Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

dinsdag 1 september 2020

Café De Gele Limonade - Radio Katanga


Café ‘De Gele Limonade’ en ‘Radio Katanga’ … Ze zullen voor eeuwig en altijd met elkaar geassocieerd worden, hoewel de ene ook wel zonder de andere kon ...


De geschiedenis van het café aan de Ridderstraat 68 begint eigenlijk al in 1888.
Het heette er toen ‘In ’t goed leven’. 
Later bevonden zich op deze plaats nog twee cafés tot in 1913 de herberg door het wegnemen van de tussenmuur één grote ruimte werd. De dorpel van de weggenomen voordeur links is trouwens nog steeds zichtbaar.

In de jaren ’20 was hier café ‘Mie Zjenau’ met Dolf ‘de poit’ (Adolf Cornand) als patron.

Adolf was cabaretier en rondtrekkend musicus. Zijn vrouw, Marie Sunau, had een heel mooie stem en als koppel brachten ze dus vaak vertier en plezier in het café. Die tijd waren ze echte volksfiguren en hun ‘café chantant’ was dan ook ‘the place to be’. 

Adolf bezat een elektrische piano en een liedje aanvragen kostte je toen 25 cent (met ‘normale’ piano was dat 5 cent).  Hijzelf speelde tijdens de week, in het weekend waren het vooral ‘Pa Lou’ en Désiré Moens die voor het muzikale tintje zorgden.
Ook Mie Zjenau zong dus zelf. Als ze ergens een mooie tekst of lied hoorde, schreef ze de woorden op en Charles Van de Meersche componeerde er de muziek bij.
Onder de bekendste liedjes behoorde zeker ‘mijn naaimasjien’

Een pintje kostte er toen 1 frank … jawel hoor : 0,02 € !!!
De vaste klanten waren de leden van de kaatsclub van op het pleintje schuinover het café.
Ze moesten eigenlijk wel vaste klant zijn en op goede voet staan met de baas, want vaak moesten ze hun ‘verdwenen’ ballen gaan terugzoeken in het café.
De dief ? Duck, de hond van de patron, vond het maar al te leuk om de kaatsers hun eigendommen te laten terugzoeken.

Marie is gestorven aan het begin van de oorlog en Dolf hertrouwde met Netteke Verbeeck.

Het bleef steeds een ‘sportieve bedoening’ daar in de Ridderstraat.
Na Dolf kwam ‘Pachter’ achter de toog te staan. Minder kaatsspelers maar des te meer kaarters en bollers.

De jaren ’50 dan, de jaren van de rock ’n roll en dat was in Aalst niet anders. 
Het café dat ondertussen werd omgedoopt tot  ‘De Macumba’ kreeg een mooie muurschildering van de band van Nat King Cole. Geen echt fresco maar wel een schildering rechtstreeks op het behang … Ook enkele Disneyfiguren versierden de muren.

Regina Rozycka opende er eind jaren ’50 dan ‘Café de Polonaise’.   

Met carnaval 1979, we schrijven vrijdag 16 maart,  opende Jan Louies, samen met nog enkele andere Oilsjteneers een praatcafé.
Jan had gezocht en vond de ideale locatie in de Ridderstraat waar hij het oude café op de kop kon tikken.
Het werd een sober en fris cafeetje waar je nog rustig kon babbelen, met een zacht achtergrondmuziekje.

Men wou eigenlijk bekomen dat de mensen de drempelvrees om binnen te komen in een grote zaal wat zouden verliezen. Een beetje ‘decentraliseren’ dus, terugkeren naar het ‘kleinere en gezelligere’.
Kortom, een alternatieve gelegenheid voor diegenen die in Aalst ondertussen verloren liepen tussen de grotere dans- en drankgelegenheden.

De naam ‘In de gele limonade werd aangebracht omdat achter de kleur geel niets kon gezocht worden wat ook maar enigszins naar politieke discussies zou kunnen leiden (toen toch niet). Het was gewoon een 'kanariegele' naam voor een praatcafé waar je kon gaan zingen ‘zoals je gebekt was’.

‘In de Gele Limonade’ zou dan ook starten op een zo neutraal mogelijke basis. Het was geen lokaal van één of andere vereniging, geen vergaderzaal, …. neen, iedereen was er welkom, en iedereen kon er dan ook zomaar binnenstappen. Het was dé plaats om na toneel of na de film nog wat te blijven nakaarten of doorfilosoferen.


Het café was enkel in het weekend geopend en werd afwisselend opengehouden door maar liefst 18 mensen, waaronder Mon van der Biest, Jan Louies, Dennis Geis, Guido Saey, Eugeen Liebaut en Paul Gees.

Op de topdag van dat jaar was er eventjes een kleine ‘vlaggenkwestie’
Op die dag sierde immers een zwart-gele vlag het stadhuis. Het rood van de Belgische driekleur was er af gewaaid. 
Op het politiebureau hing de karnavalvlag (rood-wit-geel) en voor de Keizershallen was een oude, wit-rode, vlag te zien.
Enkel aan de vlaggenmast van de ‘Gele Limonade’ hing de officiële goedgekeurde Groot-Aalst vlag (rood-wit-rood-wit). Een vlag trouwens die de kleuren verkreeg naar de stadskleuren uit de 14e eeuw, zonder dat daar toen een vlag aan verbonden was.

Over de kleuren van de stadsvlag, de leuze en het wapenschild van Aalst is HIER meer te lezen  

Het werd een groot succes en reeds aan het einde van het eerste werkingsjaar werd beslist om de openingsuren te verlengen. Men zou niet enkel het weekend maar ook op maandag en donderdag open zijn. Vanaf dan werden ook twee vergaderzaaltjes voorzien voor verenigingen die daar nood aan hadden.

De ‘kleine opzet’ werd al gauw een beetje weggedrumd want met carnaval was het café ‘the place to be’.

Ter gelegenheid van de kat-kermis, die zijn hoogdagen kende in de jaren ’50,  stonden er een paar molentjes en de Gele Limonade gaf de zogenaamde ‘kattebroodjes’ aan de kleuters die er zich aanboden. Het bakken van dergelijke broodjes was een oud gebruik op ‘de kat’ . Het waren een soort pistolets met krenten er in of er aan.
Ook het café zou zich de komende jaren in zetten om het gebruik opnieuw te doen herleven en de Kattekermis zoveel mogelijk te steunen..

Het was natuurlijk niet alleen feesten, op regelmatige basis werden er praatavonden georganiseerd met de meest uiteenlopende onderwerpen.
Zo stond bijvoorbeeld het moeilijke thema ‘opvoeding en onderwijs’ op het programma, maar ook een ontmoetingsdag van een bedrijf of vereniging was er schering en inslag.

In 1981 gaven Jacquy De Pauw en Jan Louies de impuls om in de Gele Limonade een eigen radiostation op te starten.
Jacquy had zijn muzikale interesse al van jongsafaan en richtte in 1978 in 't Fabrieksken mee de legendarische Belpopgroep LavviEbbel op.
Hij deelde in die beginperiode met Cas Vander Taelen het podium als zanger.

Radio Katanga zou zich, net als het grote voorbeeld FM Brussel, profileren als onafhankelijke en niet-partijgebonden zender, om een alternatief te kunnen bieden aan de bestaande vrije-radio situatie, waar de programmatie te zeer gedomineerd werd door al te commercieel gerichte muziekjes, sluikreclame en pseudo-informatie. Het was dus een zender met punkattitude … alles mocht en alles kon.

In eerste instantie fungeerden de testuitzendingen van de radio eigenlijk als een DJ-set voor het aanwezige publiek. In mei 1982 vinden we bijvoorbeeld een fuif terug met Radio Katanga : ‘Dansen op de betere muziek’.


De eerste échte radio-uitzending vond plaats op 1 september 1982 vanuit de Ridderstraat.

Het totaal aantal niet-openbare radio's voor de streek liep zo tot 21. De beheerders van de radio zagen de oprichting zeker niet als een overbodig feit daar het niet in hun bedoeling lag om de reeds bestaande zenders te beconcurreren of na te apen.

Katanga wou steeds de voorrang geven aan de “betere muziek” en "échte stadsinformatie met duiding" en men hoopte daardoor, net als FM-Bruxel, een progressief en intellectueler publiek te kunnen bereiken.
Geen afgezaagde deuntjes dus, maar muziek die naarmate de avond vorderde steeds moeilijker toegankelijk werd. Van punk evolueerde men gedeeltelijk aan naar soul, rhythm en blues, Nederlandstalige muziek, filmmuziek en cabaret om dan bijvoorbeeld af te sluiten met een streepje jazz. Hoogstaande cultuur dus, die tegenwoordig jammer genoeg steeds minder en minder zijn plaatsje kan vinden in de commerciële maatschappij.

Er was niet echt een vastgelegd zendschema, en heel veel presentatoren passeerden de revue.
Sommigen hielden het zelfs maar een drie- à viertal keren vol, maar dat was niet erg, er waren kandidaten genoeg om hun uurtje ‘fame’ op de radio te beleven.

Wie de muziekkeuzes maar matig kon waarderen, was de Aalstere brandweer die zich net om de hoek bevonden. Katanga’s alternatieve rockmuziek klonk in de radiokamer van de pompiers en werd meteen als stoorzender gecatalogeerd.
Om verdere problemen met de brandweer (en de veiligheid) te vermijden, verhuisde het zendstation naar café Kactus op de Grote Markt (later ’t Craeyken, XO en nu ‘t Kraaiken).

Het werd een sober ingerichte ruimte met voor die tijd wel ‘moderne’ apparatuur.
Door het vermogen van de 25 Watt zender met behulp van een booster op te trekken tot 100 Watt, hoopte men heel de streek van Groot Aalst te kunnen bereiken.


Het was de plaats waar praktisch alle muziekgenres – behalve hardrock dan – gedraaid werden. De eerste jingles werden ingesproken en geproduceerd door niemand minder dan Marcel Vanthilt. Vijf jaar lang kreeg de Cactus een publiek en artiesten van diverse pluimage over de vloer.

Om gelegaliseerd te worden diende men een vzw op te richten. Deze werd beheerd en gedirigeerd door Jacquy De Pauw, Filip Buckens, Leen D’Hondt en Patrick Terryn.
De DJ’s waren vooral jongeren, studenten en mensen die zich belangloos inzetten voor de muziek.
Financieel had men het dus niet echt heel breed. Daar men echt de onafhankelijkheid wou blijven behouden en zich afzijdig wou houden van elke inmenging van buiten af, deed men bewust geen beroep op sponsors of andere geldschieters. 
Voor wat hoort wat’ en men wou zeker niet afhangen van derden.

Men slaagde er uiteindelijk toch in om een starterskapitaal te verzamelen van 100 000 BF. Inkomsten kwamen uit fuiven, tombola’s, td’s, maar ook uit een systeem van zogenaamde ‘permanente opdrachten’. Sympathisanten konden op die manier 50 tot 100 BF storten op een rekening en met dat geld werden dan onder andere de kosten voor SABAM betaald.

Katanga organiseerde ook optredens, voornamelijk in De Gele Limonade met onder andere één van de allereerste optredens van Marcel Vanthilts ‘Arbeid Adelt’. Daar was de publieke belangstelling zo “groot” dat de de groep optrad in de kelder terwijl het publiek in het café stond.

Arbeid Adelt! werd opgericht in 1981 door Marcel Vanthilt en Jan Vanroelen. Ze braken door in Vlaanderen met het nummer "De dag dat het zonlicht niet meer scheen". 
Het nummer zou oorspronkelijk "De dag dat de dokter geen pillen meer voorschreef" gaan heten, maar Jan Vanroelen vond dat maar niets. 
De tekst van het nummer werd gewijzigd in "De dag dat het zonlicht niet meer scheen", maar dat leidde dan weer tot een conflict met John Terra, die een schlager met dezelfde titel had uitgebracht. 
Maar hey, ... foert, ... ze zongen het toch 😊 
Andere bekende nummers zijn "Lekker westers", "Death Disco" en "Stroom".

Andere muzikanten die deel hebben uitgemaakt van de band waren Luc Van Acker, Willy Willy (later oa The Scabs) en Dani Klein (later Vaya Con Dios).

Naast Arbeid Adelt passeerden ook ‘Twee Belgen’ (Lena, Operation coup de poing) en de experimentele muziek van ‘Wim Mertens’ de revue.

In 1984 waren er eventjes wat moeilijkheden in verband met de topdag.
Enkele culturele verenigingen maakten bezwaren over het feit dat ze geweerd werden van de officiële affiches. De stad klasseerde ze omwille van hun drankenverkoop immers als commerciële drankgelegenheden en niet als vereniging en dus was er voor hen geen plaats meer.
Ook Radio Katanga kreeg hetzelfde verdict. Ze mochten niet meewerken aan de topdag en een gepland live optreden op de Grote Markt mocht niet doorgaan omdat ze ook actief waren als lokale radio.

Soit, men concentreerde zich verder op de radio en op de optredens en heel wat (nieuwe) groepen werd de mogelijkheid geboden om hun muziek te brengen :  ‘Man Without World’, ‘Neoprene GRT’, ‘Acts Of Worship/Forgotten Heroes’, ‘Killvision’, ‘Interzone’, ‘Het Gesticht’, ‘2nd Civilization’, ‘Trans-Vorm’ en ‘Paranhydroxybenzozas R.33-812’, ...
Het zegt U misschien allemaal niets (meer) maar toch waren zij ooit 'de vedetten’ van de Ridderstraat en wijde omgeving.

In de waanzin zat de rebellie. Heel wat muzikale ‘pareltjes’ (zeker nooit commercieel) verschenen enkel op obscure cassettjes die van hand tot hand hingen en werden geruild. Zelden werden ze ook verkocht.
Dat was zo een beetje waar ‘de jeugd’ zich mee bezig hield. Maar wees nu eerlijk : in plaats van wat zever op FaceBook te verkondigen en constant met de smartphone rond te lopen ‘taggen’ en ‘sharen’, deed de jeugd wel wat. Geen youtube oorlogen door zelfverklaarde ‘idolen’, maar muziek delen van al dan niet obscure groepjes en samen genieten bij een sigaretje en een pintje.

In 1984 was er een herschikking van de FM zenders op nationaal niveau.
De herverdeling gebeurde op geografische basis, en Aalst kreegt van de RTT twee frequenties toegewezen.
Zowel Radio Caroline, Radio Katanga en Radio Belfort voldeden aan de wettelijke vereisten en zorgden dus meteen voor een probleem … 3 zenders … 2 plaatsjes …


Het Ministerie van Cultuur gaf aan de drie zenders een positief advies maar omdat er maar twee beschikbare frequenties waren voor Aalst moest Radio Katanga een frequentie delen met Radio Belfort. 
Katanga mocht uitzenden op maandag-, woensdag- en vrijdagnamiddag. Ook tijdens het volledig weekend mocht de radio programma's verzorgen.

In afwachting van een definitieve beslissing ging het voor Katanga gewoon allemaal verder.
Dampfuiven, Reggae avonden, Rock avonden, Rolling Stone fuif, …

De vaak extravagante kapsels van de bezoekers in het café deed menig terrasbezoeker van de aanpalende cafés soms wel eens raar opkijken. Binnenin, onder het veelal industriële gedreun, groeiden groepen als ‘Mensen Blaffen’, ‘Heart Explodes’, ‘Poclain’,…

Vanuit de radiostudio op de eerste verdieping deden programmamakers als onder anderen Hans Lorie (alias Pablo Alosto), Florre “Wagon” Cooman, Dirk “Boerken Taas” Van Medegael, Pierre “Pirre” Brewee, Filip “System Killer” B. en vele anderen ‘hun ding’ met programma’s als ‘Filature du Canal’ en ‘Armageddon Time’.
Reggae, blues of oude klassiekers, het werd allemaal gespeeld.

Grote voortrekker Jacquy De Pauw en zijn eeuwige kompaan Jan Louies zorgden er via hun programma ‘Mén Ièneg Oilsjt’ voor dat ook zowel het Aalsterse dialect én de politiek de aandacht kregen die ze verdienden, en dat de kritische noten ook bij het lokale bestuur konden doordingen.
Die mindset zou trouwens lang blijven bestaan. Zo waren beide heren lesgevers van de cursus 'Aalsters' aan het CVO Keizerlijk Plein, en het is ook geen geheim dat ze hun kritiek niet spaarden. Vooral Jacquy uitte vaak zijn ongenoegen in zijn blog 'Pauwenogen', waar hij alles en iedereen die 'tegenwerkte' graag becommentarieerde.

Na het sluiten van de Cactus in september 1986 werd de antenne terug naar de Gele Limonade verkast, waar de heropening op 17 mei feestelijk werd gevierd in aanwezigheid van de Katanga discobar.

Naar verluidt (maar dat werd nergens bevestigd) zou de figuur van Maurice uit de reeks FC De kampioenen trouwens ook een oude stamgast van het café geweest zijn.  Getuige het exclusieve drankje waarmee hij elke aflevering meer dan één keer zijn keelgat spoelt.
Neen, serieus, alle gekheid op een stokje, dit was ‘fake news’ natuurlijk.
Op informatief vlak wou Katanga het uitdiepen van het lokale nieuws op zich nemen. Op die manier hoopte men een betrouwbare aanvulling te vormen op  de BRT nieuwsdienst, die verantwoordelijk was voor de nationale en internationale berichtgeving.

Ook het omroepen van evenementenkalenders betekende een boost voor het culturele leven, en in het programma ‘’t sukkelstraatje’ haalde men onderwerpen aangaande sociale hulpverlening, crisisopvang en dergelijke voor de micro.
Elke zondagnamiddag werd er tussen 13 en 14 uur een uur in het Marokkaans uitgezonden. Daarin werd vooral gesproken over de gebeurtenissen in Aalst en over sport. Het programma werd druk beluisterd door de Marokkaanse gemeenschap.

Fuiven werden vaak gehouden in de Madelon (Grote Markt) maar ook de Keizershallen was ooit het decor van een geweldige retro-rockavond.

1986 betekende naast de ‘thuiskomst in de Gele Limonade’ en de overwinning van Sandra Kim op het Eurovisiesongfestival ook de officiële vergunning voor radio Katanga.

Door dit heuglijke feit konden ze eindelijk uit de illegaliteit treden.
Het was toen één van de enige Vlaamse radiozenders die haar apparatuur ook ten dienste telde aan verenigingen en individuen die wouden meewerken op economisch, sociaal, cultureel of politiek vlak en ze wouden, nu de officiële erkenning er was, verder uitgroeien tot een platform voor het Aalsterse maatschappelijke leven.

Het radiostation was toen in elke huiskamer binnen een straal van 8 kilometer te horen.
Elke dag vanaf 14 u , op zaterdag vanaf 10 u en op dinsdag ‘gesloten’.
107.8 FM werd definitief ‘Radio Katanga’ ... wel, definitief, ... 't is te zeggen ...

Katanga zou het ondanks het grote engagement van zijn medewerkers, nooit echt makkelijk hebben. Jacquy De Pauw verwoordde het als volgt : “Groot probleem met Katanga was dat in tegenstelling met andere “gelijkwaardige” zenders zoals Scorpio in Leuven, Centraal in Antwerpen en FM Brussel, Aalst geen universiteitsstad was waardoor noch de noodzakelijke publieke achterban noch de nodige getalenteerde dj’s voorradig waren. Vooral dat laatste was een permanent probleem in een systeem dat er van uitging dat zoveel mogelijk live moest worden gepresenteerd omdat zeker in de beginfase de nodige apparatuur ontbrak om programma’s automatisch te sturen.”

Achter de microfoon hebben toch nogal wat bekende Vlamingen gestaan, echter wel nog voor ze bekend waren.
Zo maakte Marcel Vanthilt ooit jingles voor de radio, Ella Michiels is nu presentator bij Klara en Aster Nzeyimana die we nu kennen van Sporza maakte deel uit van deze radio.

In 1991 wordt de radio binnen de haar toegewezen 8 km zone ernstig gestoord door Radio Contact Brussel. Die zenden dan wel uit op een andere frequentie, maar veel te sterk en in stereo, en daardoor is het op sommige plaatsen onmogelijk geworden om onze stadsradio nog te ontvangen.
Eigen ervaring leert dat in de Naarstigheidstraat bijvoorbeeld, er geen sprake meer was van radio Katanga, tenzij wat klanken die ondersteund werden door veel geruis of de muziek van Contact.
Daarom protesteerden ze en werd een klacht neergelegd bij de Minister van Cultuur, Patrick De Wael.
Ze wezen erop dat ze als enige radio niet gebonden zijn aan adverteerders, en dat ze dus ook weigeren om mee te doen aan een opbod van zendvermogen.

Zelfs in die periode werd nog steeds gewerkt met het beginprincipe …  geen reclameboodschappen … en dit nog als enige vrije zender in Vlaanderen.
We vinden de radio in 1992 gezond en wel terug, zij het dan wel op een andere frequentie (103.3 FM) en op een ander adres.
Men verhuisde namelijk naar Centrum Netwerk, wat wel in dezelfde Ridderstraat ligt.
‘De gele limonade’ werd verkocht.

2011 Betekende een nieuwe aanpak voor de radiozender en men bracht opnieuw veel meer nieuws van eigen bodem.
Op 20/04/2011 is een piepjonge presentator aan de slag, de jongste uit Aalst en omgeving, misschien zelfs wel van Vlaanderen.
Op 22 september, toen hij amper 15 jaar oud was, werd Tejo Soete al presentator van ‘Het Katanga Effect’, een programma op de gelijknamige alternatieve radiozender. Gedurende één uur op woensdagnamiddag en twee uur op zaterdag bracht hij nieuwtjes over zijn favoriete muziek en de showbizz. Hij had het ook over de activiteiten die gedurende de week in Aalst plaats vinden.

Studio Brussel-presentator Tomas De Soete was zijn grote voorbeeld, maar toch heeft hij er nooit aan gedacht om professioneel presentator te worden. Hij volgde Audiovisuele vorming aan de Academie in Aalst en dat was dan ook zijn échte passie.
Tegenwoordig is Tejo Eigenaar van Ooh Yeah, een zaak die zich verdiept in ontwerp, bouw, visualisatie, decor, klank- en lichtspel, mediaproducties, logo’s, huisstijlen, drukwerk, magazines, … oh ja, en je kan er ook slepende deuren laten repareren, meubels laten monteren, kaders en spiegels laten ophangen, enz.

In 2013 werd beslist om de zittingen van de Aalsterse gemeenteraad rechtstreeks en integraal uit te zenden.
"We hebben gemerkt dat in Aalst heel wat mensen politiek geïnteresseerd zijn", zei Ralph Iliano, de beheerder. "Je merkt dat mensen echt willen weten hoe hun stad bestuurd wordt. De montages (die tot dan steeds een dag na de raad werden uitgezonden) werden een paar duizend keer beluisterd en daarom hebben we toestemming gevraagd om de zittingen rechtstreeks uit te zenden."

Volgens de enquêtes luisterde maar liefst 22% van de inwoners van de stad Aalst regelmatig naar Radio Katanga, toen op 105.1 FM. De Aalsterse stadsradio draaide dan ook met veel plezier eventjes de rollen om en wou graag … naar zijn luisteraars luisteren!
De zender lanceerde een enquête in verband met radio en de manier waarop mensen ermee omgaan. Ook werden de wensen van de luisteraars bevraagd en kon iedereen, eventueel anoniem, tips geven aan de radiomakers van Katanga.

Augustus 2014 : De Aalsterse regionale radio Katanga is blij met haar nieuwe zomerprogrammatie. Elke Zaterdag tussen 16.00 en 18.00 uur strijkt een ploeg van de zender neer op een terrasje in de regio. De presentatoren van dienst nodigen 2 praatgasten uit aan hun terrastafel en babbelen met hen over het voorbije jaar. Onder andere burgemeester D’Haese en Sven De Smet (GMG) passeerden al de revue.
Het was geen zwaar debatprogramma, eerder een losse babbel over de gast en de manier waarop hij of zij terugkeek op gebeurde zaken.
De formule werd een groot succes en de appreciatie van de aanpak was heel positief.

In 2015 bracht zender rond kerst van dat jaar de een programma vanuit een speciaal ingerichte studio met café in de galerij Pieter Van Aelst.
Een verzoekplaatje kostte amper 1 euro, en al die euro’s werden door de zender na afloop van de actie aan ‘Mensen Helpen Mensen’ geschonken. De kerststudio van radio Katanga werd trouwens ook nog omgetoverd tot een oorlogsrestaurant.
Op een luchtige manier kreeg je dan een beetje geschiedenis van onze regio tijdens oorlogsjaren en conflictsituaties op je bord. En dat mocht je tijdens de kerstactie letterlijk nemen, want Chef Steven van ‘The Finest Hour’ voorzag een volwaardig kerstmaal uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. en wereldwijd via streaming op www.radiokatanga.be. Met smartphone of tabletcomputer kan je luisteren via de TuneIn-app.

Augustus dat zelfde jaar : De makers van Ajoin Music beginnen met een eigen stadsradio, de zender zal genoemd worden naar het gratis huis aan huis blad Goeiedag. Het station zal een heel jaar door radio maken, maar tijdens het Aalsters Carnaval zal ‘Ajoin music’ gedurende drie maand de ether in gestuurd worden. In de jaren ’90 had men in Aalst al een vrij succesvolle vrije radio die uitzond uit onder de naam Avanti, maar die is jammer genoeg verloren gegaan rond de eeuwswisseling.
Volgens de makers van het nieuwe radiostation bleek er vraag te zijn naar een nieuwe Aalsterse stadsradio, die er niet alleen was voor Aalst, maar ook de spreekbuis kon zijn voor de stad.
Ewoud Van der Poorten, de stationmanager en Bart van den Borre ‘Beireken Ajoin’ voegden daar aan toe dat Ajoin music na 10 jaar voor het eerst zal bestaan uit een ploeg van allemaal Aalstenaars, waaronder Peter van den Bossche en Danny Verhulst (bekend van Okapi Aalstar)
Zelfs de Paroi, ook toezichter van de carnavalswerkhallen, zal zorgen voor de muzikale omkadering.
De zender zal te beluisteren zijn op 107.8 FM, op die frequentie zat tot nu toe Ajoin Music.

In 2016 was er reeds een dreiging als zou de radio haar plaatsje in de ether moeten laten vallen, maar terzelfdertijd zorgden ze ook mee voor een unicum in Aalst … twee radio’s die samen het carnavalsproject ‘Oilsjt Mjoezik’ zouden brengen.
De Aalsterse radio’s Stadsradio Goeiedag Aalst, Radio Katanga en Oiljst Mjoezik hadden een unieke samenwerking afgesloten en de radio’s gingen voor het carnavalsproject Oiljst Mjoezik samenwerken.

“Vorig jaar heeft Stadsradio Goeiedag gedurende drie maanden de eigen programma’s stopgezet en een forum gegeven aan de carnavalisten. Dit jaar krijgt Aalst tijdens de carnavalsperiode de keuze uit de twee producten”, legt commercieel verantwoordelijke Bart Van den Borre uit.

De samenwerking is voor deze stad uniek, niet tegen elkaar strijden maar met elkaar werken met de bedoeling het niveau nog hoger te krijgen. De unieke samenwerking tussen de Aalsterse radio ’s komt er ook dankzij Radio Katanga.

Vanuit Halle 13 (de carnavalscantine) werd de Kick-Off van Oilsjt Mjoezik 2016-2017 gegeven met een receptie, openingswoorden, optredens en een spetterende lancering via de 105.1 FM!
Vanaf dan, en dankzij een wapenstilstand  'op zèn Oilsjters' werken Radio Katanga en Radio Goeiedag nauw samen!

De burgemeester kwam het geheel natuurlijk inwijden, en deed dit met de volgende woorden :

"Ik ben ongelofelijk content en moet jullie feliciteren!
In Oilsjt heb je alles 'dobbel'
De Garde en De Caemer, voetbal en de basket, ge kunt uren doorgaan, of we hebben er '2' van.

Ik ben gralek positief, dit is goed voor de uitstraling van onze stad.
Het is radio op heel goed manier!
Dat Katanga en Goeiedag samenwerken, is op dat gebied een meerwaarde!

3 maand rond carnaval een eigen carnavalsradio?
Mensen beseffen onvoldoende welk 'ongelofelijk product' dit is!
Reklammekes in het dialect, is op zich al zo uniek.
Van buitenaf zijn ze er jaloers op en wij realiseren ons niet eens hoe speciaal dit is.
Laten we carnavalsradio in ere houden. …"

“De frequentie 105.1 FM werd de stek om de programma’s van de carnavalsradio Oilsjt Mjoezik te brengen, 107.8 FM bleef de frequentie van Stadsradio Goeiedag Aalst waar ze ook de focus bleven houden op de andere aspecten van de ajuinenstad. Die radio werd nu na één jaar zo goed beluisterd dat ze er zeker niet mochten mee stoppen.

Maar ook Radio Katanga stopte niet, integendeel. “Na de carnavalsperiode, vanaf 1 maart dus, hernam Katanga haar uitzendingen via 105.1 FM.
We spreken dus zeker niet over een overname of een stopzetting,” legt Ralph Iliano uit.

De oudste lokale radio van Aalst dacht dus zeker nog niet aan stoppen. Het had echter geen zin om elkaar te beconcurreren in een stad zoals Aalst en daarom leenden ze hun frequentie graag even uit om een gezamenlijk project dat al jaren gedragen werd in de stad samen nog groter te maken.

Gewoon weer Radio Katanga op 105.1 FM dus. En dan hadden de mensen opnieuw keuze tussen hun uitzendingen en de uitzendingen van de collega’s van Stadsradio Goeiedag. 
De invalshoeken waren trouwens vrij verschillend, en ze zouden dan ook samen bekijken hoe ze elkaar kunnen aanvullen in plaats van dezelfde dingen te doen. 
Een aantal van de programma’s bleven trouwens tijdens Oilsjt Mjoezik gewoon doorlopen, maar dan op 107.8 FM. Een beter voorbeeld van pax media vind je niet ...

Eén van de laatste wapenfeiten van de radio werd trouwens het radiospel over de Eerste Wereldoorlog.
In 2016 brachten ze  immers een stukje toneel op de radio.

In samenwerking met de regie en cast van “Ik was 19 in 14”, het succesvolle toneelstuk dat werd opgevoerd op verschillende locaties in het Sint-Maarteninstituut waarbij het publiek van de ene locatie naar de ander werd gebracht, vonden in de Radio Katanga studio de opnames plaats van een echt radiotoneel.
De radiobewerking van “Ik was 19 in 14” werd geschreven door de regisseur van het originele stuk, Wilfried De Muynck, gebaseerd op een idee van Erwin De Swaef en Wim Sonck.
Een aantal van de originele acteurs lazen voor de microfoon de rollen in, en de radiomakers van Katanga namen de montage en sonorisatie op zich.
Het resultaat was een beklijvend stukje radio van 70 minuten waarin de luisteraar werd meegenomen naar 1914 en een Aalsterse familie in de Groote Oorlog kon volgen.

Het geheel werd uitgezonden op Wapenstilstand, zaterdag 11 november, vanaf 13u. Elk uur begon met een deel van het stuk. ’s Avonds werd het hele stuk integraal nogmaals uitgezonden. Op zondag 12 november wer dit geheel herhaald. Na uitzending kon men het radioluisterspel, een uniek historisch document, ook op CD in huis halen

Op 31 december 2017 trok Vlaams mediaminister Sven Gatz de stekker uit Radio Katanga, de oudste lokale radiozender van de Denderstreek. Het betekende meteen het einde van 35 jaar muziekgeschiedenis.

De carnavalsradio’s Ajoin Music en Oilsjt Mjoezik bleven bestaan. City Music, dat Ajoin Music maakte, kreeg van Sven Gatz het pakket met frequenties 107.8 en 105.8 FM. Stadsradio Goeiedag Aalst mocht met Oilsj Mjoezik verderwerken op 105.1 FM.
Kind van de rekening … Radio Katanga …

Het einde van een mooie geschiedenis, die toch wel wat wordt verdergezet door uitwisseling (eerder overname) van een aantal presentatoren door andere zenders.

‘De Gele Limonade’ was toen al geschiedenis, en tegenwoordig vindt men daar restaurant ‘la table d’Hugo’.

De beoordelingen over dit restaurant zijn meer dan goed te noemen. Men heeft het vooral over de gezelligheid, maar ook de menukaart gooit hoge ogen en krijgt heel veel lof. De uitbaters zijn supertoffe mensen, een echte aanrader, …
Met carnaval wordt het geheel trouwens terug omgetoverd tot ‘de gele limonade’, met ambiancemuziek en een enorm goede carnavalssfeer.



Begin 2020 dienden de Aalstenaars afscheid te nemen van Jacquy De Pauw, de man achter Radio Katanga, en ondertussen ook mede oprichter en lid van de carnavalsgroep ‘noig’, woordvoerder van de ‘Vereniging van de losse groepen’, en lid van de werkgroep ‘Carnavalsraadzitting’.
Over Jacquy is HIER meer te lezen.


Bronnen :

Onion Rock, p. 102-103
HLN 2/12/2017
Vies Oilsjt 1/3/1979 – 1/6/1979
clark-debisschop.co.uk
De Gazet van Aalst 4/5/1984
Nieuwe gazet van Aalst 23/11/1984
De Standaard 11/7/2011
foto de gele limonade onion rock collectie Jan Louies
foto cactus jaren ’80, onion rock
Het Nieuwsblad 20/4/2011
familiekunde-aalst.be VVF Aalst ‘Cornand-Sunau’
De Voorpost 2/2/1979 – 23/3/1979 – 12/10/1979 – 11/4/1986 – 19/7/1991
persregiodender 9/11/2017 – 2/1/2015 – 8/8/2014
goeiedag.be 24/11/2016

vrijdag 28 augustus 2020

De Werf - Monument Priester Daens


Het monument werd plechtig ingehuldigd  op de herdenkingsdag 50 jaar na het overlijden van de priester. Het toenmalige Daenscomité had een wedstrijd uitgeschreven waaraan verschillende beeldhouwers deelnamen.
Het was Marc De Bruyn die de wedstrijd won met een maquette van een beeld dat uiteindelijk nog veel verschillen zou tonen met wat het uiteindelijk geworden is.
De figuur van Daens wordt omringd door twee arbeiders vooraan en een moeder met kind achteraan.


Het hoogtepunt van de herdenking was de oprichting van het monument aan de Werf. Het eerste concept van beeldhouwer Mark De Bruyn, een heel eenvoudig beeld, was intussen uitgegroeid tot een groot gedenkteken waarop priester Daens afgebeeld stond omringd door een arbeidersgezin. De onthulling werd gepland eind september. Er bestond wel angst dat het beeld niet klaar zou zijn tegen de vooropgestelde datum omdat de steen waaruit de beeldhouwer het monument zou houwen harder was dan verwacht.

Priester Daens kon, zoals het monument zou uitbeelden, beschouwd worden als de priester die hoop en troost bracht bij de arbeidersgezinnen. Hij deed dit met de wereldbrief van paus Leo XIII in de hand : Rerum Novarum.
De toestanden waarin de arbeiders moesten leven en werken waren een schande voor een christelijke samenleving, zoals hij het zelf altijd zegde. Naar oude daensistische traditie werd het herdenkingsmonument van priester Daens gefinancierd door zijn volgelingen. 

Het beeld werd plechtig onthuld op zondag 29 september 1957 op de Werf in Aalst.
De onthulling van het beeld betekende meteen de laatste etappe in de herdenkingsplechtigheden naar aanleiding van de 50ste verjaardag van het overlijden van de volksvriend.

Eerst was er al een intieme hulde gebracht op het graf van de priester. Dit gebeurde op 28 juli.

Op 29 september begon men met de onthulling van een herdenkingsvlag in de St Martinuskerk, de kerk waar de priester zijn eerste H. Mis vierde. In de namiddag was het dan de beurt aan de onthulling van het beeld.
Daens staat symbolisch met het gelaat in de richting van de proletarische Molendries.

Samen met Georges De Neve en Romain Eeman, veteranen die de strijd met priester Daens hadden meegemaakt, onthulde de 88- jarige Victor Van der Haegen het monument. 

Op de linkse foto is te zien dat de inhuldiging kon rekenen op een massale opkomst.
Op de rechtse foto is de heer Frans De Neve te zien. Hij was voorzitter van het inrichtend comité en droeg bij deze het monument over aan de stad Aalst.


Na de toespraak van Frans verklaarde burgemeester Blanckaert zijn dank aan het Feestcomité voor het genomen initiatief.
  
Het opschrift dat op de sokkel van het beeld staat, verwijst naar de toewijding die Daens steeds toonde : “Slaaf noch bedelaar mag de arbeider zijn, hij moet een vrij en welvarend man wezen”.


Begin jaren ’70 werd aangeklaagd dat er zich nog slechts een kleine cirkel beplanting rondom zijn standbeeld bevindt. De auto neemt al de rest in beslag.
In 1971 werd de vraag gesteld of het monument niet beter een andere plaats zou krijgen.
Het monument dat, vanuit verkeerstechnisch oogpunt dan, een echte ‘sta in de weg’ was, zou eventueel kunnen overgebracht worden naar een plaatsje achter de kapel van de Werf.

In 1974 werden op verschillende plaatsen in de buurt slogans ‘Neen aan VDB’ (Van Den Boeynants) geschilderd. Ook de werfkapel en het beeld ontsnappen niet. .
Hamers en sikkels werden aangebracht op de zijgevel van de kapel, op het voetstuk van het beeld en op de cc de werf.

Dat zelfde jaar stelde men, na onderzoek,  vast dat de verkeersproblemen niet van dien aard waren om het monument te verplaatsen.
Dat naar analogie van het standbeeld van Dirk Martens op de Grote Markt, want enkele jaren daarvoor had men ook al aangedrongen om ook dat beeld te verplaatsen naar het Stationsplein.
De argumentatie van het niet aanvaarden van de verplaatsing was dat het verplaatsen van historische monumenten ongetwijfeld in sommige omstandigheden verantwoord kan zijn, maar dat men niet te pas en te onpas aan moet komen draven met verkeerstechnische argumenten.
Het beeld bleef dus staan.

Op 1 april 1976 bezorgde men Priester Daens en zijn werkers, evenals de H. Joannes Nepomucenus een uilenhoed.


Deze foto is ook uit 1976. Hier is duidelijk te zien hoe het beeld toen op een ongelukkig klein pleintje dat dienst deed als rondpunt, stond.  Achteraan de vroegere fabriek Jelie die eigendom werd van de post, en tegenwoordig verbouwd is naar het administratief centrum van de stad.


In 1980 vinden we het beeld total overwoekend door de sparren aan de werf.
Opnieuw rezen stemmen om het beeld de nodige eerbied te geven en te verplaatsen, maar opnieuw bleef het staan waar het stond.

In 2004 kende Aalst Daens de titel van ereburger van de stad toe. Vele mensen waren eigenlijk verwonderd dat dit nog niet het geval was. Het was in elk geval een logische keuze.
Heel jammer was dat het beeld zich toen in niet al te propere staat bevond. Zwart van uitlaatgassen en groen van mossen vermengden zich op het beeld dat na al die jaren toch veel uitstraling was verloren.



In 1996 kende men een tumultueuze 1 meiviering.
De 1 mei-viering in Aalst werd ontsierd door het ultrarechtse Vlaams Blok. Meer dan 1000 aanhangers van deze partij trokken naar het monument en voor zo'n 2000 socialisten, die eerder op de dag al naar het monument trokken, stond de manifestatie van extreemrechts gelijk aan heiligschennis. Het Vlaams Blok hanteerde als leuze: 'Werk voor eigen volk eerst'.

Op 19 februari 2010 was het dan toch zo ver : Het standbeeld van priester Daens verhuisde van het Werfplein naar ... het Werfplein ... Enkele tientallen meters verder als waar het  stond, op een  plantsoen voor de kapel Onze-Lieve-Vrouw ter Druiven waar het tegenwoordig nog steeds te bewonderen is.
Het beeld moest verhuizen omdat het plein volledig vernieuwd werd. Het elf ton wegende beeld werd uitgegraven en werd door een mammoetkraan op een transportwagen gehesen.


Vijftig meter verder werd het dan op zijn nieuwe plaats neergezet.

April 2012 : Het Aalsterse bedrijf FT cleaning heeft het monument van priester Daens op het Werfplein opgepoetst. Het beeld uit witte zandsteen is gereinigd met biologische producten en kreeg ook een behandeling waardoor het veel beter bestand is tegen vuil en groenaanslag. Daens verhuisde twee jaar geleden omdat de hele omgeving rond het standbeeld werd heraangelegd. Die heraanleg van het Werfplein zat intussen in de afwerkingsfase.

Carnaval 2013 zorgde voor heel wat ongenoegen bij het Priester Daensfonds.
Het was de groep Eftepie, waarbij carnavalisten in SS-uniformen voor het Priester Daensmonument op het Werfplein staan om "het overdreven aanbrengen van Vlaams nationalistische symbolen" te hekelen en een vermeende deportatie van Franstaligen aan te kondigen” die voor heel wat commotie zorgde.

Het Priester Daensfonds herinnerde eraan dat het standbeeld voor priester Daens en het daensisme, opgericht in 1957, een monument is dat gefinancierd werd met vele giften van Aalsterse werknemers en van zij die zich inzetten voor sociale noden. "Het Priester Daensfonds vzw stelt dat enige associatie tussen het Daensmonument en het onderwerp en wijze van uitbeelding door deze losse carnavalsgroep onbestaande is. Een betere kennis van onze geschiedenis en van deze van Aalst in het bijzonder, zou er zeker toe bijdragen dat Daens enkel kan verbonden worden met democratie, sociale strijd, een rechtvaardiger samenleving en emancipatie van het Vlaamse volk."

Op 27/5/2013, amper een jaar na de grondige poetsbeurt, werden beschadigingen vastgesteld aan de werfkapel. Ook werden de muren beklad met schunnige tekeningen en teksten.

In 2014 vierden we in onze stad de 175ste  geboortedag van Adolf Daens, een priester en politicus die onlosmakelijk verbonden is met Aalst, maar wiens invloed over heel Vlaanderen voelbaar was. Op het einde van de 19de eeuw was hij het sociale en morele gezicht van een generatie, populair bij zowel arbeiders als intellectuelen.


Een mooie gelegenheid om het even kort te hebben over onze beroemde stadsgenoot.

Als twintiger trad Daens toe tot de jezuïetenorde en gaf hij er les in de filosofie en theologie. De priester kwam echter meermaals in conflict met zijn oversten. Toen zijn broer Pieter - een drukker - hem vroeg om het programma van de pas opgerichte Christene Volkspartij op te stellen, gaf hij zijn carrière een nieuwe wending. De priester werd politicus.
Eenmaal verkozen in de Kamer, in 1894, manifesteerde Daens zich als een luis in de pels van de gevestigde orde. Hij klaagde er constant de lamentabele werkomstandigheden van de Aalsterse arbeiders aan en hij pleitte voor dringende en ingrijpende politieke en economische hervormingen. Zijn verzet tegen het kolonialisme en pleidooien voor gelijke onderwijssubsidiëring leverden hem een schare aanhangers op, de zogenaamde ‘daensisten’. Naast vrienden bracht hem dit uiteraard ook heel wat vijanden op, onder wie de befaamde Charles Woeste.

Nog een opmerkelijk feit is dat Adolf Daens een van de eerste volksvertegenwoordigers was die Nederlands sprak in het parlement. In 1905 diende hij het eerste wetsvoorstel in om de Gentse universiteit te vernederlandsen. Tegen die tijd was zijn politieke spel echter bijna uitgespeeld. In 1906 verloor hij zijn Kamerzitje. 
Een jaar later stierf hij.

Een uitgebreide bio over deze beroemde priester is HIER te vinden.


Stijn Coninx zorgde er in 1992 voor dat ook de nieuwe generatie de priester-politicus kon ontdekken. Zijn film Daens kreeg in 1993 zelfs een Oscarnominatie. 
Twintig jaar eerder had Louis Paul Boon met zijn roman Pieter Daens al een literaire klassieker geschreven. 
En de blijvende sympathie van het grote publiek werd in 2005 nog eens onderstreept toen Daens in een VRT-poll de top vijf van grootste landgenoten haalde.

Op 7 juni 2015 heeft Aartsbisschop André Léonard in de Sint-Martinuskerk van Aalst priester Adolf Daens in ere hersteld. Priester Daens werd in zijn tijd uit zijn ambt ontzet en het is voor het eerst dat een kerkvorst zonder blikken of blozen toegeeft dat de kerk fout zat. Een historisch feit dat met de nodige aandacht werd gevolgd door de pers.


Léonard begon met te zeggen dat hij zelf van eenvoudige komaf was en dat de figuur van Daens hem altijd heeft geïntrigeerd.
Mijn voorouders waren dagloners, blootgesteld aan de willekeur van hun bazen. Mijn grootvader was slotenmaker en mijn vader was een autodidact, die werk vond bij de overheidsdienst Telefonie en Telegrafie in Namen. Hij was lid van de christelijke vakbond. Ik heb de film twee keer gezien, het boek van Louis Paul Boon over Daens heb ik verslonden. Het verhaal van de priester die zich heeft ingezet voor het volk, heeft mij diep geraakt”, zei hij.

Over Jezus hebben ze op een gegeven moment gezegd: hij heeft ze niet allemaal meer op een rij. De confraters van Daens binnen de kerk en de katholieke partij hebben hetzelfde gezegd over hem. Priester Daens heeft in zijn strijd voor het arme volk nochtans altijd zijn geloof bewaard en hij is trouw gebleven aan de leer van de kerk, ook al werd het hem verboden om missen op te dragen”, zei Léonard. “Het was een goede strijd voor de arbeiders, die schandelijk werden uitgebuit. Ze werden blootgesteld aan de misbruiken van hun bazen en aan de arrogantie van hun volksvertegenwoordigers, die hun taal - het Vlaams - misprezen”, ging hij verder.

André Léonard nam uit eerbied zijn mijter af voor Daens. 

Volgens hem heeft Daens zijn plaats in de hemel al lang verdiend. “Hij heeft mij niet nodig”, zei Léonard. 
Maar de kerkvorst zette vervolgens toch een paar zaken recht, voor eens en voor altijd. “Ik ben hier vandaag voor eerherstel. Spijtig genoeg werd priester Daens niet ondersteund door de bisschop en de aartsbisschop. Ze hebben hem niet geholpen maar veroordeeld. Hadden ze hem begeleid, wat een kans was dat geweest voor het geloof in de streek. Vandaar dat ik hier vandaag ben als aartsbisschop om Daens in ere te herstellen. Beter laat dan nooit”, aldus Léonard.
Een historische dag dus voor al wie zich laat inspireren door de ‘Grootste Aalstenaar’ aller tijden. Johan Velghe van het Priester Daensfonds wond er geen doekjes om. “Hier hebben generaties daensisten op gewacht. Het is de eerste keer dat een Belgisch kerkvorst Daens in ere herstelt.”

Op 19 juni 2016 werd een menselijke verbinding gemaakt tussen de Werfkapel en de Marokkaanse Moskee aan de Frits de Wolfkaai. Onder het teken van ‘verbinding’ werd op de twee verschillende locaties tegelijkertijd een wake gehouden. Beide plaatsen zijn dan misschien wel gescheiden door de Dender, ze blijven verbonden door een gedeelde solidariteit voor mensen op de vlucht en een gedeeld verzet tegen geweld.  Het initiatief ging uit van het ‘Vluchtelingenplatform regio Dender’.

In april 2017 is de eerste editie van de 'City Light Run' gelopen. Dat is een loop van iets meer dan 6 km door de straten van het centrum van de stad, maar ook door een aantal gebouwen. Zo doorkruisten de sportievelingen onder meer het Atheneum, het nieuwe stadhuis en ook de Werfkapel op het Werfplein.

4 juni 2017 : Met zo’n 500 militanten vierde het Vlaams Belang de Dag van de Arbeid in Aalst. Aan het standbeeld van priester Daens zette dé Vlaamse sociale volkspartij haar sociale eisen in
De pas nieuw verkozen raad van bestuur van het Priester Daensfonds, wees er op dat het dit jaar, 2017, zestig jaar geleden is dat het Daensmonument op het Aalsterse Werfplein ingehuldigd werd in 1957. ,,Dat eerbetoon werd bekostigd door vele giften van ‘de kleine man’. Vijftig jaar na zijn overlijden als een pauper, uitgespuwd door het establishment, in het hart gesloten van de Vlaming die niet langer slaaf noch bedelaar wenst te zijn, maar iedereen welvaart gunt, kreeg Daens zijn monument via de collectebus. De samenstelling van het toenmalig erecomité wijst nog altijd aan dat Daens van niemand is, maar wel van iedereen.

Datzelfde jaar 2017 was ook weer een jubileumjaar.
Naar aanleiding van de herdenking van het 110-jarig overlijden van Pieter Daens werd van het tijdschrift van de vzw Priester Daensfonds, “Daens Vandaag” een speciale uitgave uitgebracht met een interessant dossier over leven en werk van Pieter Daens. Deze speciale uitgave  was tegelijk een begeleiding van de  tentoonstelling over leven en werk van Pieter Daens in het Aalsters stedelijk museum – ’t Gasthuys – die kon bezocht worden van 8 september tot 30 december 2018 en een aanrader was.

In april 2018 voerde Jong N-VA Kanton Aalst voor het tweede jaar op rij haar “pre-1-mei”-actie aan het standbeeld van Priester Daens op het Werfplein. Er werden bloemen neergelegd onder de slogan “niet claimen, maar eren”.

Vele partijen claimen immers al jaren de erfenis van de sociaalbewogen Vlaamsgezinde priester, zoals recent CD&V. 
Jong N-VA vindt dit triest, gezien Daens juist rebelleerde tegen de partij van Woeste waar CD&V haar verre wortels in vindt. 
Het is beter de unieke erfenis van het Daensisme te eren en er inspiratie in te vinden zonder ze te claimen. “De Vlaamse strijd blijft een sociale strijd” klinkt het overtuigd bij Stijn Everaert en Lauri De Wever die in tandem als jongeren op de lijst van N-VA Aalst te vinden zijn.

De linkse betoging die werd georganiseerd tegen de komst van staatssecretaris Theo Francken dat jaar, maakte op de N-VA weinig indruk. Francken poseerde gewillig voor talloze selfies, terwijl de kleine schare actievoerders nauwlettend in de gaten werden gehouden.
De zaterdagmarkt werd overrompeld door een massa Vlaams-nationalisten voorgegaan door Theo Francken, minister Ben Weyts en burgemeester Christoph D'Haese, alsook de Aalsterse N-VA-schepenen en mandatarissen. 
Vooral Francken werd aangeklampt voor selfies en handtekeningen. 
We waren niet onder de indruk van de actie van links, die weinig of geen inhoud had”, reageerde burgemeester Christoph D'Haese (N-VA). “In tegenstelling tot de steunbetuiging van de Syrische christenen aan Theo Francken, die hem bedankten voor zijn hulp bij de hereniging van vele van hun gezinnen.
De systematische ontmenselijking van vluchtelingen door Theo Francken is een herkenbaar mechanisme dat in een duister verleden ook werd toegepast”, aldus Michael Bal van de Jongsocialisten, die een rubberen bootje inwijdde als 'monument voor de onbekende vluchteling.'

In 2019 werd de priester eventjes ‘monddood’ gemaakt door een actie van 11.11.11
11.11.11 komt op voor wat zij de ‘changemakers’ noemen. “Changemakers streven naar een duurzame en leefbare toekomst waarin iedereen een plaats krijgt. Ze doen dat elk op hun eigen manier. Ze strijden tegen ongelijkheid, klimaatverandering, uitbuiting door grote multinationals en ga zo maar door.

In Aalst is er met dat onderwerp natuurlijk ook extra aandacht voor priester Adolf Daens. “Daens was onze Aalsterse ‘changemaker’. Hij kwam letterlijk op voor een duurzame en leefbare toekomst waarin iedereen een plaats krijgt. Ook hij kreeg enorm veel tegenwind en kreeg letterlijk een spreekverbod opgelegd. 
Toch heeft hij altijd geprobeerd, samen met zoveel anderen, om iets in beweging te zetten ‘voor meer mensenrechten, democratie en een duurzame toekomst’. Priester Daens is dus hét voorbeeld van zo’n ‘changemaker.


Het beeld staat dus tegenwoordig nog steeds aan de Werfkapel, met zicht op de Dender en de Molendries.

Meer over de Werfkapel is HIER te lezen
Meer over Adolf Daens is HIER te lezen


Bronnen :

Alostum Religiosum” - Petrus Van Nuffel, uitgegeven in 1911
lapisarte.be
De Voorpost 9/4/1976
HLN 12/9/2019 – 8/6/2015
Het land van Aalst 11/7/1886
De Dendergalm 15/6/1890
De Denderbode 21/6/1896 – 6/7/1913
De Volksstem 18/5/1913
De Koornbloem 21/9/1957
De Morgen 7/2/2013
Het Belfort jaargang 5 – 1890, auteur Petrus Van Nuffel
Denderend Aalst 20/6/2014
De Gazet van Aalst 16/12/1950 – 3/10/1957
hthaaltert.be De Werkman 6/5/1887 – 27/6/1913
vlaamsbelang.org/tag/priester-daens/
persregiodender.be 30/4/2018
n-va.be
vlinks.be/?p=1052
Oostvlaamsche zanten, mededelingen van de bond der oostvlaamse folkloristen, mei-juni 1953
De Standaard 30/9/1957
foto Eftepie : Eftepie
foto 1976 via MadeInAalst 
Getuigenis Ph. De Paepe uit de Gazet van Aalst 11/5/1974
Het Belfort. Jaargang 5 uit 1890‏
Routeyou.com
archaeologiamedieaevalis.be 35
foto Daens monddood : Jean Pierre Swirko
so-lva.be archeologisch vooronderzoek December 2010