Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label sporters. Alle posts tonen
Posts tonen met het label sporters. Alle posts tonen

zaterdag 31 augustus 2024

Adolf De Buck (in memoriam)

31 augustus 2024: 40ste overlijdensverjaardag van deze populaire oud-Rode Duivel (8 caps) 

Adolf Emilius “Dolf” De Buck werd in Aalst geboren op 1 december 1920, sloot zich rond 1930 als jeugdspeler aan bij Eendracht Aalst en doorliep er alle jeugdcategorieën. 


Begin 1936 debuteerde de verdediger in het eerste elftal, toen de club in Derde Klasse speelde.                
In zijn eerste seizoen maakte De Buck deel uit van de ploeg die kampioen werd en naar Tweede Klasse promoveerde. 

In 1939 werden “den Iendracht” wederom kampioen en konden ze voor het eerst in hun bestaan stijgen naar de hoogste voetbalklasse.

De Belgische competitie lag toen - logischerwijs -voor een groot deel stil door de Tweede Wereldoorlog, maar in de zogenaamde  'noodkampioenschappen' kon Aalst zich toch steeds redden in de Eerste Klasse.                                                             
In 1947 zakten de ajuinen weliswaar terug naar de Tweede Klasse, vier jaar later in 1951 degradeerde wit-zwart zelfs naar Derde. 

Tussen 1945 en 1948 werd “Dolf” 16 keer geselecteerd voor de nationale ploeg (zelfs toen Eendracht Aalst in de Tweede Klasse uitkwam), en speelde uiteindelijk 8 interlands. 

Zijn debuutmatch was op 23 februari 1946 tegen Luxemburg. Deze vriendschappelijke match werd gewonnen met maar liefst 7-0.
Hierbij een afbeelding van 'Dolf' tijdens de ploegvoorstelling.


Zijn laatste 'cap' haalde hij op 6 juni 1948, toen België Frankrijk versloeg met 4-2.

Op 24 december 1951 werd Adolf gehuldigd voor zijn 500ste wedstrijd in hogere afdeling. Dit gebeurde voor de wedstrijd van Aalst tegen Oostende. 
De Buck kreeg er gezelschap van Willy De Neef die toen net kampioen van België geworden was in de atletiek. 


Het was niet altijd even gemakkelijk, maar toch bleef De Buck bij “den Iendracht”.
Tot in het seizoen 1955-1956 wanneer de Aalstenaar een punt zette achter zijn mooie voetballoopbaan. 

Hij speelde ruim 600 wedstrijden voor zijn club, waarvan 185 matchen in Eerste Klasse.
Hij scoorde, als verdediger, 23 doelpunten, een puike prestatie dus. 

In de latere jaren 50 zette hij zijn carrière verder als cafébaas. Zijn 'café sportlokaal' was terug te vinden op de Grote Markt in Aalst.  Tegenwoordig vinden we daar de McDonald's terug. 


Op 31 augustus 1984 overleed Adolf De Buck in “zijn” Aalst op amper 63-jarige leeftijd.


Bronnen

eu-football.info
belgiumsoccershistory.com
Adolf ploegopstelling 1946 via MadeInAalst
Reklame Sportlokaal 1950 via MadeInAalst
Huldiging 1951 via MadeInAalst

vrijdag 28 januari 2022

Carla Galle

Carla Galle (Aalst, 10 mei 1948 - 20 januari 2022) was een Belgische zwemster en ambtenaar, alsook partijsecretaris van de SP. 


Hoewel 'zwemmen' voor Carla eigenlijk maar een late roeping bleek, nam ze tijdens haar sportcarrière onder meer deel aan de Olympische Zomerspelen in Mexico City 1968 en zwom er verschillende Belgische records. Om aan dit evenement te kunnen deelnemen heeft ze toen, in samenspraak met haar ouders, een jaar van haar studies opgeofferd.
Ze was reeds het jaar daarvoor geselecteerd en ze moest toen trainingskampen en stages zien te combineren met studeren. Gezien ze daardoor niet veel meer in België was, kon ze ook niet deelnemen aan de examens. 
Ze moest dus kiezen ...

Carla zag echter wel in dat niet alles in de sport mag gestoken worden. Ook persoonlijke ontwikkeling is heel belangrijk. Ze kreeg er grijs haar van toen ze zag dat bij sommige sporters (nu ook meer dan vroeger) alles op kant geschoven werd voor de sport. 
"Ze beseffen niet dat de paar jaren topsport eigenlijk maar een onderdeeltje van hun leven zullen zijn".

De spelen waren een succes. Ze werd er vierde op de 200 m vrije slag in een tijd van 2’40’’9 en ook op de 400 m vrije slag haalde ze een vierde plaats met een tijd van 5’55’2

Zoals reeds gezegd, het was een 'late roeping', dat zwemmen. 
Ze leerde het samen met haar broer toen ze tien jaar was. Haar ouders vonden het heel belangrijk dat de kinderen konden zwemmen, en wat nog belangrijker was, ze vond het zelf nog leuk ook. 

Zo geraakte ze bij de zwemclub 'Neptunus', en een jaartje later was ze al Belgisch kampioen. Carla was toen amper vijftien.


Natuurlijk moet er om prestatie te kunnen leveren ook getraind worden, en dat verliep toen uiteraard helemaal anders dan nu. 
Nu kennen we de écht professionele zwemmers die zich heelder dagen aan hun sport kunnen opofferen, maar 'in den tijd' moest alles nog gecombineerd worden met studies en/of werk. 

Tijdens het schooljaar trainde ze per dag zo'n twee uur. 
In de vakantieperiode kon ze zich per dag twee maal twee uur veroorloven. 

Het werd wel moeilijker toen ze verder ging studeren. Ze woonde in Aalst en studeerde in Gent, en na al dat gependel nog het bad induiken, is dan niet altijd even gemakkelijk. 


Tijdens haar zwem carrière zwom Carla volgende Belgische records bij mekaar (allemaal in een 25-meterbad):  
800 m vrije slag 11'06"50 (7 augustus 1966 - Aalst)
100 m vrije slag 1'05"90 (9 april 1967 - Mechelen)
200 m vrije slag 2'21"20 (22 mei 1968 - Aalst)
200 m wisselslag 2'34"30 (18 april 1970 - Sint Niklaas)
400 m wisselslag 5'29"90 (19 april 1970 - Sint Niklaas)
De tijden van toen kunnen écht niet meer vergeleken worden met die van tegenwoordig. Er was toendertijd nog geen enkel 50 meterbad in België en uiteraard was er ook nog geen deftige medische begeleiding zoals we die tegenwoordig wél kennen. 

De studies gingen verder en uiteindelijk werd ze licentiate politieke wetenschappen en werd ze door SP voorzitter Karel Van Miert ingehaald om de vernieuwing in de socialistische rangen mee te helpen verdedigen. 


Zij werd er in eerste instantie perschef en linkerhand, schreef speeches, organiseerde de kiescampagne, stelde het ledenblad samen en leidde de SP-televisieprogramma's in goede banen. Ondertussen mobiliseerde ze ook de vrouwen in de afdelingen om zich te laten gelden in de politieke 'mannenwereld'.

Daarna werd zij partijsecretaris van de sp.a, waar zij voorzitter Karel Van Miert intussen ook 'haar levenspartner' mocht noemen.

Haar moeder, Lena Cockuyt, was hoofdredactrice van de wereldomroep op de BRT, haar vader was boekhouder. Geen wonder dus dat het 'uitleggen' en 'cijferen' er al van jongs af inzaten. 
 
Carla heeft altijd een sociale bewogenheid gehad. Zij was in Aalst al voorzitster van de Jong-Socialisten, was lid van het afdelings- en federaal partijbestuur en in 1974 stond ze derde op de kamerlijst. 

Van 1991 tot 2013 stond zij aan het hoofd van BLOSO, de Vlaamse sportadministratie. 


Bloso stond voor ‘Bestuur voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven) en Carla werkte er dus meer dan 20 jaar als administrateur-generaal.

Onder haar leiding werd trouwens de leuze 'Als het kriebelt, moet je sporten' uitgebracht, en dit om te trachten de mensen wat meer in hun sporttenue te krijgen.

Hier een afbeelding van enkele stickers uit de reeks 'Als het kriebelt', toen uitgebracht door BLOSO.


Tegenwoordig is de naam van Bloso veranderd in ‘Sport Vlaanderen’.

Bloso was natuurlijk ook bekend omwille van de organisatie van ‘De Gordel’. De Gordel was het grootste door Bloso georganiseerde sportieve ééndagsevenement van Vlaanderen dat sinds 1981 elk jaar (en in 2012 de laatste keer in zijn oorspronkelijke formule) plaatsvond in het eerste weekend van september. Er vonden dan geleide fietstochten en groepswandelingen plaats. Met deze jaarlijks terugkerende sportmanifestatie wilde men het Vlaamse karakter van de rand rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Rand of de Groene Gordel, beklemtonen. 

We schrijven 19 mei 1981 als André Lerminiaux en Mija De Greef van de actiegroep ‘Wij houden van alle mensen die het Vlaams karakter van onze gemeente eerbiedigen’ in Sint-Genesius-Rode afspraak hebben met de mensen van Wielertoeristenclub 'De Hoek'. Bedoeling is met de ‘Bruine Ronde rond Brussel’ een fietstocht te organiseren langs achttien randgemeenten, waaronder de zes
faciliteitengemeenten.

De eerste gordel ging dus door op 27 september 1981 als een samenwerking van een lokale wielerclub, lokale socioculturele verenigingen en Vlaamse actiecomités.
Sint-Genesius-Rode, op dat moment de enige van de zes faciliteitengemeenten met een Nederlandstalig meerderheid, werd het startpunt voor een fietsevenement dat de problematiek van de randgemeenten onder de aandacht wilde brengen.  Micha Marah zong toen ‘Ik hou van alle zes

Vanaf de volgende edities groeide de gordel uit tot een breder gedragen initiatief en vanaf 1983 werd BLOSO de voornaamste trekker van het evenement. 


Van een 1000-tal deelnemers bij de eerste editie, is de gordel uitgebouwd tot een massa-evenement met tienduizenden ingeschreven fietsers en wandelaars. In 1993 werd een record aantal van 112.655 gordelaars geteld.
De Gordel werd een familie-evenement, en onder het motto 'de tofste zondag' kon iedereen een dagje genieten van hapjes, drankjes, optredens van verschillende artiesten, mooie landschappen, ambiance en natuurlijk ook ... sport ...

Tijdens deze 'Gordels' heb ik persoonlijk met haar kennisgemaakt en samengewerkt als één van de verantwoordelijken van Gordelcentrum Zaventem, waar ik instond voor de wandelparcours én de security tijdens de optredens.
Het moet gezegd worden, zonder BLOSO was er waarschijnlijk nooit een Gordel geweest zoals we die gekend hebben, maar dat was natuurlijk niet alles. Zonder de honderden vrijwilligers en sportfunctionarissen was er ook geen succesvolle Gordel geweest. 
Carla was in haar hoedanigheid wel één van de verantwoordelijken voor de organisatie, maar het frustreerde toen wel vele medewerkers, dat tijdens de diverse interviews die gegeven werden tijdens de nieuwsuitzendingen wel heel veel eer ging naar Bloso en veel minder naar die vrijwillige krachten. 
'Bloso dit' en 'Bloso dat' maar op één wiel kan je niet rijden natuurlijk!

Na 32 edities veranderde de gordel van opzet. 
Net vòòr de editie van 2012 verklaarde de BLOSO-administrateur-generaal dat het tijd werd om een andere aanpak toe te passen. 

Het politieke aspect zou verdwijnen en de voorbereidingen werden opgestart om op de eerste zondag van september 2013 opnieuw een groot sportief evenement te organiseren in de Rand rond Brussel. 
Het opzet van een Vlaams, sportief en recreatief evenement zou behouden blijven, maar meer gemeenten dan vroeger werden betrokken en de klemtoon lag ook veel meer op de toeristische troeven van de Groene gordelgemeenten.

De organisatie kwam in handen van vzw 'de Rand' die onder de noemer 'Gordelfestival' van 2013 tot 2017 het sportief event organiseerde. 
In 2018 werd de organisatie toevertrouwd aan 'Flanders Classics'. Vzw 'de Rand' en de Provincie Vlaams-Brabant blijven nog steeds betrokken bij de organisatie.

Het evenement is nog steeds een groot succes, maar de gloriedagen van toen zullen jammer genoeg niet meer terugkomen, denk ik.

Dat het er ook op politiek gebied niet altijd even rooskleurig en eerlijk aan toe ging, mag blijken uit het volgende. 

In 1994 brak het beruchte Agustaschandaal uit en werd Carla, samen met nog enkele andere leden uit de partijtop, aangeklaagd voor schriftvervalsing. De sp.a had smeergeld gekregen van de helikopterbouwer en daar kon geen 'pardon' voor gevraagd worden.

Volgens Karel Van Miert was zijn levensgezellin echter het slachtoffer geworden van een afrekening binnen de socialistische partij. Onze stadsgenote werd in 2002 (met uitstel) veroordeeld op grond van "valse verklaringen" van minister en gewezen partijvoorzitter Frank Vandenbroucke. 

Toen Vandenbroucke in 1989 voorzitter werd, wist hij al dat er in de socialistische partij verschillende ‘zwarte’ betalingen verricht werden. Omdat hij weinig vertrouwen had in de toenmalige nationale secretaris Carla Galle en boekhouder Van Biesen, stelde hij echter geen directe vragen, iets wat hij misschien beter wel gedaan had.

De normale procedure is immers omgekeerd: een voorzitter is net extra waakzaam als hij iets niet vertrouwt en dient niet te zwijgen omdat hij iets niet vertrouwt.
Soit, pas toen in 1991 Linda Blomme Galle opvolgde, vroeg Vandenbroucke Blomme om toch eens rond te horen of er eventueel betalingen in het zwart gebeurden. Dat bleek inderdaad het geval, maar ingrijpen … Dat gebeurde niet.

Uiteindelijk nam Frank voor de parlementsverkiezingen ontslag als minister van buitenlandse zaken. De onthullingen in de Agusta-affaire werden hem toen fataal. Hij bekende weet te hebben van een geheime kluis met 5 miljoen frank zwart geld bij de spaarbank Codep. Hij had financieel expert Etienne Mangé opgedragen het geld effectief te verbranden.

Het werd een heel lange procedure en pas in 2003 werd zij na een beroepsprocedure bij het Brussels Hof van beroep vrijgesproken in de zaak ‘zwart geld’.

Carla overleed na een lange ziekte op 20 januari 2022.


"Heeft er iemand bestuurlijk meer betekend voor de olympische topsport in dit land(sdeel)?", vraagt sportjournalist Hans Vandeweghe zich retorisch af op twitter.

‘De Tijd’ noemt haar zelfs de ‘moeder van de Vlaamse Topsport’;

Mooie namen dus voor een dame die het gemaakt heeft, zowel op sportief, politiek en privévlak.

Wie nog meer wil weten over 'zwemmen in Aalst' kan OP DEZE LINK klikken.


Bronnen

Sporza.be
De Post 12/04/1981 (interview van Ronny Driesmans)
sport-planet.eu
bloso/gordel : eigen info
twitter Kris De Coorde (Sport Vlaanderen)
fina.org
gisterennogvandaag.com
Olympics.com
olympiandatabase.com
Profiel van Carla Galle op Olympics at Sports-Reference.com
belswim.be/uploads/files/HistoBR25M20100217.pdf

dinsdag 19 oktober 2021

Oscar Van Malder - Alkuone

Oscar Van Malder (°1927 - +27/10/2023) is één van de ereburgers van de stad sinds 27 november 2007. 
Maar wie was deze brave man eigenlijk? 


In 1957 startte Oscar Van Malder, leraar lichamelijke opvoeding en danser aan de dansschool van Elza Darciel, met een groep vendeliers (jongens) in de Aalsterse ‘vakschool’, het VTI. 
Vanaf 1969 werden ook meisjes toegelaten en werd ook het dansen iets belangrijker.

Oorspronkelijk was  de naam van de groep ‘Wolfsangel’ maar gezien er toen ook een militantenorganisatie was met dezelfde naam, en om misverstanden te vermijden, veranderde men wijselijk de naam naar ‘Alkuone’. 

De Alkuone is in de Griekse mythologie ‘de ijsvogel’, met zijn schitterende kleuren, sociaal, recht op zijn doel af, hoog en vrij in de wijde hemel. 
Het idee achter de keuze van deze vogel als naam was, dat men hoopte dat deze de groep een mooie en wereldwijde toekomst zou brengen.

Vandaag is Kunstgroep Alkuone vzw een artistieke groep met meer dan 150 leden, medewerkers en bestuursleden. 
De jongens en meisjes van Alkuone volgen dans-, trommel- en vlaggenles bij een dynamisch team van lesgevers en choreografen en de groep wordt ondersteund door een Raad van Bestuur en een Dagelijks Bestuur.

Hier een filmpje om de sfeer wat te kunnen scheppen.


Uit Alkuone ontstond in 1980 de groep Vredon die ook gelijkaardige dans- en vlaggenoptredens geeft en die zeker in een ander artikel aan bod komt.

De vereniging is ondertussen een echte ambassadeur geworden voor onze stad. 
In die hoedanigheid verzorgden zij al verschillende optredens in vrijwel alle hoeken van de wereld. Eén van de hoogtepunten was zeker de openingsceremonie van de Olympische Winterspelen in het Franse Albertville, in 1992. 

Maar is het enkel maar ‘wat’ met een vlag staan zwaaien en een dansje ‘plaçeren’?

Neen, natuurlijk niet!

Alkuone heeft tot doel om jonge mensen hun potentieel aan talenten en capaciteiten te helpen ontdekken, het hoofddoel dat de stichter ooit had en het doel dat men nog steeds voor ogen heeft. 
Zo kunnen ze een eigen persoonlijkheid ontwikkelen in een artistieke en vriendschappelijke omgeving. Alkuone doet dat door het aanbieden van dans, vlaggendans, vendelen en percussie.

Enneuh … ‘maar wat met een vlag zwaaien' wordt heel onderschat als je weet dat zo’n ding toch al gauw een viertal kilo weegt en je daar dus mee staat te jongleren in weer en wind (vooral de wind speelt natuurlijk veel parten).

Vendelen, ook bekend als vaandelzwaaien of vendelzwaaien, is een heuse sport waarbij behendigheid en lenigheid centraal staan. Vaandrig is de naam voor de vendelier, diegene die met de vlag zwaait.

De kledij zelf is ook traditioneel en hangt ook af van de groep of vereniging.

Vroeger werd er gewoon volkskledij gedragen. Een wit hemd , een grijze broek en voor de volwassenen een overhemd en een riem. 

Hier de groep tijdens een optreden op de pikkelingfeesten in Moorsel. 


Over het ontstaan van de sport bestaan grote discussies.
Sommige folkloristen beweren dat er al in de tijden vóór Christus gevendeld werd, anderen zeggen dat het gebruik pas rond de 15e eeuw is ontstaan. 
Ook de plaats waar het ontstaan is, is niet meteen bekend. Feit is dat de vaandel in Europa terechtgekomen is door de kruistochten naar het Heilige Land.

Bij vendelen heeft sierlijkheid de bovenhand in de bewegingen; de figuren vloeien als het ware in elkaar over en het lijkt allemaal zo gemakkelijk … Maar ... kan iedereen met eender welke stok zo’n toeren uithalen? 

Neen, natuurlijk niet. Behendigheid moet er zijn en moet verder uitgebouwd worden!

En er bestaan ook speciale werpstokken die specifiek ontworpen zijn om hoog te kunnen werpen. De vlag maakt dan een mooie draai in de lucht en komt terug beneden op een manier dat die gemakkelijker op te vangen is.

Het verschil met een gewone vendelstok is dat die werpstokken ongeveer de helft lichter zijn.
Ongeveer 2kg ipv 4-5kg. Ook het zwaartepunt ligt meer naar het midden van de stok zodat deze niet als een pijl naar beneden zou ‘schieten’.

Doordat een werpstok sneller valt, dient die uiteraard ook beter bestand te zijn tegen een stootje. De stok is daarom steeds in één stuk en volledig cilindrisch (niet conisch dus). Bij een eventuele breuk kan de houten stok gemakkelijk en relatief goedkoop vervangen worden. 

In de discipline hoogwerpen heeft Alkuone Aalst trouwens een wereldkampioen in zijn rangen. 
Het is Louis François die de wereldtitel binnenhaalde in Namen. Ook in de dames- en jongerencategorie werden er medailles binnengehaald.

Het WK Hoogwerpen werd in mei 2019 georganiseerd door de ‘Alfers Namurois’ en de 'Hoogwerpers van Aalst'. 

Het doel is om via verfijnde techniek en de kracht van de vendelier de vlag zo hoog mogelijk te krijgen. Ook het ontwerp en de stok van de vendel is een heel belangrijke factor. 
Er bestaan 4 categorieën : heren , dames, beloften meisjes en jongens met starthoogtes van 6 tot 8 meter”, aldus Alkuone.

Van uit Aalst trekken trouwens jaarlijks vendeliers van zowel Kunstgroep Alkuone en van Vredon naar deze competitie samen met de Hoogwerpers, waar ook delegaties uit Duitsland, Italië en Zwitserland zijn.

Louis François gooide maar liefst 13,8 meter en verlengde zo meteen zijn titel van wereldkampioen.


Femke Wouters won bij de dames met 9,5 meter opgevolgd door Barbara de Beer met 9,1 meter. Liese Gabriel haalde een mooie eerste plaats bij de beloften met 9,5 meter gevolgd door Lara Schockaert. Piet Callebaut van Hoogwerpers haalde een mooie 2e plaats bij de heren met 12,6 meter.

Tot zover het hoogwerpen, maar kan je met een werpstok ook ‘gewoon’ sierlijk vendelen? 

Ja hoor, maar het vraagt wel wat gewenning omdat je de stok moet vasthouden met één hand  tussen de eerste en tweede lus van de vlag. Bij sommige groepen die veel werpen nemen ze dit er graag bij. En doordat de stok veel lichter is is de drempel om met grote vlaggen te zwaaien ook kleiner.

Het vendelen wordt vaak gezien als een uiting van het gebed tussen goed en kwaad. 
Elke regio/vereniging heeft zo zijn eigen vendelgebed. 


Kunstgroep Alkuone brengt dans- en vlaggenspektakels op podia en pleinen in België over heel de wereld. Alkuone heeft voor het 50-jarig bestaan de titel 'Koninklijke Kunstgroep Alkuone' gekregen van Koning Albert II. 
Bovendien werd stichter Oscar Van Malder in 2007 'Ereburger van de Stad Aalst'
 
In 2010 is het werkjaar gestart met een reeks optredens op de World Expo in Shanghai te China waar ze samen met de Brusselse Ommegang een echt Belgisch spektakel brachten. 
Midden september trok een delegatie van Kunstgroep Alkuone naar de Wereldtentoonstelling in Shanghai. Samen met de edellieden van de Brusselse Ommegang, de dansers en muzikanten van Rondinella en de steltenlopers van Merchtem waren de Aalsterse vlaggenzwaaiers van Alkuone te gast voor de Brusselse dagen in het Belgisch paviljoen.

De 44 deelnemers brachten op het plein voor het paviljoen drie keer per dag een fragment van de bekende Brusselse Ommegang. 

Jaarlijks voeren meer dan 1400 figuranten op de Grote Markt van Brussel zo een historisch spektakel op dat teruggaat naar 1549 met het blijde intrede van Keizer Karel in de hoofdstad.

Voor de jongens en meisjes van Alkuone was het bezoek aan Shanghai een unieke ervaring. Niet alleen de prachtige, soms gedurfde paviljoenen op de Wereldtentoonstelling spraken tot de verbeelding, maar ook de kleurrijke drukte van de grootstad Shanghai kon hen bekoren.

Momenteel is Oscar Van Malder erevoorzitter van de kunstgroep.

In 2017 bestond de groep 60 jaar en Oscar Van Malder werd 90 !

Wie Aalst een beetje kent, kan het al raden : hoog tijd voor een nieuw bier, 'Den Oscar', genoemd naar de stichter van Alkuone (en dus niet naar de trainer van FC De Kampioenen).
 
Het Oscar-bier werd een lekker voorsmaakje op de festiviteiten. 
Het werd een zacht blond bier met een frisse, hoppige toets. Ideaal als aperitief, dessert, tussendoortje, ontbijt of slaapmutsje".

Tijdens de carnavalstoet van 2017 zagen we de vendeliers dat jaar trouwens ook al in actie. 
Niet als aparte groep maar als gasten bij ‘Lekken en Plekken’. 
De reden van dit gezamenlijk feestje was het 15 jarig bestaan van de carnavalsgroep, én ook het 60 jarig bestaan van de vendeliers, én de 90ste verjaardag van Oscar.
 

 "15 jaar LEP en 60 jaar Alkuone. We vieren feest met vlaggen en wimpels, dansen en zingen met veel gerommel op onze trommel" werd het thema en natuurlijk lieten ze hun kunsten ook daar zien alsof het niets was.

Het was trouwens zeker niet het eerste (noch het laatste) optreden van de groep tijdens carnaval. 
In 1978 mochten ze het publiek opwarmen ter gelegenheid van de 50ste stoet en in vroegere jaren was het zo dat zij steeds de stoet mochten openen met hun eigen act.


Op 3 december 2017 bezorgde de groep de stichter en erevoorzitter dé verrassing van zijn leven door met 90 vendeliers en trommelaars te verschijnen op het feest voor zijn 90ste verjaardag. 
Oscar beloofde toen om voor zijn 100e verjaardag zijn feest op de Heizel te geven zodat er genoeg plaats zou zijn voor 100 vendeliers!!

In september 2021 kwam er dan goed nieuws voor de vereniging. 
De droom van KSA Sint-Jozef Aalst en de Koninklijke Kunstgroep Alkuone werd realiteit want aan de Churchillsteenweg werden de nieuwe gezamenlijke lokalen geopend met ‘Churchill Fest’. Beide Aalsterse jeugdverenigingen waren reeds een tijdje op zoek naar een vaste stek, en aan die zoektocht kwam toen eindelijk een einde.


Burgemeester Christoph D’Haese kwam het gebouw plechtig openen. “Het is formidabel. Bijna dag op dag twee jaar geleden was ik hier ook te gast en werden de plannen voorgesteld. We hebben ons toe samen geschaard achter een bouwproject dat toen nog een verre droom was. Hier aan de Churchillsteenweg werd besloten dat een gezamenlijk gebouw voor de KSA en Alkuone de beste oplossing was”, zei de burgemeester. “Visie en goede wil kan bergen verzetten, dat is bij deze bewezen. Dit lokaal is veel meer dan beton en stenen. Het is een symbool voor de toekomst waar jullie samen de schouders zullen onder zetten.”

Alkuone telt momenteel 175 actieve leden, bezocht reeds 34 verschillende landen en bezit zo’n 1185 vlaggen. 

Op 27 oktober 2023 kwam het droevige nieuws : 'Aalst neemt afscheid van ereburger Oscar Van Malder

Met Oscar Van Malder verliest de stad haar laatste nog levende ereburger”, zegt burgemeester Christoph D’Haese . “Het was een man die Aalst op de internationale kaart plaatste met een unieke en historische kunstdiscipline. Onze gedachten gaan naar de familie en naasten van Oscar Van Malder en naar alle (oud-)leden van Alkuone. Ik ben er zeker van dat Oscars passie nog jaren zal verder leven in hun prachtige spektakels.




Bronnen

hoogwerpers.be
HLN 12/09/2021 – 14/09/2016 – 29/01/2017
foto Oscar bier : Rutger Lievens (HLN)
Goeiedagradio.be
Het Nieuwsblad 08/10/2010
alkuone.be (info en filmpje)
filmpjes via Youtube 

zaterdag 25 september 2021

Gaston Van der Elst

05 juli 2020 … “De Eendracht-familie wordt in rouw gedompeld bij het overlijden van clubicoon Gaston Van Der Elst (84). Vorige zomer genoot hij nog met volle teugen van onze Expo 100 en zijn portret aan de Wall of Fame. Veel sterkte aan de familie en vrienden! Rust zacht, Gaston. #EA1919

Het werd deze aankondiging op de website van Eendracht Aalst die de stad in rouw dompelde. Gaston Van Der Elst (°23/06/1936) was niet meer.



Gaston werd bekend als sympathieke uitbater van café-feestzaal-sportlokaal ‘De Koornbloem’ die hij gedurende 50 jaar heeft uitgebaat. 
Over 'De Koornbloem' is HIER meer te lezen. 

Maar er is meer. 
Gaston was bij het sportpubliek ook gekend als voetballer ... en wat voor eentje. 

Zo dribbelde hij in 1961 Eendracht Aalst mee naar eerste klasse en speelde ook mee in de berucht geworden wedstrijd tegen Standard (toen niet de spelers maar wel scheidsrechter Arthur Blavier de hoofdrol speelde). 
Gaston Van Der Elst schopte het tot speler van Anderlecht, waar hij er onder andere Michel Verschueren als ‘physical trainer’ had en kwam later terug naar onze stad als trainer van Eendracht Aalst. 

Gaston was van Mijlbeek. Reeds op heel jonge leeftijd had hij de voetbalmicrobe te pakken en begon te voetballen in de Bergemeersestraat. Op enkele meters van het ouderlijke huis lag immers het voetbalveld, waar het clubje ‘White Star’ speelde. 
Bij de rust van de wedstrijd slopen hij en zijn vrienden binnen, en trapten toen op de ballen die op het veld waren blijven liggen. 

Zijn moeder was niet echt overtuigd bij het woord ‘voetbal’ en Gaston stootte op een ‘njet’. 
Vader was wel een sportminnend man en gaf wel zijn goedkeuring en zegen. 
Uiteindelijk is zijn moeder dan toch één van zijn grootste supporters geworden. 

In 1947 tekende Gaston zijn lidkaart bij Eendracht Aalst. Hij was toen pas elf jaar oud, maar men zag in hem wel toekomst. Hij mocht dan ook al heel snel meespelen in de A-ploeg waarmee hij het kampioenschap van Oost Vlaanderen won met een doelpuntengemiddelde van 126 voor en 6 tegen. Gaston zelf scoorde maar liefst 58 keer. 

In de jeugdploegen van Eendracht speelden toen maar liefst tien jongens van uit de buurt. Ze gingen te voet naar de trainingen en hadden toen maar weinig begeleiding. 
In het jaar 1950 begon hij aan zijn laatste seizoen als cadet en werd meteen overgeheveld naar het scholierenelftal. 
Na 2 jaar kwam echter het grote moment : op de leeftijd van 16 jaar en 3 maanden debuteerde Gaston bij ‘Den Iendracht’. 


Clubicoon Adolf De Buck was Eendracht Aalst 26 jaar lang trouw gebleven en besliste na het seizoen 1955-1956 om, na 600 wedstrijden, een punt achter zijn carrière te zetten. Met Gaston Van der Elst werd dus al heel snel een waardige opvolger gevonden en maakte een nieuw Aalsters jong talent zijn opwachting. Het daaropvolgende seizoen werd Eendracht kampioen, waardoor het promoveerde naar tweede klasse.

Onze Gaston kon echter nog meer. Zijn voetbaltalent bracht hem ook in de militaire ploeg en hij hij mocht ook meespelen als B international. 
Ook daar werd hij heel succesvol. Hij was tijdens de match tegen Luxemburg trouwens de enige Belgische speller die geen kritiek te slikken kreeg. 
Hij was bepalend tijdens het eerste doelpunt en maakte zelf het tweede, maar werd voor het overige te weinig aangespeeld door zijn ploegmaten. 
In de kranten verscheen : “Alles bij elkaar was Gaston Van der Elst, die nochtans met Eendracht Aalst in derde nationale speelt, de beste Belg in Luxemburg …”

In het seizoen 60-61 werden ze kampioen in tweede klasse. In de toenmalige ploeg was heel wat talent aanwezig. Er waren bijvoorbeeld Karel Voogt en Dolf De Buck, twee echte ‘krakken’. Voogt kwam toen terug uit Italië waar hij bij Messina speelde.


Het was niet allemaal rozengeur en maneschijn, want ook Gaston bleef niet gespaard van blessures
Op zijn 23 jaar heft hij toen gedurende maar liefst 18 maanden niet kunnen spelen. Al de gewrichtsbanden van de linker knie waren af.  
Het was Michel Verschueren, de latere manager van Anderlecht, die hem er toen doorgehaald heeft en na een lange lijdensweg kon hij daarna toch weer spelen voor Eendracht. 
Michel Verschueren dook er op als fysiek trainer van Aalst dat toen getraind werd door Rik Geertsen. en introduceerde er nieuwe trainingstechnieken. Zo liet hij de spelers met bijvoorbeeld zakjes zand van 10 kg de tribunes op en af lopen. De keepers warden getraind in een zandbak. Het was afzien maar er waren opvallend weinig kwetsuren en de spelers waren echt wel fit.

Vanwege zijn onophoudelijke inzet en zijn … euh … grote gestalte werd hij wel eens ‘de Asterix van den Eendracht’ genoemd. 

Het seizoen ’61-’62 was een jaar dat in de geschiedenisboeken terecht zou komen, en Gaston stond toen op de eerste rij. 
De match van Eendracht tegen Standard werd overschaduwd door heel wat akkefietjes. 

Aalst stond in de rangschikking vooraan na zes goede matchen, maar toen gebeurde het. 
Scheidsrechter Blavier zag al in de beginfase van de match een aantal grove fouten van Standard door de vingers. 
Een eigenlijk banaal duel tussen Aalstenaar Willy Bellon en Standard-speler Léon Semmeling hitste het publiek op en de sfeer was meteen te snijden, zowel naast als op het veld. 
Even later kreeg Jan Van Poelvoorde een brute elleboogstoot. Hij diende een tiental minute op adem te komen, en toen hij terug op het veld stond moest hij jook nog eens een trap in het kruis incasseren. 
Hij was razend, rende naar scheidsrechter Blavier en protesteerde nogal hevig. 
Blavier reageerde kortaf met “Dehors!”. 
Exit Jan Van Poelvoorde dus en Den Iendracht moest verder met 10. 
Na het doelpunt van Semmeling, net na de rust, mocht ook Jan’s broer Antoine gaan douchen. 
Volgens Blavier had Antoine nagetrapt. 
Het slachtoffer van dienst, Istvan Sztani, schreeuwde het uit van de pijn, hoewel hij achteraf wel toegaf dat het commedie was. 
Daar had EA natuurlijk niets aan, en dus moesten ze verder met 9. 

Het was echter nog niet alles. In de 60ste minuut kon ook spits Albert Mayama gaan douchen, … ook al voor protest ...  
In de 71ste minuut was het genoeg geweest voor kapitein Gaston Van der Elst en besliste hij om met zijn ploegmaats het veld te verlaten. 
Het razende publiek bestormde het terrein en bekogelde Blavier met aardkluiten. Rijkswacht en politie hadden alle moeite van de wereld om de gemoederen te bedaren. De match herstartte wel nog, maar eindigde niet. 
De Aalstenaars Van der Elst, Willy Plas en Lajos Balogh blesseerden zich (zogezegd) in het slot en trokken richting kleedkamer. Er stonden toen dus nog maar 5 spelers op het veld en Blavier diende de wedstrijd stop te zetten bij 0-3. 

Het Pierre Cornelisstadion kolkte van woede. Het rapport Blavier was vernietigend met wekenlange schorsing voor de spelers en 15 maanden schorsing van Michel Verschueren, volgens Blavier de aanstoker van de feiten. De zaak heeft Aalst jarenlang heel veel schade toegebracht en is trouwens nu nog steeds ‘talk of the town’.
Aalst zou de straf niet overleven en zakte al na 2 seizoenen opnieuw naar 2e nationale. 

In 1964 werd Gaston getransfereerd naar Anderlecht, waar hij samen met Trappeniers, Heylens, Plaskie, Verbiest, Cornelis, Hanon, Jurion, Devriendt, Stockman, Van Himst en Puis het goede weer mocht maken. 
Gaston was nummer 15 en zat meestal op de bank. 

Jammer om te moeten vermelden maar Gaston werd ook ‘bekend’ omwille van een omkopingsaffaire
Het zat zo. Aalst moest winnen van Charleroi om zijn vel te kunnen redden.  Ze stonden voorlaatste op één punt van Namen, met nog 5 matchen te gaan. 
Na de eerste helft stond Aalst op kop met 0-3 maar tijdens de ruxt verklaarde Charleroi speller-trainer Piccinin dat hij omgekocht was. 
Gaston had immers, in opdracht van de keeper van de reserves – die trouwens van Charleroi kwam – iets geregeld voor den Eendracht, zonder dat hij daar een cent heeft aan verdiend. Het was clubliefde maar hij  werd wel geschorst voor drie jaar. 


Na 15 maanden werd de schorsing, gelukkig voor hem, herbekeken en hij ging terug naar Aalst. Wel nam hij nog drie man van de reserveploeg van Anderlecht mee naar Aalst dat opnieuw kampioen werd.

Op zijn 32ste werd hij trainer van Grimbergen, de ploeg van Michel Verschueren. Na drie jaar werd hij trainer van Denderleeuw, waar hij de bescheiden ploeg in een mum van tijd naar derde klasse wist te laten promoveren. 
Nog eens drie jaar later kwam hij terug ‘naar huis’ en werd trainer van Aalst, dat was in het seizoen van 1975-1976. 
Gaston bleef er trainer tot oktober 1978 en werd opgevolgd door Henk Houwaart.

Gaston ruilde de voetbalschoenen voor de horeca en vanaf midden jaren tachtig werd hij één van de meest besproken en geliefde cafébazen van Aalst. Op sommige dagen, zoals Carnaval, kon je zowel in het café vooraan, en in de zaal achteraan met moeite binnen. Men stond zelfs tot buiten om toch maar de sfeer te kunnen opsnuiven.

Iedereen wilde bij Van der Elst zijn. 

De week voor Carnaval werd zijn café door het personeel van de brouwerij Safir, leeg gemaakt en voorzien van oud meubilair. 
Het mocht echter niet baten, en met spijt in het hart moest Gaston, net zoals zoveel andere cafébazen, in 2002 toch besluiten om zijn café dicht te houden tijdens de carnavalsdagen. 
De kosten liepen te hoog op, de schade was vaak niet meer te overzien. 

Zijn café-feestzaal 'De Koornbloem' (elke Aalstenaar kent de zaak echter als 'Van der Elst' bleef heel succesvol tot hij er in 2010 zijn laatste pint tapte. 

Een jaar later belandde hij in het ziekenhuis met een hartaanval.
Wat de uiteindelijke oorzaak was, is niet geweten. Hij reed voor z’n plezier zonder te forceren maar viel en geraakt in coma. Hij lag 6 weken in de kliniek en sindsdien droeg hij een pacemaker.

Na zijn carrière als voetballer bleef hij de sport wel nog van dichtbij volgen. 

Gaston werd geopereerd aan zijn hart, en met de Harva-ploeg, de vereniging voor hartpatiënten van het Onze Lieve Vrouwziekenhuis uit Aalst, reed hij bij geregelde tijdstippen mee om zijn gezondheid op peil te houden, maar ook om de vele goede doelen te steunen.

Gaston stond vooral bekend om zijn vriendelijkheid. Overal waar je hem tegen het lijf liep, geen seconde was hem teveel om een babbeltje te slaan, of even te poseren voor de foto. 

Hier is hij nog te zien bij de inhuldiging van The Wall aan de nieuwe staantribune in het Pierre Cornelisstadion


Gaston Van Der Elst was een van de beste voetballers die ooit bij Eendracht Aalst en Anderlecht heeft gespeeld. Burgemeester Christoph D’Haese omschreef het bij de afscheidsplechtigheid zo: 

Aalst vergeet je nooit, Gaston. Hierboven resideren reeds een aantal Aalsterse grootheden die ons de jongste jaren zijn ontvallen. De fine fleur van de Keizerlijke Stede zal Gaston Van Der Elst ongetwijfeld welkom heten, wie weet een ‘matchke’ voetbal spelen en herinneringen ophalen aan de toog van het Eeuwige Leven. En wij hier, we zullen hem ongelooflijk hard missen. Vaarwel Gaston, en bedankt voor alles.

Op de begraafplaats mocht het publiek vaarwel zeggen. Een lange rij kwam hun steun betuigen aan de familie.

 ‘Broske’ was één van de beste Aalsterse voetballers ooit en zijn schoenmaatje 38 stond dan ook in schril contrast met de grootsheid van deze man. 

Met een verwijzing naar clubicoon Gaston Van der Elst kreeg een tweede nagelnieuw woonblok van De Volkswoningen op 13/10/2021 een naam om u tegen te zeggen ... inderdaad ... Gaston ziet zijn naam vereeuwigd in een gebouw.
Het pand ligt in de Bredestraat op enkele stappen van het Pierre Cornelisstadion en wordt op zaterdag 23 oktober officieel ingehuldigd, in aanwezigheid van de familie van Gaston.

Na “Molly 9” in Park De Blieck, genoemd naar gewezen Eendracht-speelster Vanessa Molly, krijgen we met “Gaston 11” dus een volgende link tussen de rijkgevulde clubgeschiedenis en de woonwijk rondom het stadion.

Vlak voor de zomer organiseerde de club een online poll met alle grote namen uit de Selectie van de Eeuw. Gaston Van der Elst kreeg met voorsprong de meeste stemmen.


Bronnen

HLN 05/07/2020
De Voorpost 25/07/1975
facebookpagina DRA
eendracht-aalst.be
foto KOS/RLA (HLN 13/07/2020)

dinsdag 21 april 2020

Magda Paepe - Jan Borms : 'Doe mee'


Sedert midden jaren ’70 kon men op zondagmorgen de beentjes strekken en meeturnen met het BRT programma ‘Doe mee’.
Twee Aalstenaars lagen hier mee aan de basis en zorgden er onder andere ook voor dat ‘turnen’ in Aalst steeds een belangrijke plaats in de sport- en ontspanningswereld heeft ingenomen.

Het programma werd uitgezonden op zondagmorgen om 9u00 en  werd herhaald op zaterdag om 14u00. Dat echter niet iedereen akkoord was met het vroege zondaguur, kan gelezen worden in een opiniestukje van 14 maart 1980 :

(BRT tv) Bent u wakker op zondagmorgen? 
Bent u fit genoeg om te turnen op de muziek van ‘Doe mee’? 
Kan u volgen als even later een hoogst interessant programma herhaald wordt? 
Kan u genoeg belangstelling opbrengen voor ‘Konfrontatie’ of ‘Open school’?  
Ik niet, ik wil zoetjes wakker worden en ik heb er een gloeiende hekel aan mijn zondagse pistoletjes op te eten bij Joos Florquin. 
Dat de BRT ons alsjeblief gerust laat en al die uiterst boeiende programma’s, want dat zijn ze, op een schappelijk uur uitzendt

Doe mee’, het BRT-programma met 'tips en tricks' om gezond en fit te leven bevatte onder meer oordeelkundig samengestelde recepten en vertrouwelijke gesprekken met een arts. 
Hun uitgangspunt was dat men het leven niet kan verlengen, maar integendeel wel kan verkorten en dit door onder meer het verwaarlozen van de zogenaamde ‘risicofactoren’
Deze risicofactoren onder controle houden betekent onder andere een degelijk ‘algemeen menselijk prestatievermogen’ opbouwen dat ruimer te zien is dan enkel een ‘lichamelijke prestatie’.

Ook dat laatste (ook wel eens physical fitness genoemd) is op zijn beurt ook ruimer te zien dan enkel maar ‘vrij zijn van ziektes’.
  

De band met het publiek was bijzonder goed, en de kijkcijfers logen er dan ook niet om. Toen de eerste aflevering werd uitgezonden kon men rekenen op 'amper' 35 000 dapperen, aan het eind van het jaar waren dat er al 250 000!

De vijf presentatoren (op onderstaande foto van links naar rechts) Myriam Saels, Magda Paepe, Jan Borms, Johny Voners en Kris Smet, turnden, kookten, en gaven gezondheidstips dat het een lieve lust was.
De drie rubrieken bestonden uit 10 minuutjes turnen met Magda en Jan, 10 minuten in de pot roeren met Myriam Saels en een begrijpelijk dokterspraatje met afwisselend een huisarts, een kinderdokter, een psychiater en een cursus EHBO van het Rode Kruis dat aan elkaar werd gepraat door Kris Smet.

Johny Voners speelde er met plezier en overtuiging ‘het slechte voorbeeld’. Hij was eigenlijk ook een beetje de vreemde eend in de bijt, want hij wist eigenlijk niets af van turnen of koken. Hij was het dan ook regelmatig (gespeeld of echt?) oneens met de raadgevingen van de dokters. 
Wat men hem zeker niet kon verwijten was wel zijn ongelooflijke bereidwilligheid en strijdvaardigheid. 
Iemand nodig met een gebroken been voor de EHBO cursus? 
-> Johny lag al te kermen. 
Iemand nodig om te kijkers te tonen hoe ‘stijf’ sommigen onder ons hier rondlopen? 
-> Johny stond al te trappelen van ongeduld, wel is waar zonder warming-up ...
Iemand nodig om te tonen hoe men best niet in de zetel zit?
-> Johny lag al krampachtig zijn best te doen om toch maar zo diep mogelijk in de kussens te duiken...

En terwijl een boekweitkoek gepromoot werd als zijnde ‘gezonde voeding’ wou Johny het eerder hebben over ‘een klont boter en een goed stuk spek’...  
Laat het nu net Johny Voners zijn die zijn televisie carrière verder zette en later wereldberoemd zou worden door zijn 'dagschotels' in F.C. De Kampioenen' …

Dat de kijker wel degelijk meedeed, bewezen de talrijke lezersbrieven met nuttige wenken, bedenkingen, maar ook opmerkingen als het wat te moeilijk of te technisch werd.

Een goede gezondheid wou men dus bereiken door middel van een bewegend leven, een kwalitatief goede en evenwichtige voeding en een mentale en fysische gezondheid.

Vooral bij het ‘bewegend leven’ werden Magda en Jan betrokken.
Onder de vorm van enkele gymoefeningen poogden zij de kijker te sensibiliseren en hen bovendien op een concrete en aangename manier te helpen door duidelijke instructies te geven.

Magda Paepe en Jan Borms, beiden dus bekend van het programma ‘Doe mee’ zijn beiden geboren in Aalst, in volle oorlogsjaren.

Magda Paepe is de kleindochter van kunstenaar Cyriel Poep, gewezen voorzitter van de Bond voor
Oud-leerlingen van de Academie voor Schone kunsten te Aalst (B.O.L.A.S.K.A.).

Magda is geboren op 28 december 1943 en is in Aalst zeker geen onbekende. Haar ouders hadden een klerenwinkel in de Koolstraat.
Ze is oud-leerlinge van de ‘Dames Van Maria’, beter gekend als ‘De Dams’.  Het grootste deel van haar vrije tijd bracht ze door bij de scouts (gidsen) en bij de balletschool, maar vooral ook bij de ‘Turnkring Aalst’.  
Haar latere studiekeuze bleek dan ook helemaal geen verrassing te zijn : het werd ... LO Sportkot Leuven.


De eerste drie jaren moest ze ‘bij de nonnen’ les volgen. Het werd een toffe maar fysiek zeer zware tijd. Het pendelen tussen Aalst en Brussel maakte dat er eigenlijk enkel kon gestudeerd worden tijdens de weekends, in de vakantie en tijdens de blok.

Ze studeerde af als licentiaat-geaggregeerde HSO lichamelijke opvoeding aan de KUL in 1963. 
Tijdens diezelfde zomer trok ze naar Canada waar ze samen met Valeer Stijnen de colleges en demonstraties van professor Bottu mocht ‘opvrolijken’ met proeven aan de toestellen en ritmische gymnastiek. De professor was naar Canada getrokken om er zijn ‘Scandinave dynamique’ te prediken, een 'nieuwe' soort gymnastiek die hij ook vereeuwigde in een boek.

Na deze twee maanden werd ze opnieuw aan ‘De Dames van Maria’ verbonden, dit keer als turnlerares, en dat zou ze 34 jaar gemotiveerd volhouden.

Intussen was Magda ook gelukkig getrouwd met Jan Borms (1969) en kwamen er ook twee dochters, Kim en Jutta. In 1972 verbleef het jonge gezinnetje gedurende vier maanden in Zuid Afrika.
Jan werkte er als gastdocent, zijzelf kon genieten van haar tweede zwangerschap. 

Ze bleef nog 15 jaar actief in de Turnkring en 10 jaar in de balletschool.

De presentaties in het TV familieprogramma Doe Mee (wat ze gedurende 8 jaar meepresenteerde) werden onvergetelijke ervaringen …

Toen de studerende dochters meer aandacht opeisten stopte ze echter alle nevenactiviteiten en bleef alleen actief met lesgeven op school en tennis na de school.
Op 1 januari 1998 heeft ze er een streep onder getrokken. Van een ‘Kimback’ was toen nog geen sprake en de spreekwoordelijke streep mocht dan ook als definitief einde van de carrière worden beschouwd.

Dank zij de T.B.S. uitstapregeling op 55 jaar begon het zalige leven na de school onder het motto “alles mag, niets moet”. Er kwamen nieuwe uitdagingen zoals antiekrestauratie, bloemensierkunst, gastronomie, tuinieren, Portugees studeren enz.
Het koppel bleef trouw aan skiën, tennis, aerobics, nog meer en verder reizen, de V.S., Canada, Australië, China, Brazilië, Nieuw-Zeeland, India, Zuid Afrika, Namibië, Vietnam, Cambodia, Thailand, Laos, Hawai, Cuba….

Op de eerste plaats wordt er nu genoten van de kinderen en de kleinkinderen.
Kim is psychiater, woont in Kleine Spouwen (Limburg), is gehuwd met Peter Van Lint, gastro-enteroloog, en heeft 4 kindjes (Pepijn, Kato, Dauwe en Mare).
Jutta, die in 2003 Expeditie Robinson won, heeft een eigen praktijk van holistische geneeskunde thuis in Tielrode. Ze huwde op 08/08/2008 met de neef van Hugo Offeciers, Edwin Van Muylder, ostheopaat en acupuncturist. In 2010 kregen ze hun eerste kindje, Merel.

Jan Borms volgde na zijn humaniora H.I.L.O. aan de RUG. Zoekend naar een leeropdracht begon hij
in Aalst als bijzonder leraar turnen in het Stedelijk Lager Onderwijs.
Jan woonde op de Boudewijnlaan, en de buren konden dus wel eens meegenieten als hij aan het trainen was.

Daarna werd hij werkleider va het Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding aan de VUB, voornamelijk in de sector ‘Menselijke biometrie en bewegingsontleding’.

In 1963 vertelde hij wat zijn eigenlijke taak was als ‘turnleraar’.

In het beginsel bestaat mijn werk erin de aspiranten – jongens van 13 tot 16 jaar – en de grotere turners de technische aspecten van de turnoefeningen aan te leren.
Bovendien houd ik mij bezig met de conditietrraining. Het is immers gebleken dat de opvoering van de techniek bij een turner niet mogelijk is zonder een passende power-training. om de kracht te ontwikkelen moeten er bijkomende oefeningen verricht worden.
Voor jongens onder de 16 jaar is die training echter volstrekt uit den boze. De nog niet tot volle ontwikkeling gekomen spieren worden door de krachtoefeningen gehypertrophieerd, zodoende dat ze vaak daardoor in hun groei geremd worden. Zo zullen bijvoorbeeld oefeningen met gewichten, die bij volwassenen heilzame gevolgen hebben en de spierkracht verhogen, een schadelijk gevolg hebben voor jongens van minder dan 16 jaar
."


In 1964 mocht de toen 23 jarige Jan, licentiaat in de lichamelijke opvoeding’ als ‘fullbright fellow’ tijdens een studieverblijf van 9 maanden aan verscheidene universiteiten van de staat Oregon (US) research verrichten.

Prof. dr. Jan Borms was in zijn professionele carrière onder meer 
- emeritus hoogleraar aan de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie van de Vrije Universiteit Brussel, 
- vakgroepvoorzitter en hoofd van de wetenschappelijk eenheid BIOM, 
- Past Founding President van de 'International Society for the Advancement of Kinanthropometry' , 
- verkozen Fellow van de 'American Academy of Physical Education' , 
- fellow, 
- bestuurslid of gewoon lid van vele andere wetenschappelijke genootschappen waaronder het American College of Sports Medicine.


De turnzaal op het Vredeplein heeft hij letterlijk en figuurlijk uit de grond helpen stampen. Het is ook in die periode dat hij aktief is gaan werken in de Stedelijke Turnkring.
En het is ook daar dat hij zijn toekomstige vrouw, Magda, leerde kennen. 
In 1969 huwde het koppel.

Als lid van het Komitee der Turnfederaties was Jan ook betrokken bij het organisatiekomitee voor een rondreis van een Japanse keurturnploeg in 1972. 
Op vraag van de Erembodegemse sportjournalist Louis De Pelsmaeker, bekommentarieerde hij er de demonstratie, en dit vooral omwille van de technische kant van de oefeningen. Hij leerde er veel mensen kennen en kwam in de greep van het mediagebeuren.

Nog later sprak Lambert Van De Sijpe, een streekgenoot uit de Faluintjes, hen aan met de vraag of ze niets voelden voor een gezinsprogramma op TV.
Het sprak het koppel aan, en ze voelden zeker wat voor het concept ‘gezinsgymnastiek’. 

Het koppel nam toen ook het initiatief om Paula Semer (de toenmalige ‘leading lady’ van de televisie) te kontakteren, die hen prompt uitnodigde voor een gesprek.
Intussen, we schrijven december 1973, trad Magda samen met Mevrouw P. Van De Velde op in het TV programma ‘Stress bij de werkende en thuisblijvende vrouw’, een onderdeel van het programma ‘Alledag’.

De besprekingen over een nieuw programma evolueerden gunstig. In de afdeling ‘wetenschappelijke en nuttige programma’s’ kwam de uitzending ‘Doe Mee’ tot stand. In 1974 werden twee proefopnamen gemaakt, die echter niet werden uitgezonden, ofschoon men er toch blijkbaar wel degelijk in geloofde.

Er werd nog wat gefine-tuned en met een nieuwe ploeg, onder leiding van Nic Bal, verscheen het programma dan uiteindelijk toch op het kleine scherm.

Naast ‘Doe mee’ waren ze eveneens betrokken - als een hobby – bij nog enkele andere televisie en radioprogramma’s zoals 'Telegym', 'Gezondheidsmagazine', 'Radioconditietips', …

In 1978 ontving Jan de wetenschappelijke Van Clé prijs en later werd hij bekroond met de 1989 'Philip Noel Baker Research Award' (ICSSPE, Unesco).

Hij was oprichter en hoofdredacteur van de eerste gezondheidsnieuwsbrief in België BodyTalk, Series Editor van de internationaal befaamde Karger reeks 'Medicine and Sport Sciences' en was eveneens chairman van de 'Editorial Board van de International Council of Sport Science and Physical Education' (Status A organisatie bij Unesco en IOC)...
Schrijf dat allemaal eens op je naamkaartje :-) 

Jan was ook gedurende 25 jaar commentator voor de BRT en voor Eurosport van de belangrijkste internationale turncompetities, waaronder wereldkampioenschappen en 6 Olympische Spelen. In totaal nam hij deel aan een duizendtal TV en radioprogramma's.

In oktober 1981 verscheen in een artikel volgende opinie over doping :

Na de Olympische spelen van 1988 verscheen in de krant dat Jan Borms, voorzitter van Turnkring Aalst en leraar lichamelijke opvoeding, voor de BRT televisie in Seoel aanwezig was om deskundige commentaar te geven bij het onderdeel turnen.
Commentaar die door de vele kijkers hoog werd gewaardeerd, met een ‘10’ om het in turntermen te zeggen”.

In 1989, tijdens de uitzending van het Wereldkampioenschap turnen’  in Stuttgart stond hij er zelfs alleen voor.  Louis de Pelsmaeker mocht thuisblijven en mocht luisteren naar ‘de specialist’. 
Jaren later mocht ook journalist Carl Huybrechts niet mee naar de Olympische Spelen in Los Angeles. In een interview verklaarde hij ‘Het is duidelijk dat het feit dat ik niet naar LA mag een uiting is van desappreciatie. Gewoon het feit om door de hoofdredacteur niet in de ploeg te worden opgenomen om naar Los Angeles te gaan is echter een ontgoocheling. Vooral omdat er wel iemand bij is die met de sportredactie niets te maken heeft (en die laatste was, inderdaad …)

Zijn carrière, waartoe ook de Turnkring behoorde (de eerste stappen zette hij reeds vanaf 1959 als trainer in het kunstturnen), was meer dan een gewone hobby in termen van tijd, inzet, engagement en toewijding. 
Zijn droom dat de stad Aalst uiteindelijk ook zou kunnen beschikken over een volledig uitgeruste turnhal is intussen werkelijkheid geworden met de opening in het najaar van 2016 op de site Schotte.

https://www.turnkringaalst.be/
De Turnkring Aalst, die het levenslicht zag in 1946 is ondertussen ‘Koninlijke Turnkring Aalst’ geworden. 

Het turnen in de vereniging in een eerste periode -van de stichting tot het begin van de zestiger jaren- onderscheidde zich van meet af aan van de schoolse lichamelijke opvoeding, onder meer door het zogenoemde toestel turnen, waarbij vooral het sportieve element opviel.

Het doorgedreven zogenaamde "Olympisch turnen" deed z’n intrede in de jaren ‘60. Enige jonge ambitieuze trainers (Jan Borms, Magda Paepe, Cor Van der Goeten) voerden zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de trainingen gevoelig op. Het resultaat liet niet lang op zich wachten. 
Op enkele jaren tijd veroverde de kring meer dan 30 regionale en nationale titels. Het absolute hoogtepunt was 1964 met 4 nationale jeugdtitels en de trofee van de sportverdienste van de stad Aalst.

Vandaag staat de koninklijke turnkring open voor zowel recreatieve gymnasten als voor gymnastiek op competitieniveau (tumbling en acro).

Magda en Jan ...
Een koppel dus dat heel veel betekende 
voor de Aalsterse (en nationale en internationale) turnwereld !

Meer info over de turnkring : HIER 


Bronnen :

Viering Jan Borms (via turnkringaalst.be)
HLN 11/1963 (via turnkringaalst.be)
HLN 1977 (via turnkringaalst.be)
HLN 9/1967 (via turnkringaalst.be)
Aalsters Nieuw Magazine van februari 1976 (via turnkringaalst.be)
Teletop januari 1980 (via turnkringaalst.be)
‘Telegym’, BRT 1981, Magda Paepe en Jan Borms
KUL : prom64.one
De Voorpost 11/11/1988
delcampe.be
ronnydeschepper.com (interview Carl Huybrechts) 6/7/2016
Dag Allemaal oktober 1989