Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

donderdag 26 maart 2020

Eir peirt ... Ons peerd ... Beiaard en Balatum ... strijd der giganten ...

De Ros Beiaardommegang van Dendermonde (of zoals wij het in Aalst beter kennen : ‘den eizelstocht van derp d’.) vindt zijn oorsprong in de religieuze processies die in de Middeleeuwen door de straten van de stad trokken. Sinds de 15e eeuw werden aan deze processies steeds meer wereldse elementen toegevoegd, waaronder enkele reuzenfiguren.

Dankzij de verspreiding van een populaire sage vonden ook het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen hun weg naar Dendermonde.
Het heldhaftige Ros groeide sindsdien uit tot de hoofdrolspeler van zijn eigen ommegang en is sinds 2005 door Unesco erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid.

Hun ‘Peirt’ zou in 2020 na 10 jaar opsluiting eindelijk nog eens van stal komen en daar keek zowat iedere échte Dendermondenaar halsreikend naar uit.  Omwille van de Coronacrisis werd op 26 maart 2020 de beslissing genomen om dit event een jaartje uit te stellen. Op 30/11/2020 werden het meteen zelfs twee jaar. Heel erg natuurlijk, maar het zal de Aalstenaars natuurlijk niet weerhouden om toch grapjes blijven te maken.

De Dendermondenaren voelen zich daar vaak onbegrepen omdat andere stedelingen dat niet zo goed verstaan, en veel nieuwsgierigen maar niet kunnen begrijpen waarom zij een traantje moeten wegpinken op ‘le moment suprême’.

Daarom vind je hier een korte en bondige samenvatting van deze geliefde legende. Makkelijk om uit te leggen … maar het ‘janken en bleiten’ blijft voor heel veel buitenstaanders (lees : Groot Aalst en ruime omgeving) natuurlijk onbegrijpelijk.


De sage van het Ros Beiaard en de vier heemskinderen past in de traditie van Karelromans, een populaire literatuursoort uit de middeleeuwen waar de figuur van Karel de Grote (748-814) een belangrijke rol krijgt toebedeeld. Deze verhalen werden veelal verteld door minestrelen, dichters-zangers die rondtrokken van dorp tot dorp.
Spanning en sensatie waren daarbij veel belangrijker dan de historische correctheid of samenhang en alles moet dus met een korreltje zout worden genomen.

Oorspronkelijk ontstond de sage als een Oudfrans heldendicht, met ‘Renaud de Montauban’ als hoofdpersonage. Dit verhaal verspreidde zich al snel over heel Europa, eigenlijk nóg sneller dan het corona-virus van tegenwoordig. 
Er zijn versies bekend in het Duits, Italiaans, Engels en uiteraard ook in het Nederlands.
Hoewel de verhalen onderling lichtjes verschillen, komen vele elementen toch steeds terug.

Zo bijvoorbeeld de strijd tussen Aymon en Karel, het optreden van een mysterieuze tovenaar Malegys, en uiteraard het wonderpaard, genaamd Beiaard, dat trouw aan de zijde staat van de vier Aymonszonen.

Al deze ingrediënten, doorheen de eeuwen vermengd met enkele lokale verwijzingen, zorgen ervoor dat het verhaal over Beiaard en de Heemskinderen ook vandaag nog tot de verbeelding blijft spreken van talloze mensen, niet alleen in Dendermonde trouwens …
In het oorspronkelijke verhaal wordt het paard, Cheval Bayard, verdronken in de Maas. Zijn Vlaamse evenbeeld vindt de dood in de Schelde.

Heel lang geleden … Aymon, de heer van Dendermonde, leefde al jaren in strijd met Karel De Grote. Gelukkig was daar Adelheid (Aya), een schone deerne en de nicht van Karel De Grote, met wie Aymon trouwde en zo voor een verzoening zorgde!

Het koppel kreeg … vier zonen : Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reynout ... Aymon's kinderen dat later zou veranderd worden naar 'heemskinderen'.
Je kan dus zo al zien dat dat laatste feit nogal speciaal zou worden voor de geschiedenisboeken  ...

De vier broers groeiden snel op tot vier kloeke jongemannen, klaar om de wereld te veroveren.
Hun vader sloeg hen tot ridder en gaf ieder van hen traditiegetrouw een paard.
Zoon Reynout bleek helaas iets té kloek te zijn voor zijn gekregen paard. Het arme beest overleefde de zware druk niet en ook een tweede paard kon de stevige jongeman niet dragen.
‘Geen ridder zonder paard’, dacht Aymon en dus nam hij zijn jongste zoon mee naar de burcht waar het door iedereen gevreesde, immense Ros Beiaard opgesloten zat.
 Volgende beschrijving staat te lezen in ‘De Historie van de vier Vrome Ridders genaemd de vier Hems Kinderen’.

En reusachtig, gansch van aard om indruk te verwekken, was het legendarisch monsterpaard : wanneer het passeerde, voelde elk een ijskoude rilling door 't lijf".

“Beyaert had de kracht van tien rossen en het stond in eenen sterken tooren en daer dierf niemand bij komen, om zijne kwaedheyd. 
Het peerd was van eenen Dromedaris gekomen, en was zoo snel in 't loopen alwaert 't dat eenen sperwer die eerst uyt zyn muyte kwam, en zoo neder vloge, dat den geenen die op Beyaert zat, hem raeken mogt, hij hadde den sperwer zijne vleugelen konnen korten al vliegende".

"Het was vreesselyk, ten liet hem door niemand aenraeken, en 't had een sterk gebyt, want het beet steenen gelyk andere rossen hoy; in den krijg beet het ook veel menschen dood. Het ros was groot, fel en sterk, grof en snel en droeg Reynout (wanneer hij er lang tegen gevochten had en het beest eindelijk bedwongen) door twee wyde grachten met eenen sprong, en elke gracht was veertig voeten breed ; waer het zijne sprongen nam, vlugtte elk die vlugten konde...." 

"Het was pek zwart al dat' er aen was en van vooren was het wyd en zeer breed. De aerde beefde en het vuer sprong uyt de steenen daer Beyaert over liep, het beste ros dat in de wereld was.”

Er volgde een heroïsch gevecht tussen de ridder en het paard en, een sprookje moet natuurlijjk positief eindigen, uiteindelijk wist Reynout het Ros voor zich te winnen.
Maar voorwaar, net zoals in de betere crimiseries gebeurde het hier ook : een schermutseling kwam de lieve vrede verstoren!

Tussen neef Lodewijk, de zoon van Karel De Grote, en de vier heemskinderen boterde het niet.
Hij daagde Adelaert uit tot een schaakspel met het hoofd van de verliezer als inzet.
Lodewijk, … wel, die verloor er het letterlijk het hoofd bij na één slag van het zwaard van Reynout en de vier broers konden natuurlijk niet anders dan op de vlucht slaan voor hun op wraak beluste oom Karel. 

Via Spanje kwamen ze terecht in Frankrijk en ze zochten daar hun toevlucht in een versterkte burcht, het slot Montauban.
Daar konden ze lang stand houden tegen het leger van Karel De Grote, maar toen de druk te hoog werd, vluchtten ze samen met de tovenaar Malegijs en de burgers uit Montauban naar Dinant.
Daar sprong het Ros Beiaard met de Vier Heemskinderen op de rug over de Maas, naar een rots aan de overkant.
Door de kracht van de sprong scheurde een stuk rots af en bleef loodrecht in de Maas staan: de bekende ‘Le Rocher Bayard’ waar tegenwoordig een baan doormidden loopt, was geboren.


De ridders zagen op dat ogenblik echter de ongelijke strijd in, waarop het Ros Beiaard de broers terug naar het ouderlijk verblijf in Dendermonde bracht, alwaar ze hun rouwende moeder aantroffen.


Heer Aymon was in Karels macht en Aya besefte dat haar zonen hetzelfde lot zou te wachten staan. Aya onderwierp zich aan haar neef en smeekte hem om vrede.
Heer Aymon werd vrijgelaten maar Karel deed een voorstel ... een hartverscheurend voorstel : vrede in ruil voor het Ros Beiaard.
Bekommerd om het lot van zijn familie en na smeekbeden van zijn moeder willigde Reynout de eis van Karel de Grote in. Het Ros werd daarop naar de Dendermonding gebracht. Enkele zware molenstenen werden om de nek van het paard gehangen en het Ros Beiaard werd in het water gestort.

Het is op het moment dat dit feit verteld wordt, dat de doorsnee Dendermondenaar de traantjes al voelt opwellen ... 

Tot tweemaal toe verbrijzelt het Ros de stenen en zwemt naar de oever, waar zijn meester staat..
Dit feit krijgt trouwens ook een vermelding het het Suske en Wiske album 'het Ros Bazhaar'


Met gebroken hart en lede ogen moet Reynout echter toezien hoe zijn paard tevergeefs vecht tegen de dood en stilletjes aan zijn krachten aan het verliezen is.


Ondanks de steeds maar zwaarder doorwegende molenstenen, komt het Ros voor een derde keer weer boven. Het drama wordt Reynout echter te machtig en wanneer het het hoofd afwendt, denkt het paard dat zijn baas niet meer van hem wil weten. Het wil dan ook niet langer meer leven en stopt met vechten.

Ros Beiaard verdrinkt …

De sage van het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen kende een enorme verspreiding over grote delen van West-Europa. Naargelang stad of streek ontstonden varianten op het oorspronkelijke verhaal. Zo wordt Reynout van de Vier Heemskinderen in Keulen en Dortmund zelfs als een heilige vereerd.

Ook worden een aantal kastelen toegeschreven aan heer Aymon en zijn zonen: Montauban in Frankrijk, Neufchâteau-sur-Amblève, Comblain-au-Pont, Reinhardstein te Robertville, Poilvache in Yvoir en Etalle in België.
Een aantal steden, met nog enige verwijzing naar het Ros Beiaard in hun folkloristische traditie, zijn gelegen langsheen de Maas in de Ardennen. Bogny-sur-Meuse in de Franse Ardennen kent de ‘Rocher des 4 Fils Aymon’ en een standbeeld van de Vier Heemskinderen met hun Ros Beiaard.
In Château-Regnault vinden we een Place Bayart, In Luik vertelt de legende dat daar het Ros Beiaard in de Maas gegooid werd en nu nog rondloopt in de Ardeense wouden.
De alom gekende ‘Rocher Bayard’ is tevens getuige van het voortbestaan van de legende in Dinant.

Een Ros Beiaardbeeld vinden we eveneens terug in Namen aan de oever van de Maas.
De plaatsen in de Ardennen waar zich een zogeheten Pas-de Bayard bevindt zijn talrijk : Couillet, Stoumont, Huy, Sprimont, Sougne-Remouchamps, Wéris. Ook in de toponymie vinden we verwijzingen naar de Ros Beiaardsage.
In Amsterdam is er een Montalbaanstoren, in Spanje ligt de stad Montalban, in Frankrijk vinden we Montauban.
Bertem in de provincie Vlaams-Brabant verklaart men als ‘peerdheim’, woonplaats van het paard. Een plaatselijke legende vertelt dat daar de wieg van het Ros Beiaard stond en dat er nog afdrukken van zijn hoeven te bemerken zijn.
In vele steden vindt men straatnamen zoals ‘De Vier Heemskinderenstraat’ (Brugge en Brussel), ‘Reynoutstraat’ en ‘Ros Beiaardstraat’ (Dendermonde).
In Geldrop (Nederland) werd eveneens een straat naar de Vier Heemskinderen genoemd. In New York heeft men een Bayardstreet.


Maar ook in Aalst kende men een ros Beiaard

Terwijl het berucht paard reeds ten jare 1464 in de processies van Dendermonde en Mechelen werd opgemerkt zien wij het enkele jaren later ook in Aalst verschijnen.

T personnaige van t Ros Beyaert behoorde toe aan de nering der Winkeliers, die Sint Niklaas als patroonheilige hadden. Tijdens de proceesies van 1519, 1520 en 1521 werd het paard dan ook gedragen door de gezellen der Kattestraat.

Het paard werd na de ommegang overgebracht naar de Zoutstraatpoort om daar bewaard te worden in ‘den blauwen toren’.

Nadien werd het Ros bewaard in het “Engienhuuse” op de Veemarkt, naast het “pilloryn ofte scandpael”, en nog later, in de XVIIe eeuw, verhuisde het naar ‘eene schuur van het Karmelietenklooster’.
De stadsrekeningen van 1661 van 't Broederschap van Sint Niklaas vermelden ”eene betaling, gedaan aan Jozef Maes over t ros Beyaert ghedraegen thebbene uyt den blauwen torren tot int clooster vande Carmclieten deser stede.

De Winkeliers hadden tijdens dat jaar de schrijnwerkers Gaspar van Raffelghem en Peeter Smedt en schilder Robrecht Mattelet met een kranige herstelling van hun paard gelast.
De herstelling in 1661 laat toe om aan te nemen dat het paard nog veel jaren dienst kon doen, hoewel er nog maar weinig over terug gevonden wordt.

Petrus van Nuffel schreef over het Ros Beiaard in Aalst het volgende :

Weinige Aalstenaars weten dat wij eens een Ros Bejaard hadden, en dat het reuzenpaard gedurende ten minste 164 jaren in hunne stad "de ronde maakte", of den ommegang der processie, zooals hij tot op onze dagen onveranderd bleef.

En wij doen opmerken, dat in de middeleeuwen, wanneer geen alignement voorgeschreven werd, de hedendaagsche straten bijlange zoo breed niet waren, en dat de wijk der Kat, tot voor eenige, jaren nog, ongeschonden-primitief was gebleven


De geschiedenis van 'ons' ros stopt hier niet ... maar het vervolg van zijn levensverhaal wordt gekenmerkt door enkele 'incidenten' met Dendermonde.



Dendermonde versus Aalst

In Dendermonde gingen in tussentijd reeds vele ommegangen door maar het is de editie van juni 1952 die in de geschiedenis een belangrijke stempel heeft nagelaten omtrent de aloude vete met de ‘buren’ uit Aalst.
In onze stad werden toen immers snode plannen gesmeed om het Dendermonse 'Peird' te roven...

Het was allemaal heel goed voorbereid … Enkele Aalstenaars (Piet Moereels, Pol De Paepe en Herman De Geest) hadden zich uitgegeven als journalisten en raakten met een smoes binnen in de stelplaats van het Ros. Zij gaven hun ogen en oren de kost, maten alles netjes op en namen ook enkele foto’s waardoor ze de roof naturlijk beter konden voorbereiden.

Tijdens deze verkenningstocht ontdekten ze dat de kop van het bewuste paart uit een balatumachtig zeildoek bestond, en dus niet uit hout zoals men altijd al had gedacht ...
Al heel blij met deze vondst keken ze natuurlijk heel enthousiast uit naar de eigenlijke roof.

Tijdens de nacht van 26 april, kort voor ‘de Ommegang' dus, zouden zij hun slag dan slaan en overgaan tot de ‘ontvoering’.
Wat zij echter niet wisten was het feit dat hun plannen intussen waren uitgelekt, en toen zij op de bewuste nacht verschenen in Dendermonde werden zij er onthaald door enkele stoere binken die hen op de vlucht joegen... De paardenroof mislukte!

Een Dendermonds rijmelaar maakte – heel fier - over dit feit volgend gedicht dat gedeponeerd werd in alle Dendermondse brievenbussen:

“Zo dachten nu de Aalstenaars, 
met hunne lege kop.
Want denken is voor hen iets raars, 
dat rijmt uit gans dees mop...
Welnu, O 'Aalsterse vrienden', 
dan is 't niet al wat hier is.
Het eeuwenoude Ros, gewis, 
is meer dan Aalst kan!
Maar weet u, dat onze Ommegang, 
urenlang folklore,
vermaard is buiten Aalst, heel ver. 
Ja, dorpen steden landen door?
En hier kan zeker Aalst niet aan, 
maar ook dat wist u niet.
Dat wij ver aan de kop wel staan, 
van wat g'in België ziet.
Onze Ommegang heeft derde plaats van Cavalcade of stoet.
Na Brussel en het 'Heilig Bloed'.
Dat Aalst eens beter doet”.

Fier dat men was, omdat het plannetje van de Aalstenaars niet was doorgegaan …

Maar … Hoewel de ontvoeringspoging mislukte, hadden de Aalstenaars hadden natuurlijk wel een grote troef in handen gekregen : de ontdekking dat het ros grotendeels vervaardigd was uit balatum.

Deze vondst werd dan ook heel graag gedeeld met de Dendermondse bevolking. Dat gebeurde in een strooibriefje van 17 mei 1952, dat naar voorbeeld van het rijmpje ook in alle Dendermondse bussen gedeponeerd werd.

“Wie heeft nog nooit van 't Ros gehoord, 
het Dendermondse Paard,
de roem van der grote Denderstad, 
en wijd en zijd vermaard?
Op zeven honderd kilogram 
wordt zijn gewicht geschat.
Wel zes en dertig stoere lui 
vervoeren 't door de stad.
Van dertig andere paarden 
werd zijn staart gefabrikeerd,
en hoger dan de daken 
de top van 't reuzenpeerd.
De eeuwenoud vereerde kop, 
van d'houtsnijkunst de kroon,
voltooit dit ware meesterwerk.
Legenden...zijn zo schoon.

Tot drie man kwam uit 't boze Aalst, 
vermomd als journalist.
De zuiv're waarheid zochten zij, 
en niemand die het wist.
De romp, och arm, was leeg en vuil, 
de staart als van een kalf,
de rug drie meter hoogte slechts, 
de kop geen vier en half.
Die kop is louter Paffer's bluf, 
al werd hij schoon gevormd,
maar Lieven Van de Velde's stuk 
is lang reeds uitgewormd.
Aaneengeflanst, gelapt en hol, 
wat plakwerk maximum;
voorwaar, voorwaar, 't Ros Beiaard 
is een paard van balatum.
Waarom dan dweept gans Dendermond' 
met waardeloze waar?
Wel doodeenvoudigweg om wat volgt: 
't is al wat z'hebben daar”.


Het mag dus duidelijk zijn : de naam 'Ros Balatum'  werd toen gebruikt als spotnaam voor het Dendermondse Ros Beiaard, ‘ons’ Aalsters paard zou ‘de moeder van Ros Balatum’ genoemd worden.

Echter, … iets later, en het was eigenlijk niet de bedoeling, is men het Aalsterse paard 'Ros Balatum' gaan noemen.

Het was de groep "de lustige pompiers" van de Genstraatpoort die in 1953 iets speciaals wilden doen voor hun 25 jaar ‘jubelee in de stoet’.

Ze lieten zich inspireren door de mislukte ontvoering en ze besloten om zelf ook een ros te maken. Ze werkten in alle stilte en in het grootste geheim aan ‘de moeder van het ros Balatum’, en er werd aan fotograaf Herman Louies (vader van Jan Louies) gevraagd om het geheel op voorhand vast te leggen op de gevoelige plaat, zodat men al vóór de stoet persberichten met foto’s kon uitsturen.
Gezien de locatie geheim was diende dit geblinddoekt te gebeuren, en zo geschiedde dan ook.

De foto’s verschenen in de media en in de etalage van de winkel en waren meteen ‘the talk of the city’.
Maar … de pers had het allemaal een beetje verkeerd begrepen en berichtte over het Ros Balatum (in plaats van over ‘de moeder van …’).
Er werd nog een rechtzetting gepubliceerd in De Gazette vn Aalst en er werden foldertjes uitgedeeld met een lied over ‘de moeder van …’


… maar het mocht echter allemaal niet baten.


Vanaf toen zou ‘ons’ paard het ‘ros Balatum’ zijn.
Eigenlijk wel een beetje jammer, want daardoor ging de originele bedoeling natuurlijk helemaal verloren.
Een jaar later, in 1954 veranderde men de naam ‘de lustige pompiers’ officieel naar ‘’t Ros Balatum’.

In 1954-55 wou men een nieuwe kop laten maken, gezien men ontdekt had dat deze eigenlijk te klein was in vergelijking met het lijf. 


Er werden broches verkocht ten voordele van een nieuw paard, en het merkwaardige eraan is dat men daar wel nog steeds spreekt over ‘Ros Beiaard’ Aalst.


Het kleinood werd vervaardigd door Marc De Bruyn, die ook voor het maken van de nieuwe kop zou instaan.

Het nieuwe paard werd een prachtstuk, 6.50 meter hoog, 7 meter lang en 3 meter breed. Het geheel was natuurlijk gemaakt uit … balatum ... wat anders?
De kop werd een geheel van jute, papier, ijzer en lijm en woog niet minder dan 250 kilogram.

Het paard was heel flexibel, een echte uitdaging voor de techniekers want het kon achteruit kijken, het kon het hoofd buigen, het beschikte over bewegende lange wimpers en open en dicht gaande ogen.
Via een blaaspijp in de muil van het paard werd er ook confetti gespoten.
Het paard bewoog zich voort door een ingekapselde Opel Kadett.

Het ‘nieuwe’ paard werd ingehuldigd tijdens een cabaretavond en mocht in 1955 zijn opwachting maken in de stoet.

De Aalstenaars hadden al eens getracht het paard van Dendermonde te kidnappen,  … dus was het nu de beurt aan de inwoners van ‘derp d’ voor een tegenzet … of niet?

Het was in de nacht van 15-16 februari 1958, de dag voor carnaval, dat er ingebroken werd in de stadsmagazijnen en het paard werd meegenomen. Het paard werd teruggevonden op de grens met Herdersem.
Niet geheel krasvrij (het ros had een kapotte motor en beschadigde oren) sleepte de politie het Ros terug naar Aalst. Maar ook dat gebeurde niet zonder slag of stoot. Aan de konker aan de Dendermondse Steenweg vergaten ze om het hoofd te doen buigen, … Lichte aanvaring met de brug dus, en de kop geraakte hierdoor nog erger beschadigd.


Gelukkig zijn er in Aalst veel goede techniekers (carnaval bewijst dit elk jaar opnieuw) en kreeg men het diertje toch terug aan de praat om mee te gaan in de stoet.

Het droeg tijdens de stoet een plakkaat met daarop vermeld ‘Weliswaar gehavend in de strijd, maar d’Ajoinen zijn me nog niet kwijt’.

Het was bijna vanzelfsprekend dat er meteen met de vinger gewezen werd naar ‘derp d’, maar een week later bleek dat het eigenlijk de Aalsterse ‘Sloebers’ waren die achter deze roof / vernieling zaten. Na een ruzie met één van de makers van het ros kwamen zij immers op het ‘lumineuze’ idee om het ros naar Dendermonde te brengen.

Zij zouden hun discussie winnen en de Dendermondenaars zouden het moeten verduren.

Natuurlijk zorgde dit voor heel wat ongenoegen en men bracht de daders zelfs voor de rechtbank … tja … in Dendermonde … 
Een gevangenisstraf van 8 dagen was het resultaat, maar na bemiddeling van Marcel De Bisschop en minister Moyerssoen werd het voorval toch maar geklasseerd en met de mantel der liefde bedekt.

Het was nu aan de Dendermondenaren om een plakkaat te maken.
Aan ons stadhuis stond dus te lezen :

‘'t Ros Balatum werd snood geroofd, 
geen ruiter die uw klacht gelooft.
Geen eerlijk man uit Dendermonde 
heeft ooit het roverswaard gevonden.
Liept gij niet zelf ermede heen 
en braakt het beestje kop en been?
Laat nu uw scharminkel rustig los: 
wij hebben 't echte Beiaard-ros.
Straks doet het weer in Dendermonde 
in pracht en praal zijn ereronde.
Weent dan van nijd bij 't schaamle puin 
van Balatum. En vreet ajuin!"

Aan de voet van Dirk Martens werd een tweede plakkaat geplaatst:

 "Zijn er wel mensen half zo dom 
als die van het Ros Balatum,
die - tot verheuging van zo velen - 
hun fameus paardje lieten stelen?
Wij zijn van vroeger reeds geleerd, 
hoe zorg te dragen voor ons peerd!
Dat z'er maar een hand aan steken, 
ze zullen wel hun nekke breken!
Want Dendermondse politiek 
gebruikt de wondren der techniek,
die onomstootbaar zal bewijzen, 
wie zotten zijn en wie...de wijzen!”

Er volgden twee jaren zonder paard omwille van ruzie binnen de groep ‘’t Ros Balatum’. De groep splitste en doordat er geen akkoord werd gevonden over co-ouderschap bleef het beestje op stal in 1959 en 1960.
Het feestcomité besliste om het paard aan te kopen en terug te laten zien in de stoet van 1961.
Op onderstaande foto het ros in 1964


Enkele jaren later, we schrijven 1965, bleek het dier wat last te hebben van slijtage. Tja, als je jaarlijks buitenkomt kan dat gebeuren natuurlijk.
Er werd opdracht gegeven om het op te kalefateren voor de stoet van het jaar daarop.

Enkele herstellingen volgden, met als ‘kers op de taart’ (of eigenlijk ‘kop op het paard’) een nieuw werk van Marc De Bruyn. 
Deze nieuwe kop werd vervaardigd uit een houten frame met betonijzer, kiekendraad en jute. Later werd het geheel afgewerkt met gips (plaaster). De manier eigenlijk waarop in die tijd de karnavalskoppen werden gemaakt.

Bij het buitenrijden voor de stoet van 1970 was het leed nog niet geleden en mistrapte het beestje zich schromelijk. Het knalde bij het verlaten van de stadsmagazijnen recht tegen de tegenoverliggende muur en de kop werd over deze muur gekatapulteerd.

Resultaat, de kop was niet meer te gebruiken … Toch reed het Ros dat jaar mee in de stoet, weliswaar ‘koploos’ … 


Natuurlijk waren ook dan de geruchten te horen als zouden ‘die van eiremonne’ achter de vernieling hebben gezeten. Men was te fier (eigenlijk 'te beschaamd') om te zeggen dat het om een ongeval ging, en dus startte men een hele complottheorie over 'die van eiremonne' die de kop zouden hebben gestolen ...
Niets was minder waar uiteraard … 

De kop bleek onherstelbaar te zijn en het ros werd voor herstelling naar het atelier van Marc De Bruyn gereden. 
Deze maakte een nieuwe kop in polyester, maar er werd hierdoor natuurlijk opnieuw een jaar ‘verloren’. 
Liever dan nog eens zonder kop de stoet in te gaan, het was echt geen zicht, besloot men in 1971 dus wijselijk om opnieuw een jaartje over te slaan.

Hier een foto van het ros in 1974.


Dat het ros niet altijd een aandachtig verkeersgebruiker was, mag verder ook blijken uit een lichte aanrijding met een auto. Dit gebeurde in 1978 en had als gevolg dat het ros het jaar daarop niet meer verzekerd kon worden omdat het niet over een nummerplaat en boorddocumenten beschikte.

Er werd toen beslist om het te laten voorttrekken door een tractor.
.. een tractor met de melding ‘verboden achter de maaier te lopen, doodsgevaar’ en daarachter op amper een meter afstand … het paard ...  ‘allien in Oilsjt’ …

In 1991 werd ons ros dan opnieuw bijna slachtoffer van een … ‘horsenapping’.

Een delegatie van de Dendermondse prinsencaemere wou het ros komen stelen, maar had geen rekening gehouden met het enorme gewicht. Ze kregen er geen millimeter beweging in, en er werd dan maar besloten om enkele atrributen te stelen.
Deze werden pas teruggegeven na een tegenprestatie. De Draeckenieren, vergezeld door Gracienne Van Nieuwenborgh moesten in Dendermonde het Ros Beiaardlied gaan zingen, en na afloop zouden ze netjes de schilden en vlaggen terugkrijgen. Zo gezegd zo gedaan ...  

1999 Werd dan het jaar van de ‘hulp aan derdewereldgebied’. 
De dragers van het Dendermondse paard hadden nog niet kunnen oefenen voor de ommegang, en uit protest kwamen ze dan maar naar Aalst waar ze, volledig gesteund door De Draeckenieren’ konden oefenen met een houten speelgoedpaardje.
Het was nogal een zicht, ... die ‘beren van pijnders’ op hun klein ‘pereken’ 😊

De Draeckenieren houden zich trouwens bezig met de 'officiële communicaties' aangaande het paard. Zij houden ons op de hoogte van het reilen en zeilen van onze buren, en af en toe steken ze er ook eens de draak mee ... steeds op een ludieke manier natuurlijk ... We blijven immers buren.

In 2005 werd werk gemaakt van een grondige restauratie van het paard. Het werd helemaal ontmanteld en de houten onderdelen werden volledig opnieuw met kippengaas beslagen. De kop en de rug bleven in originele staat maar kregen wel een nieuw laagje verf.

Het geheel werd afgewerkt door een nieuw gewaad in de stadskleuren en met stadsschild vooraan.

Vanaf dat jaar zou het ros ook opnieuw ajuinen kunnen laten vallen en kon er ook water gespoten worden uit de neusgaten.

In 2010 volgde wat paniek over de Mexicaanse griep die de wereld teisterde. Het paard zou dit jaar nog eens buiten mogen maar zou het dit virus wel kunnen overleven?
Volgende – oprecht gemeende – tekenen van medelijden werden geuit door de Aalsterse carnavalisten.


Van 1975 tot 2012 was het Peter Merckx die vaste chauffeur was van het paard. Toen hij echter op pensioen ging werd de opvolging verzekerd door Guy Walgraef (Guyken 'ding dong' van in d'hallen).

In dat jaar reden ze nog even samen zodat Peter 'de kneepjes van het vak' kon overbrengen aan Guy.  Het rijden met het paard vergt immers toch enkele kennis. 
Het gaat om een oude motor (dd 1955) en er zitten 4 kinderen bovenop. Bruusk remmen is dus 'not done'. Daarenboven is het zicht ook heel beperkt. 
De truuk om in het midden te blijven is eigenlijk de doorlopende witte lijn in het midden van de straat volgen, en wanneer deze er niet is : focussen op de trekhaak van de voorrijdende tractor.
En dan moet er nog gelet worden op enkele plaatsen waar de kop naar beneden moet wegens 'te laag'.
… en zo kwam het dat het paard dat jaar met een 'L' doorheen de stoet reed.

Ondertussen heeft het paard al verschillende chauffeurs gehad. 

Minachting over ons aangedreven paard komt natuurlijk van de kant van Dendermonde, van waar anders ... 
Zo lezen we bijvoorbeeld : 

'vanbinnen lijkt het op een soort bus met motor, stuur en zitplaats voor een chauffeur. Het doet denken aan die oude puffende autobussen uit de verfilmingen van Agatha Christies detectiveromans, ook al een verhaal vol stokoude tot op de draad versleten roddeltantes ... Als het een slak voorbijsteekt is het omdat de slak wat ziekjes is ...'
'Wat men van het Ros Beiaard niet kan zeggen. Daar zorgen sterke mannen voor paardenkracht, dat stinkt niet en is puur bio, zuivere natuurkracht' ...'

Soit, we zullen maar niet beginnen over de 'basketsloefkes' van 'hùn' paard natuurlijk ... of over het feit dat die 'puur bio, zuivere natuurkracht' ook wel zijn geurtjes heeft ...
Anders zijn ze 'ginderachter'  hoogstwaarschijnlijk weer op hun tenen getrapt ...


In november 2019 was er dan wel even écht paniek in Dendermonde, want het Aalsters paard was gespot in Herdersem, waarschijnlijk om de één of andere frats te komen uithalen naar aanleiding van de voorziene ommegang in 2020.
Het paard hield echter halt in Wieze, waar het een optreden kwam verzorgen in het Oilsjters Zangpalois van de Aalsterse Prinsencaemere.

De burgemeester had hiervoor toestemming gegeven en men kreeg hulp van de Lodderoeigen om alles te doen slagen. Men mocht immers geen motor aanzetten in een volle zaal omwille van veiligheidsmaatregelen, dus werden de techniekers van deze groep aangesproken om te depanneren.

Het idee alleen al dat ons Ros naar Dendermonde zou trekken om hen te treiteren ... We zouden niet durven :-) 

Geheel volgens de sage nemen bij elke ommegang vier jeugdige broers uit Dendermonde, de Vier Heemskinderen, op het paard plaats. Zij zijn getooid in volledige ridderuitrusting. 
Hun fysieke prestatie is al even bewonderenswaardig als die van de Pijnders (dragers), gezien hun positie op de brede rug van het paard en de duurtijd van de ommegang. 
Zij worden dan ook maanden op voorhand voorbereid door een kinesist.

Bij de tienjaarlijkse ommegang heeft de keuze van de Vier Heemskinderen (Aymons kinderen) heel wat voeten in de aarde want de selectiecriteria zijn niet min: 

·         Het moeten vier opeenvolgende broers zijn, zonder meisje ertussen.
·         Ze moeten in Dendermonde geboren zijn.
·         De ouders en de grootouders moeten in Dendermonde geboren zijn.
·         Ze moeten tussen de 7 en 21 jaar zijn op de dag van de ommegang.
·         Ze moeten woonachtig zijn in Dendermonde of een deelgemeente.

In Aalst steekt het allemaal zo nauw niet natuurlijk. Gewoon ... 4 kinderen en 'klaar' ...

Vroeger was de aanstelling van de vier in Aalst een politiek gegeven (volgens het 'wie kent wie' principe) maar de laatste jaren gebeurt dit via een kwis of spel. 
Zo moesten de kandidaten al een maquette maken van een carnavalswagen, vragen beantwoorden, een affiche maken, om ter rapst op een schommelpaardje gaan zitten (locatie werd bekend gemaakt via Facebook – vergelijk het concept wat met ‘de stoel’ op VRT), ... Zelfs een loting tussen de kandidaten is al eens criterium geweest om het paard te mogen bestijgen.

Carnaval 2020 werd voor de 4 Aalsterse heemskinderen een beetje een domper. Omwille van de aangekondigde storm en de hoge windsnelheden mochten zij het ros niet bestijgen.
In plaats daarvan moesten zij te voet het hele traject afleggen ... een niet voorziene hindernis, maar wel heel nodig voor de veiligheid. Tijdens de maandagstoet mochten ze dan wel meerijden.

Het Dendermondse paard is, zoals ondertussen reeds duidelijk geworden is, een doorn in het oog voor de Aalstenaars die het een nogal ‘overdreven’ en ‘pathetisch’ schouwspel vinden … 
Zoveel ophef maken over een paard dat één keer om de zoveel tijd "rondjes" maakt en daarbij heel wat volk tot tranen toe beweegt … belachelijk eigenlijk … of moeten we compassie hebben met onze 'buren'?

Het is dan ook een sport geworden om - vooral voor en tijdens de carnavalsperiode én naar aanleiding van hun ommegang - de spot te drijven met dat paard, en dit tot grote verontwaardiging van de Dendermondenaars. 


Terug naar Dendermonde

Op  29 mei 2022 was het zover. Deze nieuwe datum werd gekozen nadat de originele (24 mei 2020 én een alternatief op 30 mei 2021) écht niet kon wegens de corona-crisis in België en de rest van de wereld. 
Het zou onverantwoord zijn om een massabijeenkomst te organiseren, met verschillende binnen- en buitenlandse bezoekers. Het is een lang wikken en wegen geweest, maar de gezondheid van de mensen primeert toch op het economische.

Het Ros Beiaard, de drie gildereuzen en het folkloristisch patrimonium vinden hun oorsprong in de religieuze processies die in de Middeleeuwen door de straten van Dendermonde trokken. 
Sinds de 15e eeuw werden aan deze processies steeds meer wereldse elementen toegevoegd, waaronder bijvoorbeeld reuzenfiguren. Doorheen de tijd groeide het Ros Beiaard uit tot de hoofdrolspeler van zijn eigen ommegang. 

Elke 10 jaar wordt het Ros Beiaard uit Dendermonde onder massale belangstelling door de stad gedragen. Het Ros Beiaard wordt voorafgegaan door een middeleeuwse ommegang met honderden figuranten, acrobaten en wagens waarin ook de sage van Ros Beiaard verteld wordt.

De spanning en nervositeit stegen en in 'het derp' leefde elke inwoner in extase naar de ommegang van het Ros Beiaard toe. Met vele nevenactiviteiten wordt er dan ook maandenlang uitgekeken naar de dag van de ommegang.

Experts zijn het er over eens dat de kop tamelijk oud moet zijn. 
En wie 'kop' zegt, zegt ook Aalst ... Jaja, ook daar hebben we iets over te zeggen.

Volgens sommigen werd hij gebeeldhouwd in 1754. 
Andere bronnen verklaren dat hij omstreeks 1600 werd vervaardigd.

De Dendermondse traditie houdt het er echter op dat het nog steeds dezelfde, originele, kop is die ooit werd gebeiteld door Lieven Van de Velde.
Die kunstenaar bracht veel van zijn tijd door in herbergen. Hij was verslaafd aan alcohol, verwaarloosde zijn gezin en toen zijn geld opraakte, smeedde hij plannen om een jonge man te overvallen en zijn geld te roven. 
Helaas bleek hij het verkeerde slachtoffer te hebben uitgekozen en werd hij opgesloten. 
De rechters veroordeelden hem tot de strop.

Ondertussen werd het nieuws bekendgemaakt dat het Ros Beiaard opnieuw zijn ronde zou maken in de stad van Dendermonde, maar er was een probleem. De kop van het beroemde Ros Beiaard was door houtwormen namelijk herleid tot brandhout en dat kon dus absoluut niet.

Er bleek echter maar één kunstenaar in de stad te zijn die op een korte tijd een nieuwe kop kon beitelen, met name Van de Velde. 
In ruil voor zijn vrijlating zou hij een nieuwe kop beitelen. 
De nieuwe kop werd gemaakt en daarna leefde Van de Velde, nog steeds volgens de overlevering, nog een voorbeeldig leven in vrijheid. 
Volgens sommige versies van het verhaal heeft men echter de ogen van de kunstenaar uitgestoken om te vermijden dat hij nog een tweede dergelijk kunstwerk zou maken …

En als het op ‘eer’ aankomt staat Aalst natuurlijk voorop om te melden dat Van De Velde eigenlijk geen Dendermondenaar was, maar wel een Aalstenaar die daar gevangen zat …

Wie herinnert zich niet de gezongen wederzijdse rivaliteit tussen Dendermonde en Aalst? 

"'t Ros Beiaard doet zijn ronde, 
in de stad van Dendermonde. 
Die van Aalst die zijn zo kwaad, 
omdat hier 't Ros Beiaard gaat...", 

waarop de Aalstenaars natuurlijk ook een eigen versie hebben ...


De rivaliteit tussen beide plaatsen zit er diep ingebakken en is eeuwenoud!
Velen denken echter dat deze vete het bezit van het alomgekende Ros Beiaard als oorzaak heeft.
Niets is echter minder waar beste mensen! Deze vete dateert reeds van véél vroeger.
Maar daarover gaat het IN DIT ARTIKEL.

Iedere Dendermondenaar mag vanaf deze editie gratis de Ros Beiaardommegang gaan bekijken, de staanplaatsen rond de Grote Markt zijn nu ook gratis, alleen de tribuneplaatsen op de markt zijn betalend. 
De staanplaatsen langs het parcours op de voetpaden zijn altijd al gratis geweest, maar de stad vreest nu dat inwoners die langs het parcours wonen, zullen proberen om stoelen te verhuren op het voetpad voor hun woning.

Burgemeester Piet Buyse is duidelijk: "Op het hele parcours kunnen wij niet toelaten dat er hindernissen zullen geplaatst worden. Dus geen eetstandjes, geen andere zaken die in de weg zullen staan en dus ook geen stoelen op een trottoir." 
Er werden 100.000 toeschouwers verwacht en stoelen langs het parcours zouden onveilige toestanden veroorzaken. Het politiereglement bevestigt dit.

Zelfs in ernstige zaken zoals een politiereglement voor de Ros Beiaardommegang, blijft de folkloristische vete tussen Dendermonde en Aalst verder leven. Het document, goedgekeurd door de Dendermondse gemeenteraad, bevat een wel heel bijzondere regel: ajuinen niet toegelaten! Aalstenaars zijn dus maar beter voorzichtig als ze het toch over hun hart zouden krijgen om het Ros Beiaard op 24 mei te gaan bewonderen.

Tijdens de Ros Beiaardommegang worden ajuinen enkel toegelaten in uiterst verdunde vorm of als afgeleid product. Het bezit, de verkoop en het gebruik van rauwe ajuinen zijn niet toegelaten binnen een straal van 100 meter rond de Hollandse Kazerne”, klinkt het.

Of deze regel opzettelijk bedoeld is om Aalstenaars te weren van de Ros Beiaardommegang, daar sprak de Dendermondse gemeenteraad zich niet over uit. 
Velen in Dendermonde menen immers dat de Aalstenaars beter wel een kijkje komen nemen: “Ze kunnen nog iets leren van onze echte folklore, zonder discussie Unesco Werelderfgoed”. 

Eén ding staat echter vast: Eer Peerd mag gien ajoinen!

Enkele ogenblikken na het verschijnen van dit reglement werd een Facebookpagina aangemaakt, ‘ajuinverkoop op 101 meter van de kazerne, met ondertussen een 500-tal geïnteresseerden.

En tijdens een nachtelijke patrouille stootte de Dendermondse politie ook al op een stel carnavalisten die ajuin aan het planten waren …

De daders konden niet gevat worden, maar al snel eiste ‘AKV Bedesterd’ deze aktie op. 
We verdedigen ons zonder wapens, maar wel met spot en lach’ was hun niet mis te verstane statement.

De politie van hun kant verklaarde ‘Om 02u48 roken enkele dappere Dendermondenaren onraad en maakten ze onze stad opnieuw proper en geurvrij. Dankzij deze twee onbekende helden moest de lokale politie de ontjuiningsdienst niet oproepen’. 

Ook geeft de politie tips om de handen opnieuw proper te krijgen. ‘Uiengeur verdwijnt als je je handen inwrijft met zout of tandpasta. Daarna spoel je je handen af’.

Dat het niet de laatste frats zal zijn in verband met het paard staat vast.
Het is eens aan Dendermonde, en het is eens aan Aalst … en dat is iets wat niet mag verdwijnen ...

De fijne spot die dit steeds teweeg brengt doet steeds een lach verschijnen, maar één ding is zeker :  op die bewuste dag... “gojje ni moete zjiëvere of diskettéire, want ons Peirt is vanachter zu schuën as vavéire!” (zo zeggen ze het in eiremonne …)

en wij – Oilsjteneers – zeggen : eir peerd!


De ommegang is eigenlijk om de 10 jaar voorzien, maar 'eiremonne' en 'tellen' is nooit een sterke combinatie geweest, en dus wordt de volgende editie reeds in 2030 verwacht (alle gekheid op een stokje, da's natuurlijk omdat men de vorige keer 12 jaar heeft moeten wachten, en men alles terug 'juist' op de kalender wil krijgen). 


Bronnen :

HLN regio Dendermonde 12/02/2020
HLN 16/2/2012
De gazet van Aalst 15/1/1956 – 20/2/1958 – 9/3/1958 - 15/6/1958 - 19/6/1958
De gazet van Aalst  4/3/1965 – 6/3/1965
De Voorpost 2/3/1979
Het Nieuwsblad 16/2/2012
Gazet van antwerpen 31/5/1999
FaceBookpagina ‘Aalsterse reuzen’
Wikipedia
Leca.be
De Omgang met het Allerheiligste te Aalst – 1922 – Petrus Van Nuffel
De Historie van de vier Vrome Ridders genaemd de vier Hems Kinderen – 1619 - Jozef Thys
Kroniek over een Aalsterse carnavalgroep – De Sloebers (Buys R)
rosbeiaard.be – historiek
willyvandamme.wordpress
rosbeiaard.be – ‘ons ros voor dummies’ - Nelle Sarens
suskeenwiske.ophetwww.net/albums/4kl/151.php
foto koploos paard – Jempi – seniorenblog Dendermonde
clipke ’t peerd van deiremonne – Johnny en de prinsjencaemere – via YouTube (Montooken
clipke eir peerd – De Fleksies – via YouTube(Montooken) 
clipke Deiremonne in paniek (Mexicaanse griep)ç – AKV Tisj – via YouTube (Montooken
vrt.be 2/12/2019
TV Oost 26/03/2020, persconferentie burgemeester Buysse

dinsdag 10 maart 2020

Du Parc

In DIT artikel had ik het al over de hele geschiedenis van 'Du Parc' (eigenlijk 'Bosteels-De Smeth'),
een bedrijf met een heel lange geschiedenis in Aalst … tot op het moment dat het verkeerd ging, het bedrijf verdween en de gebouwen stonden te verkrotten.

De oude Du Parc-site werd menigmaal opgeschrikt door brand en vooral het oude directeursgebouw aan de overkant van sporthal ‘Schotte’ moest er na de renovatie van deze laatste dus verschillende keren aan geloven. Op den duur was het niet verantwoord meer … Muren stonden op instorten, alle stabiliteit was verloren en het pand werd onveilig gemaakt door junkies, spelende kinderen enz.

Bij één van de laatste branden in het oude directeursgebouw (we spreken over 2015) werd trouwens beslist om het gebouw gecontroleerd te laten uitbranden. Enkel de muren bleven dus nog staan.

In de andere gebouwen was het alsof men alles ineens heeft moeten bij mekaar rapen en halsoverkop is vertrokken. Persoonlijke spullen van arbeiders, computers, machines, bobijnen, … het lag er nog allemaal zoals op de laatste werkdag.




Er werd een archeologisch vooronderzoek gedaan om na te gaan of er waardevolle archeologische resten waren op de site. Ook werden er gegevens verzameld over de geografische en landschappelijke structuur van het gebied.
Du Parc was dus verlaten sinds 2001, maar tegen het eindejaar van 2019 kwam daar, na lang getouwtrek met de curatoren en de stad, toch verandering in.
Investeerder Hans De Neef leek eerst geen sloopvergunning te krijgen voor het leegstaande fabriekspand omdat er geen ecologische brug voorzien was in zijn plannen, maar toen men na wat vertraging toch inzag dat het beter was om het project te laten doorgaan, is het snel gegaan.

Er werd maar liefst 7 miljoen euro geïnvesteerd in de herontwikkeling van de vroegere kousenfabriek en in de gerenoveerde gebouwen kwamen er een klim- en bolderzaal, een zaal voor socio culturele events, een zaal voor crossfit, een trampolinepark, een binnenspeeltuin, een judozaal, een multifunctionele sportzaal en een restaurant.

Begin 2020 is men alles nog aan het afwerken en optimaliseren, maar het belooft zeker een prachtstukje renovatie te worden, met oog op het verleden.
De historische site van Du Parc wordt na deze fikse opknapbeurt verhuurd aan bedrijven en verenigingen die op zoek zijn naar 'iets speciaals' … een inspirerende werkomgeving, een aangename plaats om te sporten, … Het kan er allemaal.
De gebouwen werden volledig gerenoveerd met respect en aandacht voor de uitstraling van het historische. De statige gevels bleven behouden en de binnenkant kreeg een grondige opknapbeurt.

De oude fabriekswanden (5000 m2) werden gestraald en de staalstructuur werd brandwerend gemaakt. Eind december 2019 werd nog eventjes een exploitatieverbod ingesteld voor alle activiteiten omdat de stedenbouwkundige vergunningen nog niet volledig in orde waren en de verzekering ontbrak.

Alles kwam echter in orde, en de projecten konden starten ...

Volgende projecten vonden er hun onderkomen :

National Culinary team :  zij kunnen er trainen met een keukenbox om deel te nemen aan nationale en internationale wedstrijden, en ze geven er ook workshops.

SuperShe. : een centrum specifiek voor vrouwen waar richtlijnen worden gegeven omtrent gezondheid en sport. Ook fitness en workshops.

De Speelerij : onder het motto : 'je stopt niet met spelen omdat je oud wordt, maar je wordt oud omdat je stopt met spelen' is er ook een vernieuwende binnenspeeltuin aanwezig. Er is een polyvalente zaal die te huur is voor familiefeesten, communiefeesten, babyborrels en nog van dat leuks. Kleur en vrolijkheid doen het grijze industriële verleden dat zich tot nog niet zo lang geleden op deze plaats bevond.


Het Leerstadion : educatieve sportkampen tijdens de vakantie waaronder lesssen, individuele begeleiding of in groep, voorbereiden examens, vakspecifieke begeleiding

Les Créateurs du Parc : is een polyvalente ruimte van 1400m2 waar creatief experiment, innovatieve ambities, artistieke mensen en creatief (startende) ondernemerschap samensmelten. Een plek waar mensen dingen bedenken, maken en gepassioneerd zijn in hun metier! Een interessante dynamiek tussen industrieel erfgoed in combinatie met creatieve bedrijvigheid. Les Créateurs du Parc biedt atelierruimtes aan voor zowel kunstenaars als creatieve ondernemers en bezit eveneens een galerijruimte van +/- 112m2 voor zowel individuele tentoonstellingen als groepstentoonstellingen.
In de workshopruimte van +/- 95m2 kunnen kunstenaars en creatieve ondernemers workshops of lezingen geven voor creatieve mensen met een bijzonder initiatief.

De Bonnetterie : het evenementenbureau ‘A Point Events’ laat in samenwerking met ‘Ecco La Luna’ op deze nieuwe locatie teambuildings voor bedrijven of andere groepen toe in een polyvalente zaal. De zaal kan ook voor andere, recreatieve doeleinden gebruikt worden. Hierbij kan ook drank en eten voorzien worden. Er is meer dan 500 m2 aan evenementenruimte voorzien, wat dus heel wat mogelijkheden creëert..

Fit Center Du Parc : organiseert naast sportlessen gaande van Fitclub tot Bootcamp, van Strong by Zumba tot Nia Dance, van Hatha Yoga tot Boxing, van Wandelen tot Run2GetFit, ook Voedingsbegeleiding, Beautyworkshops en Kookworkshops. 16 zelfstandige sport- en voedingscoaches slaan de handen in elkaar voor het aanbieden van de lessen en workshops waar zonder abonnement kan voor ingeschreven worden. Ervaringsdeskundigen helpen je om fitter te worden. Bootcamps en conditie- en krachttrainingen gaan bij goed weer door in het park. Het groen dat de site omringt wordt dus ten volle benut. Ook de lessen 'nordic walking' vinden hun plaatssje in het prachtige stadspark.

De 'bouwpolitie' heeft de werken in september 2019 eventjess gedeeltelijk laten stilleggen. Er was immers geen geldige vergunning voor één van de projecten die er zich zou vestigen. De projectontwikkelaar had 200 vierkante meter voorzien voor een lingeriewinkel, met daarbij ook ruimte voor verwijzingen naar het verleden van de textielsite.  Een textielmuseum dus,  maar gebonden aan een winkel. Vermits de site staat ingekleurd als zone voor dag- en natuurrecreatie … mag er geen handel gedreven worden op de site. Een nieuwe plek voor de winkel (Fidouica) werd gevonden op het Vredeplein.

Nadat de historische gebouwen een nieuwe thuishaven werden voor de jeugd, dienden ook de krakers van de oude directeurswoning een nieuw onderkomen gaan zoeken.

Pascal Van Geert en zijn zus Jasmine openden op 7/3/2020 een 'unieke foodbeleving aan het stadspark in Aalst'. 
Table du Parc’ werd een nieuw ontbijt-, lunch- en brunchrestaurant waar de gasten verwend worden met herkenbare gerechten van gezonde, biologische en lokale ingrediënten.

Mindfoodness en onthaasten staan hier op de eerste plaats - naast heerlijk eten natuurlijk! 

Broer en zus Van Geert zetten niet zomaar lekkere gerechten op de menukaart. Ze leggen de focus op gezonde voeding, met biologische en lokale ingrediënten. Zo willen ze hun klanten bewijzen dat gezond eten geen beperking, maar een meerwaarde is.
De gezonde menukaart wordt trouwens onderbouwd met hun specifieke kennis en ervaring rond voeding’.

Zo zal Pascal Van Geert de keuken leiden. Hij is een hobbykok met een uit de hand gelopen passie voor culinaire verwennerijen en enkele theoretische opleidingen achter de kiezen. Jasmine is dankzij haar job als orthomoleculair voedings- en levensstijltherapeute de perfecte vrouw om de perfecte menukaart op te stellen. Zij gaat namelijk op zoek naar het juiste voedingspatroon om je lichaam optimaal te laten functioneren en je energieniveau op te krikken.

De ligging van de site is alvast ideaal om de drukte eventjes te ontlopen ... aan de rand van het stadspark van Aalst,  ... en de hongerige sporters vinden snel genoeg een smakelijke en gezonde maaltijd.

De transformatie van de site is indrukwekkend. 
Toen ik vroeger ging wandelen in het park viel de enorm slechte staat van de gebouwen onmiddellijk op ... kapotte ramen, platgewaaide omheiningen, vervallen tot en met ...


Tegenwoordig is het er totaal anders.
De huizen aan de straatkant werden afgebroken, enkel het directeursgebouw werd behouden, opgekalefaterd en opengesteld als restaurant.
De fabrieksgebouwen bleven staan, werden grondig aangepakt en staan momenteel 'te blinken' alsof er nooit iets gebeurd is.

Na Schotte werd dit dus een tweede enorme verandering in de buurt van de Kapellekensbaan.
Louis Paul Boon zou het allemaal niet goed meer herkennen … Ondinneke evenmin. 


Bronnen

seniorennet.be ‘mindfoodness’
duparc.be
foto’s FaceBook
tvoost.be 5/9/2019
feestzaalaalst.be
openvld.be
despeelerij.be
raap belgie - rapport 059 site Du Parc 2017
De Standaard 21/12/2019
HLN 3/10/2018 - 22/5/2019
rei-projects.be