Onder de naam Hendrik I was het dit jaar aan Henri Arijs (°18/07/1941) om met de scepter over ‘zijn stad Aalst’ te kunnen zwaaien.
Hendrik ‘Henri’ was 22 jaar toen zijn collega’s hem lichtjes ‘pushten’ om ook eens mee te dingen naar de scepter. ‘Allee, doe eens mee ... ‘.
Zo simpel was het toen eigenlijk.
Niet zoals nu waar technologie en een degelijke voorbereiding en planning heel belangrijk zijn geworden, maar wel met het geven van een speech, en het volk meekrijgen met een spelletje.
‘Waar of niet waar’ was toendertijd heel populair.
Van campagne voeren, wat de prinsen tegenwoordig al geruime tijd op voorhand moeten doen, was helemaal geen sprake. Geen affiches, geen eetfestijnen, geen gadgets, liedjes, pulls en T-shirts, geen clublokaal, … (saaie bedoeling, niet … ?)
Je kreeg ook maar welgeteld 1 kans : de show in de stadsfeestzaal in de Schoolstraat (de beroemde ‘couverture’). Alles moest die avond bewezen worden, er was geen mogelijkheid tot 'opbouwen naar een climax', maar ook niet tot ‘herpakken’ mocht het ergens fout gaan.
Er was toen ook nog geen voorverkoop van kaarten. Het enige wat van een kandidaat prins wel eens gevraagd werd, was dat hij al eens trakteerde op café.
Het kostuum ging in die jaren trouwens verschillende kiezingen mee. Het exemplaar van Hendrik bijvoorbeeld was net het zelfde als dat van Kamiel een jaar eerder. En ook in 1965 zou het nog eens dienen voor zijn opvolger, Simon D’Hondt.
De stiksters van ‘t stad deden mirakels en pasten alles aan. Te lang, te breed, te dik, te dun, … geen uitdaging was hen te groot, en zo verscheen de prins telkens weer in een ‘op maat gemaakt’ kostuum (en een betjen ‘troekare en foefelare’ van de stikploeg).
Gezien het reglement dat een prins zich het jaar na zijn verkiezing niet opnieuw mocht aangeven, moest Kamiel Sergant dus passen dit jaar.
Henrieken, zoals de vrienden hem wel eens noemden, maakte in de ogen van de meeste insiders maar heel weinig kans, en begon de verkiezingen dus vanuit een underdog-positie.
Hij kreeg de mensen echter heel goed mee tijdens het optreden en dat bleek uiteindelijk toch de doorslag te geven voor de prachtige score.
Zijn inspiratie voor zijn optreden haalde hij uit zijn werk bij de stadsdiensten.
Terwijl de andere kandidaten heel hun tekst van buiten hadden geleerd, haalde hij voor zijn proclamatie een spiekbriefje boven. Hij had immers alles wat hij wou vertellen netjes genoteerd en was zinnens om niets te vergeten of over te slaan.
De vrijwel kansloze stadsbediende werd door een grote meerderheid van het publiek aangeduid tot de prins, die over het Aalsterse carnaval zou gaan regeren in 1964.
Hij behaalde maar liefst 750 stemmen, een klinkende overwinning als je weet dat de tweede plaats werd behaald door Herman met 420 kruisjes achter zijn naam.
Derde werd Gaston met 230 punten, en als vierde eindigde Jozef met 120 punten.
Prins Hendrik I kreeg als cadeau een set couverts als cadeau, die plechtig werden overhandigd door de burgemeester.
Later zou hij verklaren : “’t ei me ‘n vrie eirt gekost, mor ‘k em er toch een doois leipers en frinketten on oeverg’haeven!” (’t Heeft me veel geld gekost, maar ik heb er toch een doos lepels en vorken aan overgehouden’)
Volgens de prins – in een interview in de Voorpost van 13/2/1981 – waren het drie heel hectische dagen. Vermoeiend vooral. Drie dagen en vier nachten zonder slapen, en overal naartoe gaan, waren een onvergetelijk avontuur en een ongelooflijke belevenis.
Het begon met de officiële opening van de foor door de Oude Garde. Daarna verschillende bezoeken zoals aan het bejaardentehuis en noem maar op. “Drie dagen lang sta je in het middelpunt van de belangstelling” verklaart hij, “maar na de verbranding van Vastenavond ben je van geen tel meer, ...”
Het prinsenjaar verliep eigenlijk heel kalm. Als hoogtepunt, naast de stoet en nog wat verplichte aangelegenheden, stond er op zijn palmares niet meer dan een ‘officieel’ bezoek aan Blankenberge.
Hij werd later één van de medestichters van de Prinsencaemere, maar maakte er in feite nooit echt actief deel van uit. Hij diende zich, omwille van zijn beroepsbezigheden, Henri was stadsfotograaf, te beperken tot het maken van de gelegenheidsfoto’s van het prinselijk gezelschap. Het feit dat hij er bijna nooit kon bijzijn, bezorgde hem wel hartzeer, en in 1974 kondigde hij het einde aan van zijn samenwerking.
Hij moest beroepshalve immers overal aanwezig zijn waar iets te fotograferen viel, en moest dus heel vaak passen voor carnavalsactiviteiten. En als hij dan al eens aanwezig kon zijn, was hij ook daar ‘fotograaf van dienst’
Na het sprookje van 1964 heeft hij zich ook nooit meer nog kandidaat gesteld ...
Hendrik overleed op 24/8/2023.
Met dit overlijden verliest onze stad alweer een icoon uit de carnavalswereld.
Hij was de oudste nog levende prins carnaval.
De laatste jaren kampte hij met gezondheidsproblemen en was hij opgenomen in een woonzorgcentrum.
Hendrik zal herinnerd worden als mede oprichter van de Prinsencaemere.
In 2024 zou hij 60 jaar prins geweest zijn, maar dat heeft dus niet mogen zijn.
De begrafenisplechtigheid gaat door in het crematorium van Aalst en dit op woensdag 30 augustus om 14u30.
--- Een overzicht van alle prinsen die onze stad kende tot hiertoe is HIER te vinden ---
Geen opmerkingen:
Een reactie posten