Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

dinsdag 28 april 2020

De Spaanse griep in Aalst / in België

De eerste helft van 2020 … iedereen (die niet buitenshuis moet werken) zit ‘in zijn kot’ en heeft tijd om wat na te denken, te lezen, bij te lerén of … thuis te werken.
Hoe we het ook draaien of keren, of wat ook de bezigheden zijn tijdens jullie dagen, we worden via diverse media allemaal herinnerd aan vorige epidemieën. In een ander artikel (dat jullie HIER kunnen lezen) had ik het al over ‘de pest in Aalst’, die voornamelijk hevig woedde tijdens de middeleeuwen.
Ook in de 20ste eeuw kregen we te maken met tot dan toe onbekende ziektebeelden.

De Eerste Wereldoorlog maakte in de jaren voorafgaand aan 1918 al miljoenen slachtoffers maar de belangrijkste ‘moordenaar’ van ‘de Groote Oorlog’ kwam pas vanaf de lente van dat laatste oorlogsjaar tevoorschijn: de Spaanse griep.

De Spaanse griep van 1918-1920 was in aantal zieken en doden de meest desastreuze epidemie die de mensheid ooit heeft getroffen.
Het aantal dodelijke slachtoffers wordt geschat tussen de 50 en 100 miljoen, velen malen meer dus dan de 20 miljoen doden van de Eerste Wereldoorlog.
Deze ziekte sloeg ongemeen hard en meedogenloos toe.

In six months the pandemic killed some 30 million people, more than three times the number of military casualties suffered by all belligerents during more than four years of fighting in what was then called the Great War”, schreven de Amerikaanse historici David K. Patterson en Gerald F. Pyle.

Bij het betreden van (militaire) kerkhoven valt het trouwens ook op dat vele mensen stierven in 1919 en niet tijdens de oorlogsjaren zelf …

De Spaanse griep eiste een eeuw geleden dus miljoenen slachtoffers.

Zo'n vaart zal het met het coronavirus nu niet lopen, schat Robrecht Van Hee in. Hij is specialist medische geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen. "We hebben zonder twijfel opnieuw te maken met een pandemie, want meer dan 100 landen wereldwijd zijn nu getroffen door dezelfde epidemie, maar de tijden zijn veranderd, dus ik verwacht zeker niet dat het tot miljoenen doden komt, al blijft het aantal besmettingen en overlijdens momenteel nog toenemen."  Deze mening uit zich ook in besprekingen door andere toonaangevende virologen zoals bijvoorbeeld prof. Van Ranst.

Ook in Aalst was de Spaanse griep aanwezig, maar hierover heb ik jammer genoeg niets kunnen terugvinden.

De eerste gekende besmettingen ontstonden in het voorjaar van 1918 op de Amerikaanse legerbasis Camp Funston.

Op 4 maart van dat jaar meldde het eerste slachtoffer zich daar ziek. Het was een kok die last had van griepachtige verschijnselen: koorts, hoofdpijn en een pijnlijke keel. Diezelfde dag nog meldden steeds meer soldaten, die in het legerkamp getraind werden voor de oorlog die zich in Europa afspeelde, zich met dezelfde klachten.
De Eerste Wereldoorlog was begonnen als een ‘snelle oorlog’ tussen de Centralen (waaronder Duitsland en Oostenrijk-Hongarije) en de Geallieerden (waaronder Rusland, Verenigd Koninkrijk en de VS), en werd hevig uitgevochten in de loopgraven van België en Frankrijk.

De Amerikaanse militairen van het voorgenoemde kamp brachten dus – samen met hulp – ook de ziekte hier naartoe, en met zoveel opeengepakte soldaten in een kleine, onhygiënische ruimte kon de griep heel snel om zich heen slaan.

De griep reisde via de loopgraven verder langs het front van Europa en sprong met de thuiskomst van de soldaten natuurlijk ook snel over op de gewone bevolking ... En toen ging het snel … van Spanje tot Rusland en van Rusland tot China werden mensen ziek.

Toch leek het toen nog steeds op een normale griep, zonder al te ernstige gevolgen.
Dat veranderde echter toen een longontsteking zich bij de griep voegde en de eerste mensen aan de gevolgen bezweken.

Slachtoffers hadden aanvankelijk milde verschijnselen, maar die konden heel plotseling omslaan in een levensbedreigende situatie. Velen overleden dan ook binnen 24 uur na de eerste symptomen.  

Het nestelde zich na een aantal dagen in de longen en de zieken kregen een longaandoening.

De zichtbare symptomen waren donkere vlekken in het gezicht, een blauwe huid en zwarte handen en voeten. Vandaar dat er logischerwijs ook even aan de pest werd gedacht.
Soms vielen zelfs hun haren en tanden uit. De steeds heftigere koorts en het gebrek aan zuurstof brachten de patiënten in een delirium, een ‘roes’. Wegens gebrek aan zuurstof gaven de zieken daarenboven ook donkerblauw gekleurd bloed over, totdat ze uiteindelijk ‘verdronken’ in het bloed en vocht dat zich in hun longen opgehoopt had.

De medische voorzieningen van destijds waren ontoereikend om de pandemie een halt toe te kunnen roepen. De wetenschappelijke kennis over virussen ontbrak en vaccins en antibiotica bestonden nog niet. Daarnaast was het begrip ‘hygiëne’ bij de meeste mensen ook nog niet doordrongen.
Aanvankelijk dachten sommige artsen dat het over de ziekte tyfus ging, anderen gingen uit van een nieuwe pestepidemie. De meest vergaande theorie was deze van biologische oorlogsvoering.

Gelovigen zagen in de ziekte een straf van God en zochten snel hun toevlucht tot bidden, rituelen en zelfs duivelsuitdrijvingen.

De adviezen van artsen gingen ondertussen tegen elkaar in. De ene adviseerde het drinken van een borrel, de andere greep terug naar middeleeuwse aderlatingen.
De meeste patiënten namen wat huismiddeltjes en enkel wie de middelen had, kon gebruik maken van aspirine en kinine.

Ook de media hielp hierin zeker niet mee. Door het verspreiden van tegengestelde berichtgeving en adviezen werd eigenlijk meer paniek gezaaid dan dat er patiënten werden geholpen.

Vergelijken we even met Covid-19 dat in 2020 de wereld teistert. Ook hier worden tegenstrijdige berichten de wereld ingestuurd, en hoe groter en ‘dramatischer’ de kop van het verhaal is, hoe ‘beter’ voor de verkoop ... maar des te slechter voor ‘de moraal’ en het efficiënt behandelen natuurlijk.

Vanaf juli 1918 werd ook melding gemaakt van de Spaanse griep in Brussel, Antwerpen, Mechelen, Gent, Aalst en Tienen. 
In Aalst werden de gewonden en de zieken opgenomen en verzorgd in het st Elisabethziekenhuis in de Gasthuisstraat. Over de geschiedenis van dit ziekenhuis is HIER meer terug te vinden.


In amper acht tot negen maanden verspreidde de griep zich razend snel over de hele wereld, waar ze miljoenen doden maakte.

Net zoals voorgaande griepepidemieën verspreidde de Spaanse griep zich in drie golven, waarvan de tweede de meest dodelijke zou blijken.

De incubatietijd (tijd tussen het besmet raken en het vertonen van de eerste ziekteverschijnselen) was echter opmerkelijk korter en deze griep bleek ook veel dodelijker te zijn dan haar voorgangers.

Terwijl bij Covid-19 (de hedendaagse ‘corona’) de ziekte vooral ongemeen hard toe lijkt te slaan bij de oudere bevolking, maakte de Spaanse griep de meeste slachtoffers bij vooral jonge, gezonde mensen tussen twintig en veertig jaar.  Ouderen en kinderen werden veelal gespaard.

Medici genoten in het begin van de twintigste eeuw een zeker prestige, waardoor ze ook op politiek en juridisch vlak een grote invloed hadden. Toen de Spaanse griep uitbrak, waren alle ogen dan ook op hen gericht, maar net als professors Van Ranst, Van Gucht, en collega’s die ons vandaag de dag trachten te informeren en bijsturen tijdens onze Covidperiode, bleken ook de medici van toen eigenlijk machteloos … net als de overheden, de legers en de ziekenhuizen.

De griep werd al snel “de geheimzinnige ziekte” genoemd.
Men wist niet van waar ze kwam, wat het juist was, noch wat men er kon tegen doen en men tastte dus volledig in het duister.

Hoewel er reeds verscheidene theorieën zijn verschenen, is er tot op vandaag nog steeds geen waterdichte  duidelijkheid over haar oorsprong.

Het was pas in 1933 dat de medische wereld kon aantonen dat de griep niet werd veroorzaakt door een bacterie maar door een virus. Deze griep zou dus wel eens een veelbesproken gebeurtenis worden, maar het tegendeel bleek het geval te zijn. 

De aandacht voor de Spaanse griep blijkt in de geschiedenisboeken eerder beperkt te zijn gebleven. Amerikaans historicus Alfred W. Crosby noemt haar zelfs “the forgotten pandemic”.

Een reden hiervoor kan gezocht worden in het feit dat de medici geen deftige antwoorden konden formuleren op de vragen die de ziekte opriep, iets wat ten tijde van een zekere ‘aanbidding’ van het medisch beroep aan het begin van de twintigste eeuw toch wel van hen verwacht werd.
Ze konden dus zeker niet met trots terugkijken op deze periode, die men dus gauw trachtte te vergeten.

Hoe reageerden de Belgische politieke, medische en militaire autoriteiten, alsook de pers op de pandemie? Werden er maatregelen getroffen? Waren het wel de juiste maatregelen? Werd er wel goed gecommuniceerd?
Allemaal vragen die toen gesteld werden …  en die we nu, zoveel jaren later, opnieuw moeten stellen blijkbaar …

Ook toen heerste er in België een opmerkelijke stilte rond het onderwerp.

Een verklaring hiervoor is de specifieke oorlogssituatie die ons land kenmerkte en die toch wel erg verschilde van onze buurlanden.
De Duitse bezetting bracht ons land immers in een bijzondere situatie, waarbij het aangeraden was om ‘het mondje toe te houden’ en zo weinig mogelijk kritiek te spuien of informatie te delen. Het was dan ook één en al censuur wat de klok sloeg en belangrijke berichten geraakten niet altijd tot waar ze moesten geraken.
Dit terwijl deze toestand in Duitsland bijvoorbeeld wél uitvoerig besproken werd in de Reichgesundheitsrat. De minister van Binnenlandse Zaken vroeg trouwens wekelijks alle ziektecijfers op bij de Duitse gemeentebesturen.

Hier werd ‘de griep’ slechts onrechtstreeks wat ‘vernoemd’, en dat gebeurde vooral wanneer er gesproken werd over de hygiënische omstandigheden aan het front.

In de notulen van de ministerraad wordt de griep slechts één keer vermeld.
Het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken met betrekking tot gezondheidszorg biedt wel wat meer informatie. De griep komt er, al dan niet wat verdoken, aan bod in de verslagen waarin er door het ministerie gerapporteerd wordt over de omgang met pestziekten. Dat geldt trouwens ook voor de verslagen van de provinciale medische commissies die gericht waren aan het ministerie.

De medische en politieke autoriteiten lieten in deze periode amper van zich horen, waardoor vage en vaak foutieve krantenberichten in belangrijke mate bijdroegen tot het vormen van een beeld op de eerste uitbraken van de ziekte.

Kranten meldden dat de artsen voor een raadsel stonden.

De ‘pseudo-wetenschappelijke’ verklaringen en adviezen van de (roddel-) pers kenden hun hoogdagen. Iedereen had zowel zijn of haar eigen idee over het ontstaan en over de behandelingen.

Zo kon de Belgische bevolking bijvoorbeeld lezen dat de oorsprong van deze griep lag in de droge lucht en de wervelwind in de atmosfeer.

Kerels als boomen worden in één dag door de Griep weggemaaid. Wie aan de dodelijke ‘Spaansche Griep’ wilde ontkomen, moest zijn toevlucht nemen tot abdijsiroop” was één van de adviezen …
maar … het door de fabrikant geroemde geneesmiddel bleek echter bij nadere bestudering slechts een mengsel van suikerwater en kaneel.

En dat was slechts één van de vele pogingen om de bevolking te ‘helpen’.
Volgens een andere bron bleek dan dat rokers van de ziekte gevrijwaard bleven…

‘Fake news’ bestond dus zelfs toen al …

Kortom, de huis-tuin-en keukenmiddeltjes werden bovengehaald en er werd een medische draai gegeven aan de waarheid. Een waarheid die men op dat ogenblik zelfs nog niet kende.
Speculaties zoals we ze nu trouwens ook kennen.
Wie heeft er het bericht immers niet gelezen over de zelfcontroles door je adem gedurende 10 seconden in te houden, over de immuniteit door met sjaals rond te lopen, en de meest frappante van president Trump over het toedienen van bleekmiddel om de ziekte te bestrijden …?

Tijdens de oorlog gold in landen als Frankrijk en België een strenge censuur, waardoor kranten daar natuurlijk als vermoord zwegen over de ziekte.

Spanje was een van de weinige landen waar toen geen censuur gold. Daarom verschenen daar de allereerste berichten over de dodelijke griep.  

De naam ‘Spaanse griep’ was geboren, hoewel er dus verder geen enkele link is met de naam van de Spaanse griep en het land Spanje.
In Duitsland noemde men de griep zelfs ook wel ‘de Vlaamse griep’.

Sommige historici veronderstelden dat de griep uit China kwam maar volgens anderen was deze bewering een onderdeel van de Duitse oorlogspropaganda.

Zij gingen er veeleer van uit dat de eerste uitbraak plaatsvond in Camp Funston in Kansas, de versie die tot op heden stand houdt.

Waar verdriet en tegenspoed is, is ook humor.
Net zoals nu bij Covid-19, werd ook toen wel eens met humoristische toon gesproken over de vreselijke ziekte.
Zo is bijvoorbeeld volgend mopje te lezen in ‘humour brittanique, la nation belge’ van 27/7/1918 :

- Croyez-vous docteur, que j’échapperi à la grippe espagnole?
- Je n’en suis pas sûr du tout, madame
- Vous m’effrayez docteur. Qu’est-ce que vous faites croire que …
- C’est que quand une maladie est à la mode, i lest bien difficile à une femme de ne pas l’avoir …

De capaciteit van de veldhospitalen werd snel overschreden. De bedden werden er dan ook al heel snel voorbehouden voor de ‘gecompliceerde gevallen’. Bataljonsartsen zonder hygiënische voorschriften  dienden zich af te zonderen, patiënten dienden warme dranken te drinken en zich warm te kleden.
Zoals eerder aangehaald kende het virus drie golven …

De eerste golf in Belgie kenden we in april-mei 1918. 

Het gebrek aan hygiëne in oorlogstijd maakten de troepen en de bevolking immers heel kwetsbaar. Op die manier werd natuurlijk de ideale situatie gecreëerd voor het uitbreken en het felle optreden van de griep.

Ook de troepenbeweging had daar natuurlijk een grote verantwoordelijkheid in.
Net zoals de pest werd de verspreiding van de ziekte ook hier in de hand gewerkt door soldaten ‘in transit’.

Verzwakte soldaten die zich voortdurend verplaatsten, werden op die manier de voornaamste verspreiders van de ziekte. De ziekte was meestal wel al aanwezig, maar de komst van besmette soldaten gaf de epidemie natuurlijk nog een extra ‘boost’.

De tweede golf, ook in België de meest dodelijke, vond plaats in oktober-november 1918.

Om de griep werd helemaal niet meer gelachen, ze had een kwaadaardig karakter aangenomen en dat was nu wel heel duidelijk.
De symptomen bleken eerder zwaar te zijn onderschat en in het bezette land liep het tekort aan burgerartsen snel op.
Net zoals in de buurlanden kan men ervan uit gaan dat artsen die niet gevlucht waren, vaak zelf de griep kregen. Belgische militaire artsen werden opgeroepen hen te vervangen in de herwonnen gebieden.

Ter voorkoming van besmetting werd door medici veel waarde gehecht aan isolatie van patiënten. In ziekenhuizen werden grieppatiënten op aparte zalen verpleegd en met gaasschermen afgeschermd. Verplegend personeel droeg mondkapjes, ook al betwijfelden sommigen het nut daarvan.

Talloze gemeentebesturen besloten de scholen te sluiten om verdere verspreiding tegen te gaan of werden daartoe gedwongen doordat een groot deel van de leerlingen en leraren ziek was. Opvallend was dat in Amsterdam bijvoorbeeld, ondanks felle ruzies in de gemeenteraad, de scholen niet werden gesloten.
Ook schouwburgen en bioscopen gingen op slot. In sommige gemeenten werden kerkdiensten ingekort en werden mensen met een zieke in de familie opgeroepen niet naar de kerk te komen.
Hierbij een affiche met de te nemen maatregelen die werd verspreid onder de bevolking (in dit geval Brugge)

Quarantaine, aparte zalen, afscherming, mondkapjes, scholen gesloten, bioscopen gesloten, kerkbezoek gelimiteerd, andere maatregelen in andere landen, … 


De vergelijking met de tegenwoordig genomen maatregelen in verband met Covid-19 zijn bangelijk niet?

Opmerkelijk is dat de Spaanse griep vooral vanaf dit moment ook geregeld het onderwerp werd van diverse (politieke) programma’s.

Dit gebeurde enerzijds door de doelgroep voor te stellen als de meest geplaagde, nu eens waren dat oude vrouwen en jonge moeders met hun pasgeboren kinderen, dan weer was het de kleine burgerij.
Zij werden het meest getroffen en moesten dus het eerst worden geholpen.

Anderzijds maakte de ziekte het ook mogelijk om ‘schuldigen’ aan te duiden.
Zo werd de griep onder andere gebruikt om een pleidooi te houden voor de ‘goede zeden’.

In het katholiek zondagsblad ‘Het Vlaamsch heelal’ bijvoorbeeld is te lezen : “Wij bedoelen de bloote halsen en borsten van vrouwen, slavinnen eener onzinnige mode ... Nu de Spaansche ziekte zoo besmettend heerscht, kiest zij hare slachtoffers bij dit soort lieden, die zich aan alle lichamelijke gevaren bloot stellen om te kunnen pronken als modepoppen.”
Het was dus de fout van ‘de modebewuste dames’ die de griep zouden veroorzaken of op zijn minst verspreiden …

Ook vreemde of vijandige troepen, zoals de Chinese arbeiders achter het Franse front, werden beschuldigd van de verspreiding van de ziekte …

Een derde golf volgde nog in de winter-lente van 1919, toen België recent bevrijd was.

Vooral de duizenden militairen die dicht opeengepakt in bedompte kazernes leefden, bleken bevattelijk te zijn. Zij probeerden zowel de verveling als de ziekte met drank te verdrijven en ‘social distancing’ moest aan hen dus zeker niet verkocht worden.
Besmette soldaten die met verlof waren – dat mocht namelijk nog wel gewoon – en terugkeerden naar hun woonplaatsen verspreidden het virus ook verder onder de burgerbevolking.

De medische wereld stond voor een muur. Ze deden wat ze konden maar konden de ziekte niet doorgronden, laat staat dat ze iets konden betekenen voor hun patiënten. Artsen wisten toen immers nog niet dat griep door een virus veroorzaakt wordt, laat staan hoe ze zo’n virus te lijf moesten gaan.

Huisartsen adviseerden bedrust, warmte en ventilatie, en schreven aspirine en hoestdrank voor om symptomen te bestrijden. Ook werd er druk geëxperimenteerd met diverse injecties, zoals bijvoorbeeld sublimaat, een zeer giftige kwikverbinding.

Soms werd de ziekte bewust nog verder uitvergroot, bijvoorbeeld in reclames voor siropen en pillen waarbij ze werd voorgesteld als een moordenaar die alle organen aantastte.

Natuurlijk werden er ook veel gevallen onterecht toegeschreven aan de Spaanse griep .
Er bestaat immers een groot ‘dark number’ met betrekking tot de griepgevallen.
Hun overlijden werd toegeschreven aan de complicaties van de griep, waardoor ze dusdanig geregistreerd werden, terwijl dit eigenlijk niet het geval zou zijn.
Zo ook een beetje wat wij nu zien in de woonzorgcentra. De cijfers die worden doorgegeven in verband met Covid-19 zijn ‘vermoedelijke’ cijfers. De overledenen zijn niet zeker overleden aan de ziekte, er is enken ‘een vermoeden van’.
Dit bewijst nogmaals dat de Belgische pers en bevolking geen totaalbeeld hadden van de impact van de griep.

Nog vaker echter werd ze onderschat.

Toen de oorlog op 11 november 1918 eindigde en soldaten naar hun land terugkeerden, werden ze overal ter wereld feestelijk onthaald. Door deze wereldwijde massabijeenkomsten verspreidde het virus zich gemakkelijk.
In de VS stierven 675.000 mensen, in Frankrijk 200.000, in Engeland 400.000, in België bijna 300.000, in Nederland meer dan 40.000.
In India en Rusland stierven miljoenen mensen.
Alleen Australië heeft de ziekte tijdelijk buiten de deur kunnen houden door het instellen van een strikte maritieme quarantaine. In 1919 brak de pandemie ook daar uit en ondanks de maatregelen de verspreiding te beperken, werd 40% van de bevolking ziek en stierven 15.000 mensen.

De ziekte was in de tussentijd wel tot een mildere vorm geëvolueerd en buiten Australië was bijna iedereen immuun geworden, waardoor de pandemie uitstierf.

Al met al lijkt het erop dat 20% van de toenmalige wereldbevolking besmet raakte, in totaal een half miljard mensen.
Om die reden spreken historici ook wel van de 'medische holocaust'.

Er zijn overeenkomsten tussen de Spaanse griep en COVID-19, maar er zijn veel meer verschillen. Wel zijn er belangrijke lessen uit de Spaanse griep getrokken die nu in de praktijk worden gebracht, zoals bijvoorbeeld social distancing.

Het land herstelde zich stilletjes aan en het Belgisch parlement trad opnieuw in voege.

De eerste vermelding van de Spaanse griep vindt zo nog net in dat jaar plaats. De griep wordt genoemd in de discussies rond de “restauration sanitaire du pays”, het exitplan als het ware.
Ze maakt deel uit van een reeks argumenten, waarbij ook andere ziekten zoals bijvoorbeeld tuberculose aan bod komen.

De Spaanse griep verdween stilletjes uit de aandacht. Ze had plaatselijk haar ronde gedaan en was eind 1919 grotendeels verdwenen. Intussen waren andere ziekten opgedoken die de aandacht van de zorgverstrekkers vereisten.
Na vier jaar onder Duitse bezetting te hebben geleefd hadden de politici trouwens hun handen meer dan vol met de heropbouw. De griep was even vlug verdwenen als ze was gekomen en dus niet meer relevant.

Wanneer de griep tijdens de naoorlogse jaren toch nog terugkeerde, in mindere mate dan weliswaar, werd ze nog steeds ‘Spaans’ genoemd hoewel zij, zoals eerder al verklaard, niet meer Spaans dan Belgisch was, zij was jammer genoeg ‘internationaal’.

De oorsprong van de griep zou een raadsel blijven en ook over de remedies kwam er geen duidelijkheid. De Amerikaanse gezondheidsdienst experimenteerde met stikgassen. Kranten bleven aanraden om sigaren te roken en alcohol te drinken.
Toch was er sprake van een zekere vooruitgang in de Belgische bekommernis om de volksgezondheid.

In 1922 dook de griep, net als in Denemarken, ook in België weer op en toen vroeg men zich opnieuw luidop af of men wel de juiste maatregelen nam.
Op vraag van het ministerie van Binnenlandse Zaken werd gestart met een bacteriologisch onderzoek naar pestziekten en hield men zich bezig met de verbetering van de Belgische ziekenhuizen.

Er ontstonden discussies over het instellen van een quarantaine en de raad klaagde aan dat besmettelijke patiënten vaak met veel in een gemeenschappelijke zaal lagen, soms op hetzelfde bed.
Dat laatste doet trouwens vermoeden dat de Belgische autoriteiten helemaal geen lessen getrokken hadden uit de ervaringen met de eerdere epidemie.
Niet alleen in oorlogstijd, maar ook enkele jaren later bleek de hygiëne in de legerkazernes dus een groot probleem te zijn ... nog steeds …

De inspecteurs d’hygiène kregen een grotere verantwoordelijkheid. De verscheidene lokale autoriteiten waren op dit gebied “incompétentes et inaptes” gebleken en dus diende het hygiënisch beleid geconcentreerd te worden “entre les mains de l’autorité supérieure et de ses agents les inspecteurs d’hygiène”.
Het beleid diende dus gecentraliseerd te worden bij ‘de hogere autoriteiten en hygiënische inspecteurs’.
Dat initiatief kwam er veeleer onder invloed van de toegenomen ‘exotische ziekten’, zoals cholera en tyfus.

Zoals reeds aangehaald werd, zijn van de epidemie weinig geschreven bronnen terug te vinden.
Van de artsen die zich niet aan het front bevonden, zijn geen publicaties over de Spaanse griep terug te vinden, althans geen artikels die haar specifiek bespreken.

Artikels die wel gepubliceerd werden, beperkten zich tot de complicaties van de griep, zoals de ‘cyanose’ of ‘hydrothorax’.
Heel verwonderlijk is dat misschien niet. 
Allereerst verschenen er sinds de bezetting geen artikels meer van het Bulletin de l’Académie de Médecine de Belgique, de spreekbuis van de Belgische medici. Ze verloren zo hun officieel medium.

Tegen de tijd dat het Bulletin opnieuw in voege trad (in 1919), drongen zich bovendien reeds nieuwe zorgen op. Naast venerische ziekten leken immers ook de tering en tuberculose op dat moment de grootste aandacht op te eisen.

Ten tweede overschaduwden buitenlandse analyses de Belgische wetenschappelijke ideeën. In Frankrijk en Nederland was dat bijvoorbeeld niet het geval.

 Het is thans treurig medicus te zijn” werd een gekende uitspraak onder de Belgische medici.

Men kreeg geen informatie, geen updates die belangrijk zouden zijn bij een behandeling.
Daarnaast was elke soldaat van belang, in het bijzonder bij het bevrijdingsoffensief.
De medische staf draaide overuren … Er was gewoon geen tijd om alles netjes neer te schrijven.
Ook de burgergeneeskunde stond binnen de kortste keren volledig in dienst van de militaire noodzaak.
Wanneer bleek dat de griep de troepen uit aan het dunnen was, besliste de legerleiding de activiteiten van de soldaten te verminderen. Dat moest weliswaar tot een minimum worden beperkt. In het slechtste geval werden manoeuvres afgelast.

De militaire artsen hadden intussen zelf toch een orgaan opgericht waarin ze hun werk publiceerden: het tijdschrift Archives médicales belges. Anders dan de gewone pers in het bezette of pas bevrijde land konden de legerartsen in dit tijdschrift wel vrij publiceren wat ze wouden. 

Cijfers zijn natuurlijk belangrijk om de ziekte te kunnen evalueren.  Maar wat betekenen de naakte cijfers eigenlijk?

Virologe Wendy S. Barclay (Imperial College) geldt als een ’s werelds meest vooraanstaande griepexperts. Zij wijst er onder meer in The Lancet op dat 50 miljoen wel de meest geciteerde dodentol is, maar niet noodzakelijk de meest correcte: ‘Tussen de 50 en de 100 miljoen is een meer accurate schatting.

Waar we met grotere zekerheid mogen van uitgaan is dat de pandemie gepaard ging met een mortaliteitsgraad van 3%. Wat dus wil zeggen dat 97 van de 100 mensen die ermee besmet geraakt waren het toch overleefden.’
Ter vergelijking: bij ebola schommelt de mortaliteit tussen de 25 en de 90%, en bij builenpest rond de 60%.
Dat ‘lage’ cijfer mag ons echter niet blind of nonchalant maken voor het gevaar.
Want pas die 3% toe op heel België en zijn 11,3 miljoen inwoners, en je komt uit op 339.000 doden.
Ter vergelijking: dat is 14 keer meer dan het aantal Belgische burgerslachtoffers in de Eerste Wereldoorlog en het drievoud van het aantal Belgische doden, burgers en militairen samengeteld, in de Tweede Wereldoorlog.

Niemand wist dat het enige positieve van die 3% mortaliteit betekende dat het virus zo snel om zich heen greep dat het nog sneller moest muteren tot een relatief onschuldige kopie van zichzelf waartegen de menselijke immuniteit wél bestand was.
Niet meer dan de logica van de natuur: het doodde zijn gastheren in zo’n tempo dat het zich zelf moest aanpassen om zelf te overleven ... of het zou uiteindelijk zelf slachtoffer worden van ‘zijn eigen succes’.

En dat is ook waar men naar tracht bij Covid-19 … Het virus moet zichzelf kapot maken.

In de context van de Spaanse griep verschenen in 2014 de resultaten van een uitgebreide studie in Cell Host & Microbe.
Onder leiding van prof. Tokiko Watanabe (University of Wisconsin-Madison) had een team van gespecialiseerde researchers verbanden onderzocht tussen de griep van 1918 en zijn hedendaagse familieleden.
Een van de teamleden, viroloog- pathobioloog Yoshihiro Kawaoka, reconstrueerde daarvoor met omgekeerde genetica het oorspronkelijke virus.
‘Krankzinnig en gevaarlijk!’ schuimbekten critici, ‘want stel dat het ontsnapt…’

Gespecialiseerde virologen kijken vooral naar de resultaten van het volledige onderzoek.
Hoopgevend is dat bleek dat het gecreëerde virus in eerste instantie al herkend werd door de antilichaampjes van de proefpersonen die gevaccineerd waren tegen moderne griep.

Op lange termijn toonde de studie aan dat het virus van 1918 geen eenmalige en op zich staande gebeurtenis was, maar een voldoende breed wetenschappelijk onderzoeksterrein.
Met andere woorden: een nieuwe basis om verdere research te rechtvaardigen en dus gefinancierd te krijgen. Onderzoek dat ons moet helpen toekomstige griepepidemieën te bestrijden door pandemieplannen bij te stellen, voorraden van de juiste medicijnen op te slaan, enzovoort.’

Het is dus niet echt de vraag óf er nieuwe grieppandemieën zullen uitbreken, maar wannéér.
Eén zekerheid was toen : ze zullen een stuk milder zijn, want we zijn er nu veel beter op voorbereid.

De medische kennis staat tegenwoordig spectaculair veel verder dan toen, maar tegelijk zijn mensen veel ook meer verbonden. Door de moderne luchtvaart bijvoorbeeld kan een virus zich binnen een dag naar de andere kant van de planeet verspreiden.

‘Het kan ons zeker nog eens overkomen’, zegt Steven Van Gucht, de viroloog die bij Sciensano (het vroegere Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) het referentielabo leidt dat de griepactiviteit in ons land monitort.
Van Gucht is tegenwoordig ook bekend van zijn dagelijkse updates tijdens de Coronacrisis.

‘Statistisch komt er elke twintig of dertig jaar een grieppandemie. We hadden er een in 2009: de varkensgriep uit Mexico, die was mild. Dat is een kwestie van geluk.
Het is dus redelijk zeker dat we er binnen twintig jaar opnieuw één meemaken. Hoe erg die zal zijn, is onvoorspelbaar.’ …

… Dat waren zijn woorden in 2018.
Dat was toen wel een kleine misberekening blijkbaar, want we moesten zo lang niet wachten.
Iets meer dan een jaar later, eind 2019, hadden we immers weer ‘prijs’ …

Er bestaan ten minste drie theorieën over de oorsprong van het virus.

- Sommige onderzoekers nemen aan dat de oorzaak van de griep een gemuteerd varkensvirus uit China was, dat misschien via Chinese spoorwegarbeiders in de VS belandde.

- Een tweede theorie is dat het vogelvirus spontaan muteerde in Fort Riley, Kansas.
In dit fort fokte men kippen en varkens voor eigen gebruik. Een kok zou besmet kunnen zijn geraakt met het virus, dat vanuit de kippen via de varkens dus bij de mens aankwam. Door mutatie was het virus in staat om besmetting van mens tot mens tot stand te brengen.

- Volgens een derde theorie zou deze griep mogelijk voor het eerst zijn waargenomen in een Brits legerhospitaal in het Noord-Franse Étaples, waar artsen vanaf eind 1916 een uitbraak van 'etterige bronchitis' waarnamen. Vrijwel tegelijkertijd werden deze verschijnselen ook gesignaleerd bij een legeronderdeel in het Zuid-Engelse Aldershot.

In september 2005 zijn microbiologen van het US Armed Forces Institute for Pathology erin geslaagd om het virus na te maken. Het onderzoek was gebaseerd op viraal RNA uit de long van een soldaat die in 1918 was gestorven. De eiwitmantel van het virus had een structuur met als type H1N1.
Voor ons natuurlijk allemaal Latijn (of Chinees), maar voor de wetenschappers wel een belangrijke ontdekking.

Net als ‘de pest’ verdween ook deze ziekte zoals ze gekomen was … ineens …

Deze Spaanse griep (en trouwens ook Corona) afdoen als ‘een griepje’ is heel gevaarlijk.

Op dit moment kunnen we voor wat betreft Corona alleen de zogenoemde CFR berekenen: de case fatality ratio.
Dit is het aantal bevestigde overlijdens gedeeld door het aantal bevestigde besmettingen.
Als er plotseling veel nieuwe besmettingen bij komen, zonder dat meer mensen sterven, lijkt de ziekte minder dodelijk. Sterven er juist plots veel mensen zonder dat er meer besmettingen bij komen, dan lijkt de ziekte juist dodelijker.
Maar in werkelijkheid hoeft dit niet zo te zijn. Omdat mensen niet meteen overlijden als ze besmet raken, loopt het aantal doden altijd achter op het aantal besmettingen, waardoor die case fatality ratio snel omhoog kan gaan als er plots meer mensen sterven.
De ziekte lijkt dan dodelijker te worden, maar dat is niet zo. Door de vertraging wordt dit pas later zichtbaar.
Het sterftepercentage kunnen we dus pas met zekerheid pas vaststellen als de epidemie volledig achter de rug is …

Wat we wel al weten : Aan een gewone griep sterft ongeveer 0,1 procent van de besmette mensen.
Bij de Spaanse griep was dat 2,5 – 3 procent.
Bij corona spreekt men tegenwoordig over 3,4 procent, hoewel men dergelijk getal dus maar kan bevestigen als alles definitief (?) voorbij is.

2,5 tot 3 procent lijkt misschien niet zo veel, maar op een totaal van 500 miljoen mensen - een vijfde van de toenmalige wereldbevolking - is dat een hap uit een generatie, zeker omdat vooral 20- tot 40-jarigen kwetsbaar waren.

Ik eindig hier met een ‘straffe meneer’.

De kerklokken in het Noord-Spaanse dorpje Luarca luidden onophoudelijk tijdens de Spaanse griep. De kleine José Ameal Peña (toen 4 jaar) zag dagelijks begrafenisstoeten voorbij trekken als hij uit het raam keek. Van de 2000 dorpsbewoners overleden er maar liefst 500 aan het virus.
Ook José kreeg de griep. "Ik was heel ziek en begrijp eigenlijk nog steeds niet dat ik er nog ben", zegt hij tegen de Spaanse krant ‘El Mundo’.
"Toen ik wakker werd, kon ik amper lopen. Ik moest op handen en knieën kruipen."
Terwijl hij worstelde met gigantische koorts, schreef een arts medicijnen voor van gekookte eucalyptus en zeewier.
Hij had geluk en overleefde.

In de jaren erna was hij vrachtwagenchauffeur, metselaar, taxichauffeur en zelfs stierenvechter. Hij trouwde en kreeg vier kinderen, zes kleinkinderen en zeven achterkleinkinderen.
In december 2019 vierde hij zijn 105e verjaardag met zijn hele familie. Nu zit hij aan huis gekluisterd en wil vanwege het coronavirus niet meer dat familieleden zomaar langskomen.
José is, met zijn respectabele 105 jaar, hoogbejaard, bijna doof en slecht ter been. "Maar hij snapt heel goed wat er nu aan de hand is met het coronavirus", zegt zijn dochter die bij hem woont en voor hem zorgt. "Luister naar de autoriteiten", herhaalt hij keer op keer.

Tijdens de Spaanse griep was de bestrijding van de ziekte in Spanje een ramp. Acht miljoen mensen raakten besmet en 300.000 overleden. Hogescholen en universiteiten sloten, maar bioscopen, arena's, theaters en kerken hielden hun deuren open alsof er niets aan de hand was.

Deze nieuwe, covid-19-, pandemie met beelden van volle ziekenhuizen en verlaten straten herinneren José natuurlijk wel aan die nare periode meer dan honderd jaar geleden. "Hij is bang dat hetzelfde zal gebeuren", zegt zijn dochter. Maar probeert ook gerust te stellen. "We leven nu wel in een andere tijd."

Minder ‘leuk’ nieuws komt dan weer vanuit Amerika … Een 100-jarige Amerikaan is aan het coronavirus overleden, terwijl zijn tweelingbroer een eeuw geleden aan de Spaanse griep bezweek.
Philip Kahn uit de staat New York stierf onlangs met ademhalingsproblemen, meldt de Amerikaanse nieuwszender CNN. Hij werd nog voor zijn dood getest, maar de positieve uitslag kwam pas daarna.
Hij verloor zijn broer Samuel kort na de geboorte door de Spaanse griep. Ze werden samen op 5 december 1919 geboren, aldus zijn kleinzoon Warren Zysman.


Bronnen :

Het Nieuwsblad 14/3/2020
Scriptie Laurine Hendrickx masterproef 2016-2017:’Onderschat en onbeantwoord’
tracesofwar.nl
eoswetenschap.eu
foto Een militair hospitaal tijdens de Spaanse griep in Camp Funston (nabij Manhattan (Kansas)
foto brancard : Rode Kruis in Washington D.C.,  National Photo Company, Library of Congress.
Wikipedia
tijd.be
rtlnieuws.nl 23/3/2020
telegraaf.nl 23/3/2020
businessinsider.nl
Cor Speksnijder, ‘Het coronavirus wordt vergeleken met de Spaanse griep’ De Volkskrant (13 maart 2020).
vrt.be 24/3/2020
El Mundo 22/3/2020
CNN 23/4/2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.