Net zoals elk jaar (of toch meestal) werd opnieuw uitgekeken naar de prinsenverkiezingen van Aalst.
En net zoals elk jaar zat de zaal (in dit geval de Florahallen) opnieuw volgepakt met enthousiaste carnavalisten.
De sfeer zat er natuurlijk weer van in het begin goed in .
Tom (°25/09/1974) was reeds gekend als tekstschrijver van verschillende kandidaat prinsen en stoetliedjes.
Echt beroemd werd hij door in 2000 samen met Tony Swings het nummer ‘Aal wie da ni springt’ op de wereld los te laten.
Tom hield het niet bi zingen alleen, en maakte zich ook verdienstelijk in de carnavalswerkhallen. Ook waren zijn cartoons al verschenen in verschillende blaadjes.
Tom kon rekenen op een enorm sterk team. Namen als Christophe Troch (de Floeren) en de Prinsjengarde zijn zeker niet de minste, en de steun van hen is ook zeker een boost.
Tom deelde tijdens zijn campagne stickers uit met de slogan ‘carnavalist tot in de kist’.
Een slogan die later nog een begrip zou worden in de carnavalswereld.
Tijdens de laatste dagen van de campagne deelde hij trouwens ook warme wafels uit in de werkhallen. Een mooi gebaar want iedere carnavalist weet dat het er bitter koud kan zijn.
Tegenkandidaten waren Michel Picqueur en Luc Dieu, die eerder het onderspit al eens moest delven.
De show van deze avond verliep volgens het gekende stramien.
Eerst moesten de kandidaten de kennisproef tot een goed einde trachten te brengen.
Daarna werd hun show beoordeeld door jury en tenslotte werden ook de publieksstemmen een belangrijk onderdeel van de avond.
Nadat zijn tegenkandidaten al het beste van zichzelf hadden gegeven tijdens hun show, mocht al bij de opkomst van de nummer 3 blijken dat de verwachtingen heel hoog waren.
De supporters van Tommeken overklasten het gebrul van de andere bezoekers en als het op het volume van het geroep zou aankomen, kwamen de anderen er zelfs niet aan te pas.
Tom trok de laatste twijfelaars nog over de streep met een prachtige show, waarin eigenlijk alles vervat zat wat een Aalstenaar na aan het hart ligt.
Met een heel sterke show en liedjes geschreven door Christophe Troch en Frank Van Rymenant (meesters in de Aalsterse schrijfkunst) kon het niet mis gaan.
Hij kwam op als Dirk Martens in een decor dat bestond uit ‘Estaminet bij Det’, het cafédecor dat velen zullen herkennen als het typische carnavalscafé dat tegenwoordig nog steeds te bewonderen is in ’t Gasthuys.
Zijn intro maakte meteen al duidelijk dat de show vol Aalsterse elementen zou zitten.
“500 joor vastelauved in Oilsjt, op orrizjineile en deskoendjege woize verwoerd en in beldj gebrocht. Achter de mieren van ’t aad ospetool, ier on de poeirt van ’t Oilsjters Carnavalsmuseum, begintj vandaug et wonderlekke meisleipende verhool van kandidoot prinsj Carnaval Tommeken’”
Met ‘Nen Oilsjt’neer’ en ‘Olé santé’ had hij publiek en jury meteen aan zijn kant, maar het pleit werd zeker beslist met het nummer ‘Carnavalist tot in de Kist’, waarin hij het had over ‘zijne miester’. Een heel tof en aangrijpend nummer, nu nog steeds trouwens, dat ondersteund werd door beelden van vorige popverbrandingen op een groot scherm.
Bij de bekendmaking van de punten bleek dat Tom ook heel goed had gescoord op de kennisproef. Hij haalde maar liefst 45/50 terwijl Dieu 36 punten schoorde en Picqueur 34.
De show van Tom werd logischerwijs ook als beste bestempeld door zowel jury en publiek en Tom werd uitgeroepen als prins 2004.
Voor de volledigheid :
1. Tommeken 1097 zaalstemmen
2. Picqueur 970 stemmen
3. Dieu 65 stemmen
Tom had op alle vlakken goed gescoord en het was dan ook meer dan logisch zijn dat hij aan het einde van de avond met de scepter mocht zwaairen.
De kersverse prins bleef eerst als versteend staan en zakte dan neer op zijn knieën. Het begon door te dringen, en de tranen liepen over zijn wangen.
Wat hij altijd gezien had als zijn grote droom was bij deze werkelijkheid geworden.
Tweede werd dus ‘Picqueurken’ maar deze zou de strijd zeker niet opgeven. Hij moest en hij zou ooit prins worden, en begon eigenlijk onmiddellijk opnieuw met campagne voeren.
Met zijn drankenhandel sponsorde hij verschillende groepen en ook in steden buiten Aalst ging de campagne verder. In 2004 maakte hij tijdens de Arendverkiezing zelfs al kenbaar dat hij in 2006 opnieuw zou proberen om zijn droom waar te maken.
De tweede plaats van dit jaar was dus eigenlijk de ideale springplank naar het latere succes.
De prins koos voor een donkerpaars kostuum, waarop honderden glittersteentjes geborduurd waren.
Ook had hij een lange cape, waarop de karikatuur vanop zijn affiche geborduurd werd, samen met zijn drie dochtertjes die als elfjes afgebeeld werden, naast de naam van zijn groep ‘de Poipeplekkers’.
Op zijn borst stond ‘Carnavalist tot in de kist te lezen’.
Het jaar van prinsj Tommeken werd wat overschaduwd door de brand die tijdens dat jaar de toekomst van ‘Geloeif me goed’ zou hypotikeren.
Hun tractor vatte ’s nachts brand en er was enorm veel schade in de loods. Toen bleek dat de groep verzekerd was tijdens de stoet, maar niet erna, brak een ware procedureslag los, die nog jaren een donkere wolk over Aalst zou laten waaien.
2004 Werd meteen ook het jaar van de oprichting van vzw ‘Carnavalist tot in de kist’ om GMG te steunen. De naam die verwijst naar de slogan uit het prinsenjaar van Tom.
Nu nog steeds waakt deze vzw over de veiligheid van de groepen en gaan zij in discussie met het feestcomité om het beste er uit te kunnen halen, zowel voor de stad als voor de carnavalisten.
Bij de popverbranding noemde Nicole Ringoir hem ‘de beste prins die Aalst zich had kunnen dromen’. De laatste woorden van de prins waren ‘Oilsjt ik zing a geren’.
De prinsengarde die de campagne van Tommeken hard had gesteund kon natuurlijk ook een wederdienst verwachten. In oktober 2004 mocht hij reeds optreden tijdens de carréshow en op prinsjkesdag 2005 werd hij officieel lid van de garde.
De toen 30 jarige Aalstenaar was en is nu ook gekend als notoir tekstchrijver.
Zo werkte hij onder meer mee aan de geslaagde Carré show van de Prinsengarde. Hij schreef samen met anderen liedjes voor de show, werkte mee aan het decor en trad zelf nog op tijdens de show ook.
Ook steunt hij verschilllende kandidaten door het schrijven van liedjes en/of teksten, wat hem natuurlijk de titel ‘prinsenmaker’ opleverde.
Na de prinsenverkiezingen helpt hij ook mee met verven … en blijft hij stoetliedjes schrijven … Een beig bazeken dus.
De prins blijft zweren bij het ‘traditionele carnaval’. Geen Vredeplein of Grote Markt toestanden dus voor hem maar wel ‘caféeken in caféeken oit’.
De prins heeft zich in 2006 ook laten verleiden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Hij stond toen op plaats 25 bij de VLD. De verkiezingsaffiche deed heel wat stof opwaaien.
De drie kandidaten van de VLD (Dominique Van den Eynde, Joke De Swaef en hijzelf) stonden immers naakt op de affiche, weliswaar met de ‘delicate delen’ netjes verborgen achter een berg ajuinen.
In 2007 werd hij beloond met de ‘Gaa Porteplum’ voor zijn hele oeuvre en hij won tevens de ‘Gaa Porteplum’ in de catagorie ‘pakkendste schoif’. Dat omwille van het liedje ‘Carnaval in d’oeiren van e kindj’.
In 2009 werd het liedje ‘Carnavalis tot in de Kist’ verkozen als beste liedje in de Dido top 1000 en in hetzelfde jaar stelde hij samen met Wim Delclef het album TW Mjoezik door.
Alle liedjes werden door hem geschreven, en hijzelf en Wim zorgden zelf voor het inzingen.
Het jaar daarop mocht hij de ‘Gaa Porteplum’ in ontvangst nemen voor ‘’t Es ter oever’ en schreef hij de show voor zijn broer David, die toen verloor van Kenny D’Hondt, en in 2012 was hij er ook bij toen zijn toenmalige vriendin Stephanie de eerste vrouwelijke prins van Aalst werd.
Liedjes als ‘’k em et vlaggen’, ‘hela hola Nicole’, ‘’k voel me teretteterei’ zulllen eeuwig in ons geheugen gegrift zijn, net als ‘mondjagnacht es da vierweirk’ en ‘hey psst loistert insj’ die Peter in 2013 ten gehore bracht.
2014 werd dan het jaar van Werner Kinoo met ‘’in ’t zicht van de zwette maan’, ‘besporingen begot’, … en ook voor prinsen Joeri, Dennis, Raf en Bart zorgde hij voor onvergetelijke schrijfsels.
Uiteraard is deze lijst zeker onvolledig.
Zijn muziekcarriere beschrijven? Daar is immers geen beginnen aan.
Hierbij enkele van zijn hits …
‘carnavalist tot in de kist’
‘den besten toid van gans ’t joor’
‘deiremonne stinkt’ (met Christophe Troch en Gie Van De Meerssche)
‘ten gommen ne gank’
‘nen oilsjtneer’
‘olé santé’
‘de moment supreme’
‘vandaug es oilsjt’ (met Wim Delclef)
‘’t jobken van me leiven’ (met Werner en Ronny)
‘carnaval in d’oeiren van e kindj’
‘aal wa dagge zegt da zedde zelf’ (met Michel Heck)
‘’k hem ne giele nacht zitten zoipen’ (met Chris Boone)
‘’k wil giel oilsjt zing dansen’
‘de benje van Jan De Lichte’ (met De Poipeplekkers)
‘be de poliesje’ (met Frank Van Rymenant)
‘in de kas’ (met Werner Kinoo en Patrick De Neve)
‘formidaubel’
Een muzikaal talent is dus het minste wat je hem kan noemen. Door het feit dat hij ook heel wat liedjes schreef voor andere (ex)prinsen werd hij ook ‘prinsjenmauker’.
Voor zijn toenmalige vriendin, Stephanie, schreef hij ook de show. Stephanie werd toen prins.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten