Odilon Marcel Mortier (Aalst, 21 februari 1931 - 12 augustus 2012) was gekend als Vlaams acteur, dirigent, moppentapper en in ons eigen Aalst vooral bekend om zijn inspanningen voor carnaval (hij was onder andere lid en voorzitter van het Feestcomité en was ook opperdraak bij de Draeckenieren).
Odilon is in het ‘grote Vlaanderen’ vooral bekend geworden door de rol van de ietwat klungelige Odilon Bonheur die hij vanaf 1991 tot kort voor zijn dood vertolkte in de komische VTM-reeks De Kotmadam. Daarnaast was hij ook een van de vaste gasten in het moppenprogramma HT&D op dezelfde televisiezender.
Maar in Aalst was hij echter al heel lang gekend en een graag geziene gast op allerlei evenementen.
Al in zijn jeugdjaren zat zijn passie voor het ‘woord’ er blijkbaar al goed in.
Op 10 jarige leeftijd behaalde hij, samen met 2 andere jongens Robrecht Camu en Rutger Peerlinck), de hoogste prijs als ‘trio’ tijdens de ‘Guldensporenprijskamp van den Vlaamschen Toeristenbond’.
Tussen 300 andere deelnemers behaalden zij het erepodium met maar liefst 84 punten op 100.
Odilon werd meubelmaker van beroep maar zijn grote passie bleef muziek. Hij speelde saxofoon en leerde ook klarinet spelen. Om het allemaal in de juiste tonen te houden volgde hij muziekles aan de Aalsterse muziekacademie.
Hij werd saxofoonspeler bij het orkest Jack Namotte en won samen met hen de ‘Prix d’Honneur’ tijdens het Nationaal Jazztornooi in Brussel in 1953. De pianist ‘Jack Namotte’ kreeg bij die gelegenheid ook de beker ‘Paul Whiteman’ als beste pianist.
Datzelfde jaar huwde hij ook met Simonne Keymeulen.
Ook was hij lid van de socialistische harmonie ‘hand in hand’, waar hij in 1976 25 kaarsjes mocht uitblazen voor evenveel jaren als spelend lid.
Later zou Odilon ook nog dirigent worden van deze harmonie.
1953 was trouwens een heel productief jaar. Hiji werd ook acteur. Na zijn legerdienst ontdekte hij de toneelwereld en hij kwam terecht in een gezelschap dat, samen met Jan Theys, voor entertainment zorgde voor de soldaten in Duitsland.
Hij werd lid van de socialistische toneelvereniging ‘Kunst, licht en vrijheid’. Onder andere Frans Wauters, Gracienne Van Nieuwenborgh en John Woolley waren er zijn podiumgenoten.
Op de foto Odilon en Gracienne in de theaterserie 'family'
Onze sympathieke medeburger had zeker geen ‘zittend gat’.
Dat het Octaaf Boone gezelschap, waar hij intussen ook bij meestpeelde, niet zomaar een gelegenheidsgroepje was, mag blijken uit de lange lijst van namen waar ze mochten mee samenwerken. Voor Johnny Jordaan verzorgden ze maar liefst 200 optredens.
De naam veranderde in ‘The Actif Club’ in 1956 en het lijstje artiesten groeide snel aan. Rita Deneve, Louis Neefs, Bob Benny, Will Ferdy, Marva, Will Tura, … allemaal konden ze rekenen op de begeleiding van ons Aalsters gezelschap.
Het aanbod om het officiële BRT-orkest te worden, werd afgeslagen en het orkest trok met Freddy Breck op tournee in Denemarken.
Odilon nam de leiding op van een eigen ‘Orkest Odilon Mortier’ en was naast muzikaal heel actief bezig zijn met de groep, ook daarnaast nog een bezige bij.
Zo werd hij in 1969 lid van de Draeckenieren, was hij lid van de Vlaamse Wijngilde en schreef hij verschillende liedjesteksten voor andere artiesten. Zelf had hij ook een grote hit in Aalst met de single Mèn ieneg Oilsjt, geschreven in 1970.
Het lied is trouwens nog steeds één van de carnavalsklassiekers en kan onderaan dit artikel beluisterd worden.
Het socialistisch-politieke kantje werd de B-kant van het singeltje, waar een toespraak kon beluisterd worden van de lijstaanvoerder B.Van Hoorick op de tonen van het prachtige ‘We shall Overcome’).
Het werd dus een verkiezingscampagne ‘met stijl’.
De plaat werd gratis ter beschikking gesteld voor iedere Aalstenaar die er om verzocht.
Tot op de dag van vandaag blijft de single dan ook in de top drie van meest gewaardeerde en meest uitgevoerde carnavalshits. Het emotionele nummer, dat dus helemaal niet als carnavalshit bedoeld was, wordt tegenwoordig ook wel eens uitgevoerd op begrafenissen en andere momenten van afscheid.
Odilon en zijn orkest mochten dus heel wat grote namen begeleiden, maar ons eigen Aalst werd zeker niet vergeten.
Hij schreef liedjes voor Jean-Paul De Boitselier, Johnny Marcoen, het Stemmingstrio, Loeken Tatjen en zelfs de Aalsterse Gilles kregen in 1973 ‘Aalsterse Gilles lied’ gepresenteerd.
Een jaar later werd dit gevolgd door ‘Pluimen, bellen en klompen’.
Odilon bleef ondertussen duchtig toneelspelen en werd ook lid van het Feestcomité.
Ook met het Corum Alostum Imperiale was hij heel aktief bezig.
In een ‘beschrijving van Odilon’ is in De Voorpost het volgende te lezen :
“Lid van het Corum Alostum Imperiale, ook Clochard. Verder orkestleider van de Actif Klub, toneelgroep KLV, spelend lid Hand in Hand, ondervoorzitter en feestleider Vriendenkring stadspersoneel Aalst, Draeckenier, ondervoorzitter plaatselijke afdeling Vlaamse Wijngilde. Slaapt soms nog eens ook”.
Dat slapen zal toch niet veel geweest zijn, want toen in 1975 het Feestcomité werd ondergedeeld in werkgroepen, kregen Frans Wauters, Herman Daelman en Odilon het deeltje ‘propaganda en public relations’ onder hun hoede.
De Actif Klub bleef aktief en zorgde onder andere voor de muziek tijdens de zoektocht naar de ‘Aalsterse carnavalshit’, een talentenshow die in 1975 en 1976 plaats vond in Zaal Madelon.
En nog Aalsters : ook voor het driekoningenfeest van 1976, 1977 en 1978 tekenden zij present.
Op de foto de Actif Klub in 1978 met Odilon als saxofoonspeler.
Ook met de toneelcarrière bleef het bergop gaan. Hij mocht er ondermeer naast Chris Boni spelen in ‘Sterke Jan’ en laat een onwisbare indruk na door zijn stotterscenes (die hem later bij ‘de kotmadam’ trouwens nog goed van pas zouden komen).
Hij speelde de rol van Keizer Vlaskin, de rol van Koning en in 1976 mocht hij als cafébaas meedoen in een heuse kortfilm.
In 1977 regisseerde hij voor het eerst zelf een toneelstuk. Spelen en regisseren wisselden mekaar van dan af.
Eind jaren ’70, Kunst Licht en Vrijheid was net opgedoekt, werd de Aalsterse Big Band opgericht, en zowel Odilon als Octaaf waren present.
Odilon werd toen ook medestichter van het Progressief Aalsters Collectief Theater, kortweg PACT en was intussen ook al hoofd van de stedelijke drukkerij.
Begin jaren ’80 trad hij op met het Crazy Rhythm Jazz Orchestra, was hij muzikaal leider van de jazzband ‘Dixieland’ en van de ‘Onion River Slowboat Jazz Band’. Ook bleef hij individueel ook nog optreden met zijn saxofoon.
In 1986 kwam er binnen het feestcomité ruzie omdat hij enkele inkomstkaarten zou hebben meegenomen maar niet hebben betaald.
Hij kon dit echter weerleggen via betalingsbewijzen. De kaarten werden inderdaad onbetaald meegenomen, maar ze werden wel betaald volgens het ritme dat ze bij hem werden afgehaald.
Het werd allemaal afgehandeld, maar er bleef toch enige wrevel bestaan.
In 1988 werd hij, bovenop zijn al heel gevulde agenda, ook nog eens muzikaal leider van de Crazy Rhythm Jazz Orchestra, en in datzelfde jaar werd hij ook de regisseur van de Aalsterse Avond.
Een jaartje later werd hij voorzitter van het Feestcomité, wat meteen leidde tot een discussie.
Hij had het nieuws verkondigd dat het driekoningenfeest zou afgeschaft worden onder druk van het stadsbestuur, maar dat bleek een verkeerde inschatting geweest te zijn en dus volgde er een kleine ‘clash’ tussen hem en burgemeester Annie De Maght.
De twist werd bijgelegd en het driekoningenfeest mocht toch doorgaan.
Hij bleef 5 jaar lang voorzitter en na deze periode was hij ook nog 6 jaar ondervoorzitter.
Ondertussen nam Odilon ook steeds deel aan de ludieke akties van de Draeckenieren. Hij trok meermaals naar ‘derp d’ om er affiches aan te hangen, om er een hobbelpaard achter te laten enzovoort. Alles voor de ‘goede zaak’ natuurlijk.
In 2007 werd hij Opperdraak (= voorzitter) bij de vereniging.
Hier de Draeckenieren Jef Vermassen (ere draeckenier), Anton Cogen, Eddy De Laender en Odilon als opperdraak in 2009.
1991 betekende een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het paard. De Dendermondse Prinsencaemere had namelijk een nachtelijke raid uitgevoerd op het Aalsterse Ros Balatum met de bedoeling om het ‘Oilsjterse carnavalsgedrocht’ naar hun dorp te ontvoeren. Dat lukte niet, maar wel werden schilden en ornamenten van ons Ros meegepikt.
Feestcomitévoorzitter Odilon verklaarde geen knieval te willen doen voor die van ‘derp d’ maar het draaide toch allemaal wat anders uit.
Schepen Gracienne Van Nieuwenborgh stelde de Dendermondse hofmaarschalk Frans De Jonge van de prinsencaemere op de hoogte dat een Aalsterse delegatie het noodlijdende gehucht wat stadshulp zou brengen.
Met een delegatie van ondermeer de schepen, Odilon en nog enkele carnavalisten en belanghebbenden trokken ze inderdaad met een mand kleding en niet bederfbare voeding naar café Den Hert, zowat het kloppend hart van het Dendermonds carnavalsgebeuren.
Gracienne Van Nieuwenborgh knielde heel even voor keizer Wim I, maar dat was enkel om een ere-metaaal om de hals te krijgen. Het werd een ludieke avond, maar op het einde kregen de Aalstenaars toch hun ‘oude rommel van het hobbelpaardje’ terug.
1992 betekende opnieuw een druk jaar.
Hij werd, samen met Kamiel Sergant, peter van de reuzenkinderen Floreken en Florisken. Annie De Maght en Gracienne Van Nieuwenborgh werden de kersverse meters bij de doop op 21 februari.
Dat was natuurlijk allemaal ‘lokaal’. Ook in het grotere België volgde dat jaar dan de uitbraak van Odilon.
Op VTM was er immers de serie ‘kotmadam’, waarin hij de rol van klungelige cipier mocht spelen.
Nog in de jaren ’90 was hij een vast panellid in het moppenprogramma HT&D, ook al op VTM.
Gedurende 20 jaren bracht hij de kijkers aan het lachen met zijn onhandigheid … tot aan zijn dood.
In 1999 dirigeerde Odilon voor het laatst de Aalsterse Big Band, ter gelegenheid van de opening van de Dirk Martensfeesten. Na dit optreden liet hij het leiderschap over aan zijn neef Patrick Mortier.
In 2001 werd hij opnieuw tot ondervoorzitter van het Feestcomité gekozen en in 2002 werd hij raadgever.
Zijn ouderdom liet het drukke carnavalsleven niet echt meer toe en in 2007 stopte hij ook met deze adviserende functie.
In 2009 laat hij zich ontglippen dat hij genoeg heeft van het hectische leven. Hij komt enkel nog buiten voor de opnames van ‘De Kotmadam’. De rest van zijn tijd spendeert hij liefst met een kruiswoordraadsel of vooor tv. Voor hem is er geen twijfel meer mogelijk. “Als het niet meer gaat, dan zal ik niet twijfelen om zelf uit het leven te stappen … Onlangs was ik in een rusthuis. Jongens, wat ik daar gezien heb, je houdt het niet voor mogelijk. Thuis ben ik beginnen huilen als een klein kind. Neen, zo wil ik niet eindigen. Dan trek ik liever zelf de stekker uit. Dat meen ik echt. De euthanasiepapieren liggen thuis al klaar. Ik moet ze alleen nog ondertekenen", besloot hij in ‘Story’.
Op 14 mei 2010 werd in Gabrovo, tijdens een speciale 'open Gemeenteraad vergadering' het 'Twinning charter' tussen Aalst en Gabrovo ondertekend.
De vzw "Stichting Marcel De Bisschop:Aalst - Gabrovo" was voor deze gebeurtenis uitgenodigd door het gemeentebestuur van Gabrovo en ook een officiële delegatie Aalstenaars o.l.v. Marcel De Bisschop en zijn echtgenote Irène, was aanwezig. Ook Schepen Anny Aelbrecht, Schepen Gracienne Van Nieuwenborgh, Norbert De Ganck, Jackie D'Herde (prins carnaval) en Odilon hoorden hierbij.
Deze aanwezigheid leidde tot de uiteindelijke realisatie van de werkelijke "Jumelage" Aalst – Gabrovo.
In 2011 moest hij ook passen voor de organisatie van de carnavalsraadszitting. Hij bracht nog een laatste keer zijn lied ‘men ienig Oilsjt’ maar ondanks zijn gezondheidsproblemen bleef hij tot en met het 20ste seizoen van De Kotmadam de rol van de klungelige cipier Odilon Bonheur vertolken.
Zijn Aalsterse tongval was zelfs op de nationale zender een typisch kenmerk, hoewel hij zijn uiterste best deed om toch AN te ‘klappen’. Oorspronkelijk zou zijn personnage ‘Fred’ heten, maar men hield het bij zijn echte naam, Odilon.
Vanaf reeks 21 was hij dus niet meer te zien in de serie en hij werd ook niet meer vermeld door Jeanne of Jef.
Hoewel Odilon de laatste jaren van zijn leven dus ‘vastgepind’ werd op de rol die hij speelde op TV, was hij in realiteit helemaal anders.
Hij was niet de ‘sullige vriend des huizes’, hoewel sommige mensen hem in het echte leven dus ook zo begonnen te zien.
Odilon heeft wel geleden onder die verwarring ‘In de beginperionde van de Kotmadam dachten veel kijkers dat ik in het echte leven ook zo dom en naïef was als de Odilon die ze op televisie zagen” vertelt hij. “Toen ik door mijn TV-werk ‘bekende Vlaming’ werd, had ik maar één schrik : dat ik iemand zou voorbij lopen zonder goeiendag te zeggen, zodat ze zouden denken dat ik een dikke nek had gekregen. Al dat BV gedoe hoeft voor mij niet. Laat mij maar gewoon Odilon zijn”.
In februari 2012 was hij samen met zijn vrouw betrokken in een auto-ongeval. Hij knalde tegen een electriciteitspaal op 500 meter van zijn woning. Het koppel kwam er vanaf met de schrik en zelf deed Odilon het feit af als ‘een kleinigheidje’.
Hij stierf op 12 augustus 2012 in het OLV ziekenhuis na hartproblemen.
Bij het afscheid in Lochristi waren heel wat collega’s en Oilsjteneers aanwezig.
De Draeckenieren en Karel De Naeyer brachten een ‘in memoriam’ en Odilons hit ‘men ienig Oilsjt’ weerklonk door de boxen. Zijn saxofoon stond opgesteld naast de kist.
Hier nog eens zijn prachtig lied uit 1970 : Men ienig Oilsjt :
Bronnen :
HLN 12/08/2012
Het Nieuwsblad 20/08/2012
De Voorpost 19/01/1992 – 22/03/1974 – 28/03/1975 - 17/10/1986 – 15/02/1991
De Volksstem 20/7/1935 – 07/08/1941
De Gazet van Aalst 12/11/1944 – 13/08/1964 – 27/8/1953 – 10/09/1953
De Gazet van Aalst 17/09/1964
De Standaard 30/11/2009 (foto Draeckenieren)
Voor Allen 29/11/1969 – 29/08/1970 – 20/01/1973
clint.be 17/2/2012
GVA 10/03/2009
discogs.com
draeckenierenaalst.be
vzw manden dienen Bulgarije : Aalst – Gabrovo 14/5/2010
Wikiwand Odilon Bonheur
Vedettendom : beroemd in Vlaanderen – Gust Van Gestel – Gust de Meyer