Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

zaterdag 25 september 2021

Gaston Van der Elst

05 juli 2020 … “De Eendracht-familie wordt in rouw gedompeld bij het overlijden van clubicoon Gaston Van Der Elst (84). Vorige zomer genoot hij nog met volle teugen van onze Expo 100 en zijn portret aan de Wall of Fame. Veel sterkte aan de familie en vrienden! Rust zacht, Gaston. #EA1919

Het werd deze aankondiging op de website van Eendracht Aalst die de stad in rouw dompelde. Gaston Van Der Elst (°23/06/1936) was niet meer.



Gaston werd bekend als sympathieke uitbater van café-feestzaal-sportlokaal ‘De Koornbloem’ die hij gedurende 50 jaar heeft uitgebaat. 
Over 'De Koornbloem' is HIER meer te lezen. 

Maar er is meer. 
Gaston was bij het sportpubliek ook gekend als voetballer ... en wat voor eentje. 

Zo dribbelde hij in 1961 Eendracht Aalst mee naar eerste klasse en speelde ook mee in de berucht geworden wedstrijd tegen Standard (toen niet de spelers maar wel scheidsrechter Arthur Blavier de hoofdrol speelde). 
Gaston Van Der Elst schopte het tot speler van Anderlecht, waar hij er onder andere Michel Verschueren als ‘physical trainer’ had en kwam later terug naar onze stad als trainer van Eendracht Aalst. 

Gaston was van Mijlbeek. Reeds op heel jonge leeftijd had hij de voetbalmicrobe te pakken en begon te voetballen in de Bergemeersestraat. Op enkele meters van het ouderlijke huis lag immers het voetbalveld, waar het clubje ‘White Star’ speelde. 
Bij de rust van de wedstrijd slopen hij en zijn vrienden binnen, en trapten toen op de ballen die op het veld waren blijven liggen. 

Zijn moeder was niet echt overtuigd bij het woord ‘voetbal’ en Gaston stootte op een ‘njet’. 
Vader was wel een sportminnend man en gaf wel zijn goedkeuring en zegen. 
Uiteindelijk is zijn moeder dan toch één van zijn grootste supporters geworden. 

In 1947 tekende Gaston zijn lidkaart bij Eendracht Aalst. Hij was toen pas elf jaar oud, maar men zag in hem wel toekomst. Hij mocht dan ook al heel snel meespelen in de A-ploeg waarmee hij het kampioenschap van Oost Vlaanderen won met een doelpuntengemiddelde van 126 voor en 6 tegen. Gaston zelf scoorde maar liefst 58 keer. 

In de jeugdploegen van Eendracht speelden toen maar liefst tien jongens van uit de buurt. Ze gingen te voet naar de trainingen en hadden toen maar weinig begeleiding. 
In het jaar 1950 begon hij aan zijn laatste seizoen als cadet en werd meteen overgeheveld naar het scholierenelftal. 
Na 2 jaar kwam echter het grote moment : op de leeftijd van 16 jaar en 3 maanden debuteerde Gaston bij ‘Den Iendracht’. 


Clubicoon Adolf De Buck was Eendracht Aalst 26 jaar lang trouw gebleven en besliste na het seizoen 1955-1956 om, na 600 wedstrijden, een punt achter zijn carrière te zetten. Met Gaston Van der Elst werd dus al heel snel een waardige opvolger gevonden en maakte een nieuw Aalsters jong talent zijn opwachting. Het daaropvolgende seizoen werd Eendracht kampioen, waardoor het promoveerde naar tweede klasse.

Onze Gaston kon echter nog meer. Zijn voetbaltalent bracht hem ook in de militaire ploeg en hij hij mocht ook meespelen als B international. 
Ook daar werd hij heel succesvol. Hij was tijdens de match tegen Luxemburg trouwens de enige Belgische speller die geen kritiek te slikken kreeg. 
Hij was bepalend tijdens het eerste doelpunt en maakte zelf het tweede, maar werd voor het overige te weinig aangespeeld door zijn ploegmaten. 
In de kranten verscheen : “Alles bij elkaar was Gaston Van der Elst, die nochtans met Eendracht Aalst in derde nationale speelt, de beste Belg in Luxemburg …”

In het seizoen 60-61 werden ze kampioen in tweede klasse. In de toenmalige ploeg was heel wat talent aanwezig. Er waren bijvoorbeeld Karel Voogt en Dolf De Buck, twee echte ‘krakken’. Voogt kwam toen terug uit Italië waar hij bij Messina speelde.


Het was niet allemaal rozengeur en maneschijn, want ook Gaston bleef niet gespaard van blessures
Op zijn 23 jaar heft hij toen gedurende maar liefst 18 maanden niet kunnen spelen. Al de gewrichtsbanden van de linker knie waren af.  
Het was Michel Verschueren, de latere manager van Anderlecht, die hem er toen doorgehaald heeft en na een lange lijdensweg kon hij daarna toch weer spelen voor Eendracht. 
Michel Verschueren dook er op als fysiek trainer van Aalst dat toen getraind werd door Rik Geertsen. en introduceerde er nieuwe trainingstechnieken. Zo liet hij de spelers met bijvoorbeeld zakjes zand van 10 kg de tribunes op en af lopen. De keepers warden getraind in een zandbak. Het was afzien maar er waren opvallend weinig kwetsuren en de spelers waren echt wel fit.

Vanwege zijn onophoudelijke inzet en zijn … euh … grote gestalte werd hij wel eens ‘de Asterix van den Eendracht’ genoemd. 

Het seizoen ’61-’62 was een jaar dat in de geschiedenisboeken terecht zou komen, en Gaston stond toen op de eerste rij. 
De match van Eendracht tegen Standard werd overschaduwd door heel wat akkefietjes. 

Aalst stond in de rangschikking vooraan na zes goede matchen, maar toen gebeurde het. 
Scheidsrechter Blavier zag al in de beginfase van de match een aantal grove fouten van Standard door de vingers. 
Een eigenlijk banaal duel tussen Aalstenaar Willy Bellon en Standard-speler Léon Semmeling hitste het publiek op en de sfeer was meteen te snijden, zowel naast als op het veld. 
Even later kreeg Jan Van Poelvoorde een brute elleboogstoot. Hij diende een tiental minute op adem te komen, en toen hij terug op het veld stond moest hij jook nog eens een trap in het kruis incasseren. 
Hij was razend, rende naar scheidsrechter Blavier en protesteerde nogal hevig. 
Blavier reageerde kortaf met “Dehors!”. 
Exit Jan Van Poelvoorde dus en Den Iendracht moest verder met 10. 
Na het doelpunt van Semmeling, net na de rust, mocht ook Jan’s broer Antoine gaan douchen. 
Volgens Blavier had Antoine nagetrapt. 
Het slachtoffer van dienst, Istvan Sztani, schreeuwde het uit van de pijn, hoewel hij achteraf wel toegaf dat het commedie was. 
Daar had EA natuurlijk niets aan, en dus moesten ze verder met 9. 

Het was echter nog niet alles. In de 60ste minuut kon ook spits Albert Mayama gaan douchen, … ook al voor protest ...  
In de 71ste minuut was het genoeg geweest voor kapitein Gaston Van der Elst en besliste hij om met zijn ploegmaats het veld te verlaten. 
Het razende publiek bestormde het terrein en bekogelde Blavier met aardkluiten. Rijkswacht en politie hadden alle moeite van de wereld om de gemoederen te bedaren. De match herstartte wel nog, maar eindigde niet. 
De Aalstenaars Van der Elst, Willy Plas en Lajos Balogh blesseerden zich (zogezegd) in het slot en trokken richting kleedkamer. Er stonden toen dus nog maar 5 spelers op het veld en Blavier diende de wedstrijd stop te zetten bij 0-3. 

Het Pierre Cornelisstadion kolkte van woede. Het rapport Blavier was vernietigend met wekenlange schorsing voor de spelers en 15 maanden schorsing van Michel Verschueren, volgens Blavier de aanstoker van de feiten. De zaak heeft Aalst jarenlang heel veel schade toegebracht en is trouwens nu nog steeds ‘talk of the town’.
Aalst zou de straf niet overleven en zakte al na 2 seizoenen opnieuw naar 2e nationale. 

In 1964 werd Gaston getransfereerd naar Anderlecht, waar hij samen met Trappeniers, Heylens, Plaskie, Verbiest, Cornelis, Hanon, Jurion, Devriendt, Stockman, Van Himst en Puis het goede weer mocht maken. 
Gaston was nummer 15 en zat meestal op de bank. 

Jammer om te moeten vermelden maar Gaston werd ook ‘bekend’ omwille van een omkopingsaffaire
Het zat zo. Aalst moest winnen van Charleroi om zijn vel te kunnen redden.  Ze stonden voorlaatste op één punt van Namen, met nog 5 matchen te gaan. 
Na de eerste helft stond Aalst op kop met 0-3 maar tijdens de ruxt verklaarde Charleroi speller-trainer Piccinin dat hij omgekocht was. 
Gaston had immers, in opdracht van de keeper van de reserves – die trouwens van Charleroi kwam – iets geregeld voor den Eendracht, zonder dat hij daar een cent heeft aan verdiend. Het was clubliefde maar hij  werd wel geschorst voor drie jaar. 


Na 15 maanden werd de schorsing, gelukkig voor hem, herbekeken en hij ging terug naar Aalst. Wel nam hij nog drie man van de reserveploeg van Anderlecht mee naar Aalst dat opnieuw kampioen werd.

Op zijn 32ste werd hij trainer van Grimbergen, de ploeg van Michel Verschueren. Na drie jaar werd hij trainer van Denderleeuw, waar hij de bescheiden ploeg in een mum van tijd naar derde klasse wist te laten promoveren. 
Nog eens drie jaar later kwam hij terug ‘naar huis’ en werd trainer van Aalst, dat was in het seizoen van 1975-1976. 
Gaston bleef er trainer tot oktober 1978 en werd opgevolgd door Henk Houwaart.

Gaston ruilde de voetbalschoenen voor de horeca en vanaf midden jaren tachtig werd hij één van de meest besproken en geliefde cafébazen van Aalst. Op sommige dagen, zoals Carnaval, kon je zowel in het café vooraan, en in de zaal achteraan met moeite binnen. Men stond zelfs tot buiten om toch maar de sfeer te kunnen opsnuiven.

Iedereen wilde bij Van der Elst zijn. 

De week voor Carnaval werd zijn café door het personeel van de brouwerij Safir, leeg gemaakt en voorzien van oud meubilair. 
Het mocht echter niet baten, en met spijt in het hart moest Gaston, net zoals zoveel andere cafébazen, in 2002 toch besluiten om zijn café dicht te houden tijdens de carnavalsdagen. 
De kosten liepen te hoog op, de schade was vaak niet meer te overzien. 

Zijn café-feestzaal 'De Koornbloem' (elke Aalstenaar kent de zaak echter als 'Van der Elst' bleef heel succesvol tot hij er in 2010 zijn laatste pint tapte. 

Een jaar later belandde hij in het ziekenhuis met een hartaanval.
Wat de uiteindelijke oorzaak was, is niet geweten. Hij reed voor z’n plezier zonder te forceren maar viel en geraakt in coma. Hij lag 6 weken in de kliniek en sindsdien droeg hij een pacemaker.

Na zijn carrière als voetballer bleef hij de sport wel nog van dichtbij volgen. 

Gaston werd geopereerd aan zijn hart, en met de Harva-ploeg, de vereniging voor hartpatiënten van het Onze Lieve Vrouwziekenhuis uit Aalst, reed hij bij geregelde tijdstippen mee om zijn gezondheid op peil te houden, maar ook om de vele goede doelen te steunen.

Gaston stond vooral bekend om zijn vriendelijkheid. Overal waar je hem tegen het lijf liep, geen seconde was hem teveel om een babbeltje te slaan, of even te poseren voor de foto. 

Hier is hij nog te zien bij de inhuldiging van The Wall aan de nieuwe staantribune in het Pierre Cornelisstadion


Gaston Van Der Elst was een van de beste voetballers die ooit bij Eendracht Aalst en Anderlecht heeft gespeeld. Burgemeester Christoph D’Haese omschreef het bij de afscheidsplechtigheid zo: 

Aalst vergeet je nooit, Gaston. Hierboven resideren reeds een aantal Aalsterse grootheden die ons de jongste jaren zijn ontvallen. De fine fleur van de Keizerlijke Stede zal Gaston Van Der Elst ongetwijfeld welkom heten, wie weet een ‘matchke’ voetbal spelen en herinneringen ophalen aan de toog van het Eeuwige Leven. En wij hier, we zullen hem ongelooflijk hard missen. Vaarwel Gaston, en bedankt voor alles.

Op de begraafplaats mocht het publiek vaarwel zeggen. Een lange rij kwam hun steun betuigen aan de familie.

 ‘Broske’ was één van de beste Aalsterse voetballers ooit en zijn schoenmaatje 38 stond dan ook in schril contrast met de grootsheid van deze man. 

Met een verwijzing naar clubicoon Gaston Van der Elst kreeg een tweede nagelnieuw woonblok van De Volkswoningen op 13/10/2021 een naam om u tegen te zeggen ... inderdaad ... Gaston ziet zijn naam vereeuwigd in een gebouw.
Het pand ligt in de Bredestraat op enkele stappen van het Pierre Cornelisstadion en wordt op zaterdag 23 oktober officieel ingehuldigd, in aanwezigheid van de familie van Gaston.

Na “Molly 9” in Park De Blieck, genoemd naar gewezen Eendracht-speelster Vanessa Molly, krijgen we met “Gaston 11” dus een volgende link tussen de rijkgevulde clubgeschiedenis en de woonwijk rondom het stadion.

Vlak voor de zomer organiseerde de club een online poll met alle grote namen uit de Selectie van de Eeuw. Gaston Van der Elst kreeg met voorsprong de meeste stemmen.


Bronnen

HLN 05/07/2020
De Voorpost 25/07/1975
facebookpagina DRA
eendracht-aalst.be
foto KOS/RLA (HLN 13/07/2020)

De Koornbloem - "Bij Van der Elst" - Redt U Zelven

Voor vele Aalstenaars was café ‘De Koornbloem’ een begrip, hoewel de naam misschien niet bij iedereen meteen een belletje zal doen rinkelen. 
Als je echter ‘Bij Van Der Elst’ zegt, zal iedereen je blindelings de weg tonen ...


Het welbekende Café De Koornbloem aan de Nieuwstraat 2 is geschiedenis geworden ... maar hoe is het allemaal begonnen?

Het begon allemaal toen de samenwerkende maatschappij ‘Redt U zelven’ werd opgericht in 1919. 
‘Redt U Zelven’ was een coöperatieve vereniging van landbouwers.  

De landbouwersvereniging werd opgericht in Aalst als reactie op de slechte situatie in de landbouwsector tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De vereniging had als doel de belangen van de landbouwers en arbeiders in de sector te verdedigen.

De stichter Ortaire Caudron (1888-1983) was afkomstig uit Moorsel en groeide op in een Daensistisch milieu. Hij had gedurende een halve eeuw de dagelijks leiding, hoewel hij zelf nooit voorzitter was van de vereniging.
Het was een politiek neutrale, christelijke en Vlaamse beweging die de krachten bundelde voor de aan- en verkoop van landbouwproducten waarvan de centrale gevestigd was in Aalst. Bovendien hadden ze ook een eigen juridische dienst, een brandverzekering, een gemengde jeugdwerking en een spaarkas.
De vereniging rekruteerde voornamelijk boeren met Daensistische en Vlaams-Nationalistische achtergrond, hoewel men zich duidelijk profileerde als een apolitieke groep die de belangen van de arbeiders op de eerste plaats stelde. Het streefde als neutrale vereniging naar een Vlaams en Christelijke levenswijze.

Eén jaar na stichting werd de vereniging uitgebreid met een coöperatieve voor de aan- en verkoop van landbouwproducten (granen, veevoeders, mest- en sproeistoffen, zaai- en plantgoed). De vereniging bezat hiervoor eigen magazijnen en winkelpanden, zowel in de stad Aalst als in de buitengemeenten.
Ook startte men met een juridische dienst (1920), een brandverzekering (1920), een spaar- en kredietkas (1921), kleinveebonden, een gemengde jeugdvereniging (1930) en landbouwcongressen.

In 1928 telde de vereniging 9500 leden en een honderdtal afdelingen; in 1932 waren er al 12.000 leden. De afdelingen breidden zich uit van de streek rond Aalst tot in Oudenaarde en het Pajottenland. De vereniging werd de concurrent van de katholieke Boerenbond, maar zou nooit dezelfde draagwijdte bereiken

Het media-orgaan van de vereniging van 1918 tot 1968 was de krant ‘De Koornbloem’, waarvan Ortaire ook de hoofdredacteur was. 

Dit weekblad voor de Ontwikkeling en Standsverdediging van de Landbouwers leende ook zijn naam aan het voormalig lokaal ‘De Koornbloem’ – later café en danszaal - dat tot 2010 gevestigd was in de Nieuwstraat en dat we natuurlijk allemaal beter kennen als ‘bij Vander Elst’.

Na de Tweede Wereldoorlog hield men zich nog enkel bezig met commerciële activiteiten en nam het ledental sterk af.

De maatschappij had burelen en magazijnen aan de Zeebergkaai, gaf een eigen tijdschrift ‘De Korenbloem’ uit, en had een lokaal aan de Nieuwstraat 2, inderdaad ‘De Korenbloem’.

De eerste waard van de herberg was Hector de Troyer-Moens. 
Het café had achteraan een grote zaal die onder andere dienst deed als vergaderzaal voor het Vlaams Kruis, de VTB en nog tal van andere verenigingen.

Toen in 1962 de tap van Emiel Gossé afgelost werd door Gaston Van der Elst, was ‘Redt U zelven’ ondertussen eigenlijk onbestaande. Enkel op papier bestond de vereniging nog, maar er waren geen activiteiten meer. 
In 1968 verkondigden ze dan ook het stopzetten van hun ledenblad. 

Zoals wij in ons blad van verleden week hebben verklaard zullen wij tot ons groot spijt verplicht zijn de uitgifte van ‘De Koornbloem’ stop te zetten. Wij weten maar al te goed dat deze maatregel aan onze beste leden veel leed berokkent en wij willen ons nogmaals verontschuldigen om de genomen beslissing”. 

Later dat jaar kwam er ook nog een openbare verkoping van het pand. 


Begin jaren 70 hield ‘Redt U Zelven’ ten slotte volledig op te bestaan.

De Koornbloem was intussen omgetoverd tot een sportlokaal  (onder andere de club ‘Volharden’ was er kind aan huis) maar toen de periode van de TD’s (T-dansants) eraan kwam, sprong ook Gaston op die kar.
Om alles in goede banen te kunnen leiden (minderjarigen mochten officieel nog niet deelnemen aan het ‘zware’ uitgaansleven) werd de ‘James Deanclub’ opgericht, een privéclub die het mogelijk maakte om alles legaal te laten verlopen. 
Om alles nog officiëler te maken, werd ook een grote foto van James Dean opgehangen in de zaal.

Gaston had heel veel succes met de zaak. De TD’s en feestjes volgden mekaar aan hoog tempo op en ook met carnaval was ‘De Koornbloem’ the place to be. 
Wie heeft er niet ooit meegedanst met de kuskesdans, zijn of haar lief aan zijn of haar ‘gillet’ getrokken, of gewoon meegebruld met de carnavalskrakers die door de boxen knalden …
 
De zaak kende een enorm groot succes en had een goede naam en faam. 
Liever de kids naar ‘Van der Elst’ laten gaan dan naar ‘dat soort’ uit de Korte Nieuwstraat was een vaak gehoorde stelling. 


Sedert 2002 bleef De Koornbloem tijdens de carnavalsdagen jammer genoeg gesloten. 
Ondanks de ideale ligging aan de Grote Markt en de grote feestzaal zag Gaston, net als zoveel andere café-uitbaters, het niet meer zitten om te openen tijdens deze periode. 
Te veel schade en kosten zorgden ervoor dat de gordijnen in vele zaken dicht bleven. Jammer natuurlijk voor carnaval, maar wel kostenbesparend voor de uitbaters. 

In de zaal achteraan traden sedert het begin al vele Vlaamse en internationale artiesten op en de gepensioneerden van de stad hielden er hun dansontmoetingen. 
Op zaterdagochtend was het café ook een trefpunt voor marktkramers die zich maar al te graag wat kwamen verwarmen.
 

De VTB (Vlaamse Toeristen Bond) organiseerde er dansnamiddagen, er werden lezingen gehouden door diverse verenigingen en het café stond ook bekend als ‘afzakplek’ na de matchen van ‘Den Iendracht’.

In oktober 2010 was het jammer genoeg zo ver …
Na 50 jaar cafébaas te zijn geweest heeft Gaston Van Der Elst zijn laatste pint getapt en zijn zaak verkocht. Gaston vond het welletjes en ging met welverdiend pensioen. 

Het hing al een tijdje in de lucht dat Gaston zijn café ging sluiten, maar hij had niks verklapt dus het nieuws kwam Aalst binnen als een bom. 

Gaston was een onvergetelijk figuur voor voetbalminnend Aalst. De cafébaas speelde immers meer dan 20 jaar profvoetbal, eerst bij Eendracht Aalst en later ook bij Anderlecht. 
Al van zijn elf jaar stond hij opgesteld in een ploeg, waar hij steeds de taak van dribbelende spits op zich nam. 
Over zijn sportavonturen bij Aalst en Anderlecht is HIER meer te lezen. 

Er werd een traantje weggepinkt in de Aalsterse uitgaanswereld. Vijftig jaar lang waren De Koornbloem en cafébaas Gaston Van der Elst immers een begrip in onze stad. 

Trouwe klanten, familie en vrienden organiseerden nog een verrassingsfuif voor de sympathieke uitbater Gaston werd toen met een smoes naar het café gelokt en hij werd overmand door emoties toen hij een bomvolle zaal bekende gezichten zag.

'Ik wist niet dat ik zoveel vrienden heb', zei de geëmotioneerde zeventiger met tranen in de ogen. 
Natuurlijk waren ook de talloze herinneringen aan zijn sportloopbaan heel gegeerde gesprekthema's op het afscheidsfeest.

'Het is niet eenvoudig om afscheid te nemen van iets waaraan je bijna je hele leven aan verknocht was. Ik ga de babbel met mijn klanten missen. Het is tof te kunnen vaststellen dat ik in de toekomst op hen kan blijven rekenen.' 

Ereburgemeester Anny De Maght huldigde Gaston als een vaste waarde voor Aalst. 'Hij had veel over voor zijn stad en we zijn hem daarvoor dankbaar.'
Ook Freddy Thybaert, ex-uitbater van de Beiaard, en Carlos Van den Neste, ex-cafébaas van 't Paviljoen, kwamen afgezakt naar het feest. Zij kwamen hiervoor zelfs speciaal van Oostende. Samen met Mia De Brouwer van café Safir vormden Carlos, Freddy en Gaston een vriendenkliek. 

'Het is maar normaal dat we hier zijn om hem als één van de laatste oudere café-uitbaters uit te wuiven bij zijn pensioen.' 

Keizer Kamiel en prins van Europa Enrico vonden dat Gaston voor zijn sportloopbaan een Gouden Schoen verdiende. 
'Geen enkele collega heeft zo'n schoen', verklaarde Enrico, die hem een uniek exemplaar met een bierglas erin overhandigde. 
 
Deze overhandiging gold trouwens meteen ook als bedanking van de carnavalisten, want ook zij hadden heel wat leuke tijden beleefd in het café annex danszaal.

Een jaar na zijn afscheid van het café belandde Gaston in het ziekenhuis met een hartaanval. 
De toen 75 jarige ex-voetballer en cafébaas was met vrienden aan het fietsen toen hij zich onwel voelde en bewusteloos neerviel. Hij werd verzorgd op intensieve zorgen maar kwam er door. 

In de plaats van de danszaal kwam ‘Scotch-Soda’, een conceptstore van de GAB of Groep Broekaert die zijn hoofdzetel had op de Assensesteenweg 96 in Ternat.
Zij startten in 1986 gestart als verdeler-invoerder van PePe jeans en breidden dit uit met de volgende merken: Tommy Hilfinger; Strelsson; Windsor; Retro Brand; Hacket; 
Als Conceptstores bezitten ze SCOTCH-SODA; Byttebier shirtconcepts; Andy Warhol; Thot Memphis. 
De groep bevatte 6 maatschappijen, 35 winkels en 470 werknemers. ‘Chipper’ werd eigenaar van het pand sedert 2010

Ondertussen is de kledingzaak geopend sedert 2013 en werd de Koornbloem prachtig gerenoveerd met respect voor de oude indeling. 
De trap werd opnieuw zichtbaar, de plafonds werden hersteld, de toiletten zijn tegenwoordig de paskamers en de danszaal achteraan is eveneens winkel geworden (met inbegrip van de oude vloer) ...


Op 5 juli 2020 kwam het slechte nieuws dat Gaston op 84 jarige leeftijd overleden was. 

Eendracht Aalst postte een steunbetuiging op sociale media. “De Eendracht-familie wordt in rouw gedompeld bij het overlijden van clubicoon Gaston Van Der Elst (84). Vorige zomer genoot hij nog met volle teugen van onze Expo 100 en zijn portret aan de Wall of Fame. Veel sterkte aan de familie en vrienden! Rust zacht, Gaston. #EA1919”

Niet enkel EA was in rouw. Ook heel veel ex-klanten van de toffe cafébaas pinkten een traantje weg bij dit verlies. 


Bronnen

Het Nieuwsblad van 26/10/2010
foto 2008 : Kris Vandevorst (via beeldbank id 108095)
foto 2019 : Google Streetview
De Voorpost 10/01/1992
De Koornbloem 6/12/1968 – 13/12/1968
HLN 05/07/2020 (foto @Lievens)

zaterdag 5 juni 2021

Kamiel Sergant

Tja, waar moet ik dit artikel eigenlijk beginnen? 
En wat moet er juist instaan? 

Moeilijke opdracht want 'Kamiel Sergant' benoemen of omschrijven is een schijnbaar onbegonnen taak. Het nieuws dat op 3 juni 2021 de wereld werd ingestuurd als zou Kamiel overleden zijn, sloeg in Aalst dan ook in als een bom. 
'Onze' geliefde Kamiel is niet meer ...
 

Keizer Kamiel werd één van de eersten die liedjes in het Aalsterse dialect zong, en hij leverde de carnavalswereld op die manier tientallen onverslijtbare klassiekers.

Wie kent er niet zijn  'Oilsjt viert Carnaval', 'Oilsjt g'hetj men ert gestoelen' en 'Weir zen van Oilsjt' ... of het meer ingetogen 'Woor da me wiegsken stond'. Nog steeds hoor je wekelijks de spionkop van voetbalclub Eendracht Aalst zijn 'Iendracht Veroit' (origineel van Johnny De Mol, maar op plaat gezet door Kamiel Sergant) of één van zijn andere supportersliedjes meezingen. 

Op 17 februari 2009 (hij was toen exact 40 jaar ‘Keizer Carnaval’ benoemde de gemeenteraad Kamiel Sergant (09/01/1935 +03/06/2021) tot ereburger
Daarvoor werd hij 3 maal tot prins verkozen (in 1963, 1966 en 1968) en werd hij gelouterd om zijn tomeloze inzet voor het carnavalsgebeuren. 
 
Kamiel werd bekend als één van de personen die van carnaval een echt feest maakte, en die elk jaar met veel animo 'weir doeng voesj' riep, maar doorheen het jaar vooral bezig was met zijn vzw ‘Mensen helpen Mensen’. 
 
Kamiel (wiens naam op zijn identiteitskaart eigenlijk Camiel was), is in 1935 geboren aan de 'Moeirselboon'. Hij was de tweede jongste uit het gezin dat 4 kinderen telde : 2 meisjes en 2 jongens. 
Zijn basisschool liep hij in 'Moilebeik'

Toen Kamiel nog ‘Kamilleke’ was, tussen de twee wereldoorlogen, zag hij heel veel armoede rondom zich. Vlakbij de plaats waar hij woonde, leefden er toen veel daklozen. 
Eerst kampeerden die in het stadspark, maar uiteindelijk werden houten barakken overgebracht van het ‘houten dorp’ aan het Volksplein. Die zetten ze terug op in de wijk (het zogenaamde ‘Fort Chambrol’) . 
Over het 'Fort Chambrol' is HIER meer te lezen. 

Men voorzag de barakken wel van een kachel tegen de ergste koude, maar de mensen leefden daar in zeer armtierige omstandigheden. Vooral kinderen waren er vaak erg aan toe, en velen stierven dan ook op heel jonge leeftijd.
Het wemelde er van de ratten en ander ongedierte en de mensen zaten er dan ook vaak onder de vlooien en de luizen.  
Gezien Kamiel er vlakbij woonde, hij op school vaak naast deze kinderen zat, en er zich natuurlijk ook veel van zijn speelkameraadjes bevonden, zat hij natuurlijk ook al heel snel onder de ‘beestjes’.   
De vlooien sprongen volgens hem zo voorbij op de lessenaar. 

Op den duur had Kamiel zelfs geen haar meer. Dat kwam omdat men toen, om van die luizen af te komen, een bijtend product over de kinderen hun hoofden goot.  
Dat brandde natuurlijk wel alle ongedierte weg, maar samen met de onfortuinlijke diertjes verdween jammer genoeg ook het haar.. 

Het werd echter allemaal nog erger. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak, was er plots nog veel meer armoede dan er al was. De mensen hadden er naast de krakkemikkelige huizen geen eten en ze leefden er in echt erbarmelijke en onhygiënische omstandigheden. 

De vader van Kamiel, Louis, was toen fietsenmaker met een eigen zaak op de Dendermondse Steenweg (later zou deze verhuizen naar de Moorselbaan). 
Naast zijn vaste job ging hij ook nog meewerken bij een bakker, en daardoor kon hij regelmatig wat brood meenemen, waardoor zijn gezin tijdens de oorlog niet echt veel honger moest lijden. 
Gezien hun 'overvloed' en groot hart, verdeelden ze het brood ook onder de buurtbewoners, vooral op initiatief van moeder. 
Het mag dus duidelijk zijn van waar het grote hart van Kamiel (dat hij later nog vaak zou laten zien) vandaan kwam. 
Als we iets konden missen, gaf ze het weg”, zei Kamiel. “Mijn vader foeterde dan wel eens, maar mijn moeder zei: 'Och, kom, wat van voor buiten gaat, komt langs achter direct weer binnen'

Die vrijgevigheid heeft Kamiel dus duidelijk vooral van haar geërfd.
Maar het was toch allemaal nog niet genoeg. Kamiel wou 'meer' doen voor de buurtbewoners die het minder goed hadden. 

Vlakbij bevond zich toen een goederenstation, met een depot van de Duitsers, dat overdag bestookt werd door Engelse vliegtuigen met als doel de voorraden van de Duitsers te vernietigen. Niet nodig dus om te vermelden dat het daar zeer gevaarlijk was. 
De Duitsers bewaakten het depot uiteraard heel goed, maar Kamiel en zijn maten  waren kinderen, … 
Het avontuur lonkte, en zij slopen daar toch naar toe om te rapen wat er te rapen viel. 

Die Duitsers durfden volgens hen toch niet schieten op kinderen omdat die bewakers meestal al wat oudere mannen waren, die nergens anders inzetbaar waren, en  waarschijnlijk zelf kinderen hadden, … en ze het dus toch niet over hun hart zouden krijgen om op hen te schieten. 
Ze riepen wel 'raus, raus', maar uiteindelijk schoten ze niet. Dus ze konden het wel riskeren. 

Uiteindelijk kwam het grote gevaar inderdaad niet echt van de Duitsers uit (die wel een oogje dichtknepen voor de kinderen), maar geheel veilig waren hun acties uiteraard niet. Op en rond het station waren er immers heel veel ‘putten en bulten’ en bij het vluchten waren ‘blutsen en builen’ de logische gevolgen. Ooit raakte een jongen zelfs onthoofd door een voorbij denderende trein.

Wat ze daar buit maakten, verdeelden ze dan, en het is op die manier dat ‘Kamilleken’ leerde organiseren en verdelen. 
Die solidariteit is hem trouwens altijd bijgebleven. Hij is opgegroeid met de gewoonte om alles met elkaar te delen en zou dit zijn hele verdere leven ook zo blijven doen. 
 
Naast de zware oorlogsperiode waarin hij opgroeide had Kamiel als kind ook nog te lijden van polio. Hij werd hierdoor ook bijna blind, maar dank zij de dokters en de goede zorgen kon de ziekte gelukkig toch bestreden worden. Zijn moeder heeft hem daar met het grootste geduld van de wereld mee geholpen. Langzaamaan, stapje voor stapje, moest hij zijn spieren leren hergebruiken, en met veel engelengeduld slaagde hij daar ook in. 

Helaas heeft hij zijn moeder veel te snel moeten afgeven. Iets wat trouwens gepaard ging met een beeld dat hij nooit zou vergeten. De arme vrouw is namelijk in brand gevlogen. 

Kamiel vertelde zijn verhaal tijdens een rondleiding in de Carnavalswerkhallen. Van zodra de lassers hun gereedschap bovenhaalden, verdween hij het liefst van al van de aardbodem. Die vonken, dat vuur, … Altijd weer kwamen die herinneringen aan toen terug naar boven. Ook de verhalen van de brand bij de groep 'Geloeif me Goed' en de interviews na de brand in de carnavalswerkhallen deden hem rillen.

Wat was er nu gebeurd? 
Wel, zijn vader gebruikte de brandbommen van de Engelsen om de fietsbanden te vulkaniseren. Maar op een dag in 1944 ging het serieus mis. Een vat met oplosmiddel ontplofte en moeder Virginie haar kleren vlogen in brand. Ze liep in paniek de tuin in en Kamiel schoot haar achterna, in zijn nachtkleed. Hijzelf stond ook in brand, maar dat kon gelukkig vrij snel geblust worden. Voor zijn moeder was het echter te laat. Haar bril stond al in haar gezicht gebrand.  

Ze heeft nog heel even in de kliniek gelegen. 
Kamiel smeekte zijn vader om hem bij haar te laten, maar dat mocht niet. Hij liep naar boven en dreigde er mee om door het raam te springen als hij zijn moeder niet meer zou mogen zien. Uiteindelijk hebben ze hem dan toch bij haar gelaten. Men had ventilators bij haar gezet om wind te maken, dan had ze wat minder pijn, want meer konden ze voor haar echt niet meer doen. Kamiel blikte tijdens het vertellen van dit verhaal omhoog en zei richting hemel : 'Daar hebt Ge mij toch fameus wat aangedaan

Kamiel ging verder studeren aan het Sint-Jozefscollege, richting Latijn-Wetenschappen. Deze keuze bleek echter niet de goede te zijn, en hij besloot om naar het VTI te trekken om er de stiel van 'mekanieker' aan te leren. Vader Louis zat reeds in deze branche met zijn fietsenzaak en het lag dan ook wel wat voor de hand dat Kamiel voor opvolging zou zorgen. 

Louis zou na het verlies van zijn vrouw later hertrouwen maar de nieuwe echtgenote overleed aan kanker, en het gezin kreeg dus alweer een harde klap verwerken.

En nog was het niet alles … Kamiels broer had ondertussen ook een fietsenwinkel geopend, maar deze ging jammer genoeg failliet waardoor de familie de deurwaarder op bezoek kreeg en hun inboedel werd verkocht op de Grote Markt. 
Kamiel kon gelukkig wel een deel van hun goederen terug kopen. 

Gezien de gezinstoestand heeft Kamiel geen legerdienst moeten vervullen. Hij mocht in Aalst blijven en volgde twee keer per week luchtafweertraining in de Pupillenschool aan de Graanmarkt. 
Over de 'Pupillenschool' is HIER meer te lezen. 

Hij werkte bij 'Schotte' en de firma 'Wellekens' en hielp 's avonds thuis nog mee in de herstelplaats van zijn vader. Met zijn technische kennis was hij er een welgekomen hulp. Het was de periode van de opkomst van de Solex, de eerste lichte bromfietsen van Flandria, en van de Scooters, dus wat ‘up to date’ technische informatie en kennis was zeker welkom.

'Bij mijn pa draaide alles rond de fiets', vertelde Keizer Kamiel. 'Hij maakte zelfs plaatselijk faam als wielrenner. Zijn legerdienst deed hij bij de Cyclisten en hij stond zelfs als soldaat-wielrijder afgebeeld op het eerste uithangbord van zijn bedrijf.'

Kamiel nam het bedrijf van zijn vader over in januari 1964, nadat deze het wegens gezondheidsredenen niet meer zag zitten. 

'Fietsen Sergant' werd een begrip in Aalst en ver daarbuiten. 

Hier een reclameboodschap uit 1971.


‘Fietsen ('velaus') en brommers’ waren dus zijn beroep, maar Kamiel had naast het fietsenwereldje (gelukkig voor Aalst) nog een andere grote passie : carnaval, ook al iets wat hij van zijn vader meegekregen had. 

Vader Sergant begon elk jaar vanaf oktober immers steeds met de voorbereidingen van de volgende carnavalseditie en was steevast elk jaar ook als 'voil janet' terug te vinden tijdens 'de zotte daugen'. 
Na de dood van zijn vrouw was het voor vader echter te moeilijk geworden om nog te 'vieren', maar Kamiel zou de traditie zeker verder zetten. Het was dan ook op zeer jonge leeftijd, Kamiel was amper 13, dat hij zich volledig liet onderdompelen in het carnavalsmilieu. Eerst ging hij verkleed als Domino naar de vorming van de stoet kijken, en twee jaar later liep hij zelf al mee. 

Vanaf 1956 liep hij mee met de groep ‘Vriendenkring Mijlbeek’. Deze was ontstaan op initiatief van de Mijlbeekse pastoor die ijverde voor de organisatie van een Vlaamse kermis in zijn wijk. De Vriendenkring besloot om ook mee te lopen in de Aalsterse stoet. Kamiel liep zijn laatste stoet met deze groep in 1960. 

In 1958 trouwde Kamiel met Marie Rose Buyle (geen carnavalist). Samen kregen ze drie dochters: Hilde, Mia en Veerle.

Kamiel was ook een heel enthousiaste toeschouwer op de eerste Prinsenverkiezingen.

Vanaf de jaren '60 begon hij zich steeds maar meer en meer te ergeren aan de veranderingen die doorgevoerd werden op deze verkiezing. Het volkse karakter verdween bijna volledig en er moest ook Algemeen Nederlands gesproken worden. 

Het was na een bezoek van prins Alexander (de halfbroer van toenmalig koning Boudewijn) aan onze stad in 1960 dat het Feestcomité besloot dat carnaval ‘beschaafder’ zou moeten worden. 
Men had prins Alexander immers in het dialect aangesproken en dat was echt een ‘not done’. 
Kamiel verzette zich tegen deze beslissing in in 1962 stelde hij zich een eerste maal kandidaat voor de prinsenverkiezing. 

Tijdens de show sprak hij … in het Aalsters en hij had ook wel enige opmerkingen over het gemeentepersoneel. Hij beloofde dat als hij prins zou worden, alles terug een andere wending zou nemen en vernieuwingen zouden doorgevoerd worden.
Mooie show, maar ja, alles moest in het Algemeen Nederlands, en dus kreeg Kamiel van verschillende juryleden een ‘0’. Hierdoor eindigde hij als tweede. Karel De Naeyer werd prins (voor het tweede jaar op rij). 

Eigenlijk wou Kamiel na dit debacle niet meer meedoen, maar omwille van de vele positieve reacties van het volk en van de pers zou hij toch zijn kans nog eens wagen in 1963.
Hij haalde het, ondanks zijn dialect, en ging zijn regeerperiode in met ‘Don Camillo’ als prinsennaam.
Hoe het die avond exact verliep is HIER te lezen.
 
Het jaar daarop mocht hij niet meer deelnemen (een prins mocht het jaar na zijn verkiezing geen kandidaat meer zijn) en in 1965 paste hij om kandidaat Simon D’Hondt te steunen. 

In 1966 was hij echter wel opnieuw van de partij. Met maar liefst 5 tegenkandidaten zorgde hij opnieuw voor een primeur door voor de verkiezingen een echte campagnestrijd te voeren. Aanplakbiljetten, een autokaravan, fanfare, spandoeken, … niets was te veel om zijn campagne te ondersteunen. 
Hoe het er dat jaar exact aan toeging, is HIER te lezen.

Ook in 1968 was hij van de partij. De tegenkandidaten maakten eigenlijk geen schijn van kans en Kamiel werd voor de derde keer prinsj van ’t stad. 


Na Fransky De Boitselier viel dus ook hem deze eer te beurt en onmiddellijk gingen er stemmen op om ook hem ‘Keizer’ te maken. Deze erkenning kreeg Kamiel pas in 1969 nadat heel duidelijk werd meegedeeld dat het niet was omdat hij 3 maal prins was, maar wel omwille van zijn verdiensten in het carnavalsmilieu. Een regel die nu, zoveel jaren later, trouwens nog steeds blijft gelden. 

Het verloop van de avond van de prinsenkiezing van 1968 is HIER te lezen.

De drievoudige prins werd uiteindelijk tijdens de verkiezingen van 1970 tot Keizer gekroond en mocht ook in die functie meerijden in de stoet van dat jaar. 


Aalst stond op zijn kop, en gezien zijn link met 'fietsen' kon het ook niet anders of er werd een fietstaksplaatje (ja, vroeger bestond dat ook) gemaakt ter ere van de nieuwe keizer. 


Kamiel, die duidelijk een ‘blijvertje’ zou worden in de carnavalswereld, had al eens opgeroepen om een soort van ‘vakbond voor de carnavalsgroepen’ te vormen, en naar aanleiding hiervan werd in 1968 dan ook het ‘AKV’  opgericht onder voorzitterschap van Marcel De Bisschop. 
In 1971 werd Kamiel gepromoveerd tot voorzitter en kwamen er stilaan maar zeker enkele eisen en wensen naar boven die een vlotter verloop van de carnavalsdriedaagse zouden moeten kunnen waarborgen.
Eén van die vragen was het bewerkstelligen van een werkplaats voor carnavalsgroepen. 

De aangesloten groepen vonden inderdaad een onderkomen in een werkhal van de stad, maar het was Kamiel die in eigen naam de contracten diende te ondertekenen omdat het AKV toen nog geen rechtspersoonlijkheid had. 
De stad was echter wel meewerkend en vroeg als tegenprestatie slechts één symbolische frank huurgeld. 

Het AKV werd een vzw en moest daardoor ook opdraaien voor de rekeningen van onderhoud, verzekering, water, elektriciteit, verwarming en ga zo maar door. 
Er werd ingestemd met deze kosten en zo werd voorkomen dat de hallen van ‘Fiberfleet’ zouden verkommeren.  
De toekomstplannen van de stad betreffende deze gebouwen, strooide echter roet in het eten. Men wou er immers het OCMW onder brengen en dat was zeer tegen de zin van het AKV. Zo erg zelfs dat men ermee dreigde om een eigen politieke partij te stichten onder de naam ‘Karnavalbelangen’. Zo ver kwam het niet, maar Kamiel nam in 1979 wel ontslag als voorzitter van het AKV omdat hij zich niet meer kon vinden in een alweer nieuwe carnavalsreglementering. 

Dat reglement liet carnavalsgroepen vanaf dat ogenblik onder andere ook toe om ook buiten Aalst deel te nemen aan stoeten.  Kamiel was er echter heilig van overtuigd dat de Aalsterse groepen dit niet nodig hadden. 
Het ging ook niet echt vlotjes meer tussen hem en schepen Marcel De Bisschop en er kwam kritiek op de grote macht die hij had in de carnavalswereld.
Uiteenlopende standpunten en protest tegen het AKV en Kamiel Sergant, werden door Karel De Naeyer zelfs aangegrepen om een tweede carnavalsverbond op te starten : Alles Voor Karnaval. 

Later zou het nog wel eens 'kletteren' tussen Kamiel en '' t stad' maar toch bleef alles altijd netjes en beschaafd. 

Kamiel zetelde eind de jaren '90 in de vzw Carnavalcontact. Deze vzw werd samengesteld met leden van de verschillende politieke partijen en op Kamiel Sergant na zetelden er geen carnavalisten in. Carnavalcontact was eigenlijk ontstaan om geld te verzamelen voor de prijzenpot van de carnavalsgroepen. De voornaamste bron van inkomsten was de winst die voortvloeide uit de uitbating van de cafetaria in de werkhallen. 
Toen de cafetaria echter tijdelijk gesloten werd, kwam er hevige kritiek op de vzw en Kamiel Sergant. Er werd hem verweten dat hij geen inspanningen meer leverde om het op te nemen voor de carnavalisten en dat het doel van de vereniging dus totaal verloren aan het gaan was.

Kamiel bood zijn ontslag uit de Raad van Bestuur aan in april 1999,  maar dit werd verworpen door de stad. Op uitdrukkelijke vraag van burgemeester Anny De Maght trok Kamiel zijn aanvraag tot ontslag in, maar in 2001 stapte hij toch definitief uit de vzw.

Waren dat de enige verenigingen waar Kamiel actief was?

Neen hoor! Amper twee jaar na zijn aanstelling als Keizer, in 1972, werd de Prinsencaemere opgericht, waarbij ook hij deel van uitmaakte. Na 2 jaar echter besliste hij om uit de Prinsencaemere te stappen. Hij vond zich niet zo goed in het ‘georkestreerde’ en wou meer 'zijn eigen ding' doen. 
Zo ging hij ‘solo’ verder met zijn Kamillekes, een ander – minder politiek getint - project. 

Toen Kamiel Prins Carnaval geworden was, werd hij begeleid door een groepje carnavalisten die hem  vergezelden als hij Aalst moest vertegenwoordigen. Dit gebeurde ook bij zijn functie als Keizer bij zijn bezoeken aan andere steden. Hij vond echter dat er nog iets ontbrak bij zijn optredens, en kwam met het idee op de proppen om meisjes bij zijn begeleidende groep te halen. 
Hieruit ontstonden ‘de Kamillekes’. De groep werd vanaf 1968 de vaste begeleidingsgroep van de Keizer en in 1969 werden ze opgericht als officiële dans- en carnavalsgroep. 
Over de zang- en dansgroep is HIER meer te lezen. 

De enthousiastelingen staken veel tijd in hun wagens. Zo hadden ze in 1971 bijvoorbeeld meer dan 8000 zelf gemaakte bloemen op de wagen van Kamiel verwerkt. 
De keizer zelf had dat jaar echter al aan ‘de Flieramoizen’ beloofd om met hen mee in de stoet te gaan, en de Kamillekes dienden dus zonder hun Keizer in de stoet te gaan. Op de plaats die voorzien was voor Kamiel, hadden ze een grote letter 'K' geplaatst.

Kamiel stond, buiten die ene keer dus, steeds op de wagen van de Kamillekes en werd altijd enthousiast onthaald tijdens de stoet.


Tijdens zijn laatste jaren in de stoet , het ging toen fysiek iets minder goed, reed hij veiligheidshalve mee in een oldtimer, gevolgd door de wagen met de dansende begeleidingsgroep.

De groep bleef bestaan tot in 2014, toen Keizer Kamiel besloot om vanaf dan niet meer mee te gaan. De Kamillekes verbonden hun lot aan dat van ‘hun’ Keizer en gaven er ook de brui aan. De wagen werd verkocht aan ‘AKV De Denjer Enjeren’. De opbrengst ging naar Geloeif Mè Goed, de carnavalsgroep die in zware financiële problemen zat. 
De Denjer Enjeren kocht de wagen over van Kamiel en bouwde het carnavalsthema helemaal rond de Kamillekes die ze zelfs konden overtuigen om met hen mee te gaan in de stoet.


De groep bood de carnavalswagen het jaar nadien te koop aan op www.2dehands.be. 

"Je kan geen twee jaar na elkaar hetzelfde doen", zei Patrik D'Hooghe van De Denjer Enjeren. "Als we er een goeie prijs van krijgen dan verkopen we de wagen. Zoniet dan breken we hem af en gebruiken we de auto die eronder zit als basis om een nieuwe carnavalswagen te bouwen"

Dat de begeleidingsgroep van de keizer veel meer in hun mars had dan enkel maar dansen, mag blijken uit het feit dat er ook een voetbalploeg was ontstaan.

Kamiel wou dat De Kamillekes ook buiten de carnavalsperiode sociaal contact bleven behouden, en er werd besloten om dit via een sportactiviteit te doen. Jan De Cock werd  trainer en toen de vrouwen van ‘Manchester Snas’ in 1969 een tegenstander zochten om een wedstrijd tegen te spelen, beslisten De Kamillekes om het tegen hen op te nemen. Toen in 1970 ook in Aalst een vrouwencompetitie werd opgericht, schreven de Kamillekes zich in, samen met Aalst Sportief, Eendracht Vrij, O.C. Aalst, Manchester, Leeuwerik, Baardegem en Fonteintje Erpe.

Drie jaar na elkaar eindigde de club op de vierde plaats in deze competitie, maar in hun vierde seizoen trokken de Kamillekes zich terug na een discussie over het reglement in verband met het opstellen van een te jonge speelster. Na één jaar keerden de Kamillekes terug in de competitie

De ploeg deed het goed. 
Ze wonnen drie keer de sectorbeker en in 1977 werden de Kamillekes zelfs kampioen met 10 punten voorsprong. 
De club sloot zich in 1977 aan bij de KBVB en ging in de Oost-Vlaamse provinciale reeks spelen. In 1981 promoveerden ze naar tweede klasse en in 1984 zelfs naar eerste. Kamiel zorgde voor een oranje-blauwe spelersbus, waarin hij de speelsters naar elke verplaatsing voerde.

"De Kamillekes namen het op tegen de grote ploegen. Anderlecht, Club Brugge, Standard, noem maar op", vertelde Kamiel fier aan HLN. "Ze noemden ons het carnavalsploegje. Bij ons was het ook altijd feest. Voor een wedstrijd van De Kamillekes stonden er tussen 250 en 300 van onze supporters aan de kant, bij de andere zogenaamde grotere ploegen kwamen er maar een 50-tal supporters. Kamiel zong liedjes in de kantine na de wedstrijd", zegt Brenda, ex-doelvrouw van De Kamillekes. "Er waren drie ploegen: de jeugd, de provinciale en de ploeg voor eerste klasse. In onze oranje-blauwe spelersbus voerde Kamiel ons naar elke verplaatsing. Zo moesten we eens naar Borgloon tegen Sint-Truiden op verplaatsing. Een verre tocht en het weer zat tegen. We waren er maar net op tijd om 15 uur geraakt en de scheidsrechter gelaste de wedstrijd af. Iedereen weer de bus in en over de slechte wegen terug naar huis. We waren om 21 uur thuis, een hele dag onderweg voor niks maar iedereen had zich wel geamuseerd", zegt Brenda.

Over de damesvoetbalploeg is HIER meer te lezen.

Kamiel had zijn hart verloren aan voetbal. Naast voetballiefhebber en supporter van voetbalclub Eendracht Aalst en zijn engagement bij de damesvoetbalclub mocht hij in 1976 zelfs ook eens als scheidsrechter fungeren. 

Eendracht Aalst had een wedstrijd georganiseerd tussen oud-spelers en vedetten, waarbij in eerste instantie scheidsrechter Blavier gevraagd was om op te treden als scheidsrechter. 
Deze ‘arbiter’ had het echter serieus verkorven bij de Aalstenaars omdat hij als dé oorzaak gezien werd van de degradatie naar tweede klasse. 
De voetbalbond had dus wijselijk verboden om Blavier deze match te laten fluiten. 
Zo werd aan Kamiel gevraagd of hij de match zou willen leiden, iets wat hij zich geen twee keer liet vragen. Hij floot wel al in provinciale, maar deze eer zou hij zeker niet laten liggen. 

Klein detail bij het begin van de match : het talrijk opgekomen publiek was nog niet op de hoogte gebracht van de scheidsrechterswissel en zo kreeg onze brave Kamiel reeds bij aanvang van de match al een hoop verwijten naar zijn hoofd geslingerd (in die tijd was dat vooral 'voile zwette') omdat sommige supporters hem voor scheidsrechter Blavier aanzagen.

In 1980 bracht Kamiel de single ‘’n Iendracht’ uit, als steun aan zijn favoriete voetbalclub. Het ging sportief toen iets minder goed met de club en als sympathisant wou Kamiel hen op die manier een hart onder de riem steken. 

‘Den Eendracht’ zou voor altijd een speciale plaats in het hart van onze Keizer behouden. 
In 1991 keerde ‘wit en zwert’ terug naar eerste klasse, en de club bracht een CD uit met enkele Eendracht-liedjes. 


De CD telde 3 liedjes van Kamiel Sergant: ‘Iendracht Veroit’, ‘Wit en Zwert’ en ‘’n Iendracht’. ‘Iendracht Veroit’ was trouwens origineel geen lied van Kamiel maar was een heruitgave van een lied van Johny de Mol uit 1972. 
Supportersliedjes bleven komen en gaan, maar elke echte Eendrachtsupporter kent toch nog steeds de klassiekers van Kamiel.

Terug naar de vrouwenploeg dan. In 1995 werden De Kamillekes overgenomen door KSC Eendracht Aalst, waardoor zowel naam en stamnummer veranderden. 
De club zou vanaf dan verder gaan als 'KSC Eendracht Aalst' met het stamnummer 90. 
Kamiel zelf besliste hierop om te stoppen als voorzitter, vooral omdat hij het te druk had met de fietsenzaak, carnaval en zijn vzw Mensen Helpen Mensen.

In 1998 liet Kamiel ook de fietsenwinkel, inclusief herstellingsatelier, over aan zijn vriend Jos Alencon. Deze nam de winkel op in de keten ‘Fietspaleis’, die ook filialen had in Berlare en Sint-Niklaas.

Bij de overname van de fietswinkel veranderde Jos trouwens niets aan het interieur. Zelfs de carnavalsherinneringen en de nostalgische foto's uit de beginperiode bleven aan de muur hangen. 'Het is altijd de winkel van Kamiel geweest', aldus Jos. 'Ik heb daar nooit problemen mee gehad. Uiteindelijk beschouwde ik me als een soort van fietserfgenaam van Kamiel’.

In januari 2011 sloot de fietsenwinkel uiteindelijk na 90 jaar volledig de deuren. ‘Als het afgebroken wordt, zal dat natuurlijk pijn doen’, reageerde Kamiel toen, 'maar je kan van je kinderen of kleinkinderen niet eisen dat voort te zetten, wanneer ze zelf voor iets anders kiezen. De winkel is nostalgie maar de tijd gaat voort, en het is veel belangrijker om gelukkig te zijn en mensen die je graag hebt rond jou te hebben

Kamiel werd dus bekend dank zij zijn zaak, als voetbalsupporter, en als ‘carnavalszot’ (hij werd 3 maal prins) maar ook, en vooral, als een man van het volk
Naast zijn tomeloze inzet voor het Aalsterse volksfeest zette hij zich dagelijks in voor de minderbedeelden van onze maatschappij met zijn vierde wereldorganisatie ‘Mensen Helpen Mensen vzw’. 
Elke zaterdag deelde de organisatie gratis voedsel en spullen uit aan de armen uit eigen streek.

Mensen bleven er aanbellen en op de ruiten kloppen. De lokale scouts en winkeliers brachten vaak een aantal bakken vol eten en speelgoed om verder te laten verdelen door de vrijwilligers van de vzw. Ondanks de sluitingsuren en de vermoeidheid liet Kamiel ze toch altijd binnen en liet de goederen sorteren zodat ze snel weer kunnen doorgegeven worden aan wie het nodig had.

Kamiel had een niet altijd heel aangenaam verleden achter zich,  maar toch kon hij grappen maken als de beste, en was hij altijd bereid voor een aangenaam praatje met ‘den Oilsjteneer’. Het was een zeer veerkrachtige man, met een groot hart voor mensen. Over zijn schijnbaar tomeloze energie zei hij ooit : 'Ik heb vorige week nog gekoerst en ik heb nog wat doping over,  ... het smaakt zenne!' 

Om te kunnen begrijpen waarom hij met zo een groot liefdadigheidsproject was gestart, moeten we eigenlijk teruggaan naar het begin van dit artikel en de jeugd van Kamiel. Zijn kinderjaren die hij tijdens de oorlog meemaakte, de polio waar hij van genas, het verlies van zijn moeder, … Het had allemaal diepe indrukken op hem nagelaten, en dus besloot hij andere mensen te proberen geven wat hij zelf misschien moeten missen heeft.

Voor 'Mensen helpen Mensen' ontving Kamiel geen subsidies, dat wou hij niet.  Hij hing volledig af van wat de mensen wouden geven en konden missen. Als hij subsidies zou aanvaard hebben, kon en mocht hij totaal zijn zin niet meer doen. Dan zou hij afhankelijk geworden zijn van een centraal depot 'ergens in Brussel'. 

Meer nog : mocht hij subsidies ontvangen, dan mocht hij ‘volgens de regeltjes’ zelfs geen kleren meer uitdelen. Hij is zelfs een tijd van plan geweest om dat dan ook effectief niet meer te doen, maar de mensen bleven er om vragen en dus deed hij er toch maar mee verder. 

Er kwam steeds meer en meer vraag naar hulp door de crisis en de vereniging telde jaarlijks ongeveer 250 nieuwe inschrijvingen. 
Kamiel besefte maar al te goed dat daar ook wel enkele bedriegers tussen zaten, die het niet echt nodig hadden, maar  er bestond geen systeem om te schiften. Dat was onbegonnen werk. Dus, … ze pakten er iedereen bij. 

Soms kwamen er maar liefst 400 mensen over de vloer. Ze stonden er dan al om 5u30. Kamiel of zijn medewerkers zetten dan koffie. Vroeger was er veel drempelvrees, de mensen schaamden zich om hun situatie. Dat was later veel minder het geval. De crisis had de drempel om hulp te vragen namelijk enorm verlaagd. 
De lonen waren te laag en tegelijk werd alles duurder. 

Dat leest ge nooit in de gazetten, hoe duur alles is geworden! Mensen drinken malt in plaats van koffie! Zo diep zit de crisis. De opstandigheid van de mensen begint toe te nemen. Ze zijn ook te veel gewend en verwend geweest. Ze zijn gewend aan een comfortabel leven, en ze weten niet meer wat vechten is …’ 

De kritiek die soms te horen was aan zijn adres, als zou hij zich ook teveel bezig houden met vreemdelingen, deed hem wel pijn.  

Als hier voor mijn neus een Armeniër staat met vier kinderen en hij zegt dat hij geen eten heeft, wat moet ik doen? Ze wegsturen? Ik zou die mensen die kritiek hebben dan eens in mijn plaats willen zien!  Een mens is en blijft een mens, welke kleur en nationaliteit hij ook heeft. Ik help veel asielzoekers. Er zijn er veel niet in orde met hun papieren, maar kan men die gewoon in de kou laten staan daarom ? Moet ik ze laten verhongeren, omdat hun papieren niet in orde zijn?’ 

Volgens Kamiel zitten de mensen vast in een cocon. 

Ze kennen elkaar niet meer. Er is geen solidariteit meer. De politiek maakt veel kapot. Die verdeelt de mensen, de gemeenschappen, en er is geen sociale controle meer. Mensen zouden terug meer samen moeten werken, en er zou meer onderlinge liefdadigheid moeten zijn. Die mentaliteit is made in USA: ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken. De onderlinge verdeeldheid maakt de mensen kapot. Nochtans, samen kunnen we heel veel’. 

Weet ge wat echt veel helpt ? Goede woorden. Die zijn beter dan eender welk medicijn. Mensen zitten soms echt vast in de stront, maar met woorden kunt ge hen er uit halen. Echt waar. Ook humor lost heel veel op. Maar het is moeilijk. Eens ge in de armoede zit, geraak er dan maar eens uit he. Ik probeer de mensen dan te ondersteunen, opdat ze zouden volhouden. Ik probeer te vermijden dat het niet van kwaad naar erger gaat. Ouders wijs ik op hun verantwoordelijkheden, zodat ze niet ook nog eens hun kinderen afnemen. Armoede maakt meer armoede he. Voor hoeveel jobs moet je geen auto hebben ? Maar als je arm bent, dan kun je je geen auto permitteren he ? Dus die jobs gaan al aan je neus voorbij’. 

Kamiel schrok soms op een positieve manier wel van de jeugd. ‘Jonge mensen lijken vaak met niets meer bezig te zijn dan met uitgaan en van die boenkeboenkemuziek, maar als je er dan mee praat, verschiet je toch. Je moet ze niet onderschatten. Ze weten vaak heel goed hoe de vork aan de steel zit. Ja, het verzet tegen de crisis groeit'.

Vele mensen hebben échte vriendschap gevonden in de Vierde wereldgroep, ze voelden dat ze iets betekenen en verwierven zo hun eigen plek in de samenleving’.  Aan z’n deur stonden elke zaterdag honderden mensen aan te schuiven voor de voedselbedeling … en dat getal is een duidelijk bewijs dat het echt wel nodig was / is …

In 2000 werd besloten om Kamiel te eren in de vorm van een nieuwe reus. De Stopnoillekes en AKV De Tettemoesjen maakten samen een fietsende Kamiel, die sindsdien jaarlijks de stoet mee mag openen. 


Over de Stopnoilekes en de reuzen is HIER meer te lezen.

Met Kamiel zijn gezondheid ging het niet echt schitterend. 
Hij werd zelfs - ten onrechte -  drie keer dood verklaard. 

Toen in de kerk van Mijlbeek het overlijden van ene Kamiel Redant, een fietsenmaker uit de Moorselbaan, afgeroepen werd, had iemand misbegrepen dat het over Kamiel Sergant ging.  Mijlbeek, en bij uitbreiding de rest van Aalst, stonden meteen in rep en roer.

Niets van aan, Kamiel deed ‘voesj’ en in 2002 werd hij, samen met Odilon Mortier, adviseur van het Feestcomité
Er werden hem toen wel enkele verwijten gemaakt omdat de kantine van de werkhallen gesloten was (oh ramp natuurlijk) en hij hier binnen de vzw Carnavalcontact niets aan deed. Hierdoor was er op carnavalszaterdag steeds iemand in zijn buurt om, indien nodig, voor enige bescherming te zorgen. De kranten spraken toen een beetje smalend over ‘den bodyguard va Kamiel’.

Ook in 2003, ging het gerucht rond dat de Keizer gestorven was, ditmaal aan een hartaderbreuk. Bleek dat in het Onze Lieve Vrouwziekenhuis wel degelijk een ‘Sergant’ gestorven was, maar het ging ook hier niet over Kamiel. 

Een derde keer gebeurde in 2011.
In november van dat jaar kwam de vzw Mensen helpen Mensen met het jammere bericht dat het kerstfeest niet zou kunnen plaatsvinden. De vzw voelde zich genoodzaakt tot deze beslissing als een gevolg van de gezondheidstoestand van Kamiel. Kamiel was toen opgenomen in het ziekenhuis met een hersenbloeding en meteen ging via Facebook een gerucht rond over de dood van Kamiel. Zijn toestand bleek echter stabiel en gelukkig ging het ook hier opnieuw over een fout bericht. 

Met gebundelde krachten en dank zij coördinerende en logistieke steun van een team personeelsleden van het OCMW Aalst, de stad Aalst en de vele vrijwilligers van de vzw Mensen Helpen Mensen, werd – ondanks de problemen - in 2011 het kerstfeest toch nog georganiseerd zoals de voorbije jaren.

Ondertussen was Kamiel de eer te beurt gevallen om  op de gemeenteraad van 17 februari 2009 zijn benoeming als ereburger van de Stad Aalst te ontvangen. 
Dit gebeurde omwille van zijn 40-jarige Keizerschap en vooral ook omwille van zijn inzet voor de minderbedeelden van de Stad.


Ondanks de alsnog geslaagde editie van het kerstfeest in 2011, vond de vzw Mensen helpen Mensen jammer genoeg geen mogelijkheden meer om in de toekomst nog verder een kerstfeest te organiseren, en zag de toekomst van de vzw er niet echt roodkleurig uit en doofde wat uit.

In 2012 werd Kamiel Sergant door koning Albert II benoemd tot commandeur in de Kroonorde


Jammer genoeg gaf dit bij sommigen ook aanleiding tot smalende of lacherige reacties, maar de Keizer repliceerde met ‘Laat ze maar lachen, ik help de mensen tenminste. Misschien zouden de lachers ook eens de handen uit de mouwen moeten steken’.  

Na een wat onzekere periode voor de organisatie werd ‘Mensen helpen mensen’ toch nog niet afgeschreven. 
In 2014 werden door onder meer de basisschool Dames van Maria spullen ingezameld en de pakketjes werden samengesteld door de leerlingen van SVI Gijzegem. 
Een pakket bestond uit koffie geschonken door Maeskes Roem en nog wat andere lekkere dingen. Ook Chiro Kester organiseerde een inzamelactie en reed toen met een grote vrachtwagen naar Aalst om kleding, speelgoed, huisraad en kleine meubelen uit te delen. 
Up and running again dus …

In 2016 volgde een samenwerking : Mensen helpen Mensen en de Sociale Kruidenier waren beiden actief als verstrekkers van voedingsmiddelen voor zij die het moeilijk hebben. Gezien de complementariteit van beide werkingen, zijn de organisaties toen rond de tafel gaan zitten om samen te kunnen werken.
 
Sinds 2015 was OCMW Aalst gestart met een Sociale Kruidenier om op termijn een werking uit te bouwen die de voedselhulp aan de meest hulpbehoevenden, de samenwerking met de lokale handel, de preventie van voedseloverschotten en het aanbod van gezonde basisproducten samen zou brengen.
De vzw Mensen helpen Mensen was als eerstelijnsverstrekker van materiële hulpverlening in Aalst en ver daarbuiten reeds gekend en gewaardeerd. 
Kamiel Sergant bedeelde met de hulp van zijn dochter Mia en een trouwe vrijwilligersploeg aan meer dan 400 gezinnen voedselpakketten. Dankzij de goede reputatie van Kamiel kon de vzw rekenen op sympathie en medewerking van heel wat  handelaren en bedrijven uit Aalst en omstreken, en een samenwerking drong zich dus op.

Toenmalig schepen Dylan Casaer: "Tot nog toe functioneerden beide initiatieven onafhankelijk van elkaar met respect voor elkaars eigenheid. Wederzijdse interesse in elkaars aanbod bracht de verantwoordelijken van beide initiatieven rond de tafel om de mogelijkheden van een eventuele samenwerking te onderzoeken. Uit die gesprekken is gebleken dat beide werkingen zo veel positieve aspecten en knowhow in zich dragen dat het zonde zou zijn deze niet te bundelen tot een uniform aanbod.

Op 11 juni 2016 vond voor de allerlaatste keer de wekelijkse bedeling van goederen plaats met behulp van zijn trouw team in ''t Huizeken' gelegen aan de Moorselbaan 66.
 
Rond het middaguur werd het een samenkomst voor een plechtig afscheid waarbij pers en genodigden Keizer Kamiel hun dank toonden.
Als bezieler en oprichter van zijn organisatie 'Mensen Helpen Mensen' hebben hij en zijn medewerkers al jarenlang onbetaalbaar dienstbetoon verleend aan de minstbedeelden van onze maatschappij.
Voortaan zouden de activiteiten door de Sociale Kruidenier van het Aalsterse OCMW, onder toezicht van voorzitter Sarah Smeyers, worden overgenomen. 

Na de hersenbloeding, de gevolgen van een gebroken heup, hartklachten en het plaatsen van een pacemaker moest de onfortuinlijke Kamiel eigenlijk weer van voor af aan beginnen. Net zoals hij als kind de polio moest overwinnen, iets wat hij toen deed dank zij de tomeloze inzet van zijn moeder. 
Hij vertelde toen dat zijn moeder hem ook deze keer geholpen heeft om terug recht te krabbelen (Kamiel blikte dankbaar omhoog terwijl hij dit vertelde) 

Tijdens carnaval 2014 kondigde Kamiel jammer genoeg aan dat hij het wat rustiger aan zou gaan doen, en nam hij afscheid van 'zijn' Oilsjteneers en Oilsjteneskes.

Op de foto ikzelf met Kamiel (en dochter), enkele uren voordat hij ‘zijn afscheid’ aankondigde ... 
De jaren nadien was hij wel nog aanwezig bij verschillende carnavalsactiviteiten, maar steeds in het publiek.


In 2018 liet zijn gezondheid het ook niet meer toe om naar carnaval te komen … 

Hij was niet meer aanwezig op de carnavalraadszitting en ook zijn plaatsje op de tribunes op de Grote Markt bleef leeg. 
Hij verbleef ondertussen in zorgwooncentrum Denderrust in Herdersem, want was ondertussen te fel achteruit gegaan, waardoor een verplaatsing naar Aalst moeilijk werd. Hij volgde het Aalsterse carnaval wel nog vanuit zijn kamer in het rusthuis.

Niet meer ter plaatse dus, maar hij bleef (en blijft) natuurlijk wel voor altijd in 'ons hert' !

Na de aankondiging dat hij er zelf niet meer bij zou zijn, werd een facebookgroep opgericht met de vraag om de bekende uitroep ‘doemen voesj’ toch nog elk jaar door de boxen te laten knallen bij de popverbranding ... met succes trouwens ...

Sedert 9 januari 2021, op de 86ste verjaardag van keizer Kamiel Sergant, kan men ook het Keizer Kamiel-bier verkrijgen. 


Het blonde bier van 6,5% is het werk van brouwer Steven De Mol uit Hofstade. In mei van datzelfde jaar werd hey Keizer Kamielbier bekroond met een gouden medaille op de 'European Beer Challenge 2021' in de categorie 'Belgian Blonde Ale'.

Het mocht duidelijk geworden zijn de laatste jaren. Ondanks zijn optimisme en niet aflatende 'lach op zijn toet' ging het niet goed met de Keizer. 
Het overlijden was geen verrassing voor zijn dochters, maar kwam natuurlijk wel hard aan. 
“Op Moederdag heeft hij een herseninfarct gekregen en daarna ging het bergaf. We wisten dat dit er zat aan te komen, maar onze pa heeft ons toch ook weer getoond wat een vechter hij is. Hij was heel sterk en had een ongelofelijke wilskracht. Tot op het einde is hij blijven ‘voesj doeng’, dat zat er zo diep in bij hem”, verklaarden dochters Veerle, Hilde en Mia via social media.

Carnavalskeizer Kamiel Sergant werd door de Aalstenaars echt op handen gedragen. Dat blijkt uit de reacties van mensen die hem hebben gekend. Ook de huidige Prins Carnaval Yvan De Boitselier is vol lof en maakt zelf een straf statement : 

"Wat Evita Perron was voor Argentinië, dat was Kamiel voor Aalst".

"De dood van Kamiel was geen verrassing" zegt de Prins. "Kamiel was de laatste tijd niet meer zo best qua gezondheid, hij had dementie. Zijn laatste publieke optreden was in 2014". 
De prins heeft hem goed gekend: "Zijn jongste dochter was mijn eerste serieuze lief, ik ben er enkele jaren kind aan huis geweest."

Burgemeester Christoph D’Haese: “Oilsjt is de enige stad waar het volk zelf haar keizer kiest. Het verlies treft ons allemaal diep. Kamiel was een man die onbevooroordeeld klaar stond voor iedereen. Een voorbeeld voor ons allemaal. Samen met alle inwoners wil de stad een waardig afscheid nemen van onze ereburger. Met een lach en een traan, helemaal in de spirit van Kamiel.”

Op 5 juni om 14 uur schreef burgemeester Christoph D’Haese als eerste een tekst in het rouwregister voor Kamiel Sergant, dat in de balie van het administratief centrum ligt. 

Hij omschreef de overleden keizer van het carnaval als ‘een persoonlijkheid buiten categorie’, een ‘bijzonder aimabele, empathische solidaire man die nooit zijn afkomst is vergeten"
We koesteren de ontelbaar prachtige herinneringen aan Don Camillo” …

Het ereburgerschap, commandeur, afgebeeld op een postzegel en ontelbare affiches en flyers, een biertje, … vele Aalstenaars vinden dat nog te weinig en vinden dat Kamiel nog meer erkenning verdient voor wat hij gepresteerd heeft in zijn leven. 
Ze ijveren daarom al jarenlang voor een standbeeld.

In 2010 begon de toenmalige prins carnaval Den Boein campagne te voeren voor een standbeeld van Sergant in de stad, hoewel die, naar eigen zeggen, "niet graag op een piëdestal staat”.

Het zou een beeld worden waarop Kamiel zou uitgebeeld worden met een microfoon in zijn hand. Op de sokkel zou de tekst 'Weir doeng voesj' komen. Het beeld zou tussen de 15.000 en 20.000 euro kosten. 
De prins liet pins en cd's maken om het beeld, dat aan het Onze-Lieve-Vrouwplein op Mijlbeek zou komen, te kunnen bekostigen.  
Het kwam er toen jammer genoeg niet van wegens te weinig enthousiaste geldschieters, maar nu, naar aanleiding van het overlijden, gaan er opnieuw stemmen op om er toch eens dringend werk van te maken. 
Men kan zich afvragen wat iemand nog meer voor zijn stad zou moeten doen om dat te verdienen…

Opnieuw staat ‘Den Boein’ (Chris Boone) op de barricades.
Hij vraagt alle Aalstenaars een grote of kleine bijdrage te doen om aan de benodigde 25.000 euro te komen.

Een standbeeld zou in elk geval een mooie herinnering zijn voor de man die zijn volk leerde vieren en delen. 

Natuurlijk liet Kamiel ons al enkele heel mooie herinneringen na in de vorm van zijn muziek. 


Bart en Johnny Marcoen en Gert Van Laethem van AT8-Studio brachten in 2013 al een muzikaal eerbetoon uit in de vorm van een cd box met maar liefst 102 liedjes van de Keizer. Dit gebeurde in de reeks 'MuzikOilsjt'. De opbrengst van de verkoop ging naar de vzw 'Mensen helpen Mensen'.


Alles opnoemen is dus zeker onbegonnen werk, maar ‘ge zetj van Oilsjt as ge … de volgende klassiekers van veer nor achter, en van achter nor veer, volleidig kentj meizingen ’ …

‘n Iendracht
A van a ien, a twie, a droi
Annieken
Boem Boem
Cafeiken in... Cafeieken oit
De Saans uniek
Doeme Voesj!!!
d' Oilsjterse Kamillekes
Door es Ilse
Droi daugen hoempapa
Iendracht doe mor voesj
Iendracht Veroit
Oh Remongsken
Oilsjt g'hetj men ert gestoelen
Oilsjt viert Carnaval
Okapi OK
Pateikes en frit
Samba ier, samba door!
Santei...men bieken
Vastelauvedpotpoerrie
Wa zegge ze van Oilsjt
Weir zen van Oilsjt
Wie eet er een sakosj ver moi?
Wit & Zwert
Woor me wiegsken stond

Kamiel was meer dan 50 jaar Keizer. Moest het geen corona zijn, Aalst zou letterlijk ontploffen.
De afscheidsplechtigheid vond plaats op 11 juni 2021 om 11 uur in de kerk van Mijlbeek. 
Het afscheid werd uitgezonden via livestream op TV Oost. 

In de stad werden de vlaggen in elk geval halfstok gehangen. 
Er werd een rouwregister geopend in het Administratief Centrum van de stad.



--- Een overzicht van alle prinsen die onze stad kende tot hiertoe is HIER te vinden ---

Bronnen

De Voorpost 26/11/1976 – 13/01/1989 – 27/02/1976 – 02/09/1977
Speciale carnavalsuitgaven van De Voorpost - De Aankondiger - De Streekkrant
De Standaard 04/10/2018
TV Oost diverse interviews
Discogs
Rondleiding hallen met Kamiel 
foto Kamiel en ikzelf : Harry Van Bulck
foto Kamiel en de Kamillekes : CarnavalAalstKoentje
bruyland.net
oiljstverzaumelt.be
Spreekbeurt 1986 SMI-TIS (verschillende bronnen - niet meer beschikbaar)
Goeiedag.be
HLN 24/01/2011 – 28/01/2011 – 25/01/2002 – 04/06/2021 - 19/05/2016
Het Nieuwsblad 02/06/2006 – 03/06/2021 – 13/01/2011 – 18/02/2009 - 21/11/2012 (foto BLG)
ocmwaalst.be