Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

zondag 27 oktober 2019

SV Flora - Bloemenveiling - 'de Flora'

'De Flora', al enkele jaren een veelbesproken gebouw in het Aalsterse.  Gedurende heel wat jaren kwam de Flora heel regelmatig in de lokale pers omwille van het ja-nee spelletje omtrent de prinsenverkiezingen. Eerder al was het gebouw in het nieuws omwille van een enorme brand, maar ook positief nieuws viel te rapen omtrent deze firma die ooit hoge ogen gooide in Europa.


De bloemenveiling Flora werd opgericht in 1959.


De Belgische snijbloementeelt bevond zich toen in een diepe crisis en de oprichters stonden dan ook voor een zeer moeilijke opdracht.

De bedoeling was om een veiling op te richten die zou beantwoorden aan de toen geldende verkoop vereisten. De veiling zou instaan voor de verkoop van de door de aangesloten leden geproduceerde producten. Op die manier zou naar buitenlands, meer bepaald Nederlands voorbeeld, in het centrum van het oudste Belgische productiegebied eveneens een afzetorganisme gevestigd zijn.

Het was op initiatief van ex-minister Ludovic Moyersoen en door stimulatie van het Actiecomité voor Economische Expansie dat de bloemenveiling ontstond.

De werken namen een aanvang in 1959 met Antoine Blanckaert als architect.

De veiling startte definitief op 16 april 1961, de verkoop op 17 april..

Er werd met de stad een huurcontract afgesloten voor 28 jaar. Zowat 200 kwekers kwamen er hun waren aanbieden.

Een aantal kopers hield het toen nog een tijdje in Brussel, maar de Flora in Aalst kende toch een aanzienlijke groei. In 1969 was een eerste uitbreiding reeds noodzakelijk om aan de toegenomen vraag te kunnen voldoen.

De activiteiten in de veiling deden het bloemenarsenaal in de regio enorm toenemen. In de zeventiger jaren echter kwam het begrip ‘BTW’ roet in het eten gooien.
België zou vanaf dan immers een tarief van 19 % toepassen, daar waar elders 5 % gehanteerd werd. Ook de toen zeer dure stookolieprijzen deed natuurlijk geen goed aan de zaak.
Men moest dus zwaar beginnen investeren.

Dankzij de investeringen die gedurende 25 jaar gedaan werden, was de veiling Flora in 1986 ontegensprekelijk de modernste en de meest vooruitstrevende veiling in België, iets wat dus op amper 1 dag volledig teniet werd gedaan.

De volgende belangrijke investeringen werden gedaan tijdens het 25-jarig bestaan van de bloemenveiling:

1975-1978: De bedrijfsruimte werd uitgebreid met maar liefst 50%

1979: De eerste computer werd in gebruik genomen

1980: Nieuwe elektronische klokken werden aangeschaft. Deze lieten een grotere verkoopsnelheid toe, en konden tevens meer informatie bieden aan de klant.

1982: de vennootschap werd eigenaar van de gebouwen en terreinen (die voorheen stadseigendom waren) en Flora werd de meest eigentijdse bloemenveiling van het land.

1983: de gebouwen werden geïsoleerd, en een nieuwere, krachtigere computer breide het bestaande computersysteem uit.

1984: een nieuwe koelcel werd gebouwd (ca. 120 m²) met een capaciteit van ongeveer 70 stapelwagens en een volume bloemen dat overeenstemde met 20 ton.

1985-1986: aanschaf van 500 aluminium rolcontainers. In deze periode werd ook het intern transportsysteem gemoderniseerd en werd de capaciteit van de klokken opgevoerd. Zij moesten een grotere beweeglijkheid en een betere benutting van de beschikbare vloeroppervlakte toelaten en leiden tot een vlottere verkoop en snellere verhandeling van de producten en tevens de mogelijkheid beiden binnen de bestaande en beschikbare ruimte een grotere hoeveelheid bloemen te kunnen verwerken.

Op 
 2 mei 1987 gebeurde dan, wat heel veel Aalstenaars nog steeds op hun netvlies zien. De bloemenveiling ‘Flora’ brandt volledig uit

Uitgerekend op de topdag brandde de bloemenveiling, ondertussen de meest moderne van Europa trouwens, volledig uit. Enkel een paar muren evenwijdig met de Albrechtlaan en de smeedijzeren letter ‘Flora’ bleven over. .
Een ramp voor de Coöperatieve Maatschappij met 400 coöperanten, en dit exact één week voor moederkesdag, dé topweek voor bloemisten.


De schade werd door schepen De Maght geschat op zowat 200 miljoen Belgische frank.

Daarvan behoorde zeker al 90 miljoen tot de onmiddellijke schade, en tien miljoen werd geraamd voor de nog ongekende schade. Ramingen voor nieuwe behuizingen enzovoort, maken dat de som al gauw zou oplopen tot het voorgenoemde bedrag.

De veiling moet in elk geval in Aalst kunnen blijven’ opperde de waarnemend burgemeester.

Het vuur ontstond hoogstwaarschijnlijk in een verbrandingsoven voor papier en karton.

Het waren de brandweerkorpsen van Aalst, Erembodegem en Moorsel, die ook nog werden bijgestaan door de Civiele Bescherming van Liedekerke, die voor een ogenschijnlijk onmogelijke taak stonden om het vuur te blussen. Maar liefst 120 brandweerlui zouden het vuur gaan bestrijden.
De lokale politie werd bijgestaan door de nationale reserve van de rijkswacht uit Gent en Turnhout.



Aan de brand zelf was eigenlijk niets te doen.

De brandhaard werd versterkt door roofing en isolatiemateriaal en de muren begaven het één na één.
Men zette vooral in op het behoeden van de huizen in de aanpalende Appelstraat.


Op bepaalde momenten, wanneer het écht té heet werd, moesten de brandweerlui trouwens hun lansen achterlaten in de brand, en ijlings terugtrekken. 


Garagepoorten werden vervormd alsof het niets was, en overal in de buurt sprongen ramen kapot door de hitte. Ik herinner me zelf nog heel goed die alles verschroeiende hitte. Samen met mijn vader was ik één van de vele getuigen van de brand, die in alle hevigheid aan het woeden was, en die hitte is inderdaad iets wat me altijd is bijgebleven. Ook het geluid van de barstende ruiten en deuren van de huizen in de buurt zal voor altijd op mijn trommelvliezen aanwezig blijven.


Ook voor de OLV kerk van Mijlbeek zag het er op een bepaald ogenblik niet echt goed uit. Daar vond op dat ogenblik juist een begrafenisplechtigheid plaats van een 90-jarige vrouw en de bij haar inwonende dochter, die samen begraven zouden worden. Heel wat kerkgangers hadden hun wagen geparkeerd aan de Florahallen, waardoor het ineens alle hens aan dek geblazen was om de voertuigen te helpen verzetten. Buurtbewoners en hulpdiensten hielpen zoveel ze konden, maar konden niet verhinderen dat er van de vele wagens die er stonden, toch zes (eigenlijk 'maar' zes) volledig uit zouden branden.


Normaal gezien werd er op zaterdag niet gewerkt in de veiling, maar omwille van de topdag waren toch 38 personeelsleden aan het werk. Zij konden zich allemaal in veiligheid brengen, waardoor er - gelukkig maar - geen slachtoffers vielen.


De 15000 m2 grote hal werd in een minimum van tijd volledig herleid tot een reusachtige puinhoop.


Na de brand werd uitgeweken naar ‘Produco’ in Wetteren, maar het zou niet de bedoeling zijn om de bloemenveiling daar te houden. Het stadsbestuur sprong onmiddellijk op de kar om de veiling terug naar Aalst te kunnen brengen.


Amper een jaar later, in juli 1988 werd de bloemenveiling reeds heropend. Wat velen niet voor mogelijk hadden gehouden, gebeurde dan toch. Enkele maanden na de brand waren de sporen ervan volledig verdwenen en werd er terug geveild in Aalst. Een gelukkige burgemeester De Kerpel vernoemde het feit dat dit een belangrijke stap was voor de tewerkstelling in de streek. De streek van Aalst is een ideale ligging voor een veiling, omdat deze gekend is omwille van de snijbloementeelt.

In 1991, de 30ste verjaardag van Flora, volgt het grootste bloemenbal dat ooit werd gehouden in België.

Op 4 februari 2004 verscheen in de pers dat de bloemenveiling die week in vereffening ging. Dertig werknemers, arbeiders en bedienden, verloren daardoor hun job. De veiling kreeg al belangrijke problemen in 2001 toen enkele grote klanten naar Brussel afweken voor de 'business'. De onderhandelingen omtrent een kapitaalinjectie of een samenwerking met andere veilingen was afgesprongen en de Israëlische aandeelhouders beslisten om de Flora op te geven.

De bloemenhal kreeg echter een nieuw leven.

Toen de Flora Bloemenveiling de deuren sloot en de gebouwen verkocht werden ging organisator 'Lavera Events' met de nieuwe eigenaars een tijdelijke overeenkomst aan om de Flora-hallen als evenementenhal te kunnen uitbaten. Alle indoor evenementen zouden dus door in een zaal doorgaan, en dit onder eigen beheer.
Voor een vlotte werking tijdens de openingsuren van een evenement laat het Lavera-team zich meestal versterken door lokale verenigingen en/of vzw's.

De organisator is reeds jaren actief in de wereld van evenementen en de organisatie ervan.
Het bedrijf Lavera NV werd in 2002 opgericht en richtte zich aanvankelijk op een doelpubliek uit Aalst en omstreken. Met de komst van nieuwe en snelle manieren om publiciteit te maken zoals bijvoorbeeld via de sociale netwerken bereikt de organisatie een veel wijder publiek in heel België en zelfs tot ver in de buurlanden.

Dit Aalsters bedrijf specialiseerde zich in het organiseren van muzikale evenementen voor jong en oud en lokte daarbij nationale en zelfs internationale supersterren naar onze stad. 
Denk maar aan de jaarlijkse openluchtconcerten van “Belfortrock” op de Grote Markt en ook de indoor edities van het "Autosalon Aalst", het "Bouwsalon Aalst" en de "Jaarbeurs Aalst". 
Diezelfde organisatie is trouwens ook verantwoordelijk voor onder andere de jaarlijkse “TV Oost Schlager Parade” ... 
Voor de jongeren was er dan weer “De Langste Nacht”, de oudejaarsparty van Vlaanderen, die na een steeds groter wordend succes diende uit te wijken naar andere (grotere) oorden. Ook het kerstdorp dat met de eindejaarsdagen de Grote Markt siert en de “Aalst On Ice” ijspiste zijn een product van Lavera Events. 

De Aalstenaars smeken het stadsbestuur al vele jaren om een nieuwe evenementenhal. Met de afbraak van de Keizershallen verdween immers de enige locatie in de regio die geschikt was om beurzen, feesten en party’s van groter formaat te kunnen organiseren. De Flora was dus een goed alternatief, hoewel de zaal, vooral voor de prinsenverkiezingen, ook al snel te klein bleek te zijn.  

In 2004 vond in de zaal trouwens het topevenement 'Foute Party' van Q Music plaats. Het was toen de derde editie van dit evenement, en Aalst mocht dus de eer krijgen dit jubileum te vieren in 'hun stee'. 
Meer dan 3000 mensen waren aanwezig, en dat was zeker een maximum voor de zaal. Er was een ondraaglijke hitte, en zelfs het openzetten van alle poorten hielp maar heel weinig.  Voor de volgende editie van dit evenement werd uitgeweken naar de Oktoberhallen in Wieze. Sedertdien waren Flanders Expo (Gent) en Ethias Arena (Genk) het decor van dit alsmaar groter wordende spektakel. 

In 2008 verscheen het bericht in de pers dat Belfortrock 2009 zou geschrapt worden, en dit wegens een tegenvallende ticketverkoop. Lavera events besloot dan maar om een ander feestje te bouwen, en zocht toenadering tot radiozender Q Music, dat de zaal dus al kende van de 'Foute Party'. 
'De beste fuif van Vlaanderen' zou op 30 oktober 2009 dus zijn onderkomen vinden in de ondertussen veelbesproken Florahallen. 
Ondertussen werd Jurgen Cooman, in de vroegste prinsenkiezing ooit trouwens, verkozen tot prins carnaval 2009. De verkiezing ging, dus na enige twijfel, toch door in de Flora, en Jurgen zong zijn liedje 'de Florablommekei', dat ondertussen een échte karnavalsklassieker is geworden. Onderaan dit artikel kunnen jullie trouwens meegenieten van deze hit. 

De fuif van Q Music zou trouwens één van de laatste evenementen worden die in de Florahallen zou georganiseerd worden, dat werd althans toen luidop geopperd. 

De nieuwe eigenaar, Patrick Koster van Groep GL International, was het wachten moe. De stad zou ook op zoek moeten naar een nieuw onderkomen voor de prinsenverkiezing. 
Het zou de bedoeling zijn om op de locatie van de vroegere bloemenveiling een deel van een woonzorgwijk te realiseren. De bestaande infrastructuur zou volledig worden afgebroken, en vervangen worden door woningen voor groepen met een lage zorgbehoefte, wijkondersteunende voorzieningen, dienstencentrum, kleinhandel, en zo voort. 
De Flora site zou dus het centrum vormen voor deze nieuwe wijk. 

Eind 2019 werd de datum voor de volgende prinsenverkiezingen vastgelegd … dat werd 25 januari 2020 ...
… en meteen werd ook 'the place to be' … bekend gemaakt …  

???   

Inderdaad … na een jarenlang welles-nietesspelletje, dreigingen en toegevingen : het feestje zou opnieuw doorgaan in de Florahallen …!!!
Jammer genoeg kwam Covid-19, het alles in de war sturende virus, roet in het eten gooien en was er in 2020 geen sprake van een prinsenverkiezing.
Wat er de komende jaren zal gebeuren, stond nog helemaal niet vast. 

In principe zou het gebouw in maart 2020 met de grond gelijk gemaakt worden … 

maar ... 

dat werd uitgesteld tot eind 2021 ... 

maar ... 

begin oktober 2021 kwam dan het 'heuglijke' nieuws dat de mogelijkheid toch nog zou bestaan dat het feestje toch opnieuw in de Flora zou doorgaan ...  het begint eigenlijk op een echte klucht te lijken. 

Een sloopvergunning werd ondertussen wel effectief aangevraagd en van het moment dat de stad deze aflevert, mag het gebouw afgebroken worden en moeten de stad en de carnavalisten dus op zoek naar een nieuwe feest locatie. De Oktoberhallen in Wieze zijn geen optie, want 'compleet volgeboekt'. Een grote tent op de Keizershallen dan ? Dat zou wel een optie kunnen zijn.

De procedure in verband met de vergunning zou echter toch een tweetal maanden kunnen duren en bovendien is de vergunning twee jaar geldig. De eigenaar van de Flora liet ondertussen al verstaan dat er over een prinsenverkiezing in de Flora zeker gepraat kan worden, zei schepen van Ruimtelijke Ordening Caroline Verdoodt. 

Uiteindelijk kenden we een tweede 'coronajaar' en werd de prinsenverkiezing - en daarmee meteen ook de hersenbreker van waar het feestje dit jaar dan zou moeten doorgaan - opnieuw afgelast.

Op 7 januari 2021 kwam dan het definitieve verdict voor 'de Flora'. De stad Aalst leverde de felbesproken vergunning af om de Florahallen te slopen. 
Prins Yvan '20 zal dus de laatste prins geweest zijn die daar zijn scepter overhandigd kreeg. 

De ontwikkelaar zou reeds in maart '22 met de grote sloopwerken van start gaan. 
Op termijn komen er op deze plek 240 appartementen en woningen, met heel veel aandacht voor zorg en levenslang wonen.
 
1 April 2022 ... Neen, het is geen grap, men is nu effectief begonnen met de Flora af te breken. 
Wat wel een grap was, is het feit dat men voor de geïnteresseerden 7000 stukken sloopmateriaal te geef had ... als souvenir aan de vele (mooie) herinneringen die men er had. 


Eigenaar Flora Invest (GL Group en Skyline Europe) is dus begonnen met de reeds lang aangekondigde afbraak. 

In afwachting van de realisatie van het nieuwe woonproject op de site, zal het braakliggend deel eerst nog ingezaaid worden met bloemen en grassen. 

De groene omgeving zal worden aangelegd door Bureau Bas Smets en zal met een knipoog naar het verleden van de vroegere bloemenveiling voorzien worden van kleurige bloemperken en bloesembomen
Een gedeelte van de asfaltverharding ter hoogte van de Pastoor Lauwereysstraat zal behouden blijven als parking voor de bussen van de nabijgelegen Don Boscoschool. 

Het gaat om een terrein van in totaal drie hectare, waarvan het bos van één hectare behouden zal blijven. 
Op 1,5 hectare zal gebouwd worden aan 240 wooneenheden. 
Twintig procent daarvan zal ingevuld worden door woningen, tachtig procent van de ruimte gaat naar appartementen. Het gaat om vier gebouwen aan de zijde van de Albrechtlaan, die tot zes bouwlagen hoog zullen gaan. 

Het nieuwe woonproject zal uit verschillende fases bestaan. 
De Flora-site zal omgevormd worden tot een aangename woonlocatie voor jong en oud.
Het gerenommeerde architectenbureau ‘Office Kesten Geers David van Severen’ staat in voor een beeldbepalende architectuur. 
Op het gelijkvloers zal men de focus leggen op zorg, gezondheid en geneeskunde. 

Het belooft dus iets moois te worden, maar het is toch weer een 'carnavalsmonument' dat naar de geschiedenisboeken is verdwenen.

Hier toch nog even genieten van 'de Florablommekei' van prinsj Jurgen 2009



Bronnen

“natuur ten toon” land-en tuinbouwbrochure, Aalst 1986
Foto’s De Voorpost 8 mei 1987 (zwart wit) + eigen foto's (kleur) 
De Voorpost 8/5/87 – 1/7/88
berichtgeving eind 2021-begin 2022 via nieuwssites en radio
hblvl.be 4/2/2004
lavera-events.be
foto afbraak : Oilsjt een Weireldstad (facebookpagina)
masterplan omgeving Albrechtlaan : mer.lne.be/mediabank
logo Flora : De Voorpost 11 april 1986
'De Florablommekei', filmpje van 'Montooken' (via YouTube)

vrijdag 25 oktober 2019

Stadspark - Groot Park - Park Schepen De Wolf

Het Stadspark, bij de Aalstenaars ook gekend als ’t groeit park, of Park Schepen De Wolf, is eigenlijk een kunstmatig natuurdomein (het gaat niet om natuurlijke vijvers) met een recreatieve-educatieve functie. Het park beslaat een oppervlakte van circa 15 ha.


Het ligt ten zuiden van het stadscentrum, en wordt begrensd door de Parklaan, De Wolfstraat en Erembodegemstraat. Het park ligt vervat tussen de stedelijke sportterreinen en de industriezone aan de Dender. In het zuiden loopt het park over in het natuurreservaat het Osbroek.


Het stadspark van Aalst werd aangelegd tussen 1915 en 1916 onder impuls van schepen Désiré De Wolf. Het park is opgevat als een ruim recreatieoord met wandelpaden en speelterreinen rond twee visvijvers: de Ballonvijver en de Spiegelvijver. 
De oorspronkelijke constructies in het park (een melkhuis, een kaarthuisje, een tuinhuisje en een brug) ademen nog steeds de typische sfeer van begin 20e eeuw uit. Het park kan deels ook opgevat worden als een arboretum (met een inventaris van meer dan 100 diverse boomsoorten).

Het idee om van een gedeelte van het Osbroek een park te maken ontstond in de kringen van vooraanstaande welstellende burgers bij het begin van de Eerste Wereldoorlog.

Dit gebeurde in navolging van het idee voor de aanleg van een groots opgezet park dat reeds in de tweede helft van de 19de eeuw tot stand kwam. De toenmalige schepen van openbare werken Désiré De Wolf zette dat idee om in werkelijkheid, nadat schepen van financiën Moyersoen het Osbroek in 1910-1911 had aangekocht voor openbaar nut.

Hierbij het herdenkingsbeeld voor schepen Désiré De Wolf, dat in het park terug te vinden is.


De gronden maakten deel uit van het Osbroek, dat al in de 13de eeuw als moerasbos en hooiland werd omschreven. Dat de gronden nooit als akker zijn bewerkt, hebben ze te danken aan hun slechte afwatering en de lage ligging. In de 18de eeuw werd er turf gewonnen, waarna op de ontgonnen gebieden elzen werden aangeplant voor brandhout.


Onder beleid van de schepen werd in 1915-1916 naar ontwerp van tuinarchitect Louis-Julien Breydel (1868-1941) een deel van het Osbroek omgetoverd in een landschappelijk park van 15 hectare, waarvan 1 hectare uit wateroppervlakte bestond.

Hier een foto uit 1915, die laat zien hoe de vijvers manueel uitgegraven werden.


De aanleg van het stadspark was trouwens een tewerkstellingsproject


Het hele project had niet enkel een esthetisch doel. Omwille van de oorlog lag de Aalsterse industrie zo goed als stil, en de aanleg van dit park kon talloze werklozen toch werk én inkomen verschaffen.
Dat de werken enkel en alleen zouden dienen om te verhinderen dat Aalsterse mannen door de Duitsers zouden worden gedeporteerd naar werkkampen, klopt niet. Deze deportaties begonnen pas in oktober 1916, terwijl de aanleg van het park reeds afgewerkt was op 29 maart 1916.

De uitvoering van de werken startte op 24 juli 1915 met 36 werklieden, een aantal dat snel tot 650 arbeiders en 15 toezichters steeg. De laatste boom werd geplant op 29 maart 1916.
In totaal werden 5650 (ongeveer 200 soorten) en 34000 struiken geplant.

Hierbij een beeldje van het park in 1917 : 


Vele planten werden bezorgd door de toenmalige Duitse stadscommandant, een kasteelheer, die speciale bomen uit zijn domein of elders uit Duitsland liet aanvoeren. In de vijvers werden ongeveer 21000 vissen uitgezet. In de verschillende vijvers werden in totaal zo'n 15.000 blieken, 4.500 grondelingen, 200 goudkarpers, 500 spiegelkarpers, 500 gewone karpers en talloze andere soorten uitgezet.
Al vlug merkte men echter dat vele vissen uit de vijvers 'zomaar' verdwenen, en op het menu van de hongerlijdende stadsbewoners terecht kwamen

Het park werd openbaar geopend op 1 juli 1916.

Vroeger stond er ook nog een Duits kanon, dat ondertussen verdwenen is.


Het ging over een zustertje van de 'Dicke Bertha' dat door het Belgische leger werd buitgemaakt en na de eerste wereldoorlog in het stadspark werd opgesteld.Tijdens de oorlog verscheen een Duits soldatenblad 'De Sturm'. De opsteller ervan, de Duitse soldaat-journalist Neuhaus, een zeer humoristisch man, liet op zekere dag doorschemeren dat Kaiser Wilhelm zijn vrouw Augusta, ontrouw was geworden. De Kaiser zou zijn hart verpand hebben aan 'Dicke Bertha'. 

Neuhaus werd op het matje geroepen, maar kon zijn vel redden met de verklaring dat hij door dergelijke humor het moreel van de soldaten hoog trachtte te houden, en zo een voorbeeld wou stellen. Alle Duitsers zouden hun hart moeten verpanden aan het beruchte kanon 'Dicke Bertha'.  Het kanon werd natuurlijk een grote attractie in het park, maar is intussen verdwenen .

Ook drie enorme beelden die opgesteld stonden aan de spiegelvijver, behoren tegenwoordig jammer genoeg reeds tot het verleden.


Deze beelden kwamen eigenlijk van de Markizaatruïne / domein 'Mesen' in Lede. Eén van de eerste grote verbouwingen van het gebouw, leidde tot het verwijderen van de 3 weinig zedig uitziende vrouwenbeelden die zich bevonden op en naast het fronton op de voorgevel. 

Het was 'Markies Johannes Franciscus Nicolaas de Bete' die aan de zijde van Frankrijk vocht tegen de coalitie van Groot Brittannië en de noordelijke Nederlanden. Meer bepaald in de veldslag van Ekeren en Ramillies. Uiteindelijk, door de vrede, zou de hertog van Anjou de nieuwe Spaanse koning worden. 
De Leedse markies werd als dank gouverneur van Palma en bovendien ook onderkoning van Mallorca. Hij veroverde ook de huidige Spaanse enclave Ceuta (Marokko), waar overigens ook nog een straatnaam aan herinnert. Hij kreeg slechts op latere leeftijd een zoon, Emmanuel. Deze bouwde het markiezenkasteel, met een voorgevel waarop drie beelden van 'éénborstige dames' prijkten. 
Die werden er in 1897 door de zusters Kanunnikessen afgehaald, om jaren later opnieuw op te duiken aan de spiegelvijver in Aalst. Ook daar zijn de beelden intussen verdwenen, ik heb jammer genoeg nergens kunnen terugvinden waar deze momenteel zouden zijn.

Reeds in de zomer van 1916 lokte het Aalsterse stadspark een enorme hoeveelheid geïnteresseerde wandelaars. Een Zwitsers journalist die een reportage maakte in het bezette Belgische gebied, was zo fel onder de indruk van deze Aalsterse 'oorlogsprestatie' dat hij eer een aparte column aan wijdde in zijn krant en het een voorbeeld noemde van de werkkracht en de moed van de Belgische bevolking.
Op Hemelvaartsdag van datzelfde jaar bereikte het aantal bezoekers een recordhoogte van 5626.
Het stadsbestuur had blijkbaar grootse plannen met het park. Hier een afbeelding waaruit dit duidelijk blijkt. Het opschrift 'camping' laat zeker vermoeden dat men grondig dacht aan de toeristische uitbouw van de stad.


Oorspronkelijk deed het originele melkhuisje meteen ook dienst als kaartershuisje. Op zaterdag 14 februari 1948 werd aanvang genomen voor een nieuw- en groter - kaartershuisje. 
Erevoorzitter, Laurent De Wolf (schepen van openbare werken) legde de eerste steen van het zaaltje dat in de toekomst als clublokaal voor 'De lustige kaarters' zou gebruikt worden. In hetzelfde artikel (Gazet van Aalst 19/2/1948) stond trouwens nog meer goed nieuws. Kortelings zouden ook immers de vijvers uitgediept worden ten einde de gepensioneerde vissers toe te laten hun geliefkoosde sport te kunnen uitoefenen. 
Hierbij een foto van het toen nieuw aangelegde kaartershuisje : 


Het melkhuisje dan. Dit gebouw dankt zijn naam niet aan de - toen zelfs nog onbekende - kabouter Plop, maar wel aan de verplichte en onbeperkte verkoop van melkproducten vanaf 1916.
Tot op de dag van vandaag kan je in het melkhuisje, met gezellig terras, steeds terecht voor een hapje en een drankje, en een prachtig uitzicht op het park.
Het huidige melkhuisje werd op 22 mei 1955 in gebruik genomen. Het verving het oorspronkelijke melkhuisje uit 1916.
Hieronder een foto uit de jaren '50


In 1960 werd beslist om het miniatuur golfterrein dat toen aanwezig was in het park, te veranderen naar een hertenpark. Het reglement van de concessie van het Melkhuisje wordt aangepast en er wordt een akkoord afgesloten inzake het inrichten, het onderhoud, en vooral omtrent de verantoordelijkheid van dergelijk hertenpark, zonder dat er een vergoeding zou gevraagd worden van de stad.

In mei 1976 werd het Melkhuisje getroffen door een uitslaande brand. Enkel de buitenmuren stonden nog recht, voor het overige werd praktisch alles vernield.


Op vrijdag 17 maart 1978 werden verschillende Aalsterse vooraanstaanden verwelkomd door de heer Petit en zijn echtgenote 'Maria (Matthijs) van 't Melkhoizeken'. De gelegenheid was de officiële heropening van de zaak. Burgemeester D'Haeseleer meende dat de heropening een belangrijk evenement was voor de stad, en dit omdat daarmee een toestand werd hersteld, die als voorbeeld geldt voor het perfect samengaan van natuur en steen. 

Op de schouders van de uitbaters van het Melkhuisje zou, volgens de burgemeester, een zware verantwoordelijkheid rusten, want zij moeten erover waken dat het er altijd heel milieuvriendelijk aan toe zou gaan. De burgemeester zei 'Moge dit melkhuizeken en dit park een toevlucht zijn voor velen, die al eens nood voelen om te herademen en te genieten van de pure natuur'.
Schepen De Neve wees er op dat het melkhuisje, hoewel in 1955 pas plechtig geopend, reeds in 1953 te zien was op een karnavalswagen in Aalst. Net op zijn 21ste verjaardag brandde het uit. Gezien de belangrijke functie van het gebouw, werd zeer snel gestart om alles terug op te bouwen en in orde te brengen . 

In 2022 was er wat commotie omtrent het 'Melkhuisje'. 
Dat wordt door de stad verhuurd via een concessie.  De huidige concessionarissen Maggy Carael (55) en Albert Verpeten (69) hebben besloten hun uitbating na 31 augustus niet verder te zetten omdat de huurprijs ( 3.293,87 euro per maand!) voor hen te hoog is.
De stad moet dus op zoek naar nieuwe uitbaters, maar niet vooraleer het Melkhuisje wordt opgeknapt. De zaak is immers in slechte staat en niet meer in orde volgens verschillende richtlijnen en reglementen.
De nieuwe uitbater van Het Melkhuisje krijgt van de stad 118.000 euro steun voor renovatiewerken, maar dat bedrag zou de enorme kosten nooit kunnen dekken.

De nieuwe concessie zal minimum 15 en maximaal 24 jaar lopen. De stad rekent op een jaarlijkse vergoeding van minimum €12.000, wat lager is dan de huidige concessievergoeding. “Gelet op de investeringen die de nieuwe concessionaris zal doen, voorzien we een lagere vergoeding dan nu het geval is en tevens een korting gedurende de eerste 2 jaren om de opstart te vergemakkelijken,” zegt schepen De Ridder hierover.

Uiteindelijk hoopt de stad met de nieuwe concessie extra beleving in het Stadspark te creëren. “Het Stadspark blijft een toplocatie, zeker met de speeltuin voor het Melkhuisje. Met de ontwikkeling van Zuidkaai en de toekomstige uitbreiding van het park zal dat alleen nog verbeteren. Ik hoop op een nieuwe trekpleister voor onze stad, zoals dat ook het geval is in andere steden. Daar wordt iedereen beter van,” sluit de schepen af.

De toelage van de stad bleek echter niet voldoende, begin 2023 was er nog steeds geen nieuwe concessiehouder gevonden, en wordt daarom opgetrokken. “Die toelage bedraagt nu 250.000 euro in plaats van 118.000 euro”, zegt schepen De Ridder. 

“Dat is geld dat de kandidaat niet meer bij de bank moet lenen. Het geld zal ingezet worden om de verbouwingswerken tot een goed einde te brengen. Tijdens de rondleidingen is er onder meer een loden buis aan het licht gekomen, voor de watertoevoer. Dat kan niet meer. De stad zal die kosten dragen”, zegt de schepen. 
De minimale concessievergoeding is nu wel verhoogd van 12.000 euro per jaar naar 15.000 euro per jaar, exclusief BTW. 1.235 euro per maand dus, voor 24 jaar.

Op 3 en 10 maart 2023 zijn er plaatsbezoeken, en ten laatste tegen 18 april moeten de kandidaturen binnen zijn. In juni 2023 wil de stad de concessie toewijzen en kunnen de verbouwingen starten. Het Melkhuisje zal ten vroegste in april 2024 terug opengaan. “Tijdens de zomer kan de concessionaris wel een pop-up voorzien”, zegt de stad.

Op 9 maart 1977 werd het stadspark beschermd als landschap. Dit leidde tot een doordachter beheer, en nog later ook tot een verjonging van het struiken- en bomenbestand.

Bij de restauratie van het park - die in 2003 ook genomineerd werd voor de Vlaamse Monumentenprijs - werd het oorspronkelijke ontwerp tot in de kleinste details gerespecteerd, wat soms leidde tot heel ingrijpende herstelmaatregelen, zoals bijvoorbeeld de heraanleg van de inkomdreef met dertig lindes.
Bij het oorspronkelijke ontwerp werd trouwens reeds veel aandacht besteed aan de belevingswaarde van de wandelaars. De zichten werden telkens zodanig opgebouwd dat men bijna altijd een gedeelte van de vijver, een bomengroep, een brugje of een heerstergroep ziet. Er werd ook veel gebruik gemaakt van wintergroene bomen en heersters om het park ook tijdens de winter toch nog kleurrijk te houden. 
Sinds 5 oktober 2009 mag daar ook nog de vaststelling als 'bouwkundig erfgoed' aan toegevoegd worden. 

In juli 2015, naar aanleiding van het 100- jarig bestaan van het park, werd ook een herinneringsboom geplant. 

Het Stadspark bestaat uit verschillende waterpartijen omgeven door grasperken met groepen opgaande bomen doorkruist door slingerende wandelpaden. In het park zijn nog duidelijk de elementen van de landschappelijke aanleg, namelijk in het noordelijk gedeelte met de ballonvijvers, herkenbaar. 


De strakke, rechthoekige spiegelvijver in het zuidwesten wijst op een meer geometrische aanleg en wordt omgeven door bospercelen aansluitend bij het Osbroek. 
De 'bogengevel' die aan de kop van de spiegelvijver behoorde trouwens toe aan het koetshuis 'Van der Haegen'  in de Nieuwstraat.


De voorgevel van de stallingen werd gedemonteerd en in 1966 netjes heropgebouwd in het stadspark. Het gebouw werd afgebroken om er de 'Bon Marché' op te bouwen. In 1974 veranderde het warenhuis van naam en werd het 'Innovation' (ofte 'INNO').

Enkele van de oorspronkelijke constructies in het park, zoals het tuin-, kaart- en melkhuisje en een sierbrug, zijn bewaard gebleven. Bij het oorspronkelijke ontwerp van het park is veel aandacht besteed aan de zichtassen. Het park is zo aangelegd dat de wandelaar telkens een deel van een vijver, een brugje, een bomen- en een heestergroep ziet. Om tijdens de winter dezelfde zichten te behouden werden veel wintergroene bomen en struiken geplant. 

Het park omvat ook meer dan 100 boomsoorten. Helemaal onderaan het artikel volgt een kleine opsomming. 

Een hele speciale boom is, en dit sedert 2013, de eerste 'Tuttenboom' van Belgie … 
"De watte … ?"
De eerste tuttenboom. 
Stel, je bent het stilletjes aan beu aan het geraken om de dag aan te vatten tussen huilende, aan tuttenzuigende leeftijdsgenoten. Dan is dit 'the place', en 'the moment' om je tut aan de boom te hangen. Je kan dit 'gewoon' effe snel doen, je kan er ook een ceremonie aan hangen, en je tut achterlaten met een persoonlijke boodschap.


Het gebruik komt uit Denemarken, wat volgens ' de boekskes' 'het gelukkigste land ter wereld' zou zijn.  De boodschappen die op de achtergelaten briefjes gekriebeld zijn,, toveren een glimlach op je gezicht en confronteren je met het grote verdriet bij relatief kleine stappen in het leven.

Het is een meer dan 100 jaar oude treurhazelaar .. Er staan ondertussen nog tuttenbomen in Geel, Hasselt en Tongeren. 

In juni 2022 kreeg Aalst jammer genoeg te lijden onder een hevige storm ... en de treurhazelaar is tijdens dat noodweer gesneuveld. “Een echte perte totale. De boom is niet meer te redden”, zei parkbeheerder Bart Backaert. 


“Gelukkig hebben we al een opvolger gepland, zo’n 10 meter verderop. 
Het gaat om een Hongaarse meerstammige eik, met veel lage takken zodat de kinderen hun tutje er makkelijk aan kunnen hangen”

Al dit moois moet natuurlijk ook bewaakt worden … en daar hebben we natuurlijk een parkwachter voor. Vroeger met kepi, maar dat behoort intussen tot het verleden.
Vroeger was de parkwachter uitgedost als een politieagent. Alleen een reuze 'P' op de revers maakten het onderscheid. Toen hadden de parkwachters veel gezag. Nadien kregen zij een grijs plunje met een frisse groene streep, iets wat mooier was voor het oog, maar natuurlijk ook minder angstwekkend voor de bezoekers. Tegenwoordig loopt de parkwachter rond in een groen-zwarte jas, en een pet.  Parkwachter Alain Van Langenhove heeft trouwens zijn bijnaam niet gestolen. Zijn imposante verschijning leverde hem de heel toepasselijke naam 'den boeim' op … Zijn collega's en hij klagen in 2019 het steeds maar groeiende sluikstorten aan. Wat er zoal in het park gegooid wordt ? Eigenlijk ongelooflijk, maar stoelen, pampers en een kapotte tv zijn geen uitzonderingen … 


Dat het park vele duizenden bezoekers per jaar trekt, is niet verwonderlijk. Het is er heerlijk vertoeven, zowel voor de natuur- en de sportliefhebber als voor de occasionele wandelaar. Een verslagje van zo’n bezoek kan terug gevonden worden op de (overigens schitterende) blog van Catherine Boone (auteur – dichteres – fotografe – performer). 

Catherine beschrijft – naast het park van Aalst – nog verschillende bezienswaardige parken en andere idylische plekjes. Zeker een bezoekje waard !
Deze kunnen jullie bewonderen door op de foto met het vogeltje te klikken : 


Het park is normaal toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang, in de praktijk worden er echter uren gehanteerd die afhankelijk zijn van maand tot maand.

Kadaster : Aalst, sektie B, perceelnummers 556d3, 556, 557, 558, 559 en 560
Bescherming : Als landschap beschermd bij K.B.: 9.3.1977; B.S.: 14.4.1977. Dossier R.M.L.Z.: L 1231; P.C.M.L.: 7062.

In 2018 (augustus) werd Aalst even opgeschrikt door een geopperd idee om van de spiegelvijver een zwemvijver te maken. Firma De Nul onderzocht de haalbaarheid en deed ook een voorstel bij het stadsbestuur. Er zou eigenlijk weinig moeten aangepast worden om van deze vijver een zwemvijver te maken. De waterkwaliteit zou snel in orde kunnen zijn, mits het plaatsen van enkele filters.
Een dergelijk zwembad zou moeten tegemoetkomen aan de vraag van vele Aalstenaars om een buitenzwembad. De originele plannen - aan het huidige zwembad - werden opgeborgen na enkele klachten van omwonenden, die het geroep en getier in hun 'achtertuin' niet zagen zitten. Schepen Verdoodt (NVA) echter is enerzijds wel enthousiast over het idee, maar wil zeker geen ondoordachte beslissingen nemen. Het park is officieel immers geen recreatiezone … wordt vervolgd. 


'Du Parc' dan … 
De merknaam Du Parc van de voormalige kousenfabriek (oorspronkelijk enkel dameskousen), verwijst volledig naar de ligging van het bedrijf nabij het stadspark van Aalst. Deze gebouwen zijn momenteel in afbraak om er een nieuw project op neer te poten. Du Parc stond reeds sedert 2001 leeg, maar de voormalige kousenfabriek zal in de toekomst bezocht worden door sportievelingen. Er komen namelijk een klim- en bolderzaal, een zaal voor crossfit, een trampolinepark, een judozaal, een binnenspeeltuin, een zaal voor socioculturele evenementen en een restaurant. De vooruitgang van de werken kan HIER gevolgd worden. De huizen vooraan die vaak de locatie waren voor (aangestoken) brandjes, verdwijnen wel volledig.

En hier dan zoals beloofd, een opsomming van het bomenbestand :
De Belgische Dendrologische Inventaris vermeldt de aanwezigheid van volgende merkwaardige bomen in het Stadspark:

een Amerikaanse eik (Quercus rubra) met een stamomtrek van 3,75 meter,
een gele treurwilg (Salix sepulchalis ‘Chrysocoma’) met een stamomtrek van 3,93 meter,
een zwarte walnoot (Juglans nigra) met een stamomtrek van 2,56 meter,
een rode beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’) met een stamomtrek van 2,40 meter,
een Amerikaanse es (Fraxinus americana) met een stamomtrek van 2,36 meter,
een moerascipres (Taxodium distichum) met een stamomtrek van 2,82 meter,
een esdoorn (Acer pseudoplatanus ‘Variegata’) met een stamomtrek van 1,19 meter,
een Amerikaanse amberboom (Liquidambar styraciflua) met een stamomtrek van 2,03 meter,
een meelbes (Sorbus aria) met een stamomtrek van 2,01 meter,
een Japanse notenboom (Ginkgo biloba) met een stamomtrek van 2,11 meter,
een Noorse esdoorn (Acer platanoides) met een stamomtrek van 2,93 meter,
een moseik (Quercus cerris) met een stamomtrek van 3,08 meter,
een Noorse esdoorn met bruinrood blad (Acer platanoides ‘Schwedleri’) met een stamomtrek van 2,99 meter,
een sequioa (Sequioa sempervirens) met een stamomtrek van 1,83 meter,
een treurvorm van gewone hazelaar (Corylus avellana ‘Pendula’) met een stamomtrek van 1,88 meter,
een gewone es (Fraxinus exelsior) met een stamomtrek van 3,27 meter,
een schietwilg (Salix alba) met een stamomtrek van 4,41 meter,
een gewone haagbeuk (Carpinus betulus) met een stamomtrek van 2,81 meter,
een gewone robinia (Robinia pseudoacacia) met een stamomtrek van 3,18 meter

enzovoort enzoverder ...
(opname in 2005/2009).

Bronnen

Onroerend Erfgoed Oost Vlaanderen, beschermingsdossier DO000448
Website Aalst
Belgische dendrologische inventaris 2009 : dendrologie.be/nl/content/96
Goeiedag.be/aalst/2015/07/stadspark-aalst-viert-100ste-verjaardag/
Blog Catherine Boone - auteur – dichteres – fotografe – performer (met toestemming van Catherine persoonlijk)
Vooruitgang van de werken van 'Du Parc' : https://www.duparc.be/
1000 jaar Aalst (foto van de gevel aan de Spiegelvijver)
De Gazet van Aalst 27 januari 1966
Melkhuisje 1955 : De Ridder G019 bruikleen, MadeInAalst
De Gazet van Aalst 23 juni 1964
Hubert Topke, voorzitter Culturele Raad te Lede
hapspots.org (tuttenboom)

woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 2019 : Bart De Meyst

Opnieuw beloofde het een mooie strijd te worden voor het prinsschap in 2019. 
‘Twie moten, twie kandidoten, … en twie voten’ werd een niet mis te verstane boodschap.

Twee kandidaten dus, hoewel het vorig jaar allemaal aangekondigd werd als een ‘clash tussen drie deelnemers’.

Michel Cleemput zou in 2019 immers voor een vierde keer Prins Carnaval kunnen worden en heeft daartoe op 4 april (neen, het was dus géén aprilgrap) de Facebookpagina ‘Michel Cleemput ver prinsj carnaval 2019’ gelanceerd. Cleemput (69) zou dan tegenstand krijgen van Bart De Meyst (35) en Massimo Semeraro (25)

Het was in een goedgevulde Sint Annakring dat prinsj Antoine zich … geen kandidaat stelde. Hoewel er een beetje werd toegeleefd naar dat ogenblik (Antoine was niet uit de pers weg te branden), stelde hij zijn spitsbroer van weleer, Michel, voor als de nieuwe kandidaat prins. Prins Michel, eerder al de Winnaar van 1971, 1973 en 1978 zou hierdoor kunnen recordhouder worden, en het keizerschap van de Aalsterse stee kunnen claimen. Michel zou hiervoor wel moeten verhuizen, daar het reglement niet toelaat dat kandidaten niet wonen op Aalsterse bodem … en Tenerife is nu niet meteen Aalsterse bodem te noemen natuurlijk.

Uiteindelijk trekt Michel zijn kandidatuur in, en gaan we de strijd aan met 2 personen : Meyst en Massi.

Bart De Meyst (°09/12/1982) wou in de voetsporen treden van zijn vader (maar wel met wat meer geluk hoopte hij). Fons De Meyst deed immers mee aan de verkiezingen van 1969, maar moest toen de duimen leggen voor Luc Peirlinck die het pleit won en prins werd. 
Zijn moeder Frieda Schoon hield in de jaren '70 Café Tiger op de Grote Markt open, en ook daar zag de kleine Bart natuurlijk al heel wat van de carnavalswereld.
 
Nu, precies 50 jaar later, stelde ook zijn zoon zich dus kandidaat. Al 20 jaar hielp hij kandidaatprinsen met hun shows, van decorbouw tot dans, en hij leek dan ook een zeer ervaren kandidaat te zijn. Meyst werkte bij een heftruckleverancier in Leuven.
Bart begon zijn carnavals'carrière' bij de Toisers. Van daar ging het naar De Poipeplekkers en vervolgens werd hij lid van Geloeif me goed. Hij was er lid toen hun wagen uitbrandde in 2004 en zou dus ook 24 000 euro moeten ophoesten na de beslissing van de rechter om de 30 toenmalige (!) leden persoonlijk aansprakelijk te stellen voor de brand. Een niet goed opgestelde verzekeringspolis lag hiervan aan de basis.
Sedert 2011 was Bart lid geworden van Beschomt en deze groep paste het thema aan zoddat ze geld konden schenken aan de onfortuinlijke slachtoffers van Geloeif me Goed.

De tweede, Massi, is een Aalstenaar met Italiaanse roots. In de week verdient hij zijn brood als schrijnwerker, in het weekend is hij DJ. 
Als carnavalist is hij werkzaam bij AKV De Steynzoel’n en hij wil zich uiten als de wat buiten de lijntjes kleurende kandidaat prins. 
Massi is heel volks, en heel aanspreekbaar, en bovenal heel sociaal in de omgang, dat konden we ook ontdekken tijdens de Levensloop-editie van 2018 in het stadspark te Aalst.  Ambiance ten top, maar toch met oog voor het menselijke aspect. 

Het driekoningenfeest zorgde als vanouds weer voor de volgorde van optreden, en hier is het Meyst  die mocht kiezen wanneer hij zou willen optreden. Meyst kiest nummer 2 en dus beginnen we de kiezingsavond met Massi.

Verkiezingen zonder problemen ? Niet in Aalst natuurlijk!
Opnieuw zorgde de kaartenverkoop voor de nodige frustraties. Op amper 15 minuten bleken alle (?) kaarten verkocht te zijn, hoewel er opnieuw heel wat verhaaltjes de ronde doen over bedrog en manipulatie.  Zo zijn mensen die met verschillende apparaten tegelijk ingelogd waren, verwonderd dat ze op hun gsm nog 3000 wachtenden voor hun hadden, terwijl ze op een ander apparaat ‘amper’ 1000 mensen moesten laten voorgaan. 

Het is wat het is … en de aftelling naar de grote avond kon – probleemloos – beginnen …

Probleemloos … wel ja … er was natuurlijk ook de discussie waar het evenement nu eigenlijk zou doorgaan, want het zou niet meer kunnen in de ondertussen ontmantelde en van alle veiligheidsvoorschriften ontdane Florahallen, maar uiteindelijk blijkt ook dat geen probleem meer te zijn. 
Burgemeester D’Haese en schepenen Van De Steen en Verdoodt verkondigden zelfs dat ook in 2020 de verkiezingen nog zouden kunnen doorgaan op deze locatie. 

Vanaf 2021 zou de prinsenverkiezing dan uiteindelijk toch definitief naar de nieuwe evenementenhal op de Tragel, waar ook Okapi Aalstar basketbalwedstrijden zal afwerken, verhuizen. De problematiek omtrent een deftige evenementenhal in Aalst is intussen al enkele decennia oud. 
Jurgen Cooman, Prins Carnaval 2009, won de prinsenverkiezing toen nog met het ondertussen overbekende liedje ‘Florablommekei’, dat de hele problematiek rond een zaal voor carnaval mooi beschrijft.

Dus de ‘woor werret’ is opgelost, nu nog de ‘wie werret’

Meyst vs Massi dus … ‘team wit’ vs ‘team rood’ …

Wit lijkt nu niet meteen een ‘gemakkelijke’ kleur maar daar trok Bart zich niets van aan. 
Als campagnebal koos Meyst voor de 'Witter as wit foif' in De Burcht en hij riep op om in het wit naar zijn fuif te komen. Zijn campagnetruien waren wit en op zijn affiche was hij afgebeeld met een blanco strafblad, een verwijzing naar de wraking van enkele kandidaten tijdens de voorbije jaren.

Op zaterdag 26 januari 2019 was het dan eindelijk zo ver. 
De Flora stroomde al snel weer helemaal vol met carnavalisten ‘en andere rore tisten’, en de ambiance zat er meteen weer helemaal in. 

Nadat er vorig jaar heel wat kritiek gekomen was op het feit dat er geen ex prinsej mochten optreden, had men er dit jaar alles aan gedaan omdit opnieuw in te voeren. 'Den oilsjtersen auved' was dus nooit ver weg.
In interviews met ex prinsen en andere carnavalsauthoriteiten bleek al gauw dat het een heel spannende strijd zou worden. Beide kandidaten zijn aan mekaar gewaagd.

Het waren Sven De Smedt en Filip Van De Winckel die het boeltje aan mekaar mochten praten, en dat deden ze op een schitterende manier. Beide kandidaten werden op het podium geroepen voor een korte voorstelling. 
De shows dan : 

Massi startte sterk met een nummer over het 'Oilsjters DNA'. Een meezinger en -swinger die meteen duidelijk maakte dat het niveau vanavond wel eens heel hoog zou kunnen zijn.
'Oi bleift de groeiten boos van 't stad' werd dan een ode aan den Dozje.
Daarna haalde hij 'De Draeckenieren' boven, de mannen die het Oilsjters altijd hoog in het vaandel hebben gedragen, mede door hun 'geel boeksken' ...  Het geel boeksken dus op de opzwepende tonen van Malle Babbe ...
Ook de rest van de show was dit in orde.  Met 'Nog rap wa cengen pakken, een beisken ver de vraa ... saliekes en dadaaaa' ... sloot hij zijn 20 minuten af. 
Hij hoopt dat hij heel de stad betoverd heeft ... maar da's nog efkes afwachten natuurlijk ...  Zijn laatste woorden : 'Bart ik wensj a veil succes ver subiet' toonden op welke gemoedelijke toon de verkiezingen doorgingen.

Na deze heel sterke show was het de beurt aan Bart.
Ook Bart begon heel sterk aan zijn show. Zijn eerste woorden 'Viette, tees es ver aa', waarmee hij duidelijk zijn bewondering liet blijken voor zijn overleden vriend Viette, met wie hij een heel nauwe band had. 'Megadaugen' weerklonk door de boxen, gevolgd door 'De Meyst, De Meyst, ik ben Bart De Meyst' … Zijn opzwepende campagneliedje zorgde voor heel wat ambiance in de zaal.
Hij ging op hetzelfde elan verder, 'da kaan, allien in Oilsjt, in Oilsjt allien' … Bart hield er trouwens aan om zelf ook mee te dansen, en hij deed dat helemaal niet slecht.
Verkleed als schot brengt hij het heel emotionele 'Een traun, ne lacht', een ode aan de stad en de popverbranding, en een verwijzing dat we eigenlijk moeten profiteren van hét moment … Het kan hier allemaal snel gaan ...   Als orkestleider sloot hij zijn show af door te zingen dat de Oilsjteneers van carnaval gebeiten zen …

Beide kandidaten hebben alles gegeven, we zagen twee heel mooie shows.
Het was de beurt aan het stemmen, dat verliep opnieuw via sms-voting. Gedurende 1 minuut kon gestemd worden voor Massi (1) of Meyst (2), wat dan ook massaal gebeurde.

Alles werd dan in gereedheid gebracht voor een heuse heruitgave van 'den Oilsjtersen auved'. Het werd een ongeziene ode aan keizer Kamiel die jammer genoeg niet aanwezig was omwille van gezondheidsredenen.
50 Jaar keizer en 55 jaar prins … niet iets om zo maar weg te steken en dus zeker reden voor een 'specialleke'. Het werd een parade van 'het prinsendom van Aalst' aangevuld met al wat naam en faam heeft in Aalst op muziekgebied.

Steeds in blokjes van 3 kwamen ze op het podium.  
Ze zongen eerst 'en bloc' een liedje van Kamiel, en dan bracht elk zijn eigen liedje.

Alle klassiekers kwamen aan bod, heel veel prinsen passeerden de revue, en de ambiance was formidabel. Het geheel werd afgesloten door 'Oilsjt goi stad van men droeimen' van en met Dirk Daeleman, die zich liet omringen door een koor van ex prinsen en autoriteiten op muziekgebied.

Dit werd een echte opsteker voor Dirk Verleysen en zijn Feestcomité … zij brachten 'de oude sfeer' terug naar de verkiezingen … Een heel contrast met vorig jaar waar gewoon enkele plaatjes werden gespeeld. 

Er werd afscheid genomen van prinsj Alex met een heel mooi nummer, en dan het moment suprême natuurlijk : de puntenverdeling.
Het was wel jammer om te zien dat de kandidaten blijkbaar hun uitslag al kenden. Massi kwam op het podium als een geslagen hond, Meyst was hem duidelijk aan het troosten.

Deze indruk was correct, dat bleek al snel uit de uitslag :

Massi : 

Kennisproef : 25/50 (125 punten)
Jury:               194    (388 punten)
sms:                behaalde niet het plafond van 1000 punten (513 geldige sms'en) (128 punten)
Totaal:     641 punten

Meyst : 

Kennisproef : 41/50 (205 punten)
Jury:                221   (442 punten) - 10 strafpunten
sms:                behaalde het plafond van 1000 punten (250 punten)
Totaal:     897 punten

Meyst werd dus, exact 50 jaar na de deelname van zijn vader, prinsj van Oilsjt.
Net zoals hij tijdens de show ''t ees es ver aa Viette' riep, liet hij ook zijn bewondering en vriendschap voor zijn kameraad blijken in zijn kostuum. Naast zijn eigen logo en karikatuur stond ook de naam 'Viette' geborduurd op zijn mouw.

De nieuwe Prins koos voor een blauw en wit kostuum. Naast zijn logo en karikatuur, stond ook Viette op zijn mouw geborduurd. Op zijn prinsenhoed was een lachend en een huilend maskertje bevestigd, een verwijzing naar zijn prachtige lied 'Een troon, ne lach'. 
Daarnaast bevatte zijn Prinsenhoed ook nog verschillende Swarovski-diamanten en een zilveren juweel in de vorm van een scepter.. Het kostuum bevatte verder ook enkele verwijzingen naar het Schots kostuum dat hij op de Prinsenverkiezing gedragen had. De achterkant van zijn cape leek op een Schotse plooirok

Carnaval verliep verder niet echt zoals gepland voor Bart. Tijdens de maandagstoet was al te zien dat hij niet in zijn normale doen was (hij leek wel dronken te zijn) en toen hij het tijdens de popverbranding zichtbaar verbeet van de pijn, bleek dat er iets mis was. 
Na de carnavalsperiode stelde men een vernauwing van de darm vast, een mogelijk resultaat van een maagverkleining die Bart een tweetal jaar daarvoor had ondergaan.
Bart was een dikke maand volledig buiten strijd, waardoor hij in die periode dus een 'iets minder zichtbare prins' was. Voor het overige hield hij het ook ‘vrij kalm’.

Net voor zijn afscheidsbal werd bekend gemaakt dat hij de Prinsencaemere zou vervoegen.

Op de prinsenkiezing van 2020 werd hij de prins die de show mee mocht presenteren.
Hij hield ook tot het einde zijn prinsenkostuum aan en nam afscheid van het publiek met 'vanaf na'. Daarna kreeg hij van de burgemeester de oorkonde.

Prinsjen van Oilsjt : 2018 : Alex De Kegel

In 2018 zijn we toe al aan de 66ste prins. De 65ste die wordt verkozen, en met Kakelaki (die werd aangeduid), dus de 66ste in totaal.
De prins werd gekozen tijdens de kiezing die doorging op zaterdag 20 januari 2018. De tickets konden dit jaar opnieuw online besteld worden, nadat vorig jaar geëxperimenteerd werd met verkoop via de kandidaten . De start van de verkoop was op 25 november om 10 uur, en tegen 10u15 was heel het handeltje uitverkocht. Onmiddellijk rezen klachten over fraude bij de verkoop. Zo zouden mensen die hun rijksregisternummer ingaven, onmiddellijk een melding gekregen hebben dat ze al geregistreerd zouden geweest zijn, zonder dat ze dit zelf hadden gedaan.

De locale pers berichtte al snel over Alex, die de eerste Prins met een beperking zou kunnen worden. Alex heeft immers spastische diplegie, waardoor zijn beenbewegingen bemoeilijkt worden. Alex, lid van Eirg, zag zijn beperking zeker niet als iets negatiefs en zou in elk geval voluit gaan voor de Prinsentitel.

De tweede kandidaat, Peter Van Keer, was zeker geen onbekende in ‘het milieu’, want hij werkte eerder al mee aan de decors van onder andere Dennis De Wolf en Joeri Mens. Hij kende dus het reilen en zeilen een beetje.  Peter was lid van Bjein Swanjee en ook hij was natuurlijk heel gemotiveerd om alles nu eens vanop het podium mee te kunnen maken en niet van in de coulissen.

Nummer drie was Guy Claus en hij startte zijn campagne in april met een fietstocht langs de Aalsterse café's. 
Guy kenden we reeds van zijn deelnames in 2003 en 2005, waar hij het toen net niet haalde. 
Hij had zeker bijgeleerd uit die periode, en ook hij was dus natuurlijk overtuigd een goede kans te kunnen maken om met de scepter te mogen zwaaien over de stad.

So far so good … 
Drie gemotiveerde en sympathieke kandidaten, maar het is een traditie natuurlijk, de  aanloop naar de verkiezing verliep - alweer, nogal tumultueus. 

Opnieuw werd er immers een bommetje gegooid in de carnavalswereld. Kandidaat Guy werd uitgesloten omwille van een faillissement in het verleden.  

Guy was in 2005 veroordeeld voor een faillissement, waarbij hij gedurende 10 jaar geen bedrijf meer mocht starten of een bestuursfunctie mocht uitoefenen. 
Na de bekendmaking van dit nieuws hield hij een emotionele persconferentie en hij kon meteen rekenen op sympathie van de Aalstenaars. Jammer genoeg kon er niets meer veranderd worden aan de beslissing van de stad en de strijd om de prinsenscepter zou dus verder gaan met Alex en Peter.

Zij stellen zichzelf even voor : 

- Alex : “Toen ik een jaar of 7 was, schreef iemand in café Peken Moens op een bierkaartje het jaar 2018 en mijn naam erachter. Sindsdien is 2018 altijd mijn doel geweest. Ondanks mijn beperking - door zuurstofgebrek bij de geboorte heb ik spastische diplegie, waardoor sommige spieren te kort zijn - ging ik met mijn vader mee in carnavalsgroep Eirg. Ik woon vlakbij de carnavalshallen en kan de hallen zien vanuit het raam van mijn kamer. Ook de zondag van de stoet zie ik van thuis uit alle wagens buitenrijden. Een drietal jaar geleden hebben we de knoop door gehakt om vol voor de prinsenverkiezing van 2018 te gaan. Mijn beperking heeft me daarin nooit tegengehouden. Ik weet wat het is om door een moeilijke periode te gaan. Ik word gedragen door heel veel mensen, door mijn vrienden en ouders. Dat heeft me zo ver gebracht, zowel in de campagne als in het leven.”

- Peter : “Drie jaar geleden heb ik beslist om mee te doen met de prinsenverkiezing. 2018 zou mijn jaar worden. Al bijna 25 jaar vertoef ik tussen carnavalisten en kandidaat-prinsen. Met mijn schrijnwerkerstalent heb ik vaak meegewerkt aan decors voor prinsenverkiezingen. Als je iemand ziet prins worden, dan begint het bij jezelf ook te kriebelen om dat eens mee te maken. Je snapt dat pas als je in Aalst geboren bent. Dat is iets dat je met je genen meekrijgt. Het is iets waarvan je zegt: ‘als je in Aalst woont, moet je het toch eens kunnen beleven om prins te zijn van deze stad.’ Ik ben 42 jaar geworden, dus de tijd was gekomen om de sprong te wagen. Een tweede keer komt er niet, dat wil ik mijn vrouw en kinderen niet aandoen.”

Op het driekoningenbal, dat voor de tweede keer doorging op het Statieplein, werd beslist dat Peter als eerste zou opkomen, en Alex dus als tweede zou optreden. 

En zo geschiedde. Onder kundige leiding van Filip Van Winckel (gekend presentator, acteur en lid van de 'Aloude Kaiserlycke Soevereine Caemere der Draeckenieren tot Aelst', en nog zoveel meer) en Sven De Smedt (beter gekend als 'Plop' van Goeiedag radio-Oilsjt Mjoezik, stadionomroeper bij den Okapi, en nog zoveel meer) begonnen de kandidaten er aan. 

Bij de voorstelling van de deelnemers was vanuit het aanwezige publiek een lichte voorkeur te horen voor Alex. Ook de laatste polls wezen in die richting. Maar uiteindelijk moest alles toen nog beginnen.

Peter (42), lid van 'Biensoignee' begon heel enthousiast in een décor dat verwees naar de buitenkant van de Werf. Peter kwam op met een ballonnehoed en bracht er ‘da kaan allien in Oilsjt’, waarbij hij werd geassisteerd door twee danseressen. 
Tijdens het tweede liedje uitdrukkelijk den Dozje om zijn 'sleiters', dus mocht het nog niet duidelijk geweest zijn  :  zijn ambities lagen hoog. Het publiek zwaaide tegelijkertijd met sleutels e nook in het décor en de hoed van Peter waren sleutels verwerkt.
Nadien bracht hij ook nog de numerus clausus ter sprake en vernoemde ook de problemen die zich voordeden om aan inkomkaarten voor de verkiezingen te geraken. 
Hij noemde de burgemeester ‘de keining van de cumul’ en tijdens de projectie van een bankbiljet met het hoofd van de burgervader bracht hij ‘geldj me oeipen’.

Als finale sloot Peter de Werf voor 3 dagen, want de vedetten lopen in die periode immers buiten. Met ''t Schoeinsjte van aal' zong hij over het Aalsters carnaval, terwijl er beelden van de Voil Jeanettestoet op het scherm geprojecteerd werden.

Na het optreden verklaarde hij 'content' te zijn en bedankte hij ook 'zijn' publiek. Hij zei dat alles supergoed verlopen is, en vroeg het publiek om op hem, de énige nummer 1, te stemmen. Wat ook de uitslag zou worden, was op dit ogenblik nog niet geweten natuurlijk, maar wat wel zeker leek is dat het liedje 'de sleiters van den Dozje'  nog een interessant leven als carnavalsklassieker zou kunnen krijgen. Dat werd ook bevestigd door jurylid Luc in een interviewtje tussendoor. De overige liedjes waren 'best ok', maar hadden eigenlijk toch niet echt het potentieel voor 'meer' ...

Dan was het de beurt aan Alex, 24 jaar en lid van AKV Eirg. 
Het was Tom Vermeir, oud prins en topliedjesschrijver, die voor het grotendeel van zijn liedjes gezorgd heeft. Heel veel nieuwsgierigen waren aan het wachten hoe Alex het er zou vanaf brengen, omdat hij toch de eerste prins zou kunnen worden 'met een beperking'.
Van die beperking was niet veel te zien op het podium. 

Op een mobiel decorstuk verscheen Alex in een ton op het water, geflankeerd door 2 danseressen. Het thema van de show van Alex speelde zich af in een piratendecor, en ook zijn supporters droegen allemaal een piratenhoed. Alex en zijn danseressen roeiden zich in hun ton op het podium en Alex zong 'Nen Oilsjteneer', een lied over de Aalstenaars die anders zijn.
Op de boot stonden afbeeldingen van Adolf Daens, Michel Van Brempt, Michel Heck en André-Emile Bogaert, … allemaal Aalstenaars die voor hun mening durfden of durven uitkomen.
Hij haalde meteen van bij dit  eerste liedje 'Oilsjt Positief' naar boven, en dat liedje zou ook wel eens heel veel potentieel kunnen hebben om het ver te brengen. 
Tijdens de tweede sketch werd de fietsenstalling aan het NAC aangepakt, en werd de ronde van Vlaanderen gelinkt aan de aankomende verkiezingen; 'As Dozje demarreert, gien kat die reageert, de rest moet achtervolgen, de koers al lang gepasseird' ... zette meteen de hele zaal in vuur en vlam ... alweer een topper ! 
Het piratenthema werd verder doorgetrokken naar de finale len ditmaal verscheen Alex op een grote piratenboot, waarbij hij de kapitein van het schip was. Hij eindigde heel sterk met 'Steirk in oeverdroiven' op de tonen van ‘you can’t stop the music’, en bezong daarbij een eigenschap waar de Aaltenaars volgens hem goed in waren. Hij bedankte zijn supporters nog en riep da zaal op om voor hem te stemmen.

Na de shows werd 10 minuten tijd gegeven 'om de gsm's' te pakken, nog eens naar het wc te gaan en nog iets te drinken. Daarna werd een codewoord gegeven om te kunnen kiezen, alsook het nummer dat men diende te contacteren. Er kon slechts één maal gestemd worden per gsm, en dit gedurende 1 minuut. Er werden zelfs bussen ingelegd naar nabijgelegen antennemasten, om te kunnen vermijden dat de antenne rechtover de Florahallen zou overbelast geraken en stemmen niet zouden doorkomen.

Heel wat kritiek kwam wel op het gebrek van live-animatie tijdens het (lange) wachten. Er waren namelijk geen optredens meer voorzien, geen groepen, geen zangers of zangeressen, geen ex prinsen … enkel dj's, maar die kunnen uiteindelijk toch niet dezelfde sfeer brengen …  
Heel wat kritiek dus aan het adres van het Feestcomité en voorzitter Dirk Verleysen, die zo zou later blijken er alles heeft aan gedaan om dit in 2019 opnieuw te optimaliseren. Bank vooruit dus voor het Feestcomité en 'de sjampetter'.

Om 23u45 mochten Plop en Filip het definitieve afscheid aankondigen van prinsj Raf. 
Bij gebrek aan Keizer Kamiel zette de prins zijn laatste ogenblikken dan maar zelf in met een luide 'doemen voesj'. De hele Flora deed nog één keer mee en gaf de prinsj een waardig afscheid.  Raf vroeg de zaal ook om alle lichtjes eens naar boven te laten schijnen, naar alle Oilsjteneers die ons de laatste jaren hebben verlaten. En dan zette hij zijn afscheidsliedje in. Op de tonen van 'a bed of roses' van (Bon Jovi) waren er velen die het niet droog hielden. 

De burgemeester bedankte de prins ook nog eens, overhandigde hem een boek en daarenboven volgden nog een diploma, een blommeke en drie bezen van 'ons Ilse' ... 

De voorzitter van het Feestcomité gaf hem nog een laatste woord , en dan was het definitief uit … 
En toen was het eindelijk zo ver. Stipt om 00:05 kwam de deurwaarder op het podium. 
De uitslag werd bekend gemaakt : 



sms voting : Peter 1072        Alex 1532    

Elk krijgt 250 punten, gezien het plafond van 1000 stemmen gehaald werd.

Kennisproef : Peter 39/50     Alex 44/50

Jury : Peter 202 punten     Alex : 207

Een welverdiende overwinning dus voor Alex, die zich onmiddellijk omringd zag door alle medewerkers en supporters.
Ook Alex werd een heel graag geziene prins. Een jonge gast maar met een ongelooflijke inzet en relativeringsvermogen. 

Zijn beperking maakte het voor de nationale pers nog specialer en hij werd dan ook vernoemd in alle journaals en nieuwsberichten van die dag. 

Na de carnavalsdriedaagse sloot hij zich aan bij de prinsencaemere.

Tijdens de editie van Levensloop dat jaar mocht Alex zowel de openingsshow als de slotshow verblijden met een optreden. Voor die gelegenheid had hij zijn ‘Steirk in oeverdroiven’ omgetoverd tot ‘Steirk in Leivensloeipen’. 
Een heel mooi moment was toen de prins letterlijk zijn hoed afnam voor de organisatoren van het evenement. Kippenvel als je daar staat als voorzitter … echt waar …
Eventjes later deed presentator Sven er nog een schepje bovenop door een knieval te doen. 
Sven was toen peter van de organisatie. 
Alex bleef ook zijn jaar overall enthousiast aanwezig met zijn team. 

Alex is van beroep fotograaf en grafisch ontwerper en zorgde ondertussen al voor heel wat mooie werkjes.
Al van jongs af aan was hij geboeid door beelden en zijn eerste fotografische stappen zette hij dan ook  in de Academie voor Beeldende Kunsten te Aalst waar hij Audiovisuele Vorming studeerde. 
Om zich nog meer te verdiepen in de fotografie koos hij er voor om zijn studies verder te zetten aan Luca School of Arts campus Narafi waar hij ook afstudeerde als fotograaf.
Door de voorbije jaren fulltime te werken als grafisch ontwerper is zijn passie voor het creëren en ontwerpen alleen maar gegroeid.
Bovendien is hij heel sociaal en hij wil er altijd in slagen om de verhalen, emoties en gebeurtenissen van de mensen om te zetten in een zo goed mogelijk beeld.

Hij bracht dan ook, geïnspireerd door de Panini stickerboeken, een eigen carnavalsstickerboek uit, dat heel veel succes kende ... Er werd verzameld en geplakt dat het een lieve lust was. 

Samen met fotograaf Paul Van Impe maakte hij in 2019 dan ook een heel mooi ‘carnavalsboek’ van ruim 200 pagina’s. 
Daarin behandelden beide heren alle aspecten van het carnaval. 
Een aanrader voor de carnavalist of voor de Aalstenaar in het algemeen.