Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label verenigingen algemeen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verenigingen algemeen. Alle posts tonen

dinsdag 19 oktober 2021

Oscar Van Malder - Alkuone

Oscar Van Malder (°1927 - +27/10/2023) is één van de ereburgers van de stad sinds 27 november 2007. 
Maar wie was deze brave man eigenlijk? 


In 1957 startte Oscar Van Malder, leraar lichamelijke opvoeding en danser aan de dansschool van Elza Darciel, met een groep vendeliers (jongens) in de Aalsterse ‘vakschool’, het VTI. 
Vanaf 1969 werden ook meisjes toegelaten en werd ook het dansen iets belangrijker.

Oorspronkelijk was  de naam van de groep ‘Wolfsangel’ maar gezien er toen ook een militantenorganisatie was met dezelfde naam, en om misverstanden te vermijden, veranderde men wijselijk de naam naar ‘Alkuone’. 

De Alkuone is in de Griekse mythologie ‘de ijsvogel’, met zijn schitterende kleuren, sociaal, recht op zijn doel af, hoog en vrij in de wijde hemel. 
Het idee achter de keuze van deze vogel als naam was, dat men hoopte dat deze de groep een mooie en wereldwijde toekomst zou brengen.

Vandaag is Kunstgroep Alkuone vzw een artistieke groep met meer dan 150 leden, medewerkers en bestuursleden. 
De jongens en meisjes van Alkuone volgen dans-, trommel- en vlaggenles bij een dynamisch team van lesgevers en choreografen en de groep wordt ondersteund door een Raad van Bestuur en een Dagelijks Bestuur.

Hier een filmpje om de sfeer wat te kunnen scheppen.


Uit Alkuone ontstond in 1980 de groep Vredon die ook gelijkaardige dans- en vlaggenoptredens geeft en die zeker in een ander artikel aan bod komt.

De vereniging is ondertussen een echte ambassadeur geworden voor onze stad. 
In die hoedanigheid verzorgden zij al verschillende optredens in vrijwel alle hoeken van de wereld. Eén van de hoogtepunten was zeker de openingsceremonie van de Olympische Winterspelen in het Franse Albertville, in 1992. 

Maar is het enkel maar ‘wat’ met een vlag staan zwaaien en een dansje ‘plaçeren’?

Neen, natuurlijk niet!

Alkuone heeft tot doel om jonge mensen hun potentieel aan talenten en capaciteiten te helpen ontdekken, het hoofddoel dat de stichter ooit had en het doel dat men nog steeds voor ogen heeft. 
Zo kunnen ze een eigen persoonlijkheid ontwikkelen in een artistieke en vriendschappelijke omgeving. Alkuone doet dat door het aanbieden van dans, vlaggendans, vendelen en percussie.

Enneuh … ‘maar wat met een vlag zwaaien' wordt heel onderschat als je weet dat zo’n ding toch al gauw een viertal kilo weegt en je daar dus mee staat te jongleren in weer en wind (vooral de wind speelt natuurlijk veel parten).

Vendelen, ook bekend als vaandelzwaaien of vendelzwaaien, is een heuse sport waarbij behendigheid en lenigheid centraal staan. Vaandrig is de naam voor de vendelier, diegene die met de vlag zwaait.

De kledij zelf is ook traditioneel en hangt ook af van de groep of vereniging.

Vroeger werd er gewoon volkskledij gedragen. Een wit hemd , een grijze broek en voor de volwassenen een overhemd en een riem. 

Hier de groep tijdens een optreden op de pikkelingfeesten in Moorsel. 


Over het ontstaan van de sport bestaan grote discussies.
Sommige folkloristen beweren dat er al in de tijden vóór Christus gevendeld werd, anderen zeggen dat het gebruik pas rond de 15e eeuw is ontstaan. 
Ook de plaats waar het ontstaan is, is niet meteen bekend. Feit is dat de vaandel in Europa terechtgekomen is door de kruistochten naar het Heilige Land.

Bij vendelen heeft sierlijkheid de bovenhand in de bewegingen; de figuren vloeien als het ware in elkaar over en het lijkt allemaal zo gemakkelijk … Maar ... kan iedereen met eender welke stok zo’n toeren uithalen? 

Neen, natuurlijk niet. Behendigheid moet er zijn en moet verder uitgebouwd worden!

En er bestaan ook speciale werpstokken die specifiek ontworpen zijn om hoog te kunnen werpen. De vlag maakt dan een mooie draai in de lucht en komt terug beneden op een manier dat die gemakkelijker op te vangen is.

Het verschil met een gewone vendelstok is dat die werpstokken ongeveer de helft lichter zijn.
Ongeveer 2kg ipv 4-5kg. Ook het zwaartepunt ligt meer naar het midden van de stok zodat deze niet als een pijl naar beneden zou ‘schieten’.

Doordat een werpstok sneller valt, dient die uiteraard ook beter bestand te zijn tegen een stootje. De stok is daarom steeds in één stuk en volledig cilindrisch (niet conisch dus). Bij een eventuele breuk kan de houten stok gemakkelijk en relatief goedkoop vervangen worden. 

In de discipline hoogwerpen heeft Alkuone Aalst trouwens een wereldkampioen in zijn rangen. 
Het is Louis François die de wereldtitel binnenhaalde in Namen. Ook in de dames- en jongerencategorie werden er medailles binnengehaald.

Het WK Hoogwerpen werd in mei 2019 georganiseerd door de ‘Alfers Namurois’ en de 'Hoogwerpers van Aalst'. 

Het doel is om via verfijnde techniek en de kracht van de vendelier de vlag zo hoog mogelijk te krijgen. Ook het ontwerp en de stok van de vendel is een heel belangrijke factor. 
Er bestaan 4 categorieën : heren , dames, beloften meisjes en jongens met starthoogtes van 6 tot 8 meter”, aldus Alkuone.

Van uit Aalst trekken trouwens jaarlijks vendeliers van zowel Kunstgroep Alkuone en van Vredon naar deze competitie samen met de Hoogwerpers, waar ook delegaties uit Duitsland, Italië en Zwitserland zijn.

Louis François gooide maar liefst 13,8 meter en verlengde zo meteen zijn titel van wereldkampioen.


Femke Wouters won bij de dames met 9,5 meter opgevolgd door Barbara de Beer met 9,1 meter. Liese Gabriel haalde een mooie eerste plaats bij de beloften met 9,5 meter gevolgd door Lara Schockaert. Piet Callebaut van Hoogwerpers haalde een mooie 2e plaats bij de heren met 12,6 meter.

Tot zover het hoogwerpen, maar kan je met een werpstok ook ‘gewoon’ sierlijk vendelen? 

Ja hoor, maar het vraagt wel wat gewenning omdat je de stok moet vasthouden met één hand  tussen de eerste en tweede lus van de vlag. Bij sommige groepen die veel werpen nemen ze dit er graag bij. En doordat de stok veel lichter is is de drempel om met grote vlaggen te zwaaien ook kleiner.

Het vendelen wordt vaak gezien als een uiting van het gebed tussen goed en kwaad. 
Elke regio/vereniging heeft zo zijn eigen vendelgebed. 


Kunstgroep Alkuone brengt dans- en vlaggenspektakels op podia en pleinen in België over heel de wereld. Alkuone heeft voor het 50-jarig bestaan de titel 'Koninklijke Kunstgroep Alkuone' gekregen van Koning Albert II. 
Bovendien werd stichter Oscar Van Malder in 2007 'Ereburger van de Stad Aalst'
 
In 2010 is het werkjaar gestart met een reeks optredens op de World Expo in Shanghai te China waar ze samen met de Brusselse Ommegang een echt Belgisch spektakel brachten. 
Midden september trok een delegatie van Kunstgroep Alkuone naar de Wereldtentoonstelling in Shanghai. Samen met de edellieden van de Brusselse Ommegang, de dansers en muzikanten van Rondinella en de steltenlopers van Merchtem waren de Aalsterse vlaggenzwaaiers van Alkuone te gast voor de Brusselse dagen in het Belgisch paviljoen.

De 44 deelnemers brachten op het plein voor het paviljoen drie keer per dag een fragment van de bekende Brusselse Ommegang. 

Jaarlijks voeren meer dan 1400 figuranten op de Grote Markt van Brussel zo een historisch spektakel op dat teruggaat naar 1549 met het blijde intrede van Keizer Karel in de hoofdstad.

Voor de jongens en meisjes van Alkuone was het bezoek aan Shanghai een unieke ervaring. Niet alleen de prachtige, soms gedurfde paviljoenen op de Wereldtentoonstelling spraken tot de verbeelding, maar ook de kleurrijke drukte van de grootstad Shanghai kon hen bekoren.

Momenteel is Oscar Van Malder erevoorzitter van de kunstgroep.

In 2017 bestond de groep 60 jaar en Oscar Van Malder werd 90 !

Wie Aalst een beetje kent, kan het al raden : hoog tijd voor een nieuw bier, 'Den Oscar', genoemd naar de stichter van Alkuone (en dus niet naar de trainer van FC De Kampioenen).
 
Het Oscar-bier werd een lekker voorsmaakje op de festiviteiten. 
Het werd een zacht blond bier met een frisse, hoppige toets. Ideaal als aperitief, dessert, tussendoortje, ontbijt of slaapmutsje".

Tijdens de carnavalstoet van 2017 zagen we de vendeliers dat jaar trouwens ook al in actie. 
Niet als aparte groep maar als gasten bij ‘Lekken en Plekken’. 
De reden van dit gezamenlijk feestje was het 15 jarig bestaan van de carnavalsgroep, én ook het 60 jarig bestaan van de vendeliers, én de 90ste verjaardag van Oscar.
 

 "15 jaar LEP en 60 jaar Alkuone. We vieren feest met vlaggen en wimpels, dansen en zingen met veel gerommel op onze trommel" werd het thema en natuurlijk lieten ze hun kunsten ook daar zien alsof het niets was.

Het was trouwens zeker niet het eerste (noch het laatste) optreden van de groep tijdens carnaval. 
In 1978 mochten ze het publiek opwarmen ter gelegenheid van de 50ste stoet en in vroegere jaren was het zo dat zij steeds de stoet mochten openen met hun eigen act.


Op 3 december 2017 bezorgde de groep de stichter en erevoorzitter dé verrassing van zijn leven door met 90 vendeliers en trommelaars te verschijnen op het feest voor zijn 90ste verjaardag. 
Oscar beloofde toen om voor zijn 100e verjaardag zijn feest op de Heizel te geven zodat er genoeg plaats zou zijn voor 100 vendeliers!!

In september 2021 kwam er dan goed nieuws voor de vereniging. 
De droom van KSA Sint-Jozef Aalst en de Koninklijke Kunstgroep Alkuone werd realiteit want aan de Churchillsteenweg werden de nieuwe gezamenlijke lokalen geopend met ‘Churchill Fest’. Beide Aalsterse jeugdverenigingen waren reeds een tijdje op zoek naar een vaste stek, en aan die zoektocht kwam toen eindelijk een einde.


Burgemeester Christoph D’Haese kwam het gebouw plechtig openen. “Het is formidabel. Bijna dag op dag twee jaar geleden was ik hier ook te gast en werden de plannen voorgesteld. We hebben ons toe samen geschaard achter een bouwproject dat toen nog een verre droom was. Hier aan de Churchillsteenweg werd besloten dat een gezamenlijk gebouw voor de KSA en Alkuone de beste oplossing was”, zei de burgemeester. “Visie en goede wil kan bergen verzetten, dat is bij deze bewezen. Dit lokaal is veel meer dan beton en stenen. Het is een symbool voor de toekomst waar jullie samen de schouders zullen onder zetten.”

Alkuone telt momenteel 175 actieve leden, bezocht reeds 34 verschillende landen en bezit zo’n 1185 vlaggen. 

Op 27 oktober 2023 kwam het droevige nieuws : 'Aalst neemt afscheid van ereburger Oscar Van Malder

Met Oscar Van Malder verliest de stad haar laatste nog levende ereburger”, zegt burgemeester Christoph D’Haese . “Het was een man die Aalst op de internationale kaart plaatste met een unieke en historische kunstdiscipline. Onze gedachten gaan naar de familie en naasten van Oscar Van Malder en naar alle (oud-)leden van Alkuone. Ik ben er zeker van dat Oscars passie nog jaren zal verder leven in hun prachtige spektakels.




Bronnen

hoogwerpers.be
HLN 12/09/2021 – 14/09/2016 – 29/01/2017
foto Oscar bier : Rutger Lievens (HLN)
Goeiedagradio.be
Het Nieuwsblad 08/10/2010
alkuone.be (info en filmpje)
filmpjes via Youtube 

woensdag 30 oktober 2019

FC Jong Timarcha

Het ontstaan van Timarcha heeft veel, zoniet alles te danken aan één persoon, namelijk wijlen Jos Lelièvre (met als bijnaam “Petoetje”). 
Deze helaas toch nog vrij jong overleden werkleider scheikunde aan het H.R.I.T.O. (Hoger Rijksinstituut voor het Technisch Onderwijs), later aan de Hogeschool Gent, was voorzitter van de vzw “Jeugd en Wetenschap” afdeling Gent.

Deze vzw met lokale afdelingen was een initiatief om scholieren, voornamelijk van de Rijksscholen, wat meer praktische ervaring te laten opdoen in verband met wetenschappen (scheikunde, biologie) buiten de schooluren (waar weinig tijd restte voor echt “laboratoriumwerk”).

Men begon in 1961 met een zestigtal leden in één enkele officiële school. Het aantal groeide naar ongeveer 500 leden in 1970-1971.
  
Tot 1969 gebeurde het laboratoriumwerk voornamelijk in de rijksscholen zelf (onder andere in het labo scheikunde van de studenten technisch ingenieurs aan de Welvaartstraat).
Jos zocht, en vond, toen een nieuwe lokatie.

De beruchte toneelgroep “Pan” verliet toen de al even beruchte bar boven de zaal Madelon.
In de nissen werd er daar toen aan nogal … euh … experimentele en expliciete ... euh ... biologie van het menselijk leven gedaan.

Op de één of andere manier kon Jos het akkoord krijgen van de eigenaar Sam, uitbater van “’t Pompierken” en de “Madelon” om de bar en de bovenliggende zolderruimte af te huren. De zolderruimte werd met hulp van jonge en minder jonge handen volledig omgebouwd tot laboratorium.

De chemische stoffen werden verhuisd van de Welvaarstraat naar de Grote Markt met de kleine NSU-wagen van Josken (waarbij ooit een niet goed afgesloten fles zwavelzuur trouwens een gat brandde in de wagen, maar ook in de zolen van de jonge passagier, tot groot jolijt van Josken). Over brandveiligheid zullen we dus maar niet spreken, dat deed men in die tijd trouwens ook niet.

Niet enkel de bar had dus geen nooduitgang, maar slechts weinigen wisten van het bestaan van een labo op de bovenliggende zolder, met alle risico’s van dien natuurlijk.
Het labo heeft uiteindelijk weinig gediend, al zullen sommigen zich de geuren van mercaptanen bij de aanmaak van lippenstift nooit vergeten, de bar des te meer.

Restte uiteraard nog een klinkende naam te zoeken voor de bar.
'Jeugd en Wetenschap' bekte niet zo goed. 
Hier lopen echter versschillende versies door mekaar. 
Was het nu in Aalst of was het in het al even beruchte zomerkamp in Sivry-Solre-st.-Géry, in elk geval is zeker dat de naam “Timarcha” ook uit de hersenpan van Jos Lelièvre gekomen is.

Hoogstwaarschijnlijk was dit omdat de suggesties van de toen nog jonge kompanen volslagen idioot dan wel zedenschennend waren…


Timarcha verwees naar een kever, variant “tenebricosa” (er blijken maar liefst 111 soorten te bestaan van dit diertje).
In het Nederlands wordt deze “reuzengoudhaan” genoemd, die alleszins in Sivry voorkwam. De overwinterde kever is bij de eerste lentedagen al actief en kruipt rond over de bodem. Bij gevaar, als hij wordt aangeraakt of vastgepakt, spuugt hij een rode vloeistof uit de mond om vijanden (zoals vogels) af te schrikken. Het moet gezegd, in de bar spuugden sommigen toen wel eens een andere vloeistof uit.


De zwarte kever werd het symbool van Timarcha en tevens ook van de voetbalclub die vanaf 1970 de eerste twee jaar occasioneel in zogenaamde “vriendenmatchen” uitkwam.
Die clubs waren meestal samengesteld uit leden van jeugdbewegingen of –verenigingen, al dan niet met lokaal.

Onder leiding van Jan De Decker (van de “Tuf-Tufclub” uit de Zonnestraat) werd een competitie van jeugdclubs opgestart waaraan ook Timarcha deelnam. 

In 1976 kreeg de toenmalige voorzitter dan de vraag van het M.T.S.A. (Mini Tornooi Stad Aalst) om deel te gaan uitmaken van die competitie. 
Op een opnieuw beruchte feestvergadering in restaurant “De Toren” werd er over gepraat en bij algemene instemming werd op de vraag ingegaan. 
Het voornaamste twistpunt was dat er reeds een andere voetbalclub met de naam Timarcha deelnam aan de zondagcompetitie van het MTSA en de naam dus moest veranderd worden. 
Dat het hier over duidelijk plagiaat ging, wist iedereen. 

De andere club was immers gegroeid uit de (meestal wat oudere) cafégangers van ’t Pompierken die uiteraard de bar en aanverwante activiteiten kenden. 

Uiteindelijk kwam men tot een beslissing en doopte men de voetbalclub “Jong Timarcha” om het onderscheid te maken met de “veteranen” van de andere club.

Een aantal maal is men veranderd van kleuren.
De originele trui was de “Ajax trui” (wit-rood) met een (erop genaaid) logo van de Timarcha kever, witte broek en witte kousen.

FC Jong Timarcha speelt momenteel (2019) in een paarswitte trui en witte broek.  Vervangende kleur is een geelzwarte trui met zwarte broek.


Hun lokaal is gevestigd in de Cafétaria Osbroek op de Blanckaertdreef. Het 'thuisterrein' is het Kunstveld op het Osbroek.

Ze spelen dus bij de MTSA (Mini Tornooi Stad Aalst) dat aangesloten is bij de KBLVB.
Het MTSA werd gesticht op 1 september 1969 en is sedert 6 juli 1979 aangesloten bij de Koninklijke Belgische Liefhebbers Voetbalbond. 
In het speelseizoen 2011-2012 wordt de feitelijke vereniging MTSA omgezet in de Vereniging zonder Winstoogmerk VZW MTSA)

De beruchte zaal / café is ondertussen veranderd van naam . Van 't Pompierken ging het naar 't Craeyeken, en tegenwoordig kan men er Café Noir terugvinden.


Bronnen:

mtsa.be
De Gazet van Aalst 31/3/1973

donderdag 25 april 2019

Kaartershuisjes in Aalst

Velen onder ons kennen ze wel nog, maar de jongeren hebben zich misschien wel al eens afgevraagd wat juist de bedoeling was / is van de kleine huisje die men - vroeger meer als nu - wel eens kon terugvinden op verschillende plaatsen in de stad.
Inderdaad : het waren / zijn de kaartershuisjes !

Interieur kaartershuisje stadspark Aalst
De verwarming in deze kaartershuisjes kwam meestal van een ronde buiskachel met kolen, wat er voor zorgde dat, vooral in de winter, de rook en de warmte van de kachel, in combinatie met de tabaksrook van de pijpen, sigaartjes en sigaretten , je er nog met moeite kon ademhalen, laat staan dat je de andere kant van het lokaal nog kon zien.


Natuurlijk stonden er wel altijd wat bakken bier (vooral export of pils) en wat glazen klaar om de uitdrogende kelen wat te besproeien. Een kleine spoelbak moest er voor zorgen dat alles er ook netjes achtergelaten werd, en natuurlijk werd hiervoor gerekend op de discipline van de aanwezigen.

Hierbij een lijstje van de meest gekende.

Een eerste vinden we terug in het stadspark te Aalst.
Het huisje werd in gebruik genomen in september 1945. De initiatiefnemer was Laurent de Wolf, architect, later gemeenteraadslid en schepen.
Dit huisje zou de voorloper zijn van een hele reeks anderen, die in alle ijken van de stad zouden gebouwd worden ten behoeve van de ouden van dagen. 


Het huisje in het stadsperk werd ook wel eens gebruikt tijdens de sterrenkijkdagen. Gezien de ligging in het park (met relatief weinig lichtvervuiling) was dit uiteraard een goede locatie om naar de sterren en planeten te kunnen turen.
De foto's hierboven zijn van het 'nieuwe' huisje.
Inderdaad, er heeft ook nog een andere versie gestaan, maar die bleek al gauw te klein te zijn.
  



Op 14 februari 1948 volgde dan de eerste steenlegging van een nieuw kaartershuisje, in vervanging van het eerste dat te klein was geworden. 

Ook dit gebeurde door Laurent De Wolf. 

Op donderdag 30 september vierden de 'vrienden van het stadspark' hier trouwens hun 20 jarig bestaan. 

Hierbij een artikeltje uit de 'Gazette van Aelst' van 23 september 1965












Na het 'groot park' kon ook het 'klein parksken' natuurlijk niet achterblijven. 
Enkele jaren na de bouw van het kaartershuisje in het stadspark, werd in 1948 een nieuw huisje opgericht in het Koningin Astridpark (beter gekend dus als ’t klein parksken)

Dit kaartershuisje was identiek aan dat van het stadspark, alleen was er hier ook nog een open bollersbaan achter gelegen. 
Het werd opgericht door aannemer Keppens voor de prijs van 89.543 frank. 
Soms kwam men hier wel eens 'gevaarlijke situaties' tegen, zoals het artikeltje uit 'Vies Oilsjt' van 01 maart 1977 verduidelijkt.





Een ander kaartershuisje vonden we aan de Vismijn



Hierbij een artikeltje dat handelt over de kaartershuisjes in het algemeen, met een foto van het gebouwtje aan de Vismijn. 



Het artikel komt uit de 'Nieuwe Gazet van Aalst' van 18 mei 1984















Ook in in de Doolhofstraat (door de oudere Aalstenaars ook wel eens de "Saroepstroot" genoemd) was er een dergelijk gebouwtje. Het lag langs de kant van de even nummers, op ongeveer 150 meter in de straat vanaf de Moorselbaan. Het stond twee huizen voor het huidige Atelier Sandy (Karnavalstoffen).

Een volgend huisje (het 'Slotje') konden we terugvinden tussen de Slotstraat en de Moorselbaan, aan de parking.



Hierbij enkele foto's van dit gebouwtje, 
zowel langs de buiten- als de binnenkant.











In de krant Gazette van Aelst van 15 augustus 1970 (pagina 14) vinden we het volgende over ’t Slotje :

“In de voorbije jaren heeft het stadsbestuur van Aalst een bijzondere inspanning gedaan voor de bouw van kaartershuisjes met het doel de gepensioneerden een aangename ontspanning te bieden.
Op dit ogenblik zijn er al een tiental in gebruik, en tijdens het voorbije weekeinde werd in de Slotstraat een nieuw gezellig huisje officieel geopend.
Bij de opening werd trouwens aangekondigd dat over een tweetal weken ook nog in de omgeving van de Gentse steenweg en de wijk Sint-Anna een nieuw huisje wordt overgedragen aan de mensen die er een kaartje willen leggen. Ook werd een oproep gedaan om alles in goede staat te houden en onder elkaar voor verstandhouding te zorgen. 

Voorzitter Louis Dewolf dankte het stadsbestuur voor dit initiatief en onderstreepte dat men hierdoor ruimschoots tegemoet komt aan de zorgen van de ouden van dagen om de vrije uren aangenaam door te brengen. Hij overhandigde vervolgens bloemen aan de prominenten en meteen stonden de deuren van het kaarthuis ‘Slotstraat’ wagewijd open. Het zal in deze wijk ongetwijfeld bijzonder veel bijval kennen”.

Het huisje waarvan hierboven sprake, was dat tussen de Gentsesteenweg en de Welvaartstraat ('Roklijf' - wijk Sint Anna), net aan de helling van de fietspiste die hier ooit lag. 

Dit heeft eigenlijk nog lang bestaan, maar is ondertussen toch ook buiten gebruik aan het geraken. Er wordt nog wel eens gekaart, maar dat is eerder sporadisch. 

Hier sprak men tijdens de jaren 30 trouwens van de 'Luien Hoek'. 
Het was immers hier dat de werklozen, die tweemaal daags dienden te stempelen, er na hun namiddagcontrole samenkwamen en wat rondhingen om een glas te drinken, een kaartje te leggen en te roddelen ...

Een ander gebouwtje was terug te vinden op de Terlindendreef en ook op de Heilig Hartlaan was er een kaarthuisje... Het bevond zich aan de Weverijstraat, op de hoek van een smal wegeltje en de straat. Het huisje bestond uit enkele betonplaten met vensteropeningen erin gemaakt. 

In de jaren 70 was er achter de parking van de Moorselbaan eveneens een kaarthuisje terug te vinden, en ook op De Houtkaai bevond zich een dergelijk ‘etablissement’

Aan het Guldenboomplein (aan de Blok Borreman) stond er eveneens een kaarthuisje Na de aanleg van het viaduct tussen de Boudewijnlaan en het H.Hart bleef het kaarthuisje nog een tijdje in gebruik, maar werd daarna jammer genoeg gesloten. Er werd druk van gebruik gemaakt om te kaarten en te bakschieten.


Veel van deze huisjes zijn er – jammer genoeg - niet meer overgebleven.


Er staan er nog aan de Slotstraat, (‘t Slotje) en in het Stadspark, (Rust na arbeid), maar ook het huisje in de Slotstraat wordt binnenkort (mei 2019) afgebroken, om er plaats te maken voor ?? 

kaartershuisje, wat eens het favoriete vertier was voor de ‘hang-oudjes’, dreigt  nu jammer genoeg volledig te verdwijnen ... Eigenlijk jammer, want daarmee verdwijnt een stuk traditie en sociaal leven uit onze stad.