Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label restaurants/tavernes. Alle posts tonen
Posts tonen met het label restaurants/tavernes. Alle posts tonen

vrijdag 6 maart 2020

Sportcomplex Schotte

Het leerlooiersbedrijf ‘Schotte’ ging in 1997 in faling en sloot de deuren aan de Kapellekensbaan. 
Bij vonnis van de Rechtbank van Koophandel in Dendermonde dd. 2/2/1998 werd het faillissement uitgesproken.
De leerlooierij was dan 128 jaar actief geweest in Aalst.
Over de geschiedenis van dit bedrijf in onze contreien, een link met Congo en een link met Het Lam Gods is HIER meer terug te vinden.

De gebouwen van de leerlooierij Schotte zouden uiteindelijk plaats maken voor een multifunctioneel sportcomplex met 'Cordeel' als opdrachtgever.

Dat dit echter heel wat voeten in de aarde heeft gehad, mag duidelijk zijn.
Als gevolg van de zware  industriële activiteiten was de bodem zwaar verontreinigd met zware metalen en is de opstart van een saneringsproject noodzakelijk gebleken. In de gebouwen was eveneens asbest aanwezig. Eerst moest ook die verwijderd worden en in augustus 2013 werd uiteindelijk begonnen met de afbraak van de panden.


Het merendeel van de oude gebouwen maakte plaats voor het sportcomplex maar de markante gebouwen naast de vroegere fabriekspoort werden wel behouden en gerenoveerd. Ook een gedeelte van de bakstenen muur langsheen de Kapellekensbaan en de schoorsteentorens bleven bewaard.

Schepen van Sport Ilse Uyttersprot wou de 'sportachterstand' van onze stad tegemoetkomen met de bouw van dit nieuwe complex. Er zou één groot gebouw komen, met daarin verschillende sportzalen. Naast basketbal, volleybal en minivoetbalterreinen zijn  er ook een turnzaal en een zaal voor geveschtssporten, een groot terras aan de cafetaria en een sauna.

Eerst was er sprake dat het complex tegen eind 2015 zou afgewerkt zijn, maar begin van dat jaar bleek al dat dit een utopie zou zijn. Wel waren alle administratieve voorbereidingen al afgerond, en ook de site zelf was ondertussen al volledig gesaneerd.

Gezien er toch ongeveer een jaar nodig is om dergelijk project te verwezenlijken, werd het afwachten … maar in elk geval was er voorruitgang ..

Op 16 september 2015 werd de eerste steen gelegd door burgemeester D’Haese en schepen van sport Ilse Uyttersprot.

De werken gingen goed vooruit …
Op de foto is men al een heel eind gevorderd, de parking op de voorgrond is in aanmaak.

Op vrijdagavond 2 december 2016 was het dan eindelijk zo ver  ...


Vlaams minister van sport Phillippe Muyters opende de nieuwe sporthal in het bijzijn van oud minister van sport Bert Anciaux.

Samen met schepen Uyttersprot en burgemeester D’Haese drukte hij op een rode knop en stak daarmee de lichten aan in de zalen.
Zondag 4 december gooide het gloednieuwe sportcomplex Schotte dan zijn deuren open voor het grote publiek.

Meer dan 5.000 bezoekers werden getrakteerd op rondleidingen, demo’s en workshops die door een 40-tal sportclubs in elkaar gestoken werden. De aanwezigen gaven hun ogen de kost: een grote sportzaal (maar liefst 3.200 vierkante meter vloeroppervlakte waar 2.000 toeschouwers terecht kunnen), de dans- en gevechtsportzaal en de olympische turnhal.

Wat het kostenplaatje betreft: vanaf dit jaar betaalt de stad jaarlijks 900.000 euro beschikbaarheidsvergoeding aan de aannemer/eigenaar. Dat zijn de bouwkosten en alle onderhoud. Ook de Vlaamse Gemeenschap legt 300.000 euro bij. Na 30 jaar moet de eigenaar het gebouw weer volledig op orde stellen en vernieuwen waarna het gebouw in handen komt van het SportAG en het kosteloos eigendom wordt van de stad.

Boksen, hockey, turnen, aikido, judo, korfbal, zaalvoetbal, tafeltennis, … het kan allemaal in dit nieuwe complex. Het is dan ook niet te verwonderen dat het gebouw ook ‘team sport’ en het het autonoom gemeentebedrijf ‘SportAG’ herbergt. Deze vormen het aanspreekpunt voor allerhande vragen omtrent ‘sporten in Aalst’ 

De bekendste gebruikers van de sporthal zijn ongetwijfeld de volleyballspelers van ‘Lindemans Aalst’.
Sedert november 2016 werd dit immers de nieuwe thuisbasis van de club.

Lindemans Aalst, voorheen VC Asse-Lennik is een Belgische volleybalclub, die uitkomt in de Euromillions Volley League, het hoogste niveau in België.

In 2016 verhuisde de club naar Aalst, omdat het sportcomplex Molenbos waar ze speelden, werd afgebroken. De club wijzigde zijn naam toen, vanwege sponsoring door brouwerij Lindemans uit Vlezenbeek, in Lindemans Aalst.

- In het seizoen 2016-2017 behaalde Lindemans Aalst de 3é plaats in de Euromillions Volleybal League en de 1/8 finales in de CEV-Cup.

- Het seizoen daarop, 2017-2018, behaalden ze de 3é plaats in de Euromillions Volleybal League en de 1/4 finales in de CEV-Cup.

- Op 30 december 2018 wonnen ze de League Trophy door in de finale Knack Roeselare te kloppen met 2-3

In het seizoen 2018-2019 behaalde Lindemans Aalst de finale van de beker van België tegen Knack Roeselare maar verloren die met 1-3 en in hetzelfde seizoen behaalde de club ook de 3é plaats in de Euromillions Volleybal League en de 1/4 finales in de CEV-Cup.

Ook de scouts van Sint-Kristoffel kregen een nieuw en permanent onderdak in de sporthal. Sinds de
jaren ’50 verbleef de scouts op de Kapucijnen. Toen ze in 2012 het nieuws vernamen dat de lokalen werden afgebroken, besloot een team van oud-(groeps) leiding de handen in elkaar te slaan om nieuw en permanent onderdak te zoeken voor Sint-Kristoffel: de vzw Kroffel was geboren.

Een eerste, tijdelijke oplossing werd gevonden onder de vleugels van de stad: ze huurden enkele jaren lokalen in de Pupillen en gingen ondertussen op zoek naar een langetermijn oplossing. Die oplossing werd heel ambitieus: de VZW kocht het voormalige directeursgebouw op de site Schotte en vatte het plan op om dit te renoveren tot een jeugdverblijf van de hoogste klasse. 

Groepen tot 55 personen, inclusief rolstoelgebruikers, zullen kunnen genieten van de uitstekende ligging tussen het groen en toch dicht bij de stad en de infrastructuur is geschikt voor onder andere jeugdkampen, taalkampen, sportstages en bosklassen,. Op de eerste verdieping krijgen de scouts een hele ruimte voor zich alleen. Naast de vaste stek, inclusief kitchenette en sanitair, zijn er ook heel wat lokalen van het jeugdverblijf die ze op zondag kunnen gebruiken.

Aan het sportcomplex is trouwens ook een bar-brasserie verbonden.
'De Looyerij' is een horecaruimte van zo'n 720 vierkante meter.

Het is de ideale plek voor mensen die houden van lekker eten in een gezellig en uniek kader. Pasta, snacks, vlees- en visbereidingen, of dagschotels … allemaal aangeboden samen met een heel vriendelijke service.

Is het eerder de dorst die gelest moet worden, dan kan men ook bij ‘De Looyerij’ terecht. Met een voortreffelijke huiswijn en een uitgebreide drankkaart is het er leuk verpozen.
Ook zijn er aangename en goed uitgeruste vergaderzalen voorzien
De Looyerij wordt uitgebaat door Andries Deraedt en Kim Scheerlinck-Van Rossen. De leiding in de keuken is in handen van Chef-kok Jo Guillemyn; zaalverantwoordelijke is Gian Hoebeeck.

Kim verdiende zijn horecastrepen al bij De Schaapstal in Aalst, in De Met in Groot-Bijgaarden en bij het Keizershof Hotel in Aalst. 
Andries was zeven jaar actief in de cafetaria van het stedelijk zwembad ...

Het portiersgebouw van de vroegere looierij kwam in handen van ‘ALVA’ (Atletiekvereniging Land Van Aalst)

De Portier” heeft een hele evolutie meegemaakt van een zwaar onderkomen krot tot een pareltje van herbestemming en renovatie.
Op vrijdag 20 en zaterdag 21 oktober 2017 werd het huis van de atletiek ‘De Portier’ officieel geopend.
In de vooravond van 16 december 2017 werd ALVA door de Vereniging voor Aalsters Kultuurschoon uitgeroepen tot mede-laureaat van de v.vak-prijs 2017.

De gedeelde prijs met een andere laureaat bedraagt 1550€ voor de vereniging. En hetzelfde bedrag voor de andere laureaat. Er waren liefst 12 inzendingen. Een record.
De jury was onder de indruk van de renovatie van de oude portierswoning op Schotte door ALVA.
Ze waardeert hiermee de inspanningen die de club heeft geleverd ten gunste van het Aalsters cultureel erfgoed (gebouwen) en ook de kwaliteit van afwerking en realisatie.

Onder het motto “voortdurend verbeteren” spelen ze in op de ervaringen van de leden én niet-leden. Probleempjes die zich stellen proberen ze zo goed mogelijk en kordaat aan te pakken.

In 2018 mochten we bijvoorbeeld genieten van een prachtige zomer met erg veel zon en heerlijk warme temperaturen. Te warm op sommige momenten en jammer genoeg bleek men in de vergaderzaal op de zolder vlotjes de 35°C te halen. Dat was iets te veel van het goede en daarom investeerden ze in airconditioning zodat ze de hitte in de toekomst beter het hoofd kunnen bieden en hiermee meteen ook het comfort van de zaal sterk verbeteren.

Bovendien werden de zalen op het gelijkvloers en de zolder nog voorzien van speciale discrete galm-onderdrukkende akoestische panelen zodat de zalen een stuk rustiger klinken.

Op maandag 7 mei 2018 werd ook een klimschouw aan sportcentrum Schotte onder grote belangstelling officieel geopend. De opening vormde meteen het startschot voor de volledige ontplooiing van het buitensportgedeelte op de site.
Naast de klimschouw volgden er nog een touwenparcours, ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers, en een multifunctionele klimconstructie met ontvangst- en bergruimtes.

Wat ooit een vervuilde fabriekssite was, werd zo volledig omgetoverd tot een prachtige, authentieke sportsite.

Schoorstenen zijn altijd al merktekens geweest in een stad of op het platteland. Het zijn symbolen van plekken waar mensen ooit werkten en de socio-economische ontwikkeling van een streek werd bepaald. Toch zijn schoorstenen ook merktekens van een stedelijke en zwaar vervuilende site.

Tegenwoordig zijn ze bijna volledig verdwenen, en – als we kijken naar het vervuilingsaspect - gelukkig maar. 
Ooit waren er duizenden terug te vinden in Europa, nu amper nog enkele. De schouwen die ooit symbool stondlen voor vervuiling zijn tegenwoordig symbolen van historiek geworden, en in het geval van Aalst zelfs een synoniem van erfgoed en sport.

Dankzij de dienst Erfgoed kon deze oude fabrieksschouw behouden en gerenoveerd worden.

Meer nog … Door een samenwerking tussen Aalst Sport en The Outsider, de buitensportpartner op de site, werd de schouw ook nog eens omgetoverd tot een ware klimschouw met klimroutes van bijna 16 meter hoog. Een uniek concept in Vlaanderen! Zeker wanneer je weet dat deze kliminstallatie ook toegankelijk is voor G-sporters, een doelgroep waar Aalst Sport verder blijft op inzetten.

G-sporters zijn sporters met een handicap die dagelijks vol overgave sporten en bewegen maar dit vaak dienen te doen met te weinig middelen. Ook ontbreekt vaak de aandacht voor deze sporters die, binnen hun limieten, vaak voor topprestaties zorgen.

Om af te sluiten een overzicht van de clubs die hun stekje hebben in de sporthal van Schotte. Door op de naam van de club te klikken, wordt je omgeleid naar de website, facebookpagina of mailadres van de desbetreffende club.

Sportzaal


ABC Aalsterse Badmintonclub  
Powerdansgroep De Smedt Lynn    
Floorballclub The Mighty Devils Aalst    
Omnisportvereniging Pit Stop Sport Academy vzw   
Volleybalploeg Orix       
Volleybalploeg Lindemans Aalst      
Voetbalclub SC Eendracht Aalst     
Zaalvoetbalvereniging AVZA      
Atletiekvereniging Atletiek Land van Aalst   
Korfbalclub Ago Korfbal   
Futsal team Aalst    
Minivoetbalclub Gezinsbond Meldert     

Danszaal


DanscompagnieFrancine De Veylder vzw   
SchermclubScherma Aalst    
Karateclub Shiro Kan Aalst   
Vlaams Wushu Instituut – Tai Chi Vzw Tayiquan Aalst   
SeniorengymclubBoone Annie     
FitclubSchotte    
SeniorengymFitmix 50-plus     
Seniorengym VtbKultuur     
YogaverenigingMini Yogi’s   
Gevechtsportclub—IaidoSasori Dojo Aalst      

Gevechtszaal


BoksclubBoxing club Aalst     
Zelfverdedigingclub Krav Maga Aalst    
Aikidoclub Tobu Chiku Aikikai      
Jiu Jitsuclub Behring Academy Aalst    
Mindfullnessbewegen— Marie Rondot    
TaiChi- club Reconnect     
WorstelverenigingIstapayev Djambulat        
JiuJitsuclub PhD BJJ    
YogaclubMarie Ranson      

Turnzaal :  


KoninklijkeTurnkring Aalst  
GymclubKlim-Op ( Erpe -Mere)  
IVDans Gym vzw ( Lochristi)  
TurnclubSt Paulus (Haaltert)  
TurnclubOlympia Merelbeke   
TurnclubOlympia Oosterzele  


Bronnen :

persregiodender.be
deportier.atletieklandvanaalst.be
kroffel.be
jvcschotte.be
bouwenaanvlaanderen.be
gsportvlaanderen.be
HLN 8/5/2018
goeiedag.be 23/6/2016
assets.aalst.be (lijst van de sportclubs)
silkevanvaerenbergh.be
delooyerij.be

donderdag 31 oktober 2019

Kasteel De Rozerie

Kasteel de Rozerie ligt in de onmiddellijke omgeving van Aalst, aan de Brusselsesteenweg 79.


In de dendervallei en het land van Aalst lagen vroeger veel grote en kleine kastelen. 
Spijtig genoeg hebben de meeste van deze pareltjes de tand des tijds niet doorstaan. 
Echter wel de Rozerie, dat nog steeds in prachtige staat terug te vinden is.

Wanneer we het domein betreden, komen we eerst langs de statige en uitnodigende toegangspoort. 


Als we de toegangslaan verder oprijden, verschijnt aan het einde van de bomendreef een netjes onderhouden en statig gebouw met daarnaast een kapel. 
Het Kasteel de Rozerie, in volle glorie.


Kasteel de Rozerie (vroeger Château les Roseraies) werd rond 1852 opgetrokken op de plaats van een oude hofstede. De hofstede behoorde toe aan het Kasteel van Overhamme, een van de belangrijkste kastelen in Aalst, dat omwald was en een ophaalbrug had. Dat grote kasteel werd echter afgebroken na de oorlog in 1948.


Het was Cornelis Eliaert (1801-1854), grootindustrieel en eigenaar van het Kasteel van Overhamme, die dit mooie gebouw dat later ‘de Rozerie’ gedoopt werd, liet optrekken.

In 1865 ontwierp de gekende architect Jean Bethune het plan van  'la chapelle de la Sainte-Croix, annexe du château’. Naar de wensen van de kasteelvrouw Joséphine Eliaert werd het gebouw opgetrokken in rode Boomse baksteen ‘parce que les autres bâtiments de la ferme sont en briques de cette couleur et qu’il ne serait pas convenable de faire la chapelle avec une qualité moindre… .’


Op de stichtingssteen, in de oostgevel van de kapel, prijken de namen van de eigenaars, hun kinderen en de ontwerper.
Naast enkele unieke beeldjes, bevindt zich in de kapel een fraai houten doksaaltje, uitgewerkt als een zwaluwnest, dat verbonden is met de bovenverdieping van het kasteel. Vanuit de Eliaertzaal boven kun je nog steeds in de kapel kijken.

In juni 1889 kwam het landgoed in handen van Felix Bethune (Aalst, 1857-1901). Felix was de zoon van baron Paul-Vaery Bethune (Kortrijk 1830 - Aalst 1901), stichter van de Aalsterse tak de Béthune. 

In datzelfde jaar werd de kapel voorzien van acht prachtig gekleurde glasramen, eveneens naar een tekening van Jean Bethune. Maar liefst veertien vakmensen werkten hieraan. op de meeste ramen zijn heiligen afgebeeld.

De kapel deed in de loop der jaren dienst voor gewone godsdienstbelevingen, mislezen, kerkelijke feestvieringen, maar ook voor doopsels en uitvaartplechtigheden van de familie, met bijhorende recepties en buffetten.


In 1917, tijdens de 1ste wereldoorlog, heeft Kasteel de Rozerie onderkomen geboden aan de (voor de Duitsers gevluchte) Zusters van Liefde van Wervik. De laatste zusters verlieten la Roseraie op 1 mei 1919.


Niet veel later werd in het kasteel een ‘pensionat de jeunes filles’ ondergebracht en werd er privaat onderwijs gegeven door het echtpaar M. Butaeye-Coussaert, Cutseau Marguerite en nog twee andere onderwijzeressen. 
Toen niet veel later meneer Butaeye stierf, verhuisde zijn weduwe echter naar Spa. Dat was in 1921.

Na de dood van zijn moeder in 1937 kwam Etienne de Bethune- de Potter d’indoye (Aalst, 1899- Brussel,1978), zoon van Felix, het kasteel bewonen.

Etienne de Bethune – de Potter kon zijn afstamming van Maximilien de Bethune bewijzen. Die was minister van Financiën geweest van de Franse koning Henri VI (1533-1610), en werd geadeld tot hertog van Sully. 
Zo kon Etienne zich in 1953 laten adopteren door een zekere Mademoiselle Gabriëlle de Sully, en verwierf hij de naam de Bethune-de Sully. Eén van de feestzalen draagt trouwens nog altijd zijn naam.

In tussentijd, we spreken over de periode 1/10/1940-27/2/1941 herbergde het kasteel tijdens Wereldoorlog II de Duitse Feldpost 34314. De Feldpost (ofte veldpost) was de postbedeling van de militairen die buiten de kazernes verbleven omdat ze waren ingezet voor oefening, mobilisatie of daadwerkelijke aanwezigheid op het slagveld. 

Andere bezettingsposten waren ingekwartierd op andere belangrijke plaatsen als het Kasteel van Overhamme, het Capucienenklooster …

Voor de geïnteresseerden : een volledige lijst van de Feldposten is HIER terug te vinden.

La Roseraie bleef tot in 1980 in bezit van de erfgenamen van Etienne de Bethune-de Sully. 

Daarna werd het landgoed verkocht aan de bvba Algeprom. De zaakvoerder, Yvo Lefèvre, zou er voor korte tijd zijn intrek nemen.

In 1984 werd het kasteel in het vredegerecht aan de Graanmarkt van Aalst openbaar verkocht. De nieuwe eigenaars, dokter Vanfleteren en zijn echtgenote, vormden er samen met hun zoon Bart het domein om naar feestzaal (annex restaurant), steeds  met het nodige respect voor de originele aard van het gebouw en de omgeving. 


Met dank aan de voortreffelijke kookkunsten van Bart, het vriendelijke onthaal en de betrokken service van gastvrouw Rebecca, werd de zaak al gauw een begrip in de wereld van feesten en seminaries.

De pittoreske kapel werd gebruikt door gasten die er hun trouwritueel in wensen te bezegelen of diende ook voor andere feestgelegenheden en het decor van de feestzaal in het kasteel was werkelijk adembenemend..



En hoe het nu eigenlijk zit met de rozen ? 

Wel, zevenendertig jaar nadat het kasteel gebouwd werd, kwam het in handen van Baron Felix Bethune-Maertens de Noorthout (Aalst 1857-1901), die een verwoed rozenkweker was. De naam “Château les Roseraies” zou door hem bedacht zijn. Veel rozen staan er tegenwoordig jammer genoeg niet meer op het domein.

Het kasteel diende dus de voorbije jaren als restaurant, maar ook in 1921 moest men natuurlijk eten. Hierbij een voorbeeld van een menukaart uit dat jaar :


Dat er gekookt werd op hoog niveau mag bewezen zijn door het feit dat chef Bart Vanfleteren zelfs tot viermaal toe voor de koning mocht koken. 

In augustus 2022 kwam echter heel jammer nieuws.  Donkere wolken kwamen over het kasteel drijven en “met veel pijn in het hart”, heeft de eigenaar beslist om er per 1 januari 2023 mee te stoppen. 


Na 38 jaar van succes en nadat men zowel de corona-epidemie en de stijgende energieprijzen een hand boven het hoofd kon houden, werd de genadeslag gegeven door ‘waanzinnige ventilatienormen’ en de torenhoge kosten daaraan verbonden.
De sluiting heeft dus niets te maken met een gebrek aan werk (de agenda voor 2023 zou al vol gestaan hebben), maar wel met de oneerlijke strijd tegen de administratie, waarbij de financiële reserves meer dan ooit in het oog moeten gehouden worden. 

De nieuwe ventilatienormen en de daaraan verbonden kosten zouden in de tienduizenden euro’s lopen. Een aangepaste installatie zou heel moeilijk te verwezenlijken zijn doordat het gebouw geklasseerd is als waardevol erfgoed en men er dus ook niet zomaar mag boren en kloppen waar en hoe men wil. 

De verwarmingskosten zouden in de winter wel eens kunnen oplopen tot 600 € … per dag (!), in de zomer zou men eenzelfde bedrag moeten neerleggen voor de werking van de airco. 
Zonnepanelen plaatsen mag ook al niet omwille van de eerder genoemde klassering van het gebouw.

Heel veel koppels hebben ongetwijfeld heel mooie herinneringen aan dit kasteel, en zullen ongetwijfeld met weemoed terugdenken aan die éne speciale avond in hun leven. 
Jammer genoeg is het dus 'schluss', en sluiten de deuren definitief bij aanvang van 2023.
 

Bronnen

kasteelderozerie.be/geschiedenis-2/
FaceBookpagina 'De Rozerie'
Foto's via 'De Rozerie' website en FaceBookpagina

zondag 2 juni 2019

De Borse van Amsterdam

In 1391 schonk het stadsbestuur een stuk grond, ten Westen van de Grote Markt, links van het schepenhuis, aan de Gilde van de Vrije Vleeshouwers om er een Vleeshuis op te richten.

In 1629 zagen de beenhouwers zich evenwel verplicht het pand te verlaten, omdat het gebouw (alsook enkele aanpalende woningen) werd gesloopt omdat het marktplein te klein was geworden. De beenhouwers zouden dan ook vanaf dit ogenblik met hun kraam op de Grote Markt staan.

Op de vrij gekomen plaats werd wel reeds in 1630 een nieuw, maar ondiep gebouw, opgetrokken met ondermeer afbraakstenen van de vroegere bouw.

1630 of 1633, het kan aanleiding geven tot discussie, maar feit is dat men beide jaartallen terugvond bij de restauratie van 1908.

Het werd een fraai Laat-Renaissance gebouw in bak- en zandsteen dat zou dienen als Politiewacht (Corps de Garde), Leenhof en Wezenkamer. Inderdaad, de Borse Van Amsterdam was ooit ook een weeshuis.


De gevel is voorzien van 11 vensters met kruismonelen en rust op een open galerij met 12 zuilen verbonden door rondbogen.  Boven elke zuil is een cartouche aangebracht met wapenschilden.  Uiterst links, hoek Nieuwstraat, vinden we het schild terug van burggraaf Vilain XIIII, burgemeester van Aalst, later schepen te Gent.  De derde cartouche vertoont het blazoen van Keizer Karel.  De middelste cartouche draagt het jaartal 1630, begin van de nieuwbouw.  De overige wapenschilden behoren toe aan baljuws en schepenen van de stad.

Boven het eerste verdiep werden later vier topgevels in barokstijl aangebracht, omringd door zware volutes.  In het midden staat een houten torentje met gotische peervorm

De eerste naam was het 'nieuwerck', de nieuwbouw van de stad Aalst dus, het nieuwe stedelijke administratieve centrum als het ware.

De hoofdwacht (politie) was er gevestigd, er en ook de wezenkamer zetelde er. Er werd ook recht gesproken en de vonnissen werden er uitgesproken door het leenhof.

In 1663 kocht de Rederijkerskamer van de Heilige Barbara (De Barbaristen) de zaal van de Wezenmeesters.  De toren kreeg toen de naam van Barbaratoren.

Ondertussen was het gebouw dringend aan herstelling toe.  In 1683 werd het torentje afgebroken.

In de loop der tijden werd het gebouw regelmatig bezet door voorbijtrekkende legers wat steeds noodlottig was : beschadiging, vernieling, brand (in 1743), het gebouw bleef niets bespaard,, totdat het uiteindelijk verwoest werd door Engelse soldaten die er gekazerneerd waren

De zolders van de toenmalige 'Barbarakamer'  werden tussen 1786 en 1792 gebruikt door Jean-Louis De Wolf voor de opslag van zijn hop- en moutvoorraad..... een beetje de voorloper dus van de latere mouterij De Wolf-Cosyns

In 1788 was het herberg 'De Vetzak' en pas in 1829 komen we de naam 'Borse van Amsterdam' tegen.
Judocus Van Vaerenbergh, die er reeds waard is, koopt het gebouw 'genaamd herberg De Borse van Amsterdam'. In een verkoopsovereenkomst heeft men het in 1863 over de 'afspanning' De Borse van Amsterdam, maar een echte afspanning, met paardenstallen voor de afgespannen dieren, was het natuurlijk niet.

Deze foto toont de eerste pagina van de akte : 
Transcriptie : 

Jaar duizend achthonderdnegenen twintig, den eenen
twintigsten Maart, ten zes uren namiddag.
In de herberg genaamd de borze van Amsterdam, bewoond
bij sieur Judocus Van Varenbergh, op de grote markt te Aalst, noordwijk.
Voor ons Cornelius Evit, koninklijken notaris ter verblijfplaats
van Aalst, noordwijk, derde arrondissement der provintie
oostvlaanderen en in de tegenwoordigheid der nagenoemde
getuigen is gekompareerd in persoon de heer Franciscus
Xaverius De Vilander, burgemeester der stad Aalst
en aldaar wonagtig , handelende in zijne gezegde hoeda-
nigheid van Burgemeester en als ten einde deze, zoo
hij verklaart, gedelegueerd van wegens den regeringsraad
dezer Stad Aalst.
Welke komparant heeft gezegd dat hij agtervolgende
de verworvene bemagting verleend bij zijn majesteits
besluit de dato vierentwingsten Juny achttienhonderd
achtentwintig over …….deze stad Aalst
begeert te verkoopen een huis, erve, en dependentien zoo
het zelve gestaan en gelegen is binnen de stad Aalst, op
de groote markt, breeder uitgedrukt in het kohier van
lasten hier na beroepen.
Gevolgelijk heeft de komparant ons ter hand ge-
steld, eerst kopij of afschrift eener maandelijksche
voordragt aan zijne Exciellentie den heer minister
van binnenlandsche zaken, ……verzoeken om
folio een

In de 19de eeuw omvatte de 'Borse van Amsterdam' slechts de rechterhelft van het gebouw. De linkerhelft was toen nog steeds stadseigendom en politiewachthuis. 
In 1855 was er reeds een hotel met 6 kamers.  
Omstreeks 1863 werd het gebouw dan gedeeltelijk aangekocht door een vereniging om er een “Cercle Catholique” op te richtenPas in 1898 kocht de 'Cercle' het volledige gebouw.

De naam ‘Borse Van Amsterdam’ verwijst naar de ligging van en de stopplaatsen van de postkoetsen op de handelsroute Rijsel-Amsterdam (Zoutstraat-Kattestraat)

Beide delen van de Borse zijn trouwens niet even groot: het stadsdeel is ongeveer 42% van de breedte, het rechterdeel, toen eigendom van J.B. Gheeraerdts, 58%.

Bovendien schiet dat perceel nog een behoorlijk stuk in de diepte, achter 4 huizen van de Kattestraat.


Raar dat de reclamekaart een kleiner stuk toont dan de werkelijkheid. Dit was waarschijnlijk omdat het mooier oogde met de twee geveltoppen in plaats van twee en een stukje van een derde.

De 12 wapenschilden boven de pilaren, tussen de bogen, werden in 1930 gerestaureerd. De schilden tonen de wapens van de leden van het magistraat. Uiterst links, vinden wij het wapen van burgemeester de Vilain (1630) vervolgens de schilden van zijn schepenen Piersonne, Croy, Le Boiteulx, Colins, Vaerewyck, De Wilde en De Smet. Ook het blazoen van de Spaanse koning Philips IV is aangebracht.

In 1908 werden de restauratiewerken uitgevoerd :  de Barbaratoren werd heropgebouwd volgens plannen van stadsarchitect Jules Goethals. De oorspronkelijke toren werd reeds eind 17de eeuw afgebroken. De huidige toren werd afgewerkt in 1909!


Op bovenstaande foto uit 1913 ziet men onder de gaanderij van de Katholieke Kring op de Grote Markt (Borse) een reclamebordje hangen van Kaiserquell Pilsner. 


Dergelijke blikken bordjes (51 X71 cm), met hun lichtblauwe achtergrond en gouden letters, zijn nu gegeerde verzamelobjecten. 
In datzelfde jaar 1913 maakte de uitbater van De Katholieke Kring in de krant eenmalig reclame voor deze pils. 


De Borse was een etablissement waar gegoede burgers (met name de conservatieve tegenstrevers van priester Daens) vergaderden.
Naast Pilsner uit Pilsen had men er ook trappist uit… Tilburg (nu La Trappe)! De kasboeken van dit behoudsgezinde bolwerk bleven bewaard. In juni 1910 duikt daarin voor ’t eerst Pilsner op: 195 flessen worden aangekocht (tegenover 166 flessen pale ale en 50 flessen stout).

De Ersten Pilsen Actien Brauerei in de stad Pilsen was er fier op niet Tsjechisch, maar Duits te zijn. Om in het nationalistische Duitsland haar bier te kunnen slijten - Dresden ligt niet zover van Pilsen – gaf de brouwerij in 1909 haar pils dan ook een oerduitse naam: Kaiserquell. 

Meteen een prik naar hun inspirator en concurrent Urquell, die zich als Tsjechisch profileerde in het toen tweetalige Pilsen, dat deel uitmaakte van het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk. Na de nederlaag van dit rijk en de val van zijn keizer Karel I in 1918, was de merknaam Kaiserquell niet meer zo cool (ook de Duitse Kaiser was toen uiteraard niet meer hip) en drong een herbronning zich op bij de Duitsgezinde brouwerij. 
Hun pils kreeg een nieuwe naam: Gambrinus, naar de oorspronkelijke benaming van de brouwerij, die sinds de oprichting in 1869 Urquell, de uitvinder van de Pilsner, bekampte. Maar Gambrinus fusionneerde met Urquell in 1932 en werd na WO II door het communistische Tsjecho-Slowakije genationaliseerd. De merknaam bestaat echter nog altijd. De Gambrinus van nu is een lichtamberkleurige, moutige en zacht bittere… Tsjechische pils.

De gegoede Aalstenaar verteerde er in die maand ook nog 8 tonnen (van ongeveer 160 liter) gewoon bier van de katholiek Rochus De Gheest (de latere brouwerij Safir) en 7 tonnen Leuvens. Maar de maand daarop, in juli 1910, werden er twee ‘fûts’ (van 51 liter) Pilsner aangekocht. Zo een presvat, dat vanbinnen gepekt was met een soort boomhars, hield het bier op druk, in tegenstelling tot de houten tonnen met het plaatselijk bier. Het heldere, parelende lage gistingsbier was een verfijnd importproduct!
In 1914 was het uiteraard gedaan met de Duitse invoer: exit Kaiserquell!

Er dook dan ook meteen een nieuw fenomeen op in De Borse Van Amsterdam: de flessen ‘special’ (genre Palm) deden er hun intrede. Het gewone bier moest gehaald worden waar er in deze schaarse tijden voorraad was: eens een ton bij Brouwerij Hermans (Appels), dan weer bij Torrekens (Aaigem), of Burny (Aalst), terwijl ook Brouwerij De Gheest er nog leverde.

Na ‘den Grooten Oorlog’ deden de ‘bockskens’ hun intrede. Later kwamen de – plaatselijke - pilsen terug met aan de vooravond van de tweede wereldoorlog Bergenbier, Safir en Golden Tiger als luxeproducten.

Na de tweede wereldoorlog, in 1949, werd het gebouw grondig gerestaureerd en vernieuwd.

De Borse van Amsterdam wordt sinds 1994 uitgebaat door Patrick en Annemie Cuvelier - Sallet 
Het restaurant mag zich sinds enkele jaren ook vermeld zien in de Michelin gids. 

Chef Patrick is heel tevreden. Het eten dat uit de keuken komt, mag nog zo lekker zijn, en mag er nog zo goed uitzien, als het niet geserveerd wordt naar behoren, zullen we ook geen punten krijgen. 

De Borse van Amsterdam heeft in de Michelingids een vermelding. De Bib Gourmand gaat over een menu met een prijs beneden de 35 €. Zij hebben een menu van 34 € waar je steeds kan kiezen uit drie voorgerechten en drie hoofdgerechten. De chef ziet er steeds op toe dat er altijd gevogelte, vis of vlees bijstaat, en de menu's worden afgewisseld met seizoensgebonden ingrediënten…

en … er is een gezellig terras met zicht op de markt en het belfort.


In 2023 waren er enkele hardnekkige geruchten te horen : 'De Borse stopt ermee' ... 

'Fake news' meldden de eigenaars heel snel, hoewel het nieuws geen volledige 'kwakkel' blijkt. 

De Borse van Amsterdam, gerund door Annemie Sallet en Patrick Cuvelier, zal open blijven tot zolang ze geen geschikte opvolger gevonden hebben.

Het koppel verklaart nog steeds met dezelfde passie voort te werken, maar ze willen stilletjesaan van het leven genieten en aan hun gezondheid denken. 

Hoewel Annemie oorspronkelijk dacht dat ze het maximaal tien jaar zouden volhouden, zijn ze nu bijna dertig jaar verder en geloven ze steevast dat ze geschikte opvolgers zullen vinden om deze prachtige zaak verder te runnen.


Bronnen

borsevanamsterdam.be
Het Nieuwsblad 6/11/2012
MadeinAalst
inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/60