In de dendervallei en het land van Aalst lagen vroeger veel grote en kleine kastelen.
Spijtig genoeg hebben de meeste van deze pareltjes de tand des tijds niet doorstaan.
Echter wel de Rozerie, dat nog steeds in prachtige staat terug te vinden is.
Wanneer we het domein betreden, komen we eerst langs de statige en uitnodigende toegangspoort.
Als we de toegangslaan verder oprijden, verschijnt aan het einde van de bomendreef een netjes onderhouden en statig gebouw met daarnaast een kapel.
Het Kasteel de Rozerie, in volle glorie.
Kasteel de Rozerie (vroeger Château les Roseraies) werd rond 1852 opgetrokken op de plaats van een oude hofstede. De hofstede behoorde toe aan het Kasteel van Overhamme, een van de belangrijkste kastelen in Aalst, dat omwald was en een ophaalbrug had. Dat grote kasteel werd echter afgebroken na de oorlog in 1948.
Het was Cornelis Eliaert (1801-1854), grootindustrieel en eigenaar van het Kasteel van Overhamme, die dit mooie gebouw dat later ‘de Rozerie’ gedoopt werd, liet optrekken.
In datzelfde jaar werd de kapel voorzien van acht prachtig gekleurde glasramen, eveneens naar een tekening van Jean Bethune. Maar liefst veertien vakmensen werkten hieraan. op de meeste ramen zijn heiligen afgebeeld.
In 1917, tijdens de 1ste wereldoorlog, heeft Kasteel de Rozerie onderkomen geboden aan de (voor de Duitsers gevluchte) Zusters van Liefde van Wervik. De laatste zusters verlieten la Roseraie op 1 mei 1919.
Niet veel later werd in het kasteel een ‘pensionat de jeunes filles’ ondergebracht en werd er privaat onderwijs gegeven door het echtpaar M. Butaeye-Coussaert, Cutseau Marguerite en nog twee andere onderwijzeressen.
Toen niet veel later meneer Butaeye stierf, verhuisde zijn weduwe echter naar Spa. Dat was in 1921.
Na de dood van zijn moeder in 1937 kwam Etienne de Bethune- de Potter d’indoye (Aalst, 1899- Brussel,1978), zoon van Felix, het kasteel bewonen.
Etienne de Bethune – de Potter kon zijn afstamming van Maximilien de Bethune bewijzen. Die was minister van Financiën geweest van de Franse koning Henri VI (1533-1610), en werd geadeld tot hertog van Sully.
Zo kon Etienne zich in 1953 laten adopteren door een zekere Mademoiselle Gabriëlle de Sully, en verwierf hij de naam de Bethune-de Sully. Eén van de feestzalen draagt trouwens nog altijd zijn naam.
In tussentijd, we spreken over de periode 1/10/1940-27/2/1941 herbergde het kasteel tijdens Wereldoorlog II de Duitse Feldpost 34314. De Feldpost (ofte veldpost) was de postbedeling van de militairen die buiten de kazernes verbleven omdat ze waren ingezet voor oefening, mobilisatie of daadwerkelijke aanwezigheid op het slagveld.
Andere bezettingsposten waren ingekwartierd op andere belangrijke plaatsen als het Kasteel van Overhamme, het Capucienenklooster …
Voor de geïnteresseerden : een volledige lijst van de Feldposten is HIER terug te vinden.
La Roseraie bleef tot in 1980 in bezit van de erfgenamen van Etienne de Bethune-de Sully.
Daarna werd het landgoed verkocht aan de bvba Algeprom. De zaakvoerder, Yvo Lefèvre, zou er voor korte tijd zijn intrek nemen.
In 1984 werd het kasteel in het vredegerecht aan de Graanmarkt van Aalst openbaar verkocht. De nieuwe eigenaars, dokter Vanfleteren en zijn echtgenote, vormden er samen met hun zoon Bart het domein om naar feestzaal (annex restaurant), steeds met het nodige respect voor de originele aard van het gebouw en de omgeving.
Met dank aan de voortreffelijke
kookkunsten van Bart, het vriendelijke onthaal en de betrokken service van
gastvrouw Rebecca, werd de zaak al gauw een begrip in de wereld van feesten en seminaries.
De pittoreske kapel werd gebruikt door gasten die er hun trouwritueel in wensen te bezegelen of diende ook voor andere feestgelegenheden en het decor van de feestzaal in het kasteel was werkelijk adembenemend..
Wel, zevenendertig jaar nadat het kasteel gebouwd werd, kwam het in handen van Baron Felix Bethune-Maertens de Noorthout (Aalst 1857-1901), die een verwoed rozenkweker was. De naam “Château les Roseraies” zou door hem bedacht zijn. Veel rozen staan er tegenwoordig jammer genoeg niet meer op het domein.
Kasteel de Rozerie (vroeger Château les Roseraies) werd rond 1852 opgetrokken op de plaats van een oude hofstede. De hofstede behoorde toe aan het Kasteel van Overhamme, een van de belangrijkste kastelen in Aalst, dat omwald was en een ophaalbrug had. Dat grote kasteel werd echter afgebroken na de oorlog in 1948.
Het was Cornelis Eliaert (1801-1854), grootindustrieel en eigenaar van het Kasteel van Overhamme, die dit mooie gebouw dat later ‘de Rozerie’ gedoopt werd, liet optrekken.
In
1865 ontwierp de gekende architect Jean Bethune het plan van 'la chapelle de la
Sainte-Croix, annexe du château’. Naar de wensen van de kasteelvrouw Joséphine
Eliaert werd het gebouw opgetrokken in rode Boomse baksteen ‘parce que les
autres bâtiments de la ferme sont en briques de cette couleur et qu’il ne
serait pas convenable de faire la chapelle avec une qualité moindre… .’
Op de stichtingssteen, in de oostgevel van de
kapel, prijken de namen van de eigenaars, hun kinderen en de ontwerper.
Naast enkele unieke beeldjes, bevindt zich in de
kapel een fraai houten doksaaltje, uitgewerkt als een zwaluwnest, dat verbonden
is met de bovenverdieping van het kasteel. Vanuit de Eliaertzaal boven kun je
nog steeds in de kapel kijken.
In juni 1889 kwam het landgoed in handen van Felix Bethune (Aalst, 1857-1901). Felix was de zoon van baron Paul-Vaery Bethune (Kortrijk 1830 - Aalst 1901), stichter van de Aalsterse tak de Béthune.
In datzelfde jaar werd de kapel voorzien van acht prachtig gekleurde glasramen, eveneens naar een tekening van Jean Bethune. Maar liefst veertien vakmensen werkten hieraan. op de meeste ramen zijn heiligen afgebeeld.
De kapel deed in de loop der jaren dienst voor
gewone godsdienstbelevingen, mislezen, kerkelijke feestvieringen, maar ook voor
doopsels en uitvaartplechtigheden van de familie, met bijhorende recepties en buffetten.
In 1917, tijdens de 1ste wereldoorlog, heeft Kasteel de Rozerie onderkomen geboden aan de (voor de Duitsers gevluchte) Zusters van Liefde van Wervik. De laatste zusters verlieten la Roseraie op 1 mei 1919.
Niet veel later werd in het kasteel een ‘pensionat de jeunes filles’ ondergebracht en werd er privaat onderwijs gegeven door het echtpaar M. Butaeye-Coussaert, Cutseau Marguerite en nog twee andere onderwijzeressen.
Toen niet veel later meneer Butaeye stierf, verhuisde zijn weduwe echter naar Spa. Dat was in 1921.
Na de dood van zijn moeder in 1937 kwam Etienne de Bethune- de Potter d’indoye (Aalst, 1899- Brussel,1978), zoon van Felix, het kasteel bewonen.
Etienne de Bethune – de Potter kon zijn afstamming van Maximilien de Bethune bewijzen. Die was minister van Financiën geweest van de Franse koning Henri VI (1533-1610), en werd geadeld tot hertog van Sully.
Zo kon Etienne zich in 1953 laten adopteren door een zekere Mademoiselle Gabriëlle de Sully, en verwierf hij de naam de Bethune-de Sully. Eén van de feestzalen draagt trouwens nog altijd zijn naam.
In tussentijd, we spreken over de periode 1/10/1940-27/2/1941 herbergde het kasteel tijdens Wereldoorlog II de Duitse Feldpost 34314. De Feldpost (ofte veldpost) was de postbedeling van de militairen die buiten de kazernes verbleven omdat ze waren ingezet voor oefening, mobilisatie of daadwerkelijke aanwezigheid op het slagveld.
Andere bezettingsposten waren ingekwartierd op andere belangrijke plaatsen als het Kasteel van Overhamme, het Capucienenklooster …
Voor de geïnteresseerden : een volledige lijst van de Feldposten is HIER terug te vinden.
La Roseraie bleef tot in 1980 in bezit van de erfgenamen van Etienne de Bethune-de Sully.
Daarna werd het landgoed verkocht aan de bvba Algeprom. De zaakvoerder, Yvo Lefèvre, zou er voor korte tijd zijn intrek nemen.
In 1984 werd het kasteel in het vredegerecht aan de Graanmarkt van Aalst openbaar verkocht. De nieuwe eigenaars, dokter Vanfleteren en zijn echtgenote, vormden er samen met hun zoon Bart het domein om naar feestzaal (annex restaurant), steeds met het nodige respect voor de originele aard van het gebouw en de omgeving.
De pittoreske kapel werd gebruikt door gasten die er hun trouwritueel in wensen te bezegelen of diende ook voor andere feestgelegenheden en het decor van de feestzaal in het kasteel was werkelijk adembenemend..
Het kasteel diende dus de voorbije jaren als restaurant, maar ook in 1921 moest men natuurlijk eten. Hierbij een voorbeeld van een menukaart uit dat jaar :
Na 38 jaar van succes en nadat men zowel de corona-epidemie en de stijgende energieprijzen een hand boven het hoofd kon houden, werd de genadeslag gegeven door ‘waanzinnige ventilatienormen’ en de torenhoge kosten daaraan verbonden.
Dat er gekookt werd op hoog niveau mag bewezen zijn door het feit dat chef Bart Vanfleteren zelfs tot viermaal toe voor de koning mocht koken.
In augustus 2022 kwam echter heel jammer nieuws. Donkere wolken kwamen over het kasteel drijven en “met veel pijn in het hart”, heeft de eigenaar beslist om er per 1 januari 2023 mee te stoppen.
Na 38 jaar van succes en nadat men zowel de corona-epidemie en de stijgende energieprijzen een hand boven het hoofd kon houden, werd de genadeslag gegeven door ‘waanzinnige ventilatienormen’ en de torenhoge kosten daaraan verbonden.
De sluiting heeft dus niets te maken met een gebrek aan werk (de agenda voor 2023 zou al vol gestaan hebben), maar wel met de oneerlijke strijd tegen de administratie, waarbij de financiële reserves meer dan ooit in het oog moeten gehouden worden.
De nieuwe ventilatienormen en de daaraan verbonden kosten zouden in de tienduizenden euro’s lopen. Een aangepaste installatie zou heel moeilijk te verwezenlijken zijn doordat het gebouw geklasseerd is als waardevol erfgoed en men er dus ook niet zomaar mag boren en kloppen waar en hoe men wil.
De verwarmingskosten zouden in de winter wel eens kunnen oplopen tot 600 € … per dag (!), in de zomer zou men eenzelfde bedrag moeten neerleggen voor de werking van de airco.
Zonnepanelen plaatsen mag ook al niet omwille van de eerder genoemde klassering van het gebouw.
Heel veel koppels hebben ongetwijfeld heel mooie herinneringen aan dit kasteel, en zullen ongetwijfeld met weemoed terugdenken aan die éne speciale avond in hun leven.
Jammer genoeg is het dus 'schluss', en sluiten de deuren definitief bij aanvang van 2023.
Jammer genoeg is het dus 'schluss', en sluiten de deuren definitief bij aanvang van 2023.
Bronnen
kasteelderozerie.be/geschiedenis-2/
FaceBookpagina 'De Rozerie'
Foto's via 'De Rozerie' website en FaceBookpagina
Geen opmerkingen:
Een reactie posten