Nieuws uit Aalst

--------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label - Mijlbeek/Beukenhof/Bergemeersen/Zwembad/Zandberg/Kluizen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label - Mijlbeek/Beukenhof/Bergemeersen/Zwembad/Zandberg/Kluizen. Alle posts tonen

zondag 22 november 2020

De Kluizen

Naast het ‘groot park’ en het ‘Osbroek’ was en is één van de favoriete wandelstekjes van de Aalstenaar nog steeds ‘het Kluizenbos’. 

Het bos, een overblijfsel van een ouder bos dat in de middeleeuwen samen met het Kravaalbos deel uitmaakte van het Kolenwoud, ligt tussen het Somergempark en de Affligemdreef en is dus zowel in Aalsters als in Affligems gebied gelegen. 


Doordat het zo'n oud bos is zijn er ook nog enkele bijzondere planten te vinden. 
Wilde narcissen bijvoorbeeld, de echte wilde moederplant. Of de mysterieuze zwartblauwe rapunzel,  een in Vlaanderen heel zeldzame soort van de klokjesfamilie die alleen maar groeit in oude en waardevolle bossen.

Via de Affligemdreef komt men uit op de Abdijstraat waar, zoals de naam al laat vermoeden, de zeer bekende abdij van Affligem staat. Deze werd in 1083 gesticht en men kan er nog enkele kunstschatten gaan bezichtigen. 
… maar ... de abdij ligt over de grens Aalst-Affligem, ... en da’s dan ook meer iets voor ‘Affligemgoistad …’

We gaan terug naar de Kluisdreef, die langs Affligems gebied aan de rand van het bos overgaat naar de Kluizerij (die op Aalsters gebied ligt).  

De Kluisdreef (die eindigt schuin over de Rozerie) begint aan de Aalsterse dreef / Affligemdreef waar zich het klooster Maria Mediatrix, een aan Maria Middelares gewijde contemplatieve orde, bevond.
In 1932 vestigde deze communauteit (die gesticht werd in 1921) zich te Hekelgem in het Benedictijner klooster. 

Om hun bouwschulden af te kunnen betalen verbouwden de zusters hop op de meer dan 10 ha gronden rond de abdij. Later schakelden ze over op het bakken van hosties en de verkoop van iconen. 
Wegens een gebrek aan nieuwe intredingen telde de kloostergemeenschap in 2006 nog amper 7 zusters. Zij verhuisden in datzelfde jaar naar een gemeenschapshuis in Leuven. 
In de ‘Kluizerij’, een zijvleugel van het klooster, heeft het Timotheus Project, (vormingscentrum) een onderdak gevonden en in 2006 werd ook het slotklooster omgebouwd tot een seminarie- en vormingscentrum van de vzw De Kluizerij. 


Binnen in het gebouw is nog steeds te zien dat zich hier een religieus gebouw bevond, zoals te zien is aan de lounge hier op de foto.

’t Is wat verwarrend misschien maar ‘de Kluizerij’ ligt dus eigenlijk aan de Kluisdreef, terwijl een verderop genoemd kapelletje zich op de Kluizerij bevindt.

Aan de rand van het bos, op de splitsing Kluisdreef-Kluizerij-Kluizenweg, de plaats die ook wel Breedeik genoemd wordt, borrelde ooit een levenskrachtige bron die eeuwen later het ‘Kluizeputteken’ werd genoemd. 

Het was aan het einde van de 7de eeuw dat Sint Ursmarus, abt van Lobbes bij Thuin, naar hier kwam om de streek te bekeren, en aan het zogenaamde ‘Kluizeputteken’ werd een zogenaamde ‘cella’ - een bidplaats, kluis of primitief  kloostertje - gesticht. Deze Kluiskapel is ook nog steeds aanwezig.  

Het Kluizeputje wordt trouwens ook wel eens de "Kinderbron" genoemd, waarvan het water niet enkel geneeskrachtig zou zijn maar ook de vruchtbaarheid zou bevorderen. 
In ‘Vlaamsch leven’, een zelfstandig Vlaams geïllustreerd weekblad, staat zelfs beschreven dat vele jongens en meisjes regelmatig eens gingen kijken, of er geen kindje in zou liggen. Of ze legden hun oor op de rand van ’t putteken en meenden dan soms het geschrei van een nog ongeboren kindje in de verte te horen. 


Of er toen al vis inzat, weet ik persoonlijk niet, maar feit is dat de tegenwoordig in de buurt gelegen visclub de naam ‘’t Kluizeputje’ overnam. 

Toen op het einde van de 11de eeuw in 1085 de abdij van Affligem werd gesticht, maakte de Abdij van Lobbes nog steeds aanspraak op deze streek, en het bos wordt vanaf toen dan ook het ‘Afflighem bosch’ genoemd. Het waren de monniken die instonden voor het beheer en de abdij hield toezicht. 

In de 12de eeuw werd de bidplaats door enkele kluizenaars bewoond, vandaar ook meteen de naam ‘kluiskapel’. 


Een kluis was immers de woning van een kluizenaar, waar het geloof nog veilig was en de geest in afzondering kon rusten. Vergelijk trouwens met onze huidige ‘kluizen’, waar onze centjes of waardepapieren ook verdoken zitten van de buitenwereld.
 
Onder deze kluizenaars was ook een zeker Radulfus de Zwijger.
Deze edelman werd priester en werd bekend om zijn kleding : een boetekleed uit paardenhaar en een ijzeren ketting als gordel. 
Het kluizenaarsleven nam hij heel serieus, want men hoorde hem nooit praten. 
Na een ononderbroken stilzwijgen van 16 jaar zou hij echter op een wonderbaarlijke wijze een brand in de kloosterbrouwerij hebben gestopt met de woorden "vuur, sta stil". 
Na zijn dood werd hij begraven in de kapel zelf, maar zelfs toen nog gebeurden er naar verluidt nog enkele mirakels
Zijn status van ’mirakelman’ werd later echter toch verdrongen door die van Onze Lieve Vrouw.

Tot vooraan in de jaren 1600 konden de resten van de kluizen, waar de heremieten woonden, nog gezien worden.
Het beheer van de kapel werd waargenomen door een monnik van Affligem, die vanaf de 17de eeuw de titel van "cluysmeester" droeg. 

Franciscus Laureys (+1653) verkreeg in 1644 of 1645 van Jacobus Boonen, aartsbisschop van Mechelen en prelaat van Affligem, dat 1 dagwand van het omringende bosgebied en ook het met hagen omheinde "cluysenhof" beplant werden met "grouw abbeel" (= populieren).
De opbrengst van de verkoop was bestemd voor de kapel.

In 1654 gaf de aartsbisschop 36 florijnen bij de oprichting van een nieuw altaar en de abdij schonk een schilderij van Gaspar de Crayer, waarop de verrezen Christus was afgebeeld bij de eerste verschijning aan zijn Moeder. 
Het schilderij keerde later echter naar de abdij terug, wellicht bij de vernieuwing van de kapel in 1758.

Om te helpen bij het levensonderhoud van de steeds maar sneller toenemende bevolking werden grote delen van de bossen geleidelijk gerooid en in cultuur gebracht als akker of weiland.
De hopteelt werd één van de voornaamste teelten in de streek en ging ook het landschapsbeeld sterk bepalen door de metershoge staken die gebruikt werden.

In 1700 werd het "schaerhout" (kreupelhout) dat op de grond van de kluis groeide, verkocht "tot gemeyne profijte van 't huys".

Het bos zelf was een middelhoutbos, een mengeling van hoogstammig hout en kreupelhout. 
Het hoogstamhout (eik en beuk) werd aan de stad Aalst en de omliggende gemeenten verkocht als brandhout, terwijl het kreupelhout werd gebruikt door de broodbakkers en brouwers of diende voor het maken van de hoppestokken.

Na de verwoesting van de abdij door de Franse revolutionaire troepen (sanskulotten) in 1796 en de verdrijving van de aanwezige monikken, werd ook de kap
el verkocht in 1798. 
Frans Callebaut uit Hekelgem kocht ze voor 825 frank. 
In 1835 kwam de kapel en haar domein (ongeveer 31 aren) in handen van de familie t' Kint. 
De kapel was toen echter in zo'n bouwvallige staat, dat enkel de afbraak van het schip de rest nog kon behoeden voor instortingen. Van die tijd dateert het aparte voorgeveltje.

Waar men over godsdienst spreekt, zijn er natuurlijk ook godsdiensthaters
In 1910 werd door de ‘nationale bond voor liberale propaganda’ een almanak uitgegeven waar men zich zeker niet positief uitliet over de geestelijken.
Van kerkuil en kwezelaar krielt het hier thans, 
zijn huizen en kluizen vergeven.
Hun kelders vol wijn en hun autaars vol glans, 
waar ’t volk nog et moeite kan leven … 
Wat geeft dit aan ’t heilig gespuis, 
al mangelt er brood in den werkman zijn huis.
Al heeft hij geen bed om te slapen.
Hij vulle zijn maag met het teeken des kruis!
Dat krijgt hij voor niet van de papen.
Door paters en nonnen wordt de aalmoes geschooid, 
en rmeniger erfnis gestolen,
en kloosters en krochten in haasten voltooid, 
al lag hun het vuur aan de zolen …
In 1919  kwam de kapel in handen van de Hekelgemse familie Roseleth die er in 1931 grote herstellingswerken liet uitvoeren. Zij schonken in 1933 zowel de kapel en de grond aan de kerkfabriek van Hekelgem.

Na de tweede wereldoorlog geraakte de kapel en ook de begankenis geleidelijk in verval. 
Reeds in mei 1963 wordt er op aangedrongen om de kapel te restaureren.
Op 18 februari 1976 wordt de actie "Valt de Kluis in gruis?" op poten gezet. Er wordt een werkcomité opgericht, "De Vrienden van de Kluis", waarvan zowel mensen uit Hekelgem als Erembodegem deel uitmaken. 

Op zondag 25 april 1976 wordt de begankenis en ook Kluizenkermis in ere hersteld en op 9 september van datzelfde jaar wordt bij de Commissie voor Natuurschoon en Monumenten een dossier ingediend met het verzoek de Kluiskapel te willen beschermen.
Door allerhande steunacties werd door "De Vrienden van de Kluis" tegen einde 1976 circa 100.000 fr ingezameld.
Op Beloken Pasen 1977 (16 en 17 april) kende men opnieuw een grote volkstoeloop bij de Kluis, mede dank zij een door de VTB ingerichte wandeltocht. 
Tijdens de zommermaanden van hetzelfde jaar kan de restauratie van het dak en de muren worden uitgevoerd door aannemer Mesdagh uit Zottegem. Pastoor De Vogeleer was de grote bemiddelaar bij deze restauratie.
Kluizenkermis 1978 werd een nieuw succes, zodanig dat kon worden gedacht aan de verdere afwerking van de kapel.
Met Kluizenkermis 1979 (zondag 22 april) verrijkt men de Kluiskapel met twee waardevolle glasramen, uitgevoerd door de Aalsterse kunstenaars Monica en Frits Kieckens.


Er werd een nieuw dossier ingediend met de vraag naar erkenning van de Kluiskapel en de omgeving als beschermd erfgoed. Ook het stadsbestuur van Aalst kwam tot de beslissing dat het unieke natuurgebied zeker diende beschermd te worden. Want het was nodig. Het werd er drukker en drukker, en de vrees dat dit uniek stukje natuur zou verdwijnen, was niet helemaal uit de lucht gegrepen. 

Ieder jaar wordt er op de eerste zondag na Pasen nog steeds een kermis, de ‘kluis- of fluitjeskermis’ georganiseerd aan de kapel. 
Op deze ‘Beloken Pasen’ wordt een tent naast de kapel gezet en zijn er volkssporten voor jong en oud. 
In de kapel zelf worden dan een aantal vieringen gehouden ter ere van Onze-Lieve-Vrouw ter Kluis. De opbrengst van die dag gaat naar de renovatie en instandhouding van de kapel.

Verderop passeer je een speelbos en ‘The Observer’, een kunstwerk van Will Beckers, dat lijkt op een oog. Vanuit het kunstwerk kan je de vogels bespioneren op de waterplas en het natuurlijke landschap bewonderen.

 

Het levend kunstwerk is samengesteld uit wilgen en hazelaars, met de wortel in de grond en dus ‘levend’.
De 30 meter lange structuur werd in 2016 ingewandeld door het stadsbestuur en enthousiaste wandelaars.

In 1979 schreef buurtbewoner Louis Paul Boon trouwens een cursiefje over de Kluis: 

Aan wat de Kluizendreef heet, komen steeds meer fietsen, het vliegveld aan de andere zijde dringt op, en datgene wat bijvoorbeeld een Streuvels of een Buysse zouden beschreven hebben, de Kluis, een troppelke oude in puin vallende huizen zal weldra gesloopt en misschien herbouwd worden. Maar laat toch de kapel blijven, de Kluiskapel, aan het begin van het niet te betreden bos. De kapel, en het wonderbaarlijke der bron, die blijkbaar voor geen enkele ziekte een medicijn is…

‘Het vliegveld’ waarvan sprake, zal de jongere lezers waarschijnlijk niets zeggen, maar het was zo … Aalst had een eigen vliegveld. 
‘Het vliegveld van Aalst heeft zelfs bijgedragen tot de moderne geschiedenis van de stad, en dat mag niet vergeten worden’, zegt Gaston De Mol die over het onderwerp "Een eeuw luchtvaart boven het land van Aalst" een boek heeft geschreven.
Hieronder twee luchtofoto's van de luchthaven.




Wie jonger is dan dertig associeert Aalst niet meteen met een vliegveld. 
Maar velen die wat ouder zijn kregen op het vliegveld De Kluizen hun eerste luchtdoop, dat kostte in 1947 175 frank. Voor een paar honderd franken kon je een halfuur de lucht in en vloog de piloot boven je huis. Wie niet meevloog kon er genieten van de vliegmeetings en het zicht op de zweefvliegtuigen die de lucht werden ingesleept.

Het begon allemaal op 16 juni 1947, toen de statuten van de Aero club van Aalst opgesteld werden. Het was een vliegclub in de zin van : “de kennis van de luchtvaart in het Aalsterse bevorderen en verspreiden”, ‘alle takken van de vliegsport met een sportief en opvoedend doel beoefenen’ en ‘de roeping voor de burgerlijke en de militaire luchtvaart verwekken’. 


Er was echter geen vliegplein aanwezig … en, misschien ook nog wel een ander belangrijk detail … ook geen vliegtuig … 

Er werd gezocht naar een geschikte plaats voor de oprichting van een vliegveld, en dat werd een stuk grond (half moeras, half weide) dat gelegen was tussen de Affligemdreef en het Kluizenbos. 
Hier lag tijdens de tweede wereldoorlog de groententuin van de FFR. De groenten werden gekweekt om oonder het personeel te verdelen. 

Er was dus al een vliegveld, maar  … nog geen vlieger … 

Die kwam er al snel, hoewel de naam ‘vliegtuig’ misschien wel wat overdreven was. 
Het was een primitief zweefvliegtuig dat bestond uit een stevige balk met een zitplankje op en twee vleugels. Van instrumenten was er nog helemaal geen sprake. 
Het toestel werd de lucht ingeslingerd door middel van een lier. Een vlucht duurde toen ongeveer 2 à 3 minuten en na elke vliegdag diende men het toestel af te breken en op de schouders naar een nabijgelegen hoeve te brengen. 

Op 20 mei 1951 werd het vliegveld officieel ingehuldigd en er volgde het eerste motortoestel (de Piper Cub ). In 1955 volgde een tweede (van hetzelfde type).
En toen ging het snel. Het niveau steeg recht evenredig met het aantal toestellen en het aantal piloten. 
Ter info ... één van de beginnelingen in de Aalsterse club, een zekere Willot, werd later de houder van het Belgisch hoogterecord zweefvliegen (met 9200 meter!)

De club bouwde in 1964 een tweede loods en de eerste loods kreeg een grondige aanpassing.
Dat moest omwille van de strengere veiligheidsnormen die werden opgelegd. De extra kosten die hiervoor dienden te worden gemaakt, maakten echter dat de club op een bepaald moment op zwart zaad kwam te zitten. 
Er kwam gelukkig al snel een ommezwaai. De interesse voor de vliegsport steeg, ook bij de niet-vliegende bevolking, en er kon opnieuw meer aandacht geschonken worden aan scholing.


In 1967 was er een eerste grote vliegmeeting met deelname van ‘de red devils’, het officiële stuntteam van de Belgische luchtmacht, wat natuurlijk zorgde voor heel wat nieuwsgierige bezoekers.

Het vliegplein was opnieuw gelanceerd.  

Zo was er in 1970 bijvoorbeeld grote opkomst voor drie Franse vliegtuigen die gedurende enkele weken het Aalsterse vliegveld als standplaats hadden gekozen. 
En het bleef niet enkel bij vliegen. 
Er werden ook ponykoersen gehouden (zelfs het kampioenschap van Oost Vlaanderen vond hier in 1972 plaats) en er werden rally’s georganiseerd, die steeds op een grote publieke belangstelling konden rekenen.

In 1974 was er sprake van een herwaardering van het vliegveld, met het oog op zakelijke en op toeristische vluchten en in 1975 waren er dan ook grote werken aan de gang en er werden plannen gemaakt om de organisatie van een internationale vliegmeeting te organiseren.
Het clubhuis kreeg een nieuwe inrichting, de startbanen werden vernieuwd en er waren ondertussen vier zweefvliegtuigen, twee piper cubs en drie Moranes aanwezig.
 
De vliegmeeting ging door op zondag 30 mei 1976 en zoals verwacht kwam er heel wat volk opdagen om te genieten van de verschillende shows in de lucht en toestellen aan de grond. 


In 1978 bestond al de vrees dat het vliegveld zou moeten verdwijnen.

Er was immers het Aalsterse bouwproject ‘De Bioley’, die een verkaveling van ongeveer 17 ha voorzien had voor sociale woningbouw. De werkgroep ‘Leefmilieu’ ontdekte reeds een ophoging van de grond nabij het vliegveld, en honderd meter verder werden reeds houten huisjes in gebruik genomen op een ‘weekend-terrein’, het zou dus allemaal snel kunnen gaan.

De vliegtuigjes die op dat ogenblik al meer dan 30 jaar rondcirkelden, zouden door dat project het luchtruim moeten verlaten. 
Een actie ‘red de kluis’ werd opgezet in de buurt om het vliegplein te vrijwaren van nieuwe projecten.


Hier een foto van het aero club café in 1980.

aero club cafe 1980

Op dat ogenblik stonden er permanent zo’n 18 vliegtuigen gestationeerd. Er heerste steeds een aangename sfeer en het tweede vliegfeest werd georganiseerd.
Ook carnaval pikte de geruchten op, en onder andere akv aballadoes kwamen dat jaar buiten met ‘kluizen airport bedreigd’ als onderwerp.

Het leek er wat op dat de storm ging luwen, en er was nog weinig sprake van het afschaffen van het vliegplein. Men bleef shows, vliegdagen en tentoonstellingen organiseren, en het publiek bleef enthousiast afkomen op deze vormen van vermaak.


Het was echter enkel afstel.
 
In 1986 kwamen er opnieuw donkere wolken boven het voortbestaan van de club.
Er kwamen klachten over geluidshinder, er kwamen opmerkingen over het feit dat vliegen gevaarlijk zou zijn, maar het ergste was eigenlijk een erfeniskwestie
De aero club had in 1948 een stuk weiland afgehuurd. Twee jaar later werd door dokter Maeyens uit Gent een ‘promesse de bail’ getekend voor 7,3 ha.
So far so good. Er werd uitgebreid, er kwam een betonnen startbaan, een loods, een clubhuis en ga zo maar verder. 
In juni 1983 kwam er een brief van Dr Maeyens in de bus met opzeg van de huur. Men was als de hand Gods geslagen, vooral toen een maand later de dokter overleed en de weduwe met twee kinderen eigenaar werden van het terrein én er wilden over beschikken om het te verkopen. 

Praten met de eigenaars ging niet en de club werd zelfs veroordeeld tot ‘het opgeruimd en teruggebracht tot de begintoestand terugbezorgen van het terrein’. 
De club ging in beroep en kon zo wat tijd ‘kopen’ en het verdict wat uitstellen. 
Intussentijd kon men uitkijken naar andere mogelijkheden. 

Er werd nog even geopperd om het vliegplein te laten voortbestaan op de omliggende gronden maar daar zou de landingsbaan 3 meter (!) te kort zijn volgens de reglementeringen van het Bestuur der luchtvaart. 

In februari 1987 ging het vliegveld uiteindeljk toch dicht en dat na veertig jaar met tal van vliegmeetings die niet misstonden tussen de grote meetings. De club kreeg drie maand tijd om alles in oorspronkelijke staat te herstellen.
De gebouwen werden op 23 maart 1987 met bekwame spoed met de grond gelijk gemaakt en de houten schutsels en planken werden na de afbraak in de fik gestoken.

 

De brand legde meteen alle dromen in as.
Het vliegveld bestond van 1947 tot 1987.

Hier nog een laatste zicht op het vliegveld in 2009, het was toen 22 jaar geleden dat alles in as veranderde.

Er zijn ooit plannen getekend om van de kluizen een reusachtige Aëroport te maken, met meerdere startbanen en een echt luchthavengebouw. De vliegclub heeft zijn nut ook vaak bewezen buiten de pleziervluchten. 
De Hondafabriek op het wijngaardveld is er bijvoorbeeld pas gekomen nadat enkele Japanners van op de Kluizen een luchtverkenning hadden kunnen maken.

Inmiddels heeft het vliegveld van Aalst plaats gemaakt voor een golfterrein en een manege.

Op 24 januari 1985 was de bescherming van de buurt eindelijk officieel een feit. De Vrienden van de Kluis zetten zich verder in voor het behoud van de Kluiskapel, en ook Natuurpunt wil er voor zorgen dat de natuurlijke rijkdom van het Kluizenbos hersteld en beschermd wordt. 

2013 betekende dan eindelijk ook het einde van een lange restauratieperiode van de Kluiskapel. 

De rechtermuur, die lichtjes overhelde, werd met twee betonnen ankers vastgezet, al het losse plakwerk werd uitgekapt en hersteld; bijna gans het houten berd van het dak werd vernieuwd en met schaliën bedekt.
Met de enthousiaste instemming van de "Vrienden van de Kluis" werden er ook nog andere werken uitgevoerd. ‘Ze zouden nog wel wat geld bijeen krijgen’.


Onderaan werden de muren ingespoten met een vochtwerend product. Aan het dak werd een zinken goot geplaatst en een plankier met klinkers werd langsheen de muren gelegd. Het torentje werd onder handen genomen en het geheel kreeg een laag houtbescherming. Om het authentieke karakter te kunnen bewaren werd voor eikenhout gekozen, … eikenhout van negentigjarige bomen gekweekt in het Kluisbos zelf.

Een man die reeds sinds 1980 actief bezig was met de restauratiewerken van de Kluiskapel was Adolf Sergooris. 
Zo werd het torentje van de kapel onder handen genomen en een aantal galmplanken werden vervangen.

Hoewel Adolf vreesde dat de aandacht voor de restauratiewerken aan de kapel zal verminderen met de generaties, hoopte hij toch  dat de Kluiskapel haar charme zal kunnen blijven behouden. 
En ook dat er respect zal blijven bestaan voor de kapel en de vrijwilligers. 
Jaren geleden immers stalen vandalen het materiaal uit de kapel en gooiden alles in het nabije bos. De Kluiskapel was sindsdien gesloten.

Of het nu allemaal peis en vree is in de buurt ? Neen hoor. 

De kans dat de internationale jumping, die werd gehouden op het Domein De Kluizen aan de Affligemdreef, nog opnieuw in Aalst kan doorgaan, is ondertussen jammer genoeg bijna onbestaande.
Actievoerders die sedert 2013 hevig protesteren tegen de jumping en de uitbouw van een centrum voor paardensport, lijken gelijk te krijgen van de auditeur bij de Raad van State. 

Het begon allemaal heel veelbelovend in 2011, en ook op de tweede editie in 2012 waren heel wat grote namen aanwezig. De organisatie had er alles aangedaan om ook de toeschouwers van een accomodatie op een hoger niveau te laten genieten. Helaas staken regen en stormwind er toen een stokje voor.

Het werd wel een indrukwekkend programma. Van woensdag 6 tot zondag 10 juni 2012 konden de paardenliefhebbers gratis genieten van paardenspektakel en topentertainment.
Het deelnemersveld was een pareltje: maar liefst 10 ruiters van de top 30 waren aanwezig, en de Belgische regerend wereldkampioen Philippe Lejeune, die trouwens ook ‘peter’ was van de Jumping, voerde het Belgische team aan. 

Het terrein van 18 hectare bood plaats aan 3 speciaal aangelegde pistes die alle weersomstandigheden moesten doorstaan. De complete piste werd omringd door een 7.000 m2 tentencomplex. Er waren ook 436 paardenstallingen, 200 parkeerplaatsen voor vrachtwagens en 3.000 parkeerplaatsen voor bezoekers.

2013 : De NV Hof Somergem koestert plannen om op het domein De Kluizen, het vroegere vliegveld van Aalst, een centrum voor ruitersport uit te bouwen ... maar …  Groen Aalst roept op om tegen die plannen verzet aan te tekenen.

Ze spanden samen met Raldes, Bos + en de omwonenden een beroep aan bij de Raad van State tegen de beslissing van het provinciebestuur om een milieuvergunning te verlenen aan de nv Hof Somergem. 
Het werd een welles-nietes spelletje en de stad betaalde maar liefst 21 000 € aan advocaten voor de terugkeer van het tornooi. Ook de omwonenden betaalden dus (onrechtstreeks) mee de advocaten die tegen hen streden. 
Het werd een verbitterde strijd, maar uiteindelijk zouden er toch geen paarden meer komen.

Januari 2023 : Al tien jaar komt de internationale jumping van Aalst enkel nog in het nieuws met goedgekeurde en geweigerde stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen. De juridische strijd rond dit event lijkt wel een eindeloos verhaal te worden. 
Het laatste (?) hoofdstuk in deze strijd gaat over de milieuvergunning. 

In 2017 verleende het schepencollege van Aalst een milieuvergunning aan NV Fico - het vastgoedbedrijf van - wijlen - Willy Michiels en zijn familie - voor het verder exploiteren en uitbreiden van een inrichting voor ruiter-, draf- en mensport gelegen aan de Affligemdreef. De deputatie heeft begin januari 2023 in beroep de milieuvergunning geweigerd.

Het schepencollege heeft nu beslist om niet meer in tegenberoep te gaan. In 2019 raakte bekend dat de stad toen al maar liefst 21.057,82 euro had betaald aan advocaten om te pleiten voor het internationaal jumpingtornooi aan de Affligemdreef. 
Het stemde buurtbewoners die strijden tegen het jumpingtornooi cynisch. “Dus eigenlijk betalen wij zelf mee de advocaten die tegen ons strijden in de rechtszaal. Bevriende politici mogen hun verkiezingsbord plaatsen op de gronden daar.” De stad lijkt er zich bij neer te leggen nu.

Nu blijkt dat de jumping definitief niet langer kan doorgaan op de site, moet de stad ervoor zorgen dat de originele toestand hersteld wordt. Alle verhardingen tussen de bomenrijen gelegen aan het Kluizenbos moeten verwijderd worden. Dit gebied heeft een belangrijke natuurwaarde en doet dienst als infiltratiegebied voor de Somergembeek. Als de stad belang hecht aan vergroening en ontharding, zorgt het ervoor dat alle verhardingen die dienst deden voor de parkings verwijderd worden”, zegt Lander Wantens (gemeenteraadslid Groen).

NV Fico, eigenaar van het domein, reageert niet op het nieuws.

Als we nog een paard (welja, ...) willen zien, zullen we naar Dendermonde moeten gaan ...

Zelf had ik tot twee maal toe de eer om deze grootheden te kunnen bedienen op hun wenken als één van de mensen die instond voor de catering en bediening. Het waren zware (en vooral heel lange) dagen, maar het loonde wel de moeite om het allemaal eens ‘in het echt’ te mogen meemaken.

Geen paarden dus, maar wel een golfclub.


De Kluizen is de laatste jaren van golfschool immers uitgegroeid tot een volwaardig golf- en business center met 9 holes.

Het moderne clubhuis is sinds de opening van de club een erg gewaardeerd trefpunt geworden. Vanaf het terras heeft u een fantastisch uitzicht over het hele terrein.
Er is ook een uitstekende brasserie restaurant waar voor alle bereidingen enkel dagverse en seizoensgebonden producten worden gebruikt.

En na al dat sportgeweld en lekker eten, is er natuurlijk ook tijd voor een drankje achteraf … een wijntje ? 

U zegt het maar. Ook ‘de Kluizen’ kent zijn eigen wijndomein

Domein De Kluizen is een jong Belgisch wijnbouwbedrijf dat werd opgestart in 1997 door Herman Troch.
De wijngaard is gelegen in de schaduw van de toenmalige Abdij Maria Mediatrix te Affligem en is ongeveer een 2,8 ha groot.
 

Toen het huidige terrein vrij kwam, nam Herman als werknemer van de abdij dit stuk over van de zusters. Hij besliste al snel om dit mooi gelegen stuk grond aan te planten met druiven.  Een misschien raar klinkend idee, maar Herman kon terugblikken op een zekere familietraditie in de wijnindustrie. Zijn vader en zijn grootvader waren fruitwijnmakers, en zijn vader plantte een eerste kleine wijngaard toen Herman ongeveer 10 jaar oud was. 

Domein De Kluizen wil als Belgisch, Vlaams wijnbouwbedrijf in de eerste plaats een aantal eerlijke mooie wijnen produceren, met een goede kwaliteit en een duidelijk smaakpalet 
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een aantal Europese druivenrassen die in ons klimaat hun volle eigenschappen kunnen ontwikkelen. 
 
Er wordt enkel gebruik gemaakt van chemische pesticiden indien er geen goed werkend biologisch alternatief voor handen is, er is enkel mechanische onkruidbestrijding en er wordt enkel organisch bemest.
 
De wijngaard werd uitgebreid in 1998, 1999, 2004 en 2006 en is tegenwoordig een 2,8 ha groot.
Er zijn ongeveer een 8800 wijnstokken aangeplant, de oudste in 1997, de jongste in 2006 en 2008.
 
Sedert 2005 valt Affligem binnen het gebied waar de wijn erkend kan worden als 'Vlaamse Landwijn'. Dat is een label dat overeenkomt met de 'Vin de pays' in Frankrijk.


Vanaf 2008 heeft men ook een proef aanplant opgezet met Gewurztraminer, Chardonnay, Sauvignon Blanc, Chenin, Riesling en Gruner Veltliner.
 
- Als witte druivenrassen heeft men : Kerner, Sieger, Optima, Schonburger, Reichensteiner
- Als blauwe druivenrassen heeft men : Dornfelder, Zweigelt, Pinot Noir

De Cuvéé 2003 'Juglans' werd in september 2010 verkozen tot 'beste Belgische wijn 2011' door de vereniging van sommeliers.

Herman had sedert 2015 ook uitbreidingsplannen. Hij bouwde een grote ontvangstruimte in de Broekstraat in Herdersem, waar onder meer workshops plaatsvinden.
 Volgens hem zit lokale wijn in de lift. ‘Zeker sinds 2005 gaat de vraag pijlsnel omhoog’, zegt hij. ‘Sinds dan zijn onze wijnen erkend als Vlaamse Landwijn, terwijl we voordien onder het etiket tafelwijn moesten gaan.’
 
De jaarproductie van het Aalsterse bedrijf bedraagt gemiddeld 14.000 flessen

In 2018 kocht Natuurpunt een groot deel van het Kluizenbos op. 


Met een oppervlakte van 21 hectare was het de grootste aankoop van Natuurpunt in de regio, maar het bleek algauw zijn geld meer dan waard. 

Verscheidene bronnetjes ontspringen in het gebied, en die bronnetjes vormen beken die afwateren naar de Somergembeek die dan weer uitmondt in de Dender. Enkele weilanden in het bos en grote gedeelten van het bos zijn daardoor uitgesproken drassig waardoor Els hier gemakkelijk groeit.

In en rond het bos lopen een vijfentwintigtal reeën rond. Zij verplaatsen zich van de bossen aan de Steensemeersbeek over de Kluiskouter door het Kluisbos tot in Hof Somergem. Fazanten, een van de populairste soorten klein wild ter wereld, zijn zowel in het bos als op de kouter rijkelijk aanwezig. In de hoge eikenbomen vinden we nesten van Buizerds enHaviken. Verder zingen de vele kleinere vogels hun lied wat de legende van monnik en het eeuwigheidsvogeltje tot leven brengt.
Via natuurbeheer probeert men de natuurrijkdom te verhogen, te behouden en te herstellen. 

Na al die jaren is er al veel water door de bron gelopen, is het vliegveld verdwenen, zijn huizen en kapel gerestaureerd en werd “het niet te betreden bos” na tientallen jaren eindelijk terug opengesteld.

Op 28/4/2019 werden de paden opengesteld voor wandelaars die van deze rijkdom willen genieten.
Wandelaars kunnen het gebied verkennen via de uitgestippelde wandelroutes die hen door het Kluizenbos naar het Somergempark of de Abdij van Affligem brengen. 

Door een overeenkomst met de eigenaar van een stukje grond is er zelfs een wandelpad dat start aan de Affligemdreef vanwaar je het bos kan betreden en via het pad kan doorwandelen tot aan de Kluiskapel.


Bronnen

natuurpunt.be
bloggen.be/aeroclubaalst/
Persregiodender.be 31/8/2018
domein-de-kluizen.be
footo’s de kluizen Jan Van Liedekerke & Tim De Backer (via toerismeaffligem.be)
De Denderbode 8/5/1910
De Gazet van Aalst 3/7/1947 – 18/11/1954 – 3/10/1970
De Voorpost 7/6/1974 – 16/5/1978 – 13/6/1986 – 3/4/1987 – 27/2/1987
Vlaamsch leven 23/4/1916
Het Nieuwsblad 21/2/2013 – 29/5/2013
HLN 20/01/2023
lecavzw.be
Vrienden van de Kluis
Eigen info Jumping