Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

vrijdag 19 maart 2021

Geel velt ajuin - Bosgeelster

Het was redelijk 'groot' nieuws op 18 maart 2021. In het natuurgebied Honegem werd een heel speciaal bloemetje waargenomen en dat leidde tot interesse van verschillende media. 
TV, Facebook, ... het stond allemaal vol van dit gele sterretje ... 


Wie dit bloempje in dit gebied wil gaan bekijken, kan dit gerust doen door het 'Natte Voetenpad' eens te wandelen. Meer daarover is HIER te vinden. 

Het gaat hier over de 'Gagea lutea' of 'bosgeelster', ook wel 'geel velt ajuin' genoemd. 
De 'Gagea' is vernoemd naar Thomas Gage (1781-1820), een Engelse botanicus. Lutea betekent geel.

In het Frans houdt men ook de naam Gage : Gagée des bois, 
In het Duits legt men de nadruk dan weer op de kleur en de stervorm : Gelber Gelbstern, 
En ook in het Engels zijn vorm en kleur belangrijk : Yellow star-of-bethlehem

Dit bijzonder mooie plantje uit de leliefamilie heeft zoals de naam misschien wel ergens zou kunnen doen vermoeden door de aanwezigheid van het woord 'ajuin', helemaal niets te maken met de Aalsterse Ajoinen. 

In Vlaanderen is de bosgeelster uiterst zeldzaam en staat dan ook op de beschermingslijst met een rode vermelding.  Het voorkomen is beperkt tot enkele beekvalleien, vooral in Oost-Vlaanderen. 
In West-Vlaanderen en Limburg zijn de weinige vindplaatsen ondertussen bedreigd of reeds verdwenen.

De grootste bekende, vrij stabiele, groeiplaatsen van Vlaanderen bevinden zich in onze eigen regio met name Aalst, Hofstade en Lede en we dragen dan ook een grote verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van dit mooie gele kleinood. 
 
Maar is dit bloempje nu echt zo zeldzaam? 
Ja en nee. 

Door de vroege en vaak vrij onopvallende bloei (van begin maart tot begin mei), wordt het plantje soms wat weggestoken door jonge brandnetelvegetaties. Deze schuilplaats leidt ertoe dat er mogelijks een onderschatting bestaat van de verspreiding. Tijdens een doorgedreven terreinonderzoek van enkele beekvalleien in het voorjaar slaagde men er zelfs in om enkele nieuwe vindplaatsen te ontdekken. 

Ze zijn er dus wel, maar het is wel zo dat op de meeste groeiplaatsen slechts weinig exemplaren tot bloei komen, wat het dan wel degelijk verheft tot de status 'zeldzaam'.

De bosgeelster werd al in 1792 in het Sasbosje tussen Aalst en Lede” (Honegem) ontdekt en beschreven door de botanist François Antoine Roucel
Zelfs toen was het al een unicum en was bekend onder de Vlaamse naam “geel velt ajuin”.

Van waar de naam 'ajuin' komt, wordt duidelijk op de onderstaande afbeelding uit een oud kruidenboek. 


Roucel werd geboren in Durlach (nu Karlsruhe) in 1736 maar was Franstalig doordat hij in Parijs gestudeerd had. 
Hij trouwde in 1773 in Aalst met Barbe-Louise Vander Haeghen en oefende er heel zijn lange leven het beroep van chirurgijn (heelmeester) uit. Hij stierf er in 1831.


De plant wordt 10-30 cm hoog en vormt één ronde, toegespitste bol waaruit de bloeistengel doorschiet met een vuurwerkje van twee tot zeven gele stervormige bloemen van 1,5 tot 2,5 cm groot. 
Het geelgroene, vanuit de grond opkomende blad is 5-10 mm breed. 
De kroonbladen zijn langwerpig met een stompe punt. Na de bloei rollen ze terug en verkleuren dofgroen.

De vrucht is een doosvrucht. Een doosvrucht (ook wel 'kapsel' genoemd) is een droge openspringende vrucht met meer dan één zaadje per vrucht.

Het zaad van de bosgeelster heeft een mierenbroodje en wordt dan ook door mieren verspreid.
Een mierenbroodje is eigenlijk een aanhangsel aan zaden of vruchten van sommige plantensoorten, dat als voedsel kan dienen voor mieren. 
De officiële benaming 'elaiosoom' is afgeleid van het Griekse "elaion", dat olie betekent. 
Het mierenbroodje is een uitgroeisel van de zaadhuid.
 
De bosgeelster weet enkel te overleven in houtkanten, oeverwallen en bomenrijen waar een beetje beschutting is voor de druk van de intensieve landbouw. 
Indien er geen natuurlijke bescherming is, proberen natuurliefhebbers waar mogelijk steeds een haagje te voorzien rond het plantje om het beter te kunnen beschutten. Het is echter jammer genoeg wel zo dat door de nogal vrij agressieve manier waarop sommige beken ‘geruimd’ worden, het risico groot is dat dit bloempje wel eens mee de container ingaat. 

Het plantje overleeft het best op een matig vochtige, zwak zure, arme bodem in zon en schaduw. Gedijt op zandleem. 

Wie ze wil zien, moet vroeg in het jaar op pad want ze hoort bij de eerste voorjaarsbloeiers in maart. 
In en rond het natuurgebied Honegem groeien nog enkele mooie groepjes van de bosgeelster, maar vooraleer iedereen nu daarheen trekt om er een glimp van op te vangen : de meeste bloeien iets verder in de zone van de Molenbeek tussen Impe en Lede waar Natuurpunt in 2003 een beschermingsproject opstartte onder de toepasselijke naam Geelstervallei


Het hele jaar door is deze vallei vrij toegankelijk op de paden. Laarzen of stevige wandelschoenen zijn zeker nodig en honden zijn welkom, maar ze moeten wel aan de leiband gehouden worden.

Twee korte wandelroutes die zeker de moeite zijn om eens te doen, vertrekken beide aan ‘de Oude Mol’, het Oudste café van Impe.

Café De Oude Mol – Dorp 6 – 9340 Impe

De bekende herberg op het pleintje naast de kerk van Impe is een brokje geschiedenis. 
Het rustieke gebouw dateert immers al uit 1866. Er werd ooit recht gesproken en het is nu al meer dan honderd jaar ingericht als volkscafé. 
Ook enkele Vlaamse tv-makers vonden al hun weg naar de oude Vlaamse herberg. Er werden onder meer opnames gemaakt voor 'Man Bijt Hond' en 'Flikken'.


"Zeer onbeschaafd, ruw, drinkebroers, ...'' 
De pastoor van Impe had rond 1600 niet veel goeds te vertellen wanneer hij het over zijn parochianen had. Ze zaten immers meer op café dan in de kerk, en hielden zich bezig met allerlei 'marginale' handelingen (kaarten, dobbelen, ... met andere woorden 'gokken').

Omdat Impe niet bij Aalst hoort, en 'Marginaalst' dus niet voor hen kon gebruikt worden, hielden ze er de bijnaam ,,Omleegvallers'' aan over.

Het dorp van de Omleegvallers telde in 2004 maar twee cafés meer, maar er werd wel nog altijd gefeest. Gedronken ook ja. En, ja, af en toe vielen er al eens klappen. 
Zo ook acteur Luk Wyns die in het café ooit een rake kopstoot te verwerken kreeg … al moet daar natuurlijk op volgen dat hij daar was voor de opnames van een aflevering van Flikken. 
De makers van het programma zochten een ietwat landelijk café waar twee motorbendes met elkaar op de vuist zouden gaan en ze strandden uiteindelijk in 'De oude mol' ...

De Leedse carnavalsgroep 'Goedemor' heeft er zijn vaste stek, net als een jagersvereniging, een motoclub (de Sun-Riders), een spaarders- en een biljartclub.

En er vertrekken dus enkele aangename wandeltochten ...

De wandelroute Wijmenierpad verwijst naar een oude ambacht, het oogsten van wijmen of jonge wilgentakken door mandenvlechters. 
Hier een beschrijving van het Wijmenierpad (4,50 kilometer) – op het kaartje aangeduid in rood

De wandelroute Sterretjespad verwijst naar het veelvuldig voorkomen van speenkruid, een typische voorjaarsbloeier.
Hier een beschrijving van het Sterretjespad (2,70 kilometer) – op het kaartje aangeduid in groen


De 'Bosgeelster' is dus een unicum, maar in Erembodegem en Hekelgem is ook de schaarse schedegeelster te vinden. 
Dit is een al even zeldzame bossoort van dezelfde plantenfamilie, die blaadjes heeft als grassprietjes en niet elk jaar tot bloei komt. 
Je kan ze dus heel gemakkelijk over het hoofd zien, maar … wie zoekt die vindt uiteraard …


Bij het wandelen

HEB RESPECT VOOR DE NATUUR ! 
DE NATUUR IS GEEN VUILBAK !
LAAT ALLES STAAN !
VERNIEL NIETS !
Enkel op die manier kunnen de mensen die na jou komen ook nog genieten van de pracht !!!

 
Bronnen

‘Aalst Natuurlijk’ – Natuurpunt
ecopedia.be
Facebookpagina 'De Oude Mol'
herbarium.be
Cruijdeboek, deel 5, Rembert Dodoens. Cruyden, wortelen ende vruchten, diemen in die spijse ghebruyckt (1554)
TV Oost 18/03/21
openstreetmap.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten