Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1999 :Tony Swings

1999 werd het prinsenjaar van Tony Swings. Met een recordvoorsprong op zijn tegenkandidaten loste hij zijn favorietenrol in en kon de prinsensjerp ombinden. 

Tony Swings was een heel vroege vogel, en stelde reeds in oktober 1998 zijn campagne voor. Hij was lid van Possensje en had al een tweetjal jaar het idee om zich ook eens te wagen in het grote prinsenavonduur. 
Tony was kleuterleider, en werd ook als dusdanig uitgebeeld op zijn campagne-affiche die ontworpen werd door Gert Schatteman. Ook de gadgets die uitgedeeld werden verwezen naar zijn job : een professorenmuts met blokje, een beertje als borstspeld, kleurrijke balonnen, ... het kon niet op ...

Tony liet zich voor de uitwerking van zijn show bijstaan door Guy Walgraef, nog nooit zelf kandidaat geweest, maar in het verleden wel al coach geweest van maar liefst 7 kandidaten. The right man on the right place dus. 

Pascal Brewee was de tweede kandidaat. De naam deed bij velen een belletje rinkelen, want ook in 1998 was deed hij al eens een gooi naar de titel van Prins Carnaval. Zijn stem liet het toen jammer genoeg afweten, maar daar had Den Bienaver dit jaar iets op gevonden. 
Hij liet zich medisch begeleiden en opvolgen, zodat hij niet opnieuw hees zou zijn op de Prinsenverkiezing. 
Pascal werd bijgestaan door Johan Viette, die meeschreef aan zijn show. 

De show van Pascal had als onderwerp :' Van Bienaver tot Caféboos', verwijzend naar de beroepen die hij uitoefende en Werner Kinoo en Kris Van de Velde werkten als dansers mee aan de show van Pascal.…

Ludwig Janssens, de derde kandidaat, werd eerder beschouwd als een outsider.  Diegene die hem zou helpen bij zijn campagne, ging bovendien ook nog eens lopen met zijn geld, maar gelukkig kon de campagne van Ludwig toch nog gered worden door sponsoring. Ludwig werd bij het maken van zijn show bijgestaan door Peter Vereecken, die alle liedjes en teksten schreef. 

Het was hij trouwens die tijdens de show op het driekoningenfeest het meest opviel met enkele opmerkelijke slogans, zoals 'Carnaval zonder gevaar, is ne carnaval zonder discobaar'. 
Hiermee verwees hij naar het toenmalige verbod van de uitgangswagens, dat door de stad dat jaar uitgevaardigd werd. 
Erg plezierig werd ook het moment waarop hij zijn tegenkandidaten op het podium riep. Hij liet Tony en Pascal op een blad papier staan, waarop hij zei "Op papier zedde gelle de sterkste!". 
Met deze kwinkslag toonde Ludwig aan Aalst dat men wel degelijk meer van hem mocht verwachten, dan eerst gedacht werd, en dat hij zeker geen schrik had om zich in de strijd te gooien. 

Tony en Pascal gingen dan weer eerder de muzikale toer op. Pascal zong zijn klassieker 'Saas on a leppen' en Tony zong zijn campagnelied 'Miester, mag'ek mei goon', geflankeerd door twee kleuters, waaronder een jonge Yordi Ringoir te herkennen was. 

De Prinsenverkiezing zellf begon natuurlijk met de vaste opdracht voor de kandidaten, de vragenronde. 

Voor één van de vragen werd Cyriel Troch, de oudste Voil Jeanet, ingeschakeld. 
Hij paradeerde twee keer over het podium in zijn kostuum maar ‘vergat’ bij de tweede keer enkele attributen mee te nemen. Het was aan de deelnemers om te zeggen over welke attributen het juist ging. 
Cyriel vergat zijn haring, zijn paraplu en zijn pispot, maar Pascal zei ‘kom’ in plaats van pispot.. 
De jury en de deurwaarder keurden het antwoord af, waarop Pascal protesteerde. 'Ne pispot of een kom, what's the difference' ... Het punt werd hem echter toch niet toegekend, en Pascal moest het noodgedwongen met een puntje minder doen.

Tony was de primus van de klas en beantwoordde 9 van de 10 vragen correct. Hij bleek de beste in het oplossen van de vragen over Aalst en zijn folklore, en bovendien bleken sommige van zijn antwoorden nog correcter of gedetailleerder te zijn dan die van de jury.
Pascal had 6/10 en Ludwig 'buisde' met een schamele 4/10. Tony kon dus al met een voorsprong aan zijn vrij optreden beginnen. 
 
Na dit spektakel mocht Ludwig als eerste zijn show brengen. Hij had het hierbij over het Aalsterse circulatieplan met 'Ge moetj cirkuleren', terwijl kleine fietsjes op het podium verschenen. Hij bezong zijn liefde voor de stad en eindigde met ''t stadsbestier es een flop en iederien mag da weten...', op de tonen van een Kabouter Plop-lied. Met dat laatste lied kreeg hij trouwens de zaal op zijn hand, hoewel het hem wel een beetje ontbrak aan échte hoogtepunten. 

De show van Pascal begon (natuurlijk) in een beenhouwerij, waarbij ezels, paarden en koeien te koop aangeboden werden. Bij zijn optreden was er wel sprake van een klein technisch mankement, maar Pascal en zijn dansers bleven onverstoord verder dansen en zingen alsof er niets gebeurd was. 
Hij had het verder over straffe verhalen aan de toog, zijn nieuwe job als cafébaas en de reglementen van het stadsbestuur. Ook de foute berichtgeving die de media meer en meer teisterde, kwam uitgebreid aan bod.

Het decor veranderde doorheen de show stillejesaan van beenhouwerij naar café. Pascal gaf het beste van zichzelf en zong zijn gekende 'Saas on a Leppen' en 'Het verhaal van de carnavalist'. Hij eindigde met 'Allien in Oilsjt' op de tonen van 'I Was Made for Loving You'. Pascal had duidelijk veel geleerd uit zijn fouten van vorig jaar, was dit jaar wel goed verstaanbaar in de zaal, en werd meteeen een grote kandidaat voor de eindoverwinning. 

De show van Tony werd geopend door een dansend mimekoppel, eigenlijk een heus goochelnummer. De vrouw stapte in een cirkel rond, en trok een stoffen doek naar boven. Toen de cilinder, waaraan het doek bevestigd was, opnieuw naar beneden ging, was de vrouw ineens veranderd in Tony. Met deze goocheltruck was de toon voor zijn show ook meteen gezet. Het beloofde de moeite te worden, en zijn supporters, gewapend met vlaggen, moedigden hem verder aan. 

Het decor van Tony bestond uit de gevel van het stadhuis (landhuis), die met enkele goedgekozen toverwoorden "Oilsjters stadspoppentheater" openschoof en veranderde in een heus poppentheater, waar zelfs Jan De Wilde op jaloers zou zijn geweest . Poppen van Willy Van Mossevelde en Anny De Maght verscheen op de stadhuisgevel, waarna de twee in de diverse tussenstukjes discuteerden over wie van hen de macht zou krijgen in Aalst. 
De poppen waren gecreëerd door Gert Schatteman en werden bespeeld door Luc Holvoet en Eddy De Laender, van Theater Aabazjoer. 

Met 'Boem Boem' zong Tony over de het verbod op uitgangswagens tijdens carnaval. Daarna vroeg hij de Aalstenaars om zeker niet op reis te vertrekken, maar wel in Aalst te blijven tijdens de carnavalsdagen. 'Bleift astablieft be ons' werd een smeekbede om het carnaval te redden en Tony kreeg er een oorverdovend applaus voor van de zaal.
Meteen was duidelijk wie de uiteindelijke kanshebber zou worden voor de Prinsentitel. 

Daarna mocht het publiek gaan stemmen.

Om eventuele fraude tegen te gaan moesten de toeschouwers die voor negen uur weer naar buiten wilden, hun merkteken, goed voor één stem, weer inleveren.

Tijdens het stemmen was het de beurt aan De Prinsencaemere, de Prinsengarde en presentator Kamiel samen met zijn Kamillekes om verder voor vertier te zorgen 
De hele avond door was eigenlijk al heel duidelijk gebleken dat Tony over de grootste aanhang beschikte, wat meteen ook zichtbaar werd in het aantal stemmen dat hij achter zijn naam kreeg. 
Hij maakte zijn favorietenrol waar met maar liefst 1.778 publieksstemmen.

Hij werd hierdoor Prins Carnaval 1999 met een eindtotaal van 2.696 punten. 
De tweede plaats was voor Pascal met 1.004 punten.
Ludwig kreeg 710 punten. 

Tony haalde zo een recordvoorsprong van 1.692 punten op de tweede en 1.986 punten op derde. 

Het Feestcomité en de Seniorenraad hadden begin februari gezorgd voor een live herhaling van de Prinsenverkiezing voor de Aalsterse senioren. Op de Prinsenverkiezing waren er door de massale belangstelling immers maar 300 zitplaatsen beschikbaar, waardoor vele oudere carnavalisten en mensen die slechter te been waren, jammer genoeg geen plaats hadden kunnen bemachtigen.
Een 500 tal mensen kon zo genieten van de beide prinsen, zonder de druk van 'wiewerret' te hebben.
Ze konden zich uitleven zonder de stress en de druk van de prinsenkiezing zelf, want het was al geweten wie het pleit gewonnen had. 
Ludwig moest jammer genoeg passen voor dit evenement omdat zijn werkgeven hem geen dag vrij wou geven.

Tijdens de carnavalsraadzitting kreeg de nieuwe prins de sleutels van ‘t stad overhandigd in de vorm van ... een pakje chips. 
Dat werd verklaard omwille van het feit dat de achterkant van het stadhuis tegenwoordig afgesloten werd met een slagboom, en hij een chip nodig had om die te kunnen openen. 

Tijdens de campagnestoet van Tony in aanloop naar de Prinsenverkiezing 1999, had een heel ijverig agent verschillende processen verbaal uitgeschreven omdat enkele wagens uit de campagnestoet op het voetpad geparkeerde stonden. 13 personen kregen zo een boete van 1 000 frank. 
Tony wou deze boetes persoonlijk terugbetalen aan de gedupeerden en verkocht daarom op de carnavalsbeurs in september '99 medailles aan 250 frank/stuk. Er werden 160 exemplaren gemaakt en de medailles werden in een kader aangeboden met als opschrift Tony's PeeVee. 
Ze verkochten als zoete broodjes en op zijn afscheidsbal kon Tony met de opbrengst de boetes terugbetalen.

De nieuwe prins (°1973) zou er trouwens voor zorgen dat er vandaag de dag opnieuw pompiers mogen staan in de feestzone, iets wat reeds tijdens zijn prinsenjaar een ‘hot topic’ was, maar in 1998 uitgroeide tot net geen nationale ramp.
Bij de evaluatie toen werden de uitgaanswagens op de Grote Markt immers als negatief ervaren. Zo besliste het stadsbestuur in november 1998 om uitgaanswagens of pompiers tijdens carnaval te verbieden op de Grote Markt. 
Meteen kwam er reactie vanuit de carnavalswereld. 
Naar analogie van het Taal Aktie Komité werd het PAK (Pompier Actie Komitee) opgericht met als woordvoerder Michel Heck. Het protest van de carnavalisten werd echter genegeerd en het verbod bleef gewoon bestaan. 

Na zijn Prinsenjaar werd Tony op Prinsendag 2000 lid van De Prinsencaemere. 
Tony werkte samen met hen mee aan verschillende revueshows en in 2019 was hij ook te zien en te horen tijdens het Oilsjters Zangpalois. Enkele liedjes van Tony werden ook op de cd's van De Prinsencaemere gebrand.

Daarnaast is Tony ook te horen op cd's van verschillende carnavalsgroepen, zoals Vrièt, Lekken en Plekken, Gekloetj en Beschomt.

Prins Tony probeerde na carnaval 1999 het delicate gesprek over de uitgaanswagens opnieuw aan te zwengelen en hij werkte, in samenwerking met het PAK, een voorstel uit om pompiers opnieuw mogelijk te maken op de Grote Markt. 
Zijn voorstel werd gepubliceerd in het tijdschrift van het Aalsters Carnavalsverbond en zowel de carnavalsgroepen als de burgemeester reageerden hierop positief. 
Het voorstel bestond uit het opstellen van een beurtrolsysteem, waarbij pompiers zonder muziekinstallatie toegelaten zouden worden in de feestzone. Op deze manier zou de muziek in handen van de stad Aalst blijven, waardoor er geen sprake kon zijn van geluidsoverlast. Het voorstel van Tony zou de basis worden voor nieuwe gesprekken met burgemeester De Maght.

De burgemeester ging uiteindelijk akkoord met het voorstel en op het Driekoningenfeest 2000 vroeg Prins Tony om een applaus voor de burgemeester, omdat ze ondanks negatief advies toch 5 pompiers zou toelaten op de Grote Markt.
Zeven jaar later liep Tony tijdens de carnavalsdagen trouwens een enkelbreuk op toen hij ... van een pompier viel. 

Dat prins Tony het carnavalsbloed in de aderen heeft, is trouwens geen nieuws. 
Voordat hij lid was van Possensje was hij in 1991 al te zien in de Arendstoet met de Orendse Karnavals Vereniging Beschomt. Tony had deze groep samen met Kris Bauwens opgericht en ingeschreven voor de Arendstoet. Ze maakten toen een wagen van 1 meter lang en 1,5 meter breed en waren 2 dagen bezig met het kostuum. Het bleef wel maar bij dat ene jaar, maar Kris en Tony droomden ervan om ooit het project Beschomt verder te kunnen uitbouwen tijdens Aalst carnaval.

Na de carnavalsdagen van 1991 werd Tony lid van Possensje, waar hij heel wat ervaring opdeed bij het bouwen van wagens. Na de zomer van '99 kondigde hij zijn afscheid aan bij de groep maar hij zou wel nog zijn volle 10 jaar uitdoen. Hij jubileerde dus in 2001 en vertrok.

Na een korte tussenperiode bij Drolleg kwam de jeugddroom van Tony en Kris weer naar boven. 
De groep Beschomt werd opgericht als Akv en kon in 2004 met een 30-tal leden voor de eerste keer mee in de Aalsterse carnavalsstoet. 
De groep groeide en groeide en nestelde zich tussen de gevestigde waarden. 
Tot op vandaag zijn ze te vinden in de categorie ‘grote groepen’. 
Tony was jarenlang ook voorzitter.

Prinsj Tony werd trouwens ook nationaal bekend. Samen met Tom Vermeir vormde hij het duo T’NT  (Tien en ‘t Ander) die het met ‘aal wie da ni springt’ zelfs tot op de nummer één in de Vlaamse top 10 schopte. 
Het nummer werd geschreven door Dirk Van De Velde (de Foef) en ze kregen een platencontract.
Er kwam een full cd uit met maar liefst 14 nummers.

Het nummer werd door sommige zenders wel geboycot wegens de nogal expliciete inhoud, maar wordt zelfs tegenwoordig nog grijs gedraaid op elke ‘foute fuif’ of feestje. 

Ook Tony zette zich ondertussen al voor veel prinsen in. Hij schaarde zich achter heel wat kandidaten, en deed dit meestal in de functie van decorbouwer.

Prinsjen van Oilsjt : 1998 : Yves Van Den Bremt 'Den Bremt'

Dit jaar werd opnieuw een jaar met 4 kandidaten. De keizershallen zaten weer afgeladen vol voor de verkiezing die dit jaar plaatsvond op 31 januari.

Het Feestcomité wilde ervoor zorgen dat de aandacht opnieuw naar het talent van de kandidaten zou gaan, en niet naar de decorstukken, die de laatste jaren steeds maar groter en groter werden. Het werd de kandidaten dit jaar dan ook verboden om nog decors op te bouwen alvorens ze op het podium kwamen.
Er werd gebruik gemaakt van een gemeenschappelijk decor, dat neutraliteit zou moeten waarborgen en de echte creativiteit van de kandidaten zou moeten laten blijken.

De vier kandidaten van dit jaar :

- Yves Van Den Bremt, van carnavalsgroep Drasj, had het pleit al eens verloren tegen Christiaan Van Vaerenbergh. Dit jaar zou hij het allemaal professioneler en grootser aanpakken, en hij organiseerde dan ook een campagnebal.

- Jürgen Cooman, ook al verliezer in 1996

- Pascal 'den bienaver' Brewee voor wie het samen met de Popollekes een topjaar zou moeten worden.

Deze drie waren al volop campagne aan het voeren toen ook nog een vierde kandidaat zich op de valrep kwam inschrijven. 

- Wim Van Sante 'Bronco' was een onbekende in de carnavalswereld, wat de strijd natuurlijk heel spannend zou kunnen maken. Niemand kende hem, en dus zou hij als 'underdog' wel eens hoge ogen kunnen gooien. Hij verzette zich vooral tegen het campagne voeren waar heel veel geld in kruipt. Als lid van de Leedse groep ‘Stampen en Dagen’ wou hij bewijzen dat het ook kon zonder hoge kosten. 

Meer dan 4000 carnavalisten zouden de avond samen doorbrengen in de Keizershallen om er hun favoriet aan te moedigen.

Bronco begon. Zijn kip Desiré en zijn liedje over zijn avonturen met zijn kip werden gesmaakt, en hij bracht ook een parodie over de zogenaamde glitterprinsjen. Het was een simpel optreden, maar hij kreeg enorm veel sympathie van het publiek. Zijn doel : 'bij de eerste vier eindigen' werd zeker bereikt.

Tweede in de rij werd Yves. Hij opende - jawel - in glitterpak met het liedje 'Dag carnaval' (Dag vreemde man van Ann Christy). Hiermee raakte hij heel wat carnavalisten in de ziel, en kon het eigenlijk al niet meer stuk. 
Hij ging verder met het carnavalsnieuws, dat de rode draad zou worden doorheen de gehele show. In zijn lied 'Oilsjt Muzikool' vergeleek hij het stadsbestuur met een groot orkest, maar voegde er fijntjes de raad aan toe om toch maar ook eens naar de muziekschool te gaan.
Na een ‘Classic’ medley met liedjes van Andrea Bocchelli en Helmut Lotti, was een kort reclamespotje te horen voor de cd 'Den Bremt goes plastic nr. 485'. Deze cd was verkrijgbaar in de ‘de betere’ platenwinkel, en hij kon zich dus geen betere reclame voorstellen dan op een podium voor 4000 man. 
De zinderende tonen 'ik leif ver carnaval' zullen vele jaren later nog steeds uit volle borst worden meegezongen.
Yves had bewezen dat er achter zijn stoere uiterlijk een carnavalist zat met een hart en een ziel. 
Toen hij van het podium kwam, beseften de andere kandidaten eigenlijk al hoe ver het was. 

Volgende in de rij werd Jürgen. Hij had de zware taak om zijn show te brengen na het spektakel van Yves en bezocht tijdens zijn optreden de kermis. Hij verwees vaak naar de GFT bak, die hij als ideaal middel zag om kuis te kunnen houden in het stadhuis.
Hij liet zich duidelijk niet imponeren en bracht een mooie show, waarbij ‘t was carnaval, ‘t es assegoensjtdag’ de afsluiter werd.

Pascal tenslotte mocht als laatste het podium betreden.
Den Bienaver had wel wat last van stemproblemen, waardoor zijn liedjes - met heel sterke teksten trouwens - niet altijd overkwamen bij het publiek.
Hij sloot zijn show af als Joodse Rabbi, geinspireerd op de figuur van Louis de Funès in 'les aventures de Rabbi Jacob'.
Wist hij veel dat net een uitbeelding van Rabbis een bom zou leggen onder het Unesco erfgoed na de carnavalsstoet van 2019.

Uittredend prins De Foef kreeg een oorverdovend applaus, en kon zijn emoties maar met moeite onderdrukken. Afscheid nemen deed hij op de tonen van 'zij gelooft in mij' (André Hazes).

Het einde van de avond verliep heel chaotisch omdat verschillende carnavalisten op het podium waren geklommen. Toen ze uiteindelijk verwijderd waren, volgde dan de uiteindelijke uitslag :

Vierde werd Bronco met 477 punten,
de derde plaats was voor Jürgen met 982 punten,
tweede werd Pascal met 1258 punten
en dus kwam Den Bremt als overwinnaar uit de bus, met 1791 punten.

De scepter werd door de Foef snikkend overhandigd aan zijn opvolger. 

‘Den Bremt’ werd een begrip in Aalst en stond steeds garant voor plezier. 
Toen zowel City Music (Ajoin Music) en Goeiedag Radio (Oilsjt Mjoezik) uitpakten met hun Aalsterse zenders, moesten ze natuurlijk ook reclame maken. 
De twee radiozenders deden dat in het Aalsterse dialect uitzenden. City Music kon daarvoor op de humor van Yves Van Den Bremt en Gary Van Overstraeten rekenen.
'De Gary en den Bremt' bleven een voorbeeld voor ‘Oilsjterse reclameboodschappen’ ...

Dat de ruwe bolster en het peperkoeken hartje volledig samen gaan bewees Yves tijdens de coronapandemie in 2020.
“Carnaval is solidair. Ook dat is carnaval. Samen tegen Corona”, klonk het in het voorjaar. 
“Tes ter oever heeft zich georganiseerd om over te gaan tot het aanmaken van stoffen mondmaskers”, zeiden  Kristof Roelandt en Yves Van Den Bremt. “Deze zijn weliswaar niet steriel of voor medisch gebruik, maar het is beter dan niets. Wij hebben besloten dit te financieren uit onze groepskas”, zeggen de initiatiefnemers. “Ondertussen is er ook wel al 1.200 euro steun”.
En daarmee startten ze met een actie om mondmaskers te kunnen bezorgen aan de inwoners van de ajuinenstad.

Het initiatief kende veel bijval en de carnavalswereld sloeg de handen in elkaar.

Vzw Carnavalist Tot In De Kist doneerde 600 euro, welke door Vincent Delforge werd bijgepast met 400 euro. 
Jan Lambrecht schonk aan de actie ook 200 euro en er kwamen nog van alle hoeken en kanten giften binnen, teveel om op te noemen, en gevaarlijk om mensen te gaan vergeten. 
Het was wel een feit dat Aalst nogmaals bewees dat als het er op aankomt ze echt wel solidair kunnen zijn. 
Kristof Roelandt en Yves ‘Den Bremt’ van Tes Ter Oever coördineerden de actie.

Prinsjen van Oilsjt : 1997 : Dirk Van De Velde 'De Foef'

Op 18 januari 1997 stond het weer in ieders agenda : de prinsjenkiezink waar zo naar uitgekeken wordt …  Opnieuw stond alles klaar in de Keizershallen om een grote massa volk te kunnen ontvangen.
De beide kandidaten, 'Foef' en 'Viette' zouden zorgen voor één van de spannendste verkiezingen die de stad ooit mocht meemaken.

De toeschouwers kregen bij het binnenkomen een stempel op de toegangskaart. Bij vertoon van kaart mét stempel later die avond mochten ze dan één stem uitbrengen op hun favoriete kandidaat. 
Het publiek werd dit jaar opgedeeld in verschillende groepjes, elk met een andere kleur van kaart, om zo files aan de stemhokjes te kunnen vermijden.

De avond werd - uiteraard - opnieuw aan mekaar gepraat door onze keizer Kamiel :
Het begon allemaal met wat carnavalsmuziek gebracht door de firma 'Soundfield', waarna keizer Kamiel de avond officieel opende met zijn klassieker 'Oilsjt viert carnaval'

Kamiel stelde jury, deurwaarder en kandidaten voor en zo werd het tijd voor de eerste proef
Als naar goeie gewoonte moesten de kandidaten verschillende opdrachten uitvoeren, waarbij taalvaardigheid, podiumvastheid, kennis over Aalst en 'showvermogen' op de proef worden gesteld.

Nadat de proeven afgelegd waren, volgde opnieuw carnavalsmuziek die de aanwezigen in de sfeer moest brengen voor de vrije optredens van de kandidaten. 
Zij moesten een eigen show brengen van minimum 5 en maximum 15 minuten. Play  back werd niet toegestaan, iets wat tegenwoordig wel de regel is om het verloop vlotter te laten gaan en beter de tijdsduur te kunnen timen.

'De Foef' mocht beginnen en bracht een knallend optreden. 
Dat hij over een prachtige stem beschikte mocht al blijken vanaf de eerste noten. 

Met een geweldig applaus sloot hij zijn set af en was het de beurt aan de tweede kandidaat 'Viette'.
Ook hij bracht een memorabele show en het mocht meteen duidelijk zijn dat beide kandidaten zeker aan mekaar gewaagd zouden zijn. 

Er klonk opnieuw carnavalsmuziek door de boxen en een eerste groep supporters mocht gaan stemmen. 
Na deze eerste groep vonden er verschillende optredens plaats, en men ging zo verder tot dat de laatste groep gestemd had.
Het idee was om deze laatste groep te laten stemmen om 23u45, maar ja ... Aalstenaars en tijdslimieten zijn niet altijd twee goed te combineren gegevens geweest. 

Na nog een geweldig afscheidsoptreden van uittredend prins Kris was het dan uiteindelijk tijd om de uitslag bekend te maken. 
Omstreeks 1u10 werden de kandidaten naar voor geroepen, maar het zou nog tot 2 u duren vooraleer de proclamatie kon platsvinden. 
Er bleken zich toch enkele wachtrijen gevormd te hebben bij het stemmen (Aalst en tijdslimieten, weet je nog) en die hadden de boel natuurlijk wat vertraagd.

Het was uiteindelijk dus ‘kot in de nacht’ toen Nicole Ringoir, voorzitster van het Stedelijk Feestcomité, het podium opkwam en ‘De Foef’ kroonde tot Prins carnaval 1997.
Het werd duidelijk dat het een spannende strijd geweest was, want het puntenverschil tussen beide kandidaten bedroeg minder dan 10 punten. 
Iets wat niet meer zou geëvenaard worden tot in 2016 toen Dennis het pleit won met amper 4 puntjes verschil. 
Hoe kwam ‘De Foef’ nu eigenlijk aan zijn bijnaam? 
Wel, omdat hij niet graag op mensen wacht, had hij de gewoonte aangenomen om zelf altijd te laat op een afspraak te komen. Hij zocht daar telkens een excuus voor ... hij moest nog gaan tanken, of stond voor een gesloten brug. 
Enkelen hadden hem natuurlijk door en zeiden dat hij altijd met valse excuses afkwam, ‘foefkes’ dus, op zen Oilsjters. 
Op de duur werd 'de Foef' een begrip en ondertussen kent iedereen hem eigenlijk beter onder die naam dan onder zijn echte,

Het is wel tof dat ik overal herkend word, want een scheldnaam is zo een geuzennaam geworden. Het enige nadeel is dat de mensen mijn excuses niet meer serieus nemen. Ik heb al dikwijls meegemaakt dat ik een goed excuus had, maar niet werd geloofd.'

De laatste jaren doet Dirk het wat rustiger aan, maar hij kan een mooi palmares voorleggen. 'Ik ben bij Vriet gegaan in 1989. Zo heb ik de gouden jaren van de groep meegemaakt, waarbij we jaar na jaar op het podium eindigden. In 2006 zijn we gestopt, in volle glorie. Nu heb ik een opnamestudio waar carnavalsgroepen hun lied komen inzingen. Al meer dan twee maanden zit de studio elke avond vol.'

Op 16 mei 2014 verscheen volgende aankondiging in de pers : "De Porteplumboys vieren in 2015 hun jubelee ... 'CD volume 10'!
Omdat ze graag één iemand van Porteplum terug als prins wilden met hun jubilee, stelden de drie Porteplumboys (Pascal Solemé (Prins 1992), Dirk Van de Velde (Prins 1997) en Bart de Nys (Prins 2005)) hun kandidatuur voor prins carnaval 2015, met de slogan 'Gelek as vroeger'!"
Tot op het ogenblik dat de Porteplumboys erbij kwamen had Aalst eigenlijk maar één kandidaat 'De Joe'. 
In mei werd dit uitgebreid met de 3 ex-prinsen en stonden er dus vier kandidaten op de lijst. 
Bart diende al snel af te haken wegens gezondheidsredenen ... en toen waren ze nog met drie.

Toen bleek dat in de loop van juni ook nog  'Younes' kwam opdagen, kregen we opnieuw vier kandidaten voor de titel ... en dat vormde toch een klein probleempje. 
Het artikel 4 van het reglement vertelt immers dat het College van burgemeester en schepenen op advies van het feestcomité een preselectie kan organiseren indien er meer dan 3 kandidaturen werden ontvangen.  
Voor de Foef hoefde het allemaal niet meer, en hij trok zich terug uit de wedstrijd. Uiteindelijk waren de ex-prinsen er eerder als steun ingestapt omdat er anders maar één kandidaat zou geweest zijn. 
Nu er nog drie volwaardige carnavalisten tegenover mekaar stonden (de ‘salami’ bleef volharden) restte hem enkel om hen succes te wensen. 

2015 : Dirk Van De Velde, prins carnaval van Aalst in 1997, wil The Voice Van Vlaanderen worden. Dirk deed auditie, maar of hij door is naar de volgende ronde weet hij nog niet. In Aalst staat hij vooral bekend onder zijn bijnaam 'De Foef'. In de streek is hij een veelgevraagd artiest, maar hij wil het nu een niveau hoger proberen. "Ik heb mij samen met mijn broer Kris ingeschreven en we hebben samen auditie gedaan. Jurylid Jos Van Oosterwijck was enthousiast maar pas in juli weten we of het iets zal worden", zegt Dirk.

In 2020 zorgde Dirk tijdens de eerste coronagolf elke dag voor een live concert. Alle dagen stond hij paraat om ons toch een uurtje vertier en ontspanning te brengen, steeds met ‘de cocktail van de dag’ in de hand en met de glimlach op zijn gezicht. 
Liefst 50 optredens gaf hij zo, en ook toen de tweede golf zijn opmars maakte bleef hij ons verwennen met een dagelijks concertje. 
Daaruit bleek dat hij over een geweldige stem beschikt en praktisch alle muziekgenres en talen aankan. 
Hij zong pop, rock, smartlappen en dat in het duits, frans, engels, nederlands en ja hoor ... Oilsjters. 
Dat hij het niet van vreemden heeft, mag blijken uit het feit dat Dirk de zoon is van ‘Roosje Heikant’. 

Prinsjen van Oilsjt : 1995 : Christophe Troch 'Kristof'

Ook dit jaar zou er opnieuw een (ex) arendprins een gooi doen naar de prinsentitel ‘van ’t stad’. 

En ook Christophe had in het verleden al bewezen dat hij kon zorgen voor sfeer en ambiance. Zijn verkiezingsjaar als Arendprins 1992 zorgde er voor dat hij ook deel ging uitmaken van het Arendcomité, dat de verkiezingen organiseerde. Naast deze verkiezing organiseerde hij in 2009 ook een ‘Bierprinsverkiezing’. 

Hoewel ‘zen wiegsken’ ‘oever ’t woter’ stond verhuisde hij naar Hofstade. Daardoor kreeg hij ook meer en meer interesse om ook de titel prins Carnaval van Aalst eens te mogen dragen.
Christophe voerde een zeer bescheiden campagne, in tegenstelling tot zijn tegenkandidaat die het eerder ‘groots’ zag. Die tegenkandidaat was Kris Van Vaerenbergh die tijdens zijn campagne ook naar andere steden trok om zich ‘te laten zien’. Christophe zelf rekende vooral op de steun van de Aalstenaars zelf en hij legde dan ook de focus vooral op zijn eigen stad. 
Als ‘artiestennaam’ koos Christophe voor … Kristof … een iets Vlaamsere versie van zijn eigen naam dus. 

Chrisophe was vroeger lid van Possensje en Vriet, op het moment van de verkiezing zat hij bij De Zwiejtollekes. 
Reeds van in 1994 was hij al teksten aan het schrijven voor andere kandidaten prins-carnvaval, en vaak ook succesvol. Veel van zijn teksten hielpen verschillende kandidaten naar de overwinning, wat hem later ook de titel ‘prinsenmaker’ zou opleveren. 

Tijdens het driekoningenfeest hield hij het al even sober als tijdens de rest van zijn campagnejaar, dat hij trouwens pas in november ingezet had. 
Hij zong er ‘’t Zal koekenbak zen’ … inderdaad, die belangrijke farmareus Coucke was dus zeker niet de eerste die een lied maakte met dat onderwerp. 

Tijdens de verkiezingsshow toonde hij zich de meerdere tegenover Kristiaan Van Vaerenbergh. 
De prinsenverkiezing vond plaats op 4 februari en op diezelfde dag zou Kris een feest organiseren in de Heilig Hartkring (Dokter De Moorstraat - ondertussen ook de thuisbasis van zijn groep De Lodderoeigen). Hij organiseerde diverse optredens en legde bussen in, die om het half uur supporters naar de Keizershallen voerden om er de prinsenverkiezing bij te kunnen wonen. Na de prinsenverkiezing brachten de bussen de supporters terug naar de Heilig Hartkring, waar de Nacht van de Vriendschap plaats vond. Of Kris nu won of niet, er zou sowieso gefeest worden.

Bij de vaste opdracht die de kandidaten dienden uit te voeren, toonde Christophe zich al meester over zijn opponent maar tijdens de vrije show kon hij pas écht laten zien wat hij in zijn mars had. 

Eerst werd de taalvaardigheid van de kandidaten getest, door het afleggen van vier afzonderlijke opdrachten van elk een 30-tal seconden. Als eerste moesten de kandidaten een radiospot maken voor Aalst Carnaval, waarna ze de carnavalsmedaille moesten beschrijven en een journalistiek verslag uitbrengen van de prinsenverkiezing. Als laatste taalvaardigheidsproef moesten de twee kandidaten samen een rijmpje maken, waarbij de ene kandidaat steeds moest volgen met een zin die rijmde op de zin van de andere kandidaat.
Geen gemakkelijke opdracht, maar beide kandidaten toonden zich heel taalvaardig en brachten het geheel tot een goed einde.

Bij de tweede opdracht dienden de kandidaten een ludieke toespraak brengen, vanachter een spreekgestoelte. Wanneer Nicole Ringoir op haar toeter duwde, wat steeds voor de nodige hilariteit zorgde, moesten de kandidaten mekaar aflossen. 

Ook bij de derde en laatste opdracht bleek de toeter van Nicole een vaak gehoord geluid. 
Er werd een rollenspel opgestart waarbij de ene kandidaat de rol van burgemeester kreeg en de andere de rol van Prins Carnaval die kwam solliciteren voor een job aan de stad. Bij elke 'tuut van Nicolleken' moest er dan gewisseld worden van rol. 

Bij deze twee laatste opdrachten ging 'de tuut' echter in overdrive en werd er zo snel getuut, dat het bijna onmogelijk werd om nog een vlotte act te kunnen brengen. 

De beide kandidaten waren mekaar waard, en beiden presteerden gedurende alle vaste opdrachten op een heel hoog en gelijklopend niveau, waardoor de shows doorslaggevend zouden worden.

Kris mocht als eerste starten en kwam op het podium als Pierrot uit het circus. De Lodderoeigen hadden gezorgd voor een prachtig decor, dat gedurende de hele show een paar keer omgedraaid werd. 
Kris opende met het bij zijn kostuum passende 'Wie Speltj De Clown In Deize Zotte Cirk'?, waarna het decor gedraaid werd en er karikaturen van het college van burgemeester en schepenen tevoorschijn kwamen. 
Hij bracht daarna een ode aan de burgemeester met het lied 'Ons Annieken' en toen hij het had over de miserie en armoede in Aalst, ging hij verder met het emotionele liedje 'ier In Da Stadjen Da Leit On Den Denjer' op de tonen van Daar In Dat Kleine Café Aan De Haven. Twee figuranten, verkleed als Poesjkapelle en Zwet Lowieken, begeleidden hem hierbij.

Het decor bleef bij elk liedje veranderen en toen op de wand achter Kris de verkiezingsaffiches van hem en zijn tegenkandidaat verschenen, zong hij 'De Weggevoerdestroot', waarin hij de Couverturehal bezong. 
Zijn finale werd een mix van verschillende liedjes met achtereenvolgens Da's Na Vastelauved, Stad Oilsjt en Ajoinenland.

Na dit puik optreden was het de beurt aan Chrisophe.
Bijgestaan door de notoire carnavalisten Antoine Van der Heyden, Bart de Nys en Guy Walgraef schreef Christophe zijn show zelf en toen al bleek dat hij een heel scherpe pen had. 
Net zoals hij zijn campagnejaar vrij sober had gehouden, was de show ook minder gericht naar het visuele. 
Hij bracht echter wel écht Oilsjterse ambiance en begon met de waarschuwing ‘Past op ver Kristof’. 
Daarna nam hij verschillende Aalsterse politici op de korrel en hij kaartte ook meteen de verkeersproblemen in de stad aan met ‘Tutuut tutuut, wa’d es da ‘d ier, in Oilsjt parkeirn es een echt plezier’, opnieuw een lied dat deze carnvalseditie zou overstijgen en nu nog steeds te horen is … (dat parkeren is trouwens ook nu nog steeds 'een echt plezier' ...)

Hij had het iets simpeler gehouden maar heeft met zijn show zeker bewezen dat het ‘klein’ ook kan. 
Hij had zich gemanifesteerd als betere zanger dan Kris en dat uitte zich natuurlijk ook in de puntentelling. 

Kris kreeg 792 punten van de jury, Kristof 884.

De zaal gaf weliswaar toch de voorkeur aan Kris maar de 12 stemmen die hij daar meer kreeg dan zijn tegenstander waren niet genoeg om Christophe van de titel te houden. 

Met 80 punten verschil spraken we dus vanaf dit jaar van Prinsj Kristof. 

Ook tijdens de carnavalsraadzitting in de werf toonde hij dat hij een goed ambassadeur was van de ‘Oilsjterse humor en spot’. 

Hij had voor de gelegenheid verschillende cadeautjes meegenomen voor de aanwezige Aalsterse politici. 
Burgemeester Anny De Maght kreeg een telefoonboek met daarin de telefoonnummers van verkopers van vervang- en tweedehandswagens, omdat ze er blijkbaar een gewoonte van aan het maken was om haar wagen te laten stelen of kapot te rijden. 

Gracienne Van Nieuwenborgh kreeg een videocassette van De Kotmadam en Patrick De Smedt ontving potten verf om het afschilferende stadhuis te kunnen herschilderen. Voor de vader van Patrick Jacobs had Christophe dan weer een kleurboekje meegenomen, zodat die kon oefenen voor het correct inkleuren van zijn stembiljet bij de verkiezingen.

Daarnaast liet hij Anny De Maght en schepen André-Emiel Bogaert nog kussen, een hele prestatie want de twee waren toen in een rechtszaak verwikkeld. 
In de sketch van Odiwitje was er nog een rolletje weggelegd voor Christophe. Als Prins werd hij op een speelgoedkoe gezet en moest hij Odiwitje, gespeeld door Odilon Mortier, kussen.
Na al dat gekus was het moment aangebroken dat Prinsj Kristof kon gaan genieten van zijn moment als prins, met een mooi prinsenjaar voor de boeg. 

Toen hem de logische vraag gesteld werd of hij zou toetreden tot de Prinsencaemere of de Prinsengarde, bleef hij het antwoord schuldig en plukte hij de blaadjes van een bloem af. Hij wou eigenlijk tot de beide verenigingen toetreden en daarmee zorgen voor een verzoening tussen beide. 

In zijn speech op de dag van De Prinsencaemere stelde hij al grappend voor om de punten voortaan te berekenen op het ogenblik dat alle groepen meelopen in de maandagstoet, zodat lekken bijna onmogelijk zouden zijn. Die verwijzing kwam er nadat de punten van de jury dat jaar vroegtijdig uitgelekt waren en de winnaars al (veel te) vroeg gekend waren.

Ook op de Prinsendag van de Prinsengarde was Christophe present. Daar pleitte hij openlijk voor een verzoening tussen de twee verenigingen van ex-Prinsen en hij toonde zijn sympathie voor beide. 
‘Lidmaatschap bij de ene vereniging, mag sympathie voor de andere niet in de weg staan’, waren zijn gevleugelde woorden, maar toen Michel Heck van de Prinsengarde zijn veto stelde tegenover het dubbele lidmaatschap, koos Kristof uiteindelijk voor de Prinsencaemere. 

Bij de officiële aanstelling als lid van de Prinsencaemere in 1996 zei hij dat het in eerste instantie echt zijn plan was om zich 100% in te zetten voor de Prinsencaemere en 100% voor de Prinsengarde. 
Door het mislukken van dat plan echter, zou hij zich nu 200% inzetten voor de Prinsencaemere. 

Hij bleef wel ijveren voor een gezonde en ludieke rivaliteit tussen de twee verenigingen. 
Op de Prinsendag van de Prinsengarde dat jaar kwam Michel Heck nog eens terug op het voorstel van Christophe. Michel zei dat hij het dubbele lidmaatschap tegengehouden had, omdat hij geen dubbelzinnigheid wou. Hij vond dat elke vereniging onafhankelijk zijn eigen gang moest blijven gaan.

Toch bleef Christophe wat ‘in het midden zweven’. 
Hij was meteen na zijn lidmaatschap te zien in de revueshows van de caemere, maar werkte in 2000 toch ook mee aan de carréshow van de garde.
Tot in 2002 bleef hij lid van de caemere, maar in februari bood hij er zijn ontslag aan. 
Ook uit DAK, waar hij ondertussen ook lid was, stapte hij toen uit omdat hij de activiteiten van beide verenigingen niet langer kon combineren met zijn sociaal leven en zijn beroepsverplichtingen. 
Gezien hij zich niet meer ten volle kon inzetten, en hij geen ‘slapend lid’ wou zijn, verdween hij dus uit deze middens. Hij bleef toen wel nog lid bij AKV De Droeve Apostelen, waar hij zijn ‘ei’ nog kwijt kon. 
Verschillende liedjes die hij toen nog schreef, kwamen wel nog terecht op cd’s van de prinsengarde. 

Nadat Aalst Carnaval in 2001 opnieuw op een negatieve manier afgeschilderd was in de nationale media was, werd de actie 'Oilsjt protesteert' opgestart. Christophe was toen één van de initiatiefnemers en fungeerde ook als woordvoerder van de actie. Op enkele weken tijd werden toen maar liefst 31611 handtekeningen verzameld, waarvan 4150 opgehaald werden door de familie Delforge bij de foorkramers. De formulieren werden tijdens de voorstelling van de video over het Aalsterse carnaval overhandigd aan vertegenwoordigers van de VRT en VTM. De carnavalisten eisten een positievere voorstelling van het carnaval en niet enkel de minder goede berichten. Het was (en is trouwens nog steeds) zo dat we de dagen van carnaval enkel te weten komen hoeveel arrestaties er verricht zijn, hoeveel mensen er in het ziekenhuis belandden en hoeveel ton vuil er is opgehaald. Het mooie wordt te weinig getoond.

In 2010 begon de feestmicrobe opnieuw te kriebelen en werd Christophe opnieuw lid van de Prinsencaemere. 
Hij bracht ideeën aan en was natuurlijk ook aanwezig bij het Oilsjters Zangpalois.

Drie jaar later werd hij naar voor geschoven als nieuwe voorzitter van het Feestcomité en hij haalde het. Hij werd dus opvolger van Nicole Ringoir en ook hier wou hij vooral ‘vrede’. 
Hij probeerde dan ook om alle neuzen opnieuw dezelfde richting te laten uitkijken, hoewel hij wel al meteen aankeek tegen kritiek vanuit de garde over zijn aanstelling. 
Hij beloofde echter dat hij in de eerste plaats ‘neutraal’ zou zijn, en geen voorkeursbehandelingen zou geven aan de ene of andere. 

Onder zijn voorzitterschap kwamen er enkele nieuwe initiatieven om de stoet vlotter te laten verlopen. De laatste jaren was er immers heel wat kritiek gerezen over het late aankomstuur van de stoet op de Grote Markt. Vele groepen zouden hierdoor op een uitgedund Marktplein aankomen wat helemaal niet leuk was. 
Het doel van de nieuwe voorzitter was om de stoet ten laatste om 20u30 te laten passeren. 
De numerus clausus voor de ingeschreven groepen werd opgeheven, de groepen zouden niet meer aangekondigd worden op de Grote Markt én er werden afspraken gemaakt met de ‘losse’. 

Het werd een matig succes.  De laatste groep in 2014 kwam om 21u10 de Grote Markt oprijden, wat wel 40 minuten later was dan wat Christophe in gedachte had, maar toch 20 minuten sneller was dan de voorbije jaren.
 
In 2015 werd er dan gewerkt met een boetesysteem voor de losse groepen. Het toegangsgeld van de prinsenverkiezing ging naar omhoog en reglementen om de stoet vlotter te laten verlopen werden nog verfijnd. 
Voor wat betreft de prinsenverkiezing, werd het systeem van de publieksstemmen aangepast. 
Vanaf dan zouden 1000 sms’en genoeg zijn om het maximale aantal punten te krijgen. 
Met andere woorden, of je nu 1001 of 2000 stemmen haalde, de toegekende punten bleven hetzelfde. 
Terwijl men vroeger gedurende 10 minuten mocht stemmen, werd dit nu beperkt tot 1 minuut. 

Opnieuw echter werd het ‘te druk’ voor Christophe, die de taak van Feestleider niet langer kon combineren met zijn job. 
Na 2,5 jaar gooide hij de handdoek in de ring en hij werd in 2015 opgevolgd door Kenneth Van Lierde (die het trouwens ook niet lang zou volhouden). 
In de coulissen werd gefluisterd dat zijn beroepsbezigheden niet de échte reden van ontslag zouden geweest zijn, maar wel het feit dat de adviezen van het feestcomité steeds in dovemansoren blijken te vallen bij het schepencollege. 

Prins Kristof, die ondertussen ook de bijnaam ‘Floeren’ had gekregen, bleef zich echter wel inzetten voor carnaval. 
Hij bleef teksten schrijven voor andere kandidaten en als ‘prinsenmaker’ mocht hij vaak ook meevieren met de regerende prins. 

Om zijn ‘teksten schrijven’ nog wat aan te wakkeren startte hij in 2006, samen met Bart de Nys, Guy Walgraef, Dirk Van de Velde en Franky Van Herreweghe, het project Porteplum. 

Met dit initiatief wilden ze Aalsterse tekstschrijvers in de bloemetjes zetten op het jaarlijkse Gala van de Gouden Porteplum. 
In 2008 en 2009 viel Christophe zelf in de prijzen met ‘Heila Ilse’ en ‘De Flora Blommekei’, die gekozen werden als 'beste lied uit de prinsenverkiezing' .

Een opsomming geven van zijn repertoire is onbegonnen werk. 
Feit is dat hijzelf ook als zanger te horen op verschillende cd's. Vaak is dit met De Prinsencaemere of De Fleksies, waar hij nog steeds deel van uitmaakt. De Fleksies bestonden aanvankelijk uit Christophe en Filip Vijverman, later vervoegden Jurgen Cooman en Peter Vereecken de groep. 
Christophe zong ook nog heel wat stoetliedjes in voor carnavalsgroepen. Zijn bekendste liedjes zijn Tutuut Tutuut, Den Heimel op Eerd, Deiremonne Stinkt en 'k Em E Keisken Doen Brannen. 

Op een veiling ten voordele van de groep Geloeif Mè Goed in 2014 (er was toen een benefiet, een bene-eat en een bene-beat) schonk hij zijn prinsenkostuum aan de organisatoren om het te veilen.

Nadat hij eerder al lid was van Possensje, Vrièt, De Zwiejtollekes en De Droeve Apostelen, koos hij in 2017 voor de losse groep De Droeige Sosissen. 

Hoewel hij dus geen leiding meer geeft in de wereld van de carnavalisten, is en blijft hij toch prominent aanwezig. 

Prinsjen van Oilsjt : 1996 : Kristiaan Van Vaerenbergh

Het zou Kristiaan (Kris) Van Vaerenbergh (°Aalst 29/05/1970) worden, die de titel Prins Carnaval 1996, met zich mee zou kunnen nemen naar huis.

Kris werd voor zijn twee kandidaturen – hij deed zowel in 1995 als in 1996 een gooi naar het prinsschap - gesteund door zijn groep De Lodderoeigen en prinsj Frank Van Rymenant, die het schrijven van de show van Kris voor zijn rekening zou nemen. 
De kwaliteiten van Frank kennende, zou het dus zeker een kwaliteitsvol stukje amusement zijn. 
Kris had vele fans, waaronder ook de priester van het Heilig Hart, die tijdens de mis zelfs heel enthousiast aankondigde dat hij Kris zou steunen.

Met of zonder de hulp van God, de eerste campagne werd gestart in november 1994, het jaar dat Kris ook verkozen werd als 'Miss Voil Janet' tijdens de eerste verkiezing met de gelijkaardige naam, die werd georganiseerd door de Stopnoillekes en de Prinsengarde.

Tegenkandidaat in 1995 werd Christophe Troch, iets waar Kris het af en toe wel eens moeilijk mee had.

Op een bepaald ogenblik had het kamp van Christophe (met de ‘Vlaamsere’ kandidatennaam ‘Kristof’) het gerucht de wereld ingestuurd als zouden De Lodderoeigen hun vrienden uit Parijs naar Aalst zouden halen, om voor Kris te stemmen. 
Tijdens een druk bijgewoonde persconferentie riep Kris dan ook op om het sportief te houden en roddels achterwege te laten. 
Hij had immers het gevoel gekregen dat de aanhangers van Kristof eigenlijk te veel bezig waren met campagne te voeren tegen Kris, in plaats van campagne voeren voor hun eigen kandidaat. Een fenomeen dat we jammer genoeg (zelfs toen ook al) kenden in het voetbal.

Nadat Juryvoorzitter Enrico bekend maakte dat er maar 80 punten verschil zat tussen de eerste en de tweede bleek dat Kris een 40-tal meer zaalstemmen dan Kristof gekregen had, maar dat deze kleine achterstand tenietgedaan werd door de jurypunten. Kristof kreeg daar een 90-tal stemmen meer en werd zo Prins van 1995.

Tegenslag voor Kristiaan dus, maar hij zou zich het jaar erop - in 1996 - herpakken.

Tijdens het Driekoningenfeest van dat jaar bleek dat ze met drie kandidaten naar de verkiezing zouden trekken, want naast Kris waren ook Yves Van den Bremt en Jurgen Cooman kandidaat. 
Tijdens zijn voorstelling verklaarde Kris dat hij bij een overwinning te voet naar Scherpenheuvel zou stappen (toch een redelijk eindje vanuit Aalst).

Dat het geen rustige campagneperiode zou worden, mocht al gauw blijken toen een pompier van De Toerenbiejoekes, waarmee kandidaat Jurgen promotie maakte, vernield werd door vandalen. 
In eerste instantie werd (logischerwijs?) aan één van de rivaliserende supportersclans gedacht, maar uiteindelijk bleken het 'gewone' vandalen geweest te zijn.
Toen beide kandidaten gehoord hadden van deze vernieling, wilden ze meteen meezoeken naar de daders. De Toerenbijoekes hadden een beloning van 100 000 frank beloofd voor de ultieme tip, en Kris voegde hier zelfs nog 10 000 frank aan toe.

Na het mindere succes van vorig jaar omringde Kristiaan zich met een andere ploeg. Daar zaten onder meer Michel Heck, Patrick De Neve en Dirk Van De Velde in. Hans Backaert, ex-lid van De Brikaljongs, verzorgde de PR van Kris en ze lieten maar liefst 4000 affiches drukken om te verspreiden in de stad. 
Net zoals bij zijn vorige campagne kon Kris ook dit jaar uiteraard opnieuw rekenen op de steun van De Lodderoeigen. Het campagnelied van Kris werd 'Vastelauved', een meezinger op de melodie van 'Dans Toch De Hele Nacht Met Mij'. Voor de prinsenverkiezing zelf zou hij opnieuw bussen inleggen, om zijn supporters vanuit 'De Kring' in de de Dr. De Moorstraat naar de Keizershallen te brengen.

De verkiezingen zelf dan.
De drie kandidaten gingen van start gaan met een vaste opdracht, waarmee hun taalvaardigheid, podiumvastheid en hun capaciteiten als animator aan bod kwamen. Ook hun kennis over Aalst en carnaval werden uitgebreid getest. 
Na deze eerste proef (op 10 punten) brachten de kandidaten elk een vrij optreden (eveneens op 10 punten).  

Tijdens de kennistest over Aalst en carnaval stelde Kamiel Sergant zeven vragen aan de kandidaten, waarna deze hun antwoorden op papier dienden te schrijven. 
De vragen ? Onder andere moesten ze kunnen zeggen welke nieuwe naam gegeven was aan Aalst Kermis, wanneer Kamiel Sergant van het podium getotterd was.
Uit een tekening van Frans Wauters moesten ze trachten om een spreekwoord terug te vinden 

Na de kennisproef kwam er een gedeelte 'improvisatie' en tijdens een toespraak dienden de kandidaten duiding te geven bij een specifieke situatie. 
Kris kreeg als opdracht om, in de functie van Prins Carnaval, een afscheidswoordje te 'plaçeren' bij de sluiting van de Couverture. Daarbij zong hij een stukje uit zijn lied 'De Weggevoerdestroot', een lied dat hij in 1995 bracht tijdens zijn show. 

De drie kandidaten brachten een mooie show, waarbij het publiek meermaals uit de bol kon gaan. 
Het werd een afwisseling van ambiance en emotie. 

Kris mocht als laatste zijn show opvoeren en hij opende met het prachtige 'Nen Oilsjteneer'.
Hier bezong hij verschillende 'bekende Aalstenaars', waaronder Odilon Mortier, Frans Wauters en Nicole Ringoir. 
Tijdens het lied toonden zijn assistenten foto's van de betrokken personen.

Kris onderscheidde zich van de andere kandidaten doordat hij geen echte kostuums droeg. Hij hield immers grote kartonnen borden in de vorm van een kostuum voor zich, waardoor hij natuurlijk bijna de hele tijd op het podium blijven staan. 

Hij zorgde tijdens zijn show voor een aangename mengeling van liedjes, waarin het onder andere ging over 'Moine Fong', (de man van Anny De Maght), 'Geift Ons Oilsjt Een Monument' (de 'saga' rond het carnavalsmonument), de openbare toiletten aan het Esplanadeplein en Odilon Mortier en zijn vrouw die altijd op de achtergrond bleef. 
Tijdens zijn finale droeg Kris geen kartonnen kostuum meer en hij sloot op grootse wijze af met het ambiancenummer 'Weir Zen Fiere Oilsjteneers'.

Het zou een mooie strijd worden, want de drie kandidaten hadden opnieuw het beste van zichzelf gegeven.
Bij de bekendmaking van de punten bleek dat het vooral tussen Kris en Jurgen zou gaan, waarbij de jury een lichte voorsprong gegeven had aan Kris.
Dé winnaar zou dus bepaald worden door de stemmen van het publiek. 

Jurgen kreeg hierbij 677 stemmen (1290 punten)
Kris kreeg 737 stemmen (1385 punten).

De nieuwe prins was bekend en de eerste - emotionele - reactie op de pas verworven prinsentitel, leverde hem die avond de bijnaam 'Schriemoil' op. 
Zijn krullekop had hem trouwens ook al voor de naam 'blomkoeil' gezorgd.

Kris pakte het na de verkiezing wat anders aan dan de meeste van zijn voorgangers. 
Hij koos bijvoorbeeld voor een vernieuwend prinsenpak zonder fazantenpluimen en typische prinsenhoed. 
In de plaats daarvan werd gekozen voor een barret met struisvogelveren en een pofbroek, waardoor de nieuwbakken prins een beetje deed denken aan de prins op de verpakking van de koeken van Prince.
Een nieuwe bijnaam was een feit ... de Chocoprins ...

Naast 'Schriemoil', 'Blomkoeil' en 'Chocoprins' was er trouwens ook nog 'de Garnaalprins', en dat kwam dan doordat hij een bus supporters uit Oostende had laten afkomen om voor hem te stemmen.

Veel bijnamen dus, maar wie was onze nieuwe prins nu eigenlijk? 

Kris groeide als kind op aan het Heilig Hart, waar zijn ouders de Heilig Hartkring (nog steeds de thuisbasis van de Lodderoeigen tijdens hun jaarlijks eetfestijn) uitbaatten. Hij ging naar de kleuterschool aan Park De Blieck, en het lager volgde hij in het Sint-Maartensinstituut. Daarna koos Kris voor een opleiding automechanica aan het VTI, iets wat natuurlijk altijd handig is bij een groep. 
Kris was toen echter nog niet echt bezig met carnaval.
Al zijn vrije tijd ging toen vooral naar zijn voetbalcarrière. Als doelman begon hij bij de jeugdreeksen van Eendracht Aalst en daarna trok hij nog naar SK Aalst, Sporting Lebbeke, FC Mere en Erpe-Erondegem. 
In 1993 raakte hij jammer genoeg geblesseerd, maar hij slaagde er met zaalvoetbalclub Juventus Aalst nog in om een wereldrecord te vestigen door maar liefst 59 uur zaalvoetbal te spelen. 
Bij Juventus kon hij trouwens ook Patrick De Neve (Prins Carnaval 1986) en Dirk Verleysen (huidig voorzitter van het Feestcomité) tot zijn ploegmakkers rekenen.

Het was eigenlijk pas op zijn zestiende dat Kris uiteindelijk toch de carnavalsmicrobe te pakken kreeg. Hij sloot aan bij 'De Onderkroipers'. 
Via de Toerenbiejoekes kwam hij in 1989 tercht bij De Lodderoeigen, de groep waar hij later ook nog ondervoorzitter zou worden, wat hij tegenwoordig trouwens nog steeds is.
Hij maakt er elk jaar een erezaak van om het stoetliedje zelf te zingen tijdens de stoet, want zingen kàn hij. 
Zijn bekendste nummers zijn ongetwijfeld 'Nen Oilsjteneer', 'Weir zen fiere Oilsjteneers' en 'De Weggevoerdenstroot', maar dat zijn zeker niet de enige. Zijn ondertussen indrukwekkend repertoire is grotendeels terug te vinden op de cd's van de Prinsencaemere. 

Kris kon in eerste instantie maar moeilijk kiezen tussen de Prinsencaemere en de Prinsengarde, de keuze waar elke nieuwe prins voorstaat na zijn/haar verkiezing. 
Het werd - na wat wikken en wegen - de prinsengarde, maar hij verklaarde meteen dat hij door zijn keuze geen vrienden wou verliezen. Hij vreesde hier echt voor en daarom vertelde hij ook dat hij steeds bereid was om met 'de anderen' te blijven samenwerken, indien hem dit zou gevraagd worden. 

Het lidmaatschap van de garde was echter maar van korte duur. Kris vond er niet wat hij zocht en op Prinsjkesdag in 1998 vroeg hij dan ook om te mogen overstappen naar de Caemere. 
Daar werd hij wel met open armen ontvangen, maar toch kreeg hij nog niet het officiële kostuum. Daar moest hij nog een jaartje 'stage' voor lopen wat tijdens de prinsendag van 1998 leidde tot de hilarische situatie dat hij dus zijn opwachting maakte in het kostuum van de 'garde', maar wel met een stoffen jas erover. Na zijn stagejaar werd hij dan officieel opgenomen bij de Caemere. We schrijven 1999 en Kris kreeg, samen met 'Den Bremt' zijn kostuum aangemeten. 

Vanaf 2000 werd zijn inbreng bij de Prinsencaemere groter en hij zorgde samen met 'den Bremt' en 'Bart' (Van den Neste) voor het nodige vertier door tijdens de pauze in de foyer een stuk van een act uit de show verder te zetten.
Omdat hij het heel druk heeft met de zaak en met zijn politieke carrière slaat hij de laatste jaren wel eens een show over, maar hij blijft toch een heel graag geziene gast, ook tijdlens 'Het Oilsjters Zangpalois' edities 2017 en 2019.

Prins Kris toonde zich - zowel tijdens zijn prinsenjaar als daarna - een waardig ambassadeur van Aalst tijdens manifestaties in binnen- en buitenland. Hij bezocht ook kinderen met terminale kanker in het ziekenhuis. Toen Kris te gast was in het VTM-programma Kriebels, noemde iedereen hem bij een bezoek aan Dendermonde 'mijnheer Kriebel'. Zijn prinsschap zou hem ook een aantal gastrolletjes opleveren in de VTM-soap Familie. In totaal spendeerde Kris een half miljoen frank aan zijn campagne- en prinsenjaar.

Achteraf zei Kris dat hij tevreden was met één prinsentitel en zich nooit nog eens zou kandidaat stellen. Hij betreurde de houding van een aantal carnavalisten tijdens zijn prinsenjaar, die Kris sinds zijn deelname in 1995 bleven viseren. 
Ook de informatiedoorstroom van de stad Aalst zat niet altijd goed. Zo moest Kris kinderen animeren tijdens de intrede van Sint-Maarten, maar de stad had 'vergeten' hem hiervan op de hoogte te brengen. Gelukkig was er Kamiel Sergant die deze info doorspeelde aan Kris.

Op zijn afscheidsbal liet hij het decor van tijdens de prinsenverkiezing opnieuw opbouwen en voorzag hij 'als extraatje' een pin voor de eerste 500 bezoekers. 
Zijn afscheidsliedje hield hij geheim voor de prinsenverkiezing van 1997, toen hij de prinsenscepter doorgaf aan Dirk Van De Velde. 

Kris werkte eerst bij een likeurstokerij, maar hij verkoos toch de 'stiel' als zelfstandige. 
In en rond Aalst werd hij bekend door met zijn 'Kaffeklasjmobiel' markten, opendeurdagen en feesten op te fleuren en te zorgen voor het serveren van koffie in zijn koffiebus. In oktober 2012 openden Kris en zijn vrouw Eva Schelfaut (dochter van 'de generool') een pop-upwinkel, de 'Marzipan'. Dat werd een winkel in de Esplanadestraat waar allerlei kleurrijke figuren in marsepein en chocolade, én natuurlijk ook koffie verkocht werden.  Bij de opening waren natuurlijk ook alle 'Lodderoeigen' uitgenodigd en het werd een heel aangename namiddag met koffie ... en ... iets straffers.

In 2012 had Kris ook politieke ambities en stond hij op de verkiezingslijst van de NVA. 
Hij stond op de 32ste plaats en behaalde 876 voorkeurstemmen, niet genoeg voor een plaatsje in de gemeenteraad.
Later zou hij hier toch in slagen, in 2013 als ad interim voor Wouter Van Der Veken die voor zijn studies 3 maanden naar de universiteit in Hamburg trok. Later besliste Wouter om volledig uit de politiek te stappen en Kris mocht op 31 maart 2015 zijn eed afleggen als nieuw gemeenteraadslid. 

Iets later, we schrijven 2016 opende het koppel een eigen koffiezaak aan het Colinetplein.
Deze kreeg de klinkende naam 'De Prins Drinkt Koffie'  ('DPDK') en groeide ondertussen uit tot een heel populaire zaak die graag bezocht wordt door zowel carnavalisten als niet-carnavalisten. 
De koffiebar won tijdens het eerste jaar trouwens al meteen de Pieter van Aelst-prijs, de prijs die gegeven wordt aan een zaak met een mooie, originele, kleurrijke Nederlandse of historische naam.
Maar ... De Prins krijgt niet enkel prijzen, neen, hij deelt er ook uit ... Zo bijvoorbeeld in 2019 toen ze een prijs uitreikten voor de origineelste hoed tijdens de vooroptocht van de Aalsterse Gilles. 

In 2018 ging het op politiek vlak bergop en behaalde hij vanop plaats 16 1262 stemmen, wat dit keer wel genoeg was om zijn plaats in de gemeenteraad meteen veilig te stellen. 

2020 betekende voor Kris zijn 30 jarig lidmaatschap bij 'De Lodderoeigen'; De groep liet door Bram De Baere een prachtige karikatuur maken, dewelke hem plechtig overhandigd werd door de groep.

Binnen de gemeenteraad pleitte hij dat jaar voor een nieuw carnavalsdecor en zorgde hij ervoor dat de stad werk maakte van een code voor pop-upbars. 
Toen in 2021 een nieuw - sterk besproken - circulatieplan goedgekeurd werd, zorgde hij er al snel voor dat dit deftig geëvalueerd werd, en dat dit dan ook passend werd bijgesteld waar nodig bleek. 
Kris pleitte in 2021 - midden in de coronacrisis - ook voor de toelating van winterterrassen, wat uiteindelijk gevolgd werd door de meerderheid en toegepast werd in de stad.

Prinsjen van Oilsjt : 1994 : Werner Kinoo

Op 22 januari van dit jaar namen Werner Kinoo, Klaus Gabrio, Chris Cleemput en Luc Van Pottelbergh het tegen mekaar op tijdens de verkiezing van Prins Carnaval in de Keizershallen. 
Werner (°10/10/1969) zou uiteindelijk de verkiezing winnen.

Dat het carnavalsbloed kruipt waar het niet gaan kan, bewijst natuurlijk het feit dat ook zijn vader, Paul Kinoo, al eens prins was geweest. Werner werd dus van jongsafaan al ondergedompeld, en zat dan ook al heel snel met een echte carnavalsmicrobe.

In 1984 besliste Popoll (carnavalist in hart en nieren en vader van Werner) om de nieuwe AKV De Popollekes in te schrijven als officiële carnavalsvereniging.  De groep was enkele jaren ervoor al opgericht, maar toen gingen ze door de straten als losse groep. 
Eerst liep Werner  verschillende jaren mee in de stoet met zijn vader, als losse groep.  Nadat vader (Popoll) prins geworden was, sloot hij zich aan bij de grote groep ‘De Schoimers’, een groep waar hij 12 jaar lid zou van blijven. 

Nadien werd ook hij een ‘Popolleken’ bij de groep die werd opgericht rond zijn vader.  Dat hij van alle markten thuis was bewijst zijn podiumervaring die hij opdeed tijdens de jaarbeurzen in de Keizershallen, en de vroegere ‘Oilsjtersen Auved’.  Ook hielp hij mee aan verschillende shows, bals, campagnebals, afscheidsbals van onder anderen Michelleken, Mil, Pascal den bieenaver, …

Werner had dus reeds op jonge leeftijd podiumervaring opgedaan. 
Op 12-jarige leeftijd assisteerde hij zijn vader al bij de optredens van de Star Sisters en daarna was hij ook nog te zien als ondersteuning bij De Prinsencaemere en De Prinsengarde. 
Tijdens de Prinsenverkiezing van 1991 stond Werner als danser op het podium bij Michel Heck (Michelleken). 
Al lachend zei Werner toen dat de medewerkers aan de show op een dag voor hem zouden moeten werken, waardoor een eerste keer gezegd werd dat ook hij op een dag kandidaat Prins Carnaval zou zijn.

Werner hield woord en stelde zich kandidaat als Prins Carnaval 1994. 

Hij en zijn medekandidaten Chris Cleemput, Luc Van Pottelbergh (Bazaar) en Klaus Gabrio werden als vanouds voorgesteld aan het publiek tijdens driekoningen. Werner toonde er zich als meest beweeglijke danser en samen met Klaus werd hij meteen als favoriet getipt.

Hij organiseerde een campagnebal in de Sint-Annazaal en kreeg hulp vanuit de Prinsengarde en zijn groep De Schoimers. Zijn promotieaffiche toonde Werner als kapper. 

Zijn verkiezingsshow zou een aaneenschakeling van liedjes worden, met een sterke apotheose. Voorheen was het de gewoonte om sketches af te wisselen met liedjes, maar Werner koos enkel voor liedjes. Alhoewel hij in het begin wel kritiek kreeg over zijn keuze, werd hij wel een trendsetter en zouden vele prinsen na hem volgens hetzelfde stramien hun shows opmaken.

De verkiezing in de Keizershallen ging dit jaar niet van start me een vaste opdracht, zoals gewoonlijk. De kandidaten moesten zichzelf voorstellen aan het publiek, waarbij ze de tekst van een autocue moesten aflezen. 
In sommige zinnen waren echter woorden weggelaten, waardoor de kandidaten dit zelf moesten aanvullen en improvisatie dus een heel belangrijk criterium werd om zich door de teksten te worstelen. 

Als tweede opdracht moesten de kandidaten enkele slogans formuleren en alle vier trokken ze ook hier heel goed hun plan. 
Ook bij de optredens lag het niveau bij de kandidaten hoog. 
De verschillende supportersclans riepen de ziel uit hun lijf, en bij momenten verdwenen muziek en tekst op het podium bijna volledig naar de achtergrond. 
Het waren drie sterke kandidaten die Werner voorafgingen, maar de zaal zou toch het meest reageren bij de laatste die op het podium kwam. 

Werner mocht dus als hekkensluiter zijn show brengen en werd hierbij geassisteerd door reuzenkinderen Floreken en Florisken van De Stopnoillekes. 

Verder ging het de nostalgische toer op, waarbij volksfiguren als Ajuinboer Albert, Dolfken den trommeleir, Vosse Kilo, Poesjkapelle, Louis Paul Boon en Marcel De Bisschop niet vergeten werden.
Werner eindigde zijn show met een stomende ode aan de Voil Jeanet. 

De zaal ging volledig uit haar dak toen een replica van stadsreuzin Ons Paula achter Werner op het podium verscheen. Zijn ‘Voil Janet’ zou legendarisch worden in de muzikale geschiedenis van onze stad. 
Werner bracht een show waarbij de nadruk vooral lag op nostalgie en muziek, iets wat zeer gesmaakt werd door het massaal opgekomen publiek. 

Hoewel de andere kandidaten dus helemaal niet slecht waren, kon Werner met zijn show zowel de jury als het publiek begeesteren en met 1 368 punten werd hij Prins Carnaval 1994 voor Klaus (1 154 punten), Bazaar (519 punten) en Chris (431 punten)

Als nieuwe Prins Carnaval kreeg hij meteen de eer om de symbolisch eerste steen leggen van het aangekondigde carnavalswerkhallencomplex aan de Hoge Vesten, kortweg ‘’d’hallen’. 
Samen met dit heuglijke evenement werd ook de vastenavondpop en de nieuwe Trofee Fons Singelijn voorgesteld aan het publiek. 
De pop werd naar de Keizershallen gebracht waar op dat ogenblik het Carnavalsdefilé doorging. Het decor dat door Werner werd gebruikt tijdens zijn verkiezingsshow, werd meteen ook herbruikt als decor voor het defilé. Ook de replica van Ons Paula was trouwens aanwezig.

Op de Carnavalsraadzitting dankte Werner de jeugd, die ervoor gezorgd had dat de Voil Jeanetten opnieuw 'proper' werden en er gesproken kon worden van een carnaval zonder geweld. 
Hij hoopte verder dat de typische Aalsterse humor door de oudere generatie zeker zou doorgegeven worden aan de jongeren, zodat deze voor altijd verder zou kunnen blijven bestaan. 

Daarnaast had hij ook een cadeau voor het stadsbestuur bij: een baksteen met een rode strik. Dit symbolische cadeau moest ervoor zorgen dat het stadsbestuur eindelijk eens werk zou beginnen maken  van een echt carnavalsmuseum. 
Werner ontving dat jaar geen echte stadssleutel uit handen van de burgemeester, maar een magneetkaart van Mister Minit. De Engelse gebruikshandleiding werd door Marc Galle vertaald in het Nederlands en door Kamiel Sergant in het Oilsjters, zodat er geen twijfels konden bestaan over het gebruik ervan.

Door de Dekenij Koolstraat werd Werner gehuldigd met een spandoek dat omhoog gehangen werd in de Koolstraat, waar zijn kapperszaak gevestigd is. Het doek verdween echter al heel snel, vermoedelijk door toedoen van supporters van een verliezende kandidaat, maar er volgde ook nog een officiële huldiging door de Dekenij, waar trouwens ook zijn vader Popoll deel van uitmaakte.

In 1992 werd de Prinsengarde gereorganiseerd en werden enkele actieve medewerkers, waaronder Werner, opgenomen als volwaardige lid van De Prinsengarde.
Michel Cleemput van De Prinsencaemer had op Prinsendag 1994 nog zijn hoop uitgesproken dat Werner bij hen zou aansluiten, maar de keuze van Werner was toen al gemaakt. De Prinsengarde had hem immers goed geholpen bij zijn campagne en verkiezingsshow, en ook de strubbelingen die zijn vader toen kende, waren de hoofdredenen om naar de garde te gaan.

Werner werkte met heel veel enthousiasme met de Prinsengarde mee aan de carréshows en verschillende liedjes van Werner verschenen op de cd's van de Prinsengarde

Werner was een grote voorstander van een carnavalsmuseum maar ook een carnavalmonument stond op zijn verlanglijstje. 
Tijdens zijn Prinsenjaar werd op zijn initiatief dan ook de vzw OCM (Oilsjters Carnaval Monument) opgericht. Deze vzw zamelde geld in voor de bouw van een monument, door het organiseren van verschillende evenementen en het verzamelen van giften van verschillende groepen en carnavalisten.

Het OCM schreef ook een wedstrijd uit voor ontwerpers, waarbij de winnaar het carnavalsmonument zou mogen uitwerken. Er werden maar liefst 18 ontwerpen ingediend, waarbij er zes meteen uitgesloten werden. De negenkoppige jury mocht uiteindelijk het winnende ontwerp kiezen, wat niet van een leien dakje liep. De keuze was moeilijk en de voorkeuren en meningen waren verspreid onder de juryleden. Uiteindelijk waren er maar liefst vier stemronden nodig om uiteindelijk de winnaar te kunnen aanduiden.

Het beeld werd op 14 september 1997 ingehuldigd op de hoek van de Nieuwstraat en de Hopmarkt. 
Doordat hun doel bereikt was, ging de vzw OCM in 1998 in vereffening De vzw doneerde het monument aan de stad Aalst.

Het bronzen beeld van de Aalsterse kunstenaar Hendrik Muylaert dat nu al sinds 1997 symbool voor carnaval vierend Aalst staat, stelt een naakte, geslachtsloze voil janet voor die in wankel evenwicht een schoen tracht uit te trekken.

Om te voorkomen dat het monument op zijn oorspronkelijke plaats (hoek Hopmarkt, Nieuwstraat) beschadigd zou worden tijdens de werken aan de Hopmarkt werd het uit voorzorg voorlopig in de inkom van het stedelijk museum bewaard. Het is tenslotte geen groot beeld en daardoor al meer kwetsbaar. 
Eens de werken op de Hopmarkt voltooid waren, keerde het carnavalsmonument terug naar zijn originele standplaats, waar het nu te bewonderen valt door iedereen die het maar wil zien.

Werner zou zich in 2004 en 2020 opnieuw kandidaat stellen voor de prinsentitel. 
Wat de uitkomst daarvan was, lezen jullie in de artikels die die jaren behandelen. 


--- spoiler ---

Als we van een carnavalsklassieker kunnen spreken, dan hoort daar zeker ‘de voil jannet’ van Werner bij. 
Nadat hij het lied al met veel succes in ‘zijn’ 1994 uitbracht, verraste hij iedereen door het in 2004, bij zijn tweede deelname, opnieuw te gebruiken. Toen de bekende noten in de Florahallen weerklonken, was het hek toen helemaal van de dam, en besefte iedereen op dat ogenblik eigenlijk al dat een tweede prinsentermijn voor Werner in de maak was. 

Gezien het enorme succes, toch even de volledige tekst van deze geweldige carnavalskraker : 
Op de stroot, cafei, in ’t iejn of ’t ander kot, 
verwatj z’a zot
Wa deir de kaa gelotj
Doist’dag rebel, 
c’est sjikke mademoiselle, 

Versleiten korsei, 
op d’n oed nen blommekei, 
Gedetailjeird, eer naugelen gelakt, 
Iederiejn es bloi, en lacht, lacht, 
... VOIL JANET

Voil janet, oh, voil janet, mé a vesozj’, a koesj, zedde goi weir op gank, 
Voil janet, oh, voil janet, goi brengt ons ambiaans, van de boeveste plank. 
Van de boeveste plank, voil janet, doveir es’t da’k a dank 
Voil janet  

In’t lank en in’t briet, 
vojazjeird ze mor oon in eer aad kliejd, 
En hoe dat’t na floreirt, 
’t es om droi ieren dat da door na gebeirt
't Zoint de mert zé gat, in ’t alven van ons stad, 
Door danst, door viert en mokt plezier, ’t es ier sjik
De voil janet eer’n dag, es uniek 
... VOIL JANET

Voil janet, oh, voil janet, mé a vesozj’, a koesj, zedde goi weir op gank, 
Voil janet, oh, voil janet, goi brengt ons ambiaans, van de boeveste plank. 
Van de boeveste plank, voil janet, doveir es’t da’k a dank 
Voil janet  

En wa dagg’goi d’n ajoin na bringt, elk joor weir, 
insj foert te zeggen on diejne sleir
En zonder riezje, noch mizeire, of klakiejl, 
aal tegoor te trekken oon’t zelde zjiel

Voil janet, oh, voil janet, mé a vesozj’, a koesj, zedde goi weir op gank, 
Voil janet, oh, voil janet, goi brengt ons ambiaans, van de boeveste plank. 
Van de boeveste plank, voil janet, doveir es’t da’k a dank 
Voil janeeeeeeeeeeeeeeeet  

Prinsjen van Oilsjt : 1993 : Peter Vereecken

De verkiezing van dit jaar vond plaats op zaterdagavond 30 januari, in de Keizershallen.

In oktober 1992 werd de verkiezingscampagne opgestart van de – dit jaar twee – opkomende kandidaten, Peter en Bazaar.  Peter kende men uit restaurant ‘Den Heerd’ uit de Ridderstraat, en Bazaar was gekend uit de gelijknamige handelszaak in Erembodegem.

We beginnen met Peter ‘Van Den Heerd’.

Reeds als jonge snuiter van elf, twaalf jaar, droomde hij ervan om ooit eens prins carnaval te worden. Niet alleen omwille van het mooie glitterkostuum en de pluimenhoed die hij dan zou mogen dragen, maar hij vond het toen al de grootste eer die een Aalstenaar kan toekomen om zijn stad te mogen vertegenwoordigen tijdens de carnavalsdriedaagse en tijdens het daaropvolgende prinsenjaar.

Vroeger stapte hij als individueel mee in de stoet, in 1985 nam hij voor de eerste maal deel in groep. De Loeektientjes, waar hij toen deel van uitmaakte, waren in 1993 ook reeds verdwenen van het carnavalstoneel.
In het zicht van de komende verkiezingen probeerde hij om op alle mogelijke en onmogelijke evenementen van Aalsterse carnavalsgroepen aanwezig te zijn.

Dit samen combineren met zijn drukke leven als restauranthouder, viel hem uiteraard heel zwaar. Ook voor hem was het weekend natuurlijk de zwaarste periode. Zaterdagavond dus vlug even binnenwippen of op zondag, voor het restaurant openging, nog gauw naar een etentje ‘vliegen’ waren de enige mogelijkheden.

In de late namiddag op zondag kon het ook nog even, maar dan was het weer haasten om op tijd zijn zaak geopend te krijgen.
Hoewel de drang naar het carnavalsleven heel groot was, bleef hij toch (logischerwijs) zijn prioriteit in zijn restaurant leggen. Dat was tenslotte zijn broodwinning.
Peter verklaarde ook in de beste verstandhoudingen te werken met zijn tegenkandidaat, Bazaar.

Ook hij wil het spel in alle eerlijkheid spelen, en hij houdt dan ook natuurlijk niet van het ‘achter de rug’-gedoe.
Volgens de beide kandidaten is het carnavals milieu als één grote familie, of het nu op het podium, tijdens een eetfestijn, in de werkhallen of tijdens een campagne is …

Beide kandidaten vonden trouwens dat de eisen die de stad stelt, nogal aan de hoge kant liggen.

Van de vijf ingediende kandidaturen, bleven er slechts 2 over, na een ‘afschrikcampagne’ van de stad.
Geld vindt Peter niet het belangrijkste, wel de sfeer in de groep.
Peter beseft dat hij een vrouwtje heeft uit de duizend, die al drie jaar heel veel van hem moet verdragen.

Bazaar dan. Die heeft al enkele jaren zijn vaste stek gevonden in Erembodegem.

Hij baatte er verder de handelszaak uit van zijn ouders. Vader Van Pottelbergh was een rasechte Aalstenaar van de Beekveldstraat, en moeder kwam uit de Koolstraat.

Kozijn Louis (die wel oorspronkelijk van Erembodegem afkomstig was), bracht het in 1960 zelfs tot prins (Sir Orlandy), en was hiermee toen de eerste Aalsterse prins die door het grote publiek werd verkozen.  Het zit bij Bazaar dus misschien toch ergens in de familie.

Toch was het vooral zijn vriend Loeken Tatjen (prins '85 : Freddy Neirinckx) die hem overhaalde om ook eens een gooi te doen naar het prinsschap.

Enkele jaren eerder wou Bazaar zelf als starten met een eigen carnavalsgroep, maar materiele moeilijkheden deden hem hierover anders beslissen. Hij sloot aan bij de Destereers, maar ook bij De Lodderoeigen had hij veel sympathisanten.

Reeds 3 jaar heeft de idee voor kandidaatstelling ‘gebroeid’, en uiteindelijk kwam het er dan toch van.

Bazaars echtgenote geloofde er in eerste instantie niet in, maar draaide bij, en was uiteindelijk even enthousiast als haar ‘halven trouwboek’.

Dat ze goed overeenkwamen bleek uit het feit dat ze ook agenda’s uitwisselden. Zo wisten ze van mekaar perfect wie waar was, en waar ze mekaar tegen het lijf konden lopen. 

Een supporter van Peter beschuldigde Bazaar ooit dat er affiches van Peter zouden overplakt zijn. Dat kon echter niet, want geen van beide kandidaten had zelfs nog maar één affiche laten drukken. 

Beiden waren ze het er ook over eens dat er in Aalst niet veel goede tekstschrijvers zijn, we hebben natuurlijk Loeken Tatjen en Antoine met de Prinsencaemere, en ze lieten de teksten en liedjes voor hun shows dan ook bij dezelfde mensen maken.

Toch waren ze er vrij zeker van dat er genoeg diversiteit zou zitten in de shows, en dat deze niet op mekaar zouden lijken.  Zo professioneel zijn de makers ervan wel, daarover waren ze het eens.

Peter haalde het in de strijd tegen zijn ‘makker’ Bazaar, en hij kreeg meteen een unicum voorgeschoteld.

De oude scepter, ook van de hand van Luc Peirlinck, was aan vervanging toe. Hij werd in 1993 voor de eerste keer gedragen door de nieuwe prins. Hij overhandigede op zijn beurt de scepter in 1994 aan Prins Werner die het statussymbool ondertussen zelfs al twee keer heeft mogen dragen. Werner heeft deze scepter trouwens de laatste keer gedragen, want er werd opnieuw een nieuw exemplaar aangemaakt voor prins Joe in 2015.

De scepter, die Peter dus voor het eerst werd gedragen, werd ondertussen dus ook al vervangen  en werd geschonken aan het Stedelijk Museum ’t Gasthuys op de Oude Vismarkt. Hij kreeg een plekje in het carnavalsmuseum op de eerste verdieping waar hij nog lang kan bewonderd worden, doordrenkt van 22 jaar carnavalsgeschiedenis en sappige anekdotes die voor altijd veilig bij hem zullen zijn

Peter was dus prins in 1993, maar de laatste jaren (sedert 2003) kennen we hem ook als de commentaarstem bij Aalst carnaval. Hij geeft uitleg bij wat de groepen uitbeelden wanneer ze de Grote Markt passeren. Zijn commentaar is te horen via de livestream op de website van de stad en door de mensen in de tribune op de Grote Markt. In 2015 had hij nog assistentie van andere ex-prinsen Jurgen Cooman en Dirk Van De Velde, maar in 2016 deed hij het weer alleen.

Voorbereiding is alles, vindt Peter. 's Ochtends gaat hij werken in restaurant Den Boterhoek en dan trekt hij naar de Grote Markt. "Het is een ritueel geworden dat ik thuis eerst een biefstuk van 700 gram met pepersaus naar binnen speel. En naar de Grote Markt neem ik de Vereecken-balletjes mee: gehakt met mijn eigen kruidenmix", zegt Peter. "Ik heb fiches mee van alle carnavalsgroepen. Doorheen het jaar verzamel ik krantenknipsels en hou ik bij wat er verschijnt. Ik probeer er iets persoonlijks van te maken", zegt hij.

Peter zal in 2016 geen commentaar meer leveren vanuit het stadhuis, maar zal rondlopen in de Kerkstraat en Grote Markt. "Dat lijkt lang, zes uur rondlopen, maar door de adrenaline voel je dat niet. Als er een pitstop moet gebeuren, dan vraag ik aan iemand van het Feestcomité om eventjes over te nemen. Al drink ik weinig bier tijdens de stoet, de commentaar moet deftig blijven", zegt hij aan de mensen van Het Laatste Nieuws. .