Een korenmeter was in
vroeger tijden een door het stadsbestuur aangestelde ambtenaar die erop toezag
dat de handel in graan op een eerlijke manier verliep.
De korenmeters waren beëdigd met het afmeten van partijen graan volgens de standaardmaten. Ze controleerden of de maat juist was, en er werd ook gemeten hoeveel het nettogewicht per hectoliter bedroeg.
Tevens hielden zij toezicht op de graanleveringen.
Ze bepaalden en noteerden de aangevoerde
hoeveelheden en de te betalen accijns (invoerrechten).
Ook vervulden ze heel
andere taken, zoals "het oppakken van deugnieten" en het bestrijden
van branden.
De korenmeter gebruikte een schepel (ne scheipel) (een houten schop om graan te scheppen), een strekel (ne streikel) (een stok om een met graan gevulde ton af te strijken) en een wan (een wanne)(een schaalvormige mand om het kaf van het koren te zuiveren). De wan had waarschijnlijk de inhoud van een schepel (25 liter).
Hierbij een afbeelding van een korenmeter
op een 18e-eeuwse gevelsteen aan Brouwersgracht 163 in Amsterdam.
De korenmeter
gebruikt zijn strekel (strijkstok) om de wan (ton) af te strijken
De uitdrukking "aan de strijkstok blijven hangen" stamt af van het afstrijken van een standaardmaat met een strekel (strijkstok) bij de verkoop van graan.
Een aantal steden in de Lage Landen stelden dergelijke korenmeters aan.
In Gent en Aalst bijvoorbeeld waren de korenmeters al in de Middeleeuwen van enorm groot belang, omdat de steden destijds een stapelrecht op graan had. In Nederland waren de korenmeters vooral in de Gouden Eeuw van groot belang, toen de graanhandel een zeer vooraanstaande rol in de economie speelde.
Korenmeters hadden hun eigen gilde. Deze werd soms samengevoegd met gilden van verwante beroepen zoals korenzetters en korendragers. Die kregen dan ook een gezamenlijk gildehuis.
Bronnen :
MNW
(Middelnederlandsch Woordenboek)
encyclo.nl
wikipedia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten