In
dit jaar was het Lucien Peirlinck (°16/10/1934) die met de scepter zou mogen
zwaaien. Een scepter die in de rest van zijn leven trouwens nog een grote rol
zou spelen.
De verkiezing van dit jaar vond plaats op 31 januari, en er waren uiteindelijk vier kandidaten :
Rudolf I (Rudolf Maes),
Luc I (Lucien Peirlinck) ,
Fons I (Alfons De Meyst).
In eerste instantie waren er maar drie kandidaturen maar op het driekoningenbal kwam er ineens nog een vierde (Victor) op de proppen. Eventjes was er zelfs nog sprake van een vijfde kandidaat, een zekere Etienne, maar die verdween al even snel als hij gekomen was.
De andere drie kandidaten stelden hierop een ultimatum. Gezien de inschrijvingsperiode reeds verlopen was, zouden ze bij het toelaten van deze vierde deelnemer, zelf de handdoek in de ring gooien en niet meer meedoen.
Na discussie met het feestcomité bleek dat de kandidatuur wel degelijk tijdig was ingediend, maar dat er een administratieve fout gebeurd was (het dossier was op het verkeerde bureau terecht gekomen) …
Toch vier kandidaten dus, want omwille van de uitgaven die reeds gedaan waren (een prinsenverkiezing is immers niet gratis voor de kandidaten) besloten ze om toch maar deel te nemen.
De vierde kandidaat werd dus alsnog toegevoegd.
Vic I (Victor De Saedeleer)
Door de supporters van de extra kandidaat vreesde men dat de Couverture te klein zou zijn, en de capaciteit werd aangepast van 800 naar 1500 plaatsen. Hierdoor diende men de kiezing wel 8 dagen uit te stellen … naar 31 januari.
Nieuw probleem dus want het drukwerk met datum was reeds verspreid door de drie eerste kandidaten … wat opnieuw tot frustraties leidde natuurlijk.
Victor zou ook mede hierdoor voordeel hebben en het woord ‘vriendjespolitiek’ kwam dus meermaals aan bod in Aalst in die periode. Tot het op een bepaald moment wat escaleerde en er een dreigbrief werd ontvangen door het stadsbestuur. Er werd gedreigd met een bomaanslag mocht Victor prins worden, en de politie was tijdens de verkiezingen dan ook meer dan ooit aanwezig in en rond de zaal.
Een explosieve aanhef dus van deze verkiezing, en het was zeker dat de editie van dit jaar qua spanning die van het vorige jaar zeker zou overstijgen.
Door al het gebeurde zagen de supporters van Luc, de gedoodverfde kandidaat, het allemaal niet echt meer zitten. Voor sommigen lag het er al dik op dat Victor de scepter zou mogen zwaaien … Later zou blijken dat dit echter allemaal kan gecatalogeerd worden onder ‘doemdenken’.
Ze waren er allemaal, de Aalstenaars ‘die in dit Breugheljaar nog het carnavaleske bloed in de aderen vloeit’.
'Ze waren er allemaal', en dat betekent meteen ook de vooraanzittenden oftewel de vooraanstaanden, zoals iemand van een komische groep droog opmerkte.
Vanzelfsprekend waren ook aftredend Prins Carnaval Kamiel III, de lieftallige bloemenfee Marly en de Draeckeniers-intendant Pee – eigenlijk Gust Kees, de man met de meest carnavaleske gremmel, aanwezig.
“Kamiel III, de jongste Aalsterse carnavalschansonnier, lanceerde bij deze uitstekende gelegenheid “Oilsjt viert Carnaval”, een chanson die alle kwaliteiten had om de volgende weken het Aalsterse hymne te worden”...
Tot zover de constatering uit de Gazette van Aelst van 8/2/1969. Ondertussen weten we al dat dit een understatement was dat kon tellen, want het is niet alleen de hymne van 1969 geworden, ... neen, tegenwoordig zingen de carnavalisten dit lied nog steeds uit volle borst mee.
Ook Jean Paul I mocht zijn “Oilsjteneers zemmen” nog eens ten gehore brengen, ook al een ‘all time klassieker’ ondertussen.
Nadat de respectievelijke kandidaten zich aan het publiek hadden voorgesteld, werd overgegaan tot de eigenlijke verkiezingen. Omdat er, zoals iemand terecht opmerkte, voordien geen polls waren, was het duidelijk dat deze verkiezingen in elk geval op een serieuze manier zouden verlopen, met dien verstande natuurlijk dat de kwestie ‘Victor’ toch bleef nazinderen.
Luc was ook al kandidaat in 1968 maar moest toen de duimen leggen tegen Kamiel Sergant. Het bleek echter een goede leerschool geweest te zijn, zo zou later blijken.
Hij bracht tijdens zijn show een parodie op het tv-programma ‘alles of niets’, en zijn zangkwaliteiten liet hij horen bij ‘me meiken was een Oilsjtenes’.
Hij oogstte veel bijval met zijn show ‘Black and White minstrel’ en met een heel nipte voorsprong haalde hij het …
Victor, de schaduwprins, was verslagen … maar noch Victor zelf noch zijn supporters zouden zich hier zomaar bij neerleggen.
Er werd geclaimed dat hij wel degelijk de meeste stemmen had, maar dat Fons I zijn stemmen zou verkocht hebben aan Luc.
In die jaren gebeurde het wel eens dat iemand ‘stroman’ speelde voor een andere kandidaat en de behaalde stemmen dan doorspeelde.
Vic I riep zichzelf uit tot ‘prins van linkeroever’. Hij liet zich ook een prinsenkostuum aanmeten en deelde net als de échte prins ook nominetjes uit.
Gezien Luc geen nominetten had (hij verkoos een kartonnen plaatje) zorgde dit natuurlijk voor verwarring in het Aalsterse …
In de Gazette van Aelst van 22/2/1969 is er zelfs sprake van een heuse prinsenkwestie.
“ Het vlot blijkbaar niet in de prinselijke familie te Aalst. In die zin dat het tijdens het voorbije weekend vol liep met prinsen allerhande.
Vic I, niet verkozen, lanceerde naar verluidt met succes zijn “Parodie op de prins(en)”.
Die parodie was echter zo duidelijk dat zij verwarring stichtte bij diegenen die met de prinselijke hiërarchie te Aalst onvoldoende vertrouwd zijn.
Heeft men het op de troon van prins Luc I, of beter gezegd, op de scepter van ons aller prins gemunt ? Wie zal het zeggen ?
Piet Korrel van Het Laatste Nieuws heeft in een gelegenheid, genaamd ‘De Patatbar’ (neen, dit is geen restaurant met aardappelschotels) de gelegenheid gehad om Luc I te interviewen. Uit dit gesprek citeren wij onder meer volgende vragen en antwoorden :
- Was het lastig dingen naar de zotskap van de prins ?
- Men zou er de moed bij verliezen. Toch wist ik dat ik het zou halen op de planken. Zo gebeurde het ook.
- Heeft de verkiezing iets te maken met politiek ?
- Onrechtstreeks, jawel.
- Als je burgemeester van Aalst zou worden, wat zou je dan als eerste verrichting beogen ?
- Ik zou maken dat het verkiezen van Prins Carnaval rechtvaardig gebeurt. Ik zou iets doen voor onze gehandicapten en ons moederhuis.
- Is het er niet goed in het moederhuis ? Is het te klein ?
- De vrouwen vliegen er buiten met het kind tegen de borst.
En dan deze vraag en antwoord :
- Is dat nog een prins die daar binnenkomt ?
- Neen, dat is die lastigaard van een Vic, die absoluut wou verkozen zijn. Hij wil me overal belachelijk maken. Ik ben weg hoor.
Blijkens dezelfde krant heeft Mevrouw Peirlinck, de echtgenote van Luc I, ook gezegd dat haar man veel tegenkanting heeft ervaren voor zijn verkiezing. Er kwamen zelfs dreigtelefoontjes bij te pas.
Als het zo blijft voortduren, zal de politie van deze gang van zaken moeten in kennis gesteld worden.
Er zou dus over gewaakt moeten worden dat de democratische rechten van de verkozen Prins Luc I niet in het gedrang worden gebracht, want met prins-regenten weet men nooit waar men aan toe is.
Het Aalsters Establishment wake over zijn prins. Een koningskwestie heeft ons land bijna aan de rand van de afgrond gebracht. Een prinsenkwestie zou Aalst ... tja ... zou Aalst wat ... ?
Een start in mineur dus voor de nieuwbakken prins, en Luc voelde zich tijdens zijn prinsenjaar ook allerminst gesteund door het feestcomité. Hij kreeg amper officiële opdrachten en toen hij het initiatief lanceerde omm zieken te gaan bezoeken in het ziekenhuis, werd dat afgeketst. Hij besloot dan maar om Aalst te laten wat het was, en om zich wat meer te gaan amuseren in Ronse, Roosdaal, Meldert, …
Luc werd lid van de Prinsencaemere maar er ontstond in 1983 een breuk doordat hij Prins van Oost-Vlaanderen werd maar hiervoor niet de ondersteuning had gekregen van de caemere.
In 1991 werd alles weer bijgelegd en trad hij weer op met hen, onder andere tijdens de prinsenrevues en op de driekoningenfeesten.
In 2019 nam hij niet meer deel aan het ‘Oilsjters zangpalois’ maar werd wel op het pódium gehaald tijdens het slotnummer. Ter gelegenheid van zijn gouden jubiileum van prins werden datzelfde jaar trouwens ook drie nominetjes uitgebracht.
Prins Luc mag dan misschien niet echt de erkenning gehad hebben als prins, dat kreeg hij des te meer als maker van de scepter.
Hierover is meer te vinden in DIT ARTIKEL.
Ook maakte hij jarenlang het ‘gouden ajuintje’ tot men in 2001 overschakelde naar een gouden juweeltje dat elk jaar door een andere Aalsterse juwelier wordt gemaakt, en overhandigd wordt aan de gelukkige die bij de ajuinworp de juiste ‘ajuin’ wist te vangen.
Over de ajuinworp en de geschiedenis hiervan is meer te vinden in DIT ARTIKEL
De tegenkandidaat van Luc dat jaar, Fons I, stond trouwens voor Alfons De Meyst, vader van Bart De Meyst, die exact 50 jaar na de poging van zijn vader wél met de scepter mocht zwaaien over 'zijn' Oilsjt (2019) ...
Op woensdag 18/2/2020, amper een paar dagen voor carnaval vernemen we het droeve nieuws dat Luc overleden is.
Op de facebookpagina van de Prinsencaemere vinden we het volgende :
‘Lucsken, het sloeg in als een donderslag bij heldere hemel … twee weken geleden vol energie op onze vergadering, je keek uit naar onze komende prinsjkesdag maar het mocht niet zijn …
Vaarwel prinsj Lucksken!
We gaan je missen!
Doe ze ginder boven allemaal de groeten!'
--- Een overzicht van alle prinsen die onze stad kende tot hiertoe is HIER te vinden ---
Geen opmerkingen:
Een reactie posten