016 betekende een unieke samenwerking in het Aalsterse radiolandschap. De Aalsterse stadsradio Goeiedag Aalst, Radio Katanga en Oilsjt Mjoezit sloten een unieke samenwerking. Speciaal voor de carnavalsperiode zouden ze gaan samenwerken. De oudste lokale radio van Aalst dacht op dat ogenblik zeker niet aan stoppen, maar ...
op 31 december 2017 trok Vlaams mediaminister Sven Gatz, na 35 jaar, toch de stekker uit Radio Katanga.

En dan de cursus Oilsjters ... Op 25 februari 2016 was het zover ... de eerste échte cursus Oilsjters ...

26 Gemotiveerde Oilsjteneers en Oilsjteneskes (en tja ... ook twee 'eiremonneneers') meldden zich aan voor deze nieuwe cursus die werd gegeven in het CVO-Keizersplein.
Jan Louies en Jacquy De Pauw als lesgevers beweren al sinds hun kinderjaren dat ons Oilsjters een volwaardige taal is, naast het Frans, Engels, Spaans en andere wereldtalen. Ze werden daarin gretig gevolgd door Stany Meskens, directeur van het CVO en dus werd deze cursus met heel veel enthousiasme in het talenpakket van de school opgenomen.

Wie denkt er lessen 'carnaval' te krijgen, slaat de bal helemaal mis. Het gaat over de vervoegingen, de geschiedenis van de stad, en natuurlijk wordt alles aangevuld door een streepje muziek.
Jacquy bleek de specialist te zijn van de 'schiljeroin', want vaak moesten we een schilderij analyseren, ... in het Oilsjters natuurlijk, waarbij de aangeleerde woordenschat heel goed van pas kwam. 
Hier een foto van Jacquy met onze burgemeester, die een gastles kwam geven ...

Het leuke en interessante aan deze twee leraars was dat we steeds twee kanten van het 'Oilsjters' konden ontdekken. Daar waar Jan ''van 't stad' is (Nieuwstraat), was Jacquy 'van oever 't wooter' (Bergemeersen), wat soms tot heel grappige situaties kon leiden. Want is't nu 'nen iemer' of 'nen auker' ? … 'ik oi' of 'ik had' ? … Allemaal dilemma's die het de cursisten zeker niet gemakkelijk maken.

Op het examen (ja, er is ook een heus examen, en neen, het is niet gemakkelijk en vanzelfsprekend) is er zowel een schriftelijk als een mondeling gedeelte.
Op het mondeling wordt onder andere het verschil gevraagd over wat men bij de beenhouwer zoal kan terugvinden. Na het examen wordt dan rustig nagepraat en worden de examenvragen (roein endj, cervela, hoslek, loeiktrippen, enz) ook opgegeten ...
Dat het mondeling examen echter een heel serieuze zaak is, bewijst onderstaande foto van 1 leerling tegenover de 6 (!!) koppige jury.
Jacquy heeft steeds de pers een beetje geweerd. Ze mochten wel eventjes komen filmen tijdens de eerste les, maar een opname tijdens het examen vond hij er wat over. 'Gaan jullie ook komen filmen tijdens het examen wiskunde?' was zijn vraag aan de cameraman, en natuurlijk moest die hier negatief op antwoorden wegens 'te weinig spectaculair'.

Een interviewtje met Jacquy en mezelf over de cursus Oilsjters is terug te vinden bij Carnavalaalstkoentje op DEZE link.

En wat je zoal kan terugvinden op het mondeling examen (en in de beitere Oilsjterse bienaveroi) is HIER te lezen.

Jacquy was ondertussen ook erelid van 'Voil Janet es gien travestie', en hij was één van de stemmen van 'De bende van Richard', het poppenspel omtrent Hamlet dat zich net aan het voorbereiden was voor een nieuwe editie. En hij was lid van het 'Louis Paul Boon genootschap', en … en … en ...

Om een lang verhaal kort te maken : Al het voorgaande bewijst wat voor een drukbezet en geëngageerd man Jacquy eigenlijk was.
Altijd bezig met 'zijn Oilsjt' met de gebreken, de voor- en achteruitgang, de taal, de beslommeringen en de feestjes ...
Tot op het moment dat zijn hart er anders over besliste. Na een cardiologisch onderzoek werd hij op de parking van het ziekenhuis plots onwel en sloot hij zijn pauwenogen voorgoed.
 
Het ga je wel beste Jacquy … en mokt er hierboeven e graalek plezant fistjen van ...


Bronnen :

Onion Rock, Flying Pencil, Jan Van Liedekerke  p. 102-103
HLN 17/9/2014 - 3/2/2015 - 6/5/2015 - 10/10/2016
Clip 'Give me a gun' - Radio 2 hitarchief ... Uit 'Hitring van 15/3/1983
De Voorpost 10/1/1975 - 25/12/1992
TV Oost 31/1/2020
persregiodender.be 30/8/2013
Vlaams radio archief (Rudy Gybels) : logo Katanga
foto's : FaceBookpagina Jacquy de Pauw (7/2/2020)
Caricatuur Dennis (van FB Jacquy)
Afscheidsceremonie in het crematorium Aalst op 8/2/2020
cursus Oilsjters aan het CVO - eigen info + eigen foto's 2015