Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label communicatie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label communicatie. Alle posts tonen

donderdag 2 mei 2019

Telefoneren in Aalst

Iedereen kent ze wel : de aan smartphone verslaafde medemensen die, met het hoofd naar beneden, spelletjes aan het spelen zijn op hun … euh … telefoontoestel.  Waar vroeger nog gebeld werd met een telefoon, lijkt het er sterk op dat dit heden ten dage 'een optie' geworden is. En dan moet je weten dat je vroeger dan ook nog eens aan een draad hing, en dus niet in het midden van de stad kon bellen om af te spreken, of om te zeggen dat je later zou aankomen. Heel wat relaties zijn zelfs op de klippen gelopen omdat men niet kon verwittigen dat de afspraak niet zou kunnen doorgaan. Heel wat mensen hebben zo heel wat tijd verloren met wachten. 

Het enige wat er was om zelf te bellen, was 'het telefonkotjen'. 

In de loop van de maand september 1910 werd een eerste telefooncel geplaatst in het postgebouw aan de Hopmarkt-Nieuwstraat. 
De telefoonnetwerken, die aanvankelijk met de hoofdplaats van de provincie verbonden waren, breidden zich verder uit en Aalst kwam zo in verbinding met Asse, Boom, Brussel, Geraardsbergen, Hamme, Lessen, Lokeren, Ninove, Sint-Niklaas, Temse, Vilvoorde, Wetteren, Wolvertem en Zottegem,… en ja, zelfs met Dendermonde.

In de openbare bureaus telefoneerde men binnen de zone ‘mits een nikkeltje van 10 centiemen in een bijzonder toestel te steken’.

In maart 1926 verplaatste men het bureau van het station naar de Nijverheidsstraat waar het tot 1932 bleef.

Daarna verhuisde het naar de Vrijheidsstraat.

De oproepen ‘Alost’ vanuit de centrale bleven tot bij de invoering van de taalwetten (1932) in het Frans.

Vanaf ca. 1950 kon het publiek terecht in de nieuw opgetrokken gebouwen aan de achteraan gelegen De Ridderstraat.

Op 15 juni 1985 verhuisde de dienst-publiek naar de nieuw opengestelde telefoonwinkel in de Albert Liénartstraat.

Hierbij een fotootje van de telefooncel op de Sinte Annalaan (1976)

Op 12 december 1984 waren in Aalst nog volgende telefooncellen in gebruik :

Stationsplein (1955)
Heilig Hartlaan (1962/1983)
Grote Markt ( 1965/1983)
Sint-Annalaan (1965)
Hyacintenstraat (1969)
Raffelgemstraat (1969)
Onze-Lieve-Vrouwplein (1972/1983)
Schietbaan (1972)
Begijnhof (1972)
Wijk Ten Berg (1972)
Graanmarkt (1976/1981)
Hoek Kroon en Goudbloemstraat (1977)
Rozendreef (1979)
Sint-Hubertusstraat (1979)
Watertoren (1979)
Hoek Nieuwbeek en St-Jobstraat (1980)
Stationsplein (1980)
Korte Zoutstraat (1982)
Ledebaan (1982)
Hoek Moorselbaan en Achterweg (1983)
Statonsgebouw (1983)
Hoek Diepestraat en Geraardsbergsestraat (1983)
Pol.De Paepestraat (1983)
Esplanadeplein (1983)
Hoek Binnen en Dompelstraat (1983)
Beukenhof (1984)
Zwembad/Albrechtlaan (1984)
Keizershallen (1984)
Burgemeestersplein (1984)


Hierbij een fotootje van de telefooncel aan het begijnhof (2006)
Uit het vragenuur van 28 september 2004 :

Vraag van raadslid Eddy Schollaert, betreffende de openbare telefooncellen op het grondgebied Aalst :

Hoeveel openbare telefooncellen telt de stad nog en hoeveel cellen verdwenen er sinds het verdwijnen van de RTT en het oprichten van Belgacom?

Op een belangrijk plein als het Aalsters Stationsplein is er nog één telefooncel. Is deze defect dan is er geen enkele meer ter beschikking aan het station.

Ondanks de opkomst van de zaktelefoon is de vaste telefoon nog steeds een vertrouwd apparaat. Daarom mijn aandacht voor de aanwezigheid van voldoende telefooncellen in de stad, zeker voor reizigers of bezoekers van de stad.

Antwoord van schepen Patrick De Smedt :

Belgacom heeft als dominante operator een aantal openbare dienstverplichtingen, waaronder het exploiteren van een minimum aantal openbare telefooncellen. Als criterium werd gehandhaafd: 14 openbare telefooncellen per 10.000 inwoners met minimaal 1 per (deel)gemeente. 
In het kader van de vrijmaking van de telecommarkt werd deze problematiek reeds met Belgacom besproken. 
Dit resulteerde in de gemeenteraadsbeslissing van 20 december 1999 met als krachtlijnen het behoud van het merendeel van de openbare telefooncellen, het vernieuwen van de telefoontoestellen en de afbouw op termijn van een 8-tal totaal onrendabele toestellen. In totaal staan er op het grondgebied van Aalst nog een 70-tal telefooncellen. Na de heraanleg van de halte-infrastructuur voor de bussen werden de verouderde telefooncellen vervangen door een nieuwe.

Uit Het Nieuwsblad van 04/10/2013 :

Belgacom stopt met de uitbating van publieke telefooncellen in België en laat de komende maanden de telefooncellen uit Aalst weghalen. Het gaat met name om de cellen in de Denderstraat, de Watertorenstraat, Erembodegem- Dorp, de Grote Baan, het Burgemeestersplein en de twee telefooncellen in de Binnenstraat. In 2015 verdwijnen uiteindelijk ook de telefooncellen aan het Esplanadeplein, de Grote Markt, de Graanmarkt en het Onze Lieve Vrouwplein en moet het verder met de smartphone.

Hierbij fotootje van de ‘verdwijning’ op de Graanmarkt op 5 januari 2015.

In 2015 kwam men dan op de proppen met een initiatief dat de laatste Aalsterse telefooncel verder zou doen leven in het cultuurleven. 

Kunstenares Silke De Bolle maakte van de telefooncel een art(ist)cel, een mini-exporuimte die van plein naar plein zou verhuizen, al naar gelang het seizoen en/of het thema. Silke zou dit het eerste jaar volledig zelf doen, daarna zou het de bedoeling zijn dat andere artiesten het initiatief overnemen en de cel vullen met hun 'creaturen'.

Silke won deze telefooncel trouwens in een wedstrijd die werd uitgeschreven door het toenmalige Belgacom (huidig 'Proximus')
Op deze manier zou ze de herinnering aan de 'oude telefooncellen' levendig houden, en er ook een cultureel randje aan breien.




Na het verdwijnen van de telefooncellen, was het dan ook de beurt aan het buiten werking stellen van de praatpalen langs de autostrade. 

Op maandag 23 januari 2017 werden deze allemaal buiten dienst gesteld.


De typische, oranje, praatpalen die de bermen van de Vlaamse snelwegen sierden en waarmee je kon bellen naar een operator die daarna je oproep doorgaf aan de desbetreffende dienst (ambulance, politie, takelwagen, …) … het is een beeld dat kinderen van tegenwoordig niet meer kennen. 
De praatpalen zullen bijgeschreven worden op het lijstje van 'erfgoed' en 'herinneringen, net zoals de videocassettes, de walkmans, de viewmasters, teletekst en nog zoveel meer. Wat eens innovatief was, is nu afgedaan als 'ouden brol', en wordt afgevoerd ...

Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is op maandag 23 januari 2017 zoals aangekondigd gestart met het buitendienst stellen en afplakken van alle 1.350 praatpalen in Vlaanderen. Vanaf dan was het niet meer mogelijk om er gebruik van te maken, en nu is men dus afhankelijk van de eigen gsm (of die van een vriendelijke passant).

Maar liefst 95% van de bevolking heeft een GSM ter beschikking, en dat zag AWV natuurlijk ook aan het gebruik van de praatpalen. 
In 2000 waren er in Vlaanderen jaarlijks nog 27.000 oproepen, in 2010 nog 5.000 en in 2014 nog amper 3.172. Dat komt overeen met gemiddeld slechts twee oproepen per praatpaal per jaar. 
Als je dan rekent dat er zo'n 750 euro werkingskost is per praatpaal per jaar, dan waren dit best dure oproepen.
De praatpalen in de tunnels bleven wel nog actief tot eind mei 2017.

Vanaf 2018 zal de Vlaamse regering door het verwijderen van deze praatpalen, ongeveer 1 miljoen euro op jaarbasis besparen, wat niet min is natuurlijk.


Uiteraard is het nu de bedoeling dat je gsm steeds opgeladen is, just in case …



Bronnen

De Aalsterse Gazet
Jos Gheysen (oplijsting van de telefooncellen in 1984)
Het Nieuwsblad van 04/10/2013
Foto telefooncel Sinte Annalaan : Made in Aalst
Persregio Dender (foto van de art-ist-cel) 
Verslagen gemeenteraden


woensdag 24 april 2019

Tweet, ... tweet ...



Voor alles en nog wat bestaan tegenwoordig lijstjes en tabellen. Zo ook dus voor het ‘twittergedrag’ van de bezoekers van Aalst.



In Aalst worden 'volgens de meest recente studies' de meeste tweets blijkbaar verstuurd vanop de Grote Markt. Dat weten we dankzij de Amerikaanse 'data-artiest' en softwareontwikkelaar Eric Fischer. In totaal verzamelde hij gedurende 3,5 jaar maar liefst 6,3 miljard tweets. Die werden vervolgens gefilterd waardoor er nog ongeveer 550 miljoen tweets overbleven, ideaal voor een 'twitterkaart van de wereld.' De uitgebreide uitleg over de methodiek vind je op www.mapbox.com/blog/twitter-map-every-tweet.



Grote Markt:



Een tweet versturen van op de Grote Markt blijkt enorm populair te zijn. Vraag is of het toeristen zijn die een foto van het belfort op Twitter delen, of scholieren die rustig wat rondtweeten terwijl ze onder de middag op de rotonde hun boterhammetjes opeten?



Selfies met het stadhuis op de achtergrond ? Of met ‘den Dozje’ ? Of met de ondertussen beroemde grote stenen op het marktplein ?



Als je Aalst bekijkt op de Twitter-kaart, dan bruist de Grote Markt van tweetactiviteiten.



Station:



De tweede populairste locatie is het station. Mogelijk tweeten reizigers er over de vertragingen van hun trein. Of om te klagen over te weinig plaats in de wagon. Of ze zwaaien hun vrienden uit via Twitter als ze op reis vertrekken. Ook het Statieplein voor het station is een erg populaire plaats om te tweeten. Ook het station van Erembodegem is voor velen ook een leuke plaats om een tweet met de wereld te delen. Niet te verwarren met de 'tweet-tweet' van de treinconducteur natuurlijk, want als je dat hoort, is de kans groot dat je trein weg is …



Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis:



Als we de kaart van Eric Fischer moeten geloven, sturen patiënten vanop zowat elke afdeling in het ziekenhuis tweets. Ook de nabijgelegen school en het kruispunt van de Moorselbaan met de Albrechtlaan is een populaire plek om Twitter te gebruiken.



Algemeen Stedelijk Ziekenhuis:



Patiënten en bezoekers sturen vooral aan de ingang van het ziekenhuis tweets. Toevallig of niet ook de plek waar patiënten die roken een rookpauze nemen.



E40:



Er wordt blijkbaar niet gereden over autosnelweg langs Aalst. Neen, natuurlijk niet. Je staat er heel vaak in de file, en er wordt er daar dan ook op los ‘getweet’ van in de auto’s. Hopelijk zijn het niet allemaal chauffeurs die dit doen terwijl ze aan het stuur zitten, maar gaat het vooral over de passagiers die een en ander wereldkundig willen maken.



Elke drukke autoweg blijkt trouwens een populaire Twitter-plek te zijn. Ook bij de Genstesteenweg is dat gedrag duidelijk te zien.



Okapi Aalstar:



Supporters van de Aalsterse basketclub schreeuwen hun ploeg in het Forum naar de overwinning. Winnen of verliezen beinvloedt hun twittergedrag echter niet : ze zetten het gevoel van het moment zowieso op het internet. Of ze delen de tussenstanden met al hun volgers.



Vredeplein:



De dienst Stadsvernieuwing mag terecht fier zijn, want het heraangelegde Vredeplein trekt blijkbaar volk genoeg om een van de Twitter-hotspots te worden. Vooral van op de gezellige bankjes van onder de bomen op het plein worden er tegenwoordig veel tweets verstuurd.



Hogeschool Odisee



(KaHo Sint-Lieven), aan de Kwalestraat: Een saai moment in de les, of de interessante resultaten van een chemisch experiment, ... De studenten zetten het maar al te graag op Twitter. De hogeschool aan de Kwalestraat is een van de hotspots.



Pierre Cornelisstadion:



Ook als Eendracht Aalst thuis speelt, genereert dit Twitter-pieken. Tussenstanden, foto's van juichende spelers of supporters in extase, een oproep aan het bestuur om werk te maken van een nieuw stadion, ...  De Aalstenaars zetten het maar al te graag op Twitter.



Rozemarijnstraat:



... en bij uitbreiding eigenlijk de hele uitgaansbuurt in het centrum van de stad. Wie tegenwoordig uitgaat in de Kerkstraat, het Rozemarijnstraatje en omliggende, laat dat meteen ook graag zien op sociale media. Op momenten lijkt het er – jammer genoeg – op dat er meer aandacht wordt besteed aan het twitteren, dan aan de compagnie met wie men op de baan is.



Het steeds bereikbaar 'moeten' zijn, het steeds 'moeten' delen van locaties, statussen, foto's, … is voor de ouderen onder ons misschien totaal onbegrijpelijk. Eigenlijk mogen wij ons gelukkig prijzen dat er 'in den tijd' niet alles werd vastgelegd en gedeeld op Facebook, Twitter, Instagram en dergelijke …


Deze post mag U natuurlijk ook delen via Facebook, Twitter en/of andere kanalen … Het knopje daarvoor vindt U  onder dit artikeltje …