Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1993 : Peter Vereecken

De verkiezing van dit jaar vond plaats op zaterdagavond 30 januari, in de Keizershallen.

In oktober 1992 werd de verkiezingscampagne opgestart van de – dit jaar twee – opkomende kandidaten, Peter en Bazaar.  Peter kende men uit restaurant ‘Den Heerd’ uit de Ridderstraat, en Bazaar was gekend uit de gelijknamige handelszaak in Erembodegem.

We beginnen met Peter ‘Van Den Heerd’.

Reeds als jonge snuiter van elf, twaalf jaar, droomde hij ervan om ooit eens prins carnaval te worden. Niet alleen omwille van het mooie glitterkostuum en de pluimenhoed die hij dan zou mogen dragen, maar hij vond het toen al de grootste eer die een Aalstenaar kan toekomen om zijn stad te mogen vertegenwoordigen tijdens de carnavalsdriedaagse en tijdens het daaropvolgende prinsenjaar.

Vroeger stapte hij als individueel mee in de stoet, in 1985 nam hij voor de eerste maal deel in groep. De Loeektientjes, waar hij toen deel van uitmaakte, waren in 1993 ook reeds verdwenen van het carnavalstoneel.
In het zicht van de komende verkiezingen probeerde hij om op alle mogelijke en onmogelijke evenementen van Aalsterse carnavalsgroepen aanwezig te zijn.

Dit samen combineren met zijn drukke leven als restauranthouder, viel hem uiteraard heel zwaar. Ook voor hem was het weekend natuurlijk de zwaarste periode. Zaterdagavond dus vlug even binnenwippen of op zondag, voor het restaurant openging, nog gauw naar een etentje ‘vliegen’ waren de enige mogelijkheden.

In de late namiddag op zondag kon het ook nog even, maar dan was het weer haasten om op tijd zijn zaak geopend te krijgen.
Hoewel de drang naar het carnavalsleven heel groot was, bleef hij toch (logischerwijs) zijn prioriteit in zijn restaurant leggen. Dat was tenslotte zijn broodwinning.
Peter verklaarde ook in de beste verstandhoudingen te werken met zijn tegenkandidaat, Bazaar.

Ook hij wil het spel in alle eerlijkheid spelen, en hij houdt dan ook natuurlijk niet van het ‘achter de rug’-gedoe.
Volgens de beide kandidaten is het carnavals milieu als één grote familie, of het nu op het podium, tijdens een eetfestijn, in de werkhallen of tijdens een campagne is …

Beide kandidaten vonden trouwens dat de eisen die de stad stelt, nogal aan de hoge kant liggen.

Van de vijf ingediende kandidaturen, bleven er slechts 2 over, na een ‘afschrikcampagne’ van de stad.
Geld vindt Peter niet het belangrijkste, wel de sfeer in de groep.
Peter beseft dat hij een vrouwtje heeft uit de duizend, die al drie jaar heel veel van hem moet verdragen.

Bazaar dan. Die heeft al enkele jaren zijn vaste stek gevonden in Erembodegem.

Hij baatte er verder de handelszaak uit van zijn ouders. Vader Van Pottelbergh was een rasechte Aalstenaar van de Beekveldstraat, en moeder kwam uit de Koolstraat.

Kozijn Louis (die wel oorspronkelijk van Erembodegem afkomstig was), bracht het in 1960 zelfs tot prins (Sir Orlandy), en was hiermee toen de eerste Aalsterse prins die door het grote publiek werd verkozen.  Het zit bij Bazaar dus misschien toch ergens in de familie.

Toch was het vooral zijn vriend Loeken Tatjen (prins '85 : Freddy Neirinckx) die hem overhaalde om ook eens een gooi te doen naar het prinsschap.

Enkele jaren eerder wou Bazaar zelf als starten met een eigen carnavalsgroep, maar materiele moeilijkheden deden hem hierover anders beslissen. Hij sloot aan bij de Destereers, maar ook bij De Lodderoeigen had hij veel sympathisanten.

Reeds 3 jaar heeft de idee voor kandidaatstelling ‘gebroeid’, en uiteindelijk kwam het er dan toch van.

Bazaars echtgenote geloofde er in eerste instantie niet in, maar draaide bij, en was uiteindelijk even enthousiast als haar ‘halven trouwboek’.

Dat ze goed overeenkwamen bleek uit het feit dat ze ook agenda’s uitwisselden. Zo wisten ze van mekaar perfect wie waar was, en waar ze mekaar tegen het lijf konden lopen. 

Een supporter van Peter beschuldigde Bazaar ooit dat er affiches van Peter zouden overplakt zijn. Dat kon echter niet, want geen van beide kandidaten had zelfs nog maar één affiche laten drukken. 

Beiden waren ze het er ook over eens dat er in Aalst niet veel goede tekstschrijvers zijn, we hebben natuurlijk Loeken Tatjen en Antoine met de Prinsencaemere, en ze lieten de teksten en liedjes voor hun shows dan ook bij dezelfde mensen maken.

Toch waren ze er vrij zeker van dat er genoeg diversiteit zou zitten in de shows, en dat deze niet op mekaar zouden lijken.  Zo professioneel zijn de makers ervan wel, daarover waren ze het eens.

Peter haalde het in de strijd tegen zijn ‘makker’ Bazaar, en hij kreeg meteen een unicum voorgeschoteld.

De oude scepter, ook van de hand van Luc Peirlinck, was aan vervanging toe. Hij werd in 1993 voor de eerste keer gedragen door de nieuwe prins. Hij overhandigede op zijn beurt de scepter in 1994 aan Prins Werner die het statussymbool ondertussen zelfs al twee keer heeft mogen dragen. Werner heeft deze scepter trouwens de laatste keer gedragen, want er werd opnieuw een nieuw exemplaar aangemaakt voor prins Joe in 2015.

De scepter, die Peter dus voor het eerst werd gedragen, werd ondertussen dus ook al vervangen  en werd geschonken aan het Stedelijk Museum ’t Gasthuys op de Oude Vismarkt. Hij kreeg een plekje in het carnavalsmuseum op de eerste verdieping waar hij nog lang kan bewonderd worden, doordrenkt van 22 jaar carnavalsgeschiedenis en sappige anekdotes die voor altijd veilig bij hem zullen zijn

Peter was dus prins in 1993, maar de laatste jaren (sedert 2003) kennen we hem ook als de commentaarstem bij Aalst carnaval. Hij geeft uitleg bij wat de groepen uitbeelden wanneer ze de Grote Markt passeren. Zijn commentaar is te horen via de livestream op de website van de stad en door de mensen in de tribune op de Grote Markt. In 2015 had hij nog assistentie van andere ex-prinsen Jurgen Cooman en Dirk Van De Velde, maar in 2016 deed hij het weer alleen.

Voorbereiding is alles, vindt Peter. 's Ochtends gaat hij werken in restaurant Den Boterhoek en dan trekt hij naar de Grote Markt. "Het is een ritueel geworden dat ik thuis eerst een biefstuk van 700 gram met pepersaus naar binnen speel. En naar de Grote Markt neem ik de Vereecken-balletjes mee: gehakt met mijn eigen kruidenmix", zegt Peter. "Ik heb fiches mee van alle carnavalsgroepen. Doorheen het jaar verzamel ik krantenknipsels en hou ik bij wat er verschijnt. Ik probeer er iets persoonlijks van te maken", zegt hij.

Peter zal in 2016 geen commentaar meer leveren vanuit het stadhuis, maar zal rondlopen in de Kerkstraat en Grote Markt. "Dat lijkt lang, zes uur rondlopen, maar door de adrenaline voel je dat niet. Als er een pitstop moet gebeuren, dan vraag ik aan iemand van het Feestcomité om eventjes over te nemen. Al drink ik weinig bier tijdens de stoet, de commentaar moet deftig blijven", zegt hij aan de mensen van Het Laatste Nieuws. .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten