Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

dinsdag 15 september 2020

Het Keyzerstraatje - Alfred Keldersstraat

De straat, het Keyzerstraatje, werd reeds vermeld in 1400 en werd vermoedelijk genoemd naar een hier gevestigde familie de Keyser.
Dat is echter maar een veronderstelling want de benaming zou ook kunnen komen van ‘de keizer van de schuttersgilde Sint Anthonius’, de gilde van de kolveniers, bosseniers of busschieters van Sint Anthonius, die hier in de buurt door Steven van Liedekerke werd gesticht.

Vandaar dat het straatje later ook wel "St. Antheunisstraetken" genoemd werd.
Ook het Sint Antoniushof (1714) dat in de Lange Ridderstraat lag, zou hier zijn oorsprong vinden.

Een kolvenier of klovenier was een man die met een clover (culverin) schoot, wat een vuurwapen was dat zijn oorsprong vond in de 15e eeuw.
Maar da’s dan iets voor een artikeltje over de (Lange) Ridderstraat of de schuttersverenigingen.

Het was een smal gekasseid straatje als verbinding van de Nieuwstraat en de (Lange) Ridderstraat.


Aan het eind van de 19e – begin 20ste eeuw vinden we in de kranten terug dat het allemaal werkmanshuisjes waren, woonhuisjes met een stukje grond eraan.
De grootte varieerde zowat van 60 centiare tot 1 are. In de huisjes vonden we een ‘voorplaats’, tweede plaats, koer, wc en bergplaats. Vaak ook een zolder.

Op de hoek met de Nieuwstraat 43 (waar zich nu Tiffany’s bevindt) vonden we een groter handelshuis met inrijpoort, magazijn en koer. Hier was plaats voor een ruime winkel, zitplaats, keuken, schotelhuis, magazijn met inrijpoort in De Keyzerstraat, koer en stal. Op de verdieping was plaats voor 5 slaapkamers. Verder waren er ook nog 2 zolders, een kolenkelder en een proviantkelder.

Later zou het contrast van de smalle en kleine huisjes in vergelijking met de grote gebouwen in de Nieuwstraat enorm groot zijn. Er bevonden zich een aantal verzorgde en fleurige panden naast eerder verwaarloosde ‘krotten’

Op het huisnummer 30 bevond zich een pakhuis van ‘Galerie De Keizer’ (Vlaanderenstraat 6) met een grote inrijpoort.


Verder in de straat bevonden zich de gekende ‘Patatbar’ en ‘de Cornichon’


Over de ‘historie’ van de cafés in deze buurt is HIER meer te lezen.

In de jaren ‘70 stond de groei van de stad, de infrastructuur van het stadscentrum en de ruimtelijke ordening in de Nieuwstraat en de Kattestraat op het politieke programma.
Ook enkele belangrijke projecten in de Ridderstraat en de Keyzerstraat kwamen op het programma en enkele eigendommen werden onteigend door de stad.

De Keyzerstraat 1 was het eerste huis dat door de stad werd aangekocht voor 504 000 frank.
Samen met ook de onteigening van huisnummers 10-12-14-18-24 en het gekende 22 (de ‘Patat bar’) in 1976 verdween ook in dit straatje een stukje geschiedenis.

Toen de raad besloot tot de aankoop van de bar in de Ridderstraat, werd door raadslid De Bruecker fijntjes opgemerkt dat deze eigendom wel gelegen was in de Keyzerstraat. Het was trouwens niet de eerste vergissing blijkbaar, ook bij vorige onteigeningen had deze naamsverwisseling al voor wat onduidelijkheid gezorgd.
Er kwam trouwens wel kritiek op deze onteigeningen, want reeds twintig jaar daarvoor was er al eens sprake geweest om één huizenrij in de Keyzerstraat af te breken.
Elk nieuw schepencollege kwam met andere initiatieven aandraven om deze historische woonbuurt volledig van de kaart te kunnen vegen.
Het zoveelste plan lag dus opnieuw te wachten op uitvoering.
Ondertussen stonden de oude huisjes te vervallen en wat nog in goede staat was, liet men verkrotten om ze ook definitief te kunnen klasseren als ‘krotwoningen’.

In 1978 werden de plannen bekend gemaakt voor de bouw van een C&A gebouw. De winkelketen wou in de Nieuwstraat een groot warenhuis met zoveel mogelijk verkoopsruimte, stapelplaats en parking.
Op de tekening hieronder de eigendom en de plannen van de vennootschap :


Wat zou verdwijnen :

- het huis Moyersoen met tuin en ingang langs het Ridderstraatje
- het huis nr 22 (Patatbar) in de Keyzerstraat dat de toekomstige nooduitgang zou worden
- de huizen 6 en 8 in de Keyzerstraat
- ook de groentenwinkel op de hoek Nieuwstraat-Keyzerstraat zou er moeten aan geloven;

Ook hier kwam natuurlijk kritiek op van de buurt.
Stel je voor dat ze je achterdeur en -venster dichtmetselen en je in een bunker moet wonen. Door de hoogbouw van de winkel zou er trouwens ook geen streepje zon meer kunnen doordringen tot in de tuintjes van de huizen.
Ook was het feit dat ook de andere huisjes, sommigen zelfs uit de 18e eeuw, niet opgekalefaterd zouden worden, maar zouden worden afgebroken voor nieuwbouw.

Het stadsbestuur, dat eerst een stokje wou steken voor de plannen van de C&A, moest toch toegevingen doen onder druk van ‘de commercie’.
Op 1 januari 1979 verscheen dan het bericht dat het hoekhuis Nieuwstraat-Keyzerstraat (groentenhandel De Croock) na lange onderhandelingen met de heer De Croock, ook verkocht werd aan de C&A.

In mei 1979 ging de Werkgroep Stadsherwaardering tegen de situatie in door het kraken van enkele huisjes in de Keyzerstraat, die ondertussen stadseigendom waren.
Met deze aktie wilde men de aandacht vestigen op de steeds maar verdergaande verkrotting in het stadscentrum.
Ook wouden ze de publieke opinie warm maken voor de doelstellingen van de werkgroep. Dit gebeurde op een geïmproviseerde persconferentie die werd gegeven door woordvoerder Jan Louies.

Om hun acties verder te ondersteunen werden een aantal huisjes opengesteld voor het publiek en werd – ook te midden van de straat – een kleine tentoonstelling georganiseerd.


In de Nieuwstraat werd een grote hoop zand neergelegd, die de aandacht vestigde op de ‘ingang’ van het Keyzerstraatje.
Op die manier zouden de stadsgenoten duidelijk kunnen zien dat écht niet alle huisjes krotten waren, maar dat er wel dringende acties nodig waren om het niet zover te laten komen.
Het werd wel duidelijk dat het hier eigenlijk over een kansarme buurt ging, over mensen die zich geen grote gebouwen konden permitteren en wiens toekomst dus lag in deze kleine arbeidershuisjes.

De plannen gingen echter onverminderd verder en in 1980 was er een ongekende stadswijziging in Aalst.
Zo voorzag men onder andere het verkeersvrij maken van de Zoutstraten en de Nieuwstraat, er werd gewerkt aan het Krooncenter in de Korte Zoutstraat, men brak wees-en oudevrouwenhuis in de Kattestraat af, en het Huis Moyersoen verdween ook al onder de sloophamer.

De plannen waren zeker niet om over naar huis te schrijven.
De Keyzerstraat zou immers gekenmerkt worden door een enorme blinde muur (ideaal om tegen te plassen) en een laad- en losplaats van de halve breedte van de straat.

De tuin van het oud-huis Moyersoen (Nieuwstraat) die ook een ingang had aan de Ridderstraat, zou wel ingericht worden als openbaar park, dat zowel via de Ridderstraat als de Keyzerstraat zou kunnen bereikt worden.
Rondom dit park zouden dan nieuwe woningen gebouwd worden, terend op het idee van de vroegere begijnhoven. Gemotoriseerd verkeer zou volledig geweerd worden.
Dit ‘park’ (evenwel zonder veel groen) zou men in augustus 1989 de naam ‘Oudstrijdersplein’ geven.
Niemand schijnt echter te weten wat de reden hiervoor was … Er lijkt immers geen enkele band te bestaan tussen de oud-strijders en deze plek.

De plannen gingen allemaal door. De huizen werden gesloopt en maakten plaats voor winkels en appartementen.

Eind september 1981 ging de C&A open voor het publiek.

Een hele volkse straat werd zo veranderd in nieuwbouw, niets aan te doen.

In tussentijd verenigden de Ridderstraat en de Keyzerstraat zich in een Dekenij die het volkse leven weer wat wou stimuleren.
Zo werkte men bijvoorbeeld mee aan verschillende buurtfeesten, braderieën en andere initiatieven zoals de Topdag.
Ze waren het immers beu om als de ‘achterdeur’ (of zelfs ‘de vuilbak’) van de gerenommeerde winkelstraten aanschouwd te worden want ze waren immers blijkbaar enkel maar goed voor parkinginritten.

In 2004 kreeg de straat de naam van Alfred Kelders.

Alfred (1874 – 1956) was onder andere medestichter van de kring ‘Caritas’, een culturele organisatie die tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de noodlijdende bevolking revues, toneelvertoningen, concerten en omhalingen organiseerde.
Misschien kan men daardoor de naam ‘Oudstrijdersplein’ ergens iet of wat toch proberen rechtvaardigen?

Alfred was ook medeorganisator van de Beiaardfeesten van Aalst. Zijn grootste verdienste is echter ongetwijfeld de reorganisatie van de zomercavalcade in 1923.
Onder zijn impuls trok toen immers de eerste Aalsterse carnavalstoet van de twintigste eeuw door de straten.
Kelders werd feestdirecteur van het Feestcomité en in die functie werd hij ook verantwoordelijk voor de organisatie van carnaval. Zo zorgde hij voor het ontstaan van de traditie die tot op heden nog steeds dé publiekstrekker nummer één is in Aalst.

Bijna 30 jaar later na het verdwijnen van de huisjes, we schrijven 2018, bleek de buurt nog steeds niet echt gekalmeerd te zijn.

Ondanks de inspanningen om het allemaal wat ‘opener’ te maken, blijft het straatje natuurlijk ‘maar’ een verbindingsstraatje, toch iets donkerder dan de omringende, grotere winkelstraten en daardoor ook wat aantrekkelijker voor wat niet mag.

De witgekalkte muren blijven vaak niet lang wit, en hier en daar liggen ook wel blikjes, flesjes en andere dingen die er niet thuishoren.
Ook was er al eens een drugsdealer aan het werk in één van de appartementen. Het was daar dus een komen en gaan van heel ongure types, en de buren kregen angst om nog buiten te komen als het donker werd.

Ik ga hier nu niet overdrijven, want het ligt er natuurlijk niet altijd vuil bij …
Bewijs deze foto van 11 september 2020 waar de muren wel degelijk wit zijn, en er niet veel rommel te zien was.
Het 'sjarmante' van de oude gebouwtjes is natuurlijk effectief verdwenen ... 

   


Bronnen :

Voor Allen 14/1/1967 - 28/1/1967 – 6/2/1976
De Denderbode 30/3/1873 – 23/6/1898
De Gazet van Aalst 13/11/1955
HLN 24/10/2018
De Volksstem 9/1/1941
Het Nieuwsblad 22/11/2011
De Voorpost 6/2/1976 – 11/5/1979
Vies Oilsjt 1/6/1977 – 1/11/1977 – 1/11/1978
Ons Zondagsblad 30/3/1969
Gazet van Aalst 30/3/1968
bloggen.be/renebekaert
renebekaert.be
vlaamseschuttersgilden.be
inventaris.onroerenderfgoed Pakhuis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten