Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1987 : Paul Kinoo 'Popoll' (+2010)

Na zijn nederlaag een paar maanden eerder maakte Paul Kinoo (°19/01/1939), alias Popol, tijdens de dekenij van de Koolstraat in April 1986, bekend dat hij volgende jaar opnieuw zou meedingen voor de titel van Prins Carnaval. 
Dat het voor hem ‘Tweede keer, goede keer’ zou worden, zou later blijken. 

Paul, geboren op 19 januari 1939, en in 1963 gehuwd met Ghislaine Uyttersprot, was in de buurt gekend om zijn altijd even grote optimisme. 
Hij hield er op de hoek St Annalaan – Verastenstraat een winkel in woonversiering open, met de leuze ‘Een zaak voor mensen met smaak’. 
Hij was aannemer van behangwerken, vloerbekleding en schilderwerken, en zorgde voor maatwerk van gordijnen, draperieën en tafeltapijten. 

Paul was heel gedreven en had lidkaarten van verschillende verenigingen. 
Hij was bestuurslid van de Syndicale kamer van Behangers-Garnierders, was bestuurslid bij de Bowling Club Aalst en was werkend lid bij de Aloude Rederijkerskamer der Catharinisten. 
Verder was hij ook nog schatbewaarder van VVKS Sint Joris en was hij heel actief binnen de Dekenij Koolstraat, waar hij in de jaren ’70 feestleider werd. 

In 1981 werd hij er voorzitter en onder zijn leiding kwam er bijvoorbeeld een bloembakaktie in de straten en werd de hele maand december uitgeroepen tot feestmaand. 

Dat Paul een 'laatbloeier’ was op het gebied van de stoeten, mag blijken uit het feit dat hij pas op 45 jarige leeftijd zijn eerste stoet meeliep. 
Paul ging er toen samen met zijn vrienden Karel Van Heddeghem en Hugo Cardon de stoet in met een eigen Star Sisters Act. 
Het optreden in deze stoet, we spreken over 1984, was echt memorabel te noemen. Nadat ze een eerste keer de markt over gegaan waren, begonnen ze aan een tweede toer doorheen de stad.  

In 1986 had Paul zich ook al kandidaat gesteld, maar zijn optreden verbleekte toen tegenover dat van Patrick De Neve, die toen ook prins werd. 
Hij zou het dit jaar dus anders aanpakken, en omringde zich al snel  met de ‘anciens’ Antoine Van der Heyden en Karel De Nayer. 
Hij stuurde een brief naar alle carnavalsverenigingen om zichzelf voor te stellen en vond ook steun bij de Schoimers. 

Hij ging naar alle vfeestjes en evenementen en pakte ook uit met een hele resem aan promomateriaal. Balpennen, t-shirts, affiches en brochures, reclameborden, lucifers, je kon het zo gek niet bedenken of het werd verdeeld. 
Ook organiseerde hij tijdens zijn campagne een ‘Popoll by night’-bal waar heel wat sympatisanten aanwezig waren. 

Het mocht dus duidelijk zijn ... Popoll was er klaar voor. 

Een tweede kandidaat, Jean Van De Toieers (Jan Brouwer), kwam al vrij snel opdraven met zijn kandidatuur, waardoor er in juni 1986 reeds twee kandidaten waren voor het prinsschap van het jaar daarop. 

Op de officiële bekendmaking van de kandidaten bleek echter dat Jan nooit een kandidatuur zou ingediend hebben, waardoor Popoll het dus enkel tegen een ondertussen wel ingeschreven ‘Benny’ zou moeten opnemen. Deze derde kandidaat zou echter als grap zijn kandidatuur ingediend hebben, maar ingediend is ingediend, en hij ‘moest’ dus wel deelnemen.

De verkiezing vond plaats in de Keizershallen, en dit op zaterdag 7 februari. De inkom bedroeg 60 Belgische Frankskes. 

De grootste tegenstander van Popoll zou toch Jan Brouwer worden, protegé van de vorige prins Patrick maar ook Benny Roggeman werd een te geduchten tegenstander, ondanks het feit dat het een beetje ‘van moetens’ was.

Tijdens de vaste proef verschenen 9 domino's op het podium. De beide kandidaten moesten hieruit 2 carnavalisten herkennen. Ze mochten hiervoor 5 vragen stellen. Benny bleek hierin de beste kandidaat te zijn. 

Popoll pakte tijdens ziin show uit met een groots decor. Hiermee zou hij ook meteen de trend zetten voor latere verkiezingen, waarbij alles 'groter' en 'spectaculairder' moet zijn.

De show draaide volledig rond het Eurovisie Songfestival, waarbij Aalst als gaststad zou fungeren. 
Paul verwisselde tijdens zijn show dikwijls van kostuum en ook decorstukken werden af- en aangereden alsof het een lieve lust was. 

Eén van de stukken was de 'Smoitbarak', een soort winkeltje waarin verschillende T-shirts werden verkocht. Alle T-shirts droegen de tekst 'AKV', maar niet alle AKV's hadden blijkbaar dezelfde betekenis … 'Alles Kaan Veranderen', 'Ai Kornang Verdomme', 'Annie Kaukelt Verder', … waren er enkele van. 

Zijn show duurde maar liefst 28 minuten en de juryvoorzitter diende zelfs even na te vragen of dit wel reglementair was. Gezien er echter geen tijdslimiet vooropgesteld was, was dit dus volledig reglementair, en kreeg Popoll dan ook geen strafpunten aangesmeerd.

Aan het einde van de avond bleek dat de jury de voorkeur gaf aan Popoll, maar die bleef er vrij nuchter onder omdat hij zich nog herinnerde van vorig jaar hoe belangrijk uiteindelijk de zaalstemmen zouden zijn voor de definitieve uitslag.

Het publiek koos echter ook voor Popoll. 
Benny kreeg 454 zaalstemmen, en Popoll werd de nieuwe prins met maar liefst 1249 stemmen. 

Tijdens de overhandiging van de stadssleutel op de carnavalraadzitting verwees Annie De Maght naar zijn bijnaam 'koning van de playback' door de aanstelling ook zelf niet live, maar geplaybackt te doen …

Tijdens de drie dolle dagen kreeg Popoll een nar mee … Het was Karel De Nayer die meegewerkt had aan de show die deze eer toebedeeld kreeg. Een voorbode dus eigenlijk van de 'sleppendraugers' van de prins, die heden ten dage 'hun' prins helpen tijdens de carnavalsdagen.

Prins Popol vertelde iedereen die het maar wilde horen hoe bijzonder gelukkig hij wel geweest was tijdens het prinsenjaar. Voor hem was 1987 een unieke belevenis. 
Als prins van Aalst werd hij overal hartelijk ontvangen, en hij heeft dan ook zelf steeds gepoogd om Aalst op een waardige wijze te vertegenwoordigen. 
Een tweede maal prins worden, vond hij, zelfs wanneer die mogelijkheid zich zou aangboden hebben, wel wat van het goede te veel. 
De eisen die aan een prins gesteld worden, waren volgens hem dermate hoog en talrijk, dat het hem moeilijk zou vallen om dit voor een tweede maal te ‘doorstaan’. 

Popol was volgens de Aalstenaars een prins zoals ze er nog niet veel hadden gehad, en zoals men er nog wel zou willen hebben. Zijn spontaneiteit was teken van een echte ‘ajoin’, en dat werd natuurlijk gesmaakt door het volk. 

Naast de ‘Oilsjterse Starsisters’ die in de Jaren ’80 heel wat applaus kreeg, richtte hij ook de groep ‘De Popollekes’ op naar zijn naam. 

Hij was na zijn verlies in 1986 opnieuw de baan opgegaan met zijn kompanen en samen vormden ze toen de losse groep ‘Popolitie’. Hieruit volgde zijn hit ‘Eilaba Voil Janet’. 

1987 werd dan uiteraard het jaar waar hij in de stoet ging en waar hij geflankeerd werd door de ‘Graalekke Hostessen’, een losse groep die later AKV De Schoimers zou vormen. 

Omdat hij ook na zijn prinsenjaar de stoet nog wou blijven lopen, stichtte hij dus ‘De Popollekes’. 
In 1988 nog een losse groep, maar het jaar daarop namen ze al deel als ‘kleine groep’. 
Paul werd voorzitter, en zoon Gunther secretaries. 
Nog later zou de tweede zoon Werner het voorzitterschap overnemen, waardoor de groep vanaf dan dus twee ex-prinsen in de rangen had. Werner werd immers in 1994 ook verkozen als prinsj van Oilsjt. 

Paul sloot, zoals de traditie het wou, aan bij de Prinsencaemere, en deed in 1988 meteen mee aan hun travestieshow. 
Twee jaar later echter ging het mis. Popoll werd verbaal aangevallen door een college uit de caemere. Volgens deze laatste was er een vermoeden dat Paul het spelletje niet eerlijk speelde end at hij een openlijk één van beide kandidaten tijdens de kiezing steunde. 
Later gebeurde dit nog eens en Paul wou uit de vereniging stappen, wat in 1992 dan ook gebeurde.

Toen zoon Werner in 1994 prins werd en aansloot bij de Prinsjengarde, besloot hij om in de voetsporen van zijn zoon te stappen (‘t moet niet altijd omgekeerd zijn nietwaar) en de garde te vervoegen. 

Vanaf 1998 werden de Popollekes ingeschreven als ‘middelgrote groep’ en dank zij Werner bleef zo ook na zijn dood in 2010 de naam ‘Kinoo’ nog verder leven in de carnavalsstoet. 

Werner is ondertussen al twee maal prins geweest, verloor een derde poging in 2020, en stelt zich opnieuw kandidaat in 2024. 
Gunther komt regelmatig in het nieuws als ‘model voil janet’. Hij ijvert voor een ‘correcte’ Janet, en geen travestie. 

De ‘Kinoos’ zijn trouwens de enige Aalsterse familie waar twee prinsen gehuisvest waren. Popol verklaarde soms wel eens dat ‘Oilsjt chance gehad heeft’ dat hij Gunther nog kunnen tegenhouden heeft van deelname, want dat het er anders wel eens drie zouden kunnen geweest zijn. 

Op 18 maart 2010 kwam dan het droevige nieuws dat Prins Popol overleden was. Hij werd enkele maanden daarvoor reeds geopereerd aan kanker, en had sedert 2 februari het ziekenhuis niet meer verlaten. 
Paul zou de geschiedenis ingaan als één van de sympathiekste prinsen die er ooit geweest is.
En ook als oudste carnavalist in de werkhallen, want hij bleef tot zijn 70 jaar meewerken aan de praalwagens van de Popollekes. 
Hij bleef tot het laatst lid van de Prinsjengarde.

Ik herinner me persoonlijk vooral zijn grote humor. Bij de carnavalsbeurzen bijvooreeld, 'showde' hij zelf de onderdeeltjes van de kostuums die hij zo 'aan de man' probeerde te brengen, en hij deed dat met heel veel enthousiasme (bijna op z’n Eddy Wallys) wat hem dat nog lukte ook ...

In de deelnemingsberichten verschenen vooral herinneringen omwille van zijn sterkte als bemiddelaar, zijn optimisme en zijn hulpvaardigheid

Prinsjen van Oilsjt : 1986 : Patrick De Neve

Twee kandidaten zouden het tegen mekaar opnemen, en het waren zeker niet de minste.

Eerst kandidaat Patrick De Neve, woonde in Hofstade. Een frisse jonge krullebol (tegenwoordig loopt hij rond met korte, grijze piekjes), die samen met vrouw en dochtertje toeleefde naar carnaval.

Reeds enkele maanden liep hij alle activiteiten af, om zijn kandidatuur kracht bij te zetten, hoewel dat als medewerker van een krantendistributiebedrijf niet altijd gemakkelijk was.
Vrouwtje Rita was daar volledig mee akkoord, en steunde haar man volledig in zijn droom. Ook zij was trouwens gebeten door de microbe, en beiden waren ze al enkele jaren lid van de AKV Sjiepeerekes. Ook prins Stefaan, en prins Goebby waren trouwens lid van deze vereniging. Daarenboven was hij ook nog sportief bezig als amateurvoetballer bij FC Excelsior en PC Gipak.

Patrick was in 1985 Ajuinprins en vond dat hij nu zijn kans moest wagen om ook ‘volwaardig’ prins van Aalst te worden.
Van moeder natuur heeft ook hij een goede zangstem meegekregen. 

De tegenstrever van Patrick was Paul Kinoo, behanger-stoffeerder vanuit de Verastenstraat.

Hij kon reeds een lang palmares voorleggen waaruit zou blijken dat hij een heel ‘sociaal’ man was.
Op een rijtje : voorzitter van de Dekenij Koolstraat, bestuurslid in de syndicale kamer van de behangers-garnierders, bestuurslid bij Bowling Club Aalst, werkend lid bij de Aloude Rederijkerskamer De Catharinisten, Oud-schatbewaarder van de VVKS St Joris (St Annaparochie).
Natuurlijk kenden vele mensen hem ook als ‘Starsister’ Pauline van Trio HuKaPa (Hugo, Karel en Paul). Alles begon met de Paris Follies Trav.Show van de Prinsencaemere, waar ze het idee voorgeschoteld kregen.

Op een eentonig banket brachten ze plotseling heel wat leven in de brouwerij door hun imitatie van de Starsisters, Corry Van Gorp, Andre Van Duin, Zwarte Lola, en nog enkele andere lieve dames.
Tijdens carnaval 1984 bracht de Jeep met opschrift ‘back from USA, visit Oilsjt Carnaval’ hen tot bij het grote publiek.
Het trio Starsisters en kandidaat Popoll zouden tijdens de prinsenverkiezing trouwens nog eens laten zien wat ze in hun mars hadden. Ze wouden de grondvesten van de Keizershallen laten daveren.

Voor de verkiezing zelf gingen door in een – door verbouwingswerken – verkleinde Keizershallen.
Deze liep opnieuw bomvol en de ambiance was navenant.
Onder leiding van de FS-band van Marc De Cock werd de feestelijke avond ingezet.

De burgemeester pronkte met zijn faluintjeszakdoek, en ook staatssecretaris Paula D’Hondt, volksvertegenwoordiger Marc Galle en oud burgemeester Marcel De Bisschop waren aanwezig.

Daarnaast natuurlijk ook nog een hele resem andere prominenten, en voor deze 35 verkiezing was zelfs de BRT televisie aanwezig.
Een verslag van de verkiezingen, met interviews, was te zien op 22 februari in het programma ‘Terloops’. Deze uitzending kan nog eens herbekeken worden onderaan dit artikel. 

Elf juryleden zouden het geheel beoordelen. Elf omdat ‘11’ het narrengetal is.

Ze hadden allemaal een faluintjeszakdoek, en de voorzitter (Adolf Van Den Berghe) had zich voor deze speciale gelegenheid zelfs volledig in een boerentenue gehesen.

Na hun voorstelling werden de beide kandidaten tegen mekaar uitgespeeld in een woordspelletje. Ze moesten woorden die verband hielden met carnaval kunnen herkennen, terwijl de klinkers waren weggelaten.
Iets waar Patrick met 19 punten de zege haalde tegen de 10 van Popoll.

Daarna moesten ze met 5 van deze woorden een valabele en correcte zin samenstellen. Noch Patrick noch Popoll konden overtuigen, en ze kregen dan ook beiden dezelfde punten.

Voor de getoonde inzet kregen de kandidaten op dat ogenblik reeds prijzen uitgereikt : een carnavalsboek, 1000 frank, sporttassen, joggingbroeken, en dergelijke meer.

De vrije optredens waren ook voor het talrijk opgekomen publiek spectaculairder en zeer gevarieerd. 

Met op de achtergrond de affiche over het snel (v)rijen hekelde Patrick het fenomeen ‘promobus’, waarna hij als een lenige ‘pikkendief’ verscheen. Uit zijn zak attributen haalde hij steeds een voorwerp dat aanleiding gaf tot een meer of min geslaagd showstuk.

Heel wat succes haalde Patrick met zijn minihondje van de politie, waarmede voor orde en rust zou gezorgd worden tijdens de weekends.
Eindigen deed hij met een liedje over ‘de Wallen’

Popoll dan. Hij illustreerde humoristisch dat hij nogal eens ‘bleef plekken’ als ‘stadsplekker voor alle gelegenheden’.
Hij bracht zijn 'Popoll's show' die enkele verwijzingen bevatte van zijn beroep als 'plekker-behanger'. 

Zijn Starsisters optreden werd heel gesmaakt door het publiek, en ook zijn verdere optreden werd positief onthaald.

Paul diende wel de hele show te playbacken, omdat zijn stem niet krachtig genoeg was om hem ook achteraan in de zaal te kunnen horen in dergelijke grote ruimte.

Voor de jury was het duidelijk. Popoll zou het pleit winnen. 
Hij kreeg met 3 achten, 6 negens en zelfs een tien de voorkeur op Patrick die drie maal 7, vijf maal een 6, en twee maal een 5 kreeg.
Die uitslag werd op heel wat boegeroep onthaald vanuit de zaal.

Na deze uitslag, moesten de stemmen vanuit het publiek echter nog ingediend worden.

Reken daarbij ook nog de tijd om de stemmen dan ook nog samen te tellen, en dan weet je dat het opnieuw ‘een kot in de nacht’ zou worden vooralleer Aalst zijn nieuwe prins zou kunnen verwelkomen.

Tot zolang er geen uitslag was, wou Paul ook geen verklaringen afleggen. Wie voor hem stemde zou echter fier mogen zijn. Met de Popoll zou het heel wat anders worden.

Patrick was wat ontgoocheld in het gebeuren en gaf zelfs al een overwinningstaart aan Paul, die hij als toekomstige prins nu al sportief erkende. 

Dat zou echter zonder de supporters gerekend zijn.

Kamiel deed alles om er de ambiance in te brengen met enkele nummertjes. Dat deden ook de vrienden van het AKV, Paco Milou, Odilon Mortier , de Marcoentjes, Loeken Tatjen en de Prinsengarde, de Matotten en ex Europa prins Enrico.
Nadat schepen van feestelijkheden Juliaan Vinck zijn dankwoorden had uitgesproken en Loeken Tatjen afscheid nam als prins ’85, was het de beurt aan feestleider Albert Cornand.

Hij verklaarde dat Popoll 873 kreeg van de jury en 552 van de zaal.
Patrick die ‘maar’ 582 stemmen haalde van de jury, kreeg een overdonderende 910 punten van de zaal.
Patrick won dan ook met 1492 tegen 1425, en werd, tot zijn eigen grote verbazing (want hij had dus eigenlijk alle hoop al opgegeven), de grote overwinnaar. 

Popoll feliciteerde hem sportief met de woorden 'Lang leve carnaval, lang leve Patrick' en ook burgemeester Uyttersprot deed hetzelfde met de woorden ‘dat Patrick duidelijk uit het goede carnavalshout gesneden is’.

Ook voor Patrick geldt dat hij wel degelijk uit het goede carnavalshout gesneden is, en deze verkiezing het begin zou worden van een lange carriere in de carnavalswereld. Patrick is steeds één van de boegbeelden geweest die carnaval tot een hoger niveau kon trekken.

Hij stond, samen met Frank Van Rymenant trouwens aan het wiegje van een nieuwe vereniging bestaande uit ex-prinsen carnaval. 
Tot in 1989 werd de naam 'prinsjengarde' gebruikt voor de ruiters die tijdens de stoet prins carnaval begeleidden, maar vanaf toen zou deze naam de wereld rondgaan als volwaardige vereniging. 
Het waren Frank en Patrick die zich niet geroepen voelden om aan te sluiten bij de Prinsencaemere, de tot dan toe enige organisatie die de ex-prinsen groepeerde. 
Zij begonnen dus hun eigen vereniging en hoewel velen toen dachten dat het om een grap ging, bleek al snel dat het een serieus initiatief was. De stad halveerde de subsidies van de Prinsencaemere en sloot ook de Prinsjengarde in de armen. 

Er blijft natuurlijk altijd wel wat rivaliteit bestaan tussen de twee groeperingen maar ondertussen wordt toch op sommige vlakken ook wel eens samengewerkt. 
Van de Prinsjengarde zijn vooral de 'carréshows' een heel groot succes. 

Hierbij de uitzending van Terloops (in vier filmpjes), die de prinsenverkiezing van 1986 in beeld bracht.





Prinsjen van Oilsjt : 1985 : Freddy Neirinckx 'Loeken Tatjen'

Dit jaar zou opnieuw de verkiezing worden van één van de betere stemmen die een prinsenverkiezing ooit heeft voortgegracht. 
Hij werd een begrip door de vele carnavalsliedjes, zowel als zanger en als Schrijver. 

De verkiezingen van dit jaar vonden plaats op 19 januari in de Keizershallen. 
De kandidaten voor dit jaar waren : Freddy Neirinckx (Loeken Tatjen), Johny Marcoen (Johny) en Emiel Van den Broeck (Paco Milou)

Loeken, de meeste Aalstenaars kennen zelfs helemaal zijn echte naam niet, was reeds twee maal kandidaat prins van den Arend, en verloor de tweede keer met amper twee puntjes verschil. 

Loeken was gehuwd met Maria Corthals (de Ajuinprinses van 1983 en Ajuinkoningin in 1987), en samen hadden ze toen al een zoontje, Jonathan. 

De bijnaam van Freddy houdt wel meer Aalstenaars bezig. Hoe kom je er in elk geval op. 
Wel, … Hij werkte vroeger in Denderleeuw als metserdiender. Omdat zijn baas de naam van Freddy zo moeilijk kon onthouden, had hij er wat op gevonden. Hij noemde hem gewoon (wel ja, gewoon) ‘Loeken Tatjen,’ en voegde er meteen de slogan ‘kalkstenen en ieren, lest gevraagd, iest ier’ aan toe. 

Sedertdien werd hij ook zo genoemd door de vissersclub De Plasvissers, waar hij lid van was. 

Loeken heeft van moeder natuur een prachtige stem meegekregen, één van de betere uit Aalst trouwens, en natuurlijk werd dit benut voor zijn verkiezing. 

Hij kende niet veel success bij de Arendverkiezing in 1982. De arendwijk had sedert dat jaar immers een eigen verkiezing, en Freddy stond meteen op de kandidatenlijst. 
Freddy gaf echter niet op en deed opnieuw mee in 1983. Hij verloor met amper 2 punten verschil van Freddy Heck. 

Geen titel dus, maar zijn liedje ‘Superstar’ uit zijn show werd wel een success. 
Het lied werd uitgebracht op plaat en zelfs op Radio Saturnus werd de plaat ‘Paradeplaat’. 

Later bracht hij nog andere nummers uit en bleef zo in de aandacht … heel belangrijk want hij had grootse plannen en wou meedoen aan de kiezing ‘van ‘t stad’. 

Dat gebeurde in 1985. 
Zijn karnavalsliedjes waren ondertussen een begrip geworden en hij kon in zijn campagnejaar dan ook rekenen op heel wat optredens waar hij wat campagne kon voeren. 

Hij kreeg twee ‘zware’ kandidaten tegen zich en men vatte de verkiezingen aan met drie kandidaten. 

- Paco Milou (Emiel Van den Brouck)
- Johnny Marcoen
- Freddy Neirinck

Op het moment van deze kiezing was Freddy lid van AKV De Destereers (de groep waar prins Balou trouwens de voorzitter van was). 
Zijn opvatting was dat een prins zijn stad zou moeten kunnen vertegenwoordigen. 
Loeken verklaarde in zijn publiciteitscampagne dat hij werd gesteund door ‘de Arend’, maar die distantieerden zich al snel van deze uitspraak, temeer omdat ook Johny Marcoen in die wijk woont, en men geen voorkeursbehandeling wou geven aan de ene, noch aan de andere. 
Men verklaarde dat ‘het comité er op wijst dat het alle kandidaten evenveel geluk toewenst en dat de beste moge winnen’.

Voor Johny was het dit jaar de derde poging. Ook in 1972 en 1973 was hij er al bij. 
In 1972 moest hij het onderspit delven tegen Jackie D’Herde, de sfeer tussen beide is echter altijd heel vriendschappelijk gebleven. Ze pakten sedertdien praktisch elk jaar uit met een fonoplaat. 
De tweede poging strandde hij tegen Michel Cleemput, nog zo’n klepper. 

Hij leek de eeuwige verliezer te zullen worden, maar Johny bleek niet weg te branden uit het carnavalswereldje. Samen met Jackie D’Herde en Johny De Mol vormde hij het ‘Stemmingstrio’, die heel wat leuke hits op hun aktief hadden.  

De titels (A- en B- kanten) tot 1985 : 

- Snoepi, Snoepi / - Het weer is goed
- D’Hoeige Vesten A / - D’Hoeige Vesten B
- Den Dopper / - Geef ons een pint
- Schatje wanneer mag ik nou / - Je mag het niet weten
- Dokter Stijn / - Roepen
- As ze me zien met Marieken / - Verboden te roken
- Den TV / instrumentaal nummer
- De schepper van ‘t Plezier / instrumentaal nummer 
Ter gelegenheid van deze derde poging, bracht hij opnieuw een ‘aireken’ uit. Het was er trouwens eentje dat nog jarenlang zou meegebruld worden in menig Aalsters café. 

In ‘A plosjken van ‘t alverdroi donker’ heeft hij het over de omgeving van de Varkensmarkt. Op de B-kant vinden we ‘Johny zoi ze’ terug, dat al even succesvol, zo niet zelfs succesvoller, bleek te zijn als de A-kant. 

Kandidaat Paco Milou zorgde voor heel wat aandacht toen hij begin januari de centrumstraten van Aalst ‘onveilig’ maakte met maar liefst 27 auto’s. Hij was al bekend bij het Aalsterse volk als voorzitter van het AKV (Aalsters Carnavals Verbond), waar hij reeds 15 jaar het wel en het wee mee meebeleefde van de Aalsterse groepen.  
Ook was hij, samen met Kamiel Sergant, een van de initiatiefnemers van de Aalsterse avonden, die destijds nog doorging in openlucht op de Hopmarkt. 

Mocht het zich ooit iemand in het hoofd halen om op een carnavalsquiz te vragen naar de ware naam van Miel, je zou er van versteld staan hoeveel er het antwoord schuldig zullen blijven. 

Hoe hij aan die naam kwam ? Wel, op reis in Spanje, samen met enkele vrienden, was er ook een uitstapje naar een stierengevecht voorziene. Eén van de publiekstrekkers toen was Paco Camino en de naam van deze brave man prijkte dan ook in reuzegrote letters op de affiches.  
Eén van de maten van Miel, Gust, kwam op het sublieme idee om Miel aan de Spanjaarden voor te stellen als Paco Milou, de grote Belgische bokser.  De Spanjaarden trapten er in, en van toen af noemde het hele gezelschap Miel dan ook Paco Milou. 

Dat de grap ook resultaten teweeg bracht bleek uit de grote eer die het gezelschap steeds ontving en het feit dat overal waar ze kwamen, ze konden rekenen op vrijgeleide.  De naam Paco Milou werd ook doorgegeven aan zijn basketploeg.

De showavond zelf dan.  

Dé grote afwezige bleek burgemeester De Bisschop te zijn die, hoewel hij topcarnavalist in hart en nieren zou zijn, toch verkoos om met vrouwlief naar Tenerife te gaan.
Je zou het je heden ten dage niet moeten riskeren om op eender welk carnavalsevenement van dat niveau naar het buitenland te trekken.

Bij de vaste opdracht dienden de kandidaten een telefoongesprek te voeren met Herman Daelman als tegenspeler. Het gesprek van Loeken ging over het nakende bezoek van de paus aan Aalst en hoe hij het zou aanpakken. 

Daarna presenteerde Loeken een playbackshow van ‘Radio Vroi Oilsjt’, waarbij heel wat politici op de korrel werden genomen. Dit gebeurde met assistentie van twee (mannelijke) stadhuishostesses in hun ceremoniekledij.
Een briljante show werd het, in een wervelend tempo, en met heel wat variatie en zelfs het hondje van Loeken kreeg een rol. Hij verscheen in hetzelfde plunje als zijn baas op het podium.

Het einde van de show betekende meteen één van de hoogtepunten van de prinsenkiezingen doorheen der Jaren. Hij bracht er het onnavolgbare ‘Djing klet boem, ik boit in ne citroeng’, zichzelf begeleiden op een grote trom.  

Ook Johny bracht een mooie show, maar het mocht duidelijk zijn dat het niveau iets te laag zou zijn om het tot prins te schoppen. 
Een nieuwe nederlaag voor Johny zat er aan te komen, en eigenlijk had hij er zich zelf al heel snel bij neergelegd dat het zo zou verlopen. 
De show was goed maar miste nog net dat ietsje ‘peper en zout’ … iets meer vuur en passie.

Paco Milou kwam als derde opdraven. 
Hij presenteerde een stand die hij zou bezetten op een bevoorrechte plaats op de volgende jaarbeurs. De stand et sportartikelen die hij een voor een aan een politieker opdroeg, natuurlijk met de nodige commentaren. 
Zowat alle prominenten uit het Ajuinenland kwamen eraan te pas, en uiteraard toonde hij ook zijn vocale kwaliteiten. Hij had een trio immigranten bij die in hun smeekbede tot Allah buigend vroegen ‘Est ver de Miel’, waarop werd geantwoord ‘Joot’. 

Paco werd ook begeleid door zijn trouwe engelbewaarder die hem met een diepe stem uit de hemel voor zijn misstappen zou behoeden.

De jury gaf uiteindelijk 648 punten aan Loeken Tatjen, Paco Milou kreeg er 576 en Johny verdiende 504 streepjes achter zijn naam. 

Voor de stemming uit het publiek werd angstvallig in de gaten gehouden dat elke aanwezige zeker niet meer dan 1 biljet in handen kreeg. Ook niet als hij / zij eens naar buiten ging en met een andere toegangskaart opnieuw terug zou binnenkomen. 

Tijdens het stemmen en het tellen vond een Aalsterse show plaats. Vooral de FS-band maakte zich heel verdienstelijk. 
De show was mooi, maar duurde een eeuwigheid. 

Pas om kwart na één, ‘kot in de Aalsterse nacht’ dus, kwamen de definitieve uitslagen tevoorschijn.

De zaal gaf 772 aan Loeken, 663 aan Paco en 333 voor Johny. 

Loeken Tatjen werd dus de opvolger van Goebby, die geëmotioneerd afscheid nam van ‘zijn’ publiek en de scepter. 

Op de carnavalsraadzitting kreeg de nieuwe Prins de stadssleutel, onder de vorm van een grote, roestige Engelse sleutel, overhandigd uit handen van burgemeester Raymond Uyttersprot, die eraan toevoegde dat Loeken met deze sleutel misschien wel toegang zou krijgen tot achterpoortjes. Net zoals zijn voorgangers, werd Loeken rondgevoerd door stadschauffeur Alfons Janssens, die achteraf beweerde dat de Prins geen enkele keer dronken geweest was tijdens de drie dagen van carnaval. Loeken ontpopte zich eigenlijk als een ‘gezonde mens’, niet roken, niet drinken …

Tijdens zijn prinsenjaar kon hij ook rekenen op begeleiding van Norbert De Winne en zijn groep De Destereers.

Fanatieke tegenstanders bleven Loeken echter steeds achtervolgen met heel onsportief boe’geroep wat ervoor zorgde dat hij zich een tijdje ‘weg stak’. 

Op Radio Vrij Aalst mocht Loeken achteraf terugblikken op zijn prinsenjaar en daarbij had hij het dan ook over zijn deze individuen die hem het hele jaar hadden blijven kwellen en op awoe-geroep bleven trakteren. 
Op de avond zelf, tot daar aan toe, maar een heel jaar lang was toch van het goede te veel. 
Het kwam zelfs zo ver dat hij een brief schreef naar de stad Aalst en het Feestcomité, waarbij hij enkel zijn medewerking nog verleende aan officiële plechtigheden. 

De onsportieve boosdoeners zouden aanhangers van AKV-voorzitter Paco Milou geweest zijn, die maar niet konden verkroppen dat hun kandidaat tweede geëindigd was op de prinsenverkiezing. 
Paco Milou zelf riep binnen het AKV wel op om de verkozen Prins Carnaval te accepteren, maar het kwaad was toen al geschied en Freddy weigerde ook effectief zijn medewerking aan de Aalsterse Avond in zijn prinsenjaar.

Op zijn afscheidsbal bleek echter dat hij wel een goede kandidaat geweest is, want er kwam volk vanuit alle regio’s van het land. Ook prins van Belgie, prins Oost-Vlaanderen enzovoort liepen er rond. 
Naast hen ook Popoll en Patrick, de twee kandidaten voor het volgende jaar, leden van de caemere, orde van de ajuinprinsen en –prinsessen, Kamiel, oud prinsen, enzovoort enzovoort. 

Freddy zou één keer prins worden, maar is in Aalst wel één van de autoriteiten gebleven op zanggebied.

Na zijn prinsenjaar sloot hij aan bij de Prinsencaemere waar hij Jean-Paul De Boitselier, waar hij heel veel bewondering voor had, terug vond. 
Loeken werkte er actief mee aan de toen populaire travestieshows en later ook in de Prinsenrevue's 

In de periode 1992 - 2007 verschenen er dan ook heel wat liedjes van Loeken Tatjen op de cd's van de Prinsencaemere. De meeste van deze liedjes werden door Loeken ook gezongen tijdens de prinsenrevue's. 

De liefde Louken – Prinsjencaemere leek echter op een laag pitje te staan. 

In 2011 lonkte Loeken duidelijk naar een samenwerking met De Prinsengarde, maar in 2012 dook hij toch opnieuw op bij De Prinsencaemere. 

Naast een soloproject in 2012 zou het echter opnieuw meewerken met De Prinsengarde en in 2014 maakte hij dan ook officieel zijn overstap van de Prinsencaemere naar de Prinsengarde. 
Bij de Garde is hij steevast paraat tijdens de carréshows en zijn liedjes zijn te horen op verschillende cd's van de Prinsengarde.

Dat hij een begenadigd zanger was, dat was trouwens al lang geweten. 

Van 1983 tot en met 1990 bracht hij immers elk jaar een plaatje uit. 

Toen in 1986 Sandra Kim het Eurovisiesongfestival won voor ons land, begon er iets te broeden en in 1987 nam hij toen samen met Jean-Paul De Boitselier twee liedjes op; 'k Drink Zoe Geren Safir (op de tonen van het songfestivalnummer ‘J’aime la vie’, en 't Flotjesconseir. 

Jean-Paul en Loeken Tatjen hadden er een overdonderend succes mee op de Aalsterse Avond in 1987 waar ze samen zorgden voor één van de hoogtepunten van de avond. 
De teksten van beide liedjes, waren afkomstig van Jean-Paul.

In oktober 2013 stelde Loeken Tatjen een nieuw soloalbum voor met de naam De 10 van 14. Op de cd zong Loeken tien nieuwe nummers, van de hand van Clark Van Mere. Als bonusliedje zong Loeken het liedje Ik ben van Oilsjt. 
Tijdens de officiële voorstelling hiervan liep het echter wat mis. 
Bij het openenn van de cd-doosjes bleek immers dat de uitgever er een verkeerd schijfje had ingestoken. 
De voorstelling – live – kon dus wel doorgaan, al moest iedereen die het cd’tje gekocht had, wel nog even wachten op het juiste schijfje, dat later in de week bezorgd werd. 

In 2017 mocht Loeken de Koesjkes Mietink, een organisatie van ‘Voil Janest es gien Travestie’  officieel openen. Deze editie was immers omgedoopt tot den Djing Klet Boem Toer, naar het liedje van Loeken Tatjen.

Ook MuzikOilsjt, de serie cd’s die in mekaar gebokst wordt door Bart Marcoen stond in 2018 in het teken van Loeken. Een prachtige ode aan één van de beste zangers uit het carnavalsmilieu met maar liefst 34 van zijn hits was het resultaat. 

In 2017, 2019 en 2020 was Loeken Tatjen te zien tijdens Oilsjt Zingt.

Prinsjen van Oilsjt : 1984 : Eddy Van Gijsegem 'Goebby'

Zaterdag 11 februari 1984 … De Keizershallen te Aalst ...
Alweer een kiezing waar nog over gesproken zou worden. 

Het begon allemaal met de kandidatuur van Eddy (°29/11/1954). 

Normaal gezien moesten de aanvragen voor 31 december '83 ontvangen zijn bij ''t stad', maar toen er maar twee kandidaten bleken te zijn, werd de periode verlengd. Het is in deze periode dat Eddy zich kandidaat stelde, wat meteen leidde tot een heleboel verwijten van de aanhang van de twee andere kandidaten. 
Dat hij politieke steun gezocht zou hebben om de periode te laten verlengen, countert hij in De nieuwe gazet van Aalst zelf met 'uit de lucht gegrepen … niets is minder waar … Ik begrijp wel dat ik heel wat stof doen opwaaien heb, maar persoonlijk vind ik een verkiezing met drie deelnemers toch prettiger om volgen als met twee'.

Eddy was reeds een gekende figuur in het Aalsterse. 
In de jaren ’70 was hij muzikant bij ‘The Goebby’s’, een coverband onder leiding van Egon Groebbens. Zij schuimden veel bals en dansfeesten af en het was de naam Goebby die hem zou blijven achtervolgen. 
Hij bleef tot begin van de jaren ’80 bij de groep. 

Hte muzikale zat er dus al duidelijk in, maar ook het carnavalsvieren was Eddy niet vreemd. 

In behaalde hij al de titel  'bierprins' was, was hij aangesloten bij de 'Sjiepeerekes' en gezien zij in 1984 hun 10 jaar jubelee vierden wouden ze maar al te graag een prins in hun midden. Hij vernam deze wens pas laat en het is daardoor dat hij zich ook zo laat kandidaat stelde. Het zou eerst de bedoeling geweest zijn dat Jozef (hun voorzitter) zich kandidaat zou stellen, maar om allerlei redenen is dat toen niet doorgegaan. 

De prinsenkiezing kreeg later trouwens nog extra negatieve bijklank toen jurylid Kieckens in opspraak kwam wegens het missen van het optreden van één der kandidaten. 
Hij mocht voor geen enkele kandidaat punten geven. 

De voorstelling zelf dan ...

Nadat Kamiel de supporters van de drie kandidaten, Herman Van Gijseghem, Erik De Saeger (Rickie) en Eddy Van Gijseghem (Goebby) een geluidstest had laten uitvoeren heeft op de tonen van 'Oh Remongsken, wa zedde gij van zin...', konden ze starten met de vaste opdracht. 

Ze dienden 20 vragen in verband met Aalst carnaval te beantwoorden. Een quiz dus eigenlijk, naar het voorbeeld van de carnavalsquiz die jaarlijks door de Dekenij Koolstraat op touw wordt gezet. Later zouden deze vragen opgelost dienen te worden alvorens de avond begint. 

Het was opvallend hoe weinig juiste antwoorden er werden gegeven door de deelnemers. Zo kon bijvoorbeeld niemand nog vertellen wie de eerste Aalsterse prins was, wat de echte naam is van de Ajuinboer, wanneer de verbranding plaats vindt op vastelauved, en nog wat dergelijke vragen.
De scores waren dan ook navenant (heel laag). 

Rickie en Goebby elk 6 punten, en Herman had slechts 5 antwoorden juist … en dat op een totaal van 20. 

Na dit verplichte onderdeel was het de beurt aan de Aalsterse Gillis om een optreden te geven. Zij zouden in 1984 opnieuw aan de kop van de stoet lopen, zodat ze zelf het tempo kunnen aangeven. Dit in tegenstelling tot het vorige jaar, toen ze met meer dan 20 minuten vertraging aankwamen op de markt. De bandopname met de Gillis-muziek kreeg dus een onverwacht ‘live’ tintje doordat het trommelkops van Sjik ook aan het spelen was, en meteen inpikte op hun muziek. Een algemene repetitie dus eigenlijk …

Dan mocht Goebby als eerste het podium op om zijn 'vrij optreden' te geven. Na het liedje ‘d’Oilsjteneers gon weir vieren’, op de tonen van het rode Duivelslied van Will Tura en met de traditionele carnavals ingrediënten, nodigde hij de twee bekende Aalsterse Lowie’s uit op de scene. 

Samen met Jean-Pierre De Wulf ('Jani') als Mr.Louis en Jozef Van Neck als ‘Zwet Lowieken’ werkte hij een heel leuke bandmontage af. 
Jammer genoeg had ook deze uitgave van de prinsenkiezing te maken met de alom bekende ‘play back microbe’, en had men te kampen met heel wat technische probleempjes die hier en daar voor een verkeerde noot zorgden.

Na deze ‘Goebby is anders’-show werd het tijd voor de ‘Goebby-Hill’-show. Opnieuw met dezelfde figuranten bracht de kandidaat een voortreffelijke saxofoonsolo. De show werd uiteindelijk besloten met het lied ‘In Oilsjt is ‘t carnaval’, wat duidelijk een meezinger bleek te zijn. 

Al was de show misschien niet van het allerhoogste niveau, toch werd het duidelijk dat het niet zo gemakkelijk zou zijn om hem van de titel te kunnen houden. 
Goebby had als muzikant natuurlijk al wat podiumervaring, wat hem natuurlijk ook deze avond een voordeel bezorgde. 

Herman, die als tweede kandidaat mocht opdraven, bracht een heel originele presentatie. In het begin van zijn optreden, was hij vermomd als opwindbare clown op rolschaatsen. Een echt unieke opkomst dus. Ook het liedje waarin hij zichzelf als kandidaat voorstelde, bleek heel succesvol te zijn. 

Jammer genoeg bleek na deze voorstelling het sprankelende te zijn verdwenen. Het niveau van de rest van het optreden ging naar beneden.  Bijgestaan door twee lieftallige assistentes bracht Herman een demonstratie van disco rollerskating, een voorstelling die heel langdradig bleek te zijn, maar ‘eigenlijk ook niets met carnaval te maken had’. 

Als besluit vertelde hij het Oilsjterse smurfenverhaal, samen met de Oppersprotsmurf , een vrouwelijke smurf met de Coithakwaal, de Dédésmurf en de dikke smurf in de hoofdrollen. Ook dit gedeelte was eigenlijk wat lang uitgesponnen, en het publiek verloor de aandacht. De aandacht die trouwens niet meer zou weerkeren bij de laatste medley van deze kandidaat.

Rickie dan. Hij was reeds aan zijn tweede kandidatuur toe. In 1983 werd hij jammer genoeg verslagen door Balou, maar er werd gehoopt dat hij nu wel kans zou maken als hij een betere show zou kunnen voorleggen aan publiek en jury.
Hij verscheen, na een voetbreuk, wel met krukken op het podium, wat de vlotheid van het optreden natuurlijk niet bevorderde. We kunnen dus zeggen dat er letterlijk 'een stokje' werd voorgestoken.
Hij werd bijgestaan door een mannequin en een vrouwequin, en bij het begin van de show sloeg hij dan ook nagels met koppen door te beweren dat men zelf, en niet de medewerkers, voor de show dient te zorgen. 

Vandaar dus twee etalagepoppen, die zonder beweging bleven staan op het podium.  
Alle accessoires van deze stille medewerkers werden voorgesteld en uitvoerig beschreven. Zo was er het Coitha corset van schepen Lievens-Borms, de reisvalies van schepen De Pauw, de joggingbroek van de Gillis, de scheenbeschermers van Marc Galle en de schaatsen van de burgemeester, die trouwens ook al aanwezig was in de zaal. 
Rickie besloot zijn optreden met het liedje ‘We zijn in zwier’, maar net zoals vorig jaar bleek opnieuw dat hij niet over de beste zangkwaliteiten beschikte. 

De jury gaf duidelijk de voorkeur aan Goebby, die 64 punten kreeg. Herman haalde 59 en Rickie bengelde aan het staartje met 52.

Deze puntenverdeling leek later heel beslissend te zijn want zo wel Rickie als Goebby haalden uit het publiek bijna evenveel stemmen. 419 tegen 417. Herman volgde helemaal achteraan met slechts 175 punten. 

Vooraleer de definitieve uitslag bekend werd gemaakt, kregen de aanwezigen nog een typisch carnavalsprogramma voorgeschoteld.  Verantwoordelijken hiervoor waren Kamiel Sergant, Loeken Tatjen (die zich zou opgeven als kandidaat in 1985) en de Prinsencaemere. 
Wat het optreden van de ex-prinsen betrof, vielen alweer Michel en Antoine op.  Ook waren er prachtige optredens van Johny Cooman, Jean-Paul De Boitselier, Jempi, Balou en Stefaan. Ook de Keizer, Kamiel, bracht nog een gesmaakt optreden. 

Nadat prins Balou de nodige speeches en bedankingen de wereld had ingestuurd, was het de beurt aan de proclamatie van de nieuwe prins. De burgemeester, Uyttersprot, overhandigde hem het erelint, en Balou moest de scepter afstaan aan zijn opvolger. 

Toen zondagmorgen de kersverse prins aan zijn woning arriveerde, bleek dat enkele snoodaards (lees : carnavalisten) zijn deur hadden gebarricadeerd. Hierdoor was het voor de prins, die de slaap wel goed kon gebruiken, een hele opgave om zijn bed terug te vinden. 
Eens het bed gevonden, mocht hij ondervinden dat zijn zoektocht eigenlijk niet echt nodig was, want van ‘s morgens vroeg stond de telefoon roodgloeiend om hem te feliciteren met de overwinning.

Nog datzelfde jaar stelde Goebby zich ook kandidaat als 'prins van Oost-Vlaanderen'. Hier moest hij jammer genoeg de duimen leggen voor Georges De Neve uit Denderleeuw. Presentator van dienst, Antoine Van Der Heyden, moest de gemoederen onmiddellijk bedaren omdat onmiddellijk moord, brand en … bedrog geroepen werd. De puntentelling zou niet eerlijk verlopen zijn.
Antoine moest dan komen uitleggen dat de hoogste en de laagste quoteringen niet in aanmerking kwamen bij het samentellen van de punten … Zelfs aftredend prins van O.Vl, Didier Roy, vond het te gortig en mocht zelfs het podium niet meer op om zijn titel over te dragen ...

Natuurlijk werd 'Goebby' een graag geziene gast op evenementen zoals de jaarbeurs en dergelijke, en bracht hij sedertdien al enkele carnavalhits ten gehore (voorbeeld 'Pompbak' met Loeken Tatjen, 'Het woter van den Denjer', 'Vivan Vakanse in Tirol' met Antoine Van der Heyden en Maurice De Smedt, 'De Wandelclub' met Guy Walgraef, de Foef en Kristof Devos, Ja Dozje, nie Dozje (met Antoine, Kristof Devos, Kenny D'Hondt, Maurice De Smedt, Chris Baeten en Luc Peirlinck) en ga zo maar door en ga zo maar verder.

Net als enkele andere prinsen hem al hadden voorgedaan, nam ook hij deel als kandidaat prins van Oost Vlaanderen . Hij moest jammer genoeg het onderspit delven tegen Georges De Neve uit Denderleeuw.

Eddy werd na zijn prinsenjaar lid van de Prinsencaemere, waar hij een graag geziene aanvulling werd.
Hij nam onmiddellijk aan de Travestieshows als Lola Sax. Eddy nam ook deel aan de revueshows van De Prinsencaemere en was in 2017 en 2019 te zien in het Oilsjters Zangpalois. De liedjes die hij in de revueshows bracht, verschenen op de cd's van de Prinsencaemere.

Zijn toenmalige echtgenote, Odette Scheerlinck zou in 1989 ook een gooi doen naar de titel prins carnaval, maar ze viel af bij de preselectie.

Prinsjen van Oilsjt : 1983 : André Marcoen 'Balou' (+2014)

Balou was een populaire Prins die met veel humor vaak het publiek kon 'meenemen'.
Jarenlang bleef André zich, zowel voor als achter de schermen, inzetten bij De Prinsencaemere.

Op het podium voelde hij zich opperbest, dat bewees hij keer op keer met zijn 'typetjes', en ook zijn zangtalenten zullen voor altijd in onze herinneringen blijven bestaan door de vele carnavalshits die hij ons achterliet.

Balou was van de Koolstraat, een buurt met nogal wat carnavalisten. Zijn echte naam was André, maar iedereen noemde hem Balou.

Deze bijnaam komt uit de tekenfilm van Disney, Jungle Book. André was als kind een nogal mollig ventje en toen hij jong was, bracht Disney die film in de cinemazalen. Het duurde dan ook niet lang of iedereen noemde hem ‘Balou’. Een echt scheldwoord was het niet, eerder een 'koosnaampje', en zelf gebruikte hij trouwens ook graag die bijnaam. In zijn show op de prinsenverkiezing van 1983 vroeg hij zelfs in een liedje om te stemmen voor ‘Balou, de chouchou oit de Koeilestraut”.

Als 16-jarige startte Balou met de 'Ware Berkens', erna kwamen 'De Krakken', die het jammer genoeg maar twee jaar volhielden, en sindsdien was hij lid van De Destereers.

Balou verklaarde ooit volgende "Een Prins moet de geest en de spirit van de Aalstenaars hebben en begrijpen..."

Iets wat hij jarenlang trouwens zelf met glans bewezen heeft.

Ook bij Balou was het idee om eens mee te doen aan de prinsenverkiezing geen ééndagsbeslissing. Reeds jaren liep hij met het idee rond om eens mee te dingen naar de meest begeerlijke titel van Aalst.

André Marcoen zocht geen heil bij mensen uit de showwereld. Voor de verkiezingsshow heeft hij zijn eigen nummer volledig zelf opgebouwd. Weliswaar kon hij rekenen op de medewerking van Michel en Antoine, twee alom bekende carnavalsratten, die van wanten weten.

Natuurlijk brachten ook zij de politieke situatie op de korrel.

Balou betreurde het vandalisme tijdens de carnavalsdagen. Hij was met name de mening toegedaan dat dit alles toe te schrijven is aan mensen die niets met carnaval te maken hebben. “Een echte carnavalist doet zo iets niet” verklaarde hij in de pers voor de verkiezingen.

“Het spijtige van de zaak is dat Aalst als carnavalsstad zijn reputatie aan het verliezen is door dergelijke feiten. Wanneer je buiten de stad komt, wordt je verweten dat het Aalsters carnaval agressief is. Men is daar de mening toegedaan dat men tijdens de zotte driedaagse in Aalst alles, maar dan ook alles, toelaat. Het carnaval in Aalst zou moeten kunnen verlopen in een sfeer van vriendschap en kameraadschap. 

Hij heeft ook zijn eigen opvatting over het wijkcarnaval. “Ik weet niet waar het heengaat als iedereen met pluimen gaat oplopen. De eigenheid van de Aalsterse carnaval is alleen maar hier te vinden “.

Het is volgens Balou niet omdat men een hoed met pluimen draagt dat men mag gaan spreken van een carnavalist. Volgens hem hebben een aantal prinsen in het verleden dit reeds bewezen.
De bierprins zou men bijvoorbeeld een levende reclamespot kunnen noemen voor een brouwerij. Dat geldt ook voor de Ajuinprins die wordt gekozen door enkele wijkcafés. Carnaval in Aalst moet volgens André weer een écht straatfeest worden, van aan de Poitepit tot aan het Berrepitjes. Iedereen moet er opnieuw aan deelnemen, zowel jong als oud. Niet de kostuums of de mooie wagens moeten er primeren, maar wel de volkse spot, eigen aan de Oilsjteneers.

Nu, enkele decennia later, is dit nog steeds een probleem. Carnaval lijkt niets meer op carnaval van vroeger. De cafeetjes, waar tot in de vroege uurtjes werd gedanst, zijn nu vervangen door 'de pompiers', die luide 'boemboem' muziek vooral nog de jongeren aanspreken.  

In de Gazette van Aelst van 10/12/1982 verklaart hij dat het deelnemen aan de prinsenverkiezing zeker een veeleisende bezigheid is. “Ik ben al enige weken bezig met alle bals en zo af te lopen. De Destereers helpen me daarbij enorm, want als je alles alleen moet doen, is het té zwaar. Tenslotte kan je pas verkozen worden als je voldoende supporters meebrengt naar de verkiezingen”.

Op dat ogenblik maakte hij zich nog helemaal geen zorgen over de financiële kant van de zaak, en had hij ook nog geen budget opgesteld.

De verkiezingen zelf dan. Het verslagje werd gemaakt door de Nieuwe Gazet Van Aalst (28/1/83) :

Een straaltje zweet parelt waarempel reeds van onder de gekende lemmekenscoiffuur. “Ze noemen mij Balou, de Chouchou” is een eerste meestamper, die hem als het ware op het, toch wel mollige, lijf is geschreven. Vanop de (s)preekstoel orakelt Balou dat de Koolstraat het wachten op een carnavalsmuseum moe is. Dan maar gauw zelf een museum op het podium geïnstalleerd.

Balou leidt ons met strenge Ernst langs de rare beestjes die de muren schuren. De krokoraymondilius met zijn grote muil en averechte poeiten en het kannygeroeken dat nog maagd is omdat het zo snel springt maar dat toch zo ne grote zak heeft. 
In den boegoard zit de Gier-egoard zijne nest te klasseren en te repareiren. Willy-aalnoam komt net terug van het hof van kastratie en Lowie Van Flosjegem die als oanhaver wintj van al de andere beestjes, heeft nog jonge pootjes.

De chouchou van de Koolstraat zorgt dan voor nog twee andere Jempiaanse chouchoukes, goed voorziene van oren en poten, die met de waggelende Balou een shownummertje ten beste geven.

Een luid applaus dat even later, als Rickie op het podium komt, aanzwelt tot een orkaan.

Het is namelijk deze Rickie die de beste kansen heeft, want hij heeft duidelijk het publiek op zijn hand.

Fraai uitgedost als toreador, en samen met twee Spoinsche Fiestamiekes begint een zoutloze liedjespotpourrie. 'Valencia en de mensen zonder centen', 'Hasta La Vista Mañana', en ja zelfs Julio Iglesias komen één voor één aan de beurt.

En wat zien onze verbaasde ogen : Rickie en zijn twee akkolieten staan een beetje onbeholpen te dansen op de scene. Dat houdt hij zo een tien minuten vol, terwijl zijn enthousiaste supporters rond de jury beginnen te huppelen, waarschijnlijk om het gedoebber op het podium te verbergen.

Het tweede deel van zijn optreden is zelfs beneden het peil van de prins van Waubrechtegem. Als boer verkleed staat hij onbeholpen in play back een liedje te zingen. Nee, Rickie, volgende jaar beter maar dan in Oudegem of zo, waar het niet zo opvalt.

Nochtans het applaus blijft stormachtig, en de stilte als Roger opkomt wordt er des te opvallender door.

Aangesloten bij de Bond van de Vooruitziende Vrouwen, heeft sluwe Roger aan alles gedacht, en kunnen we genieten van een warm play-back applaus.

Samen met vrouw en dochter komt hij op als Pierrot en dan volgt er een mooi afgewerkte dans op muziek uit de film ‘Cabaret’. Daarop volgt een mooie kersttoespraak met veel sneeuw. Sneeuw over de stoet, een poëtische evocatie van de hand van Antoine. Wel een mooie tekst, maar naar mijn smaak een beetje te ernstig voor de spotlust van de Aalstenaar.

Want dat is wel zo, hoe 'zot' Antoine het ene moment is, des te serieuzer zijn ook sommige teksten van hem.

Michel(ine) en Antoin(ette), twee pronte verpleegstertjes van het OCMW, mogen hun nieuwste plaatje voorstellen. Het wordt een show die alles behalve mijn botten is. Alloo, alloo, alloo, wie krijgt er hier weeral een veeg uit de pan kadoo ? Een zatlap aan de toog probeert mij te overtuigen dat één van dei twee sjarels zich eens zou moeten opgeven voor prins Carnaval.

Nijvere leden van carnavalsgroepen proberen hun door de crisis gehalveerde kas te spijzen met de verkoop van plaketten, steunkaarten, stikkers en andere brol. Een ambetanterik met een wit vestjen steekt een nootje in mijn mond en probeert mij vervolgens een zakje aan te smeren.

En terwijl maar aanschuiven om aan dat begeerde pintje te geraken. Juist op dat ogenblik dat ik mijn tuitende oortjes een ogenblik rust wil gunnen in de lege bodega en een koele slok mijn gemartelde keelgat streelt, zijn daar de punten van de jury.

Voor Balou regent het achten en negenen, wat zeker verdiend is. Goed voor een totaal van 1500 punten.

Voor Rickie een gulle zeven, een karige vier en een pak unanieme zessen. De supporters hebben blijkbaar hun kelen niet voor niets schor geschreeuwd, want hun poulain totaliseert toch nog 996 punten.

Over Roger blijft de jury verdeeld, met als maximum een acht, en als minimum een paar vieren en een totaal van slechts 610 punten. De karige supporters worden er zo mogelijk nog stiller van. Voor Roger is een mooie droom voorbij.

De strijd gaat vanaf dan dus nog alleen tussen Balou en Rickie. 
Zal het puntenvoordeel van de eerste opwegen tegen het stemmenaantal van een meute steeds luidruchtiger wordende supporters van de ronde toreador? 

Als Kamiel bekend maakt dat Roger 265 stemmen uit de zaal kreeg, Rickie 563 en Balou “toch nog” 530 is het verdikt gevallen.  Vreugde en tranen alom en een scepter van uittredende sympathieke Jempi voor de nieuwbakken “Prins Balou de eerste en de leste”.

Dat was het dan weer de grote prinsenverkiezingen van ons ienig Oilsjt.

Op gevaar af voor een krefter versleten te worden, wil ik toch nog enige randbemerkingen maken. De Jury heeft sterk toegegeven aan de druk van het publiek. Zo werd Rickie met zijn grote aanhang overgewaardeerd. Een reeks énen en tweeën had beter het peil van zijn “show” weerspiegeld.
Roger, zonder aanhang, verdiende daarentegen een hogere quotering, want al was het misschien geen carnavalshoogstandje, de show zat knap in elkaar en werd goed gebracht. Balou stak met kop en schouders boven de twee anderen uit, en hij is er in geslaagd zijn gebrek aan supporters goed te maken door de ongeveer twintig procent onbesliste kiezers achter zich te scharen. 

De beste heeft gewonnen, dat moet iedereen toegeven.

De geluidskwaliteit, één van de belangrijkste ingrediënten was ronduit terribel. Frans Wauters was er zelf niet over te spreken. “Wij moesten een aanbesteding uitschrijven, en dan de goedkoopste nemen van ‘t stad. Ge ziet nu wat er dan gebeurt”

Ik hoop in elk geval dat de aanwezige schepenen, net zoals ik, ‘s anderendaags schele hoofdpijn hadden. En van ‘t bier zal het niet geweest zijn, want je moest een half uur vechten om een pintje vast te krijgen. Ze hadden beter van het podium voor de Kamillekes en de lege dure bodega enkele togen gemaakt om de dorstigen te lessen.

In het lokaal van de Destereers was het na afloop minder dorstig. Balou werd er opgewacht door een grote schare supporters en gaf prompt twee vaten op de overwinning. En of dat gesmaakt heeft.

De grote overwinnaar en prins van 1983, Prins André Marcoen 'Balou', is vrijdagnacht 7 November 2014 overleden na een moedige strijd tegen longkanker. Op 15 november zou hij 59 jaar geworden zijn...

Op maandag 18 November 2014 werd in de foyer van CC De Werf een laatste eerbetoon gebracht aan de overleden Prins.Vrienden, familie en De Prinsencaemere werden even stil, en zorgden voor een waardig afscheid.

Prins Jempi, goede vriend van Balou, verwoordde het als volgt:

"Al het applaus van de shows, stop ik in een doos en die bezorg ik jou nog wel. Ik zal je wel nog vinden".

Balou en Jempi waren twee handen op één buik. Balou heeft Jempi zelfs ooit gevraagd of hij ‘broer’ tegen hem mocht zeggen. Beiden waren ze enig kind.

Jempi: “"Onze hoogdag is de dag van de Voil Jeanetten. Onze outfit trok elk jaar de aandacht van het publiek en we gaven interviews aan televisie en kranten. Er ging geen carnaval voorbij of we kwamen op tv. Balou en ik en Angelo, familie van Balou"

Jacquy De Pauw van de vereniging van De Losse Groepen vertelde 'André was de enige Prins tot op vandaag die sympathie en oog had voor de bijdrage van de losse groepen aan onze stoet en de raadszitting. Als zodanig is hij voor mij de enige Prins van alle carnavalisten.'

Prinsjen van Oilsjt : 1982 : Jean-Pierre Timmerman 'Jempi'

Voor de verkiezing van 1982 hadden zich verschillende kandidaten aangemeld.

Jozef Cooman (kortweg ‘Jef’) is stadsmedewerker en kreeg de zorgen over de sportterreinen toegewezen. Hij is gehuwd en heeft twee zoons. Hij heeft eigenlijk maar twee hobby’s : wielertoerisme en carnaval.  Hij is al 14 jaar lid van de Kornissesloipers, waar hij tevens ook schatbewaarder is. Als hij wordt uitgekozen, zal hij samen met zijn groep het hele land doorkruisen, om Aalst nog meer in de verf te zetten, en om overal een brok authentiek Aalsters carnaval te brengen”

Jean-Pierre Timmerman (Jempi voor de vrienden) is een staatsbediende en trotse bezitter van een krijgshaftige snor.
Hij is door zijn huwelijk in Aalst komen wonen, maar is intussen al sterk ingeburgerd, en vergroeid met de stad.
Hij is lid van de Matotten, en was voor een eerste keer te zien op de Aalsterse avond vorig jaar.
Ook hij is zinnens om de Aalsterse carnavalsmentaliteit overal uit te dragen.

De derde kandidaat Eddy Van Der Steen, ontbrak wel op het appel tijdens het driekoningenfeest, maar zou toch meedingen naar ‘de scepter’. Hij was meubelmaker van beroep, gehuwd en vader van een dochtertje. Hij heeft heel wat carnavalswijsheid opgestoken bij Keizer Kamiel, gezien hij al negen jaar aangesloten was bij de Kamillekes.

Hij debuteerde voor het Aalsterse publiek in 1981 tijdens de Aalsterse avond.

Zijn slogan ‘Oilsjt boeven’ is zijn slogan en deze wordt kracht bijgezet door de sterke steun van John Massis, in wiens armen hij op de affiche rust.

Eddy heeft de intentie om de naam en faam van Aalst als carnavalsstad tot ver buiten de grenzen uit te dragen.

Een oorspronkelijk vierde kandidaat, Stant Van Impe, kwam tijdens het driekoningenfeest op het podium uitleggen dat hij toch maar geen kandidaat zou zijn. “Ik mag van men vraa nie meidoeng’, zei hij, en voegt er eerlijk aan toe ‘doboi, ik wist da’k toch gien kans oi”

Op de avond van het verdict zat de keizershallen opnieuw stampesvol. Kamiel begon met de voorstelling van de kandidaten, waaruit al onmiddellijk bleek dat Jempi heel goed scoorde op de applausmeter, en dat vooraleer er nog maar één noot gezongen was, of een sketch was gespeeld.

Na het traditionele dansje van de Gilles, neemt presentator Kamiel weer het woord.
De kandidaten moeten een carnavalsaffiche samen stellen.
Jef was vooruitziend en maakte meteen al de affiche voor volgende jaar klaar.
Jempi zette Aalst zuinig op zijn kop en vertrouwde Michel het snoeiwerk toe, terwijl Eddy alles driedubbel zag.

Na een tombola, waarbij Kamiel de winnende nummers mocht afroepen, begon ‘het spel’ dan definitief.

Op het podium verscheen eerst Jef Cooman als wijze uit het Oosten, die op zoek was naar de grootste carnavalsstad van Europa. Op de tonen van Benny Neyman’s ‘Vrijgezel’ zingt hij ‘’n voil janet kaan goed verwoiten’, en schepen De Maght wordt bedacht met ‘Anny, haft na me zaksken ne kier vast’.

Ook Michel, Nicole, het Corum en Enrico komen aan bod in zijn voortreffelijke show die duidelijk werd geleid door Michel Cleemput.  Het geheel blijkt echter vrij langdradig te zijn, en dat schaadt natuurlijk de totaalindruk bij het publiek.

Als Jempi zijn opwachting maakt op het podium, barst het publiek los.

Als Pierrot kondigt hij een ‘hoesjepot’ aan van Aalsterse liedjes, en met veel schwung ondergaat hij ook enkele gedaanteverwisselingen.

Tenslotte zingt hij ook live ‘’t es in Oilsjt carnaval’ en meteen wordt het voor velen duidelijk dat de derde kandidaat heel sterk voor de dag zou moeten komen om dit nog te kunnen overtreffen.

Die derde kandidaat, Eddy, komt op het podium in het bijzijn van Johm Massis, de sterkste man ter wereld.
Eddy tracht zich met hem te meten in verschillende disciplines.

Eddy mist duidelijk de plankvastheid van zijn beide voorgangers, en hij eindigt jammer genoeg op een weinig overtuigende wijze.

Eigenlijk mist het hem enkel nog aan wat meer zelfvertrouwen, de klasse die heeft hij wel degelijk.

De supporters beginnen tegen elkaar op te schreeuwen.
Kamiel zingt ‘Oilsjt viert carnaval’, en in de zaal heerst een onbeschrijflijke ambiance.
Mark De Cock en zijn F.C. Band blazen er onvermoeibaar de stemming in.

De jury komt op de proppen met hun punten :

Jempi scoort enorm hoog (78 punten), tegen Jef met 58 en Eddy met 55.

Na nog optredens van Lotjonslos (‘Ons lieken’), Antoine en Michel, Stefaan, Mark De Cock en Kamiel blijkt dat de jury ineens verdwenen is van de aardbol.

Na een ‘doeme voesj’ van Kamiel, met bevestigend antwoord vanuit de zaal was het de beurt aan het jonge geweld om zich uit te leven op de dansvloer.

Onder goedkeurend oog van waarnemend burgemeester Gaston Van Den Eede is het dan eindelijk de beurt aan de uitslag.

Eddy krijgt 244 stemmen, en komt dus op een totaal van 646.
Jef krijgt er 273 bij en komt zo op 675.
Jempi krijgt uit de zaal maar liefst 905 stemmen, en verplettert dus zijn rivalen met een totaal van 1503 punten.

Hij zal de geschiedenis ingaan als de ‘prins met de opmerkelijke snor’.
Naast de snor had hij echter ook twee ‘speciale’ hobby's.

Een eerste was het kweken van bonsaiboompjes.

Samen met Agnes Luycks was hij zelfs vertegenwoordiger in het nationale bestuur van de bonzaiclub.

Een tweede hobby was het maken van soldaatjes in tin of plastiek. Hij kocht de onderdelen hiervoor aan en assembleerde het geheel volgens de regels van de kunst. 
Hiermee behaalde hij wat mooie prijzen. Ook zijn vrouw, Linda De Waegeneer had de verzamelwoede goed te pakken. Zij verzamelde antieke poppen. Een heel kostbare collectie poppen met veelal koppen in porselein.