Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label aalsterse specialiteiten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label aalsterse specialiteiten. Alle posts tonen

donderdag 19 december 2019

Aalsterse vlaaien - Oilsjterse vloin'

Een stukje geschiedenis en aloude traditie ... de Oilsjterse vloin (altijd meervoud!)


De vlaai is een soort broodpudding die origineel werd gebakken om overschotten van brood en gebak zoals speculaas of peperkoek weg te kunnen werken. Vlaai kan gegeten worden als taart, als tussendoortje, maar wordt ook tussen de boterham gesmeerd. In tegenstelling tot andere bekende vlaaien zoals bijvoorbeeld de Limburgse vlaai, wordt in Aalsterse vlaaien geen fruit verwerkt, en ook de speculaas of peperkoek zijn ‘not done’ in échte Oilsjterse vloin ...

Hoewel de vlaai wellicht al eerder bestond, is het in de 16de eeuw dat Pieter Bruegel de Oude Aalsterse vlaaien afbeeldt in zijn schilderij ‘De Spreekwoorden’.

In dit schilderij, dat maar liefst 125 spreekwoorden en zegswijzen uitbeeldt, heeft hij het naast onder andere ‘liefde is waar de geldbuidel hangt’ en ‘paardenkeutels zijn geen vijgen’ ook over ‘Daar zijn de daken met vlaaien bedekt’. Op het dak van een boerderij (links op het schilderij) zien wij 10 donkerbruine vlaaien en 13 bleke vlaaien.


Dit spreekwoord betekent : ‘daar is men rijk, daar heeft men overvloed’. 

De schilder, Pieter Bruegel (1525-1569), was de echtgenoot van Maaike Coecke, de dochter van een andere Aalsterse schilder, Pieter Coecke. De heerlijke vlaaien zullen dus wel meermaals op hun tafel gestaan hebben als dessert of spijs bij uitstek, want de liefde van de man gaat immers nog altijd door de maag.

De link naar Aalsterse vlaaien is dus snel gelegd … maar is dat wel zo want … ook Limburgers en Lierenaars denken hun eigen vlaaien te herkennen op het schilderij ...

Onderzoekers van de website 'streekproduct.be' hebben onderzocht of de vlaaien op het schilderij ‘De  spreekwoorden' van Bruegel wel degelijk de Aalsterse vlaaien zijn, of niet.

Men is op zoek gegaan in oude kookboeken om de recepturen en het voorkomen van de lekkernijen uit te pluizen. Sommige recepten lijken inderdaad heel sterk op de Aalsterse vlaai, andere lijken dan meer op het Lierse vlaaike of de Limburgse vlaai.

Het recept van de vulling dat gevonden werd in de kookboeken van toen lijkt toch iets meer te gaan richting Aalsterse vlaai. Toen heette de lekkernij 'vlade' of 'vla' en wat later is dat dan 'flan' geworden.

Het is een vulling op basis van melk, gebonden met eieren, een beetje bloem en kruiden toegevoegd. Ook soms peperkoek, kandijsiroop en veel kruiden om de kleur te geven."

We schrijven het jaar 1891. Pieter Daens schrijft in ‘het Land van Aelst’:

’t Is Aalst Kermis.
De Beiaard speelt vrolijk, de klokken luiden feestelijk, de Vreemdelingen komen af;
d’Aalstenaars staan op hun pointilje;
de kastrollen vlaaien worden naar huis gedragen;
de kinderen hunkeren naar den oud-voorvaderlijken vlaaikant
.’


Aalst kermis…’t ziet er hem uit, om bang en heet te worden; ge zult heden zaterdag een Volk zien op d’Hespenmarkt en op d’Eiermarkt; de Winkeliers doen vlotjes saroop in, ze maken pakskes foelje voor de vlaaien;….

Daens vermeldt dus dat de winkeliers kandijsiroop en foelie inslaan, beide typische smaakmakers van de Aalsterse vlaai.

Ook onze Aalsterse alomgekende schrijver Louis Paul Boon vond dat dit dessert de nodige erkenning moest krijgen.

In zijn boek ‘Eten op zijn Vlaams’ uitgegeven in 1972 beschrijft hij ons pareltje van een streekgerecht dan ook heel uitgebreid. Hij verwijst naar de harde mastellen, met een kaneelsmaak, die nu al eens door beschuiten of “chapelure” vervangen worden.

Op de achterflap van de 5e druk, een uitgave naar aanleiding van het 25 jarig overlijden van de schrijver, staat trouwens beschreven welk een succes dat de vlaaien hadden :

… Op bladzijde twee leer ik dan de volksvrouwen hoe ze vlaaien moeten bakken, want ik kook graag, en dan kuist de volksvrouw haar pollen af aan haar schort en ze pakt een pen en ze schrijft mij: “Liefste Boontje, ik neem de pen ter hand om u te schrijven dat het lekkere vlaaien waren.” Zo’n brief doet me meer plezier dan een goeie kritiek in “Noord en Zuid” od “De Gouden Poort” of hoe heten al die boekskes.”

Vroeger, toen nog niet elke keuken over een oven beschikte, was het de gewoonte binnen onze stad dat ter gelegenheid van kermis de huisvrouwen met hun eigen bereide kommetje vlaaien naar de naburige bakker trokken om het in de oven te steken.
In die periode stonden bij de bakker op de toonbank dan ook tientallen kommetjes voorzien van naamkaartjes zodat de juiste vlaai bij de juiste persoon terecht kwam.
Dit gebruik verdween echter toen de bakkers zelf vlaaien begonnen te maken. ze verkochten ze in bruine stenen kommen die dan later teruggebracht moesten worden.

In Aalst is het bakken van vlaaien een oude traditie. Ze worden gemaakt met mastellen (soort broodje met kaneel), die bijzonder geschikt zijn voor vlaaien.
Helemaal niet vergelijkbaar dus met de vlaaien uit Lier of de vlaaien uit naburige gemeenten die vervaardigd worden met peperkoek, fruit, en dergelijke.

In 1981 creëerde mevrouw Myriam Bockstael een plaatselijk succeslied ‘de Aalsterse vlaaien’ die op fonoplaat in ons stedelijk archief bewaard is gebleven

Tevens werd toen een wedstrijd uitgeschreven om de recepten van onze plaatselijke bevolking officieel vast te leggen. Mevrouw Maria Everaert werd bekroond voor haar origineel recept en werd gehuldigd door het stadsbestuur.

Op 5 september 1983 werd in onze stad een vlaaiengilde gesticht. Deze vereniging van Aalsterse bakkers droeg het waarborgen van authentiek, streekgebonden eetgenoegen hoog in haar blazoen.


Wie zelf zin heeft om Aalsterse vlaaien te bakken, kan met het volgende recept zelf aan de slag.  

Ingrediënten :

1 liter melk,
45 klontjes suiker,
2 eieren,
400 gram kandijsiroop,
1 koffielepel kaneel,
1 snuifje foelie,
7 mastellen.

Bereidingswijze :

Melk koken, suiker bijvoegen, mastellen raspen en met de flink geklopte eieren mengen.
Dan de kaneel en de foelie aan de melk toevoegen.
Siroop bijdoen en het geheel goed mengen.
Twee uur de oven in op 170°C en ...
smullen maar

Bronnen :

streekproduct.be
wikipedia
Oilsjterse les, gegeven in het CVO – Keizersplein Aalst
dagelijksekost.een.be
kunstenerfgoed.be
lpboon.net
woorden.org/spreekwoord
flanderstoday.eu

woensdag 12 juni 2019

Gekaste (of gepofte) erwten

Erwten kassen (of poffen) is in principe niet zo heel moeilijk. Het gaat 'm, net zoals bij vele dingen in de keuken trouwens, vooral om de 'feeling' met de ingrediënten. Een snuifje te veel of te weinig kan het verschil maken.
In 'het buitenland' (streek buiten Aalst :-)) spreken ze trouwens soms ook wel eens over erwten 'klakken'.
Als je zelf geen erwtjes in je tuin hebt, ga dan een zak erwten halen, bijvoorbeeld bij den Boerenbond (liefst in de streek natuurlijk, kwestie van de Aalsterse middenstand wat te steunen).
Ze bestaan in zakken van 1 of 3 kilo.

Je giet een 1/2 kilo erwten in een kom, doe er een soeplepel of 6,7, 8 zout op (hier gaat het 'm dan om de 'feeling') en laat het geheel tussen de 20 en de 24 uren trekken.

Je giet ze in een stramien en laat ze een beetje uitlekken.

Dan de erwten kassen op een hete pan. Let op ! Geen boter of smout toevoegen.

Je moet er dan enkel op letten dat ze niet opeen liggen in de pan.

Regelmatig eens schudden met de pan. Het beste is deze pan dan later apart te houden voor het kassen van erwten.

Als je de erwten eerst laat trekken in het water, moet je er op letten dat ze voldoende onder water komen te staan, want ze zwellen hard.

Zijn ze niet zout genoeg, doe er dan de volgende maal nog wat meer bij …

Hier een afbeelding en rijmpje van David Tomkins (1922) over het erwten kassen : 
Hagelstormen buiten, 
bloemen op de ruiten,
gladdigheid op straat.

Kinderen op sloffen, 
groene erwten poffen,
op de kachelplaat.

Buiten grijze luchten, 
Noordewindezuchten,
Binnen groot festijn …
Groene erwten poffen, 
tot ze donker zijn !




Ga trouwens ook gerust eens kijken bij het artikeltje over de bekende eirtenkassers uit Aalst.



Bronnen


Rijmpje en afbeelding David Tomkins (1922) : Digitale Bibliotheek voor Nederlandse Letteren : dbnl.org