Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label politiekers. Alle posts tonen
Posts tonen met het label politiekers. Alle posts tonen

dinsdag 22 oktober 2019

Burgemeesters van Aalst : 2007 - 2012 Ilse Uyttersprot

Ilse Uyttersprot (Dendermonde, 10 mei 1967 - Aalst 4 augustus 2020) was een Vlaamse politica voor de CD&V.
Ilse was de dochter van Suzanne Moortgat en Raymond Uyttersprot, voormalig burgemeester van Moorsel van 1965 tot de gemeentefusie in 1976 en burgemeester van Groot Aalst van 1983 tot bij zijn overlijden in 1987. Ze huwde met Okapi-speler Frank van Impe. Het koppel had twee kinderen, Janic en Alec. Hun huwelijk eindigde jammer genoeg in een scheiding.

Zij volgde de humaniora aan het Sint-Vincentiusinstituut te Gijzegem en kwam uit in de retorica in 1985. Daarna studeerde ze in 1990 af als licentiaat rechten aan de Universiteit Gent. Van 2007 tot 2010 zetelde ze als volksvertegenwoordigster in de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers. Ze was effectief lid van de commissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch Recht. Bij de verkiezingen van juni 2010 kwam zij niet meer op.

Ilse Uyttersprot was sinds 1989 in haar stad Aalst gemeenteraadslid en werd ook in 2007 burgemeester in het college van burgemeester en schepenen met de bevoegdheden Politie, Brandweer, Algemene Administratie en Coördinatie, Dienstverlening, Stadspromotie en Feesten, Informatie, Communicatie en Informatica. Hiermee verdween VLD na jaren naar de oppositie. Vlaams Belang werd na de gemeenteraadsverkiezingen de grootste partij in Aalst. Tweede grootste werd het kartel CD&V-NVA (met 9 zetels) en die zou dus de volgende jaren samen met Sp.a-Spirit en VLD-Vivant het stadsbestuur gaan vormen.

In 2009 verkleedde Uyttersprot zich als agente om uit de gemeenteraad te kunnen ontsnappen aan betogende brandweermannen. De brandweerlui protesteerden hevig tegen de geplande hervormingen die toen op de agenda stonden. De burgemeester vorderde 60 politiemensen op om de openbare orde te kunnen handhaven. De Grote Markt werd hermetisch afgesloten, maar men kon toch niet voorkomen dat ruim 70 brandweermannen met zwarte vlaggen kwamen protesteren. De toegang tot het belfort, waar de gemeenteraadszitting plaats vond, werd versperd door een meters hoog turbexschuim. Geweld was er echter niet bij, en uiteindelijk speelden de protesterende brandweerlui ook nog carnavalsmuziek op de Grote Markt

In 2011 werd ze herkend in een filmpje dat toen al enkele jaren op het internet stond, en waarin is te zien dat ze met een ex-vriend op een toren van het Castillo Palacio Real de Olite in Navarra in het openbaar seks heeft. Er werd geroepen om haar ontslag, maar dat kwam er uiteindelijk niet van. De spotnaam 'toerenpoeper' was echter wel geboren, en dat jaar was ze een heel graag geparodieerde gast in de Aalsterse carnavalsstoet. Ilse nam het 'als echte Oilsjtenes' op met het nodige korreltje zout en humor, ... haar enige commentaar hierop was 'et alors' en met karnaval trok ze het kostuum aan van Raponsje. Deze figuur liet haar haar groeien om uit een toren te ontsnappen … sterk staaltje van relativeren dus van de burgemeester. 

Het is onder het bewind van Ilse Uyttersprot dat er eigenlijk voor het eerst echt werd nagedacht over het imago van de stad. 'Aalst is meer dan carnaval' verklaarden de politici die toen aan het roer stonden. Uit die denkoefening kwam 'Aalst, zorgstad'. Ilse en haar team hadden dus de eerste steen gelegd, 'den Dozje' (burgemeester D'Haese) bouwde hierop voort met 'de charmantste stad van Vlaanderen' en 'Aalst vergeet je nooit'.

In het college van burgemeester en schepenen gevormd eind 2012 na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 moest zij de burgemeesterssjerp doorgeven aan Christoph D'Haese en kreeg ze in een bestuur van N-VA, haar partij CD&V en eerst sp.a, vervolgens SD&P, de schepenportefeuille van Sport, Cultuur, Evenementen, Vrije tijd en Facility. Uyttersprot werd tevens eerste schepen. 

Op haar eigen website was toen te lezen :

>>
Na 6 jaar burgemeester te mogen zijn van Aalst,  werd ik op 02 januari 2013 Eerste Schepen van deze stad met de bevoegdheden Sport, Cultuur, Evenementen & Vrije tijd, Facility, ... 
Met een groot enthousiasme beloof ik me in te zetten voor alle Aalstenaars en de vele verenigingen die Aalst rijk is.
Aalst heeft ambitie en daar ben ik van doordrongen.
Ambities die veel aandacht vragen zijn het realiseren van een aantal projecten die het stedelijk weefsel moeten versterken op sportief en cultureel vlak . En dit tegen de achtergrond van een goeie financiële uitgangspositie.

Waar keuzes worden gemaakt is het belangrijk om dit op een open manier te doen en met het nodige draagvlak. Transparant en op basis van argumenten waar sommige mensen zich in zullen kunnen vinden en anderen juist niet.
De schoonheid van de stad, onze uitstekende ligging en de creativiteit van de Aalstenaars vervullen mij met zoveel enthousiasme dat de komende jaren in Aalst bepalend zullen zijn. Om Aalst op de kaart te zetten, een stad om trots op te zijn.
Als schepen ontmoet ik ontzettend veel mensen: inwoners, verenigingen, studenten, ondernemers, mensen die in onze stad werken en vertoeven, bestuurders in de regio. Dat is veruit het meest fascinerende aan deze job.

Een schepen onder de mensen,

Ilse

<< 

In de carnavalsmiddens werden Ilse en haar team ook 'bekend' omwille van hun soepbedelingen in de dagen voor carnaval. De harde werkers in de carnavalswerkhallen werden vergast op een heerlijke kom dampende ajuinsoep, wat weer wat kracht en moed gaf om verder te werken. Hoewel dit natuurlijk een ietwat 'politieke' actie was, toonde dit toch de verbondenheid aan van Ilse met 'haar' Aalst.
In 2014 werd ze opnieuw uitgeroepen tot 'Bjein Treize'. Opnieuw, want dat was in 2013 ook al het geval. Als schepen van evenementen maakte ze het immers mogelijk voor de losse groepen om zich in te schrijven als erkende carnavalsgroep. De Bjein Treizen vonden trouwens ook dat Ilse 'een toffe vrouw' was, en daarvoor ook eens in de bloemetjes mocht gezet worden.

Dat Ilse altijd een 'bjein treeze' was, met zeer veel empathie voor 'de mens', dat mag duidelijk zijn. Ook buiten 'de carnaval' stond ze altijd klaar voor een babbeltje, en als ze ergens mee bezig was, was ze altijd gemotiveerd ...

Aalst is inderdaad meer dan carnaval. Het is ook de locatie geweest van één van de meest besproken gruweldaden die Belgie gekend heeft : het eindstation van de Bende van Nijvel.
De vader van Ilse, Raymond Uyttersprot, was ten tijde van de drieste overvallen burgemeester van onze stad. Uit het boek 'overlever van de bende' haal ik volgende passage :

"Wanneer ik de burgemeester van Aalst, Ilse Uyttersprot ontmoet, ontdek ik hoe het bendeverhaal ook haar leven heeft bepaald, wat ik nooit beseft had. Haar vader was burgemeester ten tijde van de overval. Dat weet ik nog, want hij kwam me elke week in de kliniek bezoeken. Maar dat hij een jaar later zelf gestorven was, wist ik niet. 'En dat wijt ik aan de bende', vertelt Ilse, destijds een jong meisje van achttien. 'Die overval heeft hem geknakt. Hij is nooit meer dezelfde geworden. Hij heeft nooit kunnen verkroppen dat er in zijn stad een bloedbad met acht dodelijke slachtoffers werd aangericht, en dat hij machteloos stond.
Ik heb hem die nacht zien thuiskomen. Een wrak. Vertrokken, aangedaan. Hij is in de Delhaize binnen geweest toen alles er nog onaangeroerd bijlag : een slagveld.
Als burgemeester was hij ook het hoofd van de politie, en die lag onmiddellijk onder vuur.
Ze hadden zogezegd niets gedaan, maar ze waren de enigen die iets hadden gedaan.  Hij heeft ze dan ook met hand en tand verdedigd' ... "

… "Drie dagen na de overval werd hij 50"
"... Hij is er 51 geworden. Er wordt soms beweerd dat kanker een psychosomatische ziekte is, en in zijn geval geloof ik daar in. De overval had zo'n enorme impact op hem, dat hij niet meer de kracht vond om tegen zijn ziekte te vechten. Onrechtstreeks had de bende ook hem dus geraakt. Hij was collateral damage

Ilse riep een jaarlijkse herdenking in het leven, met een samenkomst op het kerkhof en een receptie in het Capucientje.

De verkiezingen van 2018 kondigden zich veelbelovend aan voor Ilse. Op de website van CD&V Aalst leek het al een uitgemaakte zaak te zijn : zij zou de volgende burgemeester van Aalst worden. Een burgemeester die minder zou inzetten op repressie. 'Je kan niet op elke hoek van de straat een agent neerzetten. We willen de interventie proberen voor te zijn', was één van haar uitspraken.

Na de verkiezingen bleek echter dat D'Haese zijn ambtstermijn zou verlengen als burgemeester, en na de nodige Oilsjterse 'riezje en krakiel' kreeg Ilse volgende bevoegdheden : schepen van sport, cultuur, jeugd, vrije tijd, de Werf cultuurcentrum, onderhoud gebouwen & logistiek, gebouwen & technieken, kerkfabrieken.

Ilse Uyttersprot kwam in 2019-2020 in het nieuws toen haar bevoegdheden sport, cultuur en jeugd haar werden afgenomen nadat er vertrouwelijke info zou gelekt geweest zijn naar de pers.
NVA en Open VLD beschuldigden de schepen van deloyaal en onprofessioneel gedrag en Uyttersprot was niet welkom meer aan de onderhandelingstafel.
Schepen Katrien Beulens nam de honneurs waar voor de CD&V.
Zelfs na het akkoord over de meerjarenplanning 2020-2025, dat er op 10/11 kwam, en wat de aanleiding was voor haar schorsing, bleek dat de schepen haar ambt nog niet terug mocht opnemen. Het kwam zelfs tot een splitsing binnen de CD&V. Schepen Beulens en gemeenteraadslid Van Vaerenbergh stapten uit de partij en bleven de meerderheid in Aalst steunen als onafhankelijken.

De burgemeester, Christoph D'Haese, verklaarde in de pers dat hij niet 'zou laten kapot maken wat er in de voorbije jaren in Aalst werd opgebouwd'. Verder zei hij nog dat het stadsbestuur één hechte ploeg moet zijn.
Uyttersprot verklaarde dat een schepen geen bevoegdheden 'afgepakt' kunnen worden en dat een schepen dus ten allen tijden zijn/haar verantwoordelijkheden voor alles behoudt ... en dus bleef ze naar het schepencollege gaan.
In juni 2020 vroegen de socialisten en de groenen aan de CD&V om eindelijk kleur te bekennen. De schepen was nu reeds 6 maanden haar bevoegdheden kwijt maar volgens de CD&V fractieleider Theo Nsengimana was de partij wel nog steeds een meerderheidspartij. De oppositie wou dus nu stilletjes aan wel weten waar men stond.
Ilse Uyttersprot was intussen ook naar de Raad van State gestapt om daar haar bevoegdheden terug te eisen ...

- zou dus vervolgd worden -

'zou', ... want deze actie werd gewelddadig neergesabeld op 4/8/2020 toen Aalst wakker werd met het gruwelijke nieuws dat Ilse vermoord werd teruggevonden in een appartement aan de Meuleschettestraat te Aalst.

Ongeloof en verbijstering alom ...  Reacties over deze plotse dood stroomden binnen op sociale media en officiële kanalen. Over de partijgrenzen heen wordt afschuw uitgedrukt.

Burgemeester D'Haese vat de gevoelens van Aalst samen :

'Met ontzetting en ongeloof verneem ik zopas het overlijden van Ilse Uyttersprot in dramatische omstandigheden. Bij het horen van het nieuws stond ik aan de grond genageld.
Mijn gedachten gaan in de eerste plaats uit naar de twee kinderen van Ilse en haar naaste familieleden. Zij zullen de komende weken en maanden alle steun kunnen gebruiken. Niemand verdient het om zo jong te sterven. Ik hoop dat de omstandigheden snel worden uitgeklaard en dat de dader passend zal worden gestraft. 
Namens het ganse stadsbestuur en mezelf bied ik de familie en vrienden van Ilse onze gevoelens van medeleven aan. Ik wens hen oprecht veel sterkte toe ... "

De dader, een zekere Jurgen D.,  heeft zichzelf aangemeld aan het politiecommissariaat met de melding 'dat hij zijn vriendin iets aangedaan had'.
De 49-jarige vastgoedmakelaar, liep reeds eerder een celstraf op van 6 maanden met uitstel voor slagen en verwondingen en het stalken van een ex-vriendin.
Hij zou Ilse toegetakeld hebben met een hamer.
Het gaat in elk geval om een 'niet politieke misdaad in de relationele sfeer'. 

Dat Ilse een graag gezien persoon was in Aalst mag blijken uit het voorstel om het nieuwe zwembad naar haar te vernoemen. 
En op 7/10/2020 werd bekend dat ze ook een blijvend eerbetoon krijgt in sportcentrum Schotte. Omdat ze ook hier aan de kar getrokken had om het centrum uit de grond te stampen, krijgt ze een gouden zitje tussen de gele zitjes van de tribune. Op de stoel staat 'bedankt Ilse'. 
Wie een goed doel (de vzw 'Zijn' die zich inzet tegen geweld in alle mogelijke vormen) wil steunen, kan het zitje reserveren, maar de plaats mag niet worden ingenomen. Het gaat over een plaats op de centrale tribune, helemaal bovenaan ... de beste plaats voor een VIP als Ilse die heel vaak in de tribune zat als haar agenda het toeliet.



En volgens 'protocol' zal er ook van haar een schilderij gemaakt worden, dat zal bijgehangen worden in de trappenzaal van de feestzaal. Alle ex-burgemeesters van Aalst hebben daar zo'n portret gekregen, en dat zal dus bij Ilse niet anders zijn. 

Hier de laatste foto van Ilse die ze postte op haar Fb-pagina. Dit gebeurde ter gelegenheid van het jaarlijkse pikkelingenfeest (oogstfeest) in Moorsel een week voor het gruwelijke nieuws.

Yordi Ringoir maakte volgende 'afscheidstekening' die via de sociale media druk gedeeld werd. 



Bronnen:

aalst.cdenv.be
ilse-uyttersprot.be
Wikipedia
FB Ilse Uyttersprot (foto pikkeling : DRA TV - Guy Van Vaerenbergh) )
HLN 4/8/2020
reactnieuws.net
'Overlever van de Bende van Nijvel' door David Van de Steen en Annemie Bulté
TV Oost 19/6/2020

maandag 21 oktober 2019

Burgemeesters van Aalst : 1988 - 2006 Annie De Maght


Antonia (Anny, Annie) De Maght-Aelbrecht (Meldert, 6 juli 1943) is een voormalig Belgische politica voor de PVV, diens opvolger de VLD en vervolgens voor Blauw.

Ze is geboren in de wijk Klaarhaag (eigenlijk Meldert, maar parochiaal Moorsel). Het gezin verhuisde na de oorlog naar Moorsel, en vader Remi belandde in de dorpspolitiek. 
Voor de verkiezingen van 1952 stond hij op de lijst van de Witte Partij en werd hij verkozen als raadslid van Moorsel. Toen hij in 1958 nog een vervolg kon breien aan zijn carriere deed hij dit als schepen van Onderwijs. 

Anny volgde tot haar 11 jaar les aan de zusterschool in Moorsel, en ging daarna op internaat naar Laken om er de richting Grieks-Latijn te volgen aan het Koninklijk Lyceum. 
Na de middelbare school koos ze voor de opleiding regentaat wetenschappen-aardrijkskunde en ging na haar studies als interim aan het werk aande normaalschool van Laken. 
Uiteindelijk werd ze in 1965 aangenomen aan het iinstituut Funck in Brussel. Eerst als interim, maar ze kon blijven en kreeg er een voltijdse opdracht.

Ondertussen leerde ze Alfons De Maght kennen, en ze traden in het huwelijk op 14 mei 1965.
Na het huwelijk verhuisden ze naar Asse, maar uiteindelijk keerde ze toch terug naar haar roots : Meldert.  Het gezin  kreeg twee dochters : Martine en Petra.

Ze ambieerde niet meteen een politieke carriere, na al wat ze had gezien bij haar vader, maar toen ze door Louis D'Haeseleer werd gevraagd om op de provinciale lijst van de PVV te staan, ging ze toch op het aanbod in.
Ze kreeg 1240 voorkeursstemmen en werd zo zelfs eerste opvolger voor de Provincieraad. Toen raadslid Luc Van den Neste hier verdween, werd ze het eerste vrouwelijke provincieraadslid van de PVV.

Bij de verkiezingen in 1972 werd ze verkozen als provincieraadslid.
De populariteit van Anny groeide en ze mocht deze termijn verlengen.
Na het ontslag van eerste minister Leo Tindemans, in 1978 werden er vervroegde verkiezingen georganiseerd, en Anny stond toen op de 1e plaats voor de provincieraadsverkiezingen in het kanton Aalst.
Ze moest toen enkel Raymond Uyttersprot laten voorgaan, maar bleef haar functie als provincieraadslid wel behouden.

Ook bij de verkiezingen van '81, '85 en '87 behaalde ze grote successen, en zo komt het dat ze tot in 1991 in de provincieraad van Oostvlaanderen zou blijven zetelen.

In 1977 werd ze schepen van huisvesting, leefmilieu en grondregie van Groot Aalst. Met Anny werdd er ook steeds maar meer aandacht besteed aan leefmilieu. Zo werd het glas- en papierafval voortaan afzonderlijk opgehaald van het overige huisvuil. 
Ze wisselde de plastieken vuilniszakken in voor papieren exemplaren,, maar moest na protest toch even de klok terugdraaien en terug overgaan naar plastiek.
Ook was ze voor een belasting op verkrotting, maar deze zou er niet komen tijdens haar ambtstermijn.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober 1982 stond ze op de derde plaats op de lijst van de PVV. Zij haalde een goede score, maar het was D'Haeseleer die met de pluimen, en de burgemeestersherp zou gaan lopen. Anny werd voorgedragen als eerste schepen, met de bevoegdheden openbare werken, ruimtelijke ordening en technische dienst.
In deze functie zorgde ze onder andere voor een nieuwe zittribune voor 'den Iendracht'. In mei 1984 werd hiervoor de eerste steen gelegd.

In december 1983 moest Anny burgemeester Uyttersprot vervangen als dienstdoend voorzitter van de gemeenteraad. Tijdens deze gemeenteraad wou ze de oppositie niet aan het woord laten, en de woedende leden van de VolksUnie en de Socialistische Partij verlieden de gemeenteraad.

Als schepen van openbare werken was ze ook betrokken bij de bouw van het cultureel centrum De Werf, de nieuwe feestzaal in de Keizershallen en de heraanleg van de Houtmarkt en de Moorselbaan. Ze kon, wegens besparingen, eigenlijk enkel afwerken wat er voorheen reeds was beslist.
In 1988 stelde ze voor om een ondergrondse parking onder de Hopmarkt te maken, maar dat voorstel kwam er toen niet door;
Toen Raymond Uyttersprot in 1987 werd opgenomen in het ziekenhuis, werd ze vervangend burgemeester. Deze functie werd na het overlijden van de burgemeester verlengd, tot de aanstelling van Marcel De Kerpel in juni 1987.

Ze had echter de smaak te pakken, en voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 werd ze door de PVV naar voren geschoven als lijsttrekker.  Samen met de SP en de Vrije Demokrateen zouden ze een nieuwe coalitie vormen. Anny behaalde het grootste aantal voorkeursstemmen, over alle partijen heen, en ze werd op 1 januari 1989 benoemd als eerste vrouwelijke burgemeester van Aalst.

1989 zou trouwens een woelig jaar worden. Kandidaat prins carnaval van dat jaar, Frank Van Rymenant, liet zich in een interview door Radio Hofstade, enkele uitspraken ontvalllen over Anny.
Zij voelde zich hierdoor persoonlijk aangevallen en het Feestcomité vroeg aan Frank om zijn kandidatuur in tee trekken. De burgemeester besloot zelfs om klacht in te dienen wegens laster en eerroof. De kandidatuur werd niet ingetrokken, en de zaak werd doorgeschoven naar het schepencollege. 
Frank nam uiteindelijk deel aan de verkiezing en werd prins carnaval 1989.
In plaats van de stadssleutel kreeg hij echter een koevoet, met de boodschap 'voor Frank een noodzakelijk gereedschap om niet verder nog allerhande deuren te moeten instampen'. Hij kreeg van de burgemeester ook een pluchen konijn met de boodschap 'een dier met twee lange oren en een dikke nek'

Na de verkiezingen van 1994 kon de coalitie VLD-SP verder gezet worden, en Anny begon aan haar tweede ambtstermijn. Nog nooit kreeg een kandidaat zo veel voorkeurstemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Aalst ... 9307 aub ... men zegge het voort ...


Anny had een heel groot karnavalshart, en kon daardoor natuurlijk rekenen op heel veel sympathie van de carnavalisten. Het is onder haar bestuursperiode dat het prijzengeld voor de groepen omhoog ging, en de carnavalswerkhallen aan de Bergemeersen werden opgebouwd. Het is ook zij die de traditie 'koffiekoeken op woensdagmorgen na carnaval' startte. 
Echter ook een punt van kritiek. Eind 1998 werd beslist door de burgemeester en schepencollege dat er een verbod zou komen op uitgaanswagens in de feestzone. Toen de carnavalisten hiertegen wouden protesteren en het woord wilden nemen tijdens de gemeenteraad in december, werd hen dit geweigerd. Uiteindelijk werden de carnavalisten uit de zaal gezet door de politie.
De Maght koos voor een centrale muziekinstallatie op de Grote Markt. Terug carnavalsmuziek in plaats van 'house'. Voor carnaval van 2000 werd in samenspraak met Tony Swings (prins van dat jaar) beslist om toch 5 pompiers toe te laten op de Markt.

Eind de jaren 90 stevende de Aalsterse basketbalploeg Okapi Aalst af op een faillissement. De Maght wilde de ploeg redden van de ondergang en investeerde in de club. Ze stelde zich persoonlijk garant voor de spelerslonen en ging op zoek naar leningen en schenkingen om de club te redden. De schulden bleven zich echter opstapelen, waarop Okapi Aalst een regeling trof omtrent de steeds groter wordende schuld. De Maght werd daarop door gemeenteraadslid Joos Callebaut beschuldigd van corruptie, omdat ze haar private acties door zou getrokken hebben naar de politiek. De oppositie vroeg haar te kiezen tussen het burgemeesterschap of het beheer van Okapi en Eendracht Aalst.
Ze moest zzich voor de rechtbank van koophandel gaan verantwoorden voor een wisselbrief van 2 000 000 BEF aan Okapi, maar alles bleek uiteindelijk toch in orde te zijn.

In 2000 was De Maght een jaar buiten strijd wegens een hartaderbreuk.
Uiteindelijk kon ze toch de eed afleggen op 16 februari 2001.

Men bleef echter met twijfels zitten omtrent het Okapi-verhaal en er kwamen parlementaire vragen over haar eedaflegging. Minister van binnenlandse zaken Antoine Duquenne antwoordde dat er geen officiele vraag was gekomen over de parlementaire onschendbaarheid van Anny en dat er in het belang van de stad niet langer kon gewacht worden op de benoeming van een burgemeester.
Case closed dus.


Het resultaat van de verkiezingen van 2004 was voor de VLD absoluut geen succes. Sinds lang waren ze niet meer de grootste partij in Aalst, en de Aalsterse VLD-voorzitter Michel De Gols wees hiervoor met een beschuldigende vinger naar Anny De Maght. De VLD Aalst belegde hierop een spoedvergadering, waarop beslist werd om Anny De Maght nog te blijven steunen voor de huidige bestuursperiode, waarin ze nog tot 2006 burgemeester van Aalst was voor de VLD. In werkelijkheid was de partij nog meer verdeeld, met langs de ene kant Anny De Maght en aan de andere kant Michel De Gols

Uit onvrede met de lijstsamenstelling in Oost-Vlaanderen voor de Vlaamse verkiezingen van 2004 stapte zij uit de VLD. De Maght kreeg een derde plaats op de kieslijst aangeboden, maar ging niet akkoord met de opvolger op de vierde plaats. De Maght vond dat dit een Aalstenaar moest zijn. Eind december 2005 startte De Maght de beweging Blauw, die zich afzette tegen de interne vetes bij de VLD. Op 1 april 2006 schrapte VLD De Maght uit de partij.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 kwam zij in Aalst op met deze scheurlijst Blauw. Ze kreeg het meeste aantal voorkeurstemmen van alle Aalsterse kandidaten, maar belandde wel in de oppositie. Ze nam wel 5 zetels van de VLD af, die opvallend minder goed scoorde. Op 19 december 2006 besliste ze, na een tweede hartoperatie in november, haar politieke loopbaan stop te zetten.

In juli 2011 werd bekend dat haar partij Blauw en Open Vld opnieuw de krachten bundelden, en dit na een samenwerking met lijst Dedecker in 2007.

Op 11 juni 2004 werd zij benoemd tot commandeur in de Leopoldsorde. Anny De Maght werd vaak een sociaal-liberaal genoemd.

Haar loopbaan binnen het Vlaams parlement : 


Fracties


VLD (13 juni 1999 - 12 juni 2004)

VLD (21 mei 1995 - 12 juni 1999)

VLD (15 november 1992 - 20 mei 1995)

PVV (7 januari 1992 - 14 november 1992)


eresecretaris van het Vlaams Parlement (sinds 22 juli 2004)

Vlaams volksvertegenwoordiger Kieskring Aalst-Oudenaarde (13 juni 1999 - 12 juni 2004)


Bureau (secretaris 13 juli 1999 - 6 juli 2004)

Uitgebreid Bureau (secretaris 13 juli 1999 - 12 juni 2004)

Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening (plaatsvervangend lid 27 september 1999 - 12 juni 2004)

Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie (plaatsvervangend lid 27 september 1999 - 12 juni 2004)

Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid (vast lid 27 september 1999 - 12 juni 2004)

Commissie voor Reglement en Samenwerking (vast lid 27 september 1999 - 12 juni 2004)

Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie (lid 27 september 1999 - 21 mei 2001)

Informatieve Commissie ad hoc (dioxinecrisis) (plaatsvervangend lid 29 juli 1999 - 20 september 1999)


Vlaams volksvertegenwoordiger Kieskring Aalst-Oudenaarde (21 mei 1995 - 12 juni 1999)


Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud (vast lid 4 juli 1995 - 12 juni 1999)

Werkgroep Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen (vast lid 7 februari 1996 - 12 juni 1999)

Commissie ad hoc Armoede en Uitsluiting (vast lid 28 januari 1997 - 20 april 1998)

Werkgroep Gelijke Kansen en Emancipatie (vast lid 4 juli 1995 - 6 februari 1996)

Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie (lid 4 juli 1995 - 24 oktober 1995)


Lid Vlaamse Raad (7 januari 1992 - 20 mei 1995)


Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud (plaatsvervangend lid 10 juni 1992 - 20 mei 1995)

Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken (plaatsvervangend lid 5 mei 1994 - 20 mei 1995)

Werkgroep Vrouwen (vast lid 20 februari 1992 - 20 mei 1995)

Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud (vast lid 21 januari 1992 - 9 juni 1992)



Bronnen:

De Standaard 5 september 2006


Burgemeesters van Aalst : 1987 - 1988 Maurice De Kerpel

Amedé Maurice De Kerpel (Erpe, 29 augustus 1927 – Aalst, 28 september 2013) was een Belgisch ambtenaar, syndicalist en politicus voor de CVP.

Hij was gehuwd met Malvina De Neve, en samen kregen ze een zoon.

De Kerpel doorliep zijn middelbare studies aan het Sint-Maartencollege en studeerde vervolgens administratieve wetenschappen aan het Provinciaal Handelsinstituut van Gent. Hij werd beroepshalve ambtenaar bij de RTT. Tevens was hij syndicaal vrijgestelde bij de Christelijke Centrale voor Communicatie en Cultuur (CVCC) van het ACV en was achtereenvolgens nationaal secretaris, algemeen secretaris en algemeen voorzitter van deze vakcentrale.

Hij werd politiek actief voor de CVP en werd voor deze partij van 14 april 1987 tot 1994 gemeenteraadslid van Aalst.

Hij werd in 1987 aangesteld als burgemeester van deze stad in opvolging van de overleden Raymond Uyttersprot na een opvolgingsstrijd binnen de Aalsterse CVP met NCMV-kandidaat en volksvertegenwoordiger Ghisleen Willems.

Hij werd aangeduid om enerzijds de ambtstermijn van burgemeester Uyttersprot verder te zetten tot bij de gemeenteraadsverkiezingen, en dan later te fungeren als lijsttrekken voor de volgende bestuursperiode.

Ghisleen Willems, kandidaat van het NCMV en de Middengroepen kon zich akkoord verklaren met het burgemeesterschap van senator De Kerpel tot zowat het midden van de komende bestuursperiode. Dan zou volgens Ghisleen een burgemeesterswissel moeten plaatsvinden. Zo ver is het echter niet gekomen …

 Na de zitting van het partijbetuur dat met bijna 100 leden bijna volledig aanwezig was, deelde Herman Goossens die als CVP fraktieleider voorzitter Maurice voor de zitting verving (vermits hij belanghebbende partij was) het verloop van de besprekingen mee.

Nadat schepen Chris Borms van haar kandidatuur had afgezien bleven dus enkel nog de twee Aalsterse CVP parlementairen in de running.

Beide kandidaten kregen de gelegenheid om zich voor te stellen en om hun kandidatuur te motiveren.

Het ACW was van oordeel dat, volgens de vroeger gemaakte afspraken, de opvolger van de overleden burgemeester  moet komen uit de eigen ACW rangen. Het NCMV echer was van mening, dat de eal te kleine aanwezigheid (of beter gezegd : afwezigheid) van de NCMV strekking in het college zou moeten omgebogen worden.

Geen van beide kandidaten wilde zich terugtrekken, zelfs na vergeefse pogingen. Uiteindelijk werd, wegens gebrek aan een akkoord, overgegaan tot een stemming.

Gezien de klok reeds na middernacht aan het gaan was, bleven nog 78 leden over voor de stemming.
Eén blanco, 61 stemmen voor Maurice en 16 aan Ghisleen.


De senator haalde het dan ook vlotjes met 78 % van de stemmen.

Het mandaat van burgemeester oefende hij uit tot de gemeenteraadsverkiezingen van 1988.

Hij kweet zich dus bijna twee jaar van zijn taak, maar men kon niet voorkomen dat daarna met De Maght de liberalen de burgemeester aanleverden. De christendemocraten verdwenen bijna 20 jaar naar de oppositiebanken.

Vervolgens was hij van 1989 tot 1994 CVP-fractieleider in de gemeenteraad nadat de partij in de oppositie belandde. Van 1981 tot 1987 zetelde hij bovendien ook in de Senaat als provinciaal senator van Oost-Vlaanderen. In de Senaat was hij lid van de commissies Binnenlandse Zaken en Onderwijs en Wetenschap. Tevens was een tijdlang Oost-Vlaams provincieraadslid.

Aalst heeft na het overlijden van De Kerpel nog maar twee levende oud-burgemeesters. Dit zijn Anny De Maght (Open VLD) en huidig schepen Ilse Uyttersprot (CD&V)

"De Kerpel was de fractieleider van onze partij toen we in de oppositie zaten. Ik zat toen samen met hem in de gemeenteraad. Hij was een verstandig man en voelde zich volledig thuis in de nationale politiek", blikt Ilse Uyttersprot terug.

Chris Borms was schepen tijdens de bestuursperiode van De Kerpel. Zij maakte de opvolging van Raymond Uyttersprot van op de eerste rij mee.

"De CVP mocht de burgemeester leveren en daar had het ACW het toen voor het zeggen. ACW-verbondssecretaris Clement Prieels wou senator worden. Dat kon als De Kerpel burgemeester werd van Aalst. Dat is de reden waarom de overleden Raymond Uyttersprot niet werd opgevolgd door een Aalsterse schepen", weet Borms.


Bronnen

Wikipedia
cdenv.be
De Voorpost 3 april 1987

Burgemeesters van Aalst : 1982 - 1987 Raymond Uyttersprot

Raymond Clemens Uyttersprot (Moorsel, 12 november 1935 - Gent, 22 maart 1987) was een Belgisch politicus voor de CVP. Hij was burgemeester van Moorsel en van Aalst.



Raymond was gehuwd met Suzanne Moortgat, waarmee hij één dochteer had. Deze dochter zou later ook nog burgemeester van Aalst worden.

Hij volgde lager onderwijs in de dorpsschool van Moorsel, waarna hij voor zijn middelbare studies naar het Atheneum van Aalst ging. Raymond begon zijn werkcarriere als opsteller bij het Bestuur van de Posterijen.

Hij was heel aktief bij de Katholieke Arbeidersjeugd, en liet zich door Wim Verleysen en Paul Claus overtuigen om eens een vergadering van de CVP bij te wonen. Zo gezegd, zo gedaan, en daar bleef het dan ook niet bij. In het kader van een verjongingscampagne werd hij in 1961 voorzitter van de CVP Moorsel.

In 1962 werd hij ook voorzitter van de Harmonie St Cecilia.

In  1964 wou de CVP (toen in de opositie), de bestaande coalitie breken, en ze schoven  Raymond naar voor als kandidaat burgemeester.  Ze behaalden een mooie uitslag, en zo werd Raymond  één van de jongste burgemeesters van Belgie. Hij was toen 29 jaar.

Zij job als opsteller kon hij niet meer verenigen met het ambt van burgemeester, en hij werd ambtenaar aan het Ministerie van middenstand.

Bij de verkiezingen in 1970 behaalde  de CVP een absolute meerderheid in Moorsel, en Raymond mocht dus ook zijn taak als burgemeester verderzetten. Hij haalde toen 1600 van de 3000 voorkeursstemmen.

Onder zijn bewind werden heel wat wegenwerken uitgevoerd in Moorsel, maar ook de hele infrastructuur werd grondig onder handen genomen.

Zijn plannen voor een intercommunaal zwembad werden tegengehouden door de gemeenten Wieze en Meldert, maar de verlichting, de waterleidingen en het kerkhof kregen wel een grondige opknapbeurt.

Ook in 1978 kwam Raymond als winnaar uit de bus. Hij werd de meest populaire kandidaat van het district Aalst. En het ging maar door. Ook in 1981 en 1985 was hij opnieuw lijsttrekken voor de provincie, en opnieuw ging hij met de meeste stemmen lopen.

In 1984 stond hij op de achtste plaats bij de Europese verkiezingen, en met maar liefst 20126 voorkeurssteemmen in het arrondissement Aalst boekte hij opnieuw een enorm persoonlijk succes.

Het was in 1975 dat de Belgische regering op de proppen kwam met grootschalige fusies tussen verschillende gemeenten. Ook de regio Aalst zou hier niet van gespaard blijven, en het zouden acht gemeenten zijn (waaronder dus ook Moorsel) die zouden samensmelten met de stad Aalst.

Raymond nodigde de collega-burgemeesters van de betrokken gemeenten uit, en samen zouden ze een gemeenschappelijk standpunt innemen tegenover deze plannen.

Ze organiseerden onder andere een protestmars richting Aalst. Het was een groep van 1300 mensen die op de Grote Markt van Aalst verwelkomd werden door de toenmalige burgemeester De Bisschop.

In de betrokken gemeenten werden ook zwarte vlaggen uitgehangen, maar het hielp allemaal niets. De fusieplannen werden doorgezet en vanaf toen was er dus sprake van ‘Groot Aalst’.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1976 was het bang afwachten. Raymond stond op de 3e plaats op de CVP lijst, maar gezien het de eerste verkiezingen waren na de fusie, was het dus helemaal niet zeker dat hij ook in Groot Aalst zou ‘scoren’.

Raymond haalde opnieuw een goed persoonlijk resultaat. Hij kreeg 4270 voorkeurstemmen achter zijn naam, waarmee hij opnieuw de populairste kandidaat binnen zijn partij werd. Hij moest enkel Louis D'Haeseleer van de PVV (9099 stemmen) en Bert Van Hoorick van de BSP (4377 stemmen) laten voorgaan.

De PVV vormde een coalitie met de BSP en de VU, waarbij Louis D'Haeseleer burgemeester werd. Hierdoor kwam de CVP in de oppositie terecht, wat voor Raymond Uyttersprot een nieuwe ervaring was. Raymond werd door zijn partij als ondervoorzitter van de fractie aangesteld, naast voorzitter Ghisleen Willem.
Raymond liet zich meteen gelden als een erg aktief oppositielid met een enorm goede dossierkennis. Hij pleitte onder meer voor een hervorming van het gemeente onderwijs en meer groen langs de wegen.


Hij was ook sterk gekant tegenover het personeelsbeleid van de stad, en onderzocht alles tot op de bodem. Hij werd dan ook specialist personeelszaken, en stelde in 1978 het systeem van ‘glijdende werkuren’ voor voor het stadspersoneel. Een voorstel dat in 1980 ook werd uitgetest in de praktijk.

Doordat hij zo aktief was, kreeg hij al gauw de bijnaam ‘kampioen van de interpellaties’

In 1982 werd Raymond Uyttersprot aangeduid als lijsttrekker voor de CVP bij de gemeenteraadsverkiezingen. De CVP verloor hier toen wel 2 zetels, maar samen met de PVV, dat ook zetels verloren had, bereikte Uyttersprot toch een bestuursakkoord met een meerderheid van 23 op 41 zetels. Hij  haalde bij de verkiezingen wel opnieuw een goed persoonlijk resultaat, en werd opnieuw uitgeroepen tot de populairste van zijn partij met 4917 voorkeurstemmen. Enkel Marc Galle van de SP kreeg meer stemmen (6062 stemmen).

Burgemeester D'Haeseleer van de PVV scoorde niet zo goed; hij viel terug van 9099 stemmen in 1976 naar 3824 stemmen. Door het slechte resultaat van de burgemeester, maakten de CVP en Uyttersprot aanspraak op het burgemeesterschap.

Raymond, die ondertussen 47 jaar was, beloofde op een persconferentie een beleid te zullen voeren waarbij soberheid, reorganisatie en dienstverlening in de deelgemeenten de kernthema's zouden zijn.

Vanaf 1 januari 1983 zou Raymond dus de tweede burgemeester van Groot-Aalst worden, maar Willy Alloo (VolksUnie) stak wel stokken in de wielen...

Hij was er namelijk van overtuigd dat er iets niet klopte aan zijn persoonlijke verkiezingsuitslag. Hij scoorde overal goed, behalve in drie kiesbureau's, wat voor Alloo een reden was om naar de gouverneur te stappen. De gouverneur wees het bezwaarschrift van Alloo echter af, waarop deze laatste  nog een stapje verder ging richting de Raad van State. Dit had echter wel gevolgen voor de coalitievorming in Aalst. Zolang er geen uitspraak was van de Raad van State, kon het nieuwe stadsbestuur niet in werking treden en was Raymond dus nog geen burgemeester op 1 januari 1983.

De Raad van State sprak zich uiteindelijk uit in februari 1983 en keurde de verkiezingsuitslag in Aalst goed. Raymond kon hierdoor van start gaan met zijn nieuwe bewindsploeg na carnaval. Op carnavalsmaandag, 14 februari, legde Raymond de eed af bij de gouverneur als burgemeester van Groot-Aalst.

Door dit uitstel had Raymond wel hét belangrijke evenement in Aalst, de carnaval raadszitting '83 als burgemeester moeten missen, waardoor hij de stadsleutel niet kon overhandigen aan Prins Carnaval Balou I. Op de carnaval raadszitting werd wel de draak gestoken met de hele situatie. Op de plaats waar waarnemend burgemeester Eddy Monsieur zat, had men een naambordje geplaatst met daarop 3 namen 'D'Haeseleer/Monsieur/Uyttersprot'. Kamiel Sergant had op de raadszitting wel al een cadeau voor toekomstig burgemeester Uyttersprot. Hij overhandigde aan Raymond drie kleine speelgoedpaarden, zodat hij beter door de Moorselbaal richting Aalst zou raken. Daarnaast had hij ook een das voor Raymond, opdat hij deftig gekleed zou zijn tussen alle andere schepenen. Kamiel had ook een lied gemaakt over Raymond met de titel 'O, Remongsken'. 


De carnaval raadszitting werd nog afgesloten met het spel 'Wie van de 3', waarbij er gezocht werd naar de echte burgemeester tussen het trio D'Haeseleer (die afwezig was), Monsieur en Uyttersprot..

Op 9 november 1985 vond in de Delhaize van Aalst de  bloedige overval van de Bende van Nijvel plaats.  Maar liefst 8 dodelijke slachtoffers vielen er toen te betreuren.

Voor burgemeester Uyttersprot was dit een erg bewogen dag, die hem voor altijd zou bijblijven. Raymond was aangeslagen en voelde zich machteloos. Hij had die avond de bloederige ravage in de Delhaize aanschouwd en moest de nationale en internationale pers te woord staan.

Hij kon het moeilijk verkroppen dat er in zijn stad een bloedbad met acht slachtoffers had plaatsgevonden. Er werd ook enorm veel kritiek geuit op de politie, waarvan Raymond als burgemeester uiteraard het hoofd was. Raymond heeft de Aalsterse politie steeds verdedigd, want zij hadden volgens Raymond als enige iets gedaan die avond.

Hij ging de slachtoffers bezoeken in het ziekenhuis en legde zijn gemeenteraad een minuut stilte op ter nagedachtenis van de slachtoffers. Het drama had Raymond getekend.

Eind 1986 werd schepen van financiën Robert De Pauw ziek, waardoor hij tijdelijk vervangen moest worden. De taken van schepen De Pauw werden hierop overgenomen door Raymond, waardoor hij de opmaak van de begroting moest afwerken en verdedigen. Raymond bracht deze taak tot een goed einde, want de begroting had deze keer een overschot van 315 miljoen frank. Na deze drukke periode waren bij Raymond wel enkele tekenen van vermoeidheid waar te nemen op de gemeenteraad eind januari. Maar er was meer aan de hand... 


Raymond werd opgenomen in het ziekenhuis in Aalst, waar kanker vastgesteld werd.

Ondanks zijn ziekte wilde hij vanuit het ziekenhuis zo veel mogelijk blijven doen in zijn functie als burgemeester. Verschillende schepenen kwamen langs in het ziekenhuis om overleg te plegen met de burgemeester en documenten te laten ondertekenen. De toestand van Raymond ging echter achteruit en hij werd overgebracht naar het ziekenhuis in Gent. Tijdens carnaval 1987 was hij de grote afwezige en menig carnavalist was met zijn gedachten bij Raymond, die in Gent aan het vechten was voor zijn leven.
Hij overleed uiteindelijk in het ziekenhuis van Gent op 22 maart 1987, op amper 51 jarige leeftijd.


Zijn dochter, Ilse, zou later in zijn voetsporen treden, en zou burgemeester van Aalst worden tussen 2007 en 2012.

In 2011 kreeg Ilse de vraag van carnavalsgroep ‘Noig’ voor eerherstel. Het was haar vader die de groep tijdens de stoet van 1984 een pv gegeven had wegens openbare zedenschennis. Ze werden toen uit de maandagstoet gezet, wegens hun parodie op een beslissing van de toenmalige schepen van cultuur, die een voorlichtingsboek uit de rekken van de bibliotheek liet halen. Het ging om het boek ‘het land Coita’, dat de pubers op een speelse manier in aanraking zou moeten brengen met sexualiteit.

De groep nam de gebeurtenissen, waarbij Ilse zich geconfronteerd zat met een eigen sexfilmpje in het Spaanse Navarra (het zogenaamde ‘torenpoeperschandaal’) bij de hand en ‘promoveerde’ haar hierdoor tot ‘medestander’. Jacquy De Pauw, één van de boegbeelden, vroeg via brief om eerheerstel, om de teruggave van de in beslag genomen kostuums, en een geldprijs met intresten.
Om hun goede wil te tonen, hebben ze de burgemeester trouwens ook het meterschap aangeboden van de groep.


Bronnen :

Wikipedia
HLN 26/8/2011
De Voorpost 3/4/1987
aalst.cdenv.be
europeana.eu
advn.be
foto : de Gazet van Aalst 13/8/1982

Burgemeesters van Aalst : 1976 - 1982 Louis (Lodewijk) D'Haeseleer

Louis Benoit D'haeseleer (Haaltert, 20 oktober 1911 - Aalst, 12 augustus 1988) was een Belgisch politicus voor de LP en diens opvolger de PVV.

Louis groeide op in een landbouwersgezin en verhuisde na de Eerste Wereldoorlog met zijn familie naar de Verenigde Staten. Hij liep er school aan de Eastern High School te Detroit en werkte er na zijn studies in een bank. Op 20-jarige leeftijd keerde hij terug naar België, en hij studeerde vervolgens aan het Provinciaal Handels- en Taleninstituut te Gent. Daar behaalde hij het diploma van politieofficier. Vervolgens werd hij secretaris van de liberale ziekenbond Edouard Pécher. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij secretaris van de ACLVB.

Van 1949 tot 1976 zetelde hij voor het arrondissement Aalst in de Kamer van volksvertegenwoordigers, waar hij van 1961 tot 1974 quaestor was. 
Een quaestor is een gekozen publieke vertegenwoordiger die toezicht hield over de schatkist en de financiën van de Romeinse republiek, alsook over het leger en de officieren. Het ambt dateert nog uit de koningstijd van Rome en zou door Publius Valerius Publicola zijn ingesteld. Tegenwoordig gebruikt men de term nog voor 'penningmeester'.

Tevens werd hij in 1946 verkozen tot gemeenteraadslid van Aalst, waar hij van 1952 tot 1958 schepen en van 1977 tot 1982 burgemeester was. 
Bovendien was hij van 1946 tot 1949 ook nog provincieraadslid van Oost-Vlaanderen en van 1974 tot 1976 Staatssecretaris voor Openbaar Ambt in de Regering-Tindemans I. 

Van december 1971 tot eind 1976 had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap. Tevens was hij de voorzitter van de Liberale Sociale Werken van Aalst en van 1966 tot 1967 voorzitter van het Liberaal Vlaams Verbond (LVV).

Hij overleed ten gevolge van een hartaanval in de Onze-Lieve-Vrouw-kliniek te Aalst. 

Louis was ridder, officier en commandeur in de Leopoldsorde, ridder in de Orde van Malta, grootkruis in de Orde van Leopold II en erekadet van de arbeid. 

De uitvaartplechtigheid vond plaats in de Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopnemingskerk te Nieuwerkerken.

Zijn dochter Diane D'haeseleer en schoonzoon Willy Van Renterghem waren ook politiek actief voor 
de PVV.


Bronnen:

liberaalarchief.be
G.Coppens, G.Van den Eede, de geschiedenis van de liberale partij te Aalst 1846-2002'
Vlaamsparlement.be





Burgemeesters van Aalst : 1971 - 1976 Marcel De Bisschop


Marcel De Bisschop (Aalst, 3 augustus 1907 - Aalst, 15 juli 1991) was een Vlaamse politicus voor de CVP.

Hij was de zoon van een in Aalst goed gekende nijveraarsfamilie. Zijn vader was de eigenaar van de overbekende ijzerhandel 'De Bisschop', die ondertussen jammer genoeg ook verdwenen is uit het straatbeeld.

Marcel ging eerst naar het Sint Maarteninstituut, maar men raadde vader Louis aan om hem naar het Jezuïetencollege te laten gaan. Marcel voltooide zijn middelbare studies aan het Sint Jozefscollege en daarna trok hij richting Gent om er farmacie te studeren aan de Rijksuniversiteit. Dat was in 1926.

Marcel koos voor de franstalige afdeling van de universiteit om er op die manier de 'Nolfbarak' te saboteren. De 'Nolfbarak' was een spotnaam voor de universiteit, naar de minister die de tweetaligheid van de universiteit in een wet gegoten had.  Marcel ging daar dus tegen in, en zijn professoren probeerden hem toch op andere gedachten te brengen en hem te laten kiezen voor de vlaamstalige afdeling ... Marcel weigerde.

Vlaamsgezinde Marcel was dan ook een groot voorvechter van de vernederlandsing aan de universiteit.

Eind jaren '20 leidde zijn vlaamsgezindheid zelfs tot een vechtpartij, toen hij met zijn vrienden tijdens een optreden op de Grote Markt hun pet ophielden tijdens het spelen van de Brabançonne.

Zijn studies moesten even 'on hold' gezet worden voor zijn militaire dienst, die hij volbracht in Mariakerke.

Uiteindelijk studeerde hij af, met onderscheiding, en werd hij assistent van professor Gautot. Daarna werd hij apotheker bij de socialistische mutualiteit, en van 1936 tot 1944 was hij apotheker in de gevangenis van Vorst.

In 1938 was Marcel sergeant in het leger, waarna hij nog verder doorgroeide tot onderluitenant en luitenant. In januari 1940 werd hij gemobiliseerd als reserveofficier en was hij gekazerneerd in Antwerpen. Hij keerde terug naar Aalst, dat het hoofdkwartier werd van de gezondheidsdienst, om vervolgens richting Diksmuide te trekken.

Na de overgave keerde Marcel terug naar Aalst, waar hij een tijd in de Pupillenschool vastzat. Op verzoek van de toenmalige politiecommissaris werd toch Marcel vrijgelaten door de Duitsers, waarna hij werd ingeschakeld bij het Rode Kruis.

Toen hij tijdens de oorlog zijn werk in de gevangenis van Vorst hernam, gaf hij brieven door van de gevangenen, waardoor hij zonder het eigenlijk zelf te beseffen een belangrijke schakel werd in de verzetsgroep 'Groep G'.
Marcel was ook actief bij de Civiele Luchtbescherming in Aalst. 

In 1944 werd Marcel, gesteund door de socialistische partij, apotheker aan het Stedelijk Hospitaal in Aalst. Na de oorlog werd hij een paar dagen in verzekerde bewaring genomen, maar hij op bevel van de procureur werd Marcel weer vrijgelaten. Er werd gezegd dat Marcel nauwe kontakten zou gehad hebben met de collaboratie, omwille van zijn voorliefde voor de Vlaamse beweging.

Marcel hervatte na zijn vrijlating zijn job in het ziekenhuis, maar in 1945 werd hij er toch gedwongen om ontslag te nemen.

Hierop startte hij zijn eigen apotheek in de Gentsestraat (nummer 41). In 1952 verbond hij zijn apotheek aan de Christelijke Mutualiteit.


Maar Marcel kennen we natuurlijk het best als burgemeester van Aalst.

Hij was, zoals kan blijken uit al het voorgaande, een gekende figuur in Aalst, zeker al omdat hij deel uitmaakte van verschillende verenigingen. 'Het Vlaamsch Kruis', 'de Bond voor Luchtbescherming', 'De Fotografische Kring' en 'De Vlaamsch Nationalistischen Studiekring "De Vriendschap"'. 
Daarnaast was hij ook nog voorzitter van de Koninklijke Fanfare "Kunst en Vermaak", voorzitter van De Vereniging der Aalsterse Komische Groepen en mede-oprichter van de Draeckenieren.

Toen de stad ermee dreigde om enkele groepen uit de stoet te weren, kwam Marcel in 1957 op het idee om de Vereniging voor Aalsterse Komische Groepen op te richten. Binnen deze organisatie werden de Aalsterse carnavalsgroepen verenigd, om zo sterker te staan tegenover het stadsbestuur. Hij werd aldus voorzitter van het eerste echte carnavalsverbond. De groepen die bij dit verbond aansloten, zouden enkel in Aalst in de stoet te zien zijn, waardoor 'de Jacquetten' en 'de Aalsterse Gilles' dus niet konden deelnemen. Ook 'De Sloebers' maakten geen deel uit van het carnavalsverbond, omdat ze van zichzelf zegden dat ze een dramatische groep waren in plaats van een komische groep.   

De CVP (Christelijke Volkspartij) zag dat Marcel heel druk bezig was in het verenigingsleven, en wou hem dan ook persé in de politiek betrekken.
Hij kwam in 1958 op voor de gemeenteraadsverkiezingen, en met ongeveer 1 500 voorkeurstemmen werd Marcel ook meteen verkozen als gemeenteraadslid voor de CVP. 
Hij was in die tijd ook voorzitter van de CVP-afdeling van het Volksplein. 


De burgervader stond ook gekend als een échte karnavalist, en maakte sinds 1959 deel uit van het feestcomité, in de functie van 'feestbestuurder'. Hij werd door sommigen zelfs beschouwd als opvolger van Alfred Kelders. Hij was trouwens ook 'stichtend' lid van de Draeckenieren.
Als medestichter was hij zelfs ooit het enige lid van de "Kaiserlycke Souvereine Caemere der Draeckenieren tot Aelst". In de statuten van de vereniging staat namelijk vermeld dat politici geen deel kunnen uitmaken van het bestuur van de Draeckenieren.
En aangezien Marcel de enige politicus was van de bende, hebben ze van hem dan maar een ‘gewoon’ lid gemaakt, terwijl alle overige Draeckenieren een bestuursfunctie hadden.
Hij was dus het enige ‘gewone’ lid van de vereniging.

Onder zijn leiding als 'feestbestuurder' werden enkele veranderingen ingevoerd. Zo werd de stoet ingekort, omdat de toeschouwers na het bekijken ervan, nog wat tijd (en goesting) zouden hebben om nog iets te gaan drinken in de cafés. In 1960 werd dan ook de ajuinworp ingevoerd naar een idee van Jules Boelens. Marcel wou van carnaval opnieuw een evenement maken dat tot ver over de grenzen bekend zou zijn. Ondanks het verdwijnen van de Vereniging der Aalsterse Komische Groepen begin jaren '60, bleef Marcel opkomen voor de Aalsterse carnavalsgroepen. Zo ijverde hij eveneens voor een werkhal voor de carnavalsgroepen en kwam begin de jaren '60 met het idee op de proppen om de Couverture ter beschikking van de groepen te stellen. Schepen Benoni Ringoir vond dit een goed idee en kocht het gebouw van de Couverture voor de stad aan. De Couverture werd gebruikt als stadsfeestzaal, maar ook de carnavalsgroepen konden er terecht om hun wagen op te bouwen.  

Omwille van zijn drukke politieke agenda nam hij eind van dat jaar ontslag als feestbestuurder, een functie die hij in 1965 echter opnieuw zou opnemen.


In 1961 ging het nog een politiek trapje hoger, en werd hij verkozen tot voorzitter van de Aalsterse CVP.
Vier jaar later, in 1965, werd hij door zijn partij ook aangeduid als eerste plaatsvervanger voor de Senaat. Marcel werd toen met maar liefst bijna 90% van de stemmen in 1969 opnieuw verkozen tot voorzitter van de CVP Aalst. Marcel was daarnaast ook actief binnen het A.C.V.-L.B.C. (Algemeen Christelijk Vakverbond).

Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 werd een enquête gehouden bij de Aalsterse jeugd over wie zij het liefste burgemeester zagen worden. De Bisschop kwam samen met Bert Van Hoorick, Louis D'Haeseleer, Frans De Brul en Benoni Ringoir uit de bus als de belangrijkste kandidaten. Tijdens zijn verkiezingscampagne pleitte Marcel onder meer voor meer en betere sociale woningen, een 'open' politiek en een opwaardering van Aalst als centrumstad.

Bij de coalitievorming na de verkiezingen werd al vlug een akkoord bereikt tussen de CVP en de BSP (Belgische Socialistische Partij). Hierbij zou Van Hoorick het burgemeesterschap krijgen en De Bisschop het voorzitterschap van de K.O.O. (Kommissie voor Openbare Onderstand - voorloper van het OCMW). 
De socialisten en de katholieken hadden dat jaar de verkiezingen gewonnen (respectievelijk met 8994 en 9576 stemmen) en men wou een voorbeeld stellen door naar het volk te luisteren. 
De Bisschop kreeg 1 467 voorkeurstemmen achter zijn naam, maar de socialist Van Hoorick behaalde er maar liefst 3 579. Hierdoor werd Marcel de 3de populairste politicus in Aalst. Tweede in het rijtje werd zijn partijgenoot Henri Van der Veken met 2 711 stemmen. 
Een maand na het akkoord, brak de CVP echter met de socialisten, en wou zelf het burgemeesterschap invullen. Hiervoor hadden ze gesprekken gevoerd met de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV - de liberalen) en de VolksUnie (VU - Vlaams-Nationalisten). Een nieuwe coalitie werd dus gevormd, en de socialisten werden buiten spel gezet. Marcel werd naar voren geschoven als kandidaat burgemeester, en zo kwam het dat hij op 9 februari 1970 de eed kon afleggen als kersvers burgemeester van Aalst bij de gouverneur. 

Marcel noemde zichzelf een non- conformist" en werd als burgemeester al gauw een buitenbeentje tussen alle andere 'ernstige politici'. Hij was echter heel erg geliefd bij het volk omwille van zijn humor, gulheid en edelmoedigheid. 

Bij de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen in 1976 werd Marcel aanvankelijk door de CVP naar voor geschoven als lijsttrekker, maar uiteindelijk werd hij lijstduwer en mocht Van Der Veken de lijst van de CVP aanvoeren. Marcel zou zichzelf niet meer opvolgen als burgemeester.. Het werd Louis D'Haeseleer (PVV). Marcel zetelde (met 2 393 stemmen) wel opnieuw in de gemeenteraad, en dit in de Leefmilieuraad.

In 1977 gingen Jackie D'Herde, Odilon Mortier, Jos De Geyter en Marcel naar het Bulgaarse Gabrovo om hen ook daar te laten kennis maken met carnaval. Dit zou meteen ook het begin zijn van een echte vriendschapsband tussen beide steden. Tijdens de jaarbeurs van 1982 werd een Bulgaarse avond georganiseerd, die opgeluisterd werd door enkele Bulgaarse folkloregroepen. Een kostuum van de Aalsterse Gilles werd geschonken aan het museum van de satire in Gabrovo. 

In 1978 werd Marcel De Bisschop, na het ontslag van Gilbert Bourlon, en op vraag van burgemeester Louis D'Haeseleer verrassend de nieuwe schepen van Feestelijkheden, Middenstand en Economische expansie. Hiervoor moest hij wel overstappen naar de PVV. De breuk tussen Marcel en de CVP had eigenlijk niemand zien aankomen, al had hij zich in de gemeenteraad wel al een paar keer als onafhankelijke opgesteld. De overstap van de CVP naar de PVV viel uiteraard niet bij iedereen in goede aarde, en zelfs binnen de PVV reageerde men vol ongeloof.

In een artikel in De Nieuwe Gazet van Aalst werd Marcel hard aangepakt hiervoor, en men eiste zijn onmiddellijk ontslag. "Gij zijt te ver gegaan, Marcel. Gij hebt politiek met carnaval verward. Gij moogt veel aan uw laars lappen, maar niet de regels van de democratie, gelijk een echte bisschop. Toen 2 393 kiezers u in 1976 opnieuw naar de gemeenteraad stuurden, hebt gij een opdracht ontvangen, en ze aanvaardt maar misbruikt. Zonder één kiezer te raadplegen of u op een andere lijst te laten verkiezen, zijt gij plots naar een ander kamp overgelopen voor een schepenwedde."

Als schepen pleitte Marcel in 1980 voor de modernisering van de Keizershallen, die hij wou laten ombouwen tot een grote evenementenzaal. Vanaf het moment dat Marcel schepen werd, zat er ook een haar in de boter tussen hem en de toenmalige Feestcomitévoorzitter Frans Wauters. Volgens Frans was Marcel sinds zijn overstap naar de PVV veel strenger geworden voor het Feestcomité. Zo zette hij het comité onder druk om de regel voor de carnavalsgroepen i.v.m. het niet deelnemen aan stoeten buiten Aalst te schrappen. Het Feestcomité bezweek uiteindelijk toch onder de druk en Marcel verklaarde dat dankzij hem de groepen hun vrijheid terug gekregen hadden. 
Ook Kamiel Sergant ging niet akkoord met de handelswijze van Marcel en de PVV en nam hierop ontslag bij het AKV. 

Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1983 stelde Marcel De Bisschop zich niet meer verkiesbaar. Hij vond dat het zo langzaamaan tijd was om op pensioen te gaan. Hij werd echter wel nog benoemd tot ere-schepen van Aalst. Tijdens zijn laatste gemeenteraad hield hij een toespraak, waarin hij met heimwee terugdacht aan de gemoedelijke zittingen in de vroegere raadzaal. Verder uitte hij nog kritiek op de gemeentenfusie, de pers en de adviesraden. Zijn ervaring als schepen beschreef hij als een desillusie, omdat hij als aanvulschepen nooit geraadpleegd werd in zaken waar hij als schepen en academicus in bevoegd was.

Op 16 september 1997 werd Stichting Marcel De Bisschop: Aalst-Gabrovo vzw opgericht, met als doel hulp te verlenen aan de bevolking van Gabrovo in Bulgarije, zowel op humanitair, sociaal, cultureel, educatief en wetenschappelijk vlak, evenals inzake mobiliteit en gezondheidszorg.

Begin 2011 werd de naam echter gewijzigd in Mensen Dienen Bulgarije: Aalst-Gabrovo. De afkorting MDB: Aalst-Gabrovo bleef behouden.

Een tijdlang werd door de Stichting Marcel De Bisschop een bier verkocht, Nen Biskop, genaamd naar Marcel De Bisschop.


In 2007 verscheen een boek over hem: "Ik heb een steen verlegd. Marcel De Bisschop (1907-1991)"

Een leuke anekdote :Marcel woonde nog in de ijzerwinkel bij zijn ouders in de Gentsestraat. Hij was nog geen zelfstandige apotheker en werkte in de gevangenis van Vorst.

Op een goeie dag had hij zich overslapen. Toen men telefoneerde vanuit de gevangenis en naar hem informeerde, zegde de vrouwelijke bediende dat ze hem aan de telefoon zou roepen. Na verscheidene keren roepen onderaan de trap, verscheen Marcel in zijn sleppen in het bureel en zette zich op een hoek van de bureau .   Na wat over en weer gepraat, antwoordde hij: “ ik kom direct af, ik ben daar direct…” alsof Vorst gewoon achter de hoek lag.  Een goed half uur later was hij klaar, zegde iedereen goedendag, stapte buiten, nam de eerst beste fiets die tegen de gevel van de winkel stond en reed fluitend naar het station.

Veel jaren later zou Marcel nog burgemeester van Aalst worden en zich, op zijn eigen minifietsje, naar alle plechtigheden in de stad begeven. Enfin, àlle plechtigheden is er misschien wat over, want hij stond nu ook niet meteen bekend om zijn 'organisatorische talenten'. Vaak kwam hij te laat, of zelfs niet opdagen op een afspraak, wat natuurlijk niet altijd in dank is aangenomen.

En hoe zit het nu met de carnavalsgroep 'de blaa biskoppen' ?
Wel in de stoet van 1979 verschenen er in de stoet overal blauwe bisschoppen, een verwijzing naar de overstap van Marcel van de CVP naar de PVV. Ook Jos Blommaert en zijn groep trokken een blauw bisschoppenkostuum aan, en dat was meteen ook de start van de carnavalsgroep.

Michel Cleemput bracht in 1974 een hit over 'den boerenmiester' ten gehore. Het lied is tee horen op de langspeelplaat 'Hier sprekt men Oilsjters'. In dit lied gaat het vooral over de broodnodige steun die de Aalsterse groepen niet kregen. Marcel zou de enige politieker zijn die luisterde, en ook veel beloofde aan de carnavalisten Dit resulteerde in volgende tekst :

'Hé berremiester, ge wetj dammen a geiren zing, lotj insj zing hoe geiren da goi ons ziet (2x)
En geift ons, geift ons, geift ons, geift ons wa poeng, de groepen van Oilsjt die emmen da vandoeng. Doeget ten, doeget ten, hé Bisschop, hé Bisschop

‘De Bisschop' wordt trouwens ook vernoemd in de carnavalshit 'Bleif van men flosj' van Prins Michel (1991) en Antoine (1964) : 

Op 1:06 :

Biiiiiskop, goi zetj ver ons nen toffe kadei, (zooot)
ge kost ver ons nog zes joren mei, wa zedde goi nen oe-oe-oe, oe-oe-oe, oe-oe ...
Biiiiskop, gezeiten op nen mini velo,
in het stadscircus door wordje de klau, mor toch nen toffe knul ...

Marcel overleed op 15 juli 1991 na een woelige politieke carrière.
Hierbij het bidprentje van Marcel :



Bronnen

Spreekbeurt van mezelf SMI 1986 (bronnen niet meer gekend)
Gazet van Aalst 7/11/70 - 6/2/71
De Voorpost 8/10/76 - 20/10/78 - 3/11/78
MadeInAalst