Opnieuw slechts 2 kandidaten konden worden gevonden voor dit grootse evenement.
De keuze van de nieuwe prins op 31 januari zal moeten vallen tussen Stefaan Vinck
en Chris De Pelsmaecker.
Begin
1981 wordt ook bekend dat de Europaprins, Enrico, samen met zijn Filipijnse
dame, de vroegere ‘Bonaparte-bar’ in de Korte Nieuwstraat zouden gaan
openhouden. Het etablissement zal de naam ‘Prinsenhof’ krijgen, naar de gelijknamige
titel, waar de prins uiteraard heel fier op is.
Kandidaat
prins Stefaan heeft duidelijk niet gekeken op kosten of moeite om uiteindelijk
gekroond te kunnen worden tot de nieuwe prins. Hij heeft honderden affiches,
kalenders en andere leuke dingen aan de man gebracht, en daarenboven kwam hij
ook nog eens opdraven met een nieuwe carnavalsplaat.
De
A-Kant nam hij zelf voor zijn rekening, de B-Kant (‘Weir zingen e lieken van
Oilsjt’) werd ingezongen door Prins Antoine en zijn Chevalliers.
In
nauwelijks een week tijd gingen er maar liefst 400 van die plaatjes van de
hand, en men kon dus spreken van een daverend succes.
Daarom
leverde hij ook dit keer zijn kandidatuur in.
Hij
wou voor iets nieuws zorgen, en dat zou een carnavalsplaat worden. Bij Antoine en de Chevalliers heeft hij de
nodige medewerking gevonden, en ook Mark De Cock kwam het gezelschap vervoegen.
In
’78 had hij het naar eigen zeggen al na drie nummers door dat hij het mocht
vergeten. De tegenstand was te groot. Hij was er in eerste instantie van overtuigd
dat hij het kon halen, maar toen kwam Michel met zijn kandidatuur opdraven, en
verdween zijn ambitie als sneeuw voor de zon.
Het
laat hem echter beseffen dat het succes afhangt van heel veel factoren,
waarvan je de meeste zelfs niet in eigen handen hebt.
Zijn
ambitie is het carnaval uitdragen, mensen uitnodigen. Niet alleen vertellen over
carnaval, maar de mensen aan den lijve laten ondervinden wat het is.
Hij
blijft er bij dat je carnaval moet beleven voor de lol, en niet voor het
geld. Dat de stad dit jaar fors zou
bezuinigen, ook op carnavalsgebied, deert hem niet echt.
‘Iedereen moet bezuinigen, dus ook carnaval’.
‘Iedereen moet bezuinigen, dus ook carnaval’.
Voor
het eerst in de bijna dertigjarige geschiedenis gaat dit jaar de verkiezing van
Prins Carnaval ook samen met een ‘Bal van de Prins’.
Verder dienen de kandidaten als naar goeie gewoonte een
verplichte opdracht uit te voeren.
Dan is er ‘vrij podium’, waar ze hun ‘kunstjes’ kunnen
laten zien.
Het
was Karel De Naeyer die de komst aankondigde van ‘twee prinsesjes’, Christiane
en Stefanie. Hij deed dit in verschillende talen, het laatste bleek een taal te
zijn die de meesten wel beheersten : ‘allei, schietj oit me denne zjiever ...’.
Gezien
de bloemenfee er niet meer is, wou Aalst daarom een internationaal dansfestival
organiseren, met Christiane en Stefanie in de hoofdrollen.
De
winnares zou maar liefst vijftigduizend loekes (= Oilsjters woord voor de munteenheid, hier nog Belgische frank, later zal men spreken over 'Euroloekes') opstrijken.
De
eerste dans bleek .. een buikdans te zijn.
Gelukkig
(voor de kandidaten of voor het publiek ?) bleek het vrij donker te zijn in de
zaal en was de zedenpolitie niet aanwezig. Keizer Kamiel waagde het ook nog
om te zeggen “dat er gerest iet bloeit mag kommen, letj op de loin van den
besten ...”.
Uit dit dansritueel bleek trouwens dat Stefanie ‘de dikste’ heeft.
Bij
de twist wrongen beide dames zich in opwindende kringen, en bij het klassiek
ballet bleek Chris toch iets gestroomlijnder te zijn dan Stefaan.
Kamiel
vraagt om wat meer ‘decolleté’ te tonen, en dat gebeurt ook tijdens het dansen
van de Charleston.
Het
eindigt allemaal bij een partijtje tapdansen.
Marc
De Cock, verontwaardigd over het ‘spektakel’ op de scene, start na dit optreden
met een toepasselijk ‘Jonges van de veirkemert’.
Een
ellenlange stoet ‘Stefanisten’ huppelt door de zaal, maar de aanhang van Chris
schijnt dan toch ook nog van de grond te komen.
Kamiel
brengt zijn ‘Geif moi mor Carnaval’, daarbij geflankeerd door de billekes van
zijn Kamillekes.
Burgenmeester
D’Haezeleer wordt verwelkomd met ‘Santei men bieken’ en ‘vastelauved, wenstjt
de krisis nor de moon, vastelauved, lotje de fiskus na mor stoon’.
De
kandidaten moeten nu voor een tweede maal laten zien wat ze kunnen.
Chris
verschijnt als eerste voor de opvoering van zijn nummertje als cantinière. Hij
beweegt zich traag over en weer, en zijn liedje ‘Allei, Julia’ valt duidelijk
in de smaak van het publiek.
Tot slot vraagt hij de mensen ‘om insj te rammelen me eir
bis, en te stemmen ver de Chris’.
Stefaan zet verschillende politieke figuren in hun hemd,
tracht een vrouwelijke schepen te koppelen aan een mannelijk raadslid en zingt
‘’t zen zotten die weirken’ en ‘ je veux de l’amour’.
Een
Moulin Rouge creatuur (in zuivere travestiestijl) blijkt echter net een brug te ver te zijn,
en wordt onthaald op boe-geroep uit de zaal.
Antoine
en Michel zorgen voor een heel gesmaakte sketch waarbij ze de actualiteit op de
korrel nemen.
Voorbeeldje van een dialoog :
-
Enrico got oitverkoeipen’
-
Goot’n na weiral verhoizen. - Nie, nie, zen kostuums zen te koeip.
- Van nek zelle ze Polle wel passen
- ... en van boik zen ze on de Stefaan ze loif gegoeten
Ze
zingen ook nog het liedje van de Madelon (vient nous server a boire), een
variatie op een ondeugend Frans thema.
De
prinsencaemere bracht tijdens de deliberatie ook nog een grandioos (maar
volgens sommigen té lange) vertoning.
Uiteindelijk
werd de uitslag bekend gemaakt.
Stefaan werd de twintigste prins carnaval van
Aalst, en dit met een toch wel uitgesproken puntenverschil.
Chris
werd daarmee een eervol verliezer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten