Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label prinsen - algemeen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label prinsen - algemeen. Alle posts tonen

woensdag 5 februari 2020

Sleppendraugers

De prinsen kennen we ondertussen, maar wie zijn nu de heren en dames die we steeds tegenkomen in hun gezelschap ?

Wel, dat zijn de slippendragers, ofte ‘sleppendraugers’.

Het woord ‘slippendrager’ wordt reeds teruggevonden in de poezie van H.J.Schimmel in 1856.
'Vervolgens gedroegen vrijwel alle katholieke kamerleden zich de eerst jaren bepaaldelijk als Thorbecke's trouwe slippendragers' ... in de zin van iemand die op slaafse wijze aan iemands diensten of eer bewijst en onderdanig is. Iemand die op een slaafse manier luistert naar of doet wat iemand anders zegt.

Eigenlijk is de oorspronkelijke benaming te vinden in iemand die tijdens een begrafenis één der slippen van het lijkkleed of de vlag droeg. Bij een militaire begrafenis worden de slippendragers ingezet als escorte van de kist op de tocht naar de laatste rustplaats..

Het is eigenlijk iemand die vanalles – buiten zijn/haar eigenlijke takenpakket – doet tegenover zijn werkgever om alzo een handje voor te hebben. Hij (of zij) loopt letterlijk steeds achter de baas, zoals iemand die vroeger een sleep (heel lang koningskleed) droeg .

Ook wordt het woord ‘slippendrager’ gebruikt voor iemand die een smoking draagt, bijvoorbeeld ook de butlers die ten dienste staan van hun bazen.

In carnavalsmiddens is de sleppendrauger dus eigenlijk de persoon die ervoor zorgt dat de prins kan stralen, zonder zich al te veel zorgen te moeten maken over technische en andere formaliteiten. Zij dienen er over te waken dat de prins zich goed door zijn regeerperiode kan worstelen, zonder kopzorgen.

Uiteindelijk is de functie dus zeker niet zo ‘negatief’ meer als vroeger, want vraag het maar eens aan de ‘sleppendraugers’ van tegenwoordig : ze doen het graag zenne ...
In het jaar dat Raf prinsj was verkoos hij trouwens de naam 'adjudanten' ...

In 2020 worden de sleppendraugers ook eens op een 'piedestalleken' gezet. Dit gebeurt door 'De Zoipers' die met het onderwerp 'weir zen sleppendraugers van de joor' deze mensen ook eens willen eren. Hun kostuum bestaat uit een combinatie van de verschillende kostuums die we de laatste jaren al zagen voorbijkomen van de sleppendraugers. Het worden oogverblindende kostuums ...
Op de wagen zullen 3 prinsen te zien zijn ... 'prinsj Raf', 'prinsj Bart' en 'prinsj Yvan' ...
Hun thema verklaart eigenlijk het hele takenpakket van de sleppendrauers : 'As sleppendraugers stoon weir 't giel joor deer oon de zoi van onze kandidoot prinsj : van 't moment da de campagneliekes werren geschreiven tot 't oitsmoiten van de karamell'n binsjt de stoet, azoei volgen weir de prinsj op zoin parkoer' ...

Nog even bijvermelden dat de sleppendraugers van de prins meestal in 'asorti' kostuum lopen en dus onlosmakelijk verbonden zijn met de prins ...
Hier een fotootje van enkele sleppendraugers van prins 2019 'Meyst'




Bronnen :

Wikipedia
aalstcarnaval.be
dbnl.org/tekst/rogi002invr01_01/rogi002invr01_01.pdfencyclo.nl/begrip/slippendrager

Alaaf

Eigenlijk is het volgende niet echt toepasselijk voor onze stad, maar gezien Aalst toch bij carnavalssteden bij uitstek gerekend wordt, kunnen we niet achterblijven met deze bekende kreet even te ontleden.

De oudste schriftelijke vermelding van het woord ‘Alaaf’ is te vinden in een petitie van Vorst Metternich aan de Keulse Keurvorst in het jaar 1635. Oorspronkelijk is het een uitroep bij het uitbrengen van een dronk.

Sinds het begin van het moderne Carnaval in 1823 wordt "Kölle Alaaf" in Köln gebruikt als begroeting tussen Carnavalsvierders.

Ook in België maakt men in sommige steden gebruik van de term, maar dat is bijvoorbeeld in ‘ons Oilsjt’ helemaal niet het geval.

Over de eigenlijke herkomst van het woord Alaaf bestaan verschillende versies.

Sommigen zeggen dat Alaaf een verbastering is van het woord elf.
Elf is ook gekend als het "gekkengetal", denk maar aan de "Raad van Elf".

Een andere versie vermeldt dat Alaaf afkomstig zou zijn uit het oud-Keulse dialect; "all af", hetgeen zou betekenen "alles weg"; Dit is gegrond op de oorsprong van de carnaval, namelijk dat voor de vastentijd al het goed spijs en drank op moest.

"Kölle Alaaf" ("Keulen Alaaf") zou verder ook kunnen betekenen "(behalve) Keulen, alles weg" of "Keulen voor alles".

Bij het uitroepen van deze kreet hoort trouwens het typische handgebaar dat erin bestaat om de vingertoppen van de rechterhand naar de linkerslaap te brengen. 

Het gebruik van het woord Alaaf komt voor in veel carnavalstradities, maar kan echter niet overal gebruikt worden door carnavalsvierders. 

Op de rechter Rijnoever groeten carnavallisten elkaar bijvoorbeeld met Helau. Helau is trouwens ook de meest verspreide groet in Duitsland. Het zou een verbastering en afkorting zijn van ‘halleluja’ of van het Germaanse hel auf (weg met de hel).

Naast Helau en Alaaf is ook ‘ahoi’, de begroeting van scheepslieden, populair. De vierders identificeren zich wellicht met de opvarenden van het narrenschip of de blauwe schuit. Met name in Noord Duitsland gebruiken feestvierders deze groet.

De carnavalsetiquette schrijft voor dat men zeker altijd de juiste groet moet gebruiken op de juiste plaats. Het is onethisch om bijvoorbeeld in alaaf-gebieden, met helau te groeten.
Of ‘alaaf’ of ‘helau’ te beginnen roepen, waar dat helemaal niet gebruikelijk is.

Vandaar ook dat een Oilsjteneer je heel raar zal bekijken als je toch de kreet ‘alaaf’ zou gebruiken.
Een échte Oilsjteneer zal pas echt meewerkend reageren als je gewoon ‘Sante men bieken’ of ‘weir doeng voesj’ gebruikt.

De Aalstenaars waren in 2016 trouwens heel misnoegd toen de serie 'Den elfde van den elfde', een tv reeks over carnaval, verscheen op de Vlaamse schermen, en bleek dat Aalst er zelfs niet in voorkwam;

'Te veel alaaf, geen Oilsjt Ajoin' ... de basis van ons carnaval en in de rest van het land is eigenlijk hetzelfde ... maar de uitwerking is toch anders ..
Burgemeester D'Haese verklaarde dat Aalst carnaval dan ook niets te maken heeft met Alaaf.
Ook andere carnavalsauthoriteiten lieten zich ietwat misnoegd uit over de serie ... 'weinig diepgang', 'duidelijk gemaakt met de ogen van een buitenstaander', ... kortom ... 'geen link met carnaval Aalst' ...


Na het uitbrengen van de film 'Viva Boma' van FC de Kampioenen, een film die zich voor een groot gedeelte afspeelde tijdens de carnavalsdagen van Aalst in 2019, maakte de krant 'De Standaard' trouwens een grote fout hiertegen bij hun recensie van de film. We konden namelijk het volgende lezen : 'In hun vierde film komen de Kampioenen, na omzwervingen door Frankrijk, Thailand en Zuid Afrika, weer thuis in Vlaanderen van voetbalkantines, louche garagisten en worstenfabrieken. En van Aalst Carnaval,alaaf nog aan toe. Dolle pret, maar ook stof tot nadenken' ...
Nadenken inderdaad, ... en afleren om 'alaaf' te vermelden in dezelfde zin als 'Aalst carnaval' ...

En hier een moeilijk momentjen als Aalstenaar … maar toch efkes laten horen hoe dit nu eigenlijk klinkt : 


Bronnen:

Wikipedia
cinenews.be/nl/films/fc-de-kampioenen-4-viva-boma/
HLN 5/1/2016
jl-design.be
wesepe.nl
'Zo was het vroeger' - Nederlands centrum voor Volkscultuur (Ineke Strouken)
'Alaaf' via YouTube AKMuziekProdukties

De scepter van prins carnaval ... meer dan een stukje hout

Een scepter is een staf, meestal voorzien van een dikker uiteinde aan de bovenkant, die geldt als machtsymbool van een godheid, koning of keizer en daarom tot de regalia behoort.

Van oorsprong werd de scepter aanzien als een knots, en was het dus eigenlijk een slagwapen, teken van macht. De knop aan de bovenkant toonde het symbool van een globe, maar dit veranderde geleidelijk aan in de geschiedenis. Er zijn zelfs historische voorbeelden bekend waarbij de knop aan de bovenkant bestond uit een mensenschedel. Tegenwoordig zitten op deze plaats een of meerdere juwelen of een figuur (bijvoorbeeld een adelaar, een fleur-de-lys of een rijksappel). 

In de Aalsterse scepter is het wapenschild van de stad terug te vinden.


Wanneer van iemand wordt gezegd dat hij "er de scepter zwaait", wil dat zeggen dat hij daar de baas is. Toepasselijk dus voor ‘onze prins’ die uiteindelijk ‘baas’ mag spelen over de stad tijdens de carnavalsweek.

Toen kersvers prins Yvan in januari 2020 de scepter in de lucht stak, was de euforie in de zaal opnieuw heel groot. 'Opnieuw', inderdaad, want 'het stukje hout' heeft al een hele Aalsterse geschiedenis achter zich. Hier een foto van de overhandiging van de scepter door uittredend Prinsj Bart aan kersvers Prinsj Yvan.

De geschiedenis van de scepter is eigenlijk al zo oud als de geschiedenis van de prins van Aalst. 
Toen de eerste prins in Aalst, Kakelaki, werd aangesteld, mocht hij trouwens ook al met een scepter (dé scepter) zwaaien. Dit eerste exemplaar was een ontwerp van Fritz Kieckens, leraar aan de Aalsterse Akademie voor schone kunsten en Herdersemaar Jan Steenhout.

Het is de bedoeling dat de scepter overgedragen wordt van prins op prins, maar na drie prinsentitels mocht de toenmalige 'keizer' Fransky zijn scepter definitief houden.

Fritz moest hierdoor natuurlijk een nieuw exemplaar ontwerpen voor de nieuwe prins van 1957. Hij paste het ontwerp een beetje aan, om toch wat onderscheid te maken tussen die van de keizer en die van de nieuwe prins. Het is op dat exemplaar dat het wapenschild van Aalst, hopranken en maskers werden toegevoegd, en het is naar dit model dat trouwens de huidige scepter nog steeds wordt gebaseerd.

Luc Peirlinck, zelf prins in 1969, maakte 'zijn' prinsenscepter in zijn atelier thuis. Luc was schrijnwerker van beroep en maakte van zijn prinsenscepter een kopie die hij zou koesteren als hij het origineel zou overdragen aan zijn opvolger. 
Alles over de prinsenverkiezing van 1969 is HIER terug te vinden. 

Rond die scepter hangt er tot op de dag van vandaag trouwens nog steeds een waas van mysterie. "Het jaar nadat ik Prins was geweest, is die scepter verloren geraakt. Prins Jean-Paul De Boitselier had hem ergens neergelegd in café 't Muisken en toen hij hem terug wou gaan halen, was die weg, foetsie. Iemand moet die gepakt hebben en misschien ligt de scepter van toen nog wel ergens, maar waar die scepter verzeild is geraakt of wie hem in zijn of haar bezit heeft, weet nog altijd niemand", vertelt Luc aan ‘Het Laatste Nieuws’.

Gezien er een kopie was gemaakt, was het natuurlijk om een duidelijk signalement van de verdwenen scepter op te maken. Na veel onderzoek echter moest men onverrichter zake toegeven dat men de scepter als 'verloren' diende te beschouwen. 
Men moest dus op zoek naar een nieuw exemplaar. Na de diefstal werkten de prinsen carnaval zo'n tien jaar met scepters van polyester, tot in 1980 Luc Peirlinck opnieuw een houten versie mocht maken.

Ter gelegenheid van de 50ste stoet wou de stad Aalst een scepter schenken aan koning Boudewijn, die tijdens de stoet in onze stad zou aanwezig zijn. Hoewel men de scepter van Luc wou overkopen, weigerde hij dit en de stad gaf daarom Enrico Leclair de opdracht om er eentje te maken voor onze koning. Enrico mocht deze tijdens de stoet overhandigen aan de vorst.
Enrico was prins van Aalst in 1979 en aan het eind van dat jaar werd hij ook als Prins van Oost-Vlaanderen verkozen.  Ook hiervoor kreeg hij een scepter natuurlijk. Tijdens de kiezing van 1980 werd deze laatste gestolen, en Enrico weigerde daarop om de officiele prinsenscepter van Aalst door de geven aan zijn opvolger, Polle Keipernaugel.

Omdat Polle dus dreigde een prins zonder scepter te worden werd opnieuw opdracht gegeven aan Luc Peirlinck om een nieuw exemplaar te maken naar model van de in zijn bezit zijnde copie van het origineel. 
Enrico had ondertussen toch zijn scepter overhandigd aan Polle, maar deze mocht dat exemplaar dan toch opnieuw inruilen voor de nieuwe - authentieke - scepter van Luc.

Die ‘nieuwe’ scepter ging mee tot in 1993 en was toen aan vervanging toe.  Toen maakte Luc dus voor de tweede keer een nieuwe scepter voor de Prins carnaval. Dit exemplaar werd voor de eerste keer gedragen door de toenmalige prins Peter Vereecken, en hij gaf deze in 1994 door aan prins Werner.

2015 werd het jaar dat Luc voor de derde keer eentje maakt.

"Na 22 jaar was de scepter aan vervanging toe", verklaarde schepen Ilse Uyttersprot (CD&V).
"De ene Prins draagt er beter zorg voor dan de andere, maar door de jaren heen was de scepter hier en daar beschadigd".

"Ze hebben me gevraagd of ik de scepter kon herstellen, maar voor dat geld kan je evengoed een nieuwe maken. En dat heb ik dan ook mogen doen van de stad", aldus Luc Peirlinck. De stad telde 500 euro neer voor de scepter. "De symbolische waarde is echter veel hoger. Prinsen stellen meestal iemand aan in hun campagneteam die de scepter moet bewaren", zei Uyttersprot.


De scepter van de prins is gemaakt uit lindenhout.
Luc haalt bij een lokale zagerij een blok hout dat eigenlijk groot genoeg is voor vier à vijf scepters. Dat zaagt hij thuis in stukken en dan begint hij eraan. Van het vierkant stuk hout moet er iets ronds gemaakt worden, een heus precisiewerkje. Dan zet hij eerst hij het schild erop, waarna de 'vezozjes' (maskers) volgen.

Later voegt hij er dan de hopbellen - waarmee bier gebrouwen wordt - aan toe. Als laatste zet hij de grote ajuin erop. Door het feit dat het hout 'leeft' is het onmogelijk om twee identiek dezelfde exemplaren te maken. Ergens zitten er wel kleine verschilletjes in, maar dat is natuurlijk de 'charme' van de stiel ... en in een 'sjarmante' stad als Oilsjt is dat dus zeker aanvaardbaar.

Na dit beeldhouwwerk, gaat de scepter dan naar Hugo Peeters uit Meldert, die al 45 jaar de scepters beschildert.

Inderdaad, scepterS, want er worden ook replica's gemaakt van het origineel. De meeste prinsen houden er namelijk van om op het einde van hun jaar, nadat ze de scepter hebben moeten doorgeven, een replica mee te nemen naar huis, als aandenken.

De nieuwe scepter werd dus doorgegeven door aftredend prins Werner, en dit aan Joeri Mens. En als de nieuwe Prins en zijn opvolgers goed zorg dragen voor de scepter, dan kan die misschien ook nog eens 20 jaar mee.

"Als ik dan nog gezond ben, mogen ze mij vragen om een nieuwe scepter te maken", verklaart Luc aan wie het horen wil.

Ondertussen staan er al meer dan 70 scepters ‘op zijn palmares’. Naast die van Aalst, heeft hij er namelijk ook al gemaakt voor onder andere Denderleeuw, Ninove, Lede en onze ‘buren’ van den Arend.
Om te herkennen welke scepter van zijn hand is, maakt hij er steeds een inkerving in. Zo zal je in de nieuwe scepter van dat jaar ergens 'PLuc14.'... terug kunnen vinden : Peirlinck Luc (of Prinsj Luc) en het jaartal.

Hierbij een filmpje van DRA TV (Digitale Radio Aalst TV) met een interview zodat jullie kunnen zien hoe het maken van de scepter nu eigenlijk in zijn werk gaat.


Door de jaren heen is het handvat wel veranderd : Het originele handvat zat onderaan, maar tegenwoordig zwaaien de prinsen graag met een scepter en dan zit het gewicht verkeerd. Dat werd dus aangepast, en het handvat zit nu in het midden van de scepter

Eind 2017 kwam dan het nieuws dat dé sceptermaker van Aalst met pensioen zou gaan. Na 40 jaar stopt de 83-jarige Luc met het draaien van carnavalsscepters.

Toen Luc aankondigde dat hij ermee zou stoppen, ging er bij houtbewerkend Aalst een belletje rinkelen. Tejo Soete, zelf meubelmaker, heeft meteen naar Luc gebeld om te vragen of hij hem de kneepjes van het vak zou willen leren. Scepters maken was een droom die hij al lang koesterde, maar niet kon verwezenlijken omdat hij een draaibank noch mallen had. Luc zorgde voor een model en gaf hem zelfs de originele mallen mee. Net als hij gebruikt hij lindehout, wat zeldzaam is. Voorlopig echter kan hij nog verder met een boom die iemand nog in zijn tuin had staan.

Omdat het zo arbeidsintensief is (gemakkelijk 35 uur), haken veel kandidaten af bij het horen van het prijskaartje (450 euro, nvdr.). Dat is hetzelfde als wat Luc vroeg. Daarom is Tejo nu ook een kleiner, carnavalesk souvenir aan het uitwerken dat lijkt op de scepter.

Ook Ronny Eemans, kandidaat-prins in 2017, maakt scepters. Al lang, maar sinds kort pas echte gesculpteerde, naar het voorbeeld van Luc. Zo had hij een scepter voor Raf gemaakt, als toonbeeld van zijn respect en sportiviteit.
“Tejo en ik wisten niet van elkaar dat we er elk één voor hem hadden gemaakt. We hebben daar goed over gesproken en het is zeker niet de bedoeling om in elkaars vaarwater te zitten. Bij hem is het zijn hoofdberoep, bij mij vooral een hobby”, zegt Eemans in Het Nieuwsblad.

En dan is er nog een derde, want ook Roger Roelandt, die ondertussen tachtig wordt, staat bekend als houtsnijder. Hij maakt voornamelijk trappen, maar op vraag ook nog steeds scepters, al is het dan niet meteen voor de Aalsterse 'markt'. Hij is vooral bekend om de houten ajuintjes van de Ajuinboer die hij al jaren maakt.

“Het is goed dat ze dat allemaal proberen”, reageert Luc. “Ik ben er vooral mee gestopt omdat ik geen lindehout meer vond. Op den duur moest ik stukken hout beginnen te lijmen, maar dat is hetzelfde niet. Van Ronny heb ik een scepter gezien en het ziet er goed uit, maar hij gebruikt ander hout en in de afwerking is er nog werk aan: het schild, het bot van de ajuin, de gezichtjes, ... Zelf heb ik er ook jaren over gedaan om het tot in de puntjes te kunnen, ik volgde aan de Academie zelfs een opleiding beeldhouwen.”

In de stoet van 2018 kwam nog een 'waardig afscheid' van de sceptermaker, in de vorm van de praalwagen van 'Om En Vedrom' met als onderwerp 'Prins Luc viert 50 joor Zjubelei'.

Luc kwam trouwens zelf een kijkje nemen, en laat ik daar nu net in de buurt gestaan hebben.  Hierbij dus een foto van Luc met Luc, aan de wagen waar hij samen met zijn scepter ondersteund werd door het stoetliedje ...   "Het schoeinsjte stiksken aat, beklidtj mè veil diamanten en gaad"
Dat Luc trouwens nog steeds carnavalist is in hart en nieren bewijst het feit dat hij nog steeds actief is bij de Prinsencaemere. Hij heeft deze in 1972, samen met Jean Paul De Boitselier, Simon D'Hondt en Karel De Naeyer gesticht.

De scepter die prins Yvan in 2020 de lucht instak, is nog steeds hetzelfde exemplaar als dat van 2015 ... van de hand van Luc dus ...  Als Yvan en zijn opvolgers er dus wat zorg voor dragen, zijn we opnieuw vertrokken voor een paar jaar ...


Een eventueel nieuw exemplaar zal echter niet meer vervaardigd worden door Luc.

Op woensdag 18/2/2020, amper een paar dagen voor carnaval vernamen we immers het droeve nieuws dat Luc overleden is.
Op de facebookpagina van de Prinsencaemere vinden we het volgende :

Lucsken, het sloeg in als een donderslag bij heldere hemel … twee weken geleden vol energie op onze vergadering, je keek uit naar onze komende prinsjkesdag maar het mocht niet zijn …
Vaarwel prinsj Lucksken!
We gaan je missen!
Doe ze ginder boven allemaal de groeten!'


Hierbij het stoetliedje van 'Om en vedrom' ter gelegenheid van de '50 joor Luc' ...


Bronnen

aalstcarnaval.be
De Voorpost 15/2/1980
HLN 16/9/2017
Het Nieuwsblad 13/1/2011
interview Radio Goeiedag 2018
info Om en Vedrom 2018
foto prins Bart/prins Yvan HLN 26/1/2020
foto Luc en scepter Carnavalskoentje  16/1/2015
foto Luc en Om en vedrom : eigen foto
filmpje DRA TV via Vimeo 2015
stoetliedje 'Om en vedrom 2015' via YouTube - Oilsjt Carnaval