Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

donderdag 24 maart 2022

Nominettes - Linjekes

Linjekes verzaumelen’ … Het is reeds sedert 1954  een heuse traditie in het Aalsterse. 
Sinds dat jaar bracht bijna elke Aalsterse Prins een eigen lintje, beter gekend als 'Nominetje' uit, om te kunnen uitdelen aan het publiek tijdens de carnavalsdagen.

Tegenwoordig zijn er zelfs heuse ruilbeurzen waar de gegeerde kleinoden verhandeld worden en een nieuwe eigenaar vinden, vaak tegen heel wat centjes of ander ruilmateriaal. 


Hoe het allemaal zo ver is kunnen komen? 

Wel, het was na de Eerste Wereldoorlog dat ene zekere Albert Butaye, een Ieperling, naar Aalst kwam. 
Albert was op 28 maart 1891 geboren in Ieper en had heel wat weefervaring opgedaan tijdens zijn verblijf in Engeland tijdens de oorlog. 

Vanaf 1915 werkte hij bij 'Factory F.L. Edmunds', maar het was steeds zijn droom geweest om zelf een weverij op te richten. 
Dat deed hij dan ook vrij snel. 

Hij verhuisde naar onze stad en hij huurde twee ateliers in de Nijverheidsstraat (de huidige dr. André Sierensstraat) … Het begin van zijn droom.

Hij kocht weefgetouwen in Frankrijk, startte in oktober 1919 en op 14 april 1920 werd het bedrijf ingeschreven in de handelsregisters van Aalst.  
Het textielbedrijf werd opgestart onder twee namen : ‘A. Butaye Tissagiers ‘ en ‘La Nominette’ en specialiseerde zich in het maken van naametiketten. 


Van waar de naam ‘Nominette’ ?
Wel, het was de Franse naam ‘Mominette’, een klein glaasje sterke alcohol (bijvoorbeeld Absinthe, Pastis of Ricard), die hiervoor zorgde. 


Albert zou zich immers specialiseren in de kleine witte naamlintjes met rode letters, die de meesten onder ons nog wel kennen. En van ‘klein’ naar dit mooie Franse woordje was dan  maar een kleine stap. 
Ook een klein of jong meisje werd trouwens ‘Mominette’ genoemd (een beetje zoals onze ‘bakvis’), en ook een klein flesje droge, witte wijn kreeg deze benaming wel eens.
De witte etiketjes met de rode letters werden het handelskenmerk van Albert en gezien ‘La Nominette’ de enige weverij in België was die dergelijke etiketten maakte, en de scholen en internaten heel wat heil zagen in het gebruik ervan (‘die gastjes zouden anders toch alles waar hun naam niet instond, verliezen') werd het een overdonderend succes.

‘La Nominette’ moest al snel uitbreiden en tussen 1930 en 1940 ging men van 16 naar 30 personeelsleden, bijna een verdubbeling van het personeelsbestand dus. 


Uiteraard kende men, net als zovelen, een moeilijke periode tijdens de Tweede Wereldoorlog en in 1947 werd Jean Butaye, de zoon van Albert, medeaandeelhouder van het bedrijf dat de nieuwe naam 'S.A. Tissage La Nominette' kreeg. 

In 1952 stapte vader Albert uit de zaak en nam Jean het volledige beheer van het succesvolle bedrijf over. 

Tot daar het succes van de Nominetjes ...?
Neen hoor, het moest eigenlijk allemaal nog beginnen!

Toen hij in 1954 Prins Carnaval werd, liet prins Frans De Boitselier ('Mister Dancy') een geweven naamlintje maken door de firma 'La Nominette'. Dit lintje zou hij uitdelen aan het publiek tijdens carnaval, als aandenken aan zijn prinsenjaar. 


Toen de prins ook in 1955 en 1956 verkozen werd, liet hij opnieuw dergelijke naamlintjes maken, en hierdoor startte hij een nieuwe traditie, die tot op vandaag nog steeds in ere gehouden wordt.

In 1961 had Karel De Naeyer voor het eerst geen lintje als Prins Carnaval. Toen hij in 1962 een tweede keer verkozen werd, draaide hij echter bij en liet er alsnog eentje maken. 
Op zijn lintje liet hij zowel het jaartal 1961 als 1962 zetten, zodat hij één lintje kon uitdelen voor de twee jaar dat hij Prinsj was.


In de periode 1968-1969 lieten de Prinsen geen naamlintjes maken bij Nominette. 
Zowel Kamiel Sergant als Luc Peirlinck opteerden in 1968 en 1969 voor kartonnen plaatjes die rond de nek gehangen kon worden. 


Opvallend is dat in 1969 wél naamlintjes van Nominette gemaakt werden voor … Victor De Saedeleer. 
Victor verloor toen de Prinsenverkiezing, maar riep zichzelf uit tot 'Prins van de Linkeroever'. 
Als zelfgekroonde Prins liep ook hij mee in de stoet en deelde zijn lintjes uit aan het publiek, in tegenstelling dus tot de echte Prins Carnaval.


In 1970 ging de Filature du Canal failliet. De gebouwen stonden over te nemen waardoor La Nominette de kans kreeg om haar bedrijventerrein te verdriedubbelen. Uiteraard lieten ze zich deze kans niet voorbij gaan en de verhuis naar de ‘Filature’ werd een feit. 


Jean-Paul De Boitselier schakelde in 1970 als Prins opnieuw over naar de lintjes van Nominette, maar in de periode 1977-1979 verkozen Prinsen Edy De Neve, Michel Cleemput en Enrico Le Clair een klever van Rupa in plaats van een geweven lintje van Nominette. 
In deze periode waren de lintjes van Nominette echter nog steeds aanwezig in de stoet, Kamiel Sergant zette immers als Keizer de traditie verder en bleef zijn lintjes uitdelen, onder andere ter gelegenheid van de 50ste stoet in 1978. 


Op 31 juli 1979 overleed Albert in Houthulst. Hij werd 88 jaar.

Vanaf 1980 werd opnieuw overgeschakeld naar de traditie van geweven lintjes voor de Prins.

Jean Butaye breidde de Jaquard smalbandweverij uit en de firma werd verder gemoderniseerd. Zo deed een directe computersturing zijn intrede en werd er overgeschakeld van katoen naar rayonne, fibranne en polyester. 

Het bedrijf bleef verder groeien in de jaren '80 en 90' en de productie van het bedrijf werd opgetrokken.
Steeds meer etiketten, bandjes, naamlintjes en emblemen werden geweven. 
De leiding van het bedrijf was ondertussen overgegaan naar Philip Butaye, de kleinzoon van oprichter Albert, en Jozef Van Steendam..

De gebouwen in Aalst waren intussen sterk verouderd, waardoor verzekeraars moeilijk begonnen doen in verband met veiligheids-, hygiëne- en andere voorschriften en regels. 
Daarenboven beperkte de overheid ook nog eens een langlopende milieuvergunning in de tijd, waardoor er eigenlijk geen andere optie was dan om te verhuizen.
In 1989 werd bekend dat La Nominette een nieuwe locatie aan het zoeken was. Hierbij was een bedrijventerrein in Erpe-Mere een belangrijke optie. 

In 1995 was het dan zo ver en trok Nominette naar een gloednieuw fabrieksgebouw in Erpe-Mere.


Zes jaar later, we schrijven 2001, kwam het bedrijf in handen van het Zweedse textielbedrijf ‘Nilörn’. 


De focus van de Zweden lag echter niet meer op de Nominetjes, helaas. Geldgewin kwam op de eerste plaats en men bood lang niet meer de gekende kwaliteit aan. 
Er kwam meteen ook een einde aan de aangeboden kortingen voor de prinsen en kandidaat-prinsen, een beslissing van de nieuwe directie. 

Prins Gary Van Overstraeten kan daar jammer genoeg van meespreken, want hij kreeg datzelfde jaar daardoor de ‘eer’ om als eerste prins de volle pot te betalen voor zijn lintjes, wat toen 8 frank per stuk was. 
Ne vrièn hap uit zijn budjet dus.

Om de kosten toch iet of wat te kunnen drukken, besliste hij toen wel om de gebruikelijke bestelling van 8000 stuks dat jaar te verminderen naar 5000 stuks.

In 2007 kende men een periode van sociale onrust bij de werknemers van Nominette. 

De Zweedse hoofdzetel gaf steeds meer werk aan de Portugese en Aziatische vestigingen en steeds minder aan het dochterbedrijf in Erpe-Mere en dus deden al vrij snel geruchten de ronde als zou het bedrijf opnieuw verkocht worden.

Waar rook is, is vuur en de onrust bij de werknemers bleek volkomen terecht te zijn, want op een bijzondere ondernemingsraad werd een week later meegedeeld dat de productieafdeling in Erpe-Mere gesloten zou worden. 
Enkel de verkoopafdeling en een kleine weefafdeling bleven in Erpe-Mere.
39 Mensen verloren hun job.

Na enkele moeilijke jaren werkten er in 2009 nog 11 personeelsleden in Erpe-Mere. 
Deze personeelsleden richtten zich vooral op het uitwerken van concepten voor labels, maar het produceren gebeurde niet meer in Erpe-Mere. 
Na al de herstructureringen werd het steeds duidelijker dat Nilörn volledig van Nominette af wou.

Het bedrijf stond dus bijna aan de afgrond, maar dankzij het Nederlandse bedrijf Van Engelen en Evers BV, dat Nominette in 2009 kocht , kreeg men toen opnieuw een commerciële boost. 


De labels worden nu wereldwijd via een eigen webshop verkocht en de productie van de geweven lintjes vindt opnieuw plaats in Erpe-Mere.

Ook deze firma - ondertussen EE Labels - heeft reeds een lange geschiedenis achter de rug, en dat ging natuurlijk ook gepaard met nieuwe logo's. Hieronder zien jullie de evolutie van de logo's van deze firma. 
1900, 1930, 1939, 1960, 1986, 2000 en als (voorlopig?) laatste het nieuwe logo van 2020.


Het was, vroeger zeker meer dan nu, 'een eer' zo'n hebbedingetjes te krijgen. Tegenwoordig houden de prinsen het ook niet meer bij 1 linjeken, maar maken ze er een hele verzameling van in verschillende kleuren, met verschillende ontwerpen, andere details, enzovoort. Ook is het nu de gewoonte om er een verzamelblad of zelfs verzamelboek van bij te houden en zelfs de druk- en weeffouten brengen geld in het laatje. 

Het grootste lintje staat op naam van prins Wim Delclef, die bij zijn afscheidsconcert de aanwezigen voorzag van 'Wimonetjes'. 


Op deze speciale 'Nominette' werd een foto van Prins Wim, samen met zijn dochter Lina afgebeeld. Deze creatie was toen het grootste textiellintje dat Nominette ooit gemaakt had. 
Bovendien was het voor Nominette de eerste keer dat ze werkten met een foto op een geweven lint. Enkele personeelsleden van Nominette hadden hiervoor een speciale opleiding gevolgd

Dat de Nominetjes heel vlot van de hand gaan, dat is zeker. 

Het bleef ook niet bij de prinsjen carnaval. Ook prominenten, carnavalsgroepen, verenigingen allerhande, cafés en zelfs winkels vonden intussen de weg naar de nominetten, en zien in het stukje textiel een mooie bron van reclamemogelijkheden


En dank zij de periode dat Aalst Carnaval Unesco-erkenning had, verdienen deze Nominetjes natuurlijk ook een plaatsje in het stukje 'Cultureel Werelderfgoed'!

In 2011 bracht de firma Nominette, naar aanleiding van haar 90-jarig bestaan, textiellintjes uit ten voordele van 'Mensen Helpen Mensen', de organisatie van Kamiel Sergant die zich inzet voor de armoede in Aalst. 
De jubileumnominette droeg het opschrift 'Keizer Kamiel' en de jaartallen '1432-2011'. 
Het lintje was geïnspireerd op het eerste Prinsenlintje van Frans De Boitselier uit 1954. 


Het jaartal 1432 verwees naar het ontstaan van carnaval in Aalst. De 50 stuks vlogen de deur uit en brachten 1000 euro op. 
Deze som werd door eigenaar Marc Evers overhandigd aan Kamiel Sergant. Naar aanleiding van hun negentigjarige bestaan bracht Nominette toen ook een vlag uit met een Voil Janet met ajuinhoofd, een pak friet en enkele glazen bier in de handen.

De Nederlanders wisten niet waar ze het hadden, en hadden het succes (en de verzamelwoede) van de Nominetjes in het Aalsterse nooit zo hoog ingeschat. 

'Al van dag één werden we door verzamelaars en carnavalsgroepen gecontacteerd', vertelt manager Oscar Van Iersel in Het Nieuwsblad van 9 februari 2012. 

'Het was al gauw duidelijk dat de Nominette in deze streek iets heel speciaals en belangrijks is. Zelf hebben we jammer genoeg geen enkel lintje meer in huis. Met enkele verzamelaars legden we daarom een digitaal archief aan. 'In de 'index' van de firma, te vinden via http://carnavalslintje.be/index.php, kan je alle ontwerpen sedert 1954 nog eens rustig bekijken


In 2011 kwam er in Aalst ook een tweede linjekesbedrijf op de proppen. 
 
Het waren Peter De Bruecker (52) en zijn zoon Karel (21) die met het Aalsterse bedrijf Linjekes.be die de rechtstreekse concurrentie zouden aangaan met Nominette, de ‘concullega’ uit Erpe-Mere. 

Ook zij bleken van in den beginne heel succesvol te zijn. 
Dat het druk zou worden, dat wisten ze, maar dat het zo’n grote vaart zou lopen, had ook Peter De Bruecker echter niet verwacht toen hij in 2011 zijn eerste lintje maakte. Het onderwerp was de ‘Toerenpoeper’, een toen heel populair onderwerp bij de carnavalisten.

Hoe het eigenlijk allemaal begon ? In 2011 ontstond de ‘Oitgeranzjeirde Jury’ - een groep carnavalisten die niet meer in de jury van de stoet mochten zitten en dan maar een eigen jury oprichtte - en die groep wou ook een lintje uitbrengen. 
Nadat ze de prijs opgevraagd hadden bij de bestaande producent van lintjes, dachten ze : ‘Dat kunnen we zelf beter en goedkoper’. 

Het ontwerp sloeg in als een bom ... . Het lintje was gebaseerd op het bruine toeristisch infobord dat vroeger naast de E40 stond. 
Iemand had, naar aanleiding van een 'privémomentje' van toenmalig burgemeester Ilse Uyttersprot,  toen op de E40-bord twee ‘toerenpoepende’ mensen getekend. Zeer leuk, en dus maakten ze daar een lintje van. 


Het werd eerst enkel verdeeld via carnavalswinkel Liebaut, maar al snel was ook de interesse van de andere carnavalswinkels gewekt. 

De eerste 1.000 lintjes waren dus ongelooflijk snel de deur uit, en Linjekes was definitief "gelanceerd”

In 2017 bracht 'de Sjampetter' (Dirk Verleysen - voorzitter Feestcomité en oprichter van de FaceBookpagina 'Oilsjtpositief') ook een lintje uit bij deze firma. 



Goh, de Nominettekes … Toen de prinsen carnaval ermee begonnen, was men zich duidelijk niet bewust van het succes die de linjekes / Nominetjes zouden hebben. 
Ondertussen zijn die oude lintjes een heel pak geld waard. Elke verzamelaar wil natuurlijk een zo complete mogelijke collectie van de carnavalslintjes van de prinsen hebben, en de prijzen schieten dan ook de hoogte in. 

Hét pronkstuk in de carnavalsverzameling van Tom Huybrechts bijvoorbeeld is het carnavalslintje van prins Fransky De Boitselier alias Mister Dancy. Niet de eerste Prins Carnaval van Aalst, dat was Robert Renoncourt een jaar eerder, maar zoals eerder al vermeld wel de eerste die carnavalslintjes of 'nominetten' liet maken. 

"Ik heb naar die van 1954 lang gezocht. Ik ben in 1998 beginnen verzamelen en in tien jaar tijd had ik alle lintjes van alle prinsen, behalve die van 1954. 
Uiteindelijk heb ik hem kunnen kopen voor 650 euro in 2008. 
Tegenwoordig betalen ze voor dit lintje 1.000 tot 1.500 euro, omdat het zo zeldzaam is."

Zo’n lintje zou trouwens zelfs ooit eens verkocht zijn voor 2.000 euro. 
Als je weet dat een nieuw carnavalslintje per stuk 30 cent kost, dan is het overduidelijk een goeie investering voor iemand met veel geduld.

Ondertussen laat zowat iedereen in Aalst een lintje maken. Carnavalsgroepen, prinsen, maar bijvoorbeeld ook Eendracht Aalst om 20 jaar Europees avontuur te vieren, een koppel dat gaat trouwen, een organisatie voor het goede doel (denken we bv aan de linjekes van 'run 4 hope' ten voordele van Stichting tegen Kanker...), beenhouwer Daens, …

Typisch Aalst, jazeker, want overal elders is de pin om je vest te spelden nog steeds een pak populairder. 
Stilaan echter beginnen mensen uit naburige gemeenten ook al onze 'linjekesgewoontes' over te nemen. Zo zijn er al vragen binnen voor lintjes voor de carnavals in Zottegem, Denderleeuw en ... tja, zélfs ... Dendermonde.”

Wie textiel en zeker confectie zegt, denkt daarbij meteen aan de problematiek van uitwijking naar lageloonlanden of, dichter bij huis, Noord-Frankrijk, vooral vanaf de jaren '90. 

Toen de etikettenweverij Nominette voor de dringende noodzaak stond om de aftandse panden in Aalst te verlaten; een operatie die zeker 5 miljoen euro zou kosten, zou dit een gedroomde kans geweest zijn om gunstiger oorden op te zoeken. 
Toch koos het management uitdrukkelijk niet voor uitwijking naar het buitenland en werd verhuisd naar het naburige Erpe-Mere.

De familie Butaye is er tot op vandaag nog steeds de hoofdaandeelhouder van het bedrijf. 

Gedelegeerd-bestuurder is Philip Butaye; directeur-bestuurder is Jozef van Steendam. Wat meteen opvalt is dat op de naamkaartjes van geen van beiden hun functie staat vermeld. Geen pronkerigheid dus bij het labeur van Nominette.

Nominette heeft een machinepark van 54 jacquard-weefgetouwen waaronder 14 nieuwe naaldweefgetouwen en 40 breedweefgetouwen. 


Het verhuizen naar de nieuwe inplanting ging gepaard met een investering van om en bij de 4,5 miljoen euro. Tegelijk werd beslist om ook 1,5 miljoen euro in de modernisering van het machinepark te steken. Met eigen middelen die ruimschoots de vreemde middelen overtreffen, was de financiering geen probleem al preciseert men liever niet hoe de vork precies in de steel zit.

Nominette - volgens Butaye en Van Steendam vermoedelijk de vijfde grootste etikettenweverij in Europa - is goed voor twee miljoen etiketten en naamlintjes per dag

De geweven etiketten maken 80 procent uit van de omzet, de naamlintjes vertegenwoordigen 15 procent. De rest komt van borduurwerk en gedrukte etiketten. 
De geweven etiketten worden besteld door zowat alle confectiemerken uit Europa waarbij orders voor miljoenen stuks niet vreemd zijn. 
Nominette heeft eigen standaard- of decoratiemotieven; een collectie etiketten met onder meer Walt Disney figuurtjes. 
Van de omzet van 5,5 miljoen euro wordt 65 procent in de buurlanden gerealiseerd.

Een belangrijke markt is Frankrijk. Misschien vreemd dat Nominette met zijn productieafdeling niet richting Nord-Pas-de-Calais trok? 

Van Steendam: 'Tussen de aankoop van de garens en het eindproduct genereren we een toegevoegde waarde van 85 procent. 
Alles daartussen is activiteit; activiteit van mensen. Als u ziet dat 40 procent van ons personeel (103 werknemers) bedienden zijn, dan merkt u meteen het verschil met de confectie waar het misschien om drie bedienden gaat op 100 laaggeschoolde arbeiders. 
Wat hier gebeurt is vrij complex. De waarde van Nominette hangt af van de kracht van het personeel. Dat valt in Frankrijk niet van nul af aan te herbeginnen'.

De expertise van het personeel, van CAD-CAM-afdeling tot fabrieksvloer, hield Nominette dus in de buurt van Aalst. 
CAD-CAM wordt als één term genoemd met betrekking tot de automatisering in een productieomgeving, maar is eigenlijk een samenvoeging van twee afkortingen.
'CAD' staat voor “Computer Aided Design”. Hiermee wordt bedoelt dat producten worden ontwikkelt en vormgegeven doormiddel van een computersysteem. 
De tweede afkorting ‘CAM’ staat voor “Computer Aided Manufacturing”. Hiermee wordt aangegeven dat producten daadwerkelijk worden gefabriceerd of geproduceerd doormiddel van software op de computer.

Dit had misschien anders afgelopen, hadden ze bijvoorbeeld in West-Vlaanderen gevestigd geweest en de combinatie uitwijking en behoud van personeel dus iets makkelijker was geweest. 

Hét probleem ligt overigens niet zozeer bij de personeelskosten.

Terwijl de confectie de afgelopen jaren massaal en versneld richting lageloonlanden trok, voelt Nominette zich best lekker in hartje Europa. De lageloonlanden beheersen de 'métier' van etiketten weven helemaal niet. 
Wat zij afleveren is echt ondermaats. 

'We kregen van een confectiebedrijf uit India ooit de vraag - het was bijna een smeekbede - om voor hen een etikettenweverij te installeren. Maar onze technologie exporteren? Nooit!', zegt Butaye.

'Micro-economisch maak ik mij weinig zorgen. Nominette is een gezond bedrijf. Wat ons echt verontrust is de macro-economische omgeving. Wat men ook beweert: het klimaat is zeer slecht. Toch hebben de aandeelhouders geopteerd voor het voortbestaan van het bedrijf. Maar geloof ons: de investeringen zijn gebeurd met de vlag halfstok.'

In 2012 verscheen de website carnavalslintje.be, waarop alle Aalsterse 'nominetten' verzameld werden. 
Het idee werd uitgewerkt door verzamelaars Chris Van Goethem en Lieven Goubert. 
Bij de overname van Nominette door EE Labels ging het archief verloren, waardoor de verzamelaars op zoek gingen naar alle bestaande carnavalslintjes, die gemaakt werden door Nominette. 
De firma werkte graag mee bij het aanleggen van dit nieuwe digitaal archief. De website wordt jaarlijks geüpdatet door Lieven Goubert

Of er al ‘linjekes’ geweest zijn die voor enige controverse gezorgd hebben? 
Ja hoor, al lag dat niet aan het bedrijf dat ze vervaardigde, maar aan het onderwerp. 

In 2019 zag het er immers naar uit dat Aalst Carnaval opnieuw voor ophef zou zorgen. 
Er doken al heel snel signalen op dat de Aalsterse carnavalisten de toen heel actuele Unesco-rel niet uit de weg zullen gaan. Zo waren er bijvoorbeeld de 150 unieke carnavals-lintjes. Op die lintjes, of linjekes, stonden Joden afgebeeld op dezelfde stereotiepe manier als het jaar ervoor: mét haakneus en hoge hoed.  


En het is net die voorstelling die sommigen niet graag zagen komen. Het Forum van Joodse Organisaties vond het pure provocatie, en dat terwijl er nog altijd een verzoeningsgesprek bezig was over de controversiële praalwagen van ‘De Vismoilen’ uit de vorige stoet.

In 2020 kwam er beter nieuws en werd de 100ste verjaardag van het bedrijf gevierd, iets wat natuurlijk niet zomaar aan de aandacht mocht ontsnappen. 
Ter gelegenheid van deze gebeurtenis werd een speciale carnavalsbrochure uitgegeven, samen met … 2 geweven lintjes. De leuze? 

100 joor gooren ver te spooren” (100 jaar garen om te sparen). 


De opbrengst van de brochure ging integraal naar de vzw Levensvreugde. 


Het volledige lintjesarchief van Nominette is terug te vinden door op onderstaand logo te klikken. 



Ook andere 'Oilsjterse dinges' verzamelen? 
Klik op de foto hieronder en laat je meeslepen in het verleden via de site 'Oilsjt Verzaumelt' 



Tot slot van dit artikel nog 'een streepje muziek'. 
Van Nominette heb ik geen liedje teruggevonden, maar hier in elk geval het liedje 'De Linjekesmaan' van Linjekes.be



Bronnen

'De Tijd' 16/11/1995 
2dehands.be
nominette.be
website linjekes.be 
website Nominette
Denderend Aalst, 1 november 2013
Het Nieuwsblad, 10/01/2007 – 17/02/2007 – 12/02/2011
De Voorpost, 03/02/1989 – 15/12/1989
Het Volk, 2/06/2001
HLN 7/062001 – 8/01/2010 – 25/01/2003
http://carnavalslintje.be
foto Fabriek van La Nominette : Denderend Aalst - 01/11/2013 - Verzameling J.Depryck
Liedje 'De Linjekesmaan' : via Youtube 
lalanguefrancaise.com/dictionnaire : Prononc.: [mominεt]. Étymol. et Hist. 1. [Ca 1880 «fillette» (s. réf. ds Cellard-Rey)] 1920 (Sain. Lang. par., p.113); 2. 1894 «petite absinthe» (Virmaitre, Dict. arg. fin-de-s., p.186). Dér. de môme*; suff. dimin. -inette (-in*, -et*).

donderdag 10 maart 2022

Spoorlijn Aalst - Burst (lijn 82) / Het Scholierentreintje

Lijn 82 ? 
Nog nooit van gehoord ? 

Misschien zegt ‘het scholierentreintje’ tussen Aalst en Burst U iets meer ? 

A jaaaaaa !


Eventjes terug in de tijd ... Het begint eigenlijk allemaal met een andere lijn.
Het vak Kortrijk-Oudenaarde-Denderleeuw van spoorlijn 89 werd immers op 14 december 1868 opengesteld voor het verkeer en in Burst werd toen meteen een station voorzien. 


Het dorpsgezicht van Erpe-Mere veranderde enkele jaren later, in 1876, echter voorgoed met de aanleg van spoorlijn 82 tussen Aalst en Ronse.
Er verschenen stations, sporen en bruggen tussen de velden en was het gedaan met de rust.

In 'De Denderbode' van 8 november 1875 lezen we "De pryzers gelast met den aenkoop der gronden voor den yzerenweg Antwerpen-Douai, sektie van Aelst naer Burst, hebben deze week hunne werkzaemheden aengevangen ..."

Op 28 mei 1876 waren de werken al serieus gevorderd en lezen we in dezelfde krant "De sektie van den yzerenweg Aelst-Burst zal definitievelyk geopend worden op Donderdag 1 juni aenstaende. Dien dag zal de achtbare heer Beernaert, Minister van Openbare Werken, onze stad met een bezoek vereeren ..."

Naast lijnen 82 en 89 kwam er in de buurt in 1923 ook nog de lijn 50A (Gent-Brussel) bij.

Spoorlijn 82 was één van de belangrijke schakels tussen Frankrijk en de haven van Antwerpen en speelde ook lokaal een belangrijke rol. 
Veel arbeiders uit de streek gebruikten de lijn immers om naar de Waalse mijnstreek te kunnen pendelen.

'Maar waarom moesten die mensen zo nodig in Wallonië gaan werken?', zou je je kunnen afvragen. 
 'En dan nog in de steenkoolmijnen?' 

Wel, Vlaanderen had  eigenlijk ‘de trein van de industriële revolutie gemist’, behalve dan misschien Gent. 
Terzelfdertijd had Wallonië wél ingezet op deze veranderingen en met name vooral de steenkoolmijnen en de metallurgie werden heel belangrijk voor de economie. 
De nood aan goede arbeidskrachten was groot, het aanbod van Waalse arbeiders was onvoldoende en bijgevolg werd de migratie van Vlaamse arbeidskrachten een noodzaak. Deze Vlamingen hadden overigens niet echt een keuze want hun eigen traditionele economische activiteiten (linnen, katoen) konden niet meer concurreren tegen de steeds groter wordende internationale markt.

Tot in 1963 bracht het zogenoemde Fosttreintje mijnwerkers van Zottegem en omstreken naar de Henegouwse steenkoolmijnen. De trein vertrok in Aalst, en via onder andere Zottegem, Brakel en Ronse ging het naar de eindhalte Bernissart. 
De stopplaatsen langsheen deze lijn waren : 

Aalst        
Aalst Kerrebroek    
Vijfhuizen    
Erpe-Mere    
Bambrugge
Burst            
Terhagen                 
Herzele        
Hillegem      
Leeuwergem
Zottegem    
Slijpstraat
Rozebeke
Michelbeke
Nederbrakel
Opbrakel
Flobecq-Bois
Queneau-Boudenghien
Rigaudrye
Ellezelles
Marijve
Ronse
Bernissart


Uiteraard sprak men toen nog niet van het 'scholierentreintje' maar wel van het 'fostreintje' of het 'mazoetje'.
Een 'fostman' was een kompel, naar het franse woord 'fosse' dat 'mijn', 'schacht' of 'put' betekent.

En terwijl we toch met vertalingen bezig zijn ... 

'Borinage' is eigenlijk iets gelijkaardigs. Deze naam komt van 'borin' of 'borain', een Frans woord voor 'kompel', waar men het achtervoegsel -age aan heeft toegevoegd.
In het plaatselijke dialect, Picardisch met enige Waalse kenmerken, werd de mijnindustrie 'bohren' genoemd.
Doorheen de jaren ging het echter slechter en slechter met de mijnen en samen met de ondergang van de Waalse steenkoolindustrie verloor ook spoorlijn 82 veel van zijn glans. 
In de jaren zestig van de vorige eeuw werden de sporen tussen Zottegem en Elzele uitgebroken, en tegenwoordig is enkel nog het baanvak tussen Burst en Aalst in gebruik.

De situatie tegenwoordig : 
- Het baanvak Aalst - Burst - Zottegem is nog steeds in dienst voor reizigersverkeer.
- Het baanvak Burst - Zottegem maakt volledig deel uit van lijn 89.
- Het baanvak van Zottegem (Slijpstraat) tot Ronse is volledig opgebroken.
- Tussen Zottegem (Slijpstraat) - Opbrakel (Livierenstraat) : asfalt fiets-/wandelpad
- In Brakel is over 1,5 Km de N8c met fietspad aangelegd op de bedding.
- Tussen Ellezelles (Beaufaux) - Ronse (Monsegneur Beylsstraat) asfalt fiets-/wandelpad.

Tot op vandaag zit de kleine dieseltrein zowel ’s ochtends als ’s avonds afgeladen vol met scholieren en pendelaars, die snel en makkelijk van huis naar de school of het werk wensen te reizen zonder de bus te moeten nemen. 
Overdag is de trein echter meestal helemaal leeg, en ook tijdens de zomervakantie rijdt hij niet, wat al jaren voor discussie zorgt. 

Hier de P-trein Burst-Aalst bij aankomst in station Bambrugge.


Moet dit treintje, dat het grootste deel van de dag helemaal niet rendabel is, blijven of niet? 

Langsheen de spoorlijn werd in elk geval een nieuw fietspad aangelegd dat de verschillende haltes met elkaar verbindt, en graag gezien is door wandelaars en fietsers die er hun portie spoorgeschiedenis kunnen komen opsnuiven.

De spoorlijn was oorspronkelijk 17,9 km lang, waarvan er tegenwoordig nog 10,06 kilometer overblijven. Daarmee is het meteen ook de kortste Belgische spoorlijn (als we eventjes de Noord-Zuidverbinding - lijn 0 - in Brussel niet meerekenen).

Het baanvak tussen Zottegem en Elzele (het huidige 'Mijnwerkerspad') werd tussen 1963 en 1964 opgebroken. 

De NMBS verzorgt het personenvervoer met Piekuurtreinen, die enkel op werkdagen rijden. Veertien treinen per dag (zeven in elke richting).
Iedere zomerperiode sluit deze spoorlijn volledig , reizigers met een geldig NMBS abonnement kunnen in deze sluitingsperiode’s wel buslijnen nemen die in de buurt van de spoorlijn rijden.
Buslijnen:

81   Aalst-Mere-(Woubrechtegem)-Heldergem
91   Aalst-Burst-Zottegem
92   Aalst-Herzele-Zottegem
94   Aalst-Oordegem-Melle-Gent
96   Aalst-Oordegem-Melle-Gent
385 Belbus Lede-Erpe-Mere
390 Herzele-Sint-Lievens-Houtem

In de volgende plaatsen is of was er een aansluiting op de volgende spoorlijnen:

Aalst

    Spoorlijn 50 tussen Brussel-Noord en Gent-Sint-Pieters
    Spoorlijn 57 tussen Aalst en Lokeren
    Spoorlijn 61 tussen Kontich / Mortsel en Aalst

Burst

    Spoorlijn 89 tussen Denderleeuw en Y Zandberg
    Spoorlijn 122 tussen Y Melle en Geraardsbergen

Y Slijpstraat

    Spoorlijn 89 tussen Denderleeuw en Y Zandberg

Rigoudrie

    Spoorlijn 87 tussen Zullik en Doornik

Elzele

    Spoorlijn 87 tussen Zullik en Doornik

Maryve

    Spoorlijn 86 tussen De Pinte en Basècles-Groeven

Ronse

    Spoorlijn 83 tussen Kortrijk en Ronse
    Spoorlijn 86 tussen De Pinte en Basècles-Groeven
    Spoorlijn 87 tussen Zullik en Doornik

Zoals eerder al vermeld : enkel het segment Burst – Aalst is nog steeds in dienst. 
Het is enkelsporig en niet geëlektrificeerd. 
In het verleden deed deze lijn dienst als tijdelijk alternatief (over Aalst) wanneer er zich op de sectie Denderleeuw-Burst een probleem voordeed. 

Het segment Burst – Zottegem wordt beschouwd als een gedeelte van spoorlijn 89 Denderleeuw – Kortrijk. Die dubbelsporige geëlektrificeerde lijn blijft wel in dienst.

De bediening op de lijn werd door de jaren heen meermaals herzien. Hoewel de NMBS steeds ontkend heeft dat er plannen in die richting zouden zijn, ontstond de vrees dat deze spoorlijn wel eens snel gesloten zou kunnen worden. 

Er zijn dus geruchten over het verdwijnen van 'het scholierentreintje', maar het segment werd tijdens de zomer van 2009 toch nog volledig vernieuwd. 
Tijdens de zomer van dat jaar werden de sporen, ballast en dwarsliggers op de gehele lijn vernieuwd en werden maar liefst 19 overwegen heraangelegd.
Het aantal onbewaakte overwegen daalde drastisch, en dat moest ook wel om de veiligheid te kunnen blijven garanderen. 
Hier nog een voorbeeldje van zo'n onbewaakte overweg, aan de Grote Gentweg, voor de veranderingen.


Sinds 2010 rijden er geen treinen meer op deze lijn tijdens de maanden juli en augustus. In 2012 werden er nogmaals 7 treinen op deze lijn afgeschaft, maar in 2014 werd het aanbod toch opnieuw uitgebreid. 
Op schooldagen rijden er tegenwoordig zeven treinparen: drie in de ochtendspits, één over de middag en drie in de avondspits.

Over het verharde gedeelte van de vroegere spoorlijn Zottegem - Brakel - Elzele (Ellezelles), die in 1963 gesloten werd, legde men een wandel- en fietspad aan : het Mijnwerkerspad in de Zwalmvallei. 
 
In 1978 werd het gedeelte van de Slijpstraat te Sint-Goriks-Oudenhove tot Opbrakel als recreatieve weg geopend voor wandelaars en fietsers. Op het baanvak Zottegem (Slijpstraat) - Opbrakel (Livierenstraat) werd een 8 kilometer lang geasfalteerd fiets- en wandelpad aangelegd. 

Als naam koos men voor ‘Mijnwerkerspad’ als blijvende herinnering aan de vele mijnwerkers die destijds gebruik maakten van de lijn. 
In Brakel is over 1,5 km de N8c aangelegd met een fietspad op de bedding.

De bermen langs de weg kennen een grote variatie, gaande van een schrale, soms zeer droge naar op weer andere plaatsen zeer natte bodem. 
Deze afwisseling zorgt voor een ideale biotoop voor heel wat planten, waaronder het vlasbekje, het wilgenroosje, knoopkruid, brede wespenorchis enzovoort. 

Niet alleen de flora is er echter belangrijk. Ook de fauna is er de moeite.
Rond de bermen leven immers onder andere de bosrietzanger, de zwartkop, de tuinfluiter, het roodborstje, de tjiftjaf en het winterkoninkje. 

De bermen ten noorden van de Brusselse Straat zijn opgenomen in het ‘natuurgebied Middenloop Zwalm’. Het deel ten zuiden ervan maakt deel uit van het ‘natuurgebied Bovenlopen Zwalm’. 

Beide delen zijn onderdeel van het Natura 2000-habitatrichtlijngebied 'Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen'

In het natuurgebied langs het pad kunnen jullie ook nog de Boembekemolen terugvinden, waar de permanente tentoonstelling 'Sporen in de Tijd' het verhaal vertelt van de spoorlijn en het Fosttreintje. Verderop aan het pad (tussen Nederbrakel en het Livierenbos) staat de Verrebeekmolen. Voorbij het Mijnwerkerspad en het voormalige stationnetje van Opbrakel is in het Livierenbos het tracé nog herkenbaar aan de Trimaarzate, het talud van de voormalige spoorlijn.

Hier een kleine beschrijving van de prachtige wandeling die men rond de spoorwegbedding kan maken : 
Aard van de weg :     Verkeersvrij asfalt fiets-/wandelpad op de oude spoorbedding. In                                           Nederbrakel 1.3 Km op vrijliggend fietspad langs de ringweg N8c.
Bewegwijzering :      Bordjes fietsknooppunten : noordelijk 15-96-11 en zuidelijk 91-99.

Vertrekpunt            NMBS Station van bestemming : Zottegem.
                                  Van daar met De Lijn bus 21 of 22 richting Ronse tot Sint-Maria-                                         Oudenhove, halte Meierij (15 min).
                                  Deze bushalte is zowel het start- en eindpunt van de wandeling. 

Het Mijnwekerspad kruist de weg aan deze bushalte, noordelijk gaat het richting Sint-oriks-Oudenhove via Michelbeke, zuidelijk naar Brakel.
Je kan eventueel terugkeren met dezelfde bus naar Zottegem uit Nederbrakel, halte Station aan de ringweg N8c.

Noordelijk deel (2 x 4.5 Km).

Na 1.3 Km stappen kom je voorbij het dorp Michelbeke met aan de ene kant, verdoken achter groen, het prachtig gerestaureerde oude stationsgebouw (nu een privé woning) en aan de andere kant een gecontroleerd overstromingsgebied. Dit loopt vol bij zware regen en houdt gedurende korte tijd het teveel aan water op.

Iets verderop loopt de Zwalm onder het pad door en ben je kort bij de Boembekemolen. Deze oude watermolen is in eigendom bij Natuurpunt en zal worden gerestaureerd tot maalvaardige molen en deels ingericht worden als ontmoetingsplaats met de sportievelingen.

Tijdens natte periodes krijgt het pad hier behoorlijk wat water te slikken van de bovengelegen velden en weiden. Het snel stromende water voert nogal wat sediment mee dat eenmaal in de langzaam hellende gracht langs het pad wordt afzet. Dit durft uiteraard wel voor wateroverlast te zorgen op het pad.
Verder op het pad kom je onder de koebrug door. Toen de spoorweg nog in gebruik was, konden de boeren hun vee over de brug veilig naar de weiden brengen. 
Aan de Slijpstraat dicht bij de bestaande spoorweg en Sint-Goriks-Oudenhove is de terminus van het Mijnwerkerspad.
Daar is een kleine parking voorzien voor een 10-tal wagens.

Zuidelijk deel (2 x 5.4 Km).

Ter hoogte van de bushalte is het kasteel van Lilare. 
Het prachtig gerestaureerde Poortgebouw met de hoeve is, op een paar herstellingen na, goed bewaard gebleven, zoals het in de 15e eeuw werd opgetrokken. In 1938 werd het kasteel verkocht aan het Klooster van Opbrakel en doet momenteel dienst als school.

Na 2 km kom je in het centrum van Nederbrakel. Via een vrijliggend fietspad langs de ringweg om Brakel (N8c) kan je gemakkelijk en veilig van het noordelijk naar het zuidelijk deel van het pad of omgekeerd (1.3 Km).

Verder kom je eventjes langs het industrieterrein te Brakel, zij het wel afgeschermd door groen. 
Vrij snel bereik je de Verrebeekmolen, waarvan de bouw werd aangevangen in 1789. 
Pas in 1803, na financiële moeilijkheden, werd de molen uiteindelijk toch afgewerkt. 

In 1996-1997 en nogmaals in 2005 werd de molen grondig gerestaureerd. De terminus van het Mijnwerkerspad is aan de Livierenstraat in Opbrakel.
Wie met de smartphone op wandel gaat, kan de beschrijving terug vinden via onderstaande QR-code.



Spoorlijn 82 was dus één van de belangrijke schakels tussen Frankrijk en de haven van Antwerpen en speelde ook lokaal een belangrijke rol. Veel arbeiders uit de streek gebruikten de spoorlijn om naar de Waalse mijnstreek te pendelen.
Met de ondergang van de Waalse steenkoolindustrie verloor ook spoorlijn 82 veel van zijn glans.
In plaats van mijnwerkers zijn het vandaag dan ook vooral scholieren die er de trein nemen richting Aalst. 
De stations langs de lijn schitteren door hun koppositie in de lijst van minst gebruikte stations in Vlaanderen en de lijn is dan ook al meermaals ten dode opgeschreven. Voorlopig rijden er nog altijd treinen tijdens de piekuren, behalve in juli en augustus.

Geen spoorlijnen zonder stations, natuurlijk, en tussen Aalst en Burst liggen er verschillende haltes, maar sommige van de vroegere stations zijn ondertussen wel al verdwenen. 

Wie het station van 'Erpe-Meire' uit 1876 zoekt bijvoorbeeld, zal van een kale kermis terug naar huis keren. 
Dat stationsgebouw bevond zich ter hoogte van de de kruising met de Oudenaardsesteenweg in Erpe. 


Vandaag vinden we daar enkel nog een parking en een perron met een schuilhuisje. Honderd jaar na zijn bouw werd het station platgewalst en vervangen door een schuilhut en pendelparking.

De spoorlijn kruist verderop ook de Kraaineststraat. Het bareelhuis pal naast de spoorweg is wel volledig opgeknapt, maar een bareelwachter, die de overweg handmatig moest bedienen, woont er al jaren niet meer.


Erpe-Mere heeft nog meer spoorwegen in petto. Zowel de spoorlijn tussen Kortrijk en Denderleeuw als de drukste spoorlijn van het land tussen Brussel en Gent doorkruisen Erpe-Mere, echter zonder er halt te houden. 
De gemeente moet het dus maar stellen met zijn boemeltreintje naar Aalst en enkele monumentale bakstenen spoorbruggen, dewelke nu ook jammer genoeg dreigen te verdwijnen want ze werden of worden vervangen door nieuwe exemplaren zoals aan de Kapelhofstraat (tussen Erondegem en Ottergem).

Hier een beeldje van de oude brug aan de Kapelhofstraat. 


Bij de werken die Infrabel daar uitvoerde in 2020 was het trouwens eventjes 'spektakel verzekerd'.

Een grote kraan ging maandagavond rond 17.45 uur aan het glijden op de schuine platen in de spoorwegberm en is uiteindelijk ook gekanteld.  De kraanmachinist raakte ongedeerd uit zijn kraan, die op  amper 1,70 meter van de sporen van de drukke treinlijn L50A tussen Gent en Brussel terecht kwam.


Niet alleen spoorlijnen overspoelden Erpe-Mere, ook de tram kreeg er voet aan de grond. 
Vanuit Oordegem kon je vanaf 1904 met de tram via Aalst tot in Brussel raken. 
De Erpse boeren maakten er gretig gebruik van om in Aalst te werken en stapten bijvoorbeeld op aan het station van Vijfhuizen, ook tot op vandaag nog een treinstation. 


Hier kruisten de sporen van de tram en spoorweg elkaar op gelijke hoogte, een unicum.

Een bareelwachter moest er het verkeer in de gaten houden zodat auto's, treinen en trams niet met elkaar botsten. Van deze tramlijn is helaas geen spoor meer terug te vinden, behalve dan misschien de verzaagde rails die weides en velden afzomen.


De komst van de spoorwegen was ook belangrijk voor de lokale economie en maakte onder andere ook het transport van de Erpse zandsteen mogelijk. Naar Gent, bijvoorbeeld.
Het station Gent Sint-Pieters, dat in 1912 als nieuwe toegangspoort voor bezoekers van de wereldtentoonstelling zou fungeren, werd onder meer met Erpse zandsteen gebouwd.

De steengroeve die voor deze steen zorgde, is sinds 1920 uitgedoofd en werd in de jaren 1950 nog gebruikt om zand te winnen voor de aanleg van de E40-snelweg vlakbij.
Vandaag is de kuil onder water gezet en vind je er het cultuurhuis, de bibliotheek, het Gemeentelijk Administratief Centrum en een sporthal terug.


Lijntje 82, ... Het mag dan een heel kort lijntje zijn, toch is deze al meer dan eens in de pers gekomen. 

7 april 2011

Het fietspad langs het scholierenlijntje Aalst-Burst zal tegen de zomer van 2012 deels klaar zijn. Dat belooft schepen van openbare werken Marleen Lambrecht (CD&V) van Erpe-Mere.
 
"We hebben een overeenkomst met Infrabel waardoor we naast de spoorlijn tussen het station van Burst en de Bosstraat in Mere de ruimte naast het spoor kunnen gebruiken voor een vergoeding van 800 euro per jaar. Met de financiële steun van de gemeente zullen we er een 2,5 meter breed betonnen fietspad aanleggen. Uit veiligheidsoverwegingen zal naast de spoorlijn ook een afsluiting geplaatst worden."

Op 15 oktober van datzelfde jaar lezen we dat hier natuurlijk ook serieuze kosten aan verbonden zijn : 

De aanleg van een fietspad langs de spoorlijn L82 tussen het station in Burst en de Bosstraat in Erpe-Mere zal 440.256 euro kosten. Dat blijkt uit het ontwerp dat door de provincieraad goedgekeurd werd. Het fietspad wordt uitgevoerd in een betonverharding over een lengte van 2.935 meter.

Op de website van Minister Hilde Crevits lezen we : 

De fietsweg van Zottegem tot Aalst past in de aanleg van lange afstandsfietspaden, de zogenaamde fietssnelwegen. Fietsers op weg naar het werk of naar school maken graag gebruik van die veilige fietspaden. Langs de spoorlijn 82 liggen al fietspaden. Het is de bedoeling tot een mooi aansluitend geheel te komen waar het comfortabel en veilig fietsen is."
 
Burgemeester De Waele van Erpe-Mere : “Voor de fietsers van Erpe-Mere is het belangrijk dat ze langs een autovrije weg tot in Aalst kunnen rijden. Heel wat scholieren lopen school in Aalst en voor hen zal de ingreep vast en zeker een verbetering van de verkeerssituatie zijn. Tegen het nieuwe schooljaar hopen we het nieuwe fietspad in te kunnen rijden.

Juli 2011

Tot onze spijt heeft de spoorwegmaatschappij ook dit jaar besloten de trein niet te laten rijden in de vakantiemaanden', zegt burgemeester Hugo De Waele (CD&V). ‘Nochtans maken niet alleen scholieren maar ook werkpendelaars en winkelklanten voor Aalst gebruik van de trein'.

'Alhoewel de NMBS ontkent dat de toekomst van het treintje op de helling staat, zijn we er toch niet gerust in. Er zijn signalen dat het scholierentreintje zou worden afgeschaft wegens niet rendabel.'

In de motie aan de staatssecretaris voor Mobiliteit en aan het NMBS-bestuur stipt de gemeente ook het toekomstige belang aan van de treinverbinding.
In Mere en in Burst zijn langs de spoorlijn nieuwe woonwijken in ontwikkeling en die zullen het potentieel aan treinreizigers alleen maar doen groeien.

Oktober 2019

Uitgeweken Aaigemnaar, Haalterts politicus en Volksvertegenwoordiger Pieter De Spiegeleer (Vlaams Belang) interpelleerde minister van Mobiliteit Bellot (MR) over de toekomst van - de kortste Belgische - spoorlijn L82 tussen Aalst en Burst.
Die spoorlijn wordt druk gebruikt door honderden scholieren, maar werd dit jaar - nog maar eens - door Infrabel op een geheime lijst van ‘te schrappen’ spoorlijnen geplaatst. Een visie die de minister Bellot duidelijk niet deelt.

De studie die Infrabel deed is een geregeld terugkerende oefening waaruit elke keer grotendeels dezelfde conclusies komen. De laatste vijf jaar ontvingen Infrabel en de NMBS een werkingsbudget van 13,7 miljard euro voor het optimaliseren en behoud van de huidige spoorinfrastructuur tot ten minste 2031. Het is wettelijk dus niet mogelijk de spoorlijn L82 voor 2031 te supprimeren. Daar bovenop vroeg ik de regering een extra budget van 1 miljard euro voor strategische spoorprojecten”, aldus Bellot.

Deze stelling betekende meteen ook dat Infrabel moest gaan investeren in de vereiste veiligheidssystemen om de lijn ook na 2025 in gebruik te houden. 
Uiteraard was dit goed nieuws voor de gebruikers van het scholierenlijntje.
En hopelijk vormt dit standpunt in tijden van klimaatdoelstellingen ook een basis om deze lijn op te waarderen, aangezien dat ook een aanzienlijke meerwaarde zou betekenen voor pendelaars die winkelen in de Aalsterse binnenstad of voor werknemers in Aalst of in de industriezone van Erpe-Mere”, werd besloten door Pieter De Spiegeleer.

Januari 2021

Heel wat ouders wiens kinderen verrast werden door de vervroeging van het treintje van 16.23 uur naar 16.16 uur - en bijgevolg hun trein net (niet) misten - contacteerden intussen de klantendienst van het spoor. 
Ook schepen Marleen Lambrecht (CD&V) van Erpe-Mere, tevens voorzitter van de vervoersregioraad Aalst en Aalsters schepen van Mobiliteit Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) namen al contact op met de NMBS aangezien de marge om de trein na schooltijd te halen door de wijziging bijzonder klein wordt. Diverse schooldirecties zouden eveneens de spoormaatschappij aanspreken. Daar blijft het overigens niet bij.

Volksvertegenwoordiger Pieter De Spiegeleer (VB) en zijn collega volksvertegenwoordiger en sp.a-gemeenteraadslid Anja Vanrobaeys van Erpe-Mere dienden inmiddels allebei een parlementaire vraag in over de aangepaste dienstregeling bij federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo). 

De schrik dat de aanpassingen een voorbode zouden zijn voor een - immer terugkerende dreiging van - schrapping van het treinaanbod op spoorlijn L82 bleef immers reëel. 
Dat werd eind 2019 nochtans nog formeel ontkend door toenmalig minister van mobiliteit François Bellot (MR). Die beloofde het behoud van de treinlijn minstens tot 2031.

10 januari 2022 : Heel wat leerlingen bleven op de eerste schooldag van het nieuwe jaar letterlijk in de kou staan. 
De korte samenstelling van het scholierentreintje dat hen naar Aalst moest brengen, was blijkbaar niet voorzien op meer passagiers en heel wat reizigers moesten in de koude te wachten op een vervangbus.

Woordvoerder Bart Crols van de NMBS bevestigde de problemen en betreurde ze ook. “Het treintje in kwestie reed inderdaad in de korte samenstelling, dus met twee rijtuigen in plaats van vier, maar we hadden wel een bus als back-up.

Aan de halte Erpe-Mere stelde zich het probleem dat het treintje overvol zat waardoor zelfs de begeleider er niet meer bij kon en dat was uiteraard niet veilig meer, ook rekening houdend met de geldende coronamaatregelen. Op dat moment moesten we aan passagiers vragen om af te stappen en op het perron te wachten op de bus, wat uiteraard niet leuk is”, aldus nog de NMBS-woordvoerder.

De NMBS werd vanuit verschillende hoeken verweten dat ze hun eigen Coronaregels opstellen, want dat er nergens in de regelgeving iets is opgenomen in verband met maximum capaciteit.
 
We zullen zo snel mogelijk het nodige doen om dit probleem op te lossen.” werd er nog aan toe gevoegd en inderdaad, toen de scholieren maandag aan het eind van de schooldag weer huiswaarts gingen, had het treintje opnieuw vier rijtuigen.


Wie meer wil weten over het station en de treinen in de buurt van Aalst, klik op jullie keuze  :





Bronnen

Belgische spoorlijnen, lijn 82 – telenet.be
foto station Burst : erfgoedceldenderland, collectie heemkundige kring Erpe-Mere
foto verdwenen station Erpe-Mere : collectie Heemkundige Kring Erpe-Mere
foto trein aan station Erpe-Mere 20-08-1996 : sporen-met-rob.nl
Het mijnwerkerspad – Stad Zottegem
Brochure Mijnwerkerspad – Stad Zottegem
Webpagina hildecrevits.be (04/05/2012)
gocycling.atwebpages.com
Nieuwsblad 15/04/2014  - 05/07/2011 – 10/01/2022
HLN 08/10/2019 – 05/01/2021

vrijdag 28 januari 2022

Carla Galle

Carla Galle (Aalst, 10 mei 1948 - 20 januari 2022) was een Belgische zwemster en ambtenaar, alsook partijsecretaris van de SP. 


Hoewel 'zwemmen' voor Carla eigenlijk maar een late roeping bleek, nam ze tijdens haar sportcarrière onder meer deel aan de Olympische Zomerspelen in Mexico City 1968 en zwom er verschillende Belgische records. Om aan dit evenement te kunnen deelnemen heeft ze toen, in samenspraak met haar ouders, een jaar van haar studies opgeofferd.
Ze was reeds het jaar daarvoor geselecteerd en ze moest toen trainingskampen en stages zien te combineren met studeren. Gezien ze daardoor niet veel meer in België was, kon ze ook niet deelnemen aan de examens. 
Ze moest dus kiezen ...

Carla zag echter wel in dat niet alles in de sport mag gestoken worden. Ook persoonlijke ontwikkeling is heel belangrijk. Ze kreeg er grijs haar van toen ze zag dat bij sommige sporters (nu ook meer dan vroeger) alles op kant geschoven werd voor de sport. 
"Ze beseffen niet dat de paar jaren topsport eigenlijk maar een onderdeeltje van hun leven zullen zijn".

De spelen waren een succes. Ze werd er vierde op de 200 m vrije slag in een tijd van 2’40’’9 en ook op de 400 m vrije slag haalde ze een vierde plaats met een tijd van 5’55’2

Zoals reeds gezegd, het was een 'late roeping', dat zwemmen. 
Ze leerde het samen met haar broer toen ze tien jaar was. Haar ouders vonden het heel belangrijk dat de kinderen konden zwemmen, en wat nog belangrijker was, ze vond het zelf nog leuk ook. 

Zo geraakte ze bij de zwemclub 'Neptunus', en een jaartje later was ze al Belgisch kampioen. Carla was toen amper vijftien.


Natuurlijk moet er om prestatie te kunnen leveren ook getraind worden, en dat verliep toen uiteraard helemaal anders dan nu. 
Nu kennen we de écht professionele zwemmers die zich heelder dagen aan hun sport kunnen opofferen, maar 'in den tijd' moest alles nog gecombineerd worden met studies en/of werk. 

Tijdens het schooljaar trainde ze per dag zo'n twee uur. 
In de vakantieperiode kon ze zich per dag twee maal twee uur veroorloven. 

Het werd wel moeilijker toen ze verder ging studeren. Ze woonde in Aalst en studeerde in Gent, en na al dat gependel nog het bad induiken, is dan niet altijd even gemakkelijk. 


Tijdens haar zwem carrière zwom Carla volgende Belgische records bij mekaar (allemaal in een 25-meterbad):  
800 m vrije slag 11'06"50 (7 augustus 1966 - Aalst)
100 m vrije slag 1'05"90 (9 april 1967 - Mechelen)
200 m vrije slag 2'21"20 (22 mei 1968 - Aalst)
200 m wisselslag 2'34"30 (18 april 1970 - Sint Niklaas)
400 m wisselslag 5'29"90 (19 april 1970 - Sint Niklaas)
De tijden van toen kunnen écht niet meer vergeleken worden met die van tegenwoordig. Er was toendertijd nog geen enkel 50 meterbad in België en uiteraard was er ook nog geen deftige medische begeleiding zoals we die tegenwoordig wél kennen. 

De studies gingen verder en uiteindelijk werd ze licentiate politieke wetenschappen en werd ze door SP voorzitter Karel Van Miert ingehaald om de vernieuwing in de socialistische rangen mee te helpen verdedigen. 


Zij werd er in eerste instantie perschef en linkerhand, schreef speeches, organiseerde de kiescampagne, stelde het ledenblad samen en leidde de SP-televisieprogramma's in goede banen. Ondertussen mobiliseerde ze ook de vrouwen in de afdelingen om zich te laten gelden in de politieke 'mannenwereld'.

Daarna werd zij partijsecretaris van de sp.a, waar zij voorzitter Karel Van Miert intussen ook 'haar levenspartner' mocht noemen.

Haar moeder, Lena Cockuyt, was hoofdredactrice van de wereldomroep op de BRT, haar vader was boekhouder. Geen wonder dus dat het 'uitleggen' en 'cijferen' er al van jongs af inzaten. 
 
Carla heeft altijd een sociale bewogenheid gehad. Zij was in Aalst al voorzitster van de Jong-Socialisten, was lid van het afdelings- en federaal partijbestuur en in 1974 stond ze derde op de kamerlijst. 

Van 1991 tot 2013 stond zij aan het hoofd van BLOSO, de Vlaamse sportadministratie. 


Bloso stond voor ‘Bestuur voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven) en Carla werkte er dus meer dan 20 jaar als administrateur-generaal.

Onder haar leiding werd trouwens de leuze 'Als het kriebelt, moet je sporten' uitgebracht, en dit om te trachten de mensen wat meer in hun sporttenue te krijgen.

Hier een afbeelding van enkele stickers uit de reeks 'Als het kriebelt', toen uitgebracht door BLOSO.


Tegenwoordig is de naam van Bloso veranderd in ‘Sport Vlaanderen’.

Bloso was natuurlijk ook bekend omwille van de organisatie van ‘De Gordel’. De Gordel was het grootste door Bloso georganiseerde sportieve ééndagsevenement van Vlaanderen dat sinds 1981 elk jaar (en in 2012 de laatste keer in zijn oorspronkelijke formule) plaatsvond in het eerste weekend van september. Er vonden dan geleide fietstochten en groepswandelingen plaats. Met deze jaarlijks terugkerende sportmanifestatie wilde men het Vlaamse karakter van de rand rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Rand of de Groene Gordel, beklemtonen. 

We schrijven 19 mei 1981 als André Lerminiaux en Mija De Greef van de actiegroep ‘Wij houden van alle mensen die het Vlaams karakter van onze gemeente eerbiedigen’ in Sint-Genesius-Rode afspraak hebben met de mensen van Wielertoeristenclub 'De Hoek'. Bedoeling is met de ‘Bruine Ronde rond Brussel’ een fietstocht te organiseren langs achttien randgemeenten, waaronder de zes
faciliteitengemeenten.

De eerste gordel ging dus door op 27 september 1981 als een samenwerking van een lokale wielerclub, lokale socioculturele verenigingen en Vlaamse actiecomités.
Sint-Genesius-Rode, op dat moment de enige van de zes faciliteitengemeenten met een Nederlandstalig meerderheid, werd het startpunt voor een fietsevenement dat de problematiek van de randgemeenten onder de aandacht wilde brengen.  Micha Marah zong toen ‘Ik hou van alle zes

Vanaf de volgende edities groeide de gordel uit tot een breder gedragen initiatief en vanaf 1983 werd BLOSO de voornaamste trekker van het evenement. 


Van een 1000-tal deelnemers bij de eerste editie, is de gordel uitgebouwd tot een massa-evenement met tienduizenden ingeschreven fietsers en wandelaars. In 1993 werd een record aantal van 112.655 gordelaars geteld.
De Gordel werd een familie-evenement, en onder het motto 'de tofste zondag' kon iedereen een dagje genieten van hapjes, drankjes, optredens van verschillende artiesten, mooie landschappen, ambiance en natuurlijk ook ... sport ...

Tijdens deze 'Gordels' heb ik persoonlijk met haar kennisgemaakt en samengewerkt als één van de verantwoordelijken van Gordelcentrum Zaventem, waar ik instond voor de wandelparcours én de security tijdens de optredens.
Het moet gezegd worden, zonder BLOSO was er waarschijnlijk nooit een Gordel geweest zoals we die gekend hebben, maar dat was natuurlijk niet alles. Zonder de honderden vrijwilligers en sportfunctionarissen was er ook geen succesvolle Gordel geweest. 
Carla was in haar hoedanigheid wel één van de verantwoordelijken voor de organisatie, maar het frustreerde toen wel vele medewerkers, dat tijdens de diverse interviews die gegeven werden tijdens de nieuwsuitzendingen wel heel veel eer ging naar Bloso en veel minder naar die vrijwillige krachten. 
'Bloso dit' en 'Bloso dat' maar op één wiel kan je niet rijden natuurlijk!

Na 32 edities veranderde de gordel van opzet. 
Net vòòr de editie van 2012 verklaarde de BLOSO-administrateur-generaal dat het tijd werd om een andere aanpak toe te passen. 

Het politieke aspect zou verdwijnen en de voorbereidingen werden opgestart om op de eerste zondag van september 2013 opnieuw een groot sportief evenement te organiseren in de Rand rond Brussel. 
Het opzet van een Vlaams, sportief en recreatief evenement zou behouden blijven, maar meer gemeenten dan vroeger werden betrokken en de klemtoon lag ook veel meer op de toeristische troeven van de Groene gordelgemeenten.

De organisatie kwam in handen van vzw 'de Rand' die onder de noemer 'Gordelfestival' van 2013 tot 2017 het sportief event organiseerde. 
In 2018 werd de organisatie toevertrouwd aan 'Flanders Classics'. Vzw 'de Rand' en de Provincie Vlaams-Brabant blijven nog steeds betrokken bij de organisatie.

Het evenement is nog steeds een groot succes, maar de gloriedagen van toen zullen jammer genoeg niet meer terugkomen, denk ik.

Dat het er ook op politiek gebied niet altijd even rooskleurig en eerlijk aan toe ging, mag blijken uit het volgende. 

In 1994 brak het beruchte Agustaschandaal uit en werd Carla, samen met nog enkele andere leden uit de partijtop, aangeklaagd voor schriftvervalsing. De sp.a had smeergeld gekregen van de helikopterbouwer en daar kon geen 'pardon' voor gevraagd worden.

Volgens Karel Van Miert was zijn levensgezellin echter het slachtoffer geworden van een afrekening binnen de socialistische partij. Onze stadsgenote werd in 2002 (met uitstel) veroordeeld op grond van "valse verklaringen" van minister en gewezen partijvoorzitter Frank Vandenbroucke. 

Toen Vandenbroucke in 1989 voorzitter werd, wist hij al dat er in de socialistische partij verschillende ‘zwarte’ betalingen verricht werden. Omdat hij weinig vertrouwen had in de toenmalige nationale secretaris Carla Galle en boekhouder Van Biesen, stelde hij echter geen directe vragen, iets wat hij misschien beter wel gedaan had.

De normale procedure is immers omgekeerd: een voorzitter is net extra waakzaam als hij iets niet vertrouwt en dient niet te zwijgen omdat hij iets niet vertrouwt.
Soit, pas toen in 1991 Linda Blomme Galle opvolgde, vroeg Vandenbroucke Blomme om toch eens rond te horen of er eventueel betalingen in het zwart gebeurden. Dat bleek inderdaad het geval, maar ingrijpen … Dat gebeurde niet.

Uiteindelijk nam Frank voor de parlementsverkiezingen ontslag als minister van buitenlandse zaken. De onthullingen in de Agusta-affaire werden hem toen fataal. Hij bekende weet te hebben van een geheime kluis met 5 miljoen frank zwart geld bij de spaarbank Codep. Hij had financieel expert Etienne Mangé opgedragen het geld effectief te verbranden.

Het werd een heel lange procedure en pas in 2003 werd zij na een beroepsprocedure bij het Brussels Hof van beroep vrijgesproken in de zaak ‘zwart geld’.

Carla overleed na een lange ziekte op 20 januari 2022.


"Heeft er iemand bestuurlijk meer betekend voor de olympische topsport in dit land(sdeel)?", vraagt sportjournalist Hans Vandeweghe zich retorisch af op twitter.

‘De Tijd’ noemt haar zelfs de ‘moeder van de Vlaamse Topsport’;

Mooie namen dus voor een dame die het gemaakt heeft, zowel op sportief, politiek en privévlak.

Wie nog meer wil weten over 'zwemmen in Aalst' kan OP DEZE LINK klikken.


Bronnen

Sporza.be
De Post 12/04/1981 (interview van Ronny Driesmans)
sport-planet.eu
bloso/gordel : eigen info
twitter Kris De Coorde (Sport Vlaanderen)
fina.org
gisterennogvandaag.com
Olympics.com
olympiandatabase.com
Profiel van Carla Galle op Olympics at Sports-Reference.com
belswim.be/uploads/files/HistoBR25M20100217.pdf