Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1995 : Christophe Troch 'Kristof'

Ook dit jaar zou er opnieuw een (ex) arendprins een gooi doen naar de prinsentitel ‘van ’t stad’. 

En ook Christophe had in het verleden al bewezen dat hij kon zorgen voor sfeer en ambiance. Zijn verkiezingsjaar als Arendprins 1992 zorgde er voor dat hij ook deel ging uitmaken van het Arendcomité, dat de verkiezingen organiseerde. Naast deze verkiezing organiseerde hij in 2009 ook een ‘Bierprinsverkiezing’. 

Hoewel ‘zen wiegsken’ ‘oever ’t woter’ stond verhuisde hij naar Hofstade. Daardoor kreeg hij ook meer en meer interesse om ook de titel prins Carnaval van Aalst eens te mogen dragen.
Christophe voerde een zeer bescheiden campagne, in tegenstelling tot zijn tegenkandidaat die het eerder ‘groots’ zag. Die tegenkandidaat was Kris Van Vaerenbergh die tijdens zijn campagne ook naar andere steden trok om zich ‘te laten zien’. Christophe zelf rekende vooral op de steun van de Aalstenaars zelf en hij legde dan ook de focus vooral op zijn eigen stad. 
Als ‘artiestennaam’ koos Christophe voor … Kristof … een iets Vlaamsere versie van zijn eigen naam dus. 

Chrisophe was vroeger lid van Possensje en Vriet, op het moment van de verkiezing zat hij bij De Zwiejtollekes. 
Reeds van in 1994 was hij al teksten aan het schrijven voor andere kandidaten prins-carnvaval, en vaak ook succesvol. Veel van zijn teksten hielpen verschillende kandidaten naar de overwinning, wat hem later ook de titel ‘prinsenmaker’ zou opleveren. 

Tijdens het driekoningenfeest hield hij het al even sober als tijdens de rest van zijn campagnejaar, dat hij trouwens pas in november ingezet had. 
Hij zong er ‘’t Zal koekenbak zen’ … inderdaad, die belangrijke farmareus Coucke was dus zeker niet de eerste die een lied maakte met dat onderwerp. 

Tijdens de verkiezingsshow toonde hij zich de meerdere tegenover Kristiaan Van Vaerenbergh. 
De prinsenverkiezing vond plaats op 4 februari en op diezelfde dag zou Kris een feest organiseren in de Heilig Hartkring (Dokter De Moorstraat - ondertussen ook de thuisbasis van zijn groep De Lodderoeigen). Hij organiseerde diverse optredens en legde bussen in, die om het half uur supporters naar de Keizershallen voerden om er de prinsenverkiezing bij te kunnen wonen. Na de prinsenverkiezing brachten de bussen de supporters terug naar de Heilig Hartkring, waar de Nacht van de Vriendschap plaats vond. Of Kris nu won of niet, er zou sowieso gefeest worden.

Bij de vaste opdracht die de kandidaten dienden uit te voeren, toonde Christophe zich al meester over zijn opponent maar tijdens de vrije show kon hij pas écht laten zien wat hij in zijn mars had. 

Eerst werd de taalvaardigheid van de kandidaten getest, door het afleggen van vier afzonderlijke opdrachten van elk een 30-tal seconden. Als eerste moesten de kandidaten een radiospot maken voor Aalst Carnaval, waarna ze de carnavalsmedaille moesten beschrijven en een journalistiek verslag uitbrengen van de prinsenverkiezing. Als laatste taalvaardigheidsproef moesten de twee kandidaten samen een rijmpje maken, waarbij de ene kandidaat steeds moest volgen met een zin die rijmde op de zin van de andere kandidaat.
Geen gemakkelijke opdracht, maar beide kandidaten toonden zich heel taalvaardig en brachten het geheel tot een goed einde.

Bij de tweede opdracht dienden de kandidaten een ludieke toespraak brengen, vanachter een spreekgestoelte. Wanneer Nicole Ringoir op haar toeter duwde, wat steeds voor de nodige hilariteit zorgde, moesten de kandidaten mekaar aflossen. 

Ook bij de derde en laatste opdracht bleek de toeter van Nicole een vaak gehoord geluid. 
Er werd een rollenspel opgestart waarbij de ene kandidaat de rol van burgemeester kreeg en de andere de rol van Prins Carnaval die kwam solliciteren voor een job aan de stad. Bij elke 'tuut van Nicolleken' moest er dan gewisseld worden van rol. 

Bij deze twee laatste opdrachten ging 'de tuut' echter in overdrive en werd er zo snel getuut, dat het bijna onmogelijk werd om nog een vlotte act te kunnen brengen. 

De beide kandidaten waren mekaar waard, en beiden presteerden gedurende alle vaste opdrachten op een heel hoog en gelijklopend niveau, waardoor de shows doorslaggevend zouden worden.

Kris mocht als eerste starten en kwam op het podium als Pierrot uit het circus. De Lodderoeigen hadden gezorgd voor een prachtig decor, dat gedurende de hele show een paar keer omgedraaid werd. 
Kris opende met het bij zijn kostuum passende 'Wie Speltj De Clown In Deize Zotte Cirk'?, waarna het decor gedraaid werd en er karikaturen van het college van burgemeester en schepenen tevoorschijn kwamen. 
Hij bracht daarna een ode aan de burgemeester met het lied 'Ons Annieken' en toen hij het had over de miserie en armoede in Aalst, ging hij verder met het emotionele liedje 'ier In Da Stadjen Da Leit On Den Denjer' op de tonen van Daar In Dat Kleine Café Aan De Haven. Twee figuranten, verkleed als Poesjkapelle en Zwet Lowieken, begeleidden hem hierbij.

Het decor bleef bij elk liedje veranderen en toen op de wand achter Kris de verkiezingsaffiches van hem en zijn tegenkandidaat verschenen, zong hij 'De Weggevoerdestroot', waarin hij de Couverturehal bezong. 
Zijn finale werd een mix van verschillende liedjes met achtereenvolgens Da's Na Vastelauved, Stad Oilsjt en Ajoinenland.

Na dit puik optreden was het de beurt aan Chrisophe.
Bijgestaan door de notoire carnavalisten Antoine Van der Heyden, Bart de Nys en Guy Walgraef schreef Christophe zijn show zelf en toen al bleek dat hij een heel scherpe pen had. 
Net zoals hij zijn campagnejaar vrij sober had gehouden, was de show ook minder gericht naar het visuele. 
Hij bracht echter wel écht Oilsjterse ambiance en begon met de waarschuwing ‘Past op ver Kristof’. 
Daarna nam hij verschillende Aalsterse politici op de korrel en hij kaartte ook meteen de verkeersproblemen in de stad aan met ‘Tutuut tutuut, wa’d es da ‘d ier, in Oilsjt parkeirn es een echt plezier’, opnieuw een lied dat deze carnvalseditie zou overstijgen en nu nog steeds te horen is … (dat parkeren is trouwens ook nu nog steeds 'een echt plezier' ...)

Hij had het iets simpeler gehouden maar heeft met zijn show zeker bewezen dat het ‘klein’ ook kan. 
Hij had zich gemanifesteerd als betere zanger dan Kris en dat uitte zich natuurlijk ook in de puntentelling. 

Kris kreeg 792 punten van de jury, Kristof 884.

De zaal gaf weliswaar toch de voorkeur aan Kris maar de 12 stemmen die hij daar meer kreeg dan zijn tegenstander waren niet genoeg om Christophe van de titel te houden. 

Met 80 punten verschil spraken we dus vanaf dit jaar van Prinsj Kristof. 

Ook tijdens de carnavalsraadzitting in de werf toonde hij dat hij een goed ambassadeur was van de ‘Oilsjterse humor en spot’. 

Hij had voor de gelegenheid verschillende cadeautjes meegenomen voor de aanwezige Aalsterse politici. 
Burgemeester Anny De Maght kreeg een telefoonboek met daarin de telefoonnummers van verkopers van vervang- en tweedehandswagens, omdat ze er blijkbaar een gewoonte van aan het maken was om haar wagen te laten stelen of kapot te rijden. 

Gracienne Van Nieuwenborgh kreeg een videocassette van De Kotmadam en Patrick De Smedt ontving potten verf om het afschilferende stadhuis te kunnen herschilderen. Voor de vader van Patrick Jacobs had Christophe dan weer een kleurboekje meegenomen, zodat die kon oefenen voor het correct inkleuren van zijn stembiljet bij de verkiezingen.

Daarnaast liet hij Anny De Maght en schepen André-Emiel Bogaert nog kussen, een hele prestatie want de twee waren toen in een rechtszaak verwikkeld. 
In de sketch van Odiwitje was er nog een rolletje weggelegd voor Christophe. Als Prins werd hij op een speelgoedkoe gezet en moest hij Odiwitje, gespeeld door Odilon Mortier, kussen.
Na al dat gekus was het moment aangebroken dat Prinsj Kristof kon gaan genieten van zijn moment als prins, met een mooi prinsenjaar voor de boeg. 

Toen hem de logische vraag gesteld werd of hij zou toetreden tot de Prinsencaemere of de Prinsengarde, bleef hij het antwoord schuldig en plukte hij de blaadjes van een bloem af. Hij wou eigenlijk tot de beide verenigingen toetreden en daarmee zorgen voor een verzoening tussen beide. 

In zijn speech op de dag van De Prinsencaemere stelde hij al grappend voor om de punten voortaan te berekenen op het ogenblik dat alle groepen meelopen in de maandagstoet, zodat lekken bijna onmogelijk zouden zijn. Die verwijzing kwam er nadat de punten van de jury dat jaar vroegtijdig uitgelekt waren en de winnaars al (veel te) vroeg gekend waren.

Ook op de Prinsendag van de Prinsengarde was Christophe present. Daar pleitte hij openlijk voor een verzoening tussen de twee verenigingen van ex-Prinsen en hij toonde zijn sympathie voor beide. 
‘Lidmaatschap bij de ene vereniging, mag sympathie voor de andere niet in de weg staan’, waren zijn gevleugelde woorden, maar toen Michel Heck van de Prinsengarde zijn veto stelde tegenover het dubbele lidmaatschap, koos Kristof uiteindelijk voor de Prinsencaemere. 

Bij de officiële aanstelling als lid van de Prinsencaemere in 1996 zei hij dat het in eerste instantie echt zijn plan was om zich 100% in te zetten voor de Prinsencaemere en 100% voor de Prinsengarde. 
Door het mislukken van dat plan echter, zou hij zich nu 200% inzetten voor de Prinsencaemere. 

Hij bleef wel ijveren voor een gezonde en ludieke rivaliteit tussen de twee verenigingen. 
Op de Prinsendag van de Prinsengarde dat jaar kwam Michel Heck nog eens terug op het voorstel van Christophe. Michel zei dat hij het dubbele lidmaatschap tegengehouden had, omdat hij geen dubbelzinnigheid wou. Hij vond dat elke vereniging onafhankelijk zijn eigen gang moest blijven gaan.

Toch bleef Christophe wat ‘in het midden zweven’. 
Hij was meteen na zijn lidmaatschap te zien in de revueshows van de caemere, maar werkte in 2000 toch ook mee aan de carréshow van de garde.
Tot in 2002 bleef hij lid van de caemere, maar in februari bood hij er zijn ontslag aan. 
Ook uit DAK, waar hij ondertussen ook lid was, stapte hij toen uit omdat hij de activiteiten van beide verenigingen niet langer kon combineren met zijn sociaal leven en zijn beroepsverplichtingen. 
Gezien hij zich niet meer ten volle kon inzetten, en hij geen ‘slapend lid’ wou zijn, verdween hij dus uit deze middens. Hij bleef toen wel nog lid bij AKV De Droeve Apostelen, waar hij zijn ‘ei’ nog kwijt kon. 
Verschillende liedjes die hij toen nog schreef, kwamen wel nog terecht op cd’s van de prinsengarde. 

Nadat Aalst Carnaval in 2001 opnieuw op een negatieve manier afgeschilderd was in de nationale media was, werd de actie 'Oilsjt protesteert' opgestart. Christophe was toen één van de initiatiefnemers en fungeerde ook als woordvoerder van de actie. Op enkele weken tijd werden toen maar liefst 31611 handtekeningen verzameld, waarvan 4150 opgehaald werden door de familie Delforge bij de foorkramers. De formulieren werden tijdens de voorstelling van de video over het Aalsterse carnaval overhandigd aan vertegenwoordigers van de VRT en VTM. De carnavalisten eisten een positievere voorstelling van het carnaval en niet enkel de minder goede berichten. Het was (en is trouwens nog steeds) zo dat we de dagen van carnaval enkel te weten komen hoeveel arrestaties er verricht zijn, hoeveel mensen er in het ziekenhuis belandden en hoeveel ton vuil er is opgehaald. Het mooie wordt te weinig getoond.

In 2010 begon de feestmicrobe opnieuw te kriebelen en werd Christophe opnieuw lid van de Prinsencaemere. 
Hij bracht ideeën aan en was natuurlijk ook aanwezig bij het Oilsjters Zangpalois.

Drie jaar later werd hij naar voor geschoven als nieuwe voorzitter van het Feestcomité en hij haalde het. Hij werd dus opvolger van Nicole Ringoir en ook hier wou hij vooral ‘vrede’. 
Hij probeerde dan ook om alle neuzen opnieuw dezelfde richting te laten uitkijken, hoewel hij wel al meteen aankeek tegen kritiek vanuit de garde over zijn aanstelling. 
Hij beloofde echter dat hij in de eerste plaats ‘neutraal’ zou zijn, en geen voorkeursbehandelingen zou geven aan de ene of andere. 

Onder zijn voorzitterschap kwamen er enkele nieuwe initiatieven om de stoet vlotter te laten verlopen. De laatste jaren was er immers heel wat kritiek gerezen over het late aankomstuur van de stoet op de Grote Markt. Vele groepen zouden hierdoor op een uitgedund Marktplein aankomen wat helemaal niet leuk was. 
Het doel van de nieuwe voorzitter was om de stoet ten laatste om 20u30 te laten passeren. 
De numerus clausus voor de ingeschreven groepen werd opgeheven, de groepen zouden niet meer aangekondigd worden op de Grote Markt én er werden afspraken gemaakt met de ‘losse’. 

Het werd een matig succes.  De laatste groep in 2014 kwam om 21u10 de Grote Markt oprijden, wat wel 40 minuten later was dan wat Christophe in gedachte had, maar toch 20 minuten sneller was dan de voorbije jaren.
 
In 2015 werd er dan gewerkt met een boetesysteem voor de losse groepen. Het toegangsgeld van de prinsenverkiezing ging naar omhoog en reglementen om de stoet vlotter te laten verlopen werden nog verfijnd. 
Voor wat betreft de prinsenverkiezing, werd het systeem van de publieksstemmen aangepast. 
Vanaf dan zouden 1000 sms’en genoeg zijn om het maximale aantal punten te krijgen. 
Met andere woorden, of je nu 1001 of 2000 stemmen haalde, de toegekende punten bleven hetzelfde. 
Terwijl men vroeger gedurende 10 minuten mocht stemmen, werd dit nu beperkt tot 1 minuut. 

Opnieuw echter werd het ‘te druk’ voor Christophe, die de taak van Feestleider niet langer kon combineren met zijn job. 
Na 2,5 jaar gooide hij de handdoek in de ring en hij werd in 2015 opgevolgd door Kenneth Van Lierde (die het trouwens ook niet lang zou volhouden). 
In de coulissen werd gefluisterd dat zijn beroepsbezigheden niet de échte reden van ontslag zouden geweest zijn, maar wel het feit dat de adviezen van het feestcomité steeds in dovemansoren blijken te vallen bij het schepencollege. 

Prins Kristof, die ondertussen ook de bijnaam ‘Floeren’ had gekregen, bleef zich echter wel inzetten voor carnaval. 
Hij bleef teksten schrijven voor andere kandidaten en als ‘prinsenmaker’ mocht hij vaak ook meevieren met de regerende prins. 

Om zijn ‘teksten schrijven’ nog wat aan te wakkeren startte hij in 2006, samen met Bart de Nys, Guy Walgraef, Dirk Van de Velde en Franky Van Herreweghe, het project Porteplum. 

Met dit initiatief wilden ze Aalsterse tekstschrijvers in de bloemetjes zetten op het jaarlijkse Gala van de Gouden Porteplum. 
In 2008 en 2009 viel Christophe zelf in de prijzen met ‘Heila Ilse’ en ‘De Flora Blommekei’, die gekozen werden als 'beste lied uit de prinsenverkiezing' .

Een opsomming geven van zijn repertoire is onbegonnen werk. 
Feit is dat hijzelf ook als zanger te horen op verschillende cd's. Vaak is dit met De Prinsencaemere of De Fleksies, waar hij nog steeds deel van uitmaakt. De Fleksies bestonden aanvankelijk uit Christophe en Filip Vijverman, later vervoegden Jurgen Cooman en Peter Vereecken de groep. 
Christophe zong ook nog heel wat stoetliedjes in voor carnavalsgroepen. Zijn bekendste liedjes zijn Tutuut Tutuut, Den Heimel op Eerd, Deiremonne Stinkt en 'k Em E Keisken Doen Brannen. 

Op een veiling ten voordele van de groep Geloeif Mè Goed in 2014 (er was toen een benefiet, een bene-eat en een bene-beat) schonk hij zijn prinsenkostuum aan de organisatoren om het te veilen.

Nadat hij eerder al lid was van Possensje, Vrièt, De Zwiejtollekes en De Droeve Apostelen, koos hij in 2017 voor de losse groep De Droeige Sosissen. 

Hoewel hij dus geen leiding meer geeft in de wereld van de carnavalisten, is en blijft hij toch prominent aanwezig. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten