Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1992: Pascal Solomé

Opnieuw twee kandidaten dit jaar. Elk op hun manier hadden ze al wat gewicht geworpen in de carnavalsschaal gelegd, maar nu was het moment aangebroken om het onder elkaar ook eens ‘uit te vechten’.

Als eerste Johny en als tweede Pascal. 

Al vrij snel na het optreden van de kandidaten werd het jammer genoeg duidelijk dat Johnny veel kans maakte om voor de vierde keer terug naar huis te worden gestuurd. Publiek en jury lieten er dan ook geen enkele twijfel over bestaan en brachten een ondubbelzinnig oordeel uit : Oilsjt viert carnaval met prins Pascal (Solemé).

Het werd een sportieve strijd tussen twee echte carnavalisten in de Keizershallen. Johnny Marcoen was (op 47 jarige leeftijd) zeker niet meer aan zijn proefstuk.

Op de kop af twintig jaar terug stond hij (toen weliswaar in de Flora-verkoopsruimte van de Aalsterse bloemenveiling) voor een gelijkaardige strijd.

Als gekend Aalsters handelaar ‘van oever t’wooter’ bood hij zich toen reeds voor de eerste keer aan als kandidaat.

Hij verloor, maar beleefde het carnavalsgebeuren van dat jaar samen met wijlen prins Jackie D’Herde. 
Een jaartje daarop bracht hij de plaat ‘Zjeur Jong’ uit, gaf zich opnieuw aan als kandidaat, maar verloor hij opnieuw de strijd, dit maal tegen prins Michel.

Hij werd steeds opgemerkt in de verschillende carnavalsstoeten, van 1972 tot 1976 als lid van de ‘Suskewieten’, en van 1977 tot 1985 als individuele carnavalist.

Met ‘De sigaar is te dier’ (1978), ‘De Cantiniere (1979), ‘De politiekers op zen Oilsjters’ (1981), ‘Keizer Kamiel op zenne velo’ (1982) en ‘De vraa van Ali-Baba’ (1982) bleef hij in het milieu ‘circuleren’.

In 1985 behaalde hij de derde plaats en nam hij zijn ‘Johnny zoi ze’ en ‘Plosjken van ‘t alverdroi donker’ op .

In 1986 namen de naar hem genoemde ‘Marcoentjes’ voor de eerste maal deel aan de carnaval. Het debuut verliep  met ‘Kinneke Baba, pakt me agaa’ als onderwerp. Sindsdien is de groep een vaste waarde geworden in de Aalsterse carnavalsstoet.

Hoewel Johnny Marcoen dus wel degelijk een onderdeel is geworden van het Aalsterse carnavalsmilieu, behaalde hij nooit de begeerde titel van prins. Laat deze paragraaf dus een ‘ode van de gemiste kans’ zijn voor Johnny.

De tegenkandidaat, Pascal Solemé, was met zijn 25 jaar een pak jonger, en was toen een rijzende ster aan het carnavalsfirmament. In 1989 was hij reeds Arendprins en in 1990 werd hij verkozen als Miss Morta.  Zijn echtgenote Nancy werd in 1991 uitgeroepen tot Ajuinprinses 1991-1992 en als lid van AKV Eirg beleefde hij reeds van jongsafaan de carnavalssfeer mee.

Vooreerst onderging de organisatie van de verkiezingsshow enkele wijzigingen tegenover de voorgaande jaren.

Deze keer was de zaal voor het eerst in twee zones opgedeeld.
Vooraan, met nadarafsluiting afgebakend, vond men de voorbehouden plaatsen, waar tafels en stoelen voorzien waren. Achteraan een open arena, waar de fans van de kandidaten en de andere carnavalisten zich konden uitleven. Het podiumgebeuren kon ook gevolgd worden op een groot videoscherm dat achteraan in de zaal aangebracht was.

Ervaringen uit vorige edities hadden namelijk aangetoond dat men vroeger op de tafels ging staan om alles goed te kunnen zien, en om de lievelingskandidaat aan te moedigen.

Gevaarlijk (er zijn er wel een paar afgedonderd), en helemaal niet solidair tegenover de mensen die achteraan stonden.

Besnoeiingen op het meubilair zouden dus zowel de veiligheid als het totale kostenplaatje van dit grote evenement ten goede komen.

Ook het kiessysteem werd aangepast. Om bedrog (zoals meermaals naar de stembus trekken zoals er soms wel eens gebeurde) uit te kunnen sluiten, werkten Johnny Meert en Pascal Solemé een sluitend procede uit met dubbele stempels. Op die manier maakten ze gesjoemel zo goed als onmogelijk.

Er was nu ook een speciale stemruimte voorziene om de controle op het gebeuren intenser te kunnen uitwerken en opvolgen.

Naar goede gewoonte werd ook dit jaar de verkiezingsshow geopend door Keizer Kamiel, terwijl de Arnold DS Band, naast een hele trits van carnavalsschlagers, muziek van toen en nu bracht.

“Carnaval in Oilsjt, dat es ‘t prinstepoilsjt” zong de Keizer, en terwijl De Kamillekes zijn slagzin nog wat kracht bijhuppelden, werd de aanwezige massa, gekomen ‘vanuit alle kontreien in Vlaanderen, en zelfs Nederland’ verwelkomd.

Bij een sportief gebaar, waarbij ze allebei een gebalde vuist in de hoogte staken, werden de beide kandidaten voorgesteld.
Een oproep tot sportieve medewerking vanwege de supporters liet dan ook niet op zich wachten.

De jury wel …

Het wachten op de jury vulde Kamiel dan maar in met op de tonen van Jan Verbracekens’s ‘Waar het lied der branding ruist’ te zingen over zijn jeugd op Mijlbeek.  
De titel : “Wor me wiegske stond” werd meteen gepromoot tot nieuwe carnavalssingel. 

Aangenaam verrassend klommen de mannen van AKV Roeidsel toen op het podium om Keizer Kamiel een paar geschenken te overhandigen.
Zoals na het openen van de gelegenheidscadeaus bleek, werd hiermee op een ludieke manier gerefereerd naar het spijtig voorval van vorig jaar, waarbij Kamiel, ingevolge verlichtingsproblemen, zwaar ten val kwam en er een gebroken arm en ribben aan overhield. Een beschermhelm van kaarsverlichting voorziene, en een plaasteren elleboogverband bleken dan ook bijzonder goed gekozen, en werden in dank aanvaard door de keizer.

De elfkoppige jury had ondertussen eindelijk plaats genomen, en de vaste opdracht kon beginnen. Begeleid door animator en lid van het Feestcomité Marcel De Block, moesten binnen een tijdspanne van amper drie minuten de namen van de tien prinsen die vanaf 1980 tot 1990 in Aalst verkozen werden in volgorde geplaatst worden volgens jaartal.

Een geschiedkundig vraagstuk dat door elke partij binnen de gestelde tijdslimiet perfect werd ingevuld, al was Pascal wel iets vlugger klaar.

Het orkest was blijkbaar “liever bij moeder thuisgebleven’, terwijl het decor werd rechtgezet voor de vrije opdracht waarbij Johnny werd aangeduid om de spits af te bijten. Door het gebruiken van een knap decor dat een carnavalesk stadsgezicht, getooid met bewegende karikaturen van vroegere carnavalisten, uitbeeldde, werd de sfeer van ‘de tijd van toen’ opgeroepen.
Kurt Heerman, die het geheel zowel ontwierp als uitvoerde, vulde hiermee zijn palmares van gepresteerde carnavalsomkaderingen nogmaals aan.

Tussen ‘de bienaveroi’, ‘’t volkshois’, ‘café d'aamert’ en de ‘viskladde’ reed Johnny per go-cart het podium op en startte zijn show. Het schouwspel bleef aanvankelijk louter visueel door het pijnlijke haperen van de micro, waardoor een groot gedeelte van zijn begintekst verloren ging. 

Het ‘gat in de memorie van de prehistorie’ werd dan vlug op gevuld door op het Samson deuntje een knappe vocale wandeling te maken doorheen de galerij van de roemruchte voorgangers in de Aalsterse carnavalswereld.
Al de persoonlijke hits van Johnny passeerden dan nogmaals de revue, vanaf ‘Zjeur jong’  tot ‘Johnny is back’.

Op muziek van Isabelle A werd dan nog maar eens bevestigd dat Oilst schoein es, en dat werd bekrachtigd met een felle ‘Klet Marjet’.

De apotheose volgde in een gevoelig lied over de intensieve waarde van het carnavalist zijn, eindigend op een theatrale oproep “Oilsjteneers, maggek als prins nie zein!” onderlijnd met een bescheiden vuurwerkje op de achtergrond.

Als interludium tussen de beide optredens werd nog maar eens gescandeerd dat Oilsjteneers’jonges van de veirkemert’ zen, en werd het soberder decor van Pascal opgezet. 


Een reuzenhart kondigde ‘Een carnaval mee Pascal’ aan, en deze leuze werd meteen ook geflankeerd door de kernachtige omschrijving van de Oilsjterse carnavalsspirit : lachen, dansen, zingen – verwoiten en in makanders zakken schoiten. Nadien werden de omschrijvingen omgedraaid en bleken ze reuzengrote ‘voil Jeannetten’ te verbergen.

“’t es men okoize, ik wil het beleven, het is ne kinderdoeim, ik wil alles geiven”, zong Pascal, en hij maakte hiermee duidelijk dat er nog slechts 28 keer te slapen viel voor er ne plezierige carnaval mee Pascal zou starten.

Zoals op elke ‘Vasteloaved foeir’ er een waarzegster is die haar ‘woordeken placeirt’, werd door Pascal de ‘magische bol’ geraadpleegd, en zag hij de ‘voil jeannetten’ een vernieuwde begroeting maken die op de tonen van Edith Piaf werd bezongen.

Met Jos Brink als referentie werd over ‘le moment suprême’ gesproken en werd de huidige carnavalsactualiteit aangesneden. Het Feestcomité, Kamiel Sergant, Den Eendracht, … Allemaal passeerden ze de revue.

Voor Willy Van Mossevelde werd voorspeld dat hij (Jean Pierre Van Rossem indachtig), zijn haar zou laten groeien, want ‘da wa da we zelf doen, da doen we beiter’, zou zijn slagzin worden.

Pascal, geheel in het zilver, leek al van bij het begin van de show meer vat te hebben op de zaal. Niet enkel voelde hij zich duidelijk meer thuis op het podium dan zijn tegenkandidaat, hij bleek ook stukken beter bij stem te zijn.

Zijn show was ook meer op de actuele carnavalsbeleving gericht. Hij was ook ambitieuzer en meer vernieuwend in zijn teksten en de keuze van de melodieën. Dit alles overstemde duidelijk het té sterk nostalgisch verstarren van Johnny’s show.

“Da stou zoee vast as ne poul, ve ons vra zweigen we allemoul”, bevestigde Pascal, en onderstreepte zijn bewering met een opmerkelijke French Can-Can, uitgevoerd door een batterij Jeannetten op krukken.
De finale bracht zonder twijfel het klapstuk en bracht heel de zaal in vervoering.
Uitgedost als magiër leek hij de zaal te bezweren, en in een wervelende afwisseling van zachte, gevoelsvolle liedjes, en daverende meestempers werd de sfeer opgevoerd tot een gepast crescendo.

Het applaus van Johnny’s aanhang leek een beleefdheidserkenning, vergeleken met wat zijn tegenstrever bij het publiek teweegbracht.

De supporters lieten in hun kaarten kijken. Toen de gelegenheidsdeurwaarder, de H. De Troyer, de nummers voor de stemming liet trekken, en Pascal het bordje met nummer één in de hoogte stak, bleek dit een eerste aanduiding dat hij de winnaar zou zijn.

Het stemmen kon beginnen. Er heerste duidelijk wat verwarring omtrent de in- en uitgang van de stemruimte, wat het loodsen door de nauwe doorgang van de ongeduldige massa nog bemoeilijkte.

Een eigenaardig stemgedrag van Vlamingen die dringen om te mogen kiezen. Tijdens de ‘echte’ verkiezingen is het soms anders.
Om de lange wachttijd te doden, maakte een hele resem van vedetten hun opwachting.

“Weir doeng voesj en hiel wat Oilsjteneirs en Oilsjteneskes daven oan de koesj” informeerde Kamiel Sergant en babbelde op zijn zo eigen kundige manier het rommelige verloop aan elkaar. Rudy Silvester uit Asse zette de reeks smartlappen in met zijn “Waarom heb je mij pijn gedaan” a la Eddy Wally.

Oud-Prins Enrico draaide verveeld rondjes toen zijn play-back act gestoord werd en onderbroken werd door een dienstmededeling. Waar haalde men het lef de ‘prins met Europa-allures’ dit aan te doen.

“We goamen nie zoagen en ons eigen bekloagen”, zalfde Kamiel en lanceerde meteen de meezinger van “Oilsjt, get men het gestoelen”.

Guy Walgraaf van AKV Eirg ging de burgemeester maar eens weer ‘opvrijen’ met zijn ‘Oh, Annieken’ , gevolgd door zijn “Carnavalist”, waarna een vriend, oud-prins, en eveneens lid van Eirg nog eens de lof van Aalst bezong. 

Het ballet van het Aalsters Karavalsverbond ging de disco toer op, waarna ‘Rik, den pompoer’ van Toisers, getooid met zijn onafscheidelijke Tettemoesj, naar een apotheose toezong : “Van na avoan zellen we saomen gaon, want Oilsjt blijft eeuwig bestaon!”.

Uiteindelijk was het dan zover. Hilda Van Lishout van het Feestcomité nam plaats bij het puntenbord, en noteerde één voor één de door de jury gegeven quotaties. 

Johnny behaalde een gemiddelde van 7,2 punten, waarna Pascal unaniem (op 1 jurylid na) op 9 gequoteerd werd.
Een gemiddelde dus van 8,9 punten.

Het publiek werd ongeduldig. Het tellen van de uitgebrachte publieksstemmen geraakte maar niet teneinde, en er werd dan maar een beroep gedaan op een lid van de Nederlandse groep uit Oeteldonck die de erwtensoepmist getrotseerd hadden, om samen et de Oisjteneers ‘de handjes in de lucht’ te steken. 

Michelleken met zijn twee kompanen uit de Prinsengarde zong dan maar zijn afscheidslied dat hij afsloot met de wens uit te drukken ‘dat we malkanderen weer mogen zien als Oilsjteneers zonder beestigheid samen op de markt. Het doet mij zeer afscheid te nemen van mijn titel, maar anderzijds kan u zich realiseren dat ‘als ge op 408 plaatsen aanwezig moet zijn, ook niet niks is’.  Hij besloot met “Voor mijn vrouw was ’t ambetant maar ik vond het plezant. Voor mij is het nu gedaan, ik kan nu bij de Prinsengarde gaan”.

Eindelijk werden dan de officiëlen op het podium geroepen. Het was intussentijd ook al al een stuk na middernacht geworden, maar dat was men intussen al gewoon met de verkiezingen in Aalst.
Schepenen Patrick De Smedt, Roger D’Hondt, De Meerleer en Gracienne Van Nieuwenborgh vertegenwoordigden, samen met de burgemeester, Annie De Maght, het stadsbestuur, en vormden de erehaag. 
Bloemen werden uitgereikt en voorzitter van het Feestcomité Odilon Mortier organiseerde de overhandiging van erkenningsmedaille en oorkonde aan de aftredende prins Michelleken.
Gaston Van den Hauwe overhandigde de officiële berekeningen en de juryvoorzitter las de overduidelijke beslissing van het publiek voor :

voor Johnny Marcoen 1404 punten, 
en voor Pascal Solemé 1647.

De scepter werd doorgegeven en het publiek bestormde het podium. 

Johnny Meert, Pascals engelbewaarder glunderde en Guy Walgraeve van Eirg barstte in tranen uit.
Blijkbaar wordt de prinsenverkiezing een ‘Arendse aangelegenheid’, wellicht tot groot plezier van Francois De Schrijver, en oud schepen Julien Vinck, die zich beiden reeds jaren inzetten om carnaval bij die van ‘Oever ‘t wooter’ ook groot te maken.

Carnaval ‘den Orend’ zou trouwens nog jaren blijven verderleven, hoewel in 2015 de laatste écht Orendse groep er de brui aan gaf, en men dus enkel nog zou voortgaan met groepen uit ’t stad, en uit naburige steden. In 2019 werd trouwens naar boven gehaald dat de Arendstoet van 2020 wel eens de allerlaatste zou kunnen worden ...

Terwijl in het ene kamp werd feestgevierd, druppelden er tranen van teleurstelling in het andere ...

Johnny Marcoen zal de geschiedenis definitief ingaan als de man voor wie het vier keer niet lukte.
Hiermee is de rij van Aalsterse carnavalsprominenten (jammer genoeg) nog een figuur rijker : de Keizer van de verliezers.

Prinsjen van Oilsjt : 1991 : Michel Heck 'Michelleken'

De carnavalseditie van 1990 was nog maar net achter de rug, of er meldde zich al een kandidaat aan voor de volgende. 

Niemand minder dan de zoon van de vroegere prins Jean-Paul De Boitselier, Yvan, bleek in maart 1990 al druk in de weer met de voorbereidingen, en stelde dat hij geen enkel weekend meer vrij was. Hij wou zoveel mogelijk carnavalsgroepen en hun activiteiten bezoeken. De jongste jaren kwam geleidelijk de jongere generatie op het voorplan, en Yvan, de derde in de De Boitselier dynastie, vond 1991 een goed ogenblik om ook een gooi te doen naar het prinsschap.

Ook hij was al sedert zijn geboorte door de carnavalsmicrobe gebeten. In 1993 was hij op 16 jarige leeftijd de jongste deelnemer op de Aalsterse avond en kon het publiek al een eerste keer kennis maken met zijn ‘kunsten’.

Hij haalde in 1990 ook de originaliteitsprijs van de losse roepen in de carnavalsstoet.

Een tweede kandidaat werd gevonden in Michel Heck, ‘Michelleken’ voor de vrienden.

Michelleken kon, na zijn nederlaag van vorig jaar, rekenen op heel wat aanhang in de zaal. Het moet wel gezegd worden dat zijn supporters zich niet van hun sportiefste kant lieten zien, en tegenkandidaat Yvan constant op boe-geroep onthaalden.

Voor de vaste opdracht moesten de twee kandidaten het traject van de zondagsstoet zo snel mogelijk weder samenstellen.

Binnen de vooraf bepaalde tijd slaagde Yvan er jammer genoeg niet in om alle naambordjes op te hangen, en ook Michelleken gaf geen foutloos antwoord op deze toch – redelijk gemakkelijk lijkende – opdracht.

Bij de tweede opdracht, het becommentariëren van de carnavalsstoet als een BRT journalist, werd meteen duidelijk dat Yvan ‘het beter kon uitleggen’ en dus beter uit de hoek kwam .

Alvorens de beide kandidaten konden beginnen met hun vrij optreden, had Kamiel nog enkele nummertjes in petto. Ook Bart Marcoen, een jongeman die duidelijk over zangtalent beschikt, bracht met zijn optreden de zaal in vervoering.

Ondertussen kregen de medewerkers van Michelleken de kans om een uniek decor op het podium te brengen.
De hele grote markt, met Borse van Amsterdam, stadhuis en Belfort (voor de gelegenheid getransformeerd naar de afbeelding van een nar), werd naar de Keizershallen gebracht.

Op de tonen van ‘verdammt, ich lieb’ dich’ zong hij ‘Oilsjt es ienig’, en daarmee brak hij heel wat carnavalsharten.

Michelleken bracht een swingende show, die zeker niet zou misstaan hebeen bij Tien om te Zien.
Helmut Lotti’s ‘Vlaamse Nachten’ werd ‘Een groeit vastnauvedfiest’.

Glitter, lichteffecten, rook te over … aan spektakel en ambiance ontbrak het die avond niet.

Ook het new beatnummer ‘Ajoin Ajoin’ en een lenige Michel die de danspasjes netjes had ingestudeerd, bekoorde het publiek enorm.

Al bij al een show van heel hoog niveau, waar echt niets ontbrak.

Alvorens kandidaat Yvan zijn vrij podium kon brengen, werd de zaal opgeschrikt door een spijtig voorval. Tijdens zijn presentatie viel Keizer Kamiel van het podium, waarschijnlijk door verblinding van het licht.
Hij werd later naar het ziekenhuis afgevoerd met enkele breuken aan de arm, een gebroken duim, en gekwetste ribben. Toch hield hij er aan om, onder luid gejuich natuurlijk, toch de verkiezingsnummers van de kandidaten eerst nog aan te kondigen.

Als presentator werd hij vervangen door de ondervoorzitter van het stedelijk Feestcomité, Mario Van Styvendaele.

Hij slaagde er in om de zaal gerust te stellen over de toestand van Kamiel, waarop hij de presentatie als een professional binnen de goede banen hield.

Kandidaat Yvan wist zijn decor goed in de show te integreren. Ook hij zocht zijn inspiratie op de Grote Markt, en hij bracht ook nog marionetten in de figuur van de Euro-Jeannet, Odilon Mortier, De Gilles, Ons Paula, … op het podium.

Zijn parlando met Miss Europa was Aalsterse spot van de bovenste plank, en als een volleerd zanger-danser zong hij zijn campagnelied ‘Madja of a badja’.

Als sluitstuk zong hij Rob De Nijs’ ‘Mallebabbe’ in een Oilsjterse versie.  
Inhoudelijk was de show meer Aalsters getint en dat leverde hem ook meer punten op bij de jury.

Van de jury kreeg Yvan 98 punten, terwijl Michelleken het moest stellen met 80.

Tijdens de puntentelling kregen de aanwezigen nog een prachtige show te zien van het AKV, met onder meer een schitterende hommage aan wijlen de Ajuinboer. De hommage werd op eigen wijze vertolkt door Hendrik Daelman.

Voorzitter van de jury, Honore Verstraten, bracht uiteindelijk, na lang wachten de uitslag.

Yvan kreeg uit de zaal 688 stemmen. Michelleken 1432.

Na verrekening met het coëfficiënt kregen we als uitslag : Yvan 1855 punten, Michelleken 2384 punten.

Michel werd dus prins verkozen uit het volk, en de aanhang bestormde na de bekendmaking dan ook vrijwel onmiddellijk het podium.

Prins Michelleken voelde zich na de verkiezing wat ‘bekocht’.

Om in Aalst de titel van carnavalsprins in de wacht te slepen, moeten er heel wat inspanningen geleverd worden, zowel op materieel als op financieel vlak.
Misschien zelfs te veel, wie zal het zeggen.
Een prinsen carrière duurt in theorie een gans jaar, maar in de praktijk gaat het eigenlijk over slechts enkele dagen.
De eigenlijke regeerperiode begint immers eigenlijk pas met de overhandiging van de sleutels en stopt al bij de verbranding.

Prins Michelleken had het zich allemaal wat anders voorgesteld. Scherpe rivaliteit en verhoudingen tussen verschillende instanties leken voor hem een klimaat te scheppen waar de lol ver te zoeken is.

Spanningen tussen Feestcomité en prins, stadsbestuur, prinsencaemere, enzovoort.

Al deze strubbelingen laten duidelijk hun sporen na en werpen een schaduw op het vrolijke Aalsterse Carnavalsmasker.

Reeds van bij de kiezing voelde Michelleken aan dat hij niet echt welkom zou zijn bij de Prinsencaemere.
Volgens hem heeft hij hen niets in de weg gelegd, maar hij voelde duidelijk dat er geen enkele sympathie van hen uit werd getoond. Ze kwamen er zelfs onverbloemd voor uit dat ze zijn tegenkandidaat, Yvan, wel steunden. 

Dus zijn besluit stond vast. Hij zou zich niet aansluiten bij de Caemere. Bij Patrick en Frank van de garde daarentegen voelde hij zich wel aanvaard en erkend.

Hij kon niet rekenen op sponsors. De 100 000 frank die de kiezing hem gekost heeft, kwam volledig uit zijn zak … en voor een gewone volksjongen is dat veel, heel veel geld natuurlijk.

Michel stak het niet onder stoelen of banken. De samenwerking met de stad beschouwde hij als ‘op een laag pitje’, en hij stelde zelfs de vraag of de stad sowieso nog geïnteresseerd is in een carnavalsprins. 

Organisatoren van andere evenementen (onder andere de Kattenstoet in Ieper) ontvingen nooit een antwoord op hun schrijven.

Advies van Feestcomité wordt in de wind geslagen.

Maar ook over het comité zelf had Michel zijn bedenkingen.

Hij argumenteerde dat er slechts weinigen zijn die van wanten weten, en dat men naar die mensen zelfs niet luisterde.

Alle 403 posten die hij in zijn prinsenjaar gedaan heeft (openingen, bijwonen van stoeten, matchen, etentjes, ..) heeft hij allemaal alleen moeten regelen.

Ook Popoll kon zich in dat jaar niet meer vinden in de werkwijze van de caemere en zou besluiten om met de gilde te breken en over te stappen naar de ‘garde’.

Prinsjen van Oilsjt : 1990 : Kris De Poorter

Op 24/11/1989 werden de inschrijvingen voor prins carnaval 1990 officieel open gezet. 
De uiteindelijke verkiezing zal plaats vinden op 27 januari.
1990 zou opnieuw een jaar van vernieuwing worden en het werd een verkiezingsstrijd op hoog niveau. 

Er boden zich opnieuw vier kandidaten aan voor deze verkiezingen en er werd ook onmiddellijk weer gewag gemaakt van een preselectie. Dit keer echter niet om kandidaten te elimineren maar om ze tips teg even. 
De jury die samengesteld was uit specialisten uit de toneel- en carnavalswereld zouden de kandidaten meer ondersteuning geven op gebied van podium- en spraakvaardigheid. 
Hoewel het dus eigenlijk niet de bedoeling was om met ‘afvallers’ te zitten werd dit op de avond zelf nog aangepast. 

Adolf Ottoey en Pascal Wiggy werden veel te licht bevonden en ‘mochten beschikken’. 

De Prinsenverkiezing zou dus gehouden worden tussen Kris en Michel, beiden van de rechteroever, maar het bleek dat het Kris zou zijn die toch het meeste steun zou krijgen van ‘den Orend’
 
Het verliep niet allemaal even sportief, en er ontstond al gauw wat ‘riezje en krakkiel’ tussen de twee. Op de avond van de verkiezing zelf kon men nog kaarten aanschaffen, maar dat werd bijna onmogelijk gemaakt door de aanhangers van de kandidaten, die een eerlijke verkoop trachtten te blokkeren.

Binnen zelf was er opnieuw wat vernieuwing te merken. 
Bij binnenkomst kreeg men de stembulletins, echter diegenen die pas na 21u00 binnenkwamen kregen niets meer. 

Om de toeschouwers achteraan in de zaal nauwer bij het gebeuren op het podium te kunnen betrekken, werd voor het eerst een videoscherm gebruikt, waarop close-up opnames van de optredens rechtstreeks werden geprojecteerd. 
De opnames en de regie van deze projectie was in handen van Videomanie. 
De kandidaten werden voorgesteld aan het publiek door middel van een videoclip, die werd opgenomen tijdens de generale repetitie van vorige woensdag.

Daarenboven heeft Videomanie van de volledige show een montage op videocassette gemaakt. Deze kon men later aankopen. 

Om veiligheidsredenen werd beslist om slechts 2300 toegangskaarten te verdelen. In voorverkoop werden er reeds 1850 aan de man gebracht. 
Per persoon kon men maar 4 kaarten krijgen. 

Als vaste opdracht moesten de  kandidaten hun supporters toespreken, in de veronderstelling dat ze beiden evenveel punten zouden gekregen hebben aan het einde van de Prinsenverkiezing en er dus twee Prinsen zouden zijn dat jaar. 
Zo moesten ze samen de groepen toespreken op de prijsuitreiking.

De twee kandidaten kwamen hand in hand op het podium om samen deze proef af te werken.
Een mooi gebaar kijkende naar het tumult dat werd veroorzaakt door de supportersclans.

Natuurlijk stond hun toespraak vol van cliché-uitspraken. Ook waren ze te geconcentreerd op hun shows. Michel kreeg na de vaste proef het meeste applaus, terwijl er bij Kris hier en daar onsportief awoert-geroep te horen was.

De shows dan. 

Het décor van Kris stelde een enorme circustent voor die omringd was door lichtjes. 
Kris zong ‘nor boiten’ waarin hij beschreef wat er in Aalst zoal allemaal te beleven was tijdens de carnavalsdagen. Hij werd bijgestaan door Guy Walgraef en Bart De Nys. 
Ook had hij enkele videocassettes meegebracht met daarop de favoriete programma’s van enkele politieke figuren. 
Gracienne van Nieuwenborgh en Francine De Bolle werden bedacht door ‘Golden Girls’,
Anny De Maght kreeg ‘The power and the passion’ voorgeschoteld. 
Willy Michiels mocht kijken naar ‘het rad van fortuin’ en De Naeyer kreeg ‘Meester hij begint weer’. 
Voor zichzelf had de kandidaat prins trouwens de ‘nu of nooit show’ meegenomen. 
‘Op zwier’ en zijn slotnummer ‘Groeten van Kris’, op de tonen van Jacques Brel ‘La Chanson de Jacky’ bleken beide topnummers te zijn. 

Michel Heck zocht het zuiders en ging de Griekse toer op. 
Het décor stond vol Helleense zuilen, en de Aalsterse politie werd voorgesteld als Griekse goden. Terwijl hij de standbeelden opblonk ging hij in dialoog met de Goden die ze moisten voorstellen. 
Anny De Maght stond voor de oppergod Zeus en Gracienne Van Nieuwenborgh werd de godin van de liefde. 
Hij bracht met ‘noeit ginnen ambras’ een herwerkte versie van ‘een vriend’ van Margriet Hermans en eindigde met het opzwepende new-beatnummer ‘Michelleken’. 

Twee goede shows en het werd duidelijk dat het een moeilijke keuze zou worden. 

Bij de punten van de jury had Kris een voorsprong van 6 punten maar doordat ook nog de vaste opdracht en de proef achter gesloten deuren daar moisten bijgeteld worden, en via een aantal afrondingen naar onder en naar boven, kregen ze beide 1048 punten. 

De zaal gaf de voorkeur aan Kris met 1085 punten. 
Via de herrekeningen betekende dat dat hij het pleit won met 79 stemmen meer.

Michelleken werd een sportief verliezen en beloofde zijn aanhang om terug te komen. 

Op de carnavalsraadzitting kreeg de nieuwe prins de stadssleutel van burgemeester De Maght in een doos van Tupperware, de werkgever van Kris. 
Tijdens de raadzitting zinspeelde hij op de drankenstand die op de Grote Markt drankjes voor 25 frank zou verkopen, maar er uiteindelijk niet zou komen. Hij zong samen met de aanwezigen het lied  De Groeite Mert Zonder Bier, wat meteen een soort protestsong werd.

Kris was erg actief tijdens zijn prinsenjaar en was bijna elk weekend op verschillende carnavalsactiviteiten terug te vinden. Johny Cooman noemde hem op de Prinsendag van de Prinsencaemere 'een prins die kon drinken zonder te waggelen'. Als Prins trad hij vaak op dat jaar, waaronder op de Aalsterse Avond '90 en het Driekoningenfeest '91.

Kris (°18/09/1968) werd dus ‘prinsj van ‘t stad ‘90’ nadat hij in ’88 ook al prins van den Orend was. 
Hij richtte in 1985 de groep Vriet op. Hijzelf werd seretaris en zijn broer Yvan werd voorzitter. 
Ze braken door in 1991 en vanaf dan zouden ze niet meer weg te denken zijn uit de top 5 bij de kleine groepen, en daarna bij de Middelgrote. 

Kris was niet enkel secretaries maar was zeker één van de drijvende krachten achter de groep. 
Hij kreeg daar heel wat hulp van Guy Walgraef (dingdong Guy’ken), Luc Vermeiren (Paroi), Dirk Van De Velde (de Foef) en Christophe Troch (de Floeren). 
In 2008 beslisten hij en Luc om er mee op te houden en dat werd meteen ook het einde van Vriet. 
Een aantal leden, waaronder zijzelf, gingen daarna verder als Konterverkiert.
Op de traditionele vraag of hij lid zou worden van de Prinsencaemere of de Prinsengarde, sprak hij zijn voorkeur nog niet onmiddellijk uit. 
Uiteindelijk zou hij kiezen voor De Prinsencaemere, waarbij hij officieel als lid opgenomen werd op Prinsendag 1991. 
Kris werd met zijn 21 jaar door velen eigenlijk als ‘te jong’ beschouwd, maar in zijn prinsenjaar kon hij de Aalstenaars van het tegendeel overtuigen. 

Kris zorgde meteen voor jong bloed en frisse ideeën in De Prinsencaemere en hij toonde zich meteen actief als nieuw lid. 
In 1991 deed hij mee aan de prinsenrevue en op hun cd Superformidaubel stonden twee liedjes van hem
Op Prinsendag 1992 brachten Kris en Pascal Solemé een lied voor een geëmotioneerde Simon D'hondt, die besloten had om de Prinsencaemere te verlaten en de leiding over te laten aan zijn jongere collega's ex-Prinsen.

Kris bleef actief meewerken aan de prinsenrevues en cd's maar dat veranderde vanaf 2007. Hij bleef wel lid van de Prinsencaemere, maar zou niet langer meewerken aan de shows en de cd's. 
In 2009 zong hij wel nog een liedje met De Prinsencaemere, maar dat zou meteen het laatste optreden bij de vereniging worden.

Vanaf 2014 werkte Kris mee aan de carré-shows van De Prinsengarde en in 2017 werd hij daar officieel lid. 
Op Prinsendag 2017 ontving hij uit handen van zijn dochters zijn hoed van de Prinsengarde. Kris zong hierna het lied De koegel es deer de keirk, tes doorom dak na de Garde versteirk.

In de periode van Vrièt zong Kris heel wat liedjes met Dirk Van De Velde, zoals Polidor, 'k Em Gezoepen, Ons Maria, Mexicoon, Frisco's Zonder Notjes, Dikke Goele en Ik Spring In Moine String. Met Bart Van den Neste scoorde hij in 2005 dan weer met het nummer 't Was Men Madam, dat ze in 2020 nog eens samen op de prinsenverkiezing zongen. Een andere gekende hit van Kris is As Marie-Claire komt uit 2008.

Kris schreef zelf ook heel wat liedjes voor zijn groepen Vrièt en Konterverkièrt, zoals Prinsjkesdag, De Slurvendans, De Verdwoiningstrik, Wa Goot Ilse Na Doeng, Frank VDB en Fuk Joe. Voor De Prinsengarde schreef hij dan weer Ik Ben Ne Verzaumeleir en De Garde Es Van Eer.

Opnieuw een muzikaal talent dus in de Aalsterse carnavalswereld.

Prinsjen van Oilsjt : 1989 : Frank Van Rijmenant

Gezien carnaval extra vroeg viel, waren ook de voorbereidende activiteiten natuurlijk veel sneller van start gegaan. En één van die activiteiten was natuurlijk de verkiezing van prins carnaval. 

De Aalsterse kranten stonden hierdoor eind 1988 al volgeschreven. 

In eerste instantie kwamen twee kandidaten opdraven. Dit waren Frank Van Rijmenant en Adolf Ottoye. 
Het Feestcomité besloot echter om de inschrijvingstermijn te verlengen, en er kwamen zich na deze oproep nog maar liefst drie kandidaten aanmelden. 

Dat waren Peter Roelandt ‘De Sjoe’ die het vorig jaar niet kon halen tegen Maurice De Smedt, en de twee dames Odette Scheerlinck en Christiane De Strooper.

Dat zich ook dames aan konden melden, was het resultaat van een wijziging in het reglement. 
Mocht een vrouw de titel krijgen, dan zal zij niet de titel ‘prinses’ krijgen, maar zal ze wel gewoon ‘prins carnaval’ worden genoemd, net zoals de vrouwelijke 'burgemeesteres' ook gewoon ‘burgemeester’ is.

De twee vrouwen konden rekenen op een achterban die in het carnavalswereldje heel goed thuis was. Chrisiane was de echtgenote van prins Michel, die de titel maar liefst 3 maal in de wacht heeft gesleept, en Odette was de vrouw van prins Goeby.  Het staat dus buiten kijf dat de twee het klappen van de zweep kenden en heel goed wisten wat er hen te wachten stond. 

Met deze grote opkomst van maar liefst vijf kandidaten zat het Feestcomité wel wat verveeld, en er werd opnieu besloten om een preselectie te maken. De bespreking hieromtrent zou gebeuren achter gesloten deuren en enkel enkele leden van het Feestcomité, enkele leden van de gemeenteraad en een paar vertegenwoordigers van de pers waren toegelaten. 

De preselectie vond plaats op donderdag 24 november in de trouwzaal van het stadhuis. 
Zes juryleden beslisten over wie wel en wie niet zijn/haar kans kon wagen voor de uiteindelijke titel. Slechts 3 kandidaten zouden worden toegelaten. 

Een heleboel vragen werden gesteld, en de commentaren waren natuurlijk navenant …

- Was het nu echt nodig om de inschrijvingstermijn te verlengen?
- Had men niet genoeg met de twee oorspronkelijke kandidaten die hun kandidatuur binnen de eerst vooropgestelde termijn ingediend hadden? 
- Was het nu echt nodig om ook nog vrouwen toe te laten aan de verkiezingen ? 
- Is het Feestcomité niet de dupe geworden van zijn eigen beslissingen ? 
Enkele leden in het Feestcomité opperden zelfs – gelukkig was dit maar om te lachen – om de bloemenfeeverkiezing dan ook maar opnieuw in te voeren, en die dan ook open te stellen voor mannelijke deelnemers. 

Uiteindelijk mochten Christiane, Frank en Peter door naar de eigenlijke verkiezingen.

De verkiezing zelf verliep vol spanning van het begin tot het einde. Dat Frank Van Rijmenant het uiteindelijk haalde zou ook liggen aan het feit dat het publiek vaak kiest voor de underdog, hoewel dat niets van zijn capaciteiten mag afdoen natuurlijk.

Er werd eerst trouwens gemompeld dat het Feestcomité zich achter Christiane zou scharen, die de topfavoriete was, maar dat bleek helemaal niet zo te zijn. Er werd bij de telling nauwelijks een verschil opgetekend tussen haar en Frank. Bij ‘De Sjoe’ was het vuur er blijkbaar wel wat uit, want het was heel duidelijk van bij het begin van de show dat hij niet meer zou meedingen naar de uiteindelijke overwinning.

Frank was in die positie van 'underdog'' terecht gekomen door enkele uitlatingen die hij deed op Radio Hofstade, en de daaropvolgende replieken van burgemeester De Maght. 

De strubbelingen waren begonnen toen Frank hij zich tijdens een interview op Radio Hofstade enkele ‘verkeerde dingen’ had laten ontvallen over de burgemeester ‘Any De Maght’. 
Frank zou wel mondeling zijn excuses hebben aangeboden met de woorden ‘dat hij nog jong was’, en ‘dat het zeker niet kwaad bedoeld was’, maar daarmee bleek de kous dus niet af te   zijn. 

Via het Feestcomité werd hij verzocht zijn kandidatuur in te trekken uiterlijk voor de Driekoningenviering van 6 januari. 

Frank veegde daar - uiteraard - zijn ‘Oilsjterse botten’ aan en verscheen toch in de krypte, getooid met het kandidatenlint. Hij verontschuldigde zich nogmaals publiekelijk, maar voegde er wel fijntjes aan toe ‘dat hij alleen maar gezegd had, wat iedereen zegt’. 
Uiteraard zou ook die uitspraak geen positieve rol spelen in zijn verkiezing, hoewel deze uitspraken er wel voor zorgden dat er zich heel wat karnavalsprominenten achter hem schaarden. 
Zou er dan toch een verkiezing volgen met 3 kandidaten ? 
Op zaterdag stelde de burgemeester dat Aalst rekent op een begrijpende burgemeester, maar op maandag volgde dan toch een andere mededeling : 

“Het college van burgemeester en schepenen, in vergadering op maandag 9 januari 1989 nam kennis van het advies van het Stedelijk Feestcomité betreffende de kandidatuurstelling voor prins carnaval 1989 van de Heer Frank Rijmenant. 

Het college betreurt evenzeer de uitlatingen van de heer F. Van Rijmenant. 
Meer nog : zijn lasterpraat doet afbreuk aan de typische humor en satire eigen aan de Aalsterse Carnavalisten en zetten het Feestcomité en het stadsbestuur aan tot het herdenken van de rol van prins carnaval in het grootste Belgische carnavalsgebeuren. 

Dergelijke uitlatingen schaden de geest van carnaval en zijn zeker een kandidaat Prins Carnaval onwaardig. 

De burgemeester en het college achtten de organisatie zelf van carnaval veel belangrijker dan het wangedrag van een individu. Zij wensen geenszins beslissingen te nemen die de carnavalssfeer zouden verbrodden en laten derhalve de heer F. Van Rijmenant toe mee te dingen naar de titel van prins carnaval 1989.

Het gebeurde zal wel aanleiding zijn tot het herdenken van het ‘Prijs zijn’ in onze vastenavondstad”.

Vuurwerk dus in onze stad, want zowel Frank als Annie hadden zich hierdoor (ongewild) in een lastig parket gewerkt. 

De verkiezing stond dan ook volop in de kijker, en nog nooit meldde er zich ooit zo veel volk in de Keizershallen als nu. 
Zowat 3000 mensen werden binnengelaten, en nog heel wat belangstellenden stonden buiten in lange files, in de hoop toch nog binnen te kunnen geraken. 

Supporters van de drie kandidaten, die elk 600 kaarten aan de man hadden gebracht, maakten van het gebeuren een echte heksenketel, met gefluit, geroffel, gezang ...
‘Wij willen Frank’ werd afgewisseld met awoertgeroep. 
Herhaalde oproepen tot sportiviteit van presentator Kamiel Sergant kenden maar weinig respons, en zelfs de oproepen van de kandidaten zelf om de kalmte te bewaren, zorgden niet voor meer rust. 

Het was heel duidelijk dat, mocht Frank het onderspit delven bij de juryleden, het hek helemaal van de dam zou zijn en men zich aan het ergste zou moeten verwachten. 

Christiane deed eigenlijk in eerste instantie mee als weddenschap. Eens ze écht mocht meedoen echter, wou ze wel tot het uiterste gaan, en het werd dan ook een prachtige show. 

Peter Roelandt, alias ‘De Sjoe’, een ongehuwde 24-jarige ex-postbode, bleek de lieveling van ale cafébazinnen te zijn. 
Hij werd vorig jaar derde en hoopte dit jaar uiteraard op meer, hoewel hij maar al te goed besefte dat de perikelen rond frank niet in zijn kaarten zouden spelen. 

Frank zelf, de man die volgens sommigen dus niet had mogen meedoen, zou aan zijn show via sponsoring zowat 2 tot 300 000 franken hebben gespendeerd. Hij zou eerlang in het huwelijksbootje treden met ex-ajuinprinses Anouk Buys. 

De show zelf dan : 

Alle drie trokken ze een verplichte opdracht met steeds Kamiel als tegenspeler. 

- Christiane moest zich tegen ‘agent’ Kamiel weren als ze na een lange carnavalsnacht in het zakje moest blazen. 

- Frank moest repliceren op een Russische tafelrede uitgesproken door … Kamiel. 

- De Sjoe mocht als prins carnaval niet binnen op de receptie in het Belfort omdat de politiekers eerst moesten eten en drinken. 

Geen van de drie gooide hiermee grote ogen, en tot hiertoe was er dan nog geen verschil in puntenstand te vermoeden.
De punten van de jury werden trouwens maar meegedeeld na de ‘vrije optredens’ omdat daardoor het stemgedrag in de zaal niet zou kunnen beïnvloed worden. 

Christiane had duidelijk werk gemaakt van haar decors met zes draaiende kiosken, waarop politici en carnavalisten werden aangepakt. Haar zingen was echter niet ‘om over naar huis te schrijven’, en bovendien werd ze permanent onderbroken door awoertgeroep en ‘wij willen Frank’-kreten. 
Zij had nochtans tijd noch moeite gespaard om haar show quasi professioneel af te werken. 

Eerder naar de sexy kant verscheen ze in een bananenrokje met een bh van kokosnoten. 

Ze werd in haar show bijgestaan door ‘Michael Jackson’ en zijn maat, die met hun acrobatische dansen nog meer kleur verleenden aan het gebeuren. 
Bovendien was het gebruik van talloze spots, laserstralen en een apotheose met vuurwerk de letterlijke klap op de vuurpijl. 

Frank had enige problemen en had een moeilijke start omwille van technische problemen. Ook hij had een indrukwekkend decor, maar het bleek iets minder functioneel te zijn dan dat van Christiane. 

Hij bewoog zich als vrouw tussen de mannen, en liet ook Annie De Maght en Willy Van Mossevelde over het grote podium betreden. Hij kreeg in elk geval het publiek op de hand, zowel de Aalstenaars zelf als de niet –Aalstenaars die uit alle mogelijke hoeken kwamen. Zijn ‘hey Annieken, ge wetj da’k a geiren zing’ en de ‘konoinendans’ … Iedereen kan ze nu nog meezingen, de meestampers van dat ogenblik. 

De Sjoe stelde zich tevreden met als attribuut een reusachtige lei met zijn naam erop geschreven. Hij bracht heel vlotjes een vocale ode aan ‘Oilsjt’ met ‘Oilsjt men Oilsjt’ en ‘Weir zingen in ‘t Oilsjters’. 
Het ontbrak wel aan motivatie en de show duurde ook al bijlange niet zo lang als bij de andere twee kandidaten. . 

De uiteindelijke show viel echter wat tegen, en er bleek niet veel inzet meer te zijn. 
De tienkoppige jury stemde als volgt 

- 82 punten voor Frank
- 81 punten voor Christiane
- 67 punten voor de Sjoe. 

Uit de zaal kreeg Frank 1059 stemmen, Christiane 873 en de Sjoe moest het stellen met 679.

Dank zij het gebruik van een coëfficiënt werden de punten ‘herrekend’ en kon de volgende einduitslag worden opgetekend : 

Frank won met 1885 punten. 
Christiane werd eervol tweede met 1649 punten, en 
De Sjoe werd derde met 976 punten. 

De burgemeester kon aan Frank de tekens van waardigheid niet uitreiken, want zij was (samen met haar collega’s van de PVV) ‘verontschuldigd’. 
Ook het feestcomité verdween meteen na de overhandiging van de scepter van het toneel.

Achteraf stelde Annie De Maght dat ze zich nog niet over het gebeuren kon uitspreken. 
‘Het gaat hier over een functie en niet over een persoon’ werd verklaard. 
Het zou bovendien zo zijn dat het stadsbestuur eerst de uitslag nog officieel zou moeten aanvaarden. 
Dat gebeurde dan toch, en zo werd Frank ook voor de stad ‘de prins van 1989’.

Bij de opening van de Winterfoor dat jaar zaten de burgemeester en Frank trouwens naast elkaar en was er op het eerste zicht geen vuiltje meer aan de lucht. 
Tijdens de carnavalsraadzitting overhandigde de burgemeester in plaats van de stadssleutels een koevoet aan de nieuwe prins. Volgens haar was hij immers ‘goed in het instampen van deuren’. 

In zijn speech haalde Frank ook de problemen aan die er geweest waren en pleitte hij voor een volledige scheiding tussen carnaval en politiek.
Voor het overage werd het een vrij ‘normaal’ prinsenjaar, met voor- en tegenstanders, maar dat hoort er nu immers bij. 
Frank werd trouwens de eerste prins die een metalen speld aanbood aan de carnavalisten. 

Reeds in 1986 brak Patrick De Neve met een Aalsterse traditie en nam afscheid als prins carnaval met een ongewone beslissing : hij trad niet toe tot de Prinsencaemere, zoals gebruikelijk was.  

In 1989 werd zijn voorbeeld vlotjes gevolgd door Frank Van Rijmenant en samen richtten zij een alternatieve 'Prinsengarde' op. 
Ook Michel Heck (prins '91) zou laten weten tot deze ‘nieuwe garde’ toe te treden. 

In 1992 kreeg men in de trouwzaal van Aalst trouwens bijna een heruitgave van het debacle en dit ter gelegenheid van de traditionele Prinsjesdag. 
Tijdens de plechtigheid spaarde voorzitter Frank Van Rijmenant zijn kritiek niet op de ‘Prinsencaemere’, en deed zijn naam van ‘flapuit’ en ‘opposant’ opnieuw alle eer aan. 

In 1995 trok Frank zich terug uit de Prinsengarde, waardoor Patrick De Neve de nieuwe voorzitter werd. Ondertussen waren ook Michel Heck, Werner Kinoo en Paul Kinoo lid geworden van de vereniging maar de creativiteit van Frank werd toch gemist. 
Niet voor lang echter want in 1999 keerde Frank terug naar de Prinsengardeen tot op vandaag is hij nog steeds één van de drijvende krachten binnen de vereniging.

In 2019 werd Frank op Prinsendag geëerd omdat hij 30 jaar Prins was, wat even lang was als het bestaan van de Prinsengarde. Hij kreeg van de Prinsengarde een kleine versie van zichzelf cadeau.

Frank (°25/04/1965) heeft zich ondertussen al heel dikwijls verdienstelijk gemaakt door het schrijven en zingen van ontelbare carnavalshits. 
Hij was voor de verkiezingen trouwens al gekend in het playbackcircuit en werd in 1986 zelfs Belgisch kampioen.  Ook was hij imitator van onder andere Ben Kramer en in de carnavalswereld had Frank reeds zijn sporen verdiend bij Pertotal en De Destereers, toen hij in 1987 aankondigde dat hij Prins Carnaval wou worden. 

Het was Yvan De Boitselier (kleinzoon en zoon ‘van’ en zelf prins in 2020) geweest die Frank op dit idee gebracht heeft. Iets waar hij nog even wou mee wachten, hoewel hij dat jaar wel al te zien was op de Aalsterse Avond.

Prinsjen van Oilsjt : 1988 : Maurice De Smedt

De Verkiezing van Prins Carnaval 1988 vond plaats op 18 januari in de Keizershallen. 

De show werd opnieuw, en met heel veel enthousiasme - zoals jaarlijkse gewoonte -  gepresenteerd door Keizer Kamiel. De toegangskaarten, die verkocht werden door de kandidaten Prins Carnaval, kostten 60 Frank per stuk. De avond werd begeleid door de Arnold De Schepper Band.

De eerste kandidaat die zich aanbood voor de Prinsenverkiezing 1988 was Maurice De Smedt . Reeds in februari 1987 meldde hij zich als kandidaat Prins Carnaval 1988 en lange tijd zag het er naar uit dat hij ook de enige kandidaat zou zijn. 
Frank Van Rijmenant zou ook kandidaat zijn, maar dat werd nooit officieel gemaakt. 

Net voor het verstrijken van de termijn bood ook Roger Berghmans zich nog aan. Met ‘amper’ twee inschrijvingen bij het verstrijken van de deadline, besliste het Stedelijk Feestcomité om de inschrijfperiode nog een paar weken te verlengen. Tijdens deze verlengde inschrijfperiode boden zich nog twee kandidaten aan: Jantje Brouwer (Jan Troch) en De Sjoe (Peter Roelant). 

In totaal waren er dus 4 kandidaten voor het postje van Prins Carnaval 1988: 

- Maurice De Smedt  : lid van de Voortkapoenen, was eigenlijk de enige kandidaat dat jaar die een campagnebal had georganiseerd. Doordat de anderen er maar ‘last minute’ bijgekomen waren was daar voor hen natuurlijk geen tijd meer voor. 

- Roger Berghmans : was toen reeds voorzitter van de Orde der Ajuinprinsen en ex-Prins van Oost-Vlaanderen. Voor hem was het de derde deelname aan de verkiezingen en hij stelde zich eigenlijk kandidaat uit ‘kompasje’ met Maurice die anders als enige kandidaat zou moeten komen opdraven. 

- Jan Troch, beter gekend als Jantje Brouwer was cafébaas. Zijn deelname was een rechtstreeks gevolg van een weddenschap die hij in zijn café, De Breughel’ gesloten had. Hij zou kandidaat worden als Club Brugge de volgende ronde in de UEFA cup zou halen … wat ook gebeurde natuurlijk.

- Peter Roelandt, De Sjoe, was de laatste die zich kandidaat had gesteld. Hij vierde carnaval ‘op zijn eigen’ en was dus geen lid van één of andere vereniging. Zijn grootste troef was dat hij een hevig Eendracht Aalst supporter was, en dus wel wat kende van feestjes vieren. 
 
De stembiljetten werden op de achterkant van de toegangskaarten geplakt.

De avond werd naar traditie geopend door de Aalsterse Gilles. Bij hun opkomst hadden ze een grote hoepel bij zich, die versierd was met een grote ‘60’. 
Dit gebeurde omdat het dit jaar de 60ste verjaardag van Aalst Carnaval was. 
Als verrassing kwam uit de hoepel … presentator Kamiel Sergant tevoorschijn, die als opwarmer de verschillende kandidaten om de beurt bij zich op het podium riep. 

Peter Roelant was de enige van de vier die toegaf dat hij eigenlijk enkel gekomen was om te winnen. De andere 3 speelden met de Olympische gedachte en vonden deelnemen belangrijker dan winnen. 

De kandidaten kregen onder andere een fysieke proef opgelegd: de proef met de bierbakken. Elke kandidaat kreeg 10 bakken bier, met daarop 10  nummers in willekeurige volgorde, op mekaar gestapeld voor zich. De kandidaten moesten de bakken zo snel mogelijk van hoog naar laag stapelen. Deze proef werd gewonnen door De Sjoe, voor Maurice, Roger en Jantje. 

Na de fysieke proef volgde een gastronomische uitdaging. 
De kandidaten kregen vier dezelfde glazen, gevuld met bier. Hieruit moesten ze het Aalsterse bier halen. Alle vier de kandidaten slaagden verrassend in deze proef. Zelfs Maurice, die eerder te kennen gegeven had dat hij vooral Coca Cola dronk. 

Bij de woordenschatproef was Maurice de beste met 3 op 5, gevolgd door Jantje (2 punten), Roger (2 punten) en de Sjoe (0 punten). De woorden die de kandidaten moesten verklaren waren onder andere achterwares (= een vroedvrouw), tierekartasj (= dikke knikker), ne scheerlasliep en jongens in de voort (= een soort beignets, gekookt in water).  Den Oilsjtersen Diksjoneir bestond in die jaren nog niet, en dus was het wel even ‘sjikken’ geblazen om sommige woorden een betekenis te geven. 

Na de opwarmende proeven volgden de individuele optredens van de verschillende kandidaten.  

De eerste die zijn show aan het publiek mocht tonen was Jantje Brouwer. Zijn decor bevatte een aantal carnavalskoppen van politiekers, met daaronder hun verkiezingsslogan en tijdens zijn show werden onder andere burgemeester De Kerpel, schepen De Maght en ex-Minister Marc Galle, op de korrel genomen.  

Maurice mocht als tweede het podium opkomen. Zijn decor was opgebouwd uit allemaal lichtjes, die in het groot de naam van Maurice toonden. Tijdens zijn show liet hij verschillende cartoons voorbij komen van onder andere een uit de lucht vallende burgemeester De Kerpel, een petanque spelende Annie De Maght, een voor niets werkende schepen Willems, en verder nog Willy Van Mossevelde en Marc Galle. Bij de ingang had Maurice 'kliklaks' laten uitdelen, en deze kwamen uiteraard ook van pas tijdens zijn optreden. Het publiek kliklakte steeds op de woorden die eindeigde op -ak ... een oorverdovende kakafonie in de zaal natuurlijk ... 

De derde kandidaat was Roger. Roger telefoneerde met het Stadhuis, dat hij blijkbaar bleek te verwarren met een zothuis en bracht ook nog een soort van acrobatische kroegendans. Ook bracht hij nog een liedje, het zou een meestamper moeten worden, maar de muziek en tekst kwamen niet goed over in de zaal, waardoor hij een beetje zijn vonnis getekend zag.

Als laatste mocht de Sjoe zijn show opvoeren. Na zijn presentatie als Voil Jeannet, was het beste bij de Sjoe er echter af, en de rest van zijn show verliep kleurloos. Hij bracht zijn liedjes zonder bindteksten en begon te stuntelen. Ook een ‘njet’ dus.

Na de vier shows was het tijd om het publiek te laten stemmen. Tijdens het stemmen, waren optredens te zien van verschillende ex-prinsen, afscheidnemend prins Popoll, alsook de Kamillekes. 

Even was er ophef, omdat de achtste stemdoos verdwenen zou zijn, maar deze dook iets later dan toch op. Het deed een beetje denken aan de verkiezingen van presidentskandidaat Trump in de US in 2020, behalve dan de openlijke verdachtmakingen van fraude …

Het wachten op de uitslag duurde daardoor dan ook iets langer dan verwacht.. 

Uiteindelijk kwam volgende uitslag uit de bus : 

- Maurice: 1182 punten (jury: 496 + publiek: 686) 
- Jantje: 817 punten (jury: 372 + publiek: 445) 
- De Sjoe: 781 punten (jury: 434 + publiek: 347) 
- Roger: 440 punten (jury: 310 + publiek: 130) 

Maurice De Smedt werd zo Prins Carnaval 1988. 

Een verdiende prins, maar wel moest ook rekening gehouden worden dat hij zich ook veel langer had kunnen voorbereiden dan zijn tegenkandidaten. Zijn show stak merkelijk beter in mekaar en ook had hij al veel meer kiezers kunnen ronselen natuurlijk. 

Prinsjen van Oilsjt : 1987 : Paul Kinoo 'Popoll' (+2010)

Na zijn nederlaag een paar maanden eerder maakte Paul Kinoo (°19/01/1939), alias Popol, tijdens de dekenij van de Koolstraat in April 1986, bekend dat hij volgende jaar opnieuw zou meedingen voor de titel van Prins Carnaval. 
Dat het voor hem ‘Tweede keer, goede keer’ zou worden, zou later blijken. 

Paul, geboren op 19 januari 1939, en in 1963 gehuwd met Ghislaine Uyttersprot, was in de buurt gekend om zijn altijd even grote optimisme. 
Hij hield er op de hoek St Annalaan – Verastenstraat een winkel in woonversiering open, met de leuze ‘Een zaak voor mensen met smaak’. 
Hij was aannemer van behangwerken, vloerbekleding en schilderwerken, en zorgde voor maatwerk van gordijnen, draperieën en tafeltapijten. 

Paul was heel gedreven en had lidkaarten van verschillende verenigingen. 
Hij was bestuurslid van de Syndicale kamer van Behangers-Garnierders, was bestuurslid bij de Bowling Club Aalst en was werkend lid bij de Aloude Rederijkerskamer der Catharinisten. 
Verder was hij ook nog schatbewaarder van VVKS Sint Joris en was hij heel actief binnen de Dekenij Koolstraat, waar hij in de jaren ’70 feestleider werd. 

In 1981 werd hij er voorzitter en onder zijn leiding kwam er bijvoorbeeld een bloembakaktie in de straten en werd de hele maand december uitgeroepen tot feestmaand. 

Dat Paul een 'laatbloeier’ was op het gebied van de stoeten, mag blijken uit het feit dat hij pas op 45 jarige leeftijd zijn eerste stoet meeliep. 
Paul ging er toen samen met zijn vrienden Karel Van Heddeghem en Hugo Cardon de stoet in met een eigen Star Sisters Act. 
Het optreden in deze stoet, we spreken over 1984, was echt memorabel te noemen. Nadat ze een eerste keer de markt over gegaan waren, begonnen ze aan een tweede toer doorheen de stad.  

In 1986 had Paul zich ook al kandidaat gesteld, maar zijn optreden verbleekte toen tegenover dat van Patrick De Neve, die toen ook prins werd. 
Hij zou het dit jaar dus anders aanpakken, en omringde zich al snel  met de ‘anciens’ Antoine Van der Heyden en Karel De Nayer. 
Hij stuurde een brief naar alle carnavalsverenigingen om zichzelf voor te stellen en vond ook steun bij de Schoimers. 

Hij ging naar alle vfeestjes en evenementen en pakte ook uit met een hele resem aan promomateriaal. Balpennen, t-shirts, affiches en brochures, reclameborden, lucifers, je kon het zo gek niet bedenken of het werd verdeeld. 
Ook organiseerde hij tijdens zijn campagne een ‘Popoll by night’-bal waar heel wat sympatisanten aanwezig waren. 

Het mocht dus duidelijk zijn ... Popoll was er klaar voor. 

Een tweede kandidaat, Jean Van De Toieers (Jan Brouwer), kwam al vrij snel opdraven met zijn kandidatuur, waardoor er in juni 1986 reeds twee kandidaten waren voor het prinsschap van het jaar daarop. 

Op de officiële bekendmaking van de kandidaten bleek echter dat Jan nooit een kandidatuur zou ingediend hebben, waardoor Popoll het dus enkel tegen een ondertussen wel ingeschreven ‘Benny’ zou moeten opnemen. Deze derde kandidaat zou echter als grap zijn kandidatuur ingediend hebben, maar ingediend is ingediend, en hij ‘moest’ dus wel deelnemen.

De verkiezing vond plaats in de Keizershallen, en dit op zaterdag 7 februari. De inkom bedroeg 60 Belgische Frankskes. 

De grootste tegenstander van Popoll zou toch Jan Brouwer worden, protegé van de vorige prins Patrick maar ook Benny Roggeman werd een te geduchten tegenstander, ondanks het feit dat het een beetje ‘van moetens’ was.

Tijdens de vaste proef verschenen 9 domino's op het podium. De beide kandidaten moesten hieruit 2 carnavalisten herkennen. Ze mochten hiervoor 5 vragen stellen. Benny bleek hierin de beste kandidaat te zijn. 

Popoll pakte tijdens ziin show uit met een groots decor. Hiermee zou hij ook meteen de trend zetten voor latere verkiezingen, waarbij alles 'groter' en 'spectaculairder' moet zijn.

De show draaide volledig rond het Eurovisie Songfestival, waarbij Aalst als gaststad zou fungeren. 
Paul verwisselde tijdens zijn show dikwijls van kostuum en ook decorstukken werden af- en aangereden alsof het een lieve lust was. 

Eén van de stukken was de 'Smoitbarak', een soort winkeltje waarin verschillende T-shirts werden verkocht. Alle T-shirts droegen de tekst 'AKV', maar niet alle AKV's hadden blijkbaar dezelfde betekenis … 'Alles Kaan Veranderen', 'Ai Kornang Verdomme', 'Annie Kaukelt Verder', … waren er enkele van. 

Zijn show duurde maar liefst 28 minuten en de juryvoorzitter diende zelfs even na te vragen of dit wel reglementair was. Gezien er echter geen tijdslimiet vooropgesteld was, was dit dus volledig reglementair, en kreeg Popoll dan ook geen strafpunten aangesmeerd.

Aan het einde van de avond bleek dat de jury de voorkeur gaf aan Popoll, maar die bleef er vrij nuchter onder omdat hij zich nog herinnerde van vorig jaar hoe belangrijk uiteindelijk de zaalstemmen zouden zijn voor de definitieve uitslag.

Het publiek koos echter ook voor Popoll. 
Benny kreeg 454 zaalstemmen, en Popoll werd de nieuwe prins met maar liefst 1249 stemmen. 

Tijdens de overhandiging van de stadssleutel op de carnavalraadzitting verwees Annie De Maght naar zijn bijnaam 'koning van de playback' door de aanstelling ook zelf niet live, maar geplaybackt te doen …

Tijdens de drie dolle dagen kreeg Popoll een nar mee … Het was Karel De Nayer die meegewerkt had aan de show die deze eer toebedeeld kreeg. Een voorbode dus eigenlijk van de 'sleppendraugers' van de prins, die heden ten dage 'hun' prins helpen tijdens de carnavalsdagen.

Prins Popol vertelde iedereen die het maar wilde horen hoe bijzonder gelukkig hij wel geweest was tijdens het prinsenjaar. Voor hem was 1987 een unieke belevenis. 
Als prins van Aalst werd hij overal hartelijk ontvangen, en hij heeft dan ook zelf steeds gepoogd om Aalst op een waardige wijze te vertegenwoordigen. 
Een tweede maal prins worden, vond hij, zelfs wanneer die mogelijkheid zich zou aangboden hebben, wel wat van het goede te veel. 
De eisen die aan een prins gesteld worden, waren volgens hem dermate hoog en talrijk, dat het hem moeilijk zou vallen om dit voor een tweede maal te ‘doorstaan’. 

Popol was volgens de Aalstenaars een prins zoals ze er nog niet veel hadden gehad, en zoals men er nog wel zou willen hebben. Zijn spontaneiteit was teken van een echte ‘ajoin’, en dat werd natuurlijk gesmaakt door het volk. 

Naast de ‘Oilsjterse Starsisters’ die in de Jaren ’80 heel wat applaus kreeg, richtte hij ook de groep ‘De Popollekes’ op naar zijn naam. 

Hij was na zijn verlies in 1986 opnieuw de baan opgegaan met zijn kompanen en samen vormden ze toen de losse groep ‘Popolitie’. Hieruit volgde zijn hit ‘Eilaba Voil Janet’. 

1987 werd dan uiteraard het jaar waar hij in de stoet ging en waar hij geflankeerd werd door de ‘Graalekke Hostessen’, een losse groep die later AKV De Schoimers zou vormen. 

Omdat hij ook na zijn prinsenjaar de stoet nog wou blijven lopen, stichtte hij dus ‘De Popollekes’. 
In 1988 nog een losse groep, maar het jaar daarop namen ze al deel als ‘kleine groep’. 
Paul werd voorzitter, en zoon Gunther secretaries. 
Nog later zou de tweede zoon Werner het voorzitterschap overnemen, waardoor de groep vanaf dan dus twee ex-prinsen in de rangen had. Werner werd immers in 1994 ook verkozen als prinsj van Oilsjt. 

Paul sloot, zoals de traditie het wou, aan bij de Prinsencaemere, en deed in 1988 meteen mee aan hun travestieshow. 
Twee jaar later echter ging het mis. Popoll werd verbaal aangevallen door een college uit de caemere. Volgens deze laatste was er een vermoeden dat Paul het spelletje niet eerlijk speelde end at hij een openlijk één van beide kandidaten tijdens de kiezing steunde. 
Later gebeurde dit nog eens en Paul wou uit de vereniging stappen, wat in 1992 dan ook gebeurde.

Toen zoon Werner in 1994 prins werd en aansloot bij de Prinsjengarde, besloot hij om in de voetsporen van zijn zoon te stappen (‘t moet niet altijd omgekeerd zijn nietwaar) en de garde te vervoegen. 

Vanaf 1998 werden de Popollekes ingeschreven als ‘middelgrote groep’ en dank zij Werner bleef zo ook na zijn dood in 2010 de naam ‘Kinoo’ nog verder leven in de carnavalsstoet. 

Werner is ondertussen al twee maal prins geweest, verloor een derde poging in 2020, en stelt zich opnieuw kandidaat in 2024. 
Gunther komt regelmatig in het nieuws als ‘model voil janet’. Hij ijvert voor een ‘correcte’ Janet, en geen travestie. 

De ‘Kinoos’ zijn trouwens de enige Aalsterse familie waar twee prinsen gehuisvest waren. Popol verklaarde soms wel eens dat ‘Oilsjt chance gehad heeft’ dat hij Gunther nog kunnen tegenhouden heeft van deelname, want dat het er anders wel eens drie zouden kunnen geweest zijn. 

Op 18 maart 2010 kwam dan het droevige nieuws dat Prins Popol overleden was. Hij werd enkele maanden daarvoor reeds geopereerd aan kanker, en had sedert 2 februari het ziekenhuis niet meer verlaten. 
Paul zou de geschiedenis ingaan als één van de sympathiekste prinsen die er ooit geweest is.
En ook als oudste carnavalist in de werkhallen, want hij bleef tot zijn 70 jaar meewerken aan de praalwagens van de Popollekes. 
Hij bleef tot het laatst lid van de Prinsjengarde.

Ik herinner me persoonlijk vooral zijn grote humor. Bij de carnavalsbeurzen bijvooreeld, 'showde' hij zelf de onderdeeltjes van de kostuums die hij zo 'aan de man' probeerde te brengen, en hij deed dat met heel veel enthousiasme (bijna op z’n Eddy Wallys) wat hem dat nog lukte ook ...

In de deelnemingsberichten verschenen vooral herinneringen omwille van zijn sterkte als bemiddelaar, zijn optimisme en zijn hulpvaardigheid

Prinsjen van Oilsjt : 1986 : Patrick De Neve

Twee kandidaten zouden het tegen mekaar opnemen, en het waren zeker niet de minste.

Eerst kandidaat Patrick De Neve, woonde in Hofstade. Een frisse jonge krullebol (tegenwoordig loopt hij rond met korte, grijze piekjes), die samen met vrouw en dochtertje toeleefde naar carnaval.

Reeds enkele maanden liep hij alle activiteiten af, om zijn kandidatuur kracht bij te zetten, hoewel dat als medewerker van een krantendistributiebedrijf niet altijd gemakkelijk was.
Vrouwtje Rita was daar volledig mee akkoord, en steunde haar man volledig in zijn droom. Ook zij was trouwens gebeten door de microbe, en beiden waren ze al enkele jaren lid van de AKV Sjiepeerekes. Ook prins Stefaan, en prins Goebby waren trouwens lid van deze vereniging. Daarenboven was hij ook nog sportief bezig als amateurvoetballer bij FC Excelsior en PC Gipak.

Patrick was in 1985 Ajuinprins en vond dat hij nu zijn kans moest wagen om ook ‘volwaardig’ prins van Aalst te worden.
Van moeder natuur heeft ook hij een goede zangstem meegekregen. 

De tegenstrever van Patrick was Paul Kinoo, behanger-stoffeerder vanuit de Verastenstraat.

Hij kon reeds een lang palmares voorleggen waaruit zou blijken dat hij een heel ‘sociaal’ man was.
Op een rijtje : voorzitter van de Dekenij Koolstraat, bestuurslid in de syndicale kamer van de behangers-garnierders, bestuurslid bij Bowling Club Aalst, werkend lid bij de Aloude Rederijkerskamer De Catharinisten, Oud-schatbewaarder van de VVKS St Joris (St Annaparochie).
Natuurlijk kenden vele mensen hem ook als ‘Starsister’ Pauline van Trio HuKaPa (Hugo, Karel en Paul). Alles begon met de Paris Follies Trav.Show van de Prinsencaemere, waar ze het idee voorgeschoteld kregen.

Op een eentonig banket brachten ze plotseling heel wat leven in de brouwerij door hun imitatie van de Starsisters, Corry Van Gorp, Andre Van Duin, Zwarte Lola, en nog enkele andere lieve dames.
Tijdens carnaval 1984 bracht de Jeep met opschrift ‘back from USA, visit Oilsjt Carnaval’ hen tot bij het grote publiek.
Het trio Starsisters en kandidaat Popoll zouden tijdens de prinsenverkiezing trouwens nog eens laten zien wat ze in hun mars hadden. Ze wouden de grondvesten van de Keizershallen laten daveren.

Voor de verkiezing zelf gingen door in een – door verbouwingswerken – verkleinde Keizershallen.
Deze liep opnieuw bomvol en de ambiance was navenant.
Onder leiding van de FS-band van Marc De Cock werd de feestelijke avond ingezet.

De burgemeester pronkte met zijn faluintjeszakdoek, en ook staatssecretaris Paula D’Hondt, volksvertegenwoordiger Marc Galle en oud burgemeester Marcel De Bisschop waren aanwezig.

Daarnaast natuurlijk ook nog een hele resem andere prominenten, en voor deze 35 verkiezing was zelfs de BRT televisie aanwezig.
Een verslag van de verkiezingen, met interviews, was te zien op 22 februari in het programma ‘Terloops’. Deze uitzending kan nog eens herbekeken worden onderaan dit artikel. 

Elf juryleden zouden het geheel beoordelen. Elf omdat ‘11’ het narrengetal is.

Ze hadden allemaal een faluintjeszakdoek, en de voorzitter (Adolf Van Den Berghe) had zich voor deze speciale gelegenheid zelfs volledig in een boerentenue gehesen.

Na hun voorstelling werden de beide kandidaten tegen mekaar uitgespeeld in een woordspelletje. Ze moesten woorden die verband hielden met carnaval kunnen herkennen, terwijl de klinkers waren weggelaten.
Iets waar Patrick met 19 punten de zege haalde tegen de 10 van Popoll.

Daarna moesten ze met 5 van deze woorden een valabele en correcte zin samenstellen. Noch Patrick noch Popoll konden overtuigen, en ze kregen dan ook beiden dezelfde punten.

Voor de getoonde inzet kregen de kandidaten op dat ogenblik reeds prijzen uitgereikt : een carnavalsboek, 1000 frank, sporttassen, joggingbroeken, en dergelijke meer.

De vrije optredens waren ook voor het talrijk opgekomen publiek spectaculairder en zeer gevarieerd. 

Met op de achtergrond de affiche over het snel (v)rijen hekelde Patrick het fenomeen ‘promobus’, waarna hij als een lenige ‘pikkendief’ verscheen. Uit zijn zak attributen haalde hij steeds een voorwerp dat aanleiding gaf tot een meer of min geslaagd showstuk.

Heel wat succes haalde Patrick met zijn minihondje van de politie, waarmede voor orde en rust zou gezorgd worden tijdens de weekends.
Eindigen deed hij met een liedje over ‘de Wallen’

Popoll dan. Hij illustreerde humoristisch dat hij nogal eens ‘bleef plekken’ als ‘stadsplekker voor alle gelegenheden’.
Hij bracht zijn 'Popoll's show' die enkele verwijzingen bevatte van zijn beroep als 'plekker-behanger'. 

Zijn Starsisters optreden werd heel gesmaakt door het publiek, en ook zijn verdere optreden werd positief onthaald.

Paul diende wel de hele show te playbacken, omdat zijn stem niet krachtig genoeg was om hem ook achteraan in de zaal te kunnen horen in dergelijke grote ruimte.

Voor de jury was het duidelijk. Popoll zou het pleit winnen. 
Hij kreeg met 3 achten, 6 negens en zelfs een tien de voorkeur op Patrick die drie maal 7, vijf maal een 6, en twee maal een 5 kreeg.
Die uitslag werd op heel wat boegeroep onthaald vanuit de zaal.

Na deze uitslag, moesten de stemmen vanuit het publiek echter nog ingediend worden.

Reken daarbij ook nog de tijd om de stemmen dan ook nog samen te tellen, en dan weet je dat het opnieuw ‘een kot in de nacht’ zou worden vooralleer Aalst zijn nieuwe prins zou kunnen verwelkomen.

Tot zolang er geen uitslag was, wou Paul ook geen verklaringen afleggen. Wie voor hem stemde zou echter fier mogen zijn. Met de Popoll zou het heel wat anders worden.

Patrick was wat ontgoocheld in het gebeuren en gaf zelfs al een overwinningstaart aan Paul, die hij als toekomstige prins nu al sportief erkende. 

Dat zou echter zonder de supporters gerekend zijn.

Kamiel deed alles om er de ambiance in te brengen met enkele nummertjes. Dat deden ook de vrienden van het AKV, Paco Milou, Odilon Mortier , de Marcoentjes, Loeken Tatjen en de Prinsengarde, de Matotten en ex Europa prins Enrico.
Nadat schepen van feestelijkheden Juliaan Vinck zijn dankwoorden had uitgesproken en Loeken Tatjen afscheid nam als prins ’85, was het de beurt aan feestleider Albert Cornand.

Hij verklaarde dat Popoll 873 kreeg van de jury en 552 van de zaal.
Patrick die ‘maar’ 582 stemmen haalde van de jury, kreeg een overdonderende 910 punten van de zaal.
Patrick won dan ook met 1492 tegen 1425, en werd, tot zijn eigen grote verbazing (want hij had dus eigenlijk alle hoop al opgegeven), de grote overwinnaar. 

Popoll feliciteerde hem sportief met de woorden 'Lang leve carnaval, lang leve Patrick' en ook burgemeester Uyttersprot deed hetzelfde met de woorden ‘dat Patrick duidelijk uit het goede carnavalshout gesneden is’.

Ook voor Patrick geldt dat hij wel degelijk uit het goede carnavalshout gesneden is, en deze verkiezing het begin zou worden van een lange carriere in de carnavalswereld. Patrick is steeds één van de boegbeelden geweest die carnaval tot een hoger niveau kon trekken.

Hij stond, samen met Frank Van Rymenant trouwens aan het wiegje van een nieuwe vereniging bestaande uit ex-prinsen carnaval. 
Tot in 1989 werd de naam 'prinsjengarde' gebruikt voor de ruiters die tijdens de stoet prins carnaval begeleidden, maar vanaf toen zou deze naam de wereld rondgaan als volwaardige vereniging. 
Het waren Frank en Patrick die zich niet geroepen voelden om aan te sluiten bij de Prinsencaemere, de tot dan toe enige organisatie die de ex-prinsen groepeerde. 
Zij begonnen dus hun eigen vereniging en hoewel velen toen dachten dat het om een grap ging, bleek al snel dat het een serieus initiatief was. De stad halveerde de subsidies van de Prinsencaemere en sloot ook de Prinsjengarde in de armen. 

Er blijft natuurlijk altijd wel wat rivaliteit bestaan tussen de twee groeperingen maar ondertussen wordt toch op sommige vlakken ook wel eens samengewerkt. 
Van de Prinsjengarde zijn vooral de 'carréshows' een heel groot succes. 

Hierbij de uitzending van Terloops (in vier filmpjes), die de prinsenverkiezing van 1986 in beeld bracht.