Ooit telde Aalst verschillende kleinere cinema’s met namen als ‘Royal’ (Windmolenstraat), Patria (Dr De Moorstraat), Alfa (Zoutstraat), en ga zo maar door.
Meer dan 15 cinema’s telde onze stad tijdens de gloriedagen, maar in het grote cinemalandschap zouden het enkel ‘Het Feestpaleis’ en ‘Cine Palace’ zijn die overleefden. Samen zouden ze later omgevormd worden tot Ciné Aalst.
Over de geschiedenis van Cine Palace staat HIER meer te lezen.
Cinema Feestpaleis was, en is trouwens nog steeds, gelegen in de Vlaanderenstraat.
De geschiedenis van het Feestpaleis begint reeds in de jaren ’20. Het was toen een toneelzaal.
Dat is nog duidelijk te zien op de foto hieronder, volledig met een balkon en in de vorm van een hoefijzer. Er waren een achthonderdtal zitplaatsen. De foto dateert uit 1925.
In de jaren ’30 werd de zaal ingericht zodat ze ook kon gebruikt worden als bioscoop.
De vertoonde filmes waren van Universal Pictures.
Het wekelijkse nieuws was van Fox-Movie-Tunes.
De eerste eigenaar/directeur was Robert Klaes (1889-1948), die gehuwd was met Virginie Ruelens
Robert is geboren op 25-02-1890 in Aalst, als zoon van Karel Klaes en Clementia De Bruecker. Hij is er overleden op 13-10-1948, amper 58 jaar oud.
Robert was van 20-02-1920 tot 07-08-1921 Schatbewaarder "Voor Taal en Vrijheid", van 07-08-1921 tot 23-09-1929 Voorzitter " en van 23-09-1929 tot 1929 Erevoorziter van dezelfde vereniging.
Na de opening in 1923 werd hij directeur van de cinema Feestpaleis en dit bleef hij tot bij zijn overlijden. Hij was ook "Président de l’association Cinématographique de Belgique"
Als feestzaal zagen zij het groots. Zo werden er voor de officiële opening maar liefst 5000 exemplaren van elk van deze etiketten bij DuCaju (Zoutstraat):
Voor de voorstelling van ‘Don Juan’, een voorstelling die een enorme massa volk op de been bracht, werden als speciale gasten zelfs Stan Laurel en Oliver Hardy (Den Dikken en den Dunnen) naar Aalst gehaald.
De film met Eroll Flynn in de hoofdrol deed miljoenen vrouwen wegdromen. Later zou blijken dat hij in feite homo was, maar in die tijd mocht dat zeker niet geweten zijn, noch bji het vrouwelijke publiek, noch bij de Amerikaanse produktiemaatschappijen die hem om die redenen zouden kunnen weren.
De opvolgster van Robert Klaes werd zijn dochter Betsy (1925-1994).
Dat de zaal eigenlijk meer een theaterzaal was, merkte men goed vanaf de opkomst van de Cinemascope filmen met breedbeeld.
Wanneer men op het gelijkvloers aan de zijkanten zat (onder de uitlopende armen van het balkon), was de bovenhoek van de film jammer genoeg niet niet zichtbaar. Dezelfde situatie deed zich ook bovenaan voor (in de uitlopende armen) : van daaruit zag men dan nooit de onderhoek van de film.
In 1979 bouwde men er een nieuwe filmzaal bij, en daarmee volgt men de trent van het bioskoopmanagement dat wil dat er zo veel mogelijk zalen in éénzelfde complex kwamen, … met zo weinig mogelijk personeel om de kosten te kunnen drukken.
De tijden dat het storm liep voor filmvoorstellingen waren immers voorbij. Vroeger kon men een film vertonen voor duizend of meer personen, maar dat behoorde toen al tot het verleden.
Daarom werd geinvesteerd in meerdere, kleinere zalen, waar men dus meerdere filmen voor een kleiner publliek zou kunnen afspelen.
Het nieuwe zaaltje telde 70 plaatsen en het was de bedoeling om de film uit zaal 2, die niet meer zoveel volk lokte, over te hevelen naar deze nieuwe ‘Zaal 3’.
Maar ook enkele minder bekende films stonden er geprogrammeerd.
In deze zaal 3 werd geen publiciteitsfilm gespeeld, geen reclame vertoond, en men richtte zich enkel op het vertonen van de hoofdfilm.
Het Feestpaleis is intussen al drie generaties lang in handen van De familie Staels, tegenwoordig Tony Staels en zijn familie.
In 1999 sloten ze het café ‘The Movies’, kochten zij de 'Palace' over en gingen ze verder als 'Ciné-Aalst'.
Tony en zijn vrouw Rita namen het roer volledig in handen, en opvolging staat klaar in de figuur van dochter Lien, ondertussen dus de vierde generatie.
In 2003-2004 zag het Feestpaleis zijn ticketverkoop telkens met 15 procent stijgen. De zeven zalen van het complex werden dan ook volledig gemoderniseerd. In die vernieuwingsoperatie pompten de eigenaars maar liefst 1,1 miljoen Euro. Ze wouden daarmee een lokaal maar ook waardig alternatief bieden voor de grote bioscoopketens.
De zalen zijn ondertussen ook allemaal uitgerust met airconditioning.
Ondanks de zware concurrentie van de grote bioscoopketens, doet de Aalsterse cinema het dus nog steeds bijzonder goed.
In de tijd dat het einde van de dorps- en buurtbioscopen ten einde leek, rezen grote complexen uit de grond, en daar was bijna geen concurreren aan. Digitale projectoren werden de nieuwe norm, en de bioscopen moesten dus renoveren om mee te kunnen.
De ene kon dit, de andere jammer genoeg niet.
Lien Staels van het Feestpaleis verklaart echter nooit schrik te hebben gehad. Samen met vader Toni en moeder Rita zorgde ze, na de overname van 'cinema Palace' verder voor een voordelige prijs-kwaliteitsverhouding. Ze beseft echter ook dat het voor grotere gezinnen niet altijd mogelijk is om nog naar de cinema te gaan, vooral omdat de prijzen de laatste jaren enorm stegen.
De opkomst van online streamingdiensten baarde haar ook al geen zorgen, temeer omdat volgens haar de 'beleving' van de film toch nog altijd iets unieks is dat enkel in een cinemazaal kan overgebracht worden. En dat is trouwens waar het allemaal om draait : de beleving.
Toen netflix naar Belgie kwam, was er wel een beetje angst, maar die bleek ongegrond te zijn.
Netflix spreekt vooral de jeugd/studenten aan, terwijl de cinema toch nog geapprecieerd wordt door de oudere generaties.
In 2013 stapte Ciné Aalst (Feestpaleis + Palace) net als 19 andere bioscoopzalen in Belgie in het project dat filmverdeler KFD en productiemaatschappij Eyeworks lanceerden, namelijk 888-ondertiteling. Het is de bedoeling dat de Vlaamse films die in deze zalen vertoond worden, zullen ondertiteld worden voor doven en slechthorenden. Het systeem bestond toen reeds jaren op televisie (ondertussen is het daar ook al verdwenen), maar zou dan ook toegepast worden in de cinemas. Het initiatief kwam van Stijn Coninx die zich al jarenlang inzet voor het belang van de doven en slechthorenden.
Ondertussen, we spreken van 2015, waren ze wat uitgekeken op de lokatie.
Vooral de geluidsoverlast in de buurt zou nefast kunnen zijn voor cinemabezoek, en ze zouden dan ook maar al te graag andere oorden opzoeken. Hét belangrijkste probleem echter was parkeergelegenheid.
De parking op de Keizershallen ligt als het ware achter de hoek, maar voor vele mensen blijkt dat toch een struikelblok te zijn.
Gezien er jaarlijks tussen de 130 000 en 150 000 bezoekers naar de Aalsterse filmzalen komen, werd gegokt op een nieuw complex met 7 zalen. Dat zou voldoende moeten zijn. Ook een congreszaal zou zeker niet misstaan in dergelijk nieuw complex.
Vijf jaar later zijn deze plannen nog niet concreet gemaakt, en daarenboven heeft de filmindustrie ondertussen ook enorm te lijden gehad onder de coronacrisis.
Cinema’s werden gesloten, heropend, en op 29/10/2020 werd alles opnieuw gesloten tot nader bericht.
Tijdens de eerste lockdown bleef men niet bij de pakken zitten.
Cinema Palace in de Bert van Hoorickstraat was al in een nieuw kleedje gestoken en cinema Feestpaleis stond nog in de steigers. Werken die Rita Van den Borre en haar man Tony Staels lieten uitvoeren omdat een nieuwe locatie blijkbaar toch geen optie zou zijn.
In Aalst zijn momenteel nog twee cinema’s aktief.
Terwijl Ciné Aalst zich vooral richt op het grote publiek, programmeert de bioscoop van Netwerk Aalst (Houtkaai) vooral alternatieve films..
Op de oude foto hieronder is ook het huidige Feestpaleis te herkennen.
Als je vergelijkt met de foto helemaal bovenaan (huidige situatie) zal je merken dat er eigenlijk heel weinig is veranderd aan het uiterlijk. Binnenin is er echter een wereld van verschil in vergelijking met de feestzaal van toen.
Bronnen :
cine-aalst.be
cinebel.dhnet.be
De Voorpost 26/10/1979
Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst (fragment uit krant “Aankondiger”)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten